ÉÉSÊtls ïwSS^*S6 OM EEN KIND iSHHPH wêb00ÊÈÊs WÊËÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÈI Jan Zeegers, winnaar van de 5 K.M (Ned. kampioenschap) tijdens den traditioneelen veldloop van D.H.C., welke Zondag werd gehouden, balanceert over een hindernis Een scène uit Vondels «Gijsbrecht van Aemstel» tijdens de generale repetitie voor de jubileum opvoeringen in den Stadsschouwburg te Amsterdam Een spelmoment voor het doel der gasten tijdens den voetbalwedstrijd P.S V.-B.V.V. welke te Eindho ven werd gespeeld Mej. Lugt verrichtte Vrijdag te Krimpen aan den IJssel de tewaterlating van het nieuwe voor de Kon. Shellgroep ge bouwde motortankschip «Onoba» Eenige fraaie exemplaren op de honden- en kattenshow, welke Vrijdag in het Krelagehuis te Haarlem werd ge houden Albert van Dalsum als «Gijsbrecht van Aemstel. in Vondels gelijknamig treurspel, waarvan Vrijdag in den Stadsschouwburg te Amsterdam de generale repetitie werd gehouden voorde jubileum-opvoeringen in nieuwe ensceneering De tentoonstelling, welke door de Amsterdamsche Modelvliegtuigclub in haar lokalen werd gehouden, trok, vooral van de zijde der jeugd, groote belangstelling Tijdens dichten mist liep Vrijdag het 9100 ton metende motortankschip «Onoba» te Krimpen aan den IJssel ge bouwd voor de Kon. Shellgroep, te water. Het schip in zijn element FEUILLETON ROMAN VAN NORBERT GAR AI. Nadruk verboden. Het gaat echter alles langs Nicolle heen. Geen woord van Danny's enthousiast betoog dringt tot haar door, zij knikt slechts mecha nisch en is intusschen geheel in haar eigen dachten verdiept Maar plotseling krijgt zij een idee, zoo ver rassend en veelomvattend, dat haar het bloed naar de wangen stijgt en zij moeite heeft zich niet te verraden. Het is, of er eensklaps een electrischen stroom door haar lichaam gaat, die haar opjaagt uit haar tijdelijke lethargie. Zij springt van haar stoel op; haar oogen stralen. „Jongen, jongen", jubelt ze, den totaal verrasten Danny hartelijk omhelzend. „Jon gen, Danny, dat is werkelijk phenomenaal Danny wordt, rood van blijdschap. Een zoo spontane gevoelsuiting is bij Nicolle iets zeer ongewoons. Meer dan eens toch geeft haar rustige, zakelijke houding hem aanleiding tot do kwellende vraag, of zij werkelijk iets meer voor hem gevoelt dan hartelijke kameraad schap. Hij vermoedt niet, dat een ander in een dag datgene bereikt heeft, wat hem in! jaren van groote zorg voor Nicolle, niet gelukt is; haar ziel te verlossen uit de starheid van haar nuchtere levensbeschouwing; in haar gemoed het verlangen op te wekken naar een eenheid van denken en voelen, die hen voor altijd zou vereenigen. „Je bent een raadsel vandaag", zegt Danny, die zijn verbazing nog steeds niet te boven is. „Wat is er eigenlijk met je aan de hand?" „Niet vragen!" jubelt ze „Kleine jongens als jij mogen blij zijn. dat zij een beschermengel hebben en hebben slechts te doen, wat hun wordt opgedragen. Hoe lang doe je er over om twee exemplaren van die teekening te copiee- ren?" „Nou, een dag .Dat is te lang! Je gaat nu onmiddellijk naar huis en werkt den geheele nacht door. Morgenochtend om negen uur verwacht ik je voor de poort van de Estna-fabrieken. Niet vragen, Danny! Precies om negen uur!" Daarop wendt zij zich tot haar al even ver baasden vader. „Ja, ja, Daddy, ik geloof, dat je „De gouden zweep van Poppea", mitsgaders ^De 100.000 van Larry" wel in de „Bruisende golven" zult kunnen gooien. Ziezoo nu ga ik zoo gauw mogelijk terug naar Kitty". Zij is bijna de deur uit als Danny, die weer aan Maud wordt herinnerd haar nog naroept, dat de politie den volgenden dag om vijf uur het kind zal komen halen. Nicolle neemt deze mededeeling echter met een spottend lachje in ontvangst. „Tot mor- gegmiddag vijf uur", zegt ze, met beide han den een afwerende beweging makend, „kan er nog heel gebeuren!" Dan neemt ze haastig afscheid, om zich de straat op te spoeden, waar ze even later in een publieke telefooncel verdwijnt. Ze laat zich met Hotel „Golden Sun" verbinden en vraagt mr. Mitchell te spreken. Er verloopen twee minuten voor Coverley aan de telefoon komt. „Hallo, met Nicolle Osborn". „Ja, miss Justitia? Wat is er voor nieuws?" „In de eerste plaats zou ik graag willen weten, of u al aan uw omgeving gewend bent?" „Ik verveel me afgrijselijk, zit maar naar de boomen te staren en Hij verzwijgt, dat hij reeds zijn vijfde whiskey geleegd heeft. Enfin, voorloopig wacht ik maar gelaten af tot het u belieft mijn ballingschap hier op te heffen". „Ik heb zeer belangrijk nieuws! U moet on middellijk naar Londen komen. Laten we af spreken, dat we elkaar treffen bijNee, ik ben te opgewonden om zoolang te kunnen wachten. Ik kom u tegemoet met den onder- grondsche. Wacht u op me voor station May- fair!" „Is er zooveel haast bij?" „Ja, u moet onmiddellijk vertrekken". „O.K. Voor station Mayfair". „Hallo, nog één ding. U moet Bigs te spreken zien te krijgen. Vanavond nog. Kunt u hem ergens telefonisch bereiken?" Bigs? Ja, die heb ik een uur geleden al opgebeld. Hij zou vanavond bij me komen, om. Even aarzelt hij. Hij kan toch niet zeggen, dat hij Bigs gevraagd heeft om den nacht met hem door te komen drinken„Om me gezelschap te houden in m'n eenzaamheid". „Prachtig! Laat u dan de boodschap achter, dat Bigs op u moet wachten". „Uw wil geschiede. U beschikt maar over me als een generaal, miss Justitia", vult Nicolle lachend aan. „Af gesproken dus: station Mayfair". Zij legt de hoorn op de haak, verlaat haastig de telefooncel en begeeft zich naar een restau rant in de buurt om een opkomend gevoel van honger te stillen met een eenvoudig souper van thee en sandwiches. Voor het station Mayfair wacht reeds de blauwe cabriolet. Coverley gaat haar direct tegemoet. Onwillekeurig omvat zijn blik haar slanke gestalte om dan met stijgende welge vallen op haar gelaat te blijven rusten. „Ik heb met een vaartje van honderd kilo meter hierheen gereden. U begrijpt zeker wel, dat ik dood-nieuwsgierig ben naar dat buiten gewoon belangrijke nieuwtje". Spot maar, mr. Coverley, denkt ze, zeker van haar succes. Je zult me niet zoo heel lang meer als een kostschoolmeisje behandelen. Spoedig genoeg zal ik je het noodige respect voor miss Justitia hebben bijgebracht. Zij voelt zich zeldzaam gelukkig. Een schied bedwelmende levenslust prikkelt haar bloed. Het is haar te moede alsof zij een hoogen berg heeft beklomen en nu op haar vroeger bestaan neerkijkt. Alles, wat haar leven tot dusver eenigen inhoud heeft gegeven, schijnt haar nietig en onbeteekenend. Zij snelt, zonder een woord te spreken, Co verley voorbij naar dien auto, Verbaasd volgt hij haar. Daar rijdt hij, overeenkomstig haar wensch, 'n stillen landweg op. Reeds na eenige minuten verzoekt zij hem te stoppén. En hier, in de nachtelijke eenzaamheid van het land, vertelt zij hem haar plan. Hij staart voor zich uit; geen woord van hetgeen zij vertelt, ontgaat hem. Langen tijd zit hij in diep nadenken verzonken, alles nauwkeurig overwegend, wat zij hem heeft meegedeeld en als hij eindelijk het hoofd naar haar toewendt, straat zijn gelaat van vreugde. „Meisje", zegt hij, Nicolle's hand nemend, „dat is een prachtig dat is een schitterend idee!" De opwinding heeft hem plotseling zoo te pakken, dat hij uit den wagen springt en eenige malen op en neer loopt. Dan blijft hij weer voor het portier staan om in een enthou siasten stortvloed van woorden van zijn bui tengewone waardeering blijkt te geven. Als 't schitterend bedacht plan slaagt, zal hij haar eiken wensch vervullen. Hij zal haar levens lang een behoorlijke jaarlijksche uitkeering geven, een villa, een auto, juweelen „Wat zoudt xx er van zeggen", vraagt ze bijna fluisterend en aarzelend, .als ik u ver zocht om, wanneer mijn idéé werkelijk goed blijkt te zijn, één speciale wensch te vervul len?" „Elke wensch onverschillig wat „Dan zou ik willen, dat u mij beloofde niet meer te zullen drinken". Verbluft kijkt hij haar aan. Dan buigt hij schuldbewust het hoofd, opent het portier en neemt weer achter het stuur plaats. ,,'t Zou geen zin hebben u dat te belo venmompelt hij zoo zacht, dat zij zijn woorden nauwelijks verstaat. „Ik heb het mezelf ai een paar maal beloofd enzon der resultaat". 1 Zij wil hem tegenspreken, maar met een on geduldige handbeweging snijdt hij haar ant woord af. De opgewekte stemming, waarin zij beiden verkeerden, is verdwenen. Zeer zakelijk her haalt hij nog eens alle voorbereidingen, welke voor den volgenden dag getroffen moeten worden. Dan vraagt hij beleefd, maar met ijzige terughoudendheid, waarheen hij haar kan brengen. „Misschien wilt u zoo goed zijn mij naar station Mayfair terug te brengen", zegt zij kort. Zij geeft zich geen moeite haar verbitte ring te verbergen. Hij mag gerust bemerken, dat zij menschen, die te zwak zijn om verder felijke neigingen te overwinnen, veracht. Bij het station verlaat zij zwijgend den wagen en reikt Coverley met afgewend gelaat de hand. „Goeden nacht!" zegt zij fluisterend. „Goeden nacht!" herhaalt hij kort, om daar na snel weg te rijden. Droom en Werkelijkheid. Kitty js van het oogenblik af, waarop zij met Maud uit de autobus is gehaald, vervuld van een'verbeten woede tegen alle rechercheurs van de wereld. Diverse pogingen van Kaynes en Brow- nell om haar aan het verstand te brengen, dat slechts hun plicht dit optreden noodzakelijk maakte, blijven zonder resultaat. Zij keurt het tweetal zelfs geen blik waardig zoodat hun tenslotte niets anders overblijft dan zich in hun tuinhuis terug te treken. Tot laat in den avond blijft Kitty met haar zorgen alleen. Noch Nicolle, noch Danny laat zich zien. Het is reeds middernacht, als Kitty het lange, vergeefsche wachten moe, einde lijk besluit haar slaapsalet op te zoeken. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8