Journalist niet
langer gegijzeld.
De zingende muis
is gevlucht.
DONDERDAG 30 DECEMBER 1937
Woensdagmiddag in
vrijheid gesteld.
Plotseling besluit van de
rechtbank.
Woensdagnamiddag: heeft de Haag
sche rechtbank een speciale zitting
gehouden ter behandeling van de
zaak van den journalist Hansen, die
sinds eenigen tijd in gijzeling is ge
weest wegens weigering verklaringen
af te leggen in verband met een pu
blicatie over het behandelde in een
geheime vergadering van den raad
van 's-Gravenhage.
De Officier van Justitie heeft de
vrijlating van den heer Hansen ge
vraagd. Hierop heeft de rechtbank
besloten, de gijzeling op te heffen op
grond, dat de getuigenis van den
heer Hansen voor de instructie in
deze zaak niet meer strikt noodza
kelijk was. De heer Hansen is hier
op Woensdagmiddag tegen 5 uur in
vrijheid gesteld.
Woensdagochtend werd den heer Hansen
medegedeeld, dat 's middags om half vier
de strafkamer van de rechtbank een zitting
zou houden in verband met de aanhangige
kwesties.
Deze zitting werd te kwart voor vier ge
opend door den president, mr. Scholten, die
mededeelde, dat hij een vordering van den
Officier van Justitie had, waarin deze tot
opheffing 'van de gijzeling concludeerde.
Op de vraag aan den heer Hansen en aan
diens raadsman of zij iets naar aanleiding
hiervan in het midden hadden te brengen,
antwoordden beiden ontkennend.
Het bevel tot de in-vrijheid-stelling volg
de daarop spoedig. Daarin staat, „dat uit de
vordering van den Officier van Justitie
blijkt, dat de gijzeling van den getuige Han
sen in het belang van het onderzoek tegen
den verdachte N.N. niet meer dringend nood
zakelijk moet worden geacht".
De bagage van den heer Hansen werd
daarop ingepakt het was in vergelijking
met hetgeen, waarmede hij er op 7 Decem
ber jl. was binnen gekomen, een heele col
lectie, en vervolgens brachten eenige col
lega's hem per auto naar het bureau van
„Het Vaderland", waar de heer Hansen door
zijn hoofdredacteur, den heer C. M. Schilt,
hartelijk werd verwelkomd.
Daarna werd linea recta naar huis gere
den. waar mevr. Hansen reeds de verblijden
de boodschap telefonisch van haar man
had ontvangen. Dat zij en de huisgenooten
verheugd waren hem weder in den familie
kring te mogen begroeten, behoeft nauwe
lijks vermelding.
Diverse bloemstukken, taarten en tele
grammen werden in den loop van den avond
te zijnen huize bezorgd en er was een kleine
kring van vrienden, wier midden de heer
Hansen zijn ervaringen vertelde.
Het bestuur van den Ned. Journalisten
kring had den heer Hansen hartelijk geluk-
gewenscht met goed resultaat van moedig
volhouden.
„Geniet zoo luidde het telegram verder
„van een vrijheid die u des te meer zult
waardeeren, nu gij deze zoo lang hebt moe
ten ontberen".
Groot deel van K. P. M.-personeel
zal ontslag nemen.
Bereid een nieuw collectief contract aan
te gaan.
BATAVIA, 29 December (Aneta-A.NJP.)
De gecombineerde vergadering van de ver-
eenigingen van gezagvoerders en stuurlieden
ter koopvaardij en van de vereeniging.
Scheepswerktuigkundigen, heeft inzake het
gerezen conflict met de directie van de Ko
ninklijke Paketvaart-maatschappij bij ac
clamatie besloten tot het indienen van een
massa-ontslag, zulks onder bereidverklaring
een nieuw collectief contract met de maat
schappij» aan te gaan.
JAN WILLEM KERSBERGEN OVERLEDEN.
De muziekpaedagoog Jan Willem Kersber
gen is Woensdag te Amsterdam overleden.
Juist twee maanden nadat zijn 80ste ver
jaardag, onder groote belangstelling uit krin
gen van muziekbeoefenaars, werd gevierd.
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
IN HET BOUWBEDRIJF.
De minister van Sociale Zaken maakt in
de Staatscourant bekend, dat de bedrijfs-
raad voor het bouwbedrijf heeft ingediend een
verzoek tot verbindendverklaring van de lan
delijke arbeidsovereenkomsten voor de bouw
bedrijven.
De Inikosch behouden!
Dank zij de medewerking van duizenden.
Het bestuur der vereeniging tot behoud van
natuurmonumenten in Nederland meldt ons:
Wat velen in dezen tijd als haast onmogelijk
beschouwden, is gelukt. Dank zij de medewer
king van zeer velen, uitsluitend particulieren,
het aantal loopt in de duizenden kwam
het bedrag van 275.000 gulden voor den aan
koop van de Imbosch bijeen, gedeeltelijk in
giften, voor het overige in inschrijvingen op
de 2V2 procent obligatieleening of als rente
loos voorschot. De vereeniging heeft aan de
tegenwoordige eigenaars medegedeeld, dat het
geheele terrein, ter grootte van 1451 h.a., in
koop aanvaard wordt. De overdracht zal in
Januari geschieden.
Hiermede is een natuurgebied van 4000 h.a.,
tevens een recreatie-terrein, dat zijn weerga
in ons land niet vindt, voor het Nederlandsche
volk behouden. Het bestuur der vereeniging
brengt zijn hartelijken dank over aan allen,
die den aankoop bevorderd hebben en is er
kentelijk voor het vertrouwen, dat door bree-
de lagen der bevolking andermaal in de ver
eeniging gesteld werd,
Zware fabrieksbrand in de
hoofdstad.
Schade van twee a drie ton
Brandweer werkte met 22 stralen.
Woensdagavond te ruim half zes is
een brand uitgebroken in het groote
gebouw van de N.V. Nederlandsche
stofzuigerfabriek „Efa", Prinseneiland
153155 te Amsterdam. De brand nam
in korten tijd zulk een omvang aan.
dat groote voorraden, machines, per
sen en materialen, geheel zijn ver
woest en in vlammen zijn opgegaan.
De schade wordt geschat op twee a
drie ton, doch is op het oögenblik nog
niet nauwkeurig vast te stellen. De
brandweer heeft het vuur met 22 stra
len bestreden en een harden strijd
gevoerd om de belendende perceelen,
pakhuizen van het Nederlandsche
Veem aan de eene zijde en een teer
fabriek aan de 'achterzijde te behou
den.
Het vuur breekt uit.
Het was tegen half zes toen het vuur in het
centrum van de fabriek in het gelijkstraat-
sche gedeelte, uitbrak in de magazijnruimte
voor de gieterij en in de buurt van een gloei-
oven. Het werkvolk, ten getale van 225 man,
had voor het overgroote deel het fabrieksge
bouw te vijf uur verlaten, enkele afdeelings-
chefs en opzichters waren nog aanwezig en ook
het kantoorpersoneel, dat 16 leden telt, was
nog aan den arbeid in de lokalen op de eerste
verdieping aan de voorzijde van het gebouw.
De baas van de gieterij, Herkelman, zag
plotseling dikke rookwolken midden in de fa
briek opbolderen. Hij poogde nog te blusschen,
doch dat was onmogelijk, razend snel grepen
de vlammen in het licht brandbare materiaal
om zich heen. Luid roepend waarschuwde hij
den bedrijfschef Wolf en den portier Van Sloo-
ten, die naar boven renden om het personeel,
dat daar nog rustig werkte, te waarschuwen.
Dikke rookwolken hingen toen reeds in de
trappen en gangen. Het kantoorpersoneel wist
het grootste deel van de boeken nog veilig en
wel in de brandkluizen op te bergen. Toen was
het ook de hoogste tijd om zich in veiligheid
te stellen. Beneden had het vuur zich zeer
snel uitgebreid en ook op de eerste verdieping
hadden de vlammen reeds hun vernietigend
werk aangevangen.
De bedrijfschef had nog juist gelegenheid
om per fabriekstelefoon brandweer en politie
te waarschuwen.
Van drie kanten poogde de brandweer het
vuur in te sluiten, het pand wordt aan de
rechterzijde begrensd door een betrekkelijk
nauwe steeg, hier werden twee ladders gepos
teerd, vanwaar af de aanval werd ingezet. Drie
brandweerlieden betrokken nog hoogere pos
ten, zij richtten de straalpijpen vanaf de da
ken der huizen in de Galgenstraat op de
laaiende vlammenzee. De achterzijde leverde
een zeer gevaarlijke situatie op, daar grensde
de fabriek n.l. aan een teerfabriek. Ook van
die zijde werd de aanval ondernomen door
enkele slangen via een garage te leggen. Het
vuur tastte verdieping na verdieping aan en
op meerdere plaatsen sloegen de vlammen
door het dak. Een vonkenregen daalde neer op
de belendende perceelen en in de straten, die
door de politie waren afgezet. Om zeven uur
spande het aan de voorzijde van het groote
complex. Het vuur had zich een weg gebaand
van het centrum van het gebouw naar de
voorzijde, waar het vooral aan den kant van
het Nederlandsche veem fel brandde. De
brandweer wist de situatie echter meester te
blijven Het gebouw is niet geheel uitgebrand.
De kantoorlokalen zijn gedeeltelijk behouden.
Verzekering dekt de schade.
Saneering in het slagersbedrijf op
losse schroeven?
Saneeringscommissie zou geen prijsregelende
bevoegdheid hebben.
De vice-president van de Utrechtsche recht
bank mr. Kaars Sijpestein, heeft in kort ge
ding tusschen den slager Van D. en de sanee
ringscommissie in het slagersbedrijf een be
langwekkende uitspraak gedaan. De sanee
ringscommissie heeft een civiele procedure
aanhangig gemaakt tegen den slager Van D.,
omdat hij de overeenkomst, die hij mede on
derteekend heeft, niet heeft nageleefd. Inmid
dels wil de commissie ook aan dien slager bij
rechterlijke uitspraak verboden zien, dat hij,
hangende de procedure, nog vleesch onder den
vastgestelden minimum-prijs- verkoopt.
Zij meent, dat door de handelwijze van den
gedaagde gevaar bestaat, dat de heele prijs
regeling en de saneering niet meer zal wor
den gehandhaafd en verzoekt daarom in kort
geding op straffe van boete te verbieden, dat
de verkoop doorgaat.
Tegenover dit betoog heeft de slager Van D.
bij monde van mr. Simon aangevoerd, dat hij
en vele andere slagers zich volstrekt niet ge
bonden achten door het besluit van de sanee
ringscommissie, waarbij minimum prijzen vast
gesteld zijn. Bij het vaststellen van den om
vang der werkzaamheden van deze sanee
ringscommissie is nadrukkelijk medegedeeld,
dat daaronder niet zou vallen de vaststelling
der prijzen. Hem werd verzekerd, dat het doel
slechts was beunhazerij in het slagersbedrijf
tegen te gaan, oneerlijke concurrentie-metho-
den te bestrijden en te voorkomen, dat nieuwe
slagerszaken werden opgericht. Gedaagde
voelde zich onder deze omstandigheden mis
leid en achtte zich niet gebonden aan een
overeenkomst, waarvan thans de nakoming
wordt gevorderd.
De president heeft in zijn uitspraak
dit verweer juist bevonden en sprak
de meening uit te mogen verwachten,
dat ook de rechter, die het definitieve
eindoordeel zou vellen, de overeen
komst onverbindend zou verklaren op
grond van de onbepaaldheid van het
onderwerp.
Hij meende voorts, dat het niet vast staat,
dat de saneeringscommissie het recht bezat
om verordeningen uit te vaardigen, waarin
minimum verkoopsprijzen waren vastgelegd
en hij overwoog in de derde plaats, dat door
verklaringen van getuigen is komen vast te
staan, dat toen gedaagde uitgenoodigd werd
zijn handteekening te zetten van te voren de
verzekering is gegeven, dat de comrr'ssie
geen prijsregelende bevoegdheid had en dat
ze ook niet zou trachten er naar te streven,
die te krijgen. Hij wees derhalve den eisch af,
Bond van Nederlandsche Onder
wijzers vraagt salarisverhooging.
Houding ten aanzien van lands
verdediging gewijzigd.
Tweede dag van het Congres.
Nadat de Bond van Nederlandsche Onder
wijzers gedurende den ochtend in huishoude
lijke zitting bijeen geweest was, begon
Woensdagmiddag om twee uur de laatste
openbare middagzitting.
Achtereenvolgens werden goedgekeurd het
verslag van de financieele commissie over
1936, het financieel overzicht en de balans
over 1937 en de begrooting over 1938. De
bondsfinanciën wijzen over de jaren 1936 en
1937 een nadeelig saldo aan van f 4808.94,
waarvan op rekening van 1937 komt een
bedrag van f 1202.48.
Besloten werd als plaats van de volgende al
gemeens vergadering Utrecht aan te wij
zen.
Van de landelijke N. O. groep was een mo
tie ingediend betreffende het avond-prak-
tijk-ofiderwijs en wel betreffende het aantal
leerlingen, dat te groot geacht wordt en het
ontwikkelingspeil van deze leerlingen dat zeer
ver. uiteenloopt, zoodat het onderwijs dus
„hoofdelijk" zal moeten zijn, terwijl het aan
tal lesuren te gering is, om bevredigende re
sultaten te kunnen bereiken.
De motie werd zonder stemming aangeno
men. Wegens gebrek aan tijd werden achter
eenvolgens een zevental voorstellen o.a. be
treffende de verlaging van de examengelden
voor de examens ter verkrijging van U.L.O.-
bevoegdheden, en het salarisvraagstuk bij het
nijverheids-onderwijs, zonder discussie aan
genomen.
Aan de orde waren daarop voorstellen, in
gediend door de afdeelingen 's-Gravenhage en
Amsterdam.
De onderhavige voorstellen behandelden de
vergadering van hoofdbesturen van vakbon
den, aangesloten bij het N.V.V., waarin het
N.V.V. dus ook de bond, besloten heeft, in
den vervolge ook voor landsverdediging te
zijn.
De af deeling Den Haag betreurt het, dat
de hoofdbesturen vergaderen zonder de vak
bonden te raadplegen, het standpunt t.a.v. de
kwestie van landsverdediging heeft gewijzigd,
terwijl Amsterdam voorstelde, een commissie
te benoemen die de kwestie onderzoekt en
aan het N.V.V. te melden, dat de bond wei
gert, totdat de commissie een rapport ter al-
gemeene vergadering 1938 heeft uitgebracht,
de gewraakte uitspraak van de besturenver-
gadering betreffende de landsverdediging te
erkennen.
Na een rede van den heer Th. J. Thijssen,
lid van het hoofdbestuur, die meermalen door
luid applaus werd onderbroken werden ten
slotte de moties van Amsterdam en Den
Haag ingetrokken.
Als laatste programmapunt kwam ter tafel
een motie, die door het congres tot de regee
ring wordt gericht betreffende het salaris-
vraagstuk en die werd toegelicht door den
heer W. Bijmolt, lid van het hoofdbestuur.
Gezien het feit, dat de rijksmiddelen over
het afgeloopen jaar belangrijk ruimer zijn
gaan vloeien, protesteert de vergadering tegen
het uitblijven van elke verbetering der sala
rissen en doet een dringend beroep op de
regeering ten spoedigste een salarisherziening
aan de centrale commissie voor georgani
seerd overleg voor te leggen.
De motie werd met algemeene stemmen
aangenomen.
Overleg met België inzake de
Spellingkwestie.
Minister Slotemaker in Brussel aangekomen.
De minister van onderwijs, dr. J. R. Slote
maker de Bruine, is te Brussel aangekomen
ten einde met den Belgischen minister van
onderwijs, Julius Hoste, overleg te plegen over
de spelling der Nederlandsche taal.
Expeditiefirma werd door haar
personeel bedrogen.
Dertien verdachten voor de rechtbank.
Een expeditiebedrijf te Amsterdam is gerui-
men tijd door een deel van zijn personeel be
drogen en bestolen.
Goederen, aan deze instelling ter expeditie
toevertrouwd, werden op geraffineerde wijze
verduisterd of gestolen en aan helers ver-
akocht. In totaal stonden Woensdag dertien
personen terecht wegens diefstal, verduiste
ring of heling van zakken meel.
„Het is ontstellend" zoo zeide de officier
van justitie, mr. de Muinck Keizer, in het
eerste requisitoir, dat hij in deze niet ge
voegde zaken nam, te zien, hoe de oneerlijk
heid in het bedrijf van dezen expediteur is
binnengeslopen. In goed vertrouwen werden
groote hoeveelheden goederen afgeleverd aan
het bedrijf om te worden geëxpedieerd. De
leden van het personeel bezweken de een na
den ander voor de verleiding. Aan deze zaak
zit een algemeene kant, daar het hier 6en ex
peditiebedrijf betreft. De maatschappelijk
veiligheid eischt de oplegging van een strenge
straf.
Spr. requireerde tegen het nieerendeel van
de chauffeurs en expeditiieknechten wegens
diefstal of verduistering, drie of vier maanden
gevangenisstraf, tegen drie personen verdacht
van heling vorderde hij resp. tien maanden en
zes maanden en tien maanden gevangenis
straf.
De mannen, die op geraffineerde wijze hun
patroon geruimen tijd hadden bedrogen, gin
gen bij him fraude op zeer eenvoudige wijze te
werk.
Zoodra de zakken meel op het terrein van
het expeditiebedrijf waren uitgeladen zorgde
men er voor, twee of meer balen van den ouden
aanwezigen voorraad bij den nieuwen aanvoer
te plaatsen. Zoodoende klopte het aantal ge
leverde balen bij telling precies, maar in wer
kelijkheid waren er twee of meer balen ach
tergehouden.
Met die achtergehouden balen toog het per
soneel naar een opkooper die er contant 3.50
voor gaf. De helers wisten dank zij de crisis
maatregelen wel raad met het meel. Zij
vonden gretig afzet voor het gestolene.
Een expeditieknecht begnn reeds een paar
jaar geleden met het geknoei, een chauffeur
deed mee en zoo namen steeds meer leden
van het personeel van de expeditiefirma aan
de diefstallen en verduisteringen deel. Ten
slotte leidden de em-rig: tekorten b' de meel-
voorraden tot een uitvoerig onderzoek. De ver
dachten legden tec zitting een bekentenis af.
Auto schiet onder spoorboomen
door.
Voertuig door trein gegrepen.
Bestuurder vrijwel op slag gedood.
Woensdagavond te tien uur is op den Rijks
weg EpeHeerde een auto, bestuurd door
den heer Swaagman uit Zwolle, door de glad
heid gesloopt en tegen de neergelaten spoor
boomen gereden. De boomen wipten daarbij in
de hoogte, waardoor de wagen er onderdoor
schoot en op de rails terecht kwam. Op het
zelfde oogenblik naderde de locaaltïëin uit
Zwolle. De auto werd door den trein gegre
pen, twintig meter medegesleurd en geheel
vernield. De heer S., die alleen in den wagen
zat, werd met een schedelbasisbreuk en ver
schillende andere kwetsuren uit de wrak
stukken van het voertuig gehaald en overleed
na eenige oogenblikken. De heer Swaagman
was directeur van de N.V. Automobiel Maat
schappij Swaagman en Co. te Zwolle en was
ruim dertig jaar oud.
Van Schendel candidaat voor den
Nobelprijs.
Er worden thans, naar wij vernemen, po-
gingen in het werk gesteld, den Nederland-
schen letterkundige Arthur van Schendel voor
te dragen voor een bekroning met den Nobel
prijs. De besprekingen zijn nog gaande en
daar alles in een voorbereidend stadium ver
keert, kunnen nu nog geen nadere mede-
deelingen wofden gedaan.
JONGETJE ONDER AUTOBUS GEDOOD.
Woensdagavond is op den Westduinweg te
Scheveningen door een autobus der H.T.M. het
6-jarige jongetje J. van D. overreden en op
slag gedood. Het kind liep met een vriendinne
tje op het trottoir en stak toen plotseling den
rijweg over.
„Wij staan aan het begin van een
hausse''.
Oordeel van oud-minister
Verschuur.
Belangwekkende rede voor het
R.-K. Werkliedenverbond.
Op den tweeden dag van de na jaars-ver
gadering van het R.K. Werklieden Verbond te
Utrecht hield oud-minister mr. T. J. Ver
schuur een interessante rede over het onder
werp: „Onze economische politiek (mogelijk
heden en wenschelijkheden) na het verlaten
van den gouden standaard".
Men kent, aldus mr. Verschuur de hausse,
opleving in de conjuctuur en de depressie. Bij
het conjunetuurvraagstuk wordt gewezen op
een dubbele hausse en periode. Niet de perio
dieke op-en-neer gang in een tijdsbestek van
tien jaar, doch ook in een tijdsbestek van 50
jaar.
Dit laatste is een algemeen proces, dat wij
hebben te ondergaan. Een voorafgaande
phase in dit proces laat onherroepelijk de
andere volgen. Hausse volgt op depressie en
omgekeerd.
Is het nu noodzakelijk, dat wij deze schom
meling fatalistisch ondergaan of moeten wij
maatregelen treffen om de afwisseling van
phases tegen te gaan?
Hiervoor is het noodig de oorzaken van een
crisis na te gaan. Er is nu van een algemeene
en geen particuliere crisis sprake.
Mijn opvatting over de crisis, de algemeene
conjunctuur is de volgende.
Elke ondernemer is in zekeren zin een spe
culant, die speculeert op toekomstige behoef
ten en afname van het product.
De onderlinge concurrentie werkt overpro
ductie in de hand.
Snelle veranderingen in de. techniek kunnen
veroorzaken, dat een bepaald artikel met een
veel grootere hoeveelheid op de markt kan
worden gebracht. Als voorbeeld noemde spr.
de overproductie van graan in de jaren 1928
en 1929.
Hierdoor werd het evenwicht op de markt
verstoord.
Zoo viel de geheele wereldmarkt in October
1929 ineen.
Verschillende andere opvattingen over de
oorzaak van de crisis worden nog door spr.
uiteengezet. Het kapitaal aldus vervolgde
spreker komt steeds af op rentabiliteit.
De plannen makende producenten speculee-
ren met het kapitaal, van groot belang is hier
bij een lage rente en lage loonen. In de hausse
loopen rente en loonen op. In de depressie
zien wij het tegenovergestelde gebeuren.
Het natuurproces van de hausse wordt be
lemmerd door de depressieangst. Deze crisis
is een zich terugtrekken om wederom opnieuw
te beginnen.
Er zijn teekenen, die er op wijzen,
dat wij aan het begin van een
hausse staan.
De grondstofprijzen en de rentevoet
zijn laag. Er is overvloedig kapitaal,
dat nog op belegging wacht. Het
depressiespook behoedt ons tot al te
vermetele plannen. Deze hausse kan
doorgang hebben, doch zal geen flinke
afmetingen aannemen.
Het laag houden van de loonen is
een gunstige factor om de hausse te
doen slagen.
Lage productiekosten zijn hierbij vooral in
Nederland noodzakelijk. De regeering moet er
voor waken dat het levenspeil laag blijft. Dit
is van groot belang voor onze concurrentie
in den vreemde. Het beroemde tuighuis is nu
voldoende toegerust. Wij zijn gereed en hopen,
dat de landen, die het eventueel tegen ons op
willen nemen, daarmee nog eenigen tijd noo
dig hebben, een economische oorlog is veel
verschrikkelijker dan een normale strijd.
Het is noodig ons economisch zoo sterk
mogelijk te maken door o.a. het sluiten van
goede gefundeerde handelsverdragen. Het is
niet onwaarschijnlijk, dat wij in de toekomst
ons moeten aaneensluiten met andere kleinere
landen. Wij zien wel vaak boos naar Duitsch-
land, doch ik kan u wel verklaren, dat wij aan
Engeland een gevaarlijker cliënt hebben.
De gevaren dreigen van meer dan één
kant, niet alleen van Duitschland maar
ook Engeland neemt tegenover ons een niet
zo:> vriendelijke houding aan.
Hierna had een breedvoerige gedachten-
wisseling plaats.
Een Haagsche
overpeinzing.
Dat onze ik zeg ónze ik zeg onze eigen
Haagsche zingende muis weer van ons henen-
gevloden is doorwondt mij het Haagsche herte.
Deze zingende, dus niet alleen griezelig-
achter-het-behang-rïtselende, dus niet slechts
des avonds kleine rillingen over den rug doen
de loopen, echt-Haagsche, kortstondig doch
dan ook intens tot onze eigen gemeenschap
behoord hebbende knagelijn was ons allen
reeds eigen en dierbaar.
Dit tauberend en vantulderend gedierte is
u en mij lief geweest zooals iedere sensatio-
neele verschijning ons lief moet zijn in een
tijd, 'die zoo nauw van eenvormigheid en vlak
heid is, dat de kleine zangstem van achter
het bloemetjesbehang die lichte en hooge sna
ren van ons verveelde menschenhart heeft
doen trillen, resonneeren en meezingen, die
wij al lang verroest door werkloosheid waan
den.
Immers: het waren alleen de dikke sonore
en zware snaren die door de grove vingeren
van Vader Tijd en Moeder Ölio gegrepen wer
den en -die zóó onophoudelijk bromden en
gonsden, dat wij het zingen van d i e klanken
reeds lang niet meer hoorden.
Alles in een tijd als de onze; alle gebeurlijk
heden, gemoedsaandoeningen grijpen in el
kaar, zijn elkanders aanvulling, oorzaak en ge
volg. Alles is een steentje, een deeltje, een
kleurtje van het mozaiek dat wij „Onze Tijd"
noemen. Een zingende muis zoo goed als een
revolutie, de gewijzigde dienstplichtwet zoo
goed als het wetsontwerp tot beperking van
arbeid door de gehuwde vrouw, het oprukken
der Japanners even goed als de vestigings-
eischen voor broodbakkende burgers. Alles en
niets uitgezonderd is: het beeld van den tijd.
En wij allen zijn de medewerkenden aan dat
tableau: de Mills Brothers en de ministers,
Lucienne Boyer en Agnes de VriesBruins,
Koningen en krantenverkoopers, kamerleden
en schoenlappers. Fred Astaire en Willem Vogt,
de zingende muizen en de demagogen.
Maar het eigenaardige is, dat het eigenaar
dige dóór zijn eigenaardigheid ons liever is
dan het eigene, aardig of onaardig.
Dat het eigene vervelend wordt dóór al zijn
eigenheid; daarom loopen wij te hoop voor
de dame met de baard en merken wij Agnes
niet op; daarom zitten wij verrukt te luiste
ren naar brommende negers doch gaan wij
de samenzang van Romme en Steenberghe
met koperen voorhoofd en glazige oogen voor
bij; daarom hooren wij het barsten van gra
naten boven Teruel niet en het donderen van
bommen over Hankau niet en het dreigen der
demagogen niet en het praten van een Kamer
lid niet en het knetteren van geweersalvo's
niet en de redevoeringen van een ander Ka
merlid niet, maar wèl het zingen van de muis.
Alles wat uitzonderlijk is hoe en wat dit
ook zij is ons liever dan het gewone.
Daarom heeft Lou Bandy een hooger ho
norarium dan de president van den Hoogen
Raad der Nederlanden. Want het is moei
lijker een goede revue-komiek te krijgen dan
een goed jurist, ofschoon goed liedjes-zingen
en grappen vertellen minder belangwekkend
is dan goed jurist-zijn en ook dat is nog te
bezien, want wie de dingen afmeet naar de
mate van gelukzaligheid die zij in de har
ten der menschheid brengen zal moeten toe
geven dat er meer vreugde heersclit in Scala
om den komiek dan in het gebouw van den
Hoogen Raad om den president; en wie het
belangwekkende afmeet naar zijn histori
sche beteekenis zal mij toegeven dat over
één eeuw zoowel Bandy als Feith vergeten
zullen zijn. Het klinkt cru maar tóch is het
niet anders. En daarom is die zingende muis
niet zoo muizig klein als u, als staatsburger
zwaar van verantwoordelijkheidsbesef, ge
neigd bent te veronderstellen.
Een feit is het dat een leger van journa
listen, persfotografen, clichémakers, zetters
en drukkers er mee is bezig geweest.
Dat een heele drogisten-familie met inbe
grip van neven en nichten, ooms en tantes,
verloofden en vrienden er nerveus van is ge
weest.
Dat zoo goed als een meneer in Harlingen
aan de bittertafel zegt: „Vestdijk, dien be
roemden schrijver, heb ik nog persoonlijk ge
kend", een meneer in Zoutelande tot een
anderen meneer in Zoutelande zegt: „die
Haagsche drogist van die zingende muis is
nog familie van mij, dat zit zóó: mijn tante
Jans was een nicht van zijn oome Dirk en...."
En een feit is het dat menige lieve dame
meer medelijden heeft gevoeld om de bron
chitis van de muis dan om den honger en
den doodstrijd van alle Chineezen bij elkaar.
En nu is Mickey the Crooner weer wegge
glipt naar achter het bloemetjesbehang. De
muis weigerde de roem, het klaargemaakte
voer en de belangstelling der menschen. En
wanneer ge dit bedenkt, bedenkt ge tevens
dat er maar weinig roemruchte menschen
zijn die liever achter het behang vrij zijn dan
bij hun voederbakje en in hun kooi beroemd.
Welke overweging deze, mijne wi.isgeerigheid
nopens zingende muizen, nog opheft tot een
voorbeeld en een les.
En nu zal het overigens zaak zijn iets
nieuws te gaan ontdekken om onze verve
ling te verdrijven.
Mr. E. ELIAS.
Interessant proces in de
postduivenwereld.
Geroyeerd lid in eere hersteld.
Bijna drie jaren lang duurde het proces
voor de Utrechtsche arrondissementsrecht
bank van den heer C. N. J. Pot en de
Utrechtsche Postduiven-Societeit.
De Utrechtsche rechtbank stond niet voor
een gemakkelijke taak. Bijna drie jaren ver
liepen, voordat Woensdag de uitspraak viel.
De heer C. Pot, lid van de Utrechtsche Post
duiven Sociëteit werd, op grond 'van onwaar
schijnlijke resultaten met zijn duiven bij
diverse wedvluchten, geroyeerd.
Hiertegen kwam het geroyeerde lid in ver
zet.
Het royement werd door de rechtbank on-
rechtmatig verklaard.
De gedaagde zal het royement moeten in
trekken en de heer Pot als lid van de U. P. S.
herstellen.
Tevens werd bepaald, dat het proces in
extenso zal worden gepubliceerd in het of-
ficieele bondsorgaan „De Postduif". Bovendien
werd gedaagde veroordeeld tot betaling van
een schadevergoeding groot f 50 aan den heet
Pot en de kosten yan het geding.