G
BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
A
iL
A
A
J
A
JL
X
A
c
A
X
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
Aan allen!
Zooals reeds bekend, schrijf ik ik dit keer
geen briefje vooraf en maak de antwoorden
zeer kort.
Best HANDWERKSTERTJE. Ja. best mo
gelijk dat je tanten een t rein gemist heeft. Ze
heeft het ook altijd erg druk en heel heel veel
in orde te maken, alvorens ze op reis kan gaan.
Volgende week hoor ik wel of ze toch nog ge
komen is. Dag Handwerkstertje.
Best ZUSJESBESCHERMSTERTJE. Pret
tig dat het geheim klaar gekomen is. Heeft je
vader ook zelf een cadeau gemaakt? Grappig,
nu krijgt je moeder allemaal zelf gemaakte
presenten. Deze hebben veel meer waarde dan
kant en klaar gekochte geschenken. Dag Zus-
jesbeschermstertje.
Beste ERMELOSCHE VRIENDEN. Jullie
krijgt vandaag een kort briefje voor alle drie
bestemd. Vanmorgen (Woensdag) ben ik even
bij Hector z'n moeder geweest. Ze zou jullie één
dezer dagen bezoeken en m'n groeten over
brengen. Ook komt ze a.s. Vrijdag helpen met
het bakken van oliebollen, 'k Wensch jullie met
je ouders een gezelligenn Oudejaarsavond en
een voorspoedig jaar '38 toe. Volgende week
krijgen jullie weer elk een apart briefje.
Ermelosche vrienden.
Lief CROCUSJE. Ook ik wensch je met
je ouders en zusjes een goeden Oudejaarsavond
en een voorspoedig jaar 1938 toe. Prettig dat-
jij een taschje en je zus een pop gekregen
hebt. Tot a.s. Woensdag, 5 Januari 2 uur. Dag
Crocusje.
Best ZONDAGSKIND. Prettig dat je met
inkt geschreven hebt. Je briefje was nu goed
leesbaar. Een doosje zakdoekjes komt altijd
van pas en je zal er wel blij mede zijn. Je va
der kwam juist op een goed moment. Vriende
lijk van hem voor mij even de strooibiljetten
te willen verspreiden. Ik dank hem er nog wel
voor. Tot a.s. Woensdag. Dag Zondagskind.
Lief ZWEMSTERTJE. De brandende kaar
sen op de door je vader gemaakte Kerstkran
sen zullen heel gezellig gestaan hebben. Ja
Greetje kent ook heel veel kerstboomliedjes
o.a. „Ziet ge wel die lichtjes dansen?" 'k Wil
graag gelooven dat ze dapper medezong, A.s.
Woensdag, 5 Jan. is er weer club. Aanvang 2
uur. Dag Zwemstertje.
Best GOUDMUILTJE. Je broer Wim is dus
10 jaar oud. A.s. Woensdag zeg ik wel hoe ik
over je vraag denk. Je hebt een goeden Kerst
gehad zeg. Ik bezit nog een bruintje beer. A.s.
Woensdag breng ik het plaatje mede. Je broer
tje kan het dan op triplexhout plakken en
daarna uitzagen. Dat is eenvoudiger voor hem
dan teekenen en kleuren en het effect is
mooier. Tot Woensdag. Dag Goudmuiltje.
AAN DE MOEDER VAN KRULLEKOPJE en
TEEKENAARSTERTJE. Hartelijk dank ik
U voor uw briefje. Ik vind het prettig dat U
het clubwerk en het werk dat de kinderen ma
ken zeer op prijs stelt en wenscht dat uw
kinderen nog lang onder m'n leiding mogen
blijven. De Kerstdagen heb ik elders doorge
bracht en de dag voor genoemde dagen had ik
nog zooveel in orde te maken, dat ik m'n vi
site achterwege moest laten. Maar ik kom
heusch zoo spoedig mogelijk. U en de uwen
wensch ik een prettigen Oudejaarsavond en
een voorspoedig jaar '38 toe. Dag moeder van
Krul le kop je en Teekenaarstertje.
Lief KRULLEKOFJE. Ja je moeder is
verrukt over de Kerstversieringen. Prettig dat
je haar verrast hebt met het kalendertje. A.s.
Woensdag begint de club weer. Aanvang 2 u.
Dag Krullekopje.
Lief TEEKENAARSTERTJE. Over dat
minder goede rapport spreken we niet meer
omdat we met praten toch niet verder komen.
We hebben nu daden noodig. Jij moet trachten
beter je best te doen en door hard werken en
goed opletten op je volgend rapport betere
cijfers te halen. Ik ben nu reeds benieuwd naar
het resultaat. Dag Teekenaarstertje.
Beste VERONIKA. ROZE-KNOPJE en KLEINE
ZUS. Vandaag krijgen jullie een briefje voor
jullie drietjes. Wat een aardige Kerstcadeau
tjes zijn er door de Zondagsschool en Kinder-
kerk weer uitgereikt. Ook ik wensch jullie
met je ouders een goeden Oudejaarsavond en
een voorspoedig jaar '38 toe. Volgende week
krijgt ieder rubriekertje weer een apart briefje
Tot Woensdagmiddag 2 uur. Dag meisjes.
Alle rubriekertjes wensch ik met hun
oudjers en andere familieleden een goeden
Oudejaarsavond en een voorspoedig jaar '38 toe
MET Z'N DRIETJES IN EEN VLIEGMACHINE
Veel groeten van
MEJ. E. VIJLBRIEF.
't WAS ZOO GLAD
door W. B.Z.
Ik ben gevallen,
't Was zoo glad,
'k Wou sneeuw opruimen
Op ons pad.
Nu doet mijn eene knie wat pijn.
De grond is koud, 't is niets fijn.
Kom sneeuwopruimer,
Sta gauw op,
Kreeg je autoped
Ook een schop?
Moes heeft een koekje voor de pijn,
Dan zal 't wel heel gauw over zijn.
De sneeuwopruimer
Ging naar huis.
Gelukkig was zijn
Moesje thuis.
Hij kreeg een heel groot stuk banket
Weg was de pijn, Jan had weer pret!
Van het oude jaar, dat het liedje van
verlangen zong.
Maar 1938 was hem te slim af!
't Was 31 December 1937, 's avonds negen
uur, toen net als ieder jaar het oude en
het nieuwe jaar elkander zouden ontmoeten.
Dit gebeurt altijd op de grens van twee lan
den: aan den eenen leant ligt 't rijk van de
toekomst, aan den anderen kant het rijk van
het verleden.
Niemand weet, waar die grens eigenlijk is,
want ze is zóó klein, dat zelfs de grootste ge
leerde met het allerscherpste vergrootglas
haar niet kan onderscheiden.
Daarom hebben het oude en het nieuwe jaar
er in den loop van al die eeuwen al heel wat
over afgekibbeld, wanneer nu precies het tijd
stip gekomen was, dat de oude heer z'n boeltje
bij elkaar moest pakken en naar het rijk van
het verleden verhuizen en het jonge kereltje
de grens van het rijk der toekomst mocht
overschrijden en voor een jaar de heerschap
pij over de wereld in handen mocht nemen.
Ja 'k vertel het je in vertrouwen en je
moet er niet over spreken hoor, want 't is al te
soms kwam het bij die ontmoeting
zelfs tot een handgemeen. En nu weet je met
een, waarom de menschen in den Oudejaars
nacht altijd zoo'n vreeselijk lawaai maken:
kanonnen afschieten, met geweren knallen en
stoomfluiten laten loeien: dit is allemaal om
die vervelende ruzie tusschen het oude en het
nieuwe jaar, waar eigenlijk iedereen zich over
schaamt, maar niet te hooren!
Ook dit jaar beloofde de ontmoeting niet
veel goeds, want het oude jaar had, ofschoon
over drie uren zijn heerschappij onherroepe
lijk uit zou zijn, nog heelemaal geen zin om
het veld te ruimen. Hij voelde zich nog echt
kwiek en frisch, heel geen oud heertje. Dat
kwam door de vele sport, die hij beoefend had
door het matige leven, maar ook wel een
beetje door zijn moderne kleeding. Jullie den
ken zeker, dat je allemaal heel best weet, hoe
het oude jaar eruit ziet, hè? Een gebogen,
stumperige gestalte met een lange witte pij
aan, een kaal hoofd en een heele lange baard,
die bijna op z'n sandalen hangt!
Mis. glad mis. Het moderne oude jaar heeft
die ouderwetsche baard afgeschaft en laat
zich iederen dag keurig netjes scheren. Hij
draagt een sportief pak, een uilebril en ste
vige schoenen. Hij zegt: als ik dan tóch straks
naar 't rijk van het verleden moet verhuizen,
dan maar met een opgewekt gezicht en niet
op zoo'n zielige, afgedankte manier als m'n
voorgangers! Ik heb toch tenslotte van alles
en nog wat gedaan om trotsch op te zijn: hon
derden kinderen hebben onder mijn heer
schappij schaken geleerd, duizenden legden
hun verkeersexamen af, duizenden kregen hun
schoenen vol lekkers van Sinterklaas en maar
een heel doodenkele werd in den zak gestopt!
Nou dan, ben i k dan zoo kwaad?
Terwijl hij dit alles overdenkt, gaat het oude
jaar peinzend zitten op het grenspaalt je, dat
de twee rijken van elkander scheidt en kijkt
op zijn electrische horloge „kwart over negen",
denkt hij, „volgens Amsterdamschen tijd of
Greenwichtijd of hoe 't maar heeten mag. Je
kunt tegenwoordig zelfs aan den tijd geen
touw meer vastknoopen," En zachtjes moppe
rend haalt hij een kleine zakantenne te voor
schijn, steekt die vast op zijn pet en luistert
naar de radio „Pang!" en nogeens „Pang!"
Hij schrikt. Wie durft daar nu al te begin
nen met het oude jaar uit te knallen? O, dat is
TeheranIn Azië is het immers drie uren later
dan hier. Toch een akelig gevoel, zoo te wor
den uitgeknald, waar je bij zit!
Maar opeens bedenkt hij iets. Als ze in 't
Oosten n u al aan 't nieuwe jaar toe zijn, dan
zijn ze er in 't Westen nog lang niet aan toe.
En hij komt op een schitterend idee: hij zal
zoo snel als de wind naar 't Westen suizen en
heeft dan lekker nog een paar uur langer te
leven! Top! Onmiddellijk haalt hij een zak-
microfoontje voor den dag en gaat uitzenden:
stuur vliegmachine, sneller dan tijd 1937.
En nauwelijks een seconde later staat de
machine voor zijn voeten.
Een kranige piloot, genaamd Vooruitmaar,
zit achter 't stuurrad, terwijl de mecanicien
Directklaar even aan een paar schroefjes
morrelt.
„Bravo!" roept 1937. „Alles klaar?"
„Vooruit maar!" antwoordt de piloot, „stapt
u snel in, want er is gevaar op den weg!"
„Gevaar?
Alle drie kijken ze om zich heen, het land
van de toekomst in. Wie komen daar aanhol
len, zoo snel als hun beenen hun kunnen dra
gen? Een oud eerwaardig man met een langen
sneeuwwitten baard, een zandlooper in de
hand en een klein pittig kereltje met een slob-
broekje aan en stevige schoentjes.
LAEF
„Alle menschen! Daar heb je 't al!" zucht
Directklaar.
„Stop. Te laat!" knarsetandt het oude jaar.
En hij trekt z'n voet terug van de treeplank en
maakt een diepe buiging. Vader Tijd nadert:
hij hijgt van 't harde loopen en veegt met z'n
zakdoek over 't eerbiedwaardige voorhoofd.
Dan zegt hij: „Ik kwam je juist waarschuwen,
dat 't bijna tijd is. Er zitten nog maar ongeveer
hondertwintig korrels zand in 't bovenste glas.
Houd daar rekening mee. Hier is je opvolger."
En hij schuift het pittige kleine jongetje naar
voren.
Onze eerste kennismaking met 1938; hij ziet
er stevig uit. hoor! En als je denkt, dat hij een
soort vleugelloos engeltje is met bloote voetjes
dan heb je 't mis. Hij draagt nu al voetbal
schoenen „want", zegt hij „ik zal waarschijnlijk
m'n leven lang moeten voetballen en dan ben
ik vast goed ingespannen." Ook draagt hij al
net als z'n groote broer een antenne op z'n
muts.
Vader Tijd gaat zitten op het grenspaaltje,
dat 1937 hem beleefd heeft aangeboden.
„Hè, hè," zegt hij, „is me dat loopen „ik was
heusch bang, dat je er vandoor zou gaan en
dat we dit keer geen nieuwjaar zouden kun
nen vieren."
vIk er vandoor gaan? Maar edele heer, dat
zou toch al te brutaal zijn! Neen, ik was alleen
maar van plan, een klein eindje te gaan vlie
gen om het leed van het naderend afscheid
een weinig te verzachten. En 1937 veegt een
beetje sentimenteel met z'n zakdoek over de
oogen, maar geeft intusschen een knipoogje
aan zijn piloot.
„Een vliegtochtje?" zegt vader Tijd, „wel,
daar zeg je zooiets! Als je 't goedvindt, gaan
we met z'n drieën."
„Hè ja, oom Tijd!" juicht het nieuwe jaar,
dat is leuk!"
,,'t Zal me een groote eer zijn, u beiden in
mijn vliegtuig welkom te heeten," Met deze
woorden opent 1937 de deur, die toegang heeft
tot de cabine en alle drie stappen ze in. Nog
een knipoogje en„Vooruitmaar!" brult de
piloot boven het gonzen van de schroef.
Daar suizen ze heen! Sneller dan de wind
en wat meer zegt sneller dan de tijd.
Vader Tijd zet z'n zandlooper voorzichtig
naast zich neer. „Nog precies honderd korrels"
telt hij „dat is honderd minuten en dan is
het Nieuwjaar."
„Pijn, oom Tijd!" jubelt het kereltje. Maar
1937 zegt niets. Hij is naast den piloot gaan
DE NIEUWJAARSWENSCH VAN DE FEE
VAN 'T GELUK.
Een aardigheidje voor onze puzzelaars.
5
v.
6
r
s
a
T_
AA.
_i_
j_
N_
A_
_E_
_E_
V
aJ_
A
_ti_
_E_
_A/_
H_
i
T
_A
0_
D_
H
3
T_
11
V_
_o_
s.
_E
N
jr
Af_
0_
D
i
-S
0
V
0
N_
0
K
E
3
N
N
E
In den Oudejaarsnacht had de fee van 't
geluk negen kabouters uitgezonden met negen
lange borden. Op elk bord stonden negen
letters, dus in 't geheel 81 letters. De kabouters
moesten deze borden voor de poort van de stad
der menschen plaatsen. In een bepaalde volg
orde gerangschikt, vormden de letters, van
links naar rechts gelezen, een gelukwensch
voor de menschen. Maar in het donkere woud
struikelden de kabouters over boomwortels,
de borden ontglipten aan hun handen en
toen zij ze weer opgeraapt hadden, wist geen
van de dwergjes meer, of hij het goede bord
te pakken had.
Toch plantten ze de borden op de bepaalde
plaats in den grond, maar, o jammer, in de
verkeerde volgorde, en toen de menschen op
Nieuwjaarsmorgen de rij borden zagen, kon
niemand den gelukwensch der goede fee lezen.
Zoo hadden de domme kabouters de borden
gerangschikt.
Wie van jullie ziet er kans, de borden in de
juiste volgorde te rangschikken?
W. B.-Z.
zitten en houdt de oogen strak, op den snelheids
meter gevestigd! Tjonge,, jonge, dat machien
tje doet z'n' werk goed! Door storm en regen
door dikke zware wolken, langs maan en ster
ren, die schitteren als diamanten.
Voort suizen ze, altijd maar voort, naar het
Westen
Plotseling boren zoeklichten door de duis
ternis; het vliegtuig baadt in een zee van
licht dat opstijgt uit de groote stad beneden
hen.
„Londen!" roept Vooruitmaar. Dan verdwijnt
het licht weer, sneller dan een bliksemflits.
„Hoe laat is het nu?"
„Half elf," zegt vader Tijd, z'n zandkorrels
tellend.
„Tien uur zegt 1937 „luistert u maar. En hij
draait even 't knopje van de radio om, om 't
tijdsein uit Londen op te vangen.
„Dat kan niet, dat is onmogelijk!"
Maar 't oude jaar lacht en knipoogt tegen
z'n piloot. „In een uurtje vliegen we naar New-
York" fluistert hij.
En terwijl vader Tijd en de kleine 1938 ang
stig zandkorrels zitten te tellen, suizen ze voort
De woeste, zwarte golven van den oceaan zien
ze ver beneden zich. 't Is pikdonkere nacht.
Vader Tijd zwijgt en zucht. Hij is baas en voelt
drommels goed, dat 1937 hem bij z'n neus heeft
Eindelijk: een nieuwe zee van licht bene
den hen!
„New-York," roept Vooruitmaar.
„Hoe laat is 't nu?" vraagt 1938 aan Tijd, in
zijn arm knijpend van opgewondenheid.
„Half twaalf. Er zitten nog maar dertig zand
korrels in 't bovenste glas."
1937 blijft kalm, maar een fijn lachje speelt
om zijn mond. Zonder iets te zeggen, draait hij
de radio aan. Het tijdsein van New-York geeft
half acht.
Nu wordt vader Tijd woedend. „Je houdt me
voor den gek", buldert hij, „denk je dat ik me
beet laat nemen door jou? Wacht maar, ke
reltje! Jij met je nieuwerwetsche bedenksels!"
En hij schudt hem zóó heftig heen en weer
dat de uilebril hem van z'n neus valt.
Nu kan 1937 niet meer op den snelheidsmeter
kijken en ook niet zien, wat er achter hem ge
beurt. Daar heeft het jonge baasje met z'n
voetbalschoenen op gewacht. Snel als een
haas glipt hij achter den rug van den piloot
en draait het stuurrad om!
Ssssjt! Nu vliegen zij pal Oost en met een
vaart als van duizend sneltreinen.
Daar zijn de lichten van New-York weer,
daar is Londen!
Zware schoten knallen omhoog door de pik
zwarte lucht, duizenden stoomfluiten gillen!
Twaalf uur meldt het Londensche tijdsein.
„Twaalf uur", zegt met plechtige stem vader
Tijd, turend naar zijn zandlooper. En hij reikt
1938 de hand.
1937 zegt niets. Hij heeft het spel verloren.
Zwijgend stoot hij het onderdeurtje van de
machine open, gespt zijn parachute aan en
zweeft weg, naar het land van het verleden.
En 1938 wendt het stuur, mindert vaart en
vliegt precies met zonsnelheid Westwaarts.
Op zijn weg knallen de schoten en gillen de
stoomfluiten, glinsteren de tranen van de
Nieuwjaarwenschende menschen en lachen de
kinderen, die mogen opblijven. Nu is hij de
baas! Ik hoop maar, dat het een goed baasje
zijn zal! En jullie?
R. DE RUYTER-v. d. PEER
HOE NOORSCHE KINDEREN KERSTMIS
VIEREN
In Noorwegen heerscht nog een oud Kerst
gebruik, dat een overblijfsel is uit de tijden,
dat nog iedereen in booze geesten geloofde en
vooral in z.g. „Kerstkabouters", die in dezen
tijd van het jaar rondspookten en het de men
schen en kinderen lastig wilden maken.
Daarom gaat op den avond vóór Kerstmis
geen enkel Noorsch kind naar bed. Als het
avondeten is gedaan, wordt in de huiskamer
wat stroo neergelegd en daar slapen de kinde
ren op. Vroeger geloofde men, dat dit een
goede bescherming was tegen de „Kerstka
bouters"; nu vertellen de ouders aan hun kin
deren, dat ze hierbij een oogenblik moeten
denken aan het kindje Jezus, dat in een stal
geboren werd en op een bosje stroo moest
slapen.
Eau de Cologne. De uitvinder van dit
door iedereen gewilde reukwater is de Italiaan
Giovanni Maria Farina, die als 25 jarig jonge
ling in 1709 zijn geboorteplaats Domo d'0'ssola
verwisselde met Keulen, waar hij een handel
dreef in zeep, toiletartikelen en parfumerieën
hem uit Italië toegezonden. Hier vond hij een
nieuw reukwatertje uit, dat hij den naam gaf
van zijn nieuwe woonplaats „Keulsch water",
„eau de cologne". Het duurde tot den zeven
jarigen oorlog (17561763) dat zijn uitvinding
over den Rijn bekend word. Het kreeg na dien
een Europeesche bekendheid. Farina stierf op
80-jarigen leeftijd in 1766. Het geheim dezer
fabrikatie bleef sedert in de familie Farina en
wordt bewaard in een kristallen beker die in
een goed gesloten kist bewaard wordt. De ton
nen waar de eau de cologne in bewaard wordt
zijn gemaakt van cederhout, die in Marseille
gemaakt zijn.
De Congo, malaria en mooie schoenen.
,Wat hebben die drie nu met elkaar te ma
ken?" hoor ik jullie al vragen. En toch hooren
die drie bij elkaar. Luister maar. Op school lee-
ren de grootsten van jullie dat het in het ge
bied van de Congo, in Belgisch Afrika, zeer
ongezond is. voornamelijk door de daar heer-
schende malaria. In den laatsten tijd echter is
dat gebied veel minder ongezond geworden en
wel door het vangen van slangen, zoogenaam
de waterslangen. Het voedsel van deze slangen
bestond voornamelijk uit visch. De huid van
enkele slangen, die men gevangen had. werd
geprepareerd en men maakte er damesschoen
tjes van. Dit soort schoentjes viel zeer in den
smaak bij de dames en de vraag er naar werd
zeere groot; vandaar dat er hoe langer hoe
meer slangen gevangen werden. Het gevolg
hiervan was natuurlijk, dat de visschen zoo
goed als niet meer verdwenen en daar deze
visschen zich voornamelijk voeden met de lar
ven van de malariamuggen, verdwenen deze
muggen zooveel meer dan vroeger en hiermee
verdween ook de malaria.
een maand van 't jaar is zoo rijk aan
feestdagen als de Decembermaand.
De eene feestdag is pas voorbij of de
andere is al weer in 't vooruitzicht.
De Kerstdagen, zijn pas achter den rug of we
zien al weer een andere in 't verschiet. Want
al is oudejaarsdag geen officieele feestdag,"zoo
als Nieuwjaarsdag, moeder maakt toch dat er
op dien oudejaarsdag en vooral op oudejaars
avond een feestelijke stemming in huis is, al
was het alleen maar door de oliebollenbakkerij.
In sommige streken van ons land is men al
sinds den 21sten December in een min of meer
feestelijke stemming. Zoo in 't Noorden van
ons land, vooral in Friesland, door het z.g.
Sint-Thomasluiden. Omdat na dien datum de
dagen, al is 't nog maar zeer, zeer langzaam,
beginnen te lengen, kunnen we begrijpen, dat
de menschen in 't algemeen en vroeger nog
wel meer dan tegenwoordig dat een reden tot
blijdschap vonden en aan die vreugde uiting-
wilden geven. Dit deed men in Friesland door
het luiden der klok en op sommige plaatsen
doet men dit nog. En omdat 21 December ge
wijd is aan de nagedachtenis van Thomas, een
der discipelen van Jezus noemt men dit Sint-
Thomasluiden.
In Twente doet men dit door het blazen
op den Midwinterhoren, een uitgeholden el
zentak. Men blaast op dezen hoorn boven den
put, zooals men die nog bij de Twentsche boer
derijen vindt. Het geluid wordt hierdoor ver
sterkt zoodat men het dan ook ver in den
omtrek kan hooren. Behalve een uiting van
blijdschap was het in vroeger dagen naar men
meende ook een middel om de booze geesten,
die het gewas in den komenden zomer moch
ten bedreigen, te verjagen. Ook 26 en 27 en 28
December worden in sommige streken van ons
land herdacht. In de Limburgsche dorpen Mer
kelbeek, Brunsum en Oirbeek gaat de jeugd
onder het geroep van „heio" langs de huizen
en nemen met dankbare blikken de appelen
en noten die men hun toewerpt in ontvangst.
Ook in 't Brabantsc'he Uden gaat de jeugd zin
gende langs de huizen. In Twente rijdt men
op dien dag in een groot gezelschap op 't
paard rond. In tal van Drentsche dorpen gaat
de jeugd met een bosje stroo onder den arm
van huis tot huis en brengt dan eerst een be
zoek aan den stal van de koeien om het stroo
te geven, hierna gaat men naar binnen en
zegt „we hebben joe koenen steft". Dit „steft"
komt van Stefanus, want 26 December is Ste-
fanusdag. Ook in Zweden, Engeland, Estland,
Finland en Sleeswijk Holstein kent men dit
gebruik. In de streken. waar men wijn ver
bouwt wordt 27 December, Sint Johannesdag,
vooral in eere gehouden en in ons land o.a.
te Simpelveld, Munstergeleen en Oirsbeek
houdt men dezen dag in eere. 28 December is
vooral in Belgisch Vlaanderen en ons Brabant
en Limburg voor de jeugd een eigenaardige
feestdag. Dezen dag mogen de kinderen zich
het gezag van vader en moeder toeëigenen, ge
stoken in de kleeren der ouders brengt de
jeugd bezoek aan familie en bekenden. Het
gezang der kinderen moet natuurlijk beloond
worden met de een of andere versnapering.
Deze dag heet Onnoozele Kinderen Dag en
herinnert aan den kindermoord in Bethlehem.
W. B.—Z.
ONZE NIEUWJAARSWENSCH
door W. B.Z.
Dit is Jan en dat is Greet
Ze hebben beiden zich verkleed
Ze speelden van een groot festijn
Waar ze Kloris en Roosje wilden zijn.
Kloris heeft zijn muts opgezet
En geeft aan Roosje een mooie bouquet.
Kloris:
Dat we in 't Nieuwe Jaar.
Maar veel plezier hebben met elkaar
Roosje:
Ik wensch jou ook een heeleboel pret
En dat we vanavond maar laat gaan
naar bed,
Kloris
Ik hoop ook, dat we allemaal gezond zullen
zijn
En dat niemand van ons ooit klaagt over pijn
Roosje:
En dat ik nooit op school in den hoek
moet staan.
Kloris:
'k Hoop ook, dat ik op mijn verjaardag een
voetbal zal krijgen,
Over wat ik meer wil hebben, zal ik nu
maar zwijgen.
Roosje:
En ik hoop, dat ik van Oma een kleurboek
zal krijgen,
En een doosje kralen om een ketting te
T„ rijgen.
Kloris:
Mijn grootste wensch is, dat er overals
vrede zal zijn
Roosje:
En dat de oorlog voor altijd verdwijn!