G BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES A iL A A J A JL X A c A X A A A A A A A A A A A Aan allen! Zooals reeds bekend, schrijf ik ik dit keer geen briefje vooraf en maak de antwoorden zeer kort. Best HANDWERKSTERTJE. Ja. best mo gelijk dat je tanten een t rein gemist heeft. Ze heeft het ook altijd erg druk en heel heel veel in orde te maken, alvorens ze op reis kan gaan. Volgende week hoor ik wel of ze toch nog ge komen is. Dag Handwerkstertje. Best ZUSJESBESCHERMSTERTJE. Pret tig dat het geheim klaar gekomen is. Heeft je vader ook zelf een cadeau gemaakt? Grappig, nu krijgt je moeder allemaal zelf gemaakte presenten. Deze hebben veel meer waarde dan kant en klaar gekochte geschenken. Dag Zus- jesbeschermstertje. Beste ERMELOSCHE VRIENDEN. Jullie krijgt vandaag een kort briefje voor alle drie bestemd. Vanmorgen (Woensdag) ben ik even bij Hector z'n moeder geweest. Ze zou jullie één dezer dagen bezoeken en m'n groeten over brengen. Ook komt ze a.s. Vrijdag helpen met het bakken van oliebollen, 'k Wensch jullie met je ouders een gezelligenn Oudejaarsavond en een voorspoedig jaar '38 toe. Volgende week krijgen jullie weer elk een apart briefje. Ermelosche vrienden. Lief CROCUSJE. Ook ik wensch je met je ouders en zusjes een goeden Oudejaarsavond en een voorspoedig jaar 1938 toe. Prettig dat- jij een taschje en je zus een pop gekregen hebt. Tot a.s. Woensdag, 5 Januari 2 uur. Dag Crocusje. Best ZONDAGSKIND. Prettig dat je met inkt geschreven hebt. Je briefje was nu goed leesbaar. Een doosje zakdoekjes komt altijd van pas en je zal er wel blij mede zijn. Je va der kwam juist op een goed moment. Vriende lijk van hem voor mij even de strooibiljetten te willen verspreiden. Ik dank hem er nog wel voor. Tot a.s. Woensdag. Dag Zondagskind. Lief ZWEMSTERTJE. De brandende kaar sen op de door je vader gemaakte Kerstkran sen zullen heel gezellig gestaan hebben. Ja Greetje kent ook heel veel kerstboomliedjes o.a. „Ziet ge wel die lichtjes dansen?" 'k Wil graag gelooven dat ze dapper medezong, A.s. Woensdag, 5 Jan. is er weer club. Aanvang 2 uur. Dag Zwemstertje. Best GOUDMUILTJE. Je broer Wim is dus 10 jaar oud. A.s. Woensdag zeg ik wel hoe ik over je vraag denk. Je hebt een goeden Kerst gehad zeg. Ik bezit nog een bruintje beer. A.s. Woensdag breng ik het plaatje mede. Je broer tje kan het dan op triplexhout plakken en daarna uitzagen. Dat is eenvoudiger voor hem dan teekenen en kleuren en het effect is mooier. Tot Woensdag. Dag Goudmuiltje. AAN DE MOEDER VAN KRULLEKOPJE en TEEKENAARSTERTJE. Hartelijk dank ik U voor uw briefje. Ik vind het prettig dat U het clubwerk en het werk dat de kinderen ma ken zeer op prijs stelt en wenscht dat uw kinderen nog lang onder m'n leiding mogen blijven. De Kerstdagen heb ik elders doorge bracht en de dag voor genoemde dagen had ik nog zooveel in orde te maken, dat ik m'n vi site achterwege moest laten. Maar ik kom heusch zoo spoedig mogelijk. U en de uwen wensch ik een prettigen Oudejaarsavond en een voorspoedig jaar '38 toe. Dag moeder van Krul le kop je en Teekenaarstertje. Lief KRULLEKOFJE. Ja je moeder is verrukt over de Kerstversieringen. Prettig dat je haar verrast hebt met het kalendertje. A.s. Woensdag begint de club weer. Aanvang 2 u. Dag Krullekopje. Lief TEEKENAARSTERTJE. Over dat minder goede rapport spreken we niet meer omdat we met praten toch niet verder komen. We hebben nu daden noodig. Jij moet trachten beter je best te doen en door hard werken en goed opletten op je volgend rapport betere cijfers te halen. Ik ben nu reeds benieuwd naar het resultaat. Dag Teekenaarstertje. Beste VERONIKA. ROZE-KNOPJE en KLEINE ZUS. Vandaag krijgen jullie een briefje voor jullie drietjes. Wat een aardige Kerstcadeau tjes zijn er door de Zondagsschool en Kinder- kerk weer uitgereikt. Ook ik wensch jullie met je ouders een goeden Oudejaarsavond en een voorspoedig jaar '38 toe. Volgende week krijgt ieder rubriekertje weer een apart briefje Tot Woensdagmiddag 2 uur. Dag meisjes. Alle rubriekertjes wensch ik met hun oudjers en andere familieleden een goeden Oudejaarsavond en een voorspoedig jaar '38 toe MET Z'N DRIETJES IN EEN VLIEGMACHINE Veel groeten van MEJ. E. VIJLBRIEF. 't WAS ZOO GLAD door W. B.Z. Ik ben gevallen, 't Was zoo glad, 'k Wou sneeuw opruimen Op ons pad. Nu doet mijn eene knie wat pijn. De grond is koud, 't is niets fijn. Kom sneeuwopruimer, Sta gauw op, Kreeg je autoped Ook een schop? Moes heeft een koekje voor de pijn, Dan zal 't wel heel gauw over zijn. De sneeuwopruimer Ging naar huis. Gelukkig was zijn Moesje thuis. Hij kreeg een heel groot stuk banket Weg was de pijn, Jan had weer pret! Van het oude jaar, dat het liedje van verlangen zong. Maar 1938 was hem te slim af! 't Was 31 December 1937, 's avonds negen uur, toen net als ieder jaar het oude en het nieuwe jaar elkander zouden ontmoeten. Dit gebeurt altijd op de grens van twee lan den: aan den eenen leant ligt 't rijk van de toekomst, aan den anderen kant het rijk van het verleden. Niemand weet, waar die grens eigenlijk is, want ze is zóó klein, dat zelfs de grootste ge leerde met het allerscherpste vergrootglas haar niet kan onderscheiden. Daarom hebben het oude en het nieuwe jaar er in den loop van al die eeuwen al heel wat over afgekibbeld, wanneer nu precies het tijd stip gekomen was, dat de oude heer z'n boeltje bij elkaar moest pakken en naar het rijk van het verleden verhuizen en het jonge kereltje de grens van het rijk der toekomst mocht overschrijden en voor een jaar de heerschap pij over de wereld in handen mocht nemen. Ja 'k vertel het je in vertrouwen en je moet er niet over spreken hoor, want 't is al te soms kwam het bij die ontmoeting zelfs tot een handgemeen. En nu weet je met een, waarom de menschen in den Oudejaars nacht altijd zoo'n vreeselijk lawaai maken: kanonnen afschieten, met geweren knallen en stoomfluiten laten loeien: dit is allemaal om die vervelende ruzie tusschen het oude en het nieuwe jaar, waar eigenlijk iedereen zich over schaamt, maar niet te hooren! Ook dit jaar beloofde de ontmoeting niet veel goeds, want het oude jaar had, ofschoon over drie uren zijn heerschappij onherroepe lijk uit zou zijn, nog heelemaal geen zin om het veld te ruimen. Hij voelde zich nog echt kwiek en frisch, heel geen oud heertje. Dat kwam door de vele sport, die hij beoefend had door het matige leven, maar ook wel een beetje door zijn moderne kleeding. Jullie den ken zeker, dat je allemaal heel best weet, hoe het oude jaar eruit ziet, hè? Een gebogen, stumperige gestalte met een lange witte pij aan, een kaal hoofd en een heele lange baard, die bijna op z'n sandalen hangt! Mis. glad mis. Het moderne oude jaar heeft die ouderwetsche baard afgeschaft en laat zich iederen dag keurig netjes scheren. Hij draagt een sportief pak, een uilebril en ste vige schoenen. Hij zegt: als ik dan tóch straks naar 't rijk van het verleden moet verhuizen, dan maar met een opgewekt gezicht en niet op zoo'n zielige, afgedankte manier als m'n voorgangers! Ik heb toch tenslotte van alles en nog wat gedaan om trotsch op te zijn: hon derden kinderen hebben onder mijn heer schappij schaken geleerd, duizenden legden hun verkeersexamen af, duizenden kregen hun schoenen vol lekkers van Sinterklaas en maar een heel doodenkele werd in den zak gestopt! Nou dan, ben i k dan zoo kwaad? Terwijl hij dit alles overdenkt, gaat het oude jaar peinzend zitten op het grenspaalt je, dat de twee rijken van elkander scheidt en kijkt op zijn electrische horloge „kwart over negen", denkt hij, „volgens Amsterdamschen tijd of Greenwichtijd of hoe 't maar heeten mag. Je kunt tegenwoordig zelfs aan den tijd geen touw meer vastknoopen," En zachtjes moppe rend haalt hij een kleine zakantenne te voor schijn, steekt die vast op zijn pet en luistert naar de radio „Pang!" en nogeens „Pang!" Hij schrikt. Wie durft daar nu al te begin nen met het oude jaar uit te knallen? O, dat is TeheranIn Azië is het immers drie uren later dan hier. Toch een akelig gevoel, zoo te wor den uitgeknald, waar je bij zit! Maar opeens bedenkt hij iets. Als ze in 't Oosten n u al aan 't nieuwe jaar toe zijn, dan zijn ze er in 't Westen nog lang niet aan toe. En hij komt op een schitterend idee: hij zal zoo snel als de wind naar 't Westen suizen en heeft dan lekker nog een paar uur langer te leven! Top! Onmiddellijk haalt hij een zak- microfoontje voor den dag en gaat uitzenden: stuur vliegmachine, sneller dan tijd 1937. En nauwelijks een seconde later staat de machine voor zijn voeten. Een kranige piloot, genaamd Vooruitmaar, zit achter 't stuurrad, terwijl de mecanicien Directklaar even aan een paar schroefjes morrelt. „Bravo!" roept 1937. „Alles klaar?" „Vooruit maar!" antwoordt de piloot, „stapt u snel in, want er is gevaar op den weg!" „Gevaar? Alle drie kijken ze om zich heen, het land van de toekomst in. Wie komen daar aanhol len, zoo snel als hun beenen hun kunnen dra gen? Een oud eerwaardig man met een langen sneeuwwitten baard, een zandlooper in de hand en een klein pittig kereltje met een slob- broekje aan en stevige schoentjes. LAEF „Alle menschen! Daar heb je 't al!" zucht Directklaar. „Stop. Te laat!" knarsetandt het oude jaar. En hij trekt z'n voet terug van de treeplank en maakt een diepe buiging. Vader Tijd nadert: hij hijgt van 't harde loopen en veegt met z'n zakdoek over 't eerbiedwaardige voorhoofd. Dan zegt hij: „Ik kwam je juist waarschuwen, dat 't bijna tijd is. Er zitten nog maar ongeveer hondertwintig korrels zand in 't bovenste glas. Houd daar rekening mee. Hier is je opvolger." En hij schuift het pittige kleine jongetje naar voren. Onze eerste kennismaking met 1938; hij ziet er stevig uit. hoor! En als je denkt, dat hij een soort vleugelloos engeltje is met bloote voetjes dan heb je 't mis. Hij draagt nu al voetbal schoenen „want", zegt hij „ik zal waarschijnlijk m'n leven lang moeten voetballen en dan ben ik vast goed ingespannen." Ook draagt hij al net als z'n groote broer een antenne op z'n muts. Vader Tijd gaat zitten op het grenspaaltje, dat 1937 hem beleefd heeft aangeboden. „Hè, hè," zegt hij, „is me dat loopen „ik was heusch bang, dat je er vandoor zou gaan en dat we dit keer geen nieuwjaar zouden kun nen vieren." vIk er vandoor gaan? Maar edele heer, dat zou toch al te brutaal zijn! Neen, ik was alleen maar van plan, een klein eindje te gaan vlie gen om het leed van het naderend afscheid een weinig te verzachten. En 1937 veegt een beetje sentimenteel met z'n zakdoek over de oogen, maar geeft intusschen een knipoogje aan zijn piloot. „Een vliegtochtje?" zegt vader Tijd, „wel, daar zeg je zooiets! Als je 't goedvindt, gaan we met z'n drieën." „Hè ja, oom Tijd!" juicht het nieuwe jaar, dat is leuk!" ,,'t Zal me een groote eer zijn, u beiden in mijn vliegtuig welkom te heeten," Met deze woorden opent 1937 de deur, die toegang heeft tot de cabine en alle drie stappen ze in. Nog een knipoogje en„Vooruitmaar!" brult de piloot boven het gonzen van de schroef. Daar suizen ze heen! Sneller dan de wind en wat meer zegt sneller dan de tijd. Vader Tijd zet z'n zandlooper voorzichtig naast zich neer. „Nog precies honderd korrels" telt hij „dat is honderd minuten en dan is het Nieuwjaar." „Pijn, oom Tijd!" jubelt het kereltje. Maar 1937 zegt niets. Hij is naast den piloot gaan DE NIEUWJAARSWENSCH VAN DE FEE VAN 'T GELUK. Een aardigheidje voor onze puzzelaars. 5 v. 6 r s a T_ AA. _i_ j_ N_ A_ _E_ _E_ V aJ_ A _ti_ _E_ _A/_ H_ i T _A 0_ D_ H 3 T_ 11 V_ _o_ s. _E N jr Af_ 0_ D i -S 0 V 0 N_ 0 K E 3 N N E In den Oudejaarsnacht had de fee van 't geluk negen kabouters uitgezonden met negen lange borden. Op elk bord stonden negen letters, dus in 't geheel 81 letters. De kabouters moesten deze borden voor de poort van de stad der menschen plaatsen. In een bepaalde volg orde gerangschikt, vormden de letters, van links naar rechts gelezen, een gelukwensch voor de menschen. Maar in het donkere woud struikelden de kabouters over boomwortels, de borden ontglipten aan hun handen en toen zij ze weer opgeraapt hadden, wist geen van de dwergjes meer, of hij het goede bord te pakken had. Toch plantten ze de borden op de bepaalde plaats in den grond, maar, o jammer, in de verkeerde volgorde, en toen de menschen op Nieuwjaarsmorgen de rij borden zagen, kon niemand den gelukwensch der goede fee lezen. Zoo hadden de domme kabouters de borden gerangschikt. Wie van jullie ziet er kans, de borden in de juiste volgorde te rangschikken? W. B.-Z. zitten en houdt de oogen strak, op den snelheids meter gevestigd! Tjonge,, jonge, dat machien tje doet z'n' werk goed! Door storm en regen door dikke zware wolken, langs maan en ster ren, die schitteren als diamanten. Voort suizen ze, altijd maar voort, naar het Westen Plotseling boren zoeklichten door de duis ternis; het vliegtuig baadt in een zee van licht dat opstijgt uit de groote stad beneden hen. „Londen!" roept Vooruitmaar. Dan verdwijnt het licht weer, sneller dan een bliksemflits. „Hoe laat is het nu?" „Half elf," zegt vader Tijd, z'n zandkorrels tellend. „Tien uur zegt 1937 „luistert u maar. En hij draait even 't knopje van de radio om, om 't tijdsein uit Londen op te vangen. „Dat kan niet, dat is onmogelijk!" Maar 't oude jaar lacht en knipoogt tegen z'n piloot. „In een uurtje vliegen we naar New- York" fluistert hij. En terwijl vader Tijd en de kleine 1938 ang stig zandkorrels zitten te tellen, suizen ze voort De woeste, zwarte golven van den oceaan zien ze ver beneden zich. 't Is pikdonkere nacht. Vader Tijd zwijgt en zucht. Hij is baas en voelt drommels goed, dat 1937 hem bij z'n neus heeft Eindelijk: een nieuwe zee van licht bene den hen! „New-York," roept Vooruitmaar. „Hoe laat is 't nu?" vraagt 1938 aan Tijd, in zijn arm knijpend van opgewondenheid. „Half twaalf. Er zitten nog maar dertig zand korrels in 't bovenste glas." 1937 blijft kalm, maar een fijn lachje speelt om zijn mond. Zonder iets te zeggen, draait hij de radio aan. Het tijdsein van New-York geeft half acht. Nu wordt vader Tijd woedend. „Je houdt me voor den gek", buldert hij, „denk je dat ik me beet laat nemen door jou? Wacht maar, ke reltje! Jij met je nieuwerwetsche bedenksels!" En hij schudt hem zóó heftig heen en weer dat de uilebril hem van z'n neus valt. Nu kan 1937 niet meer op den snelheidsmeter kijken en ook niet zien, wat er achter hem ge beurt. Daar heeft het jonge baasje met z'n voetbalschoenen op gewacht. Snel als een haas glipt hij achter den rug van den piloot en draait het stuurrad om! Ssssjt! Nu vliegen zij pal Oost en met een vaart als van duizend sneltreinen. Daar zijn de lichten van New-York weer, daar is Londen! Zware schoten knallen omhoog door de pik zwarte lucht, duizenden stoomfluiten gillen! Twaalf uur meldt het Londensche tijdsein. „Twaalf uur", zegt met plechtige stem vader Tijd, turend naar zijn zandlooper. En hij reikt 1938 de hand. 1937 zegt niets. Hij heeft het spel verloren. Zwijgend stoot hij het onderdeurtje van de machine open, gespt zijn parachute aan en zweeft weg, naar het land van het verleden. En 1938 wendt het stuur, mindert vaart en vliegt precies met zonsnelheid Westwaarts. Op zijn weg knallen de schoten en gillen de stoomfluiten, glinsteren de tranen van de Nieuwjaarwenschende menschen en lachen de kinderen, die mogen opblijven. Nu is hij de baas! Ik hoop maar, dat het een goed baasje zijn zal! En jullie? R. DE RUYTER-v. d. PEER HOE NOORSCHE KINDEREN KERSTMIS VIEREN In Noorwegen heerscht nog een oud Kerst gebruik, dat een overblijfsel is uit de tijden, dat nog iedereen in booze geesten geloofde en vooral in z.g. „Kerstkabouters", die in dezen tijd van het jaar rondspookten en het de men schen en kinderen lastig wilden maken. Daarom gaat op den avond vóór Kerstmis geen enkel Noorsch kind naar bed. Als het avondeten is gedaan, wordt in de huiskamer wat stroo neergelegd en daar slapen de kinde ren op. Vroeger geloofde men, dat dit een goede bescherming was tegen de „Kerstka bouters"; nu vertellen de ouders aan hun kin deren, dat ze hierbij een oogenblik moeten denken aan het kindje Jezus, dat in een stal geboren werd en op een bosje stroo moest slapen. Eau de Cologne. De uitvinder van dit door iedereen gewilde reukwater is de Italiaan Giovanni Maria Farina, die als 25 jarig jonge ling in 1709 zijn geboorteplaats Domo d'0'ssola verwisselde met Keulen, waar hij een handel dreef in zeep, toiletartikelen en parfumerieën hem uit Italië toegezonden. Hier vond hij een nieuw reukwatertje uit, dat hij den naam gaf van zijn nieuwe woonplaats „Keulsch water", „eau de cologne". Het duurde tot den zeven jarigen oorlog (17561763) dat zijn uitvinding over den Rijn bekend word. Het kreeg na dien een Europeesche bekendheid. Farina stierf op 80-jarigen leeftijd in 1766. Het geheim dezer fabrikatie bleef sedert in de familie Farina en wordt bewaard in een kristallen beker die in een goed gesloten kist bewaard wordt. De ton nen waar de eau de cologne in bewaard wordt zijn gemaakt van cederhout, die in Marseille gemaakt zijn. De Congo, malaria en mooie schoenen. ,Wat hebben die drie nu met elkaar te ma ken?" hoor ik jullie al vragen. En toch hooren die drie bij elkaar. Luister maar. Op school lee- ren de grootsten van jullie dat het in het ge bied van de Congo, in Belgisch Afrika, zeer ongezond is. voornamelijk door de daar heer- schende malaria. In den laatsten tijd echter is dat gebied veel minder ongezond geworden en wel door het vangen van slangen, zoogenaam de waterslangen. Het voedsel van deze slangen bestond voornamelijk uit visch. De huid van enkele slangen, die men gevangen had. werd geprepareerd en men maakte er damesschoen tjes van. Dit soort schoentjes viel zeer in den smaak bij de dames en de vraag er naar werd zeere groot; vandaar dat er hoe langer hoe meer slangen gevangen werden. Het gevolg hiervan was natuurlijk, dat de visschen zoo goed als niet meer verdwenen en daar deze visschen zich voornamelijk voeden met de lar ven van de malariamuggen, verdwenen deze muggen zooveel meer dan vroeger en hiermee verdween ook de malaria. een maand van 't jaar is zoo rijk aan feestdagen als de Decembermaand. De eene feestdag is pas voorbij of de andere is al weer in 't vooruitzicht. De Kerstdagen, zijn pas achter den rug of we zien al weer een andere in 't verschiet. Want al is oudejaarsdag geen officieele feestdag,"zoo als Nieuwjaarsdag, moeder maakt toch dat er op dien oudejaarsdag en vooral op oudejaars avond een feestelijke stemming in huis is, al was het alleen maar door de oliebollenbakkerij. In sommige streken van ons land is men al sinds den 21sten December in een min of meer feestelijke stemming. Zoo in 't Noorden van ons land, vooral in Friesland, door het z.g. Sint-Thomasluiden. Omdat na dien datum de dagen, al is 't nog maar zeer, zeer langzaam, beginnen te lengen, kunnen we begrijpen, dat de menschen in 't algemeen en vroeger nog wel meer dan tegenwoordig dat een reden tot blijdschap vonden en aan die vreugde uiting- wilden geven. Dit deed men in Friesland door het luiden der klok en op sommige plaatsen doet men dit nog. En omdat 21 December ge wijd is aan de nagedachtenis van Thomas, een der discipelen van Jezus noemt men dit Sint- Thomasluiden. In Twente doet men dit door het blazen op den Midwinterhoren, een uitgeholden el zentak. Men blaast op dezen hoorn boven den put, zooals men die nog bij de Twentsche boer derijen vindt. Het geluid wordt hierdoor ver sterkt zoodat men het dan ook ver in den omtrek kan hooren. Behalve een uiting van blijdschap was het in vroeger dagen naar men meende ook een middel om de booze geesten, die het gewas in den komenden zomer moch ten bedreigen, te verjagen. Ook 26 en 27 en 28 December worden in sommige streken van ons land herdacht. In de Limburgsche dorpen Mer kelbeek, Brunsum en Oirbeek gaat de jeugd onder het geroep van „heio" langs de huizen en nemen met dankbare blikken de appelen en noten die men hun toewerpt in ontvangst. Ook in 't Brabantsc'he Uden gaat de jeugd zin gende langs de huizen. In Twente rijdt men op dien dag in een groot gezelschap op 't paard rond. In tal van Drentsche dorpen gaat de jeugd met een bosje stroo onder den arm van huis tot huis en brengt dan eerst een be zoek aan den stal van de koeien om het stroo te geven, hierna gaat men naar binnen en zegt „we hebben joe koenen steft". Dit „steft" komt van Stefanus, want 26 December is Ste- fanusdag. Ook in Zweden, Engeland, Estland, Finland en Sleeswijk Holstein kent men dit gebruik. In de streken. waar men wijn ver bouwt wordt 27 December, Sint Johannesdag, vooral in eere gehouden en in ons land o.a. te Simpelveld, Munstergeleen en Oirsbeek houdt men dezen dag in eere. 28 December is vooral in Belgisch Vlaanderen en ons Brabant en Limburg voor de jeugd een eigenaardige feestdag. Dezen dag mogen de kinderen zich het gezag van vader en moeder toeëigenen, ge stoken in de kleeren der ouders brengt de jeugd bezoek aan familie en bekenden. Het gezang der kinderen moet natuurlijk beloond worden met de een of andere versnapering. Deze dag heet Onnoozele Kinderen Dag en herinnert aan den kindermoord in Bethlehem. W. B.—Z. ONZE NIEUWJAARSWENSCH door W. B.Z. Dit is Jan en dat is Greet Ze hebben beiden zich verkleed Ze speelden van een groot festijn Waar ze Kloris en Roosje wilden zijn. Kloris heeft zijn muts opgezet En geeft aan Roosje een mooie bouquet. Kloris: Dat we in 't Nieuwe Jaar. Maar veel plezier hebben met elkaar Roosje: Ik wensch jou ook een heeleboel pret En dat we vanavond maar laat gaan naar bed, Kloris Ik hoop ook, dat we allemaal gezond zullen zijn En dat niemand van ons ooit klaagt over pijn Roosje: En dat ik nooit op school in den hoek moet staan. Kloris: 'k Hoop ook, dat ik op mijn verjaardag een voetbal zal krijgen, Over wat ik meer wil hebben, zal ik nu maar zwijgen. Roosje: En ik hoop, dat ik van Oma een kleurboek zal krijgen, En een doosje kralen om een ketting te T„ rijgen. Kloris: Mijn grootste wensch is, dat er overals vrede zal zijn Roosje: En dat de oorlog voor altijd verdwijn!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 10