OM EEN KIND 77 FEUILLETON ROMAN VAN NORtfERT GARAI. Nadruk verboden 84) Nog eenmaal glijdt zijn blik over de twee tegenover hem, die nu werkelijk beiden ver lamd van schrik schijnen te zijn. Die creatu ren heeft hij gehaat? Vier jaar lang? Wat heeft hij eigenlijk nog met die schimmen te maken? Hij voelt zich een ander mensch. ais hij met vasten tred het privé-kantoor verlaat. Merwaardig snel heeft Reeves zich van schrik hersteld. Uiterst zakelijk, alsof hij een of ander onbeteelcenend feit constateert, zegt hij: „Verkeerd gespeculeerd, mr. Gordon! Hij was toch handig, handiger dan wij En hij glimlacht, koel en vreemd, alsof hij zich verlustigt in den wel verre /an waardigen aanblik, die de hoogste chef der Pstna-fabrie- ken op dit oogenblik biedt. Deze geroutineerde jager, die duizenden trucs en listigheden kende om het wild m zijn macht te krijgen, deze niets en niemand ontziende menschenjager. zal nu zelf als het wild worden achtervolgd. Ha, zie maar eens, hoe hij daar heen en weer draaft. Als een wild dier. dat pas in een kooi gevangen isgezet. Met geheel vertrokken mond, de tanden knarsend, de handen tot vuisten gebald! Hoe hem nu, terwijl hij geen raad meer weet, toch nog een en ander te binnenschiet, dat nog gedaan moet worden, dat hem naar zijn schrijfbureau jaagt en naai de telefoon. Kuchend als iemand, die naar adem snakt, schreeuwt hij de telegrammen voor New-York en Parijs in geheimzinnige codewoorden in het apparaat. Dan opent hij gejaagd de laden van zijn schrijftafel. Balansen, notulen van commissa ris-vergaderingen, informaties, teekeningen, en kwitanties dwarrelen omlaag als verwelkte bladeren. En mr. Reeves voelt een heerlijke rust over zich komen, het vredige gevoel van den mensch, die alles verloren en niets meer te verhezen heeft, omdat zijn hart niets meer begeert. Het is alof hij van een hoogen toren op Gordon neerziet. De man, dien hij aanbad, eiken dag waarop hij zich in zijn nabijheid bevond, is nu niets meer, een jammerlijk niets. Op koelen toon, in een paar woorden, deelt hij Gordon mee, dat hij besloten heeft thans zijn eigen weg te gaan. Hij acht het niet noodig verdere ophelderingen te geven. En als mr. Reeves een oogenblik later in zijn kamer zit, vertoont zijn gelaat een haast asthetische uitdrukking. De anders zoo valsch loerende oogen hebben een zeldzame glans. Tien minuten, misschien een kwartier lang staart hij peinzend voor zich uit. Dan opent hij langzaam een der laden van zijn schrijf bureau, maar juist op dat oogenblik wordt de deur van het vertrek open geworpen. Bij den ingang staan nnverley en een politie-agent -Jacht. De rechercheur, door Nicolle's mededeelin- gen lichtelijk uit zijn evenwicht gebracht, heeft zich haastig naar een publieke telefooncel be geven om met inspecteur Benett te beraad slagen. Het telefoongesprek krijgt echter een on verwachte wending doordat eenige oogenblik- ken later een correct gekleede heer met diep gebruind gelaat en grijs haar de cel binnen treedt en den man aan het toestel glim lachend toevoegt: „Ziezoo, hier hebt u me. Ik ben Conny Coverley me! Coverley! Coverleyschreeuwt in het apparaat, terwijl hij den indringer, die zelfs niet aan ontvluchten denkt, opgewonden bij den arm pakt. „Arresteeren? Ja! Direct!" Hij wendt zich tot Coverley: „In naam der wet, u bent mijn gevangene!" Maar juist op dit oogenblik schijnt de, voor de telefooncel wachtende groep door een of ander voorval te worden opgeschrikt. Danny rent plotseling weg, de agent trommelt drin gend op den glazen wand van de cel, Nicolle trekt de deur open en roept ademloos: „Gauw! Gauw! De auto van Gordon is zoo juist naar buiten gereden enHij vlucht In een oogwenk speelt zich dat alles af. Danny springt op zijn motor. Die schavuit van een Gordon laten ontkomen dat nooit! Hij wil juist wegrijden, als de rechtercheur met een zwaai op de duo springt en hem toe- brult: „Vooruit! Zoo hard als je kunt!" En nu begint de doodenrit. Voorbij Nicolle, Kitty. Coverley en den agent. Coverley*s auto is te ver weg om aan de achtervolging te kun nen deelnemen. Bovendien heeft de agent hem op 't dichtst bijzijnde politiebureau te brengen waar hij nadere instructies van Benett moet afwachten. Een heel eind voor zich uit op de kaars rechte straat ontwaart Danny de grijze limou sine. De rechercheur achter hem dirigeert den rit. Hij schijnt ter plaatse uitstekend bekend te zijn. Maarmalen verlaat hij zich geheel op zijn instinct. Drie maal hebben zij den groo- ten, grijzen wagen uit het oog verloren, om hem nochtans na kris-kras door verschillende straten te zijn gereden, weer op het spoor te komen. Huizen, menschen, lichtsignalen en hevig gebarende verkeersagenten trekken in razende opeenvolging aan Danny voorbij. Het schijnt dat in de geweldige verkeersdrukte van de bin nenstad, het handige motorrijwiel, dat zich overal doorheen kan wringen belangrijke voordeelen biedt boven den grooten wagen. De afstand tusschen beiden is kleiner gewor den. Maar nu verandert de situatie. Zij zijn op den breeden snelverkeersweg in een der buitenwijken gekomen. Hier staan nog slechts huurkazernes, dan volgen villa's, tuinen, buitenverblijven, weilanden en bos- schen De grijze wagen suist weg. Hemel is dat een tempohet is niet te houden. Neen, dat redt de motor niet. Steeds verder werkt de grijze limousine zich naar voren, steeds grooter wordt de afstand. Reeds wil Danny de achtervolging opgeven, als een duw in zijn ribben hem dwingt de wilde jacht voort te zetten. Danny weet niet, dat hfj met zijn kleinen motor den grooten wagen in een net jaagt, dat steeds nauwer wordt toegehaald. Benett is door den agent op de hoogte gebracht van het nummer van de limousine en deze heeft het aan verschillende posten doorgegeven, mededeeling uit Belgravia: Grijze limousine Nr. B 1753, achtervolgd door motorrijwiel, straatweg richting Tonbridge. Telefonische waarschuwing aan de politie autoriteiten: Aanhouden grijze limousine B 1753, komende van Belgravia! De grijze limousine stopt, draait naar rechts, rijdt terug en verliest daardoor tien kostbare seconden. Dan verdwijnt de wagen in het bosch. De rechercheur buigt zich tot Danny over, roept hem wat in het oor en wijst met beide handen naar rechts op het bosch. Danny slaat de aangeduide richting ih. Beiden zitten zij nu op den motor als op een paard. Heuvel op, heuvel af gaat het. 't Is maar goed, dat de boomen zoover van elkaar staan. Over gras, mos, varens bereiken zij een vrij smal boschpad, dat links om een zwart, cir kelrond meertje loopt. Hemel, wat is de grond hier drassig. De motor raast en knettert, alsof hij aan zijn laatste krachten toe is. Verdraaid, het water spat hen om de beenen. Als taai deeg is hier de grond. Dan geeft de motor het op. Hij kan hier wer kelijk niet verder; de cylinders staan bijna gloeiend. De rechercheur springt van de duo. Hij luistert.Ja, daar rechts, niet ver weg, dreunt een motor. Af en toe schijnt hij op volle kracht te draaien, dan echter sterft het geluid weer weg.... (Wordt vervolgd) Een foto van de werkzaamheden aan het Rokin tusschen het Spui en Muntplein te Am sterdam, waar de rijweg, door de demping van het Rokin, aanzienlijk verbreed wordt Het auto-ongeluk onder Koedijk eischte drie menschenlevens. De wagen, waarin drie kinderen den dood vonden, wordt uit het Noord Hollandsch Kanaal Groningen in wintertooi gezien achter de vensters der behagelijk verwarmde woonkamer. De stad is met een sneeuwkleed be dekt Op het terrein van het Zuiderpark aan de Bernard Zweerskade te Am sterdam werd Maandagmiddag een repetitie gehouden met het geschut, dat aan de Amsterdamsche bevolking de blijde gebeurtenis in ons vorsten huis zal mededeelen Abdul Firman Galar Maharadja Soangkoepon, vertegenwoordiger der Inheemsche Sumatranen in den Volksraad, vierde dezer dagen zijn 10-jarig jubileum als Volksraadslid srrr.ts W£C - 'i ¥wmÊ In verband met het teit, dat een werkman, die zonder toestemming der Haagsche Duinwaterleiding Mij. op het terrein «Meyendel» dezer maatschappij een rijwiel stalling had geëxploiteerd, van rechtsvervolging werd ontslagen, heeft de gemeente bij wijze van demonstratie deze terreinen Maandag voor één dag gesloten De burgemeester van 's Gravenhage, mr. S. J. R. de Monchy, tijdens het uitspreken van zijn Nieuwjaarsrede op de eerste vergadering van den Haagschen Gemeenteraad in het nieuwe jaar Waar het bericht der blijde gebeurte nis wereldkundig gemaakt zal worden. In het Badhotel te Baarn worden de telefooncellen ten dienste der Neder- landsche journalisten ingericht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8