Internationale vervalschersbende op
het spoor gekomen.
Auto in het duister
te water gereden.
V IJ D A G 7 JANUSEI 1938
Wij worden voorgesteld.
Voor paarden had ik nooit tevoren eenige
bijzondere belangstelling gehad. Mij was al
leen opgevallen dat er in mijn jeugd heel
veel waren en later steeds minder en dat de
mensch ze in vele beroepsklassen had in
gedeeld, als daar zijn (of waren)het aap
jes-paard, het paard van de reiniging met
G. R. op de oogkleppen, de boerenknol, het
fokpaard, het dikke Brabantsche paard voor
de bierkar, het trieste paard in de mijnen,
dat nimmer het zonlicht meer zien zou, het
dokterskoetsjespaard, de Rijkspaarden in mi
litairen dienst, onderverdeeld in genres, de
burger-rijpaarden en tenslotte harddravers
en renpaarden, dewelke laatste onbetwist
volbloed zijn en strekken tot verbetering van
het ras. Men wedt er op en bewondert ze.
Sommige hierboven-genoemde bewondert
men ook. Eli dan zijn er nog meer be
roepsklassen, die ik vergeten ben. Verder
deelt men ze in naar rassen, waarvan ik tot
op den huidigen dag niets weet, maar die
men in iedere encyclopaedie kan vinden en
neemt het paard een belangrijke plaats in
de historie der Menschheid in. Ook in de my
thologie, de legende en de sage. Zeker heeft
het veel invloed op degenen die er van be
staan, die hun be
roep als het ware
met dat des paards
verbondon hebben,
zooaLs jockeys, pi
keurs, trainers,
c lownsheerr ij cers,
circus- en manége-
directeuren. Die in
vloed is zoo groot,
iat velen hunner
iets paardsch in hun
uiterlijk krijgen,
zoowel in het gelaat
als in den vorm van
de beenen.
Meer wist ik er werkelijk niet van.
Het is treffend zooveel belangstellen
der als men een paard gaat beschouwen zoo
dra men voor het feit wordt geplaatst, er op
te moeten gaan zitten.
Zoo'n dier is erg hoog. Dat valt meteen
op. En onmiddellijk ontwaakt de gedachte:
Als ik éen voet in zoo'n stijgbeugel zet, het
geen op zichzelf een daad van lenigheid is,
zal ik mij dan inderdaad met een soepele
beweging in den zadel werpen, gezien het
droeve feit dat het een kwarteeuw geleden
is dat ik twintig was?
Floris en ik wandelden door de stallen
en werden door den manége-directeur aan
de paarden voorgesteld. Het omgekeerde te
verwachten ware zelfoverschatting onzer
zijds geweest. Dat zij ons daarbij alle den
staart bleven toewenden, dat slechts twee
van de twaalf genadiglijk omkeken en de
rest ons kilweg negeerde hinderde mij niet.
Maar ik vond ze allemaal te hoog, ofschoon
er verschillen waren. Zelfs de kleinste scheen
nog torenhoog. „Hoe kom ik er ooit op!"
dacht ik weer en zei waardeerend: „U hebt
mooie paarden".
Hij antwoordde niet, hetgeen begrijpelijk
was. Mijn oordeel had inderdaad niet de ge
ringste waarde,
„Zijn er veel jonge bij?" vroeg mijn vriend
en ik dacht: „Ha, hij voelt zich ook al niet
zoo ondernemend meer".
„Sommige", zei onze nieuwe mentor. „Maar
daar komt u niet op. U begint op de kalme
oudjes".
„Kunnen wij het nu nog behoorlijk lee-
ren?" vroeg ik.
„Nou kijk'esTJ bent geen zestien
meer
„Nee", zei Floris hoonend. „Hij is achttien".
„U bent geen zestien meer", herhaalde de
manége-directeur met den ernst, die het vak
meebrengt en die lichtvaardige opmerkingen
eenvoudig niet hoort. „Maar als het meevalt
zult u het nog een heel eind brengen. Ik heb
hier den advocaat Dirksen gehaddie
begon op z'n vijftigste. Nou, hij rijdt nou
heusch aardig. En dokter Van Weresteyn.
Kent u hem ook? Bepaald een ruiter hoor!
Enne
Dit gaf ons moed. Mr. Dirksen heeft een
dikke buik en die dokter is al grootvader. Bo
vendien zijn wij nog ver van de vijftig. Dus
werden we ondernemender, betraden zelfs
boxen, klopten op paar denhalzen en spraken
vriendelijke woorden tot de edele dieren,
hetgeen de staljongens scheen te vermaken.
Pas veel later begreep ik dat onze termen
niet pasten, ontleend als ze waren aan
de conversatie met honden. Men zegt wel
„Beste hond" maar niet „Best paard". Van
daar de verbazing van Jupiter, bruine vos-
ruin, de spottende knipoog der merrie Made-
Minister Van Boeyen zal Grond
wetsherziening in Eerste Kamer
verdedigen.
Naar wij vernemen zullen de wetsontwer
pen tot 'herziening der grondwet in de
Eerste Kamer verdedigd worden door den
minister van binnenlandsche zaken den heer
van Boeyen.
Zooals men zich zal herinneren was minis
ter van Boeyen bij de behandeling der wets
ontwerpen in de Tweede Kamer ongesteld,
zoodat de minister van financiën toen zijn
plaats heeft ingenomen.
FRED. C. STaHLE 70 JAAR.
Het bakkersbedrijfsleven heeft zich ter ge
legenheid van den 70sten verjaardag van den
heer F. C. Stahle, te 's Gravenhage niet on
betuigd gelaten, want vele zijner afgevaar
digden hebben Donderdagmiddag hun geluk-
wenschen aan den 70-jarige aangeboden
tijdens een receptie te zijnen huize.
De Nederlandsehe bakkersbond huldigde
zijn voorzitter met bloemen en een hartelijke
toespraak van den heer Kuijpers penning
meester van dien bond, terwijl ook vertegen
woordigers van talrijke afdeelingen van ge-
ïioemden bond hun opwachting maakten.
leine en de blijkbare verontwaardiging van
Sans Souci, die plotseling een schop tegen
een schot gaf, waarop wij vrij haastig reti
reerden. „Hij is een volbloed", zei de eige
naar, bij wijze van verklaring. En dat woord
is ons sindsdien immer met eerbied blijven
vervullen. Als een paard schopperig van aard
is, hetzij voor of achter, als het schrikachtig
is en een zijsprong maakt voor een witte
papiersnipper, als het koppïglijk draaft als
het galoppeeren moet, of omgekeerden
het is een volbloed, dan neem je het dat niet
kwalijk. Dan is het dat als 't ware aan zijn
aristocratische herkomst verplicht en dan
slik je dat, als gewoon burgerman zijnde.
Terwijl je beproeft er op te blijven.
In de paardengezichten kon ik geen ver
schil ontdekken. Volgens mij leken ze alle
maal sprekend op elkaar, net als gezichten
van negers of van Japanners. Deze vergelij
king worde slechts aarzelend gebezigd. Ik
weet niet of een Paard eigenlijk wel met een
neger en een Japanner op éen lijn gesteld
mag worden, maar hoop er het (beste van.
Polonius, een hooghartig uitziende zwarte,
snoof minachtend toen Floris iets zei over
zijn „kop", Caroline wendde zich van ons af
en Narcissus hinnikte hoonend.
„Ik geloof niet dat ze ons erg geschikte lui
vinden", zei Floris bedenkelijk.
„Dat komt wel, dat komt wel", troostte
hun eigenaar. „Als u eerst maar rijden
kunt".
Het leek een ver verschiet. En hoe zouden
ze ons in den leertijd bejegenen? Ietwat twij
felend gingen wij heen, met een luchtig „Tot
morgen" weliswaar, maar met een zeker
stram voorgevoel in vele spieren. Het zou
bewaarheid worden.
R. P.
Vijf Van Gogh's valscli verklaard.
Vijf schilderijen, die mevr. Maris te Voor
burg, uit de nalatenschap van haar man als
Van Gogh's had verkocht, zij door de Haag-
sche rechtbank, na verhoor van deskundigen
dr. G. Knuttel Wzn., conservator van het
Haagsche gemeentemuseum, jhr. Röell, direc
teur van het stedelijk Museum te Amsterdam
en dr. H. P. Bremmer, valsch verklaard. Mevr.
Maris moet de koopsom, groot 2500, vermeer
derd met de rente terugbetalen aan den
kooper Jonkers te Antwerpen en is bovendien
veroordeeld in de kosten van het geding.
MAN AAN KOLENDAMPVERGIFTIGING
OVERLEDEN.
Donderdagmorgen heeft men den koster
van de R.K. kerk der St. Theresiaparochie te
Bome bewusteloos in de stookplaats van de
centrale verwarming' gevonden. Hij bleek door
kolendampvergiftiging om het leven te zijn
ekomen.
Het slachtoffer laat een weduwe en zeven
kinderen achter.
Utrecht krijgt den schouwburg
naar Dudok's plan.
Urenlange beschouwingen in den gemeente
raad.
De gemeenteraad van Utrecht kwam Don-
derda.g bijeen ter behandeling van de voor
dracht tot den bouw van een nieuwe schouw
burg volgens de plannen van architect W. M.
Dudok.
Uiteraard ging naar deze raadsvergadering
zeer groote belangstelling uit.
Wat de voorgeschiedenis betreft kan eraan
herinnerd worden, dat, toen het eenmaal zoo
ver was, dat de opdracht verleend kon worden,
de architect voor vele moeilijkheden geplaatst
werd..
Zoo werd o.m. het Lucas Bolwerk, een plant
soen in het midden van de stad gelegen, aan
gewezen als plaats, waar het nieuwe bouwwerk
moest worden geprojecteerd zonder het plant
soen als geheel te schaden.
Het plantsoen Lepelenburg werd hem even
eens aangewezen voor het geval het Lucas
Bolwerk onoverkomelijke bezwaren zou op
leveren.
Architect Dudok vond in het Lucas Bolwerk
een kundige oplossing en kwam met een ont
werp, dat door de schoonheidscommissie ten
zeerste werd geprezen.
Nadat de dagbladen het concept-plan aan
de openbaarheid hadden prijsgegeven ont
wikkelde zich een polemiek van een dergelijke
omvang, zooals Utrecht in geen jaren heeft
gekend. In dezen omvangrijken pennestrijd,
waaraan door bekende architecten en kunst
critici werd deelgenomen, kwam duidelijk tot
uitdrukking, dat slechts weinigen zich konden
vereenigen met den opzet van architect Dudok.
Onder deze omstandigheden zag de Utrecht-
sche raad zich voor een moeilijk vraagstuk
geplaatst.
Tenslotten werd, na een bespreking van
ruim zeven uur, nadat nog een voorstel van
mr. Van Maarseveen, om een anderen archi
tect gelegenheid te geven met een ander plan
te komen, was verworpen het voorstel van
het college van B. en W. om het plan van
architect Dudok te aanvaarden, met 30 tegen
9 stemmen aangenomen.
Zoo krijgt dan eindelijk Utrecht een nieu-i
wen schouwburg, waarbij wordt afgeweken
van de oude historische plek, het Vreeburg en
gebruik wordt gemaakt van het mooie finan-
cieele aanbod van den heer Fentener van Vlis-j
singen.
Met den bouw van dezen nieuwen schouw-1
burg is een bedrag gemoeid van 865.000.
D.C. 3 toestellen krijgen nieuwe
zuigers.
Motordefecten aan scheurtjes in de zuigers
te wijten.
Het onderzoek, dat de technische dienst van
de K.L.M. heeft ingesteld naar de oorzaak van
het veelvuldig onklaar geraken van de machi
nes op de Indië-lijn, heeft er, naar Het Volk
verneemt, toe geleid, dat thans in de meeste
DC 3-toestellen bij wijze van voorzorgsmaat
regel nieuwe zuigers worden aangebracht.
De Douglas-vliegdiensten van het type DC
3, die voor den dienst AmsterdamBatavia
worden gebruikt, zijn alle uitgerust met
Wright-motoren van een soort, waarmede de
Nederlandsehe luchtvaartmaatschappij nog
geen groote ervaring heeft opgedaan.
Aan de aanwijzingen van de Amerikaansche
fabriek heeft men betrekkelijk weinig, omdat
de omstandigheden, waaronder de motoren in
de Vereenigde Staten werken, heel anders zijn
dan in Europa.
Het blijkt nu, dat, wanneer de motoren een
bepaald aantal draai-uren hebben gemaakt,
er scheurtjes in de cylinders komen. De moto
ren houden echter hun compressie, zoodat het
euvel vrijwel niet is te constateeren. Af
brokkeling van metalen onderdeelen is daar
van tenslotte het gevolg (men heeft b.v. in het
oliereservoir van de „Wielewaal" ook metaal
deeltjes gevonden).
Het feit, dat de zaak nu terzelfdertijd bij
verschillende toestellen is gaan haperen, vindt
hierin zijn verklaring, dat de meeste DC 3's
vorig jaar ongeveer tegelijk in dienst zijn ge
steld, zoodat het aantal draai-uren van de
motoren ook ongeveer hetzelfde is.
In afwachting van nader advies, dat thans
in Amerika wordt ingewonnen, heeft de tech
nische dienst op Schiphol reeds een aantal
toestellen van nieuwe zuigers voordien.
Daarmede heeft men de kans op verdere on
aangename verrassingen tot een minimum
teruggebracht.
JAARVERGADERING DER LEERAREN
STAATSWETENSCHAPPEN.
Dezer dagen hield de vereeniging tot be
hartiging van het onderwijs in de staats
wetenschappen (V.O.S.) haar jaarlijksche al-
gemeene vergadering in hotel Noord-Brabant
te Utrecht. In de bestuursvacature. ontstaan
door het periodieke aftreden van den heer G
H. Mouw te Amsterdam, werd mej mr. M. H.
Koderitsch te Rotterdam gekozen, terwijl het
voorzitterschap in handen van drs. A. H. M
Albregts te Hilversum werd gelegd.
Het bestuur is thans als volgt samengesteld:
drs. A. H. M. Albregts te Hilversum, voorzitter.
C. J. E. Din aux, Tuinwijklaan 2 Haarlem,
secretaris-penningmeester, mej. mr. M. H.
Koderitsch te Rotterdam, mr. F. Vorstman te
Haarlem, mr. dr. H. F. J. Westerveld te Hil
versum.
Bloemen voor Prinses en Prins.
Twee Baarnsclie kleuters op Soestdijk.
Bij zijn thuiskomst heeft Prins Bernhard
van vele kanten bloemen mogen ontvangen.
Talrijke bloemstukken uit het geheele land
werden Woensdag ten palelze bezorgd. En
ook gisteren kwamen er nog, zoo vertelt een
speciale verslaggever van de „Rott."
De veldwachters, die als trouwe bewakers
nauwlettend toezien wie mag worden toege
laten, werden gisteren „overrompeld" door
twee Baarnsclie kleuters, de zevenjarige Ma
rianne Romijn en haar vijfjarig broertje
Kees, wonende Amalialaan te Baarn. Ma
rianne had in haar kleine handjes een bos
narcissen, welke zij aan den Prins en de
Prinses wilde aanbieden.
De veldwachter tot wien het verzoek ge
richt werd, om naar het Paleis te mogen
gaan, telefoneerde naar het Paleis en kwam
even later terug met de mededeeling, dat
Marianne en Kees naar het Paleis mochten
gaan. Hij wees hun den weg naar de groote
Paleisdeur, waar iemand gereed zou staan
om hen te ontvangen.
Het duurde ruim een kwartier voordat
Kees en Marianne weer de trappen van het
Paleis afkwamen. Nu kwamen zij veel par-
mantiger dan eerst door de statige oprijlaan
met de hooge boomen aangewandeld. Ma
rianne had een kleurtje van opgewonden
heid.
De kinderen straalden. Zij bleken geens
zins verlegen te zijn en Marianne deed goed
haar woord.
Het eerste dat zij mededeelde was, dat zij
toegelaten werden in het Paleis en door
Prinses Juliana en Prins Bernhard persoon
lijk waren ontvangen. Marianne vertelde, dat
zij eerst in een der kamers beneden moesten
wachten. Twee vriendelijke dames traden op
de kinderen toe en zeiden dat ze zelf de
bloemen mochten aanbieden.
„En toen?"
„Toen", en Marianne keek zeldzaam ver
heugd, „ja toen mochten wij mee verder
naar binnen en de trap op.
Boven aan de trap zat Prins Bernhard en
riep ons toe: „Kom maar boven, lieve kin
deren
„Wij gingen toen aan de hand geleid door
de dames de trap op. mijnheer", zoo vertelde
Marianne verder, „en het was er alles zoo
prachtig. Overal stonden bloemen en alles
was als een sprookje".
Prins Bernhard nam de kinderen op de
bovengang bij de hand en leidde hen de
prachtige kamer binnen waar Prinses Juliana
bij het raam op een stoel was gezeten. De
Prinses was in het wit gekleed en de Prins
droeg een grijs pak maar, zoo zeide Marian
ne, „de Prins droeg geen bloem
„En wat zeiden jullie toen je binnen
kwam?"
„We zeiden: Hoogheid, die bloemen zijn
voor U".
Prinses Juliana nam zelf de bloemen aan
en dankte vriendelijk. Prins Bernhard nam
plaats naast de Prinses en zoo stonden wij
daar
„Waren jullie niet verlegen?"
„Niets hoor, ik niet", zei Marianne, „maar
Kees wel, die heeft niets gezegd".
„Dat vonden jullie toch zeker wel prachtig
niet? zoo te worden ontvangen in dat mooie
paleis?"
„Nou meneer, dat vergeten wij niet licht
weer en de Prins vroeg nog hoe wij heetten
en waar wij woonden. Ik zei. Marianne,
Hoogheid".
„Maar wisten jullie dan, dat je Hoogheid
moest zeggen?"
„Ja meneer, dat had moeder ons gezegd,
voor dat wij weggingen".
Kees bleek van den schrik te zijn beko
men, want ook hij ging nu aan het vertellen,
en zeide, dat de „politie" hen eerst had ont
vangen en daarna twee lieve dames waren
eekomen.
..Zoo Kees en toen?"
„Ja toen hebben wij een hand gekregen
van Prins Bernhard (den naam kon Kees
nauwelijks uitspreken) en van de Prinses
ook....
Dank zij centrale voor falsificaties, vele personen
in Italië gearresteerd.
Philips-dividendbewijzen
vervalscht.
Langdurig onderzoek met succes
bekroond.
Bende interesseerde zich ook voor de
Suez-Kanaal Maatschappij.
1 AMENWERKING tusschen de
Nederlandsehe en de Italiaan-
sche politie heeft tengevolge
gehad, dat vijf en twintig le
den van een bende vervalschers te Ge
nua en Florence zijn gearresteerd en
thans veilig achter slot en grendel zijn
geborgen.
Zij hielden zich bezig met het ver-
valschen en uitgeven van dividendbe
wijzen der N.V. Philips te Eindhoven,
van de Suez Kanaalmaatschappij en
van dollarbiljetten. Een gevaarlijke
een wijdvertakte bende, die in een
groot deel van Europa opereerde is
hierdoor onschadelijk gemaakt; de
inspecteur van de Ned. centrale inza
ke falsificaten, de heer J. W. Kallen-
born, de inspecteur van politie W.
Dijs en de Nederlandsehe vice-consul
te Genua hebben uitstekend werk ver
richt.
Ten kantore van Philips constateerde de be
trokken afdeeling op 7 Januari 1936, dus pre
cies twee jaar geleden, dat 123 valsche divi
dendbewijzen waren aangeboden bij Amster-
damsche banken en uitbetaald. De namaak
was zeer nauwkeurig en door het personeel
van de banken dan ook niet als zoodanig ge
signaleerd. Behalve de Emdhovensche politie
waarschuwde Philips onmiddellijk de centrale
te Amsterdam. De dividendbewijzen waren te
Amsterdam van hand tot hand gegaan, doch
tenslotte kon worden vastgesteld, dat ze af
komstig waren uit Brussel.
Onderzoek te Brussel.
Direct toog inspecteur Kallenborn in ge
zelschap van inspecteur Dijs uit Eindhoven
naar de Belgische hoofdstad. Het onderzoek
was niet gemakkelijk. Een Turksche wissel
agent verklaarde tenslotte, dat hij het partij
tje had gekocht van een zekeren Pierre Rous-
sel die als adres een plaatsje in Frankrijk had
opgegeven. Het toeval wilde, dat de Turk kort
na de transactie tot de ontdekking was geko
men, dat hij 6000 Belgische fr. te veel had be
taald aan Roussel. Hij schreef er over naar
Frankrijk, dochde brief kwam als onbe
stelbaar terug. Dat was zeer verdacht. Met
behulp van de Fransche en Belgische justitie
kwamen de Nederlandsehe inspecteurs te we
ten, dat Pierre Roussel een „nom de guerre'
was voor Louis Arsac, een bekenden verval-
scher. Zijn portret werd door den Turk, die
geheel te goeder trouw was, pertinent her
kend.
Arsac die misschen wel anders heet is
niet gevonden
Het onderzoek liep op den onvindbaren Ar
sac dood; alles bleef rustig, er werden geen
valsche dividendbewijzen meer aangeboden.
Opnieuw valsche stukken.
Tot 30 Juli 1937. Toen ontdekte men
op het kantoor van Philips opnieuw
twintig valsche dividendbewijzen (a
8.25). Al direct bleek, dat ze uit de
zelfde bron afkomstig waren als de
valsche exemplaren van Januari.
Thans liep het spoor via Amsterdam
naar Londen.
De heer Kallenborn stelde zieh in verbin
ding met Scotland Yard met het verzoek een
onderzoek in Engeland in te stellen. Het ant
woord van de Yard was verrassend. De valsche
dividendbewijzen waren afgezonden door een
groote Engelsche bank enwederom waren
daar een partij van niet minder dan 1300 stuks
aangekomen, die echter de bank was ge
waarschuwd geblokkeerd werden en veilig
in de safe werden gesloten.
Het spoor naar Genua.
Deze partij was afkomstig uit Genua en ter
verzilvering aangeboden door een EngeLschen
scheepsmakelaar, die echter te Genua woont
en die reeds jaren lang cliënt van de bank is
De man hoorde in Londen, waar hij voor za
ken vertoefde, dat de door hem aangeboden
Philips div. bewijzen valsch waren.
Daar hij ook voor zaken in Nederland moest
zijn, verscheen hij op zekeren dag op de cen
trale inzake falsificatie, waar hij tegenover
inspecteur Kallenborn verklaarde, dat hij de
stukken te Genua had gekocht. Eén zijner
kennissen, een handschoenenhandelaar, had
hem in contact gebracht met een van diens
collega's. Zijn vriend had hem gevraagd, of
hij belangstelling had voor een partij Philips
dividend bewijzen. „Als scheepsmakelaar had
ik er niet veel lust in, maar ten slotte ging ik
op de gunstige voorstellen in".
„Voorzichtigheidshalve kocht ik er 20, ik
stuurde ze naar m'n bank te Londen, waar ze
verzilverd werden. Nadat ik de heele partij
reeds van het tweetal had gekocht voor 34.000
lire, kreeg ik van m'n bank het ontstellende
bericht, dat ze valsch waren".
De heer Kallenborn besloot de stukken,
waarbij de verklaringen van den scheeps
makelaar, te zenden aan het consulaat te
Genua, waar de vice-consul, de heer Droogen-
dijk de zaak ter hand nam.
Den heer K. H. Broekhoff werd den vice-
consul verzocht de zaak aan de politie te Ge
nua voor te leggen. De beide handschoenen
handelaren, die den scheepsmakelaar de fal
sificaten hadden aangesmeerd, werden door
de Italiaansche politie gearresteerd. Zij bleken
de stukken van iemand anders te hebben ge
kocht en wel van een man, die allerminst
gunstig bekend stond. Deze een koopman
werd ingerekend, de beide handschoenenhan
delaren werden echter in vrijheid gesteld.
Wederom liep echter het spoor dood, de de
koopman zweeg hardnekkig en bovendien
hadden enkele couranten te Genua ontijdig
een kort bericht van zijn arrestatie gebracht,
waardoor het onderzoek werd bemoeilijkt.
Het derde alarm.
Weer gingen er enkele maanden voorbij,
zonder dat er iets bijzonders in deze zaak
gebeurde, doch plotseling, op 19 October 1937,
dnok weer een valsch Philips dividendbewijs
op, dat afkomstig bleek uit Parijs. Van meer
belang was korten tijd later het ontvangen
van 150 stuks nagemaakte exemplaren
uit Ziirich, waarvan de valschheid op 1 No
vember werd geconstateerd. Via een Amster-
damsche bank waren zij door een groote bank
te Zürich afgezonden.
Weer voerde het spoor naar Genua,
blijkbaar het centrum van distributie.
Op 19 October had zich aan de bank
te Zürich een Genuees vervoegd, die de
valsche stukken verzilverde. Onmid
dellijk na de ontdekking heeft hij de
bank schadeloos gesteld. „Ik wist van
niets", verklaarde de man, „ik heb
ze van Granati uit Florence ontvan
gen. Granati spreekt geen Duitsch
en hij vroeg mij ze te verzilveren
tegen een bepaalde provisie".
Nederlandsehe politie naar Italië.
Op dat oogenblik oordeelde commissaris K.
H. Broekhoff na overleg met de directie van
de Philips fabrieken het noodig inspecteur
Kallenborn en inspecteur Dijs naar Italië te
sturen om een onderzoek ter plaatse in te
stellen.
Men besloot eerst naar Florence te gaan
om daar Granati in te rekenen. Het gezel
schap toog den volgenden dag naar het hoofd
bureau aldaar om uit te zoeken, waar Gra
nati huisde. Hij bleek een oude bekende te
zijn, tegen wien vele klachten wegens fles-
schentrekkerij en oplicliing waren ingekomen.
De Italiaansche politieman, die ter beschik
king was gesteld, bleek een schrander speur
der te zijn. Men had deze zaak gecombineerd
met die van de valsche dollarbiljetten en be
sloot in verband hiermee den Florentijnschen
lithograaf Caciotti te arresteeren. Voor de
valsche Suezkanaal-dividend bewijzen waren
intusschen reeds arrestaties verricht te Pa
rijs, Nice en Turijn.
Granati en Caciotti werden naar Genua
getransporteerd, waar Caciotti het een en an
der over Canepa vertelde.
Vast kwam toen te staan, dat deze Canepa
de valsche dividend bewijzen had geleverd en
bovendien valsche dollarbiljetten had uitge
geven. Hij werd door de Italiaansche politie
nauwkeurig geschaduwd. Behalve Canepa
werd het eene lid van de bende na het an
dere gearresteerd. Tenslotte zaten te Genua
22 personen in arrest in verband met de
Phillpszaak en de valsche dollars, zeven van
hen zijn weer op vrije voeten gesteld.
Vermoedelijk bevindt zich de werk
plaats waar de valsche dollarbiljetten
worden gemaakt, in Amerika, het is
niet onmogelijk, dat daar ook de val
sche dividend bewijzen worden ge
maakt. Zoowel in Europa, als in
Amerika wordt het onderzoek naar
deze vervalschersbende voortgezet. Het
is echter wel zeker, dat het meeren-
deel der leden veilig is opgeborgen in
de Italiaansche gevangenissen.
Twee inzittenden verdronken.
Een derde wist uit den wagen
te ontsnappen.
Donderdagavond om negen uur is
te Nieuw-Amsterdam een personen
auto met drie inzittenden in de Hoo-
geveensche vaart gereden, waarbij
twee hunner om het leven zijn geko
men.
De verongelukte wagen, een huurauto uit
Coevorden, werd bestuurd door den garage
houder Broekman. Passagiers waren de hee-
ren Wiersema uit Coevorden en Planting uit
Nieuw-Amsterdam, beiden schilderpatroons,
die een vergadering van vakgenooten te As
sen hadden bijgewoond. Even voordat het
ongeluk gebeurde, had een vierde inzittende,
eveneens een schiiderspatroon, bij zijn wo
ning de auto verlaten. Op korten afstand
van de brug over de zijtak van het kanaal
zou de auto rechts af moeten slaan, doch
de chauffeur, die ter plaatse niet bekend
was, heeft waarschijnlijk de hem gegeven
aanwijzing verkeerd opgevolgd, hetgeen zou
blijken uit de omstandigheid, dat de linker
richtingwijzer was uitgestoken. De wagen
kwam hierdoor in het kanaal terecht, schoot
door het ijs en verdween ongeveer In het
midden van het kanaal onder de oppervlakte.
De heer Planting, die naast den bestuur
der zat, sloeg een ruit in, wist zich uit den
wagen te werken en zwom vervolgens naar
den kant. waar hij door handreiking op het
droge gebracht koii worden.
De chauffeur moet nog getracht hebben
zich te bevrijden, doch dit mocht hem niet
gelukken. Men vond hem half buiten het
portier hangend met ernstige verwondingen
aan een der handen. De heer Wiersema, die
achterin zat, verdronk eveneens. Onmiddellijk
na het ongeluk kwamen van alle kanten om
wonenden en voorbijgangers toeloopen.
Sommigen hunner begaven zich te water,
doch zij konden de auto, welke geheel on
der de oppervlakte was verdwenen, niet be
reiken. Dat was ook het geval met eenige
schippers, die met hun roeibootjes zich niet
spoedig genoeg een weg door het dichtge
vroren kanaal konden banen. Het duurde ge-
ruimen tijd, voordat men eindelijk de auto
naar den wal kon sleepen.