Internationale vervalschersbende op het spoor gekomen. Auto in het duister te water gereden. V IJ D A G 7 JANUSEI 1938 Wij worden voorgesteld. Voor paarden had ik nooit tevoren eenige bijzondere belangstelling gehad. Mij was al leen opgevallen dat er in mijn jeugd heel veel waren en later steeds minder en dat de mensch ze in vele beroepsklassen had in gedeeld, als daar zijn (of waren)het aap jes-paard, het paard van de reiniging met G. R. op de oogkleppen, de boerenknol, het fokpaard, het dikke Brabantsche paard voor de bierkar, het trieste paard in de mijnen, dat nimmer het zonlicht meer zien zou, het dokterskoetsjespaard, de Rijkspaarden in mi litairen dienst, onderverdeeld in genres, de burger-rijpaarden en tenslotte harddravers en renpaarden, dewelke laatste onbetwist volbloed zijn en strekken tot verbetering van het ras. Men wedt er op en bewondert ze. Sommige hierboven-genoemde bewondert men ook. Eli dan zijn er nog meer be roepsklassen, die ik vergeten ben. Verder deelt men ze in naar rassen, waarvan ik tot op den huidigen dag niets weet, maar die men in iedere encyclopaedie kan vinden en neemt het paard een belangrijke plaats in de historie der Menschheid in. Ook in de my thologie, de legende en de sage. Zeker heeft het veel invloed op degenen die er van be staan, die hun be roep als het ware met dat des paards verbondon hebben, zooaLs jockeys, pi keurs, trainers, c lownsheerr ij cers, circus- en manége- directeuren. Die in vloed is zoo groot, iat velen hunner iets paardsch in hun uiterlijk krijgen, zoowel in het gelaat als in den vorm van de beenen. Meer wist ik er werkelijk niet van. Het is treffend zooveel belangstellen der als men een paard gaat beschouwen zoo dra men voor het feit wordt geplaatst, er op te moeten gaan zitten. Zoo'n dier is erg hoog. Dat valt meteen op. En onmiddellijk ontwaakt de gedachte: Als ik éen voet in zoo'n stijgbeugel zet, het geen op zichzelf een daad van lenigheid is, zal ik mij dan inderdaad met een soepele beweging in den zadel werpen, gezien het droeve feit dat het een kwarteeuw geleden is dat ik twintig was? Floris en ik wandelden door de stallen en werden door den manége-directeur aan de paarden voorgesteld. Het omgekeerde te verwachten ware zelfoverschatting onzer zijds geweest. Dat zij ons daarbij alle den staart bleven toewenden, dat slechts twee van de twaalf genadiglijk omkeken en de rest ons kilweg negeerde hinderde mij niet. Maar ik vond ze allemaal te hoog, ofschoon er verschillen waren. Zelfs de kleinste scheen nog torenhoog. „Hoe kom ik er ooit op!" dacht ik weer en zei waardeerend: „U hebt mooie paarden". Hij antwoordde niet, hetgeen begrijpelijk was. Mijn oordeel had inderdaad niet de ge ringste waarde, „Zijn er veel jonge bij?" vroeg mijn vriend en ik dacht: „Ha, hij voelt zich ook al niet zoo ondernemend meer". „Sommige", zei onze nieuwe mentor. „Maar daar komt u niet op. U begint op de kalme oudjes". „Kunnen wij het nu nog behoorlijk lee- ren?" vroeg ik. „Nou kijk'esTJ bent geen zestien meer „Nee", zei Floris hoonend. „Hij is achttien". „U bent geen zestien meer", herhaalde de manége-directeur met den ernst, die het vak meebrengt en die lichtvaardige opmerkingen eenvoudig niet hoort. „Maar als het meevalt zult u het nog een heel eind brengen. Ik heb hier den advocaat Dirksen gehaddie begon op z'n vijftigste. Nou, hij rijdt nou heusch aardig. En dokter Van Weresteyn. Kent u hem ook? Bepaald een ruiter hoor! Enne Dit gaf ons moed. Mr. Dirksen heeft een dikke buik en die dokter is al grootvader. Bo vendien zijn wij nog ver van de vijftig. Dus werden we ondernemender, betraden zelfs boxen, klopten op paar denhalzen en spraken vriendelijke woorden tot de edele dieren, hetgeen de staljongens scheen te vermaken. Pas veel later begreep ik dat onze termen niet pasten, ontleend als ze waren aan de conversatie met honden. Men zegt wel „Beste hond" maar niet „Best paard". Van daar de verbazing van Jupiter, bruine vos- ruin, de spottende knipoog der merrie Made- Minister Van Boeyen zal Grond wetsherziening in Eerste Kamer verdedigen. Naar wij vernemen zullen de wetsontwer pen tot 'herziening der grondwet in de Eerste Kamer verdedigd worden door den minister van binnenlandsche zaken den heer van Boeyen. Zooals men zich zal herinneren was minis ter van Boeyen bij de behandeling der wets ontwerpen in de Tweede Kamer ongesteld, zoodat de minister van financiën toen zijn plaats heeft ingenomen. FRED. C. STaHLE 70 JAAR. Het bakkersbedrijfsleven heeft zich ter ge legenheid van den 70sten verjaardag van den heer F. C. Stahle, te 's Gravenhage niet on betuigd gelaten, want vele zijner afgevaar digden hebben Donderdagmiddag hun geluk- wenschen aan den 70-jarige aangeboden tijdens een receptie te zijnen huize. De Nederlandsehe bakkersbond huldigde zijn voorzitter met bloemen en een hartelijke toespraak van den heer Kuijpers penning meester van dien bond, terwijl ook vertegen woordigers van talrijke afdeelingen van ge- ïioemden bond hun opwachting maakten. leine en de blijkbare verontwaardiging van Sans Souci, die plotseling een schop tegen een schot gaf, waarop wij vrij haastig reti reerden. „Hij is een volbloed", zei de eige naar, bij wijze van verklaring. En dat woord is ons sindsdien immer met eerbied blijven vervullen. Als een paard schopperig van aard is, hetzij voor of achter, als het schrikachtig is en een zijsprong maakt voor een witte papiersnipper, als het koppïglijk draaft als het galoppeeren moet, of omgekeerden het is een volbloed, dan neem je het dat niet kwalijk. Dan is het dat als 't ware aan zijn aristocratische herkomst verplicht en dan slik je dat, als gewoon burgerman zijnde. Terwijl je beproeft er op te blijven. In de paardengezichten kon ik geen ver schil ontdekken. Volgens mij leken ze alle maal sprekend op elkaar, net als gezichten van negers of van Japanners. Deze vergelij king worde slechts aarzelend gebezigd. Ik weet niet of een Paard eigenlijk wel met een neger en een Japanner op éen lijn gesteld mag worden, maar hoop er het (beste van. Polonius, een hooghartig uitziende zwarte, snoof minachtend toen Floris iets zei over zijn „kop", Caroline wendde zich van ons af en Narcissus hinnikte hoonend. „Ik geloof niet dat ze ons erg geschikte lui vinden", zei Floris bedenkelijk. „Dat komt wel, dat komt wel", troostte hun eigenaar. „Als u eerst maar rijden kunt". Het leek een ver verschiet. En hoe zouden ze ons in den leertijd bejegenen? Ietwat twij felend gingen wij heen, met een luchtig „Tot morgen" weliswaar, maar met een zeker stram voorgevoel in vele spieren. Het zou bewaarheid worden. R. P. Vijf Van Gogh's valscli verklaard. Vijf schilderijen, die mevr. Maris te Voor burg, uit de nalatenschap van haar man als Van Gogh's had verkocht, zij door de Haag- sche rechtbank, na verhoor van deskundigen dr. G. Knuttel Wzn., conservator van het Haagsche gemeentemuseum, jhr. Röell, direc teur van het stedelijk Museum te Amsterdam en dr. H. P. Bremmer, valsch verklaard. Mevr. Maris moet de koopsom, groot 2500, vermeer derd met de rente terugbetalen aan den kooper Jonkers te Antwerpen en is bovendien veroordeeld in de kosten van het geding. MAN AAN KOLENDAMPVERGIFTIGING OVERLEDEN. Donderdagmorgen heeft men den koster van de R.K. kerk der St. Theresiaparochie te Bome bewusteloos in de stookplaats van de centrale verwarming' gevonden. Hij bleek door kolendampvergiftiging om het leven te zijn ekomen. Het slachtoffer laat een weduwe en zeven kinderen achter. Utrecht krijgt den schouwburg naar Dudok's plan. Urenlange beschouwingen in den gemeente raad. De gemeenteraad van Utrecht kwam Don- derda.g bijeen ter behandeling van de voor dracht tot den bouw van een nieuwe schouw burg volgens de plannen van architect W. M. Dudok. Uiteraard ging naar deze raadsvergadering zeer groote belangstelling uit. Wat de voorgeschiedenis betreft kan eraan herinnerd worden, dat, toen het eenmaal zoo ver was, dat de opdracht verleend kon worden, de architect voor vele moeilijkheden geplaatst werd.. Zoo werd o.m. het Lucas Bolwerk, een plant soen in het midden van de stad gelegen, aan gewezen als plaats, waar het nieuwe bouwwerk moest worden geprojecteerd zonder het plant soen als geheel te schaden. Het plantsoen Lepelenburg werd hem even eens aangewezen voor het geval het Lucas Bolwerk onoverkomelijke bezwaren zou op leveren. Architect Dudok vond in het Lucas Bolwerk een kundige oplossing en kwam met een ont werp, dat door de schoonheidscommissie ten zeerste werd geprezen. Nadat de dagbladen het concept-plan aan de openbaarheid hadden prijsgegeven ont wikkelde zich een polemiek van een dergelijke omvang, zooals Utrecht in geen jaren heeft gekend. In dezen omvangrijken pennestrijd, waaraan door bekende architecten en kunst critici werd deelgenomen, kwam duidelijk tot uitdrukking, dat slechts weinigen zich konden vereenigen met den opzet van architect Dudok. Onder deze omstandigheden zag de Utrecht- sche raad zich voor een moeilijk vraagstuk geplaatst. Tenslotten werd, na een bespreking van ruim zeven uur, nadat nog een voorstel van mr. Van Maarseveen, om een anderen archi tect gelegenheid te geven met een ander plan te komen, was verworpen het voorstel van het college van B. en W. om het plan van architect Dudok te aanvaarden, met 30 tegen 9 stemmen aangenomen. Zoo krijgt dan eindelijk Utrecht een nieu-i wen schouwburg, waarbij wordt afgeweken van de oude historische plek, het Vreeburg en gebruik wordt gemaakt van het mooie finan- cieele aanbod van den heer Fentener van Vlis-j singen. Met den bouw van dezen nieuwen schouw-1 burg is een bedrag gemoeid van 865.000. D.C. 3 toestellen krijgen nieuwe zuigers. Motordefecten aan scheurtjes in de zuigers te wijten. Het onderzoek, dat de technische dienst van de K.L.M. heeft ingesteld naar de oorzaak van het veelvuldig onklaar geraken van de machi nes op de Indië-lijn, heeft er, naar Het Volk verneemt, toe geleid, dat thans in de meeste DC 3-toestellen bij wijze van voorzorgsmaat regel nieuwe zuigers worden aangebracht. De Douglas-vliegdiensten van het type DC 3, die voor den dienst AmsterdamBatavia worden gebruikt, zijn alle uitgerust met Wright-motoren van een soort, waarmede de Nederlandsehe luchtvaartmaatschappij nog geen groote ervaring heeft opgedaan. Aan de aanwijzingen van de Amerikaansche fabriek heeft men betrekkelijk weinig, omdat de omstandigheden, waaronder de motoren in de Vereenigde Staten werken, heel anders zijn dan in Europa. Het blijkt nu, dat, wanneer de motoren een bepaald aantal draai-uren hebben gemaakt, er scheurtjes in de cylinders komen. De moto ren houden echter hun compressie, zoodat het euvel vrijwel niet is te constateeren. Af brokkeling van metalen onderdeelen is daar van tenslotte het gevolg (men heeft b.v. in het oliereservoir van de „Wielewaal" ook metaal deeltjes gevonden). Het feit, dat de zaak nu terzelfdertijd bij verschillende toestellen is gaan haperen, vindt hierin zijn verklaring, dat de meeste DC 3's vorig jaar ongeveer tegelijk in dienst zijn ge steld, zoodat het aantal draai-uren van de motoren ook ongeveer hetzelfde is. In afwachting van nader advies, dat thans in Amerika wordt ingewonnen, heeft de tech nische dienst op Schiphol reeds een aantal toestellen van nieuwe zuigers voordien. Daarmede heeft men de kans op verdere on aangename verrassingen tot een minimum teruggebracht. JAARVERGADERING DER LEERAREN STAATSWETENSCHAPPEN. Dezer dagen hield de vereeniging tot be hartiging van het onderwijs in de staats wetenschappen (V.O.S.) haar jaarlijksche al- gemeene vergadering in hotel Noord-Brabant te Utrecht. In de bestuursvacature. ontstaan door het periodieke aftreden van den heer G H. Mouw te Amsterdam, werd mej mr. M. H. Koderitsch te Rotterdam gekozen, terwijl het voorzitterschap in handen van drs. A. H. M Albregts te Hilversum werd gelegd. Het bestuur is thans als volgt samengesteld: drs. A. H. M. Albregts te Hilversum, voorzitter. C. J. E. Din aux, Tuinwijklaan 2 Haarlem, secretaris-penningmeester, mej. mr. M. H. Koderitsch te Rotterdam, mr. F. Vorstman te Haarlem, mr. dr. H. F. J. Westerveld te Hil versum. Bloemen voor Prinses en Prins. Twee Baarnsclie kleuters op Soestdijk. Bij zijn thuiskomst heeft Prins Bernhard van vele kanten bloemen mogen ontvangen. Talrijke bloemstukken uit het geheele land werden Woensdag ten palelze bezorgd. En ook gisteren kwamen er nog, zoo vertelt een speciale verslaggever van de „Rott." De veldwachters, die als trouwe bewakers nauwlettend toezien wie mag worden toege laten, werden gisteren „overrompeld" door twee Baarnsclie kleuters, de zevenjarige Ma rianne Romijn en haar vijfjarig broertje Kees, wonende Amalialaan te Baarn. Ma rianne had in haar kleine handjes een bos narcissen, welke zij aan den Prins en de Prinses wilde aanbieden. De veldwachter tot wien het verzoek ge richt werd, om naar het Paleis te mogen gaan, telefoneerde naar het Paleis en kwam even later terug met de mededeeling, dat Marianne en Kees naar het Paleis mochten gaan. Hij wees hun den weg naar de groote Paleisdeur, waar iemand gereed zou staan om hen te ontvangen. Het duurde ruim een kwartier voordat Kees en Marianne weer de trappen van het Paleis afkwamen. Nu kwamen zij veel par- mantiger dan eerst door de statige oprijlaan met de hooge boomen aangewandeld. Ma rianne had een kleurtje van opgewonden heid. De kinderen straalden. Zij bleken geens zins verlegen te zijn en Marianne deed goed haar woord. Het eerste dat zij mededeelde was, dat zij toegelaten werden in het Paleis en door Prinses Juliana en Prins Bernhard persoon lijk waren ontvangen. Marianne vertelde, dat zij eerst in een der kamers beneden moesten wachten. Twee vriendelijke dames traden op de kinderen toe en zeiden dat ze zelf de bloemen mochten aanbieden. „En toen?" „Toen", en Marianne keek zeldzaam ver heugd, „ja toen mochten wij mee verder naar binnen en de trap op. Boven aan de trap zat Prins Bernhard en riep ons toe: „Kom maar boven, lieve kin deren „Wij gingen toen aan de hand geleid door de dames de trap op. mijnheer", zoo vertelde Marianne verder, „en het was er alles zoo prachtig. Overal stonden bloemen en alles was als een sprookje". Prins Bernhard nam de kinderen op de bovengang bij de hand en leidde hen de prachtige kamer binnen waar Prinses Juliana bij het raam op een stoel was gezeten. De Prinses was in het wit gekleed en de Prins droeg een grijs pak maar, zoo zeide Marian ne, „de Prins droeg geen bloem „En wat zeiden jullie toen je binnen kwam?" „We zeiden: Hoogheid, die bloemen zijn voor U". Prinses Juliana nam zelf de bloemen aan en dankte vriendelijk. Prins Bernhard nam plaats naast de Prinses en zoo stonden wij daar „Waren jullie niet verlegen?" „Niets hoor, ik niet", zei Marianne, „maar Kees wel, die heeft niets gezegd". „Dat vonden jullie toch zeker wel prachtig niet? zoo te worden ontvangen in dat mooie paleis?" „Nou meneer, dat vergeten wij niet licht weer en de Prins vroeg nog hoe wij heetten en waar wij woonden. Ik zei. Marianne, Hoogheid". „Maar wisten jullie dan, dat je Hoogheid moest zeggen?" „Ja meneer, dat had moeder ons gezegd, voor dat wij weggingen". Kees bleek van den schrik te zijn beko men, want ook hij ging nu aan het vertellen, en zeide, dat de „politie" hen eerst had ont vangen en daarna twee lieve dames waren eekomen. ..Zoo Kees en toen?" „Ja toen hebben wij een hand gekregen van Prins Bernhard (den naam kon Kees nauwelijks uitspreken) en van de Prinses ook.... Dank zij centrale voor falsificaties, vele personen in Italië gearresteerd. Philips-dividendbewijzen vervalscht. Langdurig onderzoek met succes bekroond. Bende interesseerde zich ook voor de Suez-Kanaal Maatschappij. 1 AMENWERKING tusschen de Nederlandsehe en de Italiaan- sche politie heeft tengevolge gehad, dat vijf en twintig le den van een bende vervalschers te Ge nua en Florence zijn gearresteerd en thans veilig achter slot en grendel zijn geborgen. Zij hielden zich bezig met het ver- valschen en uitgeven van dividendbe wijzen der N.V. Philips te Eindhoven, van de Suez Kanaalmaatschappij en van dollarbiljetten. Een gevaarlijke een wijdvertakte bende, die in een groot deel van Europa opereerde is hierdoor onschadelijk gemaakt; de inspecteur van de Ned. centrale inza ke falsificaten, de heer J. W. Kallen- born, de inspecteur van politie W. Dijs en de Nederlandsehe vice-consul te Genua hebben uitstekend werk ver richt. Ten kantore van Philips constateerde de be trokken afdeeling op 7 Januari 1936, dus pre cies twee jaar geleden, dat 123 valsche divi dendbewijzen waren aangeboden bij Amster- damsche banken en uitbetaald. De namaak was zeer nauwkeurig en door het personeel van de banken dan ook niet als zoodanig ge signaleerd. Behalve de Emdhovensche politie waarschuwde Philips onmiddellijk de centrale te Amsterdam. De dividendbewijzen waren te Amsterdam van hand tot hand gegaan, doch tenslotte kon worden vastgesteld, dat ze af komstig waren uit Brussel. Onderzoek te Brussel. Direct toog inspecteur Kallenborn in ge zelschap van inspecteur Dijs uit Eindhoven naar de Belgische hoofdstad. Het onderzoek was niet gemakkelijk. Een Turksche wissel agent verklaarde tenslotte, dat hij het partij tje had gekocht van een zekeren Pierre Rous- sel die als adres een plaatsje in Frankrijk had opgegeven. Het toeval wilde, dat de Turk kort na de transactie tot de ontdekking was geko men, dat hij 6000 Belgische fr. te veel had be taald aan Roussel. Hij schreef er over naar Frankrijk, dochde brief kwam als onbe stelbaar terug. Dat was zeer verdacht. Met behulp van de Fransche en Belgische justitie kwamen de Nederlandsehe inspecteurs te we ten, dat Pierre Roussel een „nom de guerre' was voor Louis Arsac, een bekenden verval- scher. Zijn portret werd door den Turk, die geheel te goeder trouw was, pertinent her kend. Arsac die misschen wel anders heet is niet gevonden Het onderzoek liep op den onvindbaren Ar sac dood; alles bleef rustig, er werden geen valsche dividendbewijzen meer aangeboden. Opnieuw valsche stukken. Tot 30 Juli 1937. Toen ontdekte men op het kantoor van Philips opnieuw twintig valsche dividendbewijzen (a 8.25). Al direct bleek, dat ze uit de zelfde bron afkomstig waren als de valsche exemplaren van Januari. Thans liep het spoor via Amsterdam naar Londen. De heer Kallenborn stelde zieh in verbin ding met Scotland Yard met het verzoek een onderzoek in Engeland in te stellen. Het ant woord van de Yard was verrassend. De valsche dividendbewijzen waren afgezonden door een groote Engelsche bank enwederom waren daar een partij van niet minder dan 1300 stuks aangekomen, die echter de bank was ge waarschuwd geblokkeerd werden en veilig in de safe werden gesloten. Het spoor naar Genua. Deze partij was afkomstig uit Genua en ter verzilvering aangeboden door een EngeLschen scheepsmakelaar, die echter te Genua woont en die reeds jaren lang cliënt van de bank is De man hoorde in Londen, waar hij voor za ken vertoefde, dat de door hem aangeboden Philips div. bewijzen valsch waren. Daar hij ook voor zaken in Nederland moest zijn, verscheen hij op zekeren dag op de cen trale inzake falsificatie, waar hij tegenover inspecteur Kallenborn verklaarde, dat hij de stukken te Genua had gekocht. Eén zijner kennissen, een handschoenenhandelaar, had hem in contact gebracht met een van diens collega's. Zijn vriend had hem gevraagd, of hij belangstelling had voor een partij Philips dividend bewijzen. „Als scheepsmakelaar had ik er niet veel lust in, maar ten slotte ging ik op de gunstige voorstellen in". „Voorzichtigheidshalve kocht ik er 20, ik stuurde ze naar m'n bank te Londen, waar ze verzilverd werden. Nadat ik de heele partij reeds van het tweetal had gekocht voor 34.000 lire, kreeg ik van m'n bank het ontstellende bericht, dat ze valsch waren". De heer Kallenborn besloot de stukken, waarbij de verklaringen van den scheeps makelaar, te zenden aan het consulaat te Genua, waar de vice-consul, de heer Droogen- dijk de zaak ter hand nam. Den heer K. H. Broekhoff werd den vice- consul verzocht de zaak aan de politie te Ge nua voor te leggen. De beide handschoenen handelaren, die den scheepsmakelaar de fal sificaten hadden aangesmeerd, werden door de Italiaansche politie gearresteerd. Zij bleken de stukken van iemand anders te hebben ge kocht en wel van een man, die allerminst gunstig bekend stond. Deze een koopman werd ingerekend, de beide handschoenenhan delaren werden echter in vrijheid gesteld. Wederom liep echter het spoor dood, de de koopman zweeg hardnekkig en bovendien hadden enkele couranten te Genua ontijdig een kort bericht van zijn arrestatie gebracht, waardoor het onderzoek werd bemoeilijkt. Het derde alarm. Weer gingen er enkele maanden voorbij, zonder dat er iets bijzonders in deze zaak gebeurde, doch plotseling, op 19 October 1937, dnok weer een valsch Philips dividendbewijs op, dat afkomstig bleek uit Parijs. Van meer belang was korten tijd later het ontvangen van 150 stuks nagemaakte exemplaren uit Ziirich, waarvan de valschheid op 1 No vember werd geconstateerd. Via een Amster- damsche bank waren zij door een groote bank te Zürich afgezonden. Weer voerde het spoor naar Genua, blijkbaar het centrum van distributie. Op 19 October had zich aan de bank te Zürich een Genuees vervoegd, die de valsche stukken verzilverde. Onmid dellijk na de ontdekking heeft hij de bank schadeloos gesteld. „Ik wist van niets", verklaarde de man, „ik heb ze van Granati uit Florence ontvan gen. Granati spreekt geen Duitsch en hij vroeg mij ze te verzilveren tegen een bepaalde provisie". Nederlandsehe politie naar Italië. Op dat oogenblik oordeelde commissaris K. H. Broekhoff na overleg met de directie van de Philips fabrieken het noodig inspecteur Kallenborn en inspecteur Dijs naar Italië te sturen om een onderzoek ter plaatse in te stellen. Men besloot eerst naar Florence te gaan om daar Granati in te rekenen. Het gezel schap toog den volgenden dag naar het hoofd bureau aldaar om uit te zoeken, waar Gra nati huisde. Hij bleek een oude bekende te zijn, tegen wien vele klachten wegens fles- schentrekkerij en oplicliing waren ingekomen. De Italiaansche politieman, die ter beschik king was gesteld, bleek een schrander speur der te zijn. Men had deze zaak gecombineerd met die van de valsche dollarbiljetten en be sloot in verband hiermee den Florentijnschen lithograaf Caciotti te arresteeren. Voor de valsche Suezkanaal-dividend bewijzen waren intusschen reeds arrestaties verricht te Pa rijs, Nice en Turijn. Granati en Caciotti werden naar Genua getransporteerd, waar Caciotti het een en an der over Canepa vertelde. Vast kwam toen te staan, dat deze Canepa de valsche dividend bewijzen had geleverd en bovendien valsche dollarbiljetten had uitge geven. Hij werd door de Italiaansche politie nauwkeurig geschaduwd. Behalve Canepa werd het eene lid van de bende na het an dere gearresteerd. Tenslotte zaten te Genua 22 personen in arrest in verband met de Phillpszaak en de valsche dollars, zeven van hen zijn weer op vrije voeten gesteld. Vermoedelijk bevindt zich de werk plaats waar de valsche dollarbiljetten worden gemaakt, in Amerika, het is niet onmogelijk, dat daar ook de val sche dividend bewijzen worden ge maakt. Zoowel in Europa, als in Amerika wordt het onderzoek naar deze vervalschersbende voortgezet. Het is echter wel zeker, dat het meeren- deel der leden veilig is opgeborgen in de Italiaansche gevangenissen. Twee inzittenden verdronken. Een derde wist uit den wagen te ontsnappen. Donderdagavond om negen uur is te Nieuw-Amsterdam een personen auto met drie inzittenden in de Hoo- geveensche vaart gereden, waarbij twee hunner om het leven zijn geko men. De verongelukte wagen, een huurauto uit Coevorden, werd bestuurd door den garage houder Broekman. Passagiers waren de hee- ren Wiersema uit Coevorden en Planting uit Nieuw-Amsterdam, beiden schilderpatroons, die een vergadering van vakgenooten te As sen hadden bijgewoond. Even voordat het ongeluk gebeurde, had een vierde inzittende, eveneens een schiiderspatroon, bij zijn wo ning de auto verlaten. Op korten afstand van de brug over de zijtak van het kanaal zou de auto rechts af moeten slaan, doch de chauffeur, die ter plaatse niet bekend was, heeft waarschijnlijk de hem gegeven aanwijzing verkeerd opgevolgd, hetgeen zou blijken uit de omstandigheid, dat de linker richtingwijzer was uitgestoken. De wagen kwam hierdoor in het kanaal terecht, schoot door het ijs en verdween ongeveer In het midden van het kanaal onder de oppervlakte. De heer Planting, die naast den bestuur der zat, sloeg een ruit in, wist zich uit den wagen te werken en zwom vervolgens naar den kant. waar hij door handreiking op het droge gebracht koii worden. De chauffeur moet nog getracht hebben zich te bevrijden, doch dit mocht hem niet gelukken. Men vond hem half buiten het portier hangend met ernstige verwondingen aan een der handen. De heer Wiersema, die achterin zat, verdronk eveneens. Onmiddellijk na het ongeluk kwamen van alle kanten om wonenden en voorbijgangers toeloopen. Sommigen hunner begaven zich te water, doch zij konden de auto, welke geheel on der de oppervlakte was verdwenen, niet be reiken. Dat was ook het geval met eenige schippers, die met hun roeibootjes zich niet spoedig genoeg een weg door het dichtge vroren kanaal konden banen. Het duurde ge- ruimen tijd, voordat men eindelijk de auto naar den wal kon sleepen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 5