CODREANU EN ZIJN „IJZEREN GARDE" IN ROEMENIE. KORT VERHAAL STALIN: DE MAN MET DE TWEE AANGEZICHTEN. K' (Van onzen Russischen oorrespondent). Stalin heeft zich in zijn eigen netten ver strikt; hij heeft het democratisch karakter van de grondwet zóó ijverig gewaarborgd en tijdens de verkiezingspropaganda zich per soonlijk zóó over de beteekenis van het nieuwe verheugd, dat 't Russisch parlement (de Hooge Raad en de Nationaliteitenraad) een veel grootere rol spelen zal dan men op grond van de werkelijke macht verwachten kon. Maar Stalin heeft de imponderabilia der Russische volksziel opgeroepen en kan nu, met Goethe's „Zauberlehrling", uitroepen: ,jDe door mij op geroepen geesten raak ik niet imeer kwijt". De uitslag van de verkiezingen heeft hem overigens wel iets te denken gegeven. Bijna twee millioen kiezers hebben biljetten inge leverd, waarop de namen van alle communis tische candidaten demonstratief doorgestreept waren en 2.124.390 kiezers hebben blanco ge stemd. Scherpe oppositie is daarmede tot uiting gekomen. De Russische bladen hebben geen voldoende scheldwoorden voor deze ..ideologische verraders", zooals zij genoemd worden. Toch zijn 1143 afgevaardigden voor den duur van 4 jaar gekozen, maar rond 30 pet. is partijloos en zweert niet bij het alleen zaligmakend dogma der communistische ideologie. Stalin. Helaas is tot nu toe niet bekend gemaakt, hoe de partij loozen over beide Kamers ver deeld zullen zijn. Hoewel het Russische par lement, volgens artikel 55 van de grondwet, precies een maand na de verkiezing, dus op 12 Januari 1938, bijeen moet komen, zijn de wetsvoorstellen, welke aan het parlement voorgelegd moeten worden, nog niet inge diend. Bij geruchte verluidt dat men op liet Volks commissariaat voor den binnenlandschen handel druk bezig is met het uitwerken van een nieuwe handelswet. De kleine handels zaken zullen een half-particulier karakter krijgen, terwijl de leiding niet langer aan staatsambtenaren maar aan kooplieden, die een zeker percentage van den omzet ontvan gen, toevertrouwd wordt. Inkoopen zullen zij zelfstandig mogen doen, zonder toestemming "of bevestiging van de Overheid. Daar de om zet op het platteland minder is dan in de .stad en het handeldrijven daar bovendien veel moeilijker is. heeft men het percentage, dat de koopman op het platteland toegewezen krijgt, hooger gesteld dan dat in de stad. In ieder geval is deze nieuwe handelswet de eer ste stap in de richting van particulieren han del in Rusland. Het jaar 1937 is voor Rusland, economisch gesproken, zeer gunstig geweest. De oogst sloeg alle records, de graanproductie bijv. be droeg 6.8 milliard poed, tegen 4.6 milliard in 1936. (1 poed is 16 K.G.) De productie der industrieën was 15.3 pet. hooger. Het program ma van de Russische industrie voor het loopende jaar zal voor het eerst, aan het par lement ter bekrachtiging voorgelegd worden. Deze goede economische resultaten en de verwachtingen, die door de aanstaande ope ning van het parlement gewekt zijn, gaven aanleiding om een vroolijk Kerstfeest, zooals het in lange, lange jaren niet in Rusland voor kwam, te vieren. Natuurlijk: een Christelijk' feest is in Rusland verboden, aangezien 1 Januari als feestdag is gekozen. De Kerst- vacantie van de schooljeugd duurt dan ook van 30 December tot 12 Januari. Overigens is het feest niet veel anders dan in West- Europa veidoopen. De denneboomen waren in Rusland betrekkelijk goedkoop: beneden 1 meter kostten ze 1 roebel en 50 kopeken, van 1—2 meter 3—5 roebel, 3 meter en hooger 1525 roebel. Alleen in Moskou zijn met Kerstmis 400.000 Kerstboomen verkocht. Vroe ger moest men de kaarsen in flesschen steken ditmaal kon men zich de luxe veroorloven kaarsenhouders te koopen, die men aan den boom bevestigde. Verder kregen de kinderen versnaperingen, zooals noten, vruchten enz. Rusland heeft zelfs een Kerstmannetje, maar dan zonder den langen witten baard. Verder laat ook Stalin zich rustig als Kerstman ver eeren. Wanneer ouders hun kinderen willen kal- meeren of terecht wijzen,' dan zeggen zij: ,,Je moet nu erg aardig zijn, anders keert Stalin je den rug toe en dan krijg je noch lekkers, noch cadeaux". In de schoollokalen en in de huiskamers hangt een prachtige foto van Stalin. Hij lacht daarop een klein meisje, dat hem omhelst en vertrouwelijk aankijkt, toe. Veel Russen hebben in hun kinderlijken eenvoud de oude olielamp, die vroeger voor den Ikoon (Heiligenbeeld) hing, te voorschijn gehaald en voor de foto van Stalin, den nieuwen wonderdoener, opgehan gen De goddeloosheidsbeweging in Rusland heeft er n.l. slechts 2.000.000 mensehen toe gebracht de kerk den rug toe te keeren; alle anderen zijn goede Christenen gebleven en zij zien vol vertrouwen op naar den Ikoon, die nu niet meer den wonderdoener-Nicolaas of de Moeder Gods voorstelt, maar„va dertje" Stalin. Stalin is voor de Russen het voorbeeld van een ideaal staatsburger, die allen willen na volgen. In redevoeringen en in gedrukte spreuken wordt den Russen telkens en tel kens weer. ingeprent: ..Stalin drinkt geen alcohol, dus je moet het ook niet drinken!" Of: Stalin rookt pijpen, dat is beter dan sigaretten, rook dus ook pijpen". Het volgen de gebod luidt: „Bekommer jè niet om mooie kleeren, kijk maar eens hoe eenvoudig ons aller vriend Stalin gekleed is!" En tenslotte: „Zorg voor je kinderen, zooals onze groote vader Stalin voor al zijn kinderen zorgt. Wij zijn zijn kinderen en moeten onzen vader Stalin in alles navolgen!" De patriarchale en naïeve opvattingen van het Russische volk zijn doorgebroken, waar bij het zich een ideaal vormt van „vadertje" Stalin, die het beschermt en gelukkig maakt. Zal Stalin het Russische volk in zijn hoogge stemde verwachtingen niet teleur stellen? Hoe zal hij het nieuwe massa-proces, dat in Moskou voorbereid wordt en waarbij 14 di plomaten, waaronder 3 gezanten. 13 hooge officieren en 20 hooge ambtenaren van de geheime politie, in totaal 47 hooge functio narissen, van landverraad beschuldigd zijn, kunnen verdedigen? De vroegere gezant in China, Bogomolow, heeft men zonder vorm van proces doodgeschoten, omdat hij Stalin verkeerd heeft ingelicht over de Chineesche strijdkrachten. Hetzelfde lot zal Lepin, den Russischen militairen attaché in China, wel treffen. Deze is rèeds teruggeroepen en ge arresteerd. Eveneens teruggeroepen en gear resteerd zijn de gezanten in Kopenhagen, Tischmenjew, en in Oslo, Jakubowitsch. Me vrouw Kollontaj, die den gezantschapspost in Stockholm bekleed, is reeds driemaal aan gemaand naar Moskou te komen. Daar zij heel goed weet, welk lot haar in Rusland wacht, heeft zij steeds verklaard dat haar gezondheid haar belette, de reis naar Mos kou te ondernemen. De Russische gezant te Athene, Basmin, is gevlucht en houdt zich ergens in Frankrijk schuil. Stalin heeft een hoogen prijs op zijn hoofd gezet. De Russi sche consul-generaal te New-York, Arens, de handelsattaché te Londen, Alexander Ozersky en de militaire attaché te Parijs, generaal Semenow, zijn allen teruggeroepen en na het passeeren van de Russische grens, onmiddel lijk in arrest gesteld. Desgewenscht kan men deze lijst van Rus sische diplomaten, die wegens verraad ge arresteerd zijn, nog uitbreiden, daar van de Russische militaire attachés in Tokio, Tehe ran, Kaboel, Ankara, Athene, Rome en Va lencia geëischt is, naar Moskou terug te kee ren. Stalin is, op het toppunt van zijn macht, een man met twee gezichten: het eene, dat hij het Russische volk toekeert, glimlacht vriendelijk, belooft geschenken aan de kin deren en hervormingen aan de volwassenen, het andere, dat den Russischen diplomaten, handels- en militaire attachés toegekeerd is, staat toornig en verkondigt doodvonnis op doodvonnis Prof. KARL TIANDER. (Nadruk verboden). FILMPJE IN VERBAND MET DE BLIJDE GEBEURTENIS. „Nu juicht een volk". De blijde gebeurtenis, welke in het prinse lijk gezin staat te gebeuren, heeft de filmfa briek Polygoon te Haarlem ertoe doen be sluiten een filmpje gereed te maken, dat de titel draagt: „Nu juicht een volk". Dit filmpje bevat een zeer beknopt overzicht van momen ten uit het leven van het prinselijk paar, ter wijl daarna door Neerlands grootste zangeres mevr. Jo Vincent, begeleid door den pianist A. v. d. Horst, een uitermate geslaagd lied zal worden gezongen, dat eveneens de titel draagt: „Nu juicht een volk". De tekst van dit lied is van Annie de Hoog—Nooij en de mu ziek van Hans Krieg. Het filmpje eindigt met een couplet van het Wilhelmus, te zin gen door de Kon. Mannenzangvereeniging „Apollo" onder leiding van Fred. J. Roeske. De in het binnen en buitenland zoo gevierde zan geres treedt hiermede voor de eerste maal voor de film op. Dit filmpje zal in de belang rijkste theaters van Nederland vertoond wor den. Drie langvingers onschadelijk gemaakt. Groote handigheid in lade lichten. Een groote reeks kleine inbraken, lade lichtingen en verduisteringen, die geduren de de laatste maand tal van Amsterdamsclie winkeliers en caféhouders had verontrust, is door de arrestatie van twee werkloozen van resp. 26 en 30 jaar in een café op het Waterlooplein, voor een groot deel tot ophel dering gebracht. De aanleiding tot deze ar restatie was een poging tot inbraak in een groentenhandel in de Korte Houtstraat, waarbij zij door een nachtwaker werden ont dekt. Nadat de beide steuntrekkers op het politiebureau J. D. Meyerplein den nacht van Woensdag op Donderdag hadden doorge bracht en aan een verhoor waren onderwor pen. werden zij Donderdag overgegeven aan de politie van het bureau Linnaeusstraat, tri welks sectie eveneens een aanzienlijke reeks ongerechtigheden op hun rekening staan. Het bleek de recherche echter, dat het twee tal in dit rayon, een groot deel van oost be strijkende, hand- en spandiensten genoot en al spoedig kon de politie er in slagen, na een krachtig doorgezet onderzoek, een derden werklooze te arresteeren, tegen wien een even uitgebreide hoeveelheid bezwarende ge gevens verzameld was als tegen de twee eerstgenoemden. Uit het onderzoek is aan het licht geko men, dat deze mannen zich een groote handigheid hadden eigen gemaakt in het lichten van muntmeters, kasregisters en automaten, waarbij vaak groote bedragen in hun handen vielen. Zoo zijn er in den loop der laatste weken tal van aangiften van op lichtingen gedaan door bewoners van den Singel, de Warmoesstraat, de Geldersche- kade, de Sint Jansstraat, de Lindengracht, den Zeedijk en andere straten, waarvoor zij aansprakelijk worden gesteld, terwijl ook in de Transvaalbuurt de omgeving van het Oosterpark en de Dapperbuurt, benevens de Eilanden onmiskenbare sporen van hun aan wezigheid zijn waargenomen. AANBESTEDINGEN HAARLEM Vrijdag. Hedenmorgen hadden door den Rijkswater staat te Haarlem de volgende aanbestedingen plaats: Onderhoud van de Rijkszeewerken, buiten deuren en Rij kshavenwerk^n op Vlieland, ge durende 1938. Het laagst werd ingeschreven: voor perceel a. door O. Bosker te Wieringen voor 24.940; voor perceel b. door I. C. Kooy- man te Harlingen voor 24.950. Onderhoud Pettemer Zeewering gedurende 1938. Laagste inschrijver: A. de Wit te Heiloo voor 26.640. Onderhoud Rijkswegen ln de- provincie Noord-Holland, ged. 1938 en 1939, in 3 perc. Laagste inschrijvers: perceel a. K. van Bar- neveld te Zeist voor 26.316; voor perceel b. Geruischlooze Weg te Heemstede voor 8770; voor perceel c. door J. Twisk Jzn. te Castrïcum voor 5483. WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk Woensdagsavonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag afrekenen. DE ADMINISTRATIE. De jongste aspirant-dictator in de Balkan-politiek. Onder de leuze alles voor het vaderlanden met behulp van een pompeuze regie weet hij de Roemeensche boeren te imponeeren. Middernachtelijke bijeenkomsten onder den sterren hemel. Mevr. Lupescu, het zwarte schaap in de oogen van de leiders der IJzeren Garde. Uit de jeugd van Corneliu Codreanu. De bloei ende korenbloem vervangt het hakenkruis. (Van een bijzonderen correspondent) BOEKAREST, Januari '38. „Co-dre-a-nu", „Co-dre-a-nu!" dit is de leuze die in spreek koor aangeheven, vaak de wonderlijke rust van het Roemeensche platteland verstoort. Een heraut stijgt van zijn schimmel in het middernachtelijk uur, een ruiter, die een een voudige witte linnen kiel draagt. Plechtig heft hij den rechterarm op en op dit teeken zwijgt de duizenkoppige schare van boeren, die bij fakkellicht en warm brandende kruisen in den sterrennacht bijeengekomen is. Dit is ook het teeken, waarop alle patriottische liederen als bij tooverslag verstommen en de klare stil te van het Roemeensche akkerland, tijdelijk althans weer verzekerd schijnt. Codreanu gaat spreken, Comeliu Codreanu, de jonge leider van de „IJzeren Garde", een extréme figuur zonder weerga, die zijn dictatoriale droomen nog lang niet heeft uitgedroomd en wiens totalitaire en anti-semitische ideeën vooral onder de eenvoudige en onwetende boe ren opgeld doen. De ironie van het lot wil, dat vele dictators of semi-dictators niet de nationaliteit bezaten van het land, waarover zij later regeerden. Hitler was Oostenrijksch onderdaan, Schusch- nigg werd in Italië geboren, de Turksche dic tator Mustapha Kemal Ataturk, de groote Griekenhater, was juist afkomstig uit Salo- niki, Stalin is een Georgiër en men kan niet zeggen, dat de sympathie in het oude Rusland voor de Georgiërs bijzonder groot was. Pil- soedski was Litauer van origine en dat ver klaarde de hardnekkigheid, waarmee hij later weigerde den Litauers het Wilna-gebied terug te geven. Corneliu Codreanu, al is hij nog maar een pseudo-dictator, maakt geen uitzon dering. Onder dezen ontegenzeggelijk Roe- meenschen naam gaat een zekere meneer Ze- linski schuil, die uit een eenvoudig Poolsch gezin te Kroonstad afkomstig is. Zelinski is een naam, die in Polen denzelfden vertrouw den klank heeft als die van Jansen ten on zent! Comeliu Codreanu werd een vurig patriot niet voor de PooLsehe maar voor de Roemeen sche zaak. Het bloed kruipt wel meer, waar het niet gaan kanIn 1927 stichtte hij de „IJzeren Garde", die met de Nationale Boe renpartij en de Nationaal Christelijke Partij het monopolie van het Roemeensche nationa lisme meent te hebben. Een fanatiek super- faseisme, een ijzige Jodenhaat, en een streng doorgevoerd nationalisme lagen aan zijn pro gramma ten grondslag. Codreanu' nu maakt er geen geheim van wat een Degrelle wèl deed dat een deel van zijn succes aanvankelijk niet uit zijn partij- Sigarettenpapier HANS DE LA RIVE BOX. APITEIN Zeeghers zette zijn motor tegen een boom en haastte zich naar het barakje, waar collega Stuurma den scepter zwaaide. De marechaussee voor den ingang sprong in de houding. „Vertel eens, is de commandant binnen?" klonk het kort. „Om u te dienen, kap'tein". „Mooi, dank je". In 't gangetje klonken zijn zware voetstppen hol op en even later stond hij tegenover Stuurma, wiens ernstig gezicht nauwelijks tot een lachje plooide. „Hallo Evert, gaat het goed?" vroeg hij nieuwsgierig. Zeeghers zette zich losjes op de punt van de tafel en knikte. „Best, merci, maar voor jou heb ik geen prettige boodschap. D'r is in den Haag ge klaagd dat er hier nog zooveel gesmokkeld wordt en nu kom ik je even waarschuwen. Maar denk er om, het blijft absoluut tusschen ons, begrepen?" Stuurma's gezicht verduisterde. „Bliksems", mompelde hij geërgerd, „ik kan niet meer doen, dan ik tot nu toe ge daan heb. We zijn dag en naoht in touw; elke meter wordt bewaakt". Zeeghers knikte. „Ja, dat geloof ik wel, maar het is nu een maal niet anders. Luister eensHij boog zich voorover. „Vanmiddag komt de minister zich persoonlijk op de hoogte stellen. Stuurma verbleekte en smoorde een ver- wensching. „Je bent nu gewaarschuwd, "vervolgde de ander wat vriendelijker. „Maak er het beste van, en laten we hopen, dat het zoo'n vaart niet zal loopen. Je ként den minister toch? Niet? Nou, dat hindert niet. Ik hoorde toe vallig, dat hij met een wagen van het depar tement komt. Er staat „C. D." op, „Corps Di plomatique". Tot kijk, kerel en houd je taai". Weg was kapitein Zeeghers en even later ronkte zijn motor. Stuurma keek hem na en streek vermoeid langs zijn voorhoofd. Lieve deugd, als dat maar niet op overplaatsing uit draaide. „Zorgen, Wim?" klonk een heldere stem in het ongezellige vertrek en een jonge knappe vrouw in een eenvoudig katoentje tikte hem plagend de wang. „O lieve kind, ruk alsjeblieft in, vandaag heb ik geen tijd voor je", antwoordde de offi cier kwasi boos, doch hij lachte haar even toe. „Ik krijg vanmiddag hoog bezoek, weet je". De jonge vrouw trok een lipje. „Jakkes, je bent de laatste dagen niets aardig tegen me. En we hebben ons nog wel zoo voor jullie uitgesloofd met Kerstmis. Zeg eens gauw, was de kalkoen niet verrukkelijk?" „Meer dan dat, eerlijk is eerlijk. En je weet drommels goed, dat we hier allemaal dolblij zijn, zoo dicht bij jullie boerderij te zijn ge komen. Je bent een beste meid, Elsje en nog een heel mooi meisje bovendien, maar het Is toch beter, als je voortaan niet tijdens dienst uren in mijn bureau komt. Beloof je het?" „Ik hoor het al, je bent met je verkeerde been uit bed gestapt", lachte ze. „Nou, ik zal wel gaan, hoor. Zie ik je vanmiddag nog? Laat's kijken, ik moet nog even de grens over. Het zal wel zes uur zijn, als ik terug ben". „Ik kom vanavond een kopje koffie bij je drinken", beloofde Stuurma en drong haar met zacht geweld naar buiten. Daar gaf ze den marechaussee een knipoogje en sloeg zingend den weg in naar de boerderij. „Een lieve meid", mompelde Stuurma, die haar nakeek. En toen betrok zijn gezicht weer bij de gedachte aan wat komen ging. „Meneer Stuurma?" „Tot uw dienst, excellentie". Kapitein Stuurma stond als een standbeeld. De minister glimlachte. „Kent u mij?" Nu glimlachte de ander. „Wie zou u niet kennen, excellentie? Boven dien heb ik uw portret van de week nog in de krant gezien". „Luister eens, meneer Stuurma. Wacht, steekt u een sigaar van me op. We moeten eens praten. Er wordt hier nog bar veel ge smokkeld, zooals u bekend zal zijn. Wat is uw meening hieromtrent? De grensbewaking is toch wel afdoende?" „Mag ik u openhartig antwoorden, excellen tie?" „Ga gerust uw gang, graag zelfs". „Dan geloof ik, dat u het cardinale punt reeds hebt aangeroerd, excellentie. Ik heb acht man tot mijn beschikking en we pa trouilleeren dag en nacht. Het is absoluut noodzakelijk dit aantal te verdubbelen". De minister knikte in gedachten verzonken en begaf zich met den officier naar binnen. Ongeveer een half uur later trad het tweetal op de auto toe, die aan den overkant van den weg geparkeerd stond. De chauffeur haastte zich het portier te openen. „Heb je een potje bier genomen, Jansen?" Monk het gemoedelijk. „Zeker, excellentie en het smaakte voor treffelijk", sprak de chauffeur. Stuurma, die reden had om in een vroolijke stemming te zijn, lachte. „Ja; het bier hier is uitstekend", merkte hij op. „En als je in het cafétje van boer Her- manus hebt gedronken, ben je door het mooi ste meisje uit den omtrek bediend". „Zoo is het, kapitein", knikte de chauffeur. „Dié daar?" vroeg de minister en wachtte even met instappen. „Juist, dat is onze dorpschoone", antwoord de Stuurma, in de richting van de jonge vrouw knikkend, die juist uit het cafétje naar buiten kwam. „Tjonge, dat is een schilderijtje", merkte de minister met een tinteling in zijn grijze oogen op. „ik hoor het al, jullie hoeven je in dit nest niet te vervelen". Op dat oogenblik was „het schilderijtje" de a/uto genaderd. „Hallo, kapiteintje, mag ik meerijden? Of gaan jullie de grens niet over?" Monk het ge moedelijk. Stuurma verschoot van Meur en de chauf feur beet zich op de onderlip. „Hmmoet u niet antwoorden, meneer Stuurma?" vroeg' de minister, die schik in het geval had. ,Ze lijkt wel gek", merkte de officier ge- ergerd op. „Heelemmaal niet, als we toch de grens over gaan, mag ze gerust van de partij zijn", klonk het opgewekt en de kapitein trok een gezicht of hij' hét in Keulen hoorde donderen. „Spreekt uwe excellentie in ernst?" vroeg hij langzaam. „Tuurlijk!" Twee minuten later was de schoone Elsje aan den minister voorgesteld. De auto vertrok en langzaam kwam kapitein Stuurma over zijn verbazing heen. Drommels, van dat hooge be zoek had hij zich heel wat anders voorgesteld! Een kilometer verder remde de chauffeur. De andere grenspost was bereikt. „Excuseert u mij even", zei Stuurma, terwijl hij het portier opende. „Ik zal hun even ver tellen, wie u bent. We kunnen dan ongehin derd doorrijden". Doch tot groote verontwaardiging wenschte de commandant van deze post de Hollandsche auto niet zonder meer door te laten. „.Minister of geen minister, ik heb mijn con signes", zei hij grimmig. „Ik moet mijn plicht doen en den wagen laten doorzoeken". Tot nieuwe verbazing van den kapitein vatte de minister dit voorval allerminst tragisch op. Ze zullen gauw genoeg zien, dat ik geen smokkelaar ben", lachte hij. „Kom, jonge dame, we zullen maar even aan den kant van den weg wachten", en door de jonge vrouw voorgegaan stapte hij uit. De lach trok echter van zijn gelaat, toen een der ambtenaren den autokoffer geopend had ener vier flinke pakken uithaalde. Nauwelijks was het eerste geopend of de mi nister slaakte een kreet van verbazing. Er bleken eenige honderden boekjes sigaretten papier in te zitten. „Komaan", zei de commandant van de post, „of ik er een voorgevoel van had. Zoo komt de aap uit den mouw". En hij keek den minister met een scheef gezicht aan. „Bij dit-en-dat, maar u denkt toch niet, dat zijn excellentieviel kapitein Stuurma verontwaard uit. „Ik denk niets", klonk het rustig. „Ik zal hier alleen proces-verbaal van opmaken. Ik begrijp best hoe de vork in de steel zit. De een of andere smokkelaar moet u beiden dit kool tje hebben gestoofd. Deze pakken neem ik in beslag. U kunt nu uw weg vervolgen". „Het ishet is niet te gelooven", liet de minister zich ontvallen. „Dergelijke brutaliteit van heeren smokkelaars gaat alle perken te buiten". „Het is buitengewoon onaangenaam voor u", hakkelde Stuurma. „Intusschen verheugt het mij, dat u nu met eigen oogen hebt kunnen constateeren, hoe geslepen volkje het hier is". „We zullen instappen", sprak de minister. On willekeurig moest hij even glimlachen. Smok kelwaar in een auto van het „Corps Diploma tiqueDat moesten ze in Den Haag hooren! „Kom, jonge dame", wendde Stuurma zich tot de jonge vrouw. Hij had haar door het incident glad vergeten en keek haar nu on derzoekend aan. Tot zijn verbazing lichtte er een glans van hevige teleurstelling in haar mooie oogen. Een glans echter, die direct ver anderde in een koket lachje. „Graag, kapiteintje", antwoordde ze liefjes en ging het tweetal voor. Kapitein Stuurma volgde. Hij had een gevoel of hij slaapwandelde. Verbijsterd bleef hij naar het bevallige figuurtje voor hem staren, hoorde niets van wat de minister nog over het geval opmerkte. Plotseling had hij begrepen En met onfeilbare zekerheid wist hij dat oogenblik, dat dit avontuur zijn vriendschap pelijke verhouding met dit mooi Elsje voor altijd had verbroken en dat hij vanavond en morgen en nooit meer bij haar zou kunnen komen om van een kopje koffie en haar lief tallig gezelschap te genieten. program doch uit zijn imposante verschijning viel te verklaren. Men stelle zich den leider van de „IJzeren Garde" als een markante fi guur voor, een man met wilskrachtig gelaat, waarin de donkere oogen gloeien als hij het woord voert, een energieke kin, een smalle neus en het lange zwarte haar in breede plooien weggestreken over het breede hoofd. Met kunst- en vliegwerk geeft hij zich af, de bijeenkomsten van zijn partij kenmerken zich door een bonte maar niettemin uiterst sug gestieve enscèneering en überhaupt heeft hij het ver gebracht in de leer van de propagan da. Ongetwijfeld is hij een groot en innig ver eerder van Hitier. Vaak treft hem het verwijt, dat hij geld uit het Derde Rijk toegestopt zou krijgen, maar mag men John Gunther in zijn onvolprezen „Inside Europe" gelooven, dan stond Rosenberg in Berlijn hoogelijk verbaasd te kijken, dat de delegatie van de IJzeren Garde, die hem daar kwam opzoeken, bij die gelegenheid tevens geen geld vroeg. Rosenberg zou toen het compliment gemaakt hebben, dat de mannen van de IJzeren Garde de eeni ge sub-Hitier groep in den Balkan zijn, die hem geen geld voor propaganda-doeleinden vroegen Codreanu is de eenvoud zelve gebleven, maar het is een opgelegde eenvoud en als zoodanig waardeloos. Men zal hem nooit in een goed zittend eol- bertpak zien. Een linnen hemd, smetteloos wit en met bonte ornamenteeringen bestikt, is zijn geliefde dracht. Dat droeg hij ook toen hij het zoo ver had gebracht, dat de Koning hem in audiëntie wilde ontvangen, ofschoon des konings vriendin, mevr. Lupescus (mevr. Wolf) nog steeds als de roode lap op den zwarten stier werkt en de IJzeren Garde geen Joodsche inmenging in staatszaken wenscht, In de pronklievende omgeving van het paleis van Koning Carol, temidden van gala-unifor men en onberispelijke rok-costuums, had Co- dreanu's komst de uitwerking van een ver dwaalden boer. En dat was precies het effect, dat de jonge leider wilde bereiken, om nader hand met des te meer succes de goedgeloovige Roemeensche boeren van zijn eenvoud en ver bondenheid met het platteland te overtuigen. Een kwestie van regie alweer. In de geschiedenis van de „IJzeren Garde" heeft het nooit ontbroken aan terreurdaden en gangsterspraktijken, zoo goed als de lieele Balkan-politiek daarvan doordrenkt is. In zijn jeugd ontpopte Codreanu zich al als een dic- tatortje-in-spe. Hij was haantje-de-voorste onder zijn schoolkameraadjes. Hij organiseer de een boycot onder de scholieren tegen een onderwijzer, die impopulair was, en werd des wege niet van school gestuurd, maar beloond met het ontslag van den betrokken onderwijs man. Toen hij enkele jaren later de universi teit te Jassy bezocht, was het zijn lievelings- wenseh leeraar te worden. „Men moet men- schen beïnvloeden en hun gedachten hervor menplacht hij bij herhaling te zeggen. De universiteit van Jassy was toentertijd reeds het centrum van de anti-semitische beweging en de jonge Codreanu schroomde niet tijdens een relletje een schot te lossen op den burge meester van Jassy, dien hij van pro-semitis- me beschuldigde. Dagelijks kwam het tot in cidenten en provocaties. En al te lang aar- zeldq de politie in te grijpen, toen een deel van de hoogleeraren en een lid van de koninklijke familie, Prinses Ginka, die toen eveneens te Jassy studeerde, zich aan de zijde der stu denten schaarden. Toen de studenten op ze keren dag opnieuw door de straten trokken onder luide verwenschingen aan het adres van de Joden en de „straini" (buitenlanders) greep de politie in met het gevolg, dat tijdens een wilde vechtpartij een politie-agent werd gedood. Codreanu moest, verdacht van moord, terecht staan. Prompt werd hij vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, al bleven de poor ten van de universiteit voortaan voor hem ge sloten, zoodat hij de leeraarsbetrekking, die hij ambieerde, naar het rijk der droomen-van- bedrog moest verwijzen. Op dit tijdstip begint zijn politieke loop baan. De studenten van Jassy gaan de ken, van zijn IJzeren Garde vormen. Codreanu rijdt op zijn schimmel door het land en fulmi neert tegen „demo-liberalen" en Joden. Hij wint aan prestige als generaal Cantacuzeno, een oorlogsveteraan van gezag, maar die zeer teruggetrokken leefde, met zijn beweging sym pathiseert. Zijn succes neemt toe met de machtsoverneming in het Derde Rijk door het nationaal-socialisme. Het symbool van de IJzeren Garde wordt niet het hakenkruis, maar de korenbloem, zooals die in de velden van Roemenië bloeit. In 1934 volgt een crisis, na den moord op Duca, den minister van bin- nenlandsehe zaken, een krachtig tegenstan der van Codreanu, maar tevens een heimelij ke vijand van mevr. Lupescu, wier invloed achter de schermen zich nog steeds doet gel den. Codreanu's beweging een fanatieke student uit haar rijen loste het noodlottige revolverschot moet zich op een verbod voor bereiden. Maar Codreanu vlucht en redt zich in de legaliteit! Hij richt een nieuwe partij op „Alles voor het vaderland", een leuze, die menigen Roemeen van achtbaren leeftijd als muziek in de ooren klonk. Tot aller verras sing werd hij vrijgesproken van de verden king, de geestelijke bewerker van dezen moord te zijn. Hij spreekt bemoedigende woorden tot de geestdriftige scharen, die hem opwachten aan het Militaire Gerechtshof te Boekarest. „Morgen zal de macht in mijn handen zijn"., oreert hij als ervaren demagoog. De feiten ontkennen het niet. Bij de jongste verkiezingen waarbij de Nationale Boerenpartij en de IJzeren Garde hun invloed aanzienlijk versterkt zagen, is hij een belangrijken stap nader tot zijn doel gekomen, maar dat wil niet zeggen, dat het einddoel al onmiddellijk binnen zijn politieken gezichtskring is geko men. Politiek gesproken is zijn invloed bedui dend versterkt. Die invloed deed zich ook gel den toen Titulescu, lange jaren de onbestre den mentor van een Volkenbonds- en Rus- sisch-gezinde politiek, plotseling uit de regee ring werd geschakeld. En nu is Roemenië weel een stap nader tot de autoritaire staten ge komen, waarvan Codreanu zulk een bewon deraar is. (Nadruk verboden) till den lijd. Als ti soms eens teveel haast hebt om uw beurt af te wach ten bij een kruispunt, dan is een prettige zekerheid dat er een andere wagen voor u klaar staat, die steeds den tijd heeft en altijd rustig z ij n beurt afwacht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 5