CODREANU EN ZIJN „IJZEREN GARDE"
IN ROEMENIE.
KORT VERHAAL
STALIN: DE MAN MET DE TWEE
AANGEZICHTEN.
K'
(Van onzen Russischen oorrespondent).
Stalin heeft zich in zijn eigen netten ver
strikt; hij heeft het democratisch karakter
van de grondwet zóó ijverig gewaarborgd en
tijdens de verkiezingspropaganda zich per
soonlijk zóó over de beteekenis van het nieuwe
verheugd, dat 't Russisch parlement (de Hooge
Raad en de Nationaliteitenraad) een veel
grootere rol spelen zal dan men op grond van
de werkelijke macht verwachten kon. Maar
Stalin heeft de imponderabilia der Russische
volksziel opgeroepen en kan nu, met Goethe's
„Zauberlehrling", uitroepen: ,jDe door mij op
geroepen geesten raak ik niet imeer kwijt".
De uitslag van de verkiezingen heeft hem
overigens wel iets te denken gegeven. Bijna
twee millioen kiezers hebben biljetten inge
leverd, waarop de namen van alle communis
tische candidaten demonstratief doorgestreept
waren en 2.124.390 kiezers hebben blanco ge
stemd. Scherpe oppositie is daarmede tot
uiting gekomen. De Russische bladen hebben
geen voldoende scheldwoorden voor deze
..ideologische verraders", zooals zij genoemd
worden. Toch zijn 1143 afgevaardigden voor
den duur van 4 jaar gekozen, maar rond 30
pet. is partijloos en zweert niet bij het alleen
zaligmakend dogma der communistische
ideologie.
Stalin.
Helaas is tot nu toe niet bekend gemaakt,
hoe de partij loozen over beide Kamers ver
deeld zullen zijn. Hoewel het Russische par
lement, volgens artikel 55 van de grondwet,
precies een maand na de verkiezing, dus op 12
Januari 1938, bijeen moet komen, zijn de
wetsvoorstellen, welke aan het parlement
voorgelegd moeten worden, nog niet inge
diend.
Bij geruchte verluidt dat men op liet Volks
commissariaat voor den binnenlandschen
handel druk bezig is met het uitwerken van
een nieuwe handelswet. De kleine handels
zaken zullen een half-particulier karakter
krijgen, terwijl de leiding niet langer aan
staatsambtenaren maar aan kooplieden, die
een zeker percentage van den omzet ontvan
gen, toevertrouwd wordt. Inkoopen zullen zij
zelfstandig mogen doen, zonder toestemming
"of bevestiging van de Overheid. Daar de om
zet op het platteland minder is dan in de
.stad en het handeldrijven daar bovendien veel
moeilijker is. heeft men het percentage, dat
de koopman op het platteland toegewezen
krijgt, hooger gesteld dan dat in de stad. In
ieder geval is deze nieuwe handelswet de eer
ste stap in de richting van particulieren han
del in Rusland.
Het jaar 1937 is voor Rusland, economisch
gesproken, zeer gunstig geweest. De oogst
sloeg alle records, de graanproductie bijv. be
droeg 6.8 milliard poed, tegen 4.6 milliard in
1936. (1 poed is 16 K.G.) De productie der
industrieën was 15.3 pet. hooger. Het program
ma van de Russische industrie voor het
loopende jaar zal voor het eerst, aan het par
lement ter bekrachtiging voorgelegd worden.
Deze goede economische resultaten en de
verwachtingen, die door de aanstaande ope
ning van het parlement gewekt zijn, gaven
aanleiding om een vroolijk Kerstfeest, zooals
het in lange, lange jaren niet in Rusland voor
kwam, te vieren. Natuurlijk: een Christelijk'
feest is in Rusland verboden, aangezien 1
Januari als feestdag is gekozen. De Kerst-
vacantie van de schooljeugd duurt dan ook
van 30 December tot 12 Januari. Overigens
is het feest niet veel anders dan in West-
Europa veidoopen. De denneboomen waren in
Rusland betrekkelijk goedkoop: beneden 1
meter kostten ze 1 roebel en 50 kopeken, van
1—2 meter 3—5 roebel, 3 meter en hooger
1525 roebel. Alleen in Moskou zijn met
Kerstmis 400.000 Kerstboomen verkocht. Vroe
ger moest men de kaarsen in flesschen steken
ditmaal kon men zich de luxe veroorloven
kaarsenhouders te koopen, die men aan den
boom bevestigde. Verder kregen de kinderen
versnaperingen, zooals noten, vruchten enz.
Rusland heeft zelfs een Kerstmannetje, maar
dan zonder den langen witten baard. Verder
laat ook Stalin zich rustig als Kerstman ver
eeren.
Wanneer ouders hun kinderen willen kal-
meeren of terecht wijzen,' dan zeggen zij:
,,Je moet nu erg aardig zijn, anders keert
Stalin je den rug toe en dan krijg je noch
lekkers, noch cadeaux". In de schoollokalen
en in de huiskamers hangt een prachtige
foto van Stalin. Hij lacht daarop een klein
meisje, dat hem omhelst en vertrouwelijk
aankijkt, toe. Veel Russen hebben in hun
kinderlijken eenvoud de oude olielamp, die
vroeger voor den Ikoon (Heiligenbeeld) hing,
te voorschijn gehaald en voor de foto van
Stalin, den nieuwen wonderdoener, opgehan
gen De goddeloosheidsbeweging in Rusland
heeft er n.l. slechts 2.000.000 mensehen toe
gebracht de kerk den rug toe te keeren; alle
anderen zijn goede Christenen gebleven en
zij zien vol vertrouwen op naar den Ikoon,
die nu niet meer den wonderdoener-Nicolaas
of de Moeder Gods voorstelt, maar„va
dertje" Stalin.
Stalin is voor de Russen het voorbeeld van
een ideaal staatsburger, die allen willen na
volgen. In redevoeringen en in gedrukte
spreuken wordt den Russen telkens en tel
kens weer. ingeprent: ..Stalin drinkt geen
alcohol, dus je moet het ook niet drinken!"
Of: Stalin rookt pijpen, dat is beter dan
sigaretten, rook dus ook pijpen". Het volgen
de gebod luidt: „Bekommer jè niet om mooie
kleeren, kijk maar eens hoe eenvoudig ons
aller vriend Stalin gekleed is!" En tenslotte:
„Zorg voor je kinderen, zooals onze groote
vader Stalin voor al zijn kinderen zorgt. Wij
zijn zijn kinderen en moeten onzen vader
Stalin in alles navolgen!"
De patriarchale en naïeve opvattingen van
het Russische volk zijn doorgebroken, waar
bij het zich een ideaal vormt van „vadertje"
Stalin, die het beschermt en gelukkig maakt.
Zal Stalin het Russische volk in zijn hoogge
stemde verwachtingen niet teleur stellen?
Hoe zal hij het nieuwe massa-proces, dat in
Moskou voorbereid wordt en waarbij 14 di
plomaten, waaronder 3 gezanten. 13 hooge
officieren en 20 hooge ambtenaren van de
geheime politie, in totaal 47 hooge functio
narissen, van landverraad beschuldigd zijn,
kunnen verdedigen? De vroegere gezant in
China, Bogomolow, heeft men zonder vorm
van proces doodgeschoten, omdat hij Stalin
verkeerd heeft ingelicht over de Chineesche
strijdkrachten. Hetzelfde lot zal Lepin, den
Russischen militairen attaché in China, wel
treffen. Deze is rèeds teruggeroepen en ge
arresteerd. Eveneens teruggeroepen en gear
resteerd zijn de gezanten in Kopenhagen,
Tischmenjew, en in Oslo, Jakubowitsch. Me
vrouw Kollontaj, die den gezantschapspost
in Stockholm bekleed, is reeds driemaal aan
gemaand naar Moskou te komen. Daar zij
heel goed weet, welk lot haar in Rusland
wacht, heeft zij steeds verklaard dat haar
gezondheid haar belette, de reis naar Mos
kou te ondernemen. De Russische gezant te
Athene, Basmin, is gevlucht en houdt zich
ergens in Frankrijk schuil. Stalin heeft een
hoogen prijs op zijn hoofd gezet. De Russi
sche consul-generaal te New-York, Arens, de
handelsattaché te Londen, Alexander Ozersky
en de militaire attaché te Parijs, generaal
Semenow, zijn allen teruggeroepen en na het
passeeren van de Russische grens, onmiddel
lijk in arrest gesteld.
Desgewenscht kan men deze lijst van Rus
sische diplomaten, die wegens verraad ge
arresteerd zijn, nog uitbreiden, daar van de
Russische militaire attachés in Tokio, Tehe
ran, Kaboel, Ankara, Athene, Rome en Va
lencia geëischt is, naar Moskou terug te kee
ren. Stalin is, op het toppunt van zijn macht,
een man met twee gezichten: het eene, dat
hij het Russische volk toekeert, glimlacht
vriendelijk, belooft geschenken aan de kin
deren en hervormingen aan de volwassenen,
het andere, dat den Russischen diplomaten,
handels- en militaire attachés toegekeerd is,
staat toornig en verkondigt doodvonnis op
doodvonnis
Prof. KARL TIANDER.
(Nadruk verboden).
FILMPJE IN VERBAND MET DE
BLIJDE GEBEURTENIS.
„Nu juicht een volk".
De blijde gebeurtenis, welke in het prinse
lijk gezin staat te gebeuren, heeft de filmfa
briek Polygoon te Haarlem ertoe doen be
sluiten een filmpje gereed te maken, dat de
titel draagt: „Nu juicht een volk". Dit filmpje
bevat een zeer beknopt overzicht van momen
ten uit het leven van het prinselijk paar, ter
wijl daarna door Neerlands grootste zangeres
mevr. Jo Vincent, begeleid door den pianist
A. v. d. Horst, een uitermate geslaagd lied
zal worden gezongen, dat eveneens de titel
draagt: „Nu juicht een volk". De tekst van
dit lied is van Annie de Hoog—Nooij en de mu
ziek van Hans Krieg. Het filmpje eindigt met
een couplet van het Wilhelmus, te zin
gen door de Kon. Mannenzangvereeniging
„Apollo" onder leiding van Fred. J. Roeske. De
in het binnen en buitenland zoo gevierde zan
geres treedt hiermede voor de eerste maal
voor de film op. Dit filmpje zal in de belang
rijkste theaters van Nederland vertoond wor
den.
Drie langvingers onschadelijk
gemaakt.
Groote handigheid in lade lichten.
Een groote reeks kleine inbraken, lade
lichtingen en verduisteringen, die geduren
de de laatste maand tal van Amsterdamsclie
winkeliers en caféhouders had verontrust,
is door de arrestatie van twee werkloozen
van resp. 26 en 30 jaar in een café op het
Waterlooplein, voor een groot deel tot ophel
dering gebracht. De aanleiding tot deze ar
restatie was een poging tot inbraak in een
groentenhandel in de Korte Houtstraat,
waarbij zij door een nachtwaker werden ont
dekt. Nadat de beide steuntrekkers op het
politiebureau J. D. Meyerplein den nacht van
Woensdag op Donderdag hadden doorge
bracht en aan een verhoor waren onderwor
pen. werden zij Donderdag overgegeven aan
de politie van het bureau Linnaeusstraat, tri
welks sectie eveneens een aanzienlijke reeks
ongerechtigheden op hun rekening staan.
Het bleek de recherche echter, dat het twee
tal in dit rayon, een groot deel van oost be
strijkende, hand- en spandiensten genoot en
al spoedig kon de politie er in slagen, na een
krachtig doorgezet onderzoek, een derden
werklooze te arresteeren, tegen wien een
even uitgebreide hoeveelheid bezwarende ge
gevens verzameld was als tegen de twee
eerstgenoemden.
Uit het onderzoek is aan het licht geko
men, dat deze mannen zich een groote
handigheid hadden eigen gemaakt in het
lichten van muntmeters, kasregisters en
automaten, waarbij vaak groote bedragen in
hun handen vielen. Zoo zijn er in den loop
der laatste weken tal van aangiften van op
lichtingen gedaan door bewoners van den
Singel, de Warmoesstraat, de Geldersche-
kade, de Sint Jansstraat, de Lindengracht,
den Zeedijk en andere straten, waarvoor zij
aansprakelijk worden gesteld, terwijl ook in
de Transvaalbuurt de omgeving van het
Oosterpark en de Dapperbuurt, benevens de
Eilanden onmiskenbare sporen van hun aan
wezigheid zijn waargenomen.
AANBESTEDINGEN
HAARLEM Vrijdag.
Hedenmorgen hadden door den Rijkswater
staat te Haarlem de volgende aanbestedingen
plaats:
Onderhoud van de Rijkszeewerken, buiten
deuren en Rij kshavenwerk^n op Vlieland, ge
durende 1938. Het laagst werd ingeschreven:
voor perceel a. door O. Bosker te Wieringen
voor 24.940; voor perceel b. door I. C. Kooy-
man te Harlingen voor 24.950.
Onderhoud Pettemer Zeewering gedurende
1938. Laagste inschrijver: A. de Wit te Heiloo
voor 26.640.
Onderhoud Rijkswegen ln de- provincie
Noord-Holland, ged. 1938 en 1939, in 3 perc.
Laagste inschrijvers: perceel a. K. van Bar-
neveld te Zeist voor 26.316; voor perceel b.
Geruischlooze Weg te Heemstede voor
8770; voor perceel c. door J. Twisk Jzn. te
Castrïcum voor 5483.
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdagsavonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.
De jongste aspirant-dictator in de
Balkan-politiek. Onder de leuze
alles voor het vaderlanden met
behulp van een pompeuze regie
weet hij de Roemeensche boeren
te imponeeren. Middernachtelijke
bijeenkomsten onder den sterren
hemel. Mevr. Lupescu, het zwarte
schaap in de oogen van de leiders
der IJzeren Garde. Uit de jeugd
van Corneliu Codreanu. De bloei
ende korenbloem vervangt het
hakenkruis.
(Van een bijzonderen correspondent)
BOEKAREST, Januari '38. „Co-dre-a-nu",
„Co-dre-a-nu!" dit is de leuze die in spreek
koor aangeheven, vaak de wonderlijke rust
van het Roemeensche platteland verstoort.
Een heraut stijgt van zijn schimmel in het
middernachtelijk uur, een ruiter, die een een
voudige witte linnen kiel draagt. Plechtig heft
hij den rechterarm op en op dit teeken zwijgt
de duizenkoppige schare van boeren, die bij
fakkellicht en warm brandende kruisen in
den sterrennacht bijeengekomen is. Dit is ook
het teeken, waarop alle patriottische liederen
als bij tooverslag verstommen en de klare stil
te van het Roemeensche akkerland, tijdelijk
althans weer verzekerd schijnt. Codreanu
gaat spreken, Comeliu Codreanu, de jonge
leider van de „IJzeren Garde", een extréme
figuur zonder weerga, die zijn dictatoriale
droomen nog lang niet heeft uitgedroomd en
wiens totalitaire en anti-semitische ideeën
vooral onder de eenvoudige en onwetende boe
ren opgeld doen.
De ironie van het lot wil, dat vele dictators
of semi-dictators niet de nationaliteit bezaten
van het land, waarover zij later regeerden.
Hitler was Oostenrijksch onderdaan, Schusch-
nigg werd in Italië geboren, de Turksche dic
tator Mustapha Kemal Ataturk, de groote
Griekenhater, was juist afkomstig uit Salo-
niki, Stalin is een Georgiër en men kan niet
zeggen, dat de sympathie in het oude Rusland
voor de Georgiërs bijzonder groot was. Pil-
soedski was Litauer van origine en dat ver
klaarde de hardnekkigheid, waarmee hij later
weigerde den Litauers het Wilna-gebied terug
te geven. Corneliu Codreanu, al is hij nog
maar een pseudo-dictator, maakt geen uitzon
dering. Onder dezen ontegenzeggelijk Roe-
meenschen naam gaat een zekere meneer Ze-
linski schuil, die uit een eenvoudig Poolsch
gezin te Kroonstad afkomstig is. Zelinski is
een naam, die in Polen denzelfden vertrouw
den klank heeft als die van Jansen ten on
zent!
Comeliu Codreanu werd een vurig patriot
niet voor de PooLsehe maar voor de Roemeen
sche zaak. Het bloed kruipt wel meer, waar
het niet gaan kanIn 1927 stichtte hij de
„IJzeren Garde", die met de Nationale Boe
renpartij en de Nationaal Christelijke Partij
het monopolie van het Roemeensche nationa
lisme meent te hebben. Een fanatiek super-
faseisme, een ijzige Jodenhaat, en een streng
doorgevoerd nationalisme lagen aan zijn pro
gramma ten grondslag.
Codreanu' nu maakt er geen geheim van
wat een Degrelle wèl deed dat een deel van
zijn succes aanvankelijk niet uit zijn partij-
Sigarettenpapier
HANS DE LA RIVE BOX.
APITEIN Zeeghers zette zijn motor
tegen een boom en haastte zich naar
het barakje, waar collega Stuurma
den scepter zwaaide.
De marechaussee voor den ingang sprong
in de houding.
„Vertel eens, is de commandant binnen?"
klonk het kort.
„Om u te dienen, kap'tein".
„Mooi, dank je".
In 't gangetje klonken zijn zware voetstppen
hol op en even later stond hij tegenover
Stuurma, wiens ernstig gezicht nauwelijks tot
een lachje plooide.
„Hallo Evert, gaat het goed?" vroeg hij
nieuwsgierig.
Zeeghers zette zich losjes op de punt van de
tafel en knikte.
„Best, merci, maar voor jou heb ik geen
prettige boodschap. D'r is in den Haag ge
klaagd dat er hier nog zooveel gesmokkeld
wordt en nu kom ik je even waarschuwen.
Maar denk er om, het blijft absoluut tusschen
ons, begrepen?"
Stuurma's gezicht verduisterde.
„Bliksems", mompelde hij geërgerd, „ik kan
niet meer doen, dan ik tot nu toe ge
daan heb. We zijn dag en naoht in touw; elke
meter wordt bewaakt".
Zeeghers knikte.
„Ja, dat geloof ik wel, maar het is nu een
maal niet anders. Luister eensHij boog
zich voorover. „Vanmiddag komt de minister
zich persoonlijk op de hoogte stellen.
Stuurma verbleekte en smoorde een ver-
wensching.
„Je bent nu gewaarschuwd, "vervolgde de
ander wat vriendelijker. „Maak er het beste
van, en laten we hopen, dat het zoo'n vaart
niet zal loopen. Je ként den minister toch?
Niet? Nou, dat hindert niet. Ik hoorde toe
vallig, dat hij met een wagen van het depar
tement komt. Er staat „C. D." op, „Corps Di
plomatique". Tot kijk, kerel en houd je taai".
Weg was kapitein Zeeghers en even later
ronkte zijn motor. Stuurma keek hem na en
streek vermoeid langs zijn voorhoofd. Lieve
deugd, als dat maar niet op overplaatsing uit
draaide.
„Zorgen, Wim?" klonk een heldere stem in
het ongezellige vertrek en een jonge knappe
vrouw in een eenvoudig katoentje tikte hem
plagend de wang.
„O lieve kind, ruk alsjeblieft in, vandaag
heb ik geen tijd voor je", antwoordde de offi
cier kwasi boos, doch hij lachte haar even toe.
„Ik krijg vanmiddag hoog bezoek, weet je".
De jonge vrouw trok een lipje.
„Jakkes, je bent de laatste dagen niets
aardig tegen me. En we hebben ons nog wel
zoo voor jullie uitgesloofd met Kerstmis. Zeg
eens gauw, was de kalkoen niet verrukkelijk?"
„Meer dan dat, eerlijk is eerlijk. En je weet
drommels goed, dat we hier allemaal dolblij
zijn, zoo dicht bij jullie boerderij te zijn ge
komen. Je bent een beste meid, Elsje en nog
een heel mooi meisje bovendien, maar het Is
toch beter, als je voortaan niet tijdens dienst
uren in mijn bureau komt. Beloof je het?"
„Ik hoor het al, je bent met je verkeerde
been uit bed gestapt", lachte ze. „Nou, ik zal
wel gaan, hoor. Zie ik je vanmiddag nog?
Laat's kijken, ik moet nog even de grens over.
Het zal wel zes uur zijn, als ik terug ben".
„Ik kom vanavond een kopje koffie bij je
drinken", beloofde Stuurma en drong haar
met zacht geweld naar buiten. Daar gaf ze
den marechaussee een knipoogje en sloeg
zingend den weg in naar de boerderij.
„Een lieve meid", mompelde Stuurma, die
haar nakeek. En toen betrok zijn gezicht weer
bij de gedachte aan wat komen ging.
„Meneer Stuurma?"
„Tot uw dienst, excellentie".
Kapitein Stuurma stond als een standbeeld.
De minister glimlachte.
„Kent u mij?"
Nu glimlachte de ander.
„Wie zou u niet kennen, excellentie? Boven
dien heb ik uw portret van de week nog in de
krant gezien".
„Luister eens, meneer Stuurma. Wacht,
steekt u een sigaar van me op. We moeten
eens praten. Er wordt hier nog bar veel ge
smokkeld, zooals u bekend zal zijn. Wat is uw
meening hieromtrent? De grensbewaking is
toch wel afdoende?"
„Mag ik u openhartig antwoorden, excellen
tie?"
„Ga gerust uw gang, graag zelfs".
„Dan geloof ik, dat u het cardinale punt
reeds hebt aangeroerd, excellentie. Ik heb
acht man tot mijn beschikking en we pa
trouilleeren dag en nacht. Het is absoluut
noodzakelijk dit aantal te verdubbelen".
De minister knikte in gedachten verzonken
en begaf zich met den officier naar binnen.
Ongeveer een half uur later trad het tweetal
op de auto toe, die aan den overkant van den
weg geparkeerd stond. De chauffeur haastte
zich het portier te openen.
„Heb je een potje bier genomen, Jansen?"
Monk het gemoedelijk.
„Zeker, excellentie en het smaakte voor
treffelijk", sprak de chauffeur. Stuurma, die
reden had om in een vroolijke stemming te
zijn, lachte.
„Ja; het bier hier is uitstekend", merkte hij
op. „En als je in het cafétje van boer Her-
manus hebt gedronken, ben je door het mooi
ste meisje uit den omtrek bediend".
„Zoo is het, kapitein", knikte de chauffeur.
„Dié daar?" vroeg de minister en wachtte
even met instappen.
„Juist, dat is onze dorpschoone", antwoord
de Stuurma, in de richting van de jonge vrouw
knikkend, die juist uit het cafétje naar buiten
kwam.
„Tjonge, dat is een schilderijtje", merkte de
minister met een tinteling in zijn grijze oogen
op. „ik hoor het al, jullie hoeven je in dit
nest niet te vervelen".
Op dat oogenblik was „het schilderijtje" de
a/uto genaderd.
„Hallo, kapiteintje, mag ik meerijden? Of
gaan jullie de grens niet over?" Monk het ge
moedelijk.
Stuurma verschoot van Meur en de chauf
feur beet zich op de onderlip.
„Hmmoet u niet antwoorden, meneer
Stuurma?" vroeg' de minister, die schik in het
geval had.
,Ze lijkt wel gek", merkte de officier ge-
ergerd op.
„Heelemmaal niet, als we toch de grens over
gaan, mag ze gerust van de partij zijn", klonk
het opgewekt en de kapitein trok een gezicht
of hij' hét in Keulen hoorde donderen.
„Spreekt uwe excellentie in ernst?" vroeg
hij langzaam.
„Tuurlijk!"
Twee minuten later was de schoone Elsje
aan den minister voorgesteld. De auto vertrok
en langzaam kwam kapitein Stuurma over zijn
verbazing heen. Drommels, van dat hooge be
zoek had hij zich heel wat anders voorgesteld!
Een kilometer verder remde de chauffeur.
De andere grenspost was bereikt.
„Excuseert u mij even", zei Stuurma, terwijl
hij het portier opende. „Ik zal hun even ver
tellen, wie u bent. We kunnen dan ongehin
derd doorrijden".
Doch tot groote verontwaardiging wenschte
de commandant van deze post de Hollandsche
auto niet zonder meer door te laten.
„.Minister of geen minister, ik heb mijn con
signes", zei hij grimmig. „Ik moet mijn plicht
doen en den wagen laten doorzoeken".
Tot nieuwe verbazing van den kapitein vatte
de minister dit voorval allerminst tragisch op.
Ze zullen gauw genoeg zien, dat ik geen
smokkelaar ben", lachte hij. „Kom, jonge
dame, we zullen maar even aan den kant van
den weg wachten", en door de jonge vrouw
voorgegaan stapte hij uit.
De lach trok echter van zijn gelaat, toen
een der ambtenaren den autokoffer geopend
had ener vier flinke pakken uithaalde.
Nauwelijks was het eerste geopend of de mi
nister slaakte een kreet van verbazing. Er
bleken eenige honderden boekjes sigaretten
papier in te zitten.
„Komaan", zei de commandant van de
post, „of ik er een voorgevoel van had. Zoo
komt de aap uit den mouw". En hij keek den
minister met een scheef gezicht aan.
„Bij dit-en-dat, maar u denkt toch niet, dat
zijn excellentieviel kapitein Stuurma
verontwaard uit.
„Ik denk niets", klonk het rustig. „Ik zal
hier alleen proces-verbaal van opmaken. Ik
begrijp best hoe de vork in de steel zit. De een
of andere smokkelaar moet u beiden dit kool
tje hebben gestoofd. Deze pakken neem ik in
beslag. U kunt nu uw weg vervolgen".
„Het ishet is niet te gelooven", liet de
minister zich ontvallen. „Dergelijke brutaliteit
van heeren smokkelaars gaat alle perken te
buiten".
„Het is buitengewoon onaangenaam voor u",
hakkelde Stuurma. „Intusschen verheugt het
mij, dat u nu met eigen oogen hebt kunnen
constateeren, hoe geslepen volkje het hier is".
„We zullen instappen", sprak de minister. On
willekeurig moest hij even glimlachen. Smok
kelwaar in een auto van het „Corps Diploma
tiqueDat moesten ze in Den Haag
hooren!
„Kom, jonge dame", wendde Stuurma zich
tot de jonge vrouw. Hij had haar door het
incident glad vergeten en keek haar nu on
derzoekend aan. Tot zijn verbazing lichtte er
een glans van hevige teleurstelling in haar
mooie oogen. Een glans echter, die direct ver
anderde in een koket lachje.
„Graag, kapiteintje", antwoordde ze liefjes
en ging het tweetal voor.
Kapitein Stuurma volgde. Hij had een gevoel
of hij slaapwandelde. Verbijsterd bleef hij
naar het bevallige figuurtje voor hem staren,
hoorde niets van wat de minister nog over
het geval opmerkte.
Plotseling had hij begrepen
En met onfeilbare zekerheid wist hij dat
oogenblik, dat dit avontuur zijn vriendschap
pelijke verhouding met dit mooi Elsje voor
altijd had verbroken en dat hij vanavond en
morgen en nooit meer bij haar zou kunnen
komen om van een kopje koffie en haar lief
tallig gezelschap te genieten.
program doch uit zijn imposante verschijning
viel te verklaren. Men stelle zich den leider
van de „IJzeren Garde" als een markante fi
guur voor, een man met wilskrachtig gelaat,
waarin de donkere oogen gloeien als hij het
woord voert, een energieke kin, een smalle
neus en het lange zwarte haar in breede
plooien weggestreken over het breede hoofd.
Met kunst- en vliegwerk geeft hij zich af, de
bijeenkomsten van zijn partij kenmerken zich
door een bonte maar niettemin uiterst sug
gestieve enscèneering en überhaupt heeft hij
het ver gebracht in de leer van de propagan
da. Ongetwijfeld is hij een groot en innig ver
eerder van Hitier. Vaak treft hem het verwijt,
dat hij geld uit het Derde Rijk toegestopt zou
krijgen, maar mag men John Gunther in zijn
onvolprezen „Inside Europe" gelooven, dan
stond Rosenberg in Berlijn hoogelijk verbaasd
te kijken, dat de delegatie van de IJzeren
Garde, die hem daar kwam opzoeken, bij die
gelegenheid tevens geen geld vroeg. Rosenberg
zou toen het compliment gemaakt hebben,
dat de mannen van de IJzeren Garde de eeni
ge sub-Hitier groep in den Balkan zijn, die
hem geen geld voor propaganda-doeleinden
vroegen
Codreanu is de eenvoud zelve gebleven, maar
het is een opgelegde eenvoud en als zoodanig
waardeloos.
Men zal hem nooit in een goed zittend eol-
bertpak zien. Een linnen hemd, smetteloos
wit en met bonte ornamenteeringen bestikt,
is zijn geliefde dracht. Dat droeg hij ook toen
hij het zoo ver had gebracht, dat de Koning
hem in audiëntie wilde ontvangen, ofschoon
des konings vriendin, mevr. Lupescus (mevr.
Wolf) nog steeds als de roode lap op den
zwarten stier werkt en de IJzeren Garde geen
Joodsche inmenging in staatszaken wenscht,
In de pronklievende omgeving van het paleis
van Koning Carol, temidden van gala-unifor
men en onberispelijke rok-costuums, had Co-
dreanu's komst de uitwerking van een ver
dwaalden boer. En dat was precies het effect,
dat de jonge leider wilde bereiken, om nader
hand met des te meer succes de goedgeloovige
Roemeensche boeren van zijn eenvoud en ver
bondenheid met het platteland te overtuigen.
Een kwestie van regie alweer.
In de geschiedenis van de „IJzeren Garde"
heeft het nooit ontbroken aan terreurdaden
en gangsterspraktijken, zoo goed als de lieele
Balkan-politiek daarvan doordrenkt is. In zijn
jeugd ontpopte Codreanu zich al als een dic-
tatortje-in-spe. Hij was haantje-de-voorste
onder zijn schoolkameraadjes. Hij organiseer
de een boycot onder de scholieren tegen een
onderwijzer, die impopulair was, en werd des
wege niet van school gestuurd, maar beloond
met het ontslag van den betrokken onderwijs
man. Toen hij enkele jaren later de universi
teit te Jassy bezocht, was het zijn lievelings-
wenseh leeraar te worden. „Men moet men-
schen beïnvloeden en hun gedachten hervor
menplacht hij bij herhaling te zeggen.
De universiteit van Jassy was toentertijd reeds
het centrum van de anti-semitische beweging
en de jonge Codreanu schroomde niet tijdens
een relletje een schot te lossen op den burge
meester van Jassy, dien hij van pro-semitis-
me beschuldigde. Dagelijks kwam het tot in
cidenten en provocaties. En al te lang aar-
zeldq de politie in te grijpen, toen een deel van
de hoogleeraren en een lid van de koninklijke
familie, Prinses Ginka, die toen eveneens te
Jassy studeerde, zich aan de zijde der stu
denten schaarden. Toen de studenten op ze
keren dag opnieuw door de straten trokken
onder luide verwenschingen aan het adres van
de Joden en de „straini" (buitenlanders)
greep de politie in met het gevolg, dat tijdens
een wilde vechtpartij een politie-agent werd
gedood. Codreanu moest, verdacht van moord,
terecht staan. Prompt werd hij vrijgesproken
wegens gebrek aan bewijs, al bleven de poor
ten van de universiteit voortaan voor hem ge
sloten, zoodat hij de leeraarsbetrekking, die
hij ambieerde, naar het rijk der droomen-van-
bedrog moest verwijzen.
Op dit tijdstip begint zijn politieke loop
baan. De studenten van Jassy gaan de ken,
van zijn IJzeren Garde vormen. Codreanu
rijdt op zijn schimmel door het land en fulmi
neert tegen „demo-liberalen" en Joden. Hij
wint aan prestige als generaal Cantacuzeno,
een oorlogsveteraan van gezag, maar die zeer
teruggetrokken leefde, met zijn beweging sym
pathiseert. Zijn succes neemt toe met de
machtsoverneming in het Derde Rijk door het
nationaal-socialisme. Het symbool van de
IJzeren Garde wordt niet het hakenkruis,
maar de korenbloem, zooals die in de velden
van Roemenië bloeit. In 1934 volgt een crisis,
na den moord op Duca, den minister van bin-
nenlandsehe zaken, een krachtig tegenstan
der van Codreanu, maar tevens een heimelij
ke vijand van mevr. Lupescu, wier invloed
achter de schermen zich nog steeds doet gel
den. Codreanu's beweging een fanatieke
student uit haar rijen loste het noodlottige
revolverschot moet zich op een verbod voor
bereiden. Maar Codreanu vlucht en redt zich
in de legaliteit! Hij richt een nieuwe partij
op „Alles voor het vaderland", een leuze, die
menigen Roemeen van achtbaren leeftijd als
muziek in de ooren klonk. Tot aller verras
sing werd hij vrijgesproken van de verden
king, de geestelijke bewerker van dezen moord
te zijn. Hij spreekt bemoedigende woorden tot
de geestdriftige scharen, die hem opwachten
aan het Militaire Gerechtshof te Boekarest.
„Morgen zal de macht in mijn handen zijn".,
oreert hij als ervaren demagoog.
De feiten ontkennen het niet. Bij de jongste
verkiezingen waarbij de Nationale Boerenpartij
en de IJzeren Garde hun invloed aanzienlijk
versterkt zagen, is hij een belangrijken stap
nader tot zijn doel gekomen, maar dat wil
niet zeggen, dat het einddoel al onmiddellijk
binnen zijn politieken gezichtskring is geko
men. Politiek gesproken is zijn invloed bedui
dend versterkt. Die invloed deed zich ook gel
den toen Titulescu, lange jaren de onbestre
den mentor van een Volkenbonds- en Rus-
sisch-gezinde politiek, plotseling uit de regee
ring werd geschakeld. En nu is Roemenië weel
een stap nader tot de autoritaire staten ge
komen, waarvan Codreanu zulk een bewon
deraar is.
(Nadruk verboden)
till den lijd.
Als ti soms eens teveel haast
hebt om uw beurt af te wach
ten bij een kruispunt, dan is
een prettige zekerheid dat
er een andere wagen voor u
klaar staat, die steeds den tijd
heeft en altijd rustig z ij n
beurt afwacht