r) „DE WAANZINNIGE WEDLOOP". Twaalf en een half jaar Nazorg. Onze export van groenten en fruit. ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. 4= f m 903 Roger Martin du Gard te Stockholm. De dreigende oorlog zou af te wenden zijnwan neer de menschen-vaii-bescliaving hun onbegrijpe lijke laksheid van zich afschudden en een eenheids front tegen de machten van den oorlog vormden. Mooi en nuttig werk verricht. (Van onzen correspondent). STOCKHOLM, eind December. ELK jaar weer passeeren een stuk of vier, vijf heeren en soms ook een enkele vrouw op hun weg naar roem of naar wat wij menschen on sterfelijkheid gelieven te noemen, de Zweed- sche hoofdstad om er op het schitterendste èn vervelendste feest van het heele winter seizoen uit handen van koning' Gustaaf een sierlijk gecalligrafeerde oorkonde en de gou den Nobel-medaille te ontvangen, nadat zij 's morgens op het kantoor van de Nobel- Stichting een kwitantie onderteekend heb- iben voor een chèque van meestal over de anderhalve ton in Zweedsch geld. Zij komen, zij worden geïnterviewd, gefo tografeerd, gehuldigd en uitgenoodigd, zij zeggen vriendelijke dingen over Zweden en over wijlen Alfred Nobel, houden hun min of meer verplichte openbare lezing en verdwij nen dan weer naar minder barre en minder donkere oorden. Zij komen en gaan en het vluchtige bezoek van de meeste Nobelprijs winnaars laat hier nauwelijks herinneringen achter. Van sommige weet men na jaren nog wel wat anecdotische bijzonderheden te ver tellen, doordat zij de rol vaar Nobelprijs winnaar anders vervulden dan dat gedaan behoort te worden en daardoor een dankbaar door pers en publiek genoteerde afwisseling brachten in het altijd eendere, stijf-traditio- neele en uit traditie stijve ceremonieel van de Nobel-feestelij kheden. Men onthoudt, dat Anatole France op 't laatste nippertje door een zenuwachtigen Fransche legatiesecreta ris uit zijn middagdutje gehaald en ondanks zijn tegensputteren in een rokcostuum ge werkt werd, men herinnert zich ook een zeer geleerden Duitscher, die met plechtige bui gingen en Oostersche handgebaren op den prijsuitreikenden koning van Zweden toe- schreed omdat hij meende, dat de groet, die vlak voor hem een Britsch-Indische natuur kundige den koning gebracht had bij het in ontvangst nemen van zijn prijs, dé groet eens Nobelprijswinnaars was. Nog andere namen van beroemdheden vallen den Stockholmer in, wanneer er zoo anecdotes van Nobelfees ten worden opgehaald. Maar het gebeurt hoogst zelden, dat een Nobelprijswinnaar tijdens zijn korte verblijf te Stockholm in die gezellige, drukke weken vlak voor Kerst mis, als mensch, als persoonlijkheid zoo'n in druk maakt, dat men er jaren later nog aan terug denkt met iets van dankbaarheid voor de goede uren, die de vluchtige ontmoetingen met dezen grooten mensch waren. Een van hen, die hier zóó in de herinnering zal blij ven, is Roger Martin du Gard. Roger Martin du Gard. Toen de Zweedsche Academie anderhalve maand geleden mededeelde, den Nobelprijs voor letterkunde van 1.937 aan den schrijver van Les Thibault toegekend te hebben, wisten de verslaggevers van de Stoekholm- sche kranten elkaar te vertellen, dat die Du Gard „onmogelijk" was, dat wil zeggen, las tiger aan 't praten was 'te krijgen dan Garbo. Hij arriveerde in den vroegen morgen te MalmÖ, was nauwelijks wakker en niet bijster vriendelijk, stapte zonder de journalisten een woord gezegd te hebben in den trein naar Stockholm en kwam daar acht uur later niet aan. Hij was zoek en hij bleef zoek en op de Fransche legatie begon men zich al ongerust te maken, dat hij het voorbeeld van zijn grooten landgenoot-confrère zou volgen, toen hij onverwachts opdook en zich voor de eer ste maal van zijn leven voor een interview beschikbaar stelde. Hij was aan het laatste station voor de hoofdstad uitgestapt en met een taxi verder gegaan** om tenminste een paar dagen met rust gelaten te worden en nu zat hij daar heel genoegelijk en Fransch- charmant over zijn werk en over de film en over de Fransehen te vertellen, zoodat de heele Stockholmsche pers kon constateeren, dat alle verhalen over de verlegenheid en de schuwheid en de geslotenheid van Roger Martin du Gard fabeltjes waren. Een dag later hield hij aan het banket voor de Nobelprijswinnaars in de Gulden Zaal van het Stadhuis een rede, die wel zeer sterk afweek van de redevoeringen, die de winnaars bij die gelegenheid plegen te hou- meer Als de politie uw fiets zonder achterlicht ziet of: .als 'n automobilist u niet mocht zien Dan kan u dat duurste staan komen, terwijl u voor 'n paar kwartjes klaar kunt zijn Maar let op "t „RIJKSKHUR'"! vftAASTPE BENT 0 VEBPLLCH-TM den om te bedanken voor de onderscheiding, hun en hun land aangedaan. Daar aan dien van 'kristal flonkerenden feestdisch herin nerde de Fransche schrijver de door de goe de spijzen en de uitgelezen wijnen al ietwat doezelige gasten-in-avondtoilet aan dat, wat zijn laatste boek zijn titel gaf: den zomer van 1914. Hij veronderstelde, dat de Acade mie juist met een bijzondere bedoeling de aandacht van de intellectueele wereld op dit werk had willen vestigen en hij sprak de hoop uit, dat in dezen tijd, nu al aan twee kanten van onzen aardbol bloed vloeit en bijna overal in de door ellende en fanatisme verpeste atmosfeer de hartstochten broeien, die boeken over den zomer van 1914 gelezen en besproken zouden worden en allen, de ouderen, die vergeten hebben, zoowel als de jongeren, die er niets van weten of er niet om geven er iets van te weten, zou doen den ken aan de verschikkelijke lessen van het verleden. Roger Martin du Gard is niet, zooals zoo vele Nobelprijswinnaars, enkele dagen nadat hij de chèque van de ditmaal maar goed honderd-veertig-duizend kronen in ont vangst genomen had, op den trein-naar-het- cont-inent gestapt. Hij heeft de voorbereidin gen voor Kerstmis in Stockholm meege maakt, hij heeft de Stockholmers leeren ken nen, hij was al spoedig een bekende figuur, dien men op straat groette. Enkele malen heeft hij gesproken en telkenmale luisterde men aandachtig naar dezen fijnen denker, naar dezen wijzen man, die werkelijk iets te zeggen had en die steeds iets zei, dat tot na denken bracht. Er wordt hier zelden naar een vreemdeling zoo goed en ernstig ge luisterd als men dat de laatste weken deed, wanneer Du Gard sprak. Het was vaak of in dezen, met den Nobelprijs naar hier gehaal den schrijver uit het verre buitenland einde lijk de man gekomen was, die zoo velen in dezen rustigen uithoek van de wereld zou duidelijk maken, dat de toestand in die we reld niet dezelfde is als hier in Zweden, dat er niet overal hoogconjunctuur en welvaart en rust heerscht, dat de tijden niét „heerlijk" en „prachtig" zijn, zooals dat hier in een wel haast spreekwoordelijk geworden gezegde uit een revue van 't vorige jaar heet. Roger Martin du Gard heeft dat zelf blijk baar ook gevoeld, want toen hij bij het kof fers pakken op Kerstmorgen door een ver slaggever van Dagens Nyheter naar zijn in drukken werd gevraagd ging hij, na een en ander over de Nobelfeesten gezegd te heb ben, even zitten en zeide hij in hoofdzaak het volgende, dat werkelijk niet alleen tot de lezers van- dit eene Stockholmsche bïad gericht was: „Ik neem van Zweden den indruk mee van een land, dat de wereld laat zien wat een volk van vrije burgers kan prestoeren, een volk, dat van zijn regeering verlangt, dat zij niet twee-derde van de begrooting voor oor logsvoorbereiding offert en dat onder vreed zame omstandigheden door verstandige so ciale hervormingen de levensomstandighe den van de afzonderlijke individuen weet te verbeteren. Maar eerlijk gezegd heb ik het gevoel, dat het grootste deel van de Zweed sche opinie niet voldoende doordrongen is van de vreeselijke bedreiging, die er over de wereld hangt en waaraan Zweden ditmaal misschien niet kan ontkomen. „Is er nog een uitweg? Mogen we nog ho pen, de catastrophe, die met het geweld van een lawine over ons dreigt te storten en welks verschrikkingen niemand zich voor kan stellen, te kunnen voorkomen? Ja, als de groote meerderheid van de menschen, die nog beschaving heeft, den mensch, de vrij heid en den arbeid respecteert en zich ver- zet tegen elk bloedvergieten, onder welke ideëele voorwendsels dat ook plaats zou heb ben, als al deze menschen die onbegrijpe lijke laksheid van zich afschudden en wei geren lijdelijk het lot af te wachten, dat hun wordt bereid, als zij zonder een oogen- blik te verliezen al de moderne uitingsmid delen, de radio, de film, de pers, het gespro ken woord, de boeken, in dienst van een krachtige propaganda stellen, als zij, om het in enkele woorden te zeggen, een eenheids front van weerstand tegen de machten van den oorlog vormen. „Misschien is het een man, wien de Zweed sche Academie den prijs voor letterkunde heeft toegekend, vergund om voor hij naar huis terug keert zijn Zweedsche vrienden een pas verschenen boek aan te bevelen, een sensationeel boek, dat echter gevaar loopt in dit vredige land niet opgemerkt te wor den. De schrijver is anoniem en de titel van het boek heeft niets aantrekkelijks. Het heet heel bescheiden „Militair Jaarboek". Het is zoo juist uitgegeven door een afdeeling van het secretariaat van den Volkenbond, welke zich aan eenigszins on-moderne vraagstuk ken heeft te wijden, namelijk aan die welke op de vermindering van de bewapening be trekking hebben. „Het boek bevat een serie opmerkelijke cij fers: In 1932 bereikten de totale uitgaven voor bewapening van de geheele wereld het respectabele bedrag van 4 milliard gouddol lar. Vier jaar later, in 1936, was dit bedrag met 1 milliard gestegen. Maar in den loop van 1937, in een aantal maanden slechts, zijn de bewapeningsuitgaven van de wereld plot seling van 5 tot 7 milliard gouddollar om hoog gesprongen. Ik zal hier geen commentaar aan toevoe gen. De versterking der bewapening is meer beangstigend dan alle pacifistische waar schuwingen bij elkaar kunnen doen gevoe len. Men heeft den ontstellenden indruk tijd opnemer te zijn bij een waanzinnigen wed loop, den bezinningsloozen ren van de we reld naar een algemeene vernietiging. Deze cijfers heb ik slechts ter overdenking willen 1 geven aan menschen, die van goeden wille zijn". C. G. B. De verbetering houdt aan. De heer E. P. Schuyt, Hoofd van den Haarlemschen Nazorg-Dienst. HAARLEM Vrijdag. Op 4 Maart 1925 droeg de Haarlemsche Ge meenteraad aan den heer E. P. Schuyt, die bij het Buitengewoon Onderwijs zijn sporen reeds verdiend had, op, voorstellen te doen omtrent de regeling van de Nazorg te Haarlem, (waartoe de toenmalige wethouder van onder wijs, mr. A. Bruch, het initiatief had geno men) 27 Juli d.a.v. werd de Werkinrichting door het Gemeentebestuur geopend; 4 No vember van datzelfde jaar regelde de Ge meenteraad de Nazorg definitief, met benoe ming "van den heer E. P. Schuyt tot Hoofd van dien Dienst. Er is in de afgeloopen 12V2 jaar door Na zorg en niet het minst door den heer Schuyt zeer veel mooi en nuttig werk ver richt, de Dienst is, -als mr. J. N. J. E. Heer kens Thijssen, voorzitter van den Vereen. Arbeid voor onvolwaardigen, terecht zegt in een artikel in het orgaan „Plaatselijk Nazorg- werk", „voor tal van menschen, die anders aan leeglooperij zouden zijn te gronde ge gaan, een zegen geworden". „De heer Schuyt", zoo vervolgt de heer Heerkens Thijssen, „heeft de hem opgedragen taak met ernst aanvaard en de Haarlemsche Nazorg tot een zoo hoogen trap van ontwikkeling gebracht, dat herhaal delijk zijn instituut door anderen tot model is genomen". „Met de Werkinrichting jubileert dus ook de heer Schuyt", merkt mr. L. G. van Dam, voor zitter der Haarlemsche Werkinrichting, op in een artikel in het genoemde orgaan en hij vestigt er tegelijkertijd de aandacht op, dat er een tweede jubilaris is: de werkmeester S. de Boer, die van het begin af aan de Werk inrichting verbonden is. Bij de Verbondseommissie Nazorg te Haar lem zijn thans 24 instellingen aangesloten, alle werkzaam op sociaal, medisch, zedelijk en kerkelijk gebied; ook de Geneeskundige Dienst is er in vertegenwoordigd. Voorzitter van die Verbondseommissie, die dus een zoo genaamde „mantelorganisatie" is, is de heer W. P. J. Overmeer. De taak der Verbonds eommissie is in het algemeen de moreele, godsdienstige en materieele belangen te be hartigen van de talrijke lichamelijk misdeel- den en gebrekkigen. De Commissie houdt op bepaalde tijden vergaderingen, organiseer! lezingen door deskundigen over onderwerpen, binnen haar kader vallende, alsmede excur sies. Verloting. Ten behoeve van de Haarl. Werkinrichting en van de Stichting „Bhndenfonds" (een fonds voor het geleiden van blinden door honden, teneinde de blinden, die niet finan cieel in staat zijn zulk een hond, daartoe speciaal afgericht, geheel of gedeeltelijk te bekostigen of te onderhouden, geldelijk te steunen) wordt dit jaar weer een verloting georganiseerd. Aan no. 12 van meergenoemd orgaan „Plaatselijk Nazorgwerk" is een inteekenbil- jet gehecht, waarop men een bijdrage kan invullen voor de Verhonds-commissie Nazorg te Haarlem en tevens loten voor de Nazorg stichting kan bestellen. Herdenkingsavond. Op 27 Januari a.s. zal het 12y2 jaar gele den zijn, dat de Haarlemsche Werkinrichtinj werd gesticht. De herdenking van dit feit, alsmede van het jubileum van de geheele Nazorg, zal plaats vinden in de Gemeentelijke Concertzaal, wel ke een 1400-tal menschen kan bevatten. De belangstelling daarvoor is reeds groot, Als sprekers hopen dien avond op te tre den de Minister van Sociale Zaken, de Bur gemeester van Haarlem en de Voorzitter van de jubileerende Vereenigmg: „De Haarlem sche Werkinrichting". Ook wordt de primeur gegeven van de film der A.V.O. (Vereeniging Arbeid voor Onvolwaardigen), die voor de aanwezigen zeker een openbaring zal zijn. De heer W. F. De tiger te Amsterdam, secretaris penningmeester der A.V.O. zal daarbij een ex plicatie geven. Vermeld zij nog, dat op dien avond ook o.a. aanwezig hopen te zijn tal van autoriteiten uit ons land, leden van de Staatscommissie voor Onvolwaardigen, leiders enz. van de Nazorg. Ispecteur en Oud-Inspecteur, hoofden en personeel van het Buitengewoon Onder wijs uit diverse, waaronder ver afgelegen plaatsen in den lande. De exportcijfers voor groenten en fruit, welke over de maand October 1937 bekend zijn geworden, geven in menig opzicht reden tot voldoening. Na October-1933 was deze ex port niet meer boven de 35 millioen K.G. ge komen, zoodat de 39 millioen K.G, van Octo ber-1937 een gunstig voorteeken zijn. Intus- schen bedenke men daarbij wel, dat deze uit voer in October-,1929 niet minder dan 72 mil lioen K.G. bedroeg en dat in October-1931 en 1933 deze export resp. 44 en 40 millioen K.G. was. De verbeterde gewicMs-positie had ook be tere financieele resultaten ten gevolge. De waarde va.n dezen October-export bedroeg circa 3.22 millioen gulden tegenover 2.14 mil lioen gulden in October 1936. Vergelijkt men de maanden October van 1936 en 1937 dan blijkt, dat de gewichtsver meerdering van dezen uitvoer in 1937 circa 18 procent bedroeg en de waardevermeerdering ongeveer 50 procent. Een drietal producten heeft in 't bijzonder tot deze verbeterde positie bijgedragen, n.l. de appelen, peren en boonen. Van appelen en peren hadden wij in October-1936 een mis oogst, zoodat de uitvoer toen buitengewoon gering was. De betere financieele uitkomsten zijn m hoofdzaak te danken aan de hoogere prijzen, welke voor de uien bedongen konden worden. De uitvoer naar Duitschland. Deze tuinbouw-export naar Duitschland was in October-1937 zeer bevredigend en bedroeg 5,1 niillioen K.G. met een waarde van 838 dui zend gulden tegenover 2,4 millioen K.G. met een waarde van 367 duizend K.G. in October- 1936. Een vermeerdering dus van 112 procent naar het gewicht en 128 procent naar de waar de. Het waren vooral de appelen, peren en druiven, welke onze Oostelijke buren in groote hoeveelheden betrokken. Tegenover de 921 duizend K.G. appelen met een waarde van 91 duizend gulden in October 1937 staan 236 dui zend K.G. met een waarde van 28 duizend gul den in October 1936. Voor de peren waren deze cijfers: 553 duizend K.G. en 50 duizend gul den in October 1937 tegenover 208 duizend K.G. en 26 duizend gulden hi October 1936, Voor druiven was de positie:* 2,5 millioen K.G en 591 duizend gulden in October 1937 tegen over 1.1 millioen K.G. en 240 duizend gulden in October 1936. Wat den export van appelen betreft, dient wel bedacht, dat in October 1935 de uitvoer van dit product naar Duitschland niet minder dan 4,5 millioen K.G. bedroeg! De „inwendige" marktordening Üh Duitschland belette dit jaar een grooteren uitvoer. GERHARD JANNINK OVERLEDEN. Te Enschedé is op 64-jarigen leeftijd, na een langdurige ziekte, overleden de heer Ger hard Jannink, commissaris van de N.V. Tex tielfabriek Gerhard Jannink en Zonen en vroeger lid van de firma Jannink. De overledene was een der bekendste Twent- sche textielfabrikanten en had zitting in on derscheidene vereenigingen en corporaties. Hij was o.m. voorzitter van de fabrikanten-ver- eeniging te Enschede. tober 1936 waren deze cijfers resp. 2 millioen K.G. en 138 duizend gulden. Een achteruitgang met 60 procent naar het gewicht en met 51 procent naar de waarde. Vooral de bloemkool- export naar België verminderde zeer sterk. Met den uitvoer van tomaten was het iets minder slecht gesteld. In October 1937 bedroeg de uitvoer van dit product 2,2 millioen K.G. en de exportwaarde 227 duizend gulden, m de overeenkomstige periode van het vorige jaar 2,3 millioen K.G. en 269 duizend gulden. Duitschland betook belangrijk meer, Zwitser land beduidend minder van dit product. Zooals reeds werd opgemerkt was de export van uien in October 1936 en 1937 naar het ge wicht dezelfde C21 millioen K.G.), de waarde bedroeg in October 1937 niet minder dan 1,17 millioen gulden tegenover 479 duizend gul den in October 1936. Van deze 21 millioen K.G. ging 19 millioen K.G. naar Engeland. De October-uitvoer 1937 van peen bedroeg 1,5 millioen K.G. tegenover 35 duizend K.G. in October 1936. Engeland was dit jaar weder de groote afnemer, evenals voor snij- en prin- cesseboonen. Tenslotte bleek de uitvoer van zuurkool ge daald te zijn, doordat de Vereenlgde Staten van Amerika veel minder betrokken dan in October van het vorige jaar. MOLLEBUS. NATIONAAL FONDS VOOR BIJZONDERE NOODEN Het Nationaal Fonds voor bijzondere nooden Koningskade no. 17 in Den Haag, deelt ons mede, dat in het geheel 89.636 oplossingen van de legpuzzle zijn ingezonden. De toewijzing der prijzen heeft inmiddels plaats gehad, waarbij de hoofdprijs, een Ford V 8 club coupé 85 rem P.K., klein* zwart, be schikbaar gesteld door de N.V. Nederlandsche Ford Automobielfabriek te Amsterdam, ten deel viel aan den heer R. Bolhuis, O. M.- Meerweg, Wieringerwerf. Verder o.m. goederen ter waarde van 275 beschikbaar gesteld door het Haagsche mo dehuis, Den Haag, aan: J. van Woerden, te Overveen. De export naar Engeland, Ook de October-export dezer producten naar Engeland was grooter dan in het vorige jaar, al was de vermeerdering niet zoo groot als t.o.v. Duitschland. Engeland betrok in Oc tober 1937 ruim 26 millioen K.G. met een waarde van circa 1,77 millioen gulden tegen over 22,7 millioen K.G. met een waarde van 1,1 millioen gulden in October 1936. Een ge wichtsvermeerdering met ruim 15, een waar devermeerdering met ruim 65 procent. De grootere afzet naar Engeland betrof in hoofdzaak de producten: aardbeden, boonen en peen. De uitvoer van uien vermeerderde naar het gewicht betrekkelijk weinig, naar de waarde echter zeer belangrijk. Deze export van uien bedroeg in October 1937 ruim 19,3 millioen K.G. met een waarde van circa 1,1 millioen gulden tegen 18,5 millioen K.G. met een waarde van 420 duizend gulden in October 1936. Daar tegenover staat, dat de uitvoer van druiven verminderde en wel van 970 duizend K.G. met een waarde van 218 duizend gulden in October 1936 tot 761 duizend K.G. met een waarde van 171 duizend gulden in October 1937. De uitvoer naar België. De export naar B'elgië bedroeg 5,4 millioen K.G. met een waarde van 286 duizend gulden la. October 1937 tegen 3,6 millioen K.G. met een waarde van 125 duizend gulden in October 1936. Een vermeerdering naar het gewicht met 50 procent, naar de waarde met 129 procent. Ook deze toename is in hoofdzaak het gevolg van den grooteren uitvoer van appelen en pe ren. Daartegenover daalde bijv. de export van bloemkool zeer sterk en wel van 1 millioen K.G. met een waarde van 41 duizend gulder in October 1936 tot 277 duizend K.G. met een waarde van 12 duizend gulden in October 1937. Appelen, péren/ druiven. Hoogst merkwaardig zijn de diverse October uitvoercijfers voor het product-appelen. Deze export bedroeg in October-1933 circa 10.1 mil lioen K.G., in October 1936 nauwelijks 273 dui zend K.G. en in October 1937 ruim 2,77 mil lioen K.G. met een waarde van 204 duizend gulden. Naar het gewicht stond dus October 1937 circa 913 procent en naar de waarde 518 procent boven October 1936! Toch is de posi tie van den appelen-uitvoer in de afgeloopen Octobermaand niet gunstig geweest. De fan tastische percentages zijn alleen een gevolg van het feit, dat de oogst in 1936 ongunstig was. Feitelijk bleef de uitvoer October 1937 beneden de verwachtingen. Een dergelijk beeld vindt men ook, wanneer men de uitvoercijfers van peren vergelijkt over de Octobermaanden in 1936 en 1937. Deze ex port bedroeg in October 1937 ruim 1.66 mil lioen K.G. met een waarde van 146 duizend gulden. Dat beteekent naar het gewicht een vermeerdering van 570 en naar de waarde van 342 procent vergeleken bij October 1936. De uitvoer van druiven bedroeg in October 1937 ongeveer 3,94 millioen K.G. met een waarde van 912 duizend gulden tegenover 3.67 millioen K.G. met een waarde van 813 duizend gulden in October 1936. Onze druivenexport naar Duitschland werd in October 1937 gun stig beinvloed door de ruimere beschikbaar stelling van deviezen. Zoowel naar de hoeveel heid als naar de waarde was deze druivenuit- voe-r naar Duitschland in October 1937 meer dan verdubbeld vergeleken bij de overeen komstige periode van het vorige jaar. Helaas was de uitvoer van druiven naar Zweden belangrijk minder dan het vorige jaar, als gevolg van het hooge invoerrecht van cir ca 16 cent per K.G. In October 1936 was de uitvoer van druiven naar Zweden circa 1.72 millioen K.G. tegenover 371 duizend K.G. in October 1937. Ook Engeland betrok belangrijk minder en importeerde tegenover 970 duizend K.G. in October 1936 slechts 761 duizend K.G. in Oc tober 1937. Bloemkool, tomaten, uien enz. Tegenover de gunstige October-uitvoercij- fers van verschillende tuinbouwproducten blijkt de export van bloemkool al zeer weinig bevredigend te zijn geweest. Deze bedroeg in October 1937 slechts 0.8 millioen K.G. met een exportwaarde van 67 duizend gulden, in Oc-, Bestuursleden maakten snoep reisjes van fondsgelden. Politie heeft thans ingegrepen. De politie te Enschedé heeft tegen vier voormalige bestuursleden van het'Nieuw Am bachtsliedenziekenfonds aldaar en tegen den bode-administrateur van dat fonds proces ver baal opgemaakt wegens verduistering van ruim veertienhonderd gulden. Gebleken is, dat van het vroeger aan dat ziekenfonds verbonden uitkeeringsfonds, dat geliquideerd is, een belangrijk bedrag is over gebleven, waarvan de bestuursleden diverse uitstapjes bekostigden. Daarna verdeelden zij de resteerende gelden onder elkander en ver brandden alle bescheiden. Een der bestuursleden is inmiddels overle den. De bode-administrateur heeft het geld wel aangenomen, maar het nog denzelfden avond in de kas teruggestort. De ledenverga dering heeft hem gehandhaafd, doch de be stuursleden werden vervangen. De verduistering was mogelijk, doordat er weinig contact was en de leden de vergade ringen bijna nooit bezochten. Een fleurige japon. k Een japon van gebloemd materiaal staat altijd fleurig in den winter, als de geheele omgeving -dor en doodsc-h is. Het lijkt dan wel, of we behoefte hebben aan iets, dat niet zoo somber en doodsch is.. Wanneer men voor de hierbij afgebeelde japon gebloemde zijde kiest z-al men eens zien, wat een leuk geheel men dan krijgt! Het model is allerliefst; de japon sluit met een breeden overslag over elkaar; de beide klokkende revers zijn van boven in gehaald. De mouw valt wijd, maar wordt op den pols door een manchetje bij elkaar ge houden, Benoodigd materiaal: 6 meter zijde van 90 centimeter breedte. Het patroon is te ver krijgen in maat 48: bovenwijdte: 112 centi meter; taillewijdte 96 centimeter; heupwijdte 128 centimeter. Door het al of niet aanknippen van naden kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. Prijs van het patroon 26 ets. Het is van Maandag af gedurende een week verkrijgbaar bij de bureaux van dit (blad Kennemerlaan 42, IJimuiden en Breestraat 29, Beverwijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 9