r)
„DE WAANZINNIGE WEDLOOP".
Twaalf en een half jaar
Nazorg.
Onze export van groenten en fruit.
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
4=
f
m
903
Roger Martin du Gard te Stockholm.
De dreigende oorlog zou af te wenden zijnwan
neer de menschen-vaii-bescliaving hun onbegrijpe
lijke laksheid van zich afschudden en een eenheids
front tegen de machten van den oorlog vormden.
Mooi en nuttig werk verricht.
(Van onzen correspondent).
STOCKHOLM, eind December.
ELK jaar weer passeeren een stuk of
vier, vijf heeren en soms ook een
enkele vrouw op hun weg naar roem
of naar wat wij menschen on
sterfelijkheid gelieven te noemen, de Zweed-
sche hoofdstad om er op het schitterendste
èn vervelendste feest van het heele winter
seizoen uit handen van koning' Gustaaf een
sierlijk gecalligrafeerde oorkonde en de gou
den Nobel-medaille te ontvangen, nadat zij
's morgens op het kantoor van de Nobel-
Stichting een kwitantie onderteekend heb-
iben voor een chèque van meestal over de
anderhalve ton in Zweedsch geld.
Zij komen, zij worden geïnterviewd, gefo
tografeerd, gehuldigd en uitgenoodigd, zij
zeggen vriendelijke dingen over Zweden en
over wijlen Alfred Nobel, houden hun min of
meer verplichte openbare lezing en verdwij
nen dan weer naar minder barre en minder
donkere oorden. Zij komen en gaan en het
vluchtige bezoek van de meeste Nobelprijs
winnaars laat hier nauwelijks herinneringen
achter. Van sommige weet men na jaren nog
wel wat anecdotische bijzonderheden te ver
tellen, doordat zij de rol vaar Nobelprijs
winnaar anders vervulden dan dat gedaan
behoort te worden en daardoor een dankbaar
door pers en publiek genoteerde afwisseling
brachten in het altijd eendere, stijf-traditio-
neele en uit traditie stijve ceremonieel van
de Nobel-feestelij kheden. Men onthoudt, dat
Anatole France op 't laatste nippertje door
een zenuwachtigen Fransche legatiesecreta
ris uit zijn middagdutje gehaald en ondanks
zijn tegensputteren in een rokcostuum ge
werkt werd, men herinnert zich ook een zeer
geleerden Duitscher, die met plechtige bui
gingen en Oostersche handgebaren op den
prijsuitreikenden koning van Zweden toe-
schreed omdat hij meende, dat de groet, die
vlak voor hem een Britsch-Indische natuur
kundige den koning gebracht had bij het in
ontvangst nemen van zijn prijs, dé groet eens
Nobelprijswinnaars was. Nog andere namen
van beroemdheden vallen den Stockholmer
in, wanneer er zoo anecdotes van Nobelfees
ten worden opgehaald. Maar het gebeurt
hoogst zelden, dat een Nobelprijswinnaar
tijdens zijn korte verblijf te Stockholm in
die gezellige, drukke weken vlak voor Kerst
mis, als mensch, als persoonlijkheid zoo'n in
druk maakt, dat men er jaren later nog aan
terug denkt met iets van dankbaarheid voor
de goede uren, die de vluchtige ontmoetingen
met dezen grooten mensch waren. Een van
hen, die hier zóó in de herinnering zal blij
ven, is Roger Martin du Gard.
Roger Martin du Gard.
Toen de Zweedsche Academie anderhalve
maand geleden mededeelde, den Nobelprijs
voor letterkunde van 1.937 aan den schrijver
van Les Thibault toegekend te hebben,
wisten de verslaggevers van de Stoekholm-
sche kranten elkaar te vertellen, dat die Du
Gard „onmogelijk" was, dat wil zeggen, las
tiger aan 't praten was 'te krijgen dan Garbo.
Hij arriveerde in den vroegen morgen te
MalmÖ, was nauwelijks wakker en niet bijster
vriendelijk, stapte zonder de journalisten een
woord gezegd te hebben in den trein naar
Stockholm en kwam daar acht uur later niet
aan. Hij was zoek en hij bleef zoek en op de
Fransche legatie begon men zich al ongerust
te maken, dat hij het voorbeeld van zijn
grooten landgenoot-confrère zou volgen, toen
hij onverwachts opdook en zich voor de eer
ste maal van zijn leven voor een interview
beschikbaar stelde. Hij was aan het laatste
station voor de hoofdstad uitgestapt en met
een taxi verder gegaan** om tenminste een
paar dagen met rust gelaten te worden en
nu zat hij daar heel genoegelijk en Fransch-
charmant over zijn werk en over de film en
over de Fransehen te vertellen, zoodat de
heele Stockholmsche pers kon constateeren,
dat alle verhalen over de verlegenheid en
de schuwheid en de geslotenheid van Roger
Martin du Gard fabeltjes waren.
Een dag later hield hij aan het banket
voor de Nobelprijswinnaars in de Gulden
Zaal van het Stadhuis een rede, die wel zeer
sterk afweek van de redevoeringen, die de
winnaars bij die gelegenheid plegen te hou-
meer
Als de politie uw fiets zonder
achterlicht ziet
of: .als 'n automobilist u
niet mocht zien
Dan kan u dat duurste staan
komen, terwijl u voor 'n paar
kwartjes klaar kunt zijn
Maar let op "t „RIJKSKHUR'"!
vftAASTPE BENT 0 VEBPLLCH-TM
den om te bedanken voor de onderscheiding,
hun en hun land aangedaan. Daar aan dien
van 'kristal flonkerenden feestdisch herin
nerde de Fransche schrijver de door de goe
de spijzen en de uitgelezen wijnen al ietwat
doezelige gasten-in-avondtoilet aan dat, wat
zijn laatste boek zijn titel gaf: den zomer
van 1914. Hij veronderstelde, dat de Acade
mie juist met een bijzondere bedoeling de
aandacht van de intellectueele wereld op dit
werk had willen vestigen en hij sprak de
hoop uit, dat in dezen tijd, nu al aan twee
kanten van onzen aardbol bloed vloeit en
bijna overal in de door ellende en fanatisme
verpeste atmosfeer de hartstochten broeien,
die boeken over den zomer van 1914 gelezen
en besproken zouden worden en allen, de
ouderen, die vergeten hebben, zoowel als de
jongeren, die er niets van weten of er niet
om geven er iets van te weten, zou doen den
ken aan de verschikkelijke lessen van het
verleden.
Roger Martin du Gard is niet, zooals zoo
vele Nobelprijswinnaars, enkele dagen nadat
hij de chèque van de ditmaal maar goed
honderd-veertig-duizend kronen in ont
vangst genomen had, op den trein-naar-het-
cont-inent gestapt. Hij heeft de voorbereidin
gen voor Kerstmis in Stockholm meege
maakt, hij heeft de Stockholmers leeren ken
nen, hij was al spoedig een bekende figuur,
dien men op straat groette. Enkele malen
heeft hij gesproken en telkenmale luisterde
men aandachtig naar dezen fijnen denker,
naar dezen wijzen man, die werkelijk iets te
zeggen had en die steeds iets zei, dat tot na
denken bracht. Er wordt hier zelden naar
een vreemdeling zoo goed en ernstig ge
luisterd als men dat de laatste weken deed,
wanneer Du Gard sprak. Het was vaak of in
dezen, met den Nobelprijs naar hier gehaal
den schrijver uit het verre buitenland einde
lijk de man gekomen was, die zoo velen in
dezen rustigen uithoek van de wereld zou
duidelijk maken, dat de toestand in die we
reld niet dezelfde is als hier in Zweden, dat
er niet overal hoogconjunctuur en welvaart
en rust heerscht, dat de tijden niét „heerlijk"
en „prachtig" zijn, zooals dat hier in een wel
haast spreekwoordelijk geworden gezegde uit
een revue van 't vorige jaar heet.
Roger Martin du Gard heeft dat zelf blijk
baar ook gevoeld, want toen hij bij het kof
fers pakken op Kerstmorgen door een ver
slaggever van Dagens Nyheter naar zijn in
drukken werd gevraagd ging hij, na een en
ander over de Nobelfeesten gezegd te heb
ben, even zitten en zeide hij in hoofdzaak
het volgende, dat werkelijk niet alleen tot
de lezers van- dit eene Stockholmsche bïad
gericht was:
„Ik neem van Zweden den indruk mee van
een land, dat de wereld laat zien wat een
volk van vrije burgers kan prestoeren, een
volk, dat van zijn regeering verlangt, dat zij
niet twee-derde van de begrooting voor oor
logsvoorbereiding offert en dat onder vreed
zame omstandigheden door verstandige so
ciale hervormingen de levensomstandighe
den van de afzonderlijke individuen weet te
verbeteren. Maar eerlijk gezegd heb ik het
gevoel, dat het grootste deel van de Zweed
sche opinie niet voldoende doordrongen is
van de vreeselijke bedreiging, die er over de
wereld hangt en waaraan Zweden ditmaal
misschien niet kan ontkomen.
„Is er nog een uitweg? Mogen we nog ho
pen, de catastrophe, die met het geweld van
een lawine over ons dreigt te storten en
welks verschrikkingen niemand zich voor
kan stellen, te kunnen voorkomen? Ja, als
de groote meerderheid van de menschen, die
nog beschaving heeft, den mensch, de vrij
heid en den arbeid respecteert en zich ver-
zet tegen elk bloedvergieten, onder welke
ideëele voorwendsels dat ook plaats zou heb
ben, als al deze menschen die onbegrijpe
lijke laksheid van zich afschudden en wei
geren lijdelijk het lot af te wachten, dat
hun wordt bereid, als zij zonder een oogen-
blik te verliezen al de moderne uitingsmid
delen, de radio, de film, de pers, het gespro
ken woord, de boeken, in dienst van een
krachtige propaganda stellen, als zij, om het
in enkele woorden te zeggen, een eenheids
front van weerstand tegen de machten van
den oorlog vormen.
„Misschien is het een man, wien de Zweed
sche Academie den prijs voor letterkunde
heeft toegekend, vergund om voor hij naar
huis terug keert zijn Zweedsche vrienden
een pas verschenen boek aan te bevelen, een
sensationeel boek, dat echter gevaar loopt
in dit vredige land niet opgemerkt te wor
den. De schrijver is anoniem en de titel van
het boek heeft niets aantrekkelijks. Het heet
heel bescheiden „Militair Jaarboek". Het is
zoo juist uitgegeven door een afdeeling van
het secretariaat van den Volkenbond, welke
zich aan eenigszins on-moderne vraagstuk
ken heeft te wijden, namelijk aan die welke
op de vermindering van de bewapening be
trekking hebben.
„Het boek bevat een serie opmerkelijke cij
fers: In 1932 bereikten de totale uitgaven
voor bewapening van de geheele wereld het
respectabele bedrag van 4 milliard gouddol
lar. Vier jaar later, in 1936, was dit bedrag
met 1 milliard gestegen. Maar in den loop
van 1937, in een aantal maanden slechts, zijn
de bewapeningsuitgaven van de wereld plot
seling van 5 tot 7 milliard gouddollar om
hoog gesprongen.
Ik zal hier geen commentaar aan toevoe
gen. De versterking der bewapening is meer
beangstigend dan alle pacifistische waar
schuwingen bij elkaar kunnen doen gevoe
len. Men heeft den ontstellenden indruk tijd
opnemer te zijn bij een waanzinnigen wed
loop, den bezinningsloozen ren van de we
reld naar een algemeene vernietiging. Deze
cijfers heb ik slechts ter overdenking willen
1 geven aan menschen, die van goeden wille
zijn".
C. G. B.
De verbetering houdt aan.
De heer E. P. Schuyt, Hoofd van den
Haarlemschen Nazorg-Dienst.
HAARLEM Vrijdag.
Op 4 Maart 1925 droeg de Haarlemsche Ge
meenteraad aan den heer E. P. Schuyt, die bij
het Buitengewoon Onderwijs zijn sporen reeds
verdiend had, op, voorstellen te doen omtrent
de regeling van de Nazorg te Haarlem,
(waartoe de toenmalige wethouder van onder
wijs, mr. A. Bruch, het initiatief had geno
men) 27 Juli d.a.v. werd de Werkinrichting
door het Gemeentebestuur geopend; 4 No
vember van datzelfde jaar regelde de Ge
meenteraad de Nazorg definitief, met benoe
ming "van den heer E. P. Schuyt tot Hoofd
van dien Dienst.
Er is in de afgeloopen 12V2 jaar door Na
zorg en niet het minst door den heer
Schuyt zeer veel mooi en nuttig werk ver
richt, de Dienst is, -als mr. J. N. J. E. Heer
kens Thijssen, voorzitter van den Vereen.
Arbeid voor onvolwaardigen, terecht zegt in
een artikel in het orgaan „Plaatselijk Nazorg-
werk", „voor tal van menschen, die anders
aan leeglooperij zouden zijn te gronde ge
gaan, een zegen geworden". „De heer Schuyt",
zoo vervolgt de heer Heerkens Thijssen, „heeft
de hem opgedragen taak met ernst aanvaard
en de Haarlemsche Nazorg tot een zoo hoogen
trap van ontwikkeling gebracht, dat herhaal
delijk zijn instituut door anderen tot model
is genomen".
„Met de Werkinrichting jubileert dus ook de
heer Schuyt", merkt mr. L. G. van Dam, voor
zitter der Haarlemsche Werkinrichting, op in
een artikel in het genoemde orgaan en hij
vestigt er tegelijkertijd de aandacht op, dat er
een tweede jubilaris is: de werkmeester S. de
Boer, die van het begin af aan de Werk
inrichting verbonden is.
Bij de Verbondseommissie Nazorg te Haar
lem zijn thans 24 instellingen aangesloten,
alle werkzaam op sociaal, medisch, zedelijk
en kerkelijk gebied; ook de Geneeskundige
Dienst is er in vertegenwoordigd. Voorzitter
van die Verbondseommissie, die dus een zoo
genaamde „mantelorganisatie" is, is de heer
W. P. J. Overmeer. De taak der Verbonds
eommissie is in het algemeen de moreele,
godsdienstige en materieele belangen te be
hartigen van de talrijke lichamelijk misdeel-
den en gebrekkigen. De Commissie houdt op
bepaalde tijden vergaderingen, organiseer!
lezingen door deskundigen over onderwerpen,
binnen haar kader vallende, alsmede excur
sies.
Verloting.
Ten behoeve van de Haarl. Werkinrichting
en van de Stichting „Bhndenfonds" (een
fonds voor het geleiden van blinden door
honden, teneinde de blinden, die niet finan
cieel in staat zijn zulk een hond, daartoe
speciaal afgericht, geheel of gedeeltelijk te
bekostigen of te onderhouden, geldelijk te
steunen) wordt dit jaar weer een verloting
georganiseerd.
Aan no. 12 van meergenoemd orgaan
„Plaatselijk Nazorgwerk" is een inteekenbil-
jet gehecht, waarop men een bijdrage kan
invullen voor de Verhonds-commissie Nazorg
te Haarlem en tevens loten voor de Nazorg
stichting kan bestellen.
Herdenkingsavond.
Op 27 Januari a.s. zal het 12y2 jaar gele
den zijn, dat de Haarlemsche Werkinrichtinj
werd gesticht.
De herdenking van dit feit, alsmede van het
jubileum van de geheele Nazorg, zal plaats
vinden in de Gemeentelijke Concertzaal, wel
ke een 1400-tal menschen kan bevatten.
De belangstelling daarvoor is reeds
groot,
Als sprekers hopen dien avond op te tre
den de Minister van Sociale Zaken, de Bur
gemeester van Haarlem en de Voorzitter van
de jubileerende Vereenigmg: „De Haarlem
sche Werkinrichting". Ook wordt de primeur
gegeven van de film der A.V.O. (Vereeniging
Arbeid voor Onvolwaardigen), die voor de
aanwezigen zeker een openbaring zal zijn. De
heer W. F. De tiger te Amsterdam, secretaris
penningmeester der A.V.O. zal daarbij een ex
plicatie geven.
Vermeld zij nog, dat op dien avond ook o.a.
aanwezig hopen te zijn tal van autoriteiten
uit ons land, leden van de Staatscommissie
voor Onvolwaardigen, leiders enz. van de
Nazorg. Ispecteur en Oud-Inspecteur, hoofden
en personeel van het Buitengewoon Onder
wijs uit diverse, waaronder ver afgelegen
plaatsen in den lande.
De exportcijfers voor groenten en fruit,
welke over de maand October 1937 bekend zijn
geworden, geven in menig opzicht reden tot
voldoening. Na October-1933 was deze ex
port niet meer boven de 35 millioen K.G. ge
komen, zoodat de 39 millioen K.G, van Octo
ber-1937 een gunstig voorteeken zijn. Intus-
schen bedenke men daarbij wel, dat deze uit
voer in October-,1929 niet minder dan 72 mil
lioen K.G. bedroeg en dat in October-1931 en
1933 deze export resp. 44 en 40 millioen K.G.
was.
De verbeterde gewicMs-positie had ook be
tere financieele resultaten ten gevolge. De
waarde va.n dezen October-export bedroeg
circa 3.22 millioen gulden tegenover 2.14 mil
lioen gulden in October 1936.
Vergelijkt men de maanden October van
1936 en 1937 dan blijkt, dat de gewichtsver
meerdering van dezen uitvoer in 1937 circa
18 procent bedroeg en de waardevermeerdering
ongeveer 50 procent.
Een drietal producten heeft in 't bijzonder
tot deze verbeterde positie bijgedragen, n.l. de
appelen, peren en boonen. Van appelen en
peren hadden wij in October-1936 een mis
oogst, zoodat de uitvoer toen buitengewoon
gering was. De betere financieele uitkomsten
zijn m hoofdzaak te danken aan de hoogere
prijzen, welke voor de uien bedongen konden
worden.
De uitvoer naar Duitschland.
Deze tuinbouw-export naar Duitschland was
in October-1937 zeer bevredigend en bedroeg
5,1 niillioen K.G. met een waarde van 838 dui
zend gulden tegenover 2,4 millioen K.G. met
een waarde van 367 duizend K.G. in October-
1936. Een vermeerdering dus van 112 procent
naar het gewicht en 128 procent naar de waar
de. Het waren vooral de appelen, peren en
druiven, welke onze Oostelijke buren in groote
hoeveelheden betrokken. Tegenover de 921
duizend K.G. appelen met een waarde van 91
duizend gulden in October 1937 staan 236 dui
zend K.G. met een waarde van 28 duizend gul
den in October 1936. Voor de peren waren deze
cijfers: 553 duizend K.G. en 50 duizend gul
den in October 1937 tegenover 208 duizend
K.G. en 26 duizend gulden hi October 1936,
Voor druiven was de positie:* 2,5 millioen K.G
en 591 duizend gulden in October 1937 tegen
over 1.1 millioen K.G. en 240 duizend gulden
in October 1936. Wat den export van appelen
betreft, dient wel bedacht, dat in October 1935
de uitvoer van dit product naar Duitschland
niet minder dan 4,5 millioen K.G. bedroeg! De
„inwendige" marktordening Üh Duitschland
belette dit jaar een grooteren uitvoer.
GERHARD JANNINK OVERLEDEN.
Te Enschedé is op 64-jarigen leeftijd, na
een langdurige ziekte, overleden de heer Ger
hard Jannink, commissaris van de N.V. Tex
tielfabriek Gerhard Jannink en Zonen en
vroeger lid van de firma Jannink.
De overledene was een der bekendste Twent-
sche textielfabrikanten en had zitting in on
derscheidene vereenigingen en corporaties. Hij
was o.m. voorzitter van de fabrikanten-ver-
eeniging te Enschede.
tober 1936 waren deze cijfers resp. 2 millioen
K.G. en 138 duizend gulden. Een achteruitgang
met 60 procent naar het gewicht en met 51
procent naar de waarde. Vooral de bloemkool-
export naar België verminderde zeer sterk.
Met den uitvoer van tomaten was het iets
minder slecht gesteld. In October 1937 bedroeg
de uitvoer van dit product 2,2 millioen K.G.
en de exportwaarde 227 duizend gulden, m de
overeenkomstige periode van het vorige jaar
2,3 millioen K.G. en 269 duizend gulden.
Duitschland betook belangrijk meer, Zwitser
land beduidend minder van dit product.
Zooals reeds werd opgemerkt was de export
van uien in October 1936 en 1937 naar het ge
wicht dezelfde C21 millioen K.G.), de waarde
bedroeg in October 1937 niet minder dan 1,17
millioen gulden tegenover 479 duizend gul
den in October 1936. Van deze 21 millioen K.G.
ging 19 millioen K.G. naar Engeland.
De October-uitvoer 1937 van peen bedroeg
1,5 millioen K.G. tegenover 35 duizend K.G. in
October 1936. Engeland was dit jaar weder de
groote afnemer, evenals voor snij- en prin-
cesseboonen.
Tenslotte bleek de uitvoer van zuurkool ge
daald te zijn, doordat de Vereenlgde Staten
van Amerika veel minder betrokken dan in
October van het vorige jaar.
MOLLEBUS.
NATIONAAL FONDS VOOR BIJZONDERE
NOODEN
Het Nationaal Fonds voor bijzondere nooden
Koningskade no. 17 in Den Haag, deelt ons
mede, dat in het geheel 89.636 oplossingen van
de legpuzzle zijn ingezonden.
De toewijzing der prijzen heeft inmiddels
plaats gehad, waarbij de hoofdprijs, een Ford
V 8 club coupé 85 rem P.K., klein* zwart, be
schikbaar gesteld door de N.V. Nederlandsche
Ford Automobielfabriek te Amsterdam, ten
deel viel aan den heer R. Bolhuis, O. M.-
Meerweg, Wieringerwerf.
Verder o.m. goederen ter waarde van 275
beschikbaar gesteld door het Haagsche mo
dehuis, Den Haag, aan: J. van Woerden,
te Overveen.
De export naar Engeland,
Ook de October-export dezer producten
naar Engeland was grooter dan in het vorige
jaar, al was de vermeerdering niet zoo groot
als t.o.v. Duitschland. Engeland betrok in Oc
tober 1937 ruim 26 millioen K.G. met een
waarde van circa 1,77 millioen gulden tegen
over 22,7 millioen K.G. met een waarde van
1,1 millioen gulden in October 1936. Een ge
wichtsvermeerdering met ruim 15, een waar
devermeerdering met ruim 65 procent.
De grootere afzet naar Engeland betrof in
hoofdzaak de producten: aardbeden, boonen
en peen. De uitvoer van uien vermeerderde
naar het gewicht betrekkelijk weinig, naar de
waarde echter zeer belangrijk. Deze export van
uien bedroeg in October 1937 ruim 19,3 millioen
K.G. met een waarde van circa 1,1 millioen
gulden tegen 18,5 millioen K.G. met een waarde
van 420 duizend gulden in October 1936. Daar
tegenover staat, dat de uitvoer van druiven
verminderde en wel van 970 duizend K.G. met
een waarde van 218 duizend gulden in October
1936 tot 761 duizend K.G. met een waarde van
171 duizend gulden in October 1937.
De uitvoer naar België.
De export naar B'elgië bedroeg 5,4 millioen
K.G. met een waarde van 286 duizend gulden
la. October 1937 tegen 3,6 millioen K.G. met
een waarde van 125 duizend gulden in October
1936. Een vermeerdering naar het gewicht met
50 procent, naar de waarde met 129 procent.
Ook deze toename is in hoofdzaak het gevolg
van den grooteren uitvoer van appelen en pe
ren. Daartegenover daalde bijv. de export van
bloemkool zeer sterk en wel van 1 millioen
K.G. met een waarde van 41 duizend gulder
in October 1936 tot 277 duizend K.G. met een
waarde van 12 duizend gulden in October 1937.
Appelen, péren/ druiven.
Hoogst merkwaardig zijn de diverse October
uitvoercijfers voor het product-appelen. Deze
export bedroeg in October-1933 circa 10.1 mil
lioen K.G., in October 1936 nauwelijks 273 dui
zend K.G. en in October 1937 ruim 2,77 mil
lioen K.G. met een waarde van 204 duizend
gulden. Naar het gewicht stond dus October
1937 circa 913 procent en naar de waarde 518
procent boven October 1936! Toch is de posi
tie van den appelen-uitvoer in de afgeloopen
Octobermaand niet gunstig geweest. De fan
tastische percentages zijn alleen een gevolg van
het feit, dat de oogst in 1936 ongunstig was.
Feitelijk bleef de uitvoer October 1937 beneden
de verwachtingen.
Een dergelijk beeld vindt men ook, wanneer
men de uitvoercijfers van peren vergelijkt over
de Octobermaanden in 1936 en 1937. Deze ex
port bedroeg in October 1937 ruim 1.66 mil
lioen K.G. met een waarde van 146 duizend
gulden. Dat beteekent naar het gewicht een
vermeerdering van 570 en naar de waarde
van 342 procent vergeleken bij October 1936.
De uitvoer van druiven bedroeg in October
1937 ongeveer 3,94 millioen K.G. met een
waarde van 912 duizend gulden tegenover 3.67
millioen K.G. met een waarde van 813 duizend
gulden in October 1936. Onze druivenexport
naar Duitschland werd in October 1937 gun
stig beinvloed door de ruimere beschikbaar
stelling van deviezen. Zoowel naar de hoeveel
heid als naar de waarde was deze druivenuit-
voe-r naar Duitschland in October 1937 meer
dan verdubbeld vergeleken bij de overeen
komstige periode van het vorige jaar.
Helaas was de uitvoer van druiven naar
Zweden belangrijk minder dan het vorige jaar,
als gevolg van het hooge invoerrecht van cir
ca 16 cent per K.G. In October 1936 was de
uitvoer van druiven naar Zweden circa 1.72
millioen K.G. tegenover 371 duizend K.G. in
October 1937.
Ook Engeland betrok belangrijk minder en
importeerde tegenover 970 duizend K.G. in
October 1936 slechts 761 duizend K.G. in Oc
tober 1937.
Bloemkool, tomaten, uien enz.
Tegenover de gunstige October-uitvoercij-
fers van verschillende tuinbouwproducten
blijkt de export van bloemkool al zeer weinig
bevredigend te zijn geweest. Deze bedroeg in
October 1937 slechts 0.8 millioen K.G. met een
exportwaarde van 67 duizend gulden, in Oc-,
Bestuursleden maakten snoep
reisjes van fondsgelden.
Politie heeft thans ingegrepen.
De politie te Enschedé heeft tegen vier
voormalige bestuursleden van het'Nieuw Am
bachtsliedenziekenfonds aldaar en tegen den
bode-administrateur van dat fonds proces ver
baal opgemaakt wegens verduistering van
ruim veertienhonderd gulden.
Gebleken is, dat van het vroeger aan dat
ziekenfonds verbonden uitkeeringsfonds, dat
geliquideerd is, een belangrijk bedrag is over
gebleven, waarvan de bestuursleden diverse
uitstapjes bekostigden. Daarna verdeelden zij
de resteerende gelden onder elkander en ver
brandden alle bescheiden.
Een der bestuursleden is inmiddels overle
den. De bode-administrateur heeft het geld
wel aangenomen, maar het nog denzelfden
avond in de kas teruggestort. De ledenverga
dering heeft hem gehandhaafd, doch de be
stuursleden werden vervangen.
De verduistering was mogelijk, doordat er
weinig contact was en de leden de vergade
ringen bijna nooit bezochten.
Een fleurige japon.
k
Een japon van gebloemd materiaal staat
altijd fleurig in den winter, als de geheele
omgeving -dor en doodsc-h is. Het lijkt dan wel,
of we behoefte hebben aan iets, dat niet zoo
somber en doodsch is.. Wanneer men voor de
hierbij afgebeelde japon gebloemde zijde kiest
z-al men eens zien, wat een leuk geheel men
dan krijgt! Het model is allerliefst; de japon
sluit met een breeden overslag over elkaar;
de beide klokkende revers zijn van boven in
gehaald. De mouw valt wijd, maar wordt op
den pols door een manchetje bij elkaar ge
houden,
Benoodigd materiaal: 6 meter zijde van 90
centimeter breedte. Het patroon is te ver
krijgen in maat 48: bovenwijdte: 112 centi
meter; taillewijdte 96 centimeter; heupwijdte
128 centimeter. Door het al of niet aanknippen
van naden kan men het patroon passend
maken voor het eigen figuur.
Prijs van het patroon 26 ets. Het is van
Maandag af gedurende een week verkrijgbaar
bij de bureaux van dit (blad Kennemerlaan 42,
IJimuiden en Breestraat 29, Beverwijk.