KORT VERHAAL SPANJE TUSSCHEN ROOD EN ZWART DE NIEUWE GRONDWET VAN DEN IERSCHEN VRIJSTAAT. D' Regime Franco als tusschenspel. SPANJE telde niet mee in de arena der internationale politiek. Toen in 1914 1918 het meerendeel der Europeesche Staten in het strijdperk trad en zelfs het kleine Portugal niet achter wilde blijven, bleef Spanje neutraal. „Onze buitenlandsche politiek", moet toentertijd een der Spaansche regeerders ge zegd hebben, „is zeer eenvoudig; wij blijven rustig achter de Pyreneeën zitten!" Op het oogenblik is Spanje zelf de arena, waar de strijd tusschen rood en zwart wordt uitgevochten. En moge Spanje dan al geen buitenlandsche politiek hebben, de buiten landsche politici hebben gedurende het laatste anderhalve jaar grijze haren gekregen van dat, wat zich in Spanje's binnenlandsche po' litiek afspeelt. Doch het is ook slechts een betrekkelijke waarheid, dat Spanje geen buitenlandsche politiek zou hebben. Want er zijn twee punten van buitenlandsch politiek belang, waarmede Spanje wel degelijk rekening heeft te houden. Het eerste is, dat het een noodzakelijkheid is voor het land om goede betrekkingen te on derhouden met de mogendheid, die de sterk ste vlootpositie in de Middellandsche Zee heeft. Het tweede is te voorkomen dat ooit haar verbindingsweg met Noord-Afrika be dreigd wordt, waar Spanje groote economische belangen heeft en waar, in vredestijd, zich het grootste gedeelte van het leger bevindt. Doch ook dit zijn slechts kwesties van on dergeschikt belang vergeleken bij het leven dige interesse dat andere mogendheden m Spanje hebben. De binnenlandsche moeilijk heden van dit zoo roerige land hebben al eens tot een Europeeschen oorlog geleid, en voor hen, die het oppertoezicht over het Westelijk deel van de Middellandsche Zee verlangen, is een doorslaggevende invloed in Spanje nood- ZaVan1923 tot 1930 stond Spanje onder dicta tuur van kolonel Primo de Rivera. Hoewel zijn dictatuur zich, ondanks herhaalde binnen landsche onlusten, acht jaar wist- te hand haven. was het eenige resultaat dat hij er mee bereikte dat de stemming van het Spaansche volk in meerderheid republikeinsch en revo lutionair werd. Een jaar na zijn aftreden werd koning Alfonso onttroond en moest naar het buitenland vluchten. Het kabinet Azana, dat de daaropvolgende twee jaren regeerde, ging in 1933 aan zijn eigen zwakte ten onder, met gevolg, dat de reactionnaire partijen van rechts aan het bewind kwamen, -die alle her vormingen weer ongedaan maakten. Een op stand der mijnwerkers tegen het rechtsche regime, die in 1934 in Asturië uitbrak, werd met behulp van het vreemdelingenlegioen, Moorsche troepen en vliegmachines onder drukt. Dat hiermede de redenen tot den op stand allerminst uit den weg waren geruimd, blijkt wel uit het feit dat niettemin de sociale toestand moedwillig steeds verder verslechterd werd. Gemiddeld waren de loonen in de pe riode ran het rechtsche bewind, dus van 1933 tot de eerste maand van 1936, met iets méér dan vijftig procent verlaagd. Ontstaan van het Volksfront. De oppositie vereenigde zich in een Volks front om bij de Februari-verkiezingen van 1936 sterker te staan, en, tot groote verras sing -van de rechterzijde, behaalde het Fren- te Popular een eclatante meerderheid. Op nieuw werd een kabinet Azana gevormd, dat gesteund werd door de liberalen, socialisten, communisten en anarchisten. Azana maakte een begin met energieke sociale hervormin gen, die in Spanje, dat op sociaal gebied nog in de middeleeuwen verkeerde hard noodig waren. Zoo werd het grondbezit van de kerk gedeeltelijk onder de arme boeren verdeeld, bekende vijanden der republiek werden uit de openbare diensten verwijderd en de scho len werden gesaeculariseerd. Niettemin was het tempo van Azana's hervormingen voor de Iinksche partijen veel te langzaam en hij werd onschadelijk gemaakt door zijn benoe ming tot president van de republiek. Sinds dien was het hek van den dam. De lang op gekropte haat tegen de kerk brak zich baan priesters werden gemolesteerd, kerken ver brand. Stakingen en relletjes waren aan de orde van den dag. Hoewel deze feiten niet zulk een grooten omvang aannamen als men later wel heeft willen voorstellen, ?r bleek toch duidelijk uit, dat Spanje zich veel snel ler naar links ontwikkelde dan men voor wenschelijk en waarschijnlijk had gehouden. Zoo ging het tot de maand Juli van het vorige jaar. Reeds voor dien tijd deden ge ruchten in het land de ronde, dat er weer een nieuwe pronunciamento werd voorbe reid onder leiding van generaal Sanjurjo. Deze verongelukte, toen hij van Lissabon naar Spanje vloog, en in zijn plaats nam Franco de leiding der opstandelingen over. van den beginne af door Italië en Duitsch- land met wapenzendingen en „vrijwilligers" gesteund. De bevolking bestormde de arse nalen om zich gewapend te weer te kunnen stellen, en sinds dat oogenblik heerscht in Spanje een burgeroorlog, wreed en vernie tigend, waarbij aan beide zijden verbitterd en zonder genade wordt gevochten. Hoe deze burgeroorlog ook eindigen zal, één ding staat onomstootelijk vast. De oude toe stand zal nimmer meer hersteld kunnen wor den. Sinds de bevolking haar kracht heeft leeren kennen, en wat meer zegt, wapens heeft leeren hanteeren. zal geen enkele re geering op den duur in staat zijn het mono polie van grond- en kapitaalbezit, dat in Spanje steeds in handen van de kerk en den adel geweest is, te handhaven. Ook een fascistisch regime zal niet voor lang zich in Spanje overeind kunnen houden. Negentig procent der bevolking leeft in meerdere of mindere mate in armoede en heeft bij een opstand dus niets te verliezen. Een midden stand. die een remmenden en kalmeerenden invloed op de andere klassen kan uitoefe nen. en zoodoende al te schokkende gebeur tenissen kan tegenhouden, bestaat in Spanje feitelijk niet. Bovendien is er de eiken Span jaard aangeboren neiging tot groote indivi- dueele vrijheid, die zich uit in een sterke anarchistische gezindheid, die in Spanje ook buiten de anarchistische beweging welig' tiert en die na korter of langer tijd een auto ritair regime zal ondergraven. Tenslotte weer een linksch Spanje. Welke ontwikkelingsstadia Spanje nog zal moeten doorloopen eer het eindelijk tot rust gekomen is, valt niet te zeggen. Doch tenslotte zal het land naar links moeten gaan. Doch men zal zich een linksch Spanje ook niet naar het model van Sovjet-Rusland moe ten voorstellen. Dezelfde anarchistische nei gingen, die een fascistisch bewind op den duur onmogelijk zullen maken, zullen ook een communistische dictatuurstaat hoogstens tot een korte tusschenperiode beperken. Dit blijkt reeds voldoende- duidelijk uit het feit, dat tiet KORFBAL. HAARL. KORFBALBOND „DE OOSTHOEK" Secr. Eerste Hoogerwoerddwarsstraat 8. Te spelen Zondag 16 Januari: Zwaluwen- Oosthoek 1, 2 uur. Vertrek 12.30 van de Groote Markt. Oosthoek 2—T.H.B. 3, 10 uur, Noor der Sportpark. ALWAYS READY Secretaris: D. ter Haak, Barendsestraat 29 Gespeeld: Haarlem 2—Always Ready 1 2—2 Alw. Ready 2—Aurora 3 0—2 Te spelen 23 Januari: Alw. Ready 2—Aurora 2 2.15 uur Nw. Flora 2—Alw. Ready 1 2.15 uur (voor dezen wedstrijd is echter uitstel ge vraagd). communisme in Spanje steeds een kleine minderheid heeft gevormd, ondanks alle be moeiingen van Moskou, dat reeds sinds 1917 zijn beste propagandisten naar het Iberische schiereiland zond. De hier neergelegde overwegingen maken het duidelijk waarom Frankrijk en Engeland een non-interventiepolitiek gevolgd hebben. Interventie had zeer waarschijnlijk tot een botsing met Italië geleid, die op het oogen blik geen van beide landen erg aanlokt. Non interventie heeft er toe gevoerd, dat Franco heer en meester werd over het grootste deel van Spanje, en, mogelijk na eenigen tijd over het geheele land. Doch zoowel de Quai d'Orsay als Downing Street weten, dat een Franco-regime slechts een tusschenspel zal zijn. Niettemin hopen zij, dat dit tusschenspel van zeer korten duur zal zijn. Want zelfs al zou Franco er in slagen te voorkomen, dat Italië op de Balearen en in Spaansch-Ma- rokko genesteld blijft, vanwaar het zoowel Gi braltar als de Fransche verbindingsweg naar Noord-Afrika bedreigen kan, een sterke Ita- liaansche invloed op Spanje's politiek is bij een Franco-bewind onvermijdelijk. En dat zal tengevolge hebben dat de spanning, die thans reeds in het Oosten van de Middellandsche Zee heerscht, ook in het Westen zal ontstaan. Hetgeen thans eigenlijk al het geval is. En men vraagt zich in Londen en Parijs af, of de botsing, die men door non-interventie had willen voorkomen, eigenlijk niet naderbij is gebracht door deze politiek. Lang voortduren van den huidigen toestand zal de Engelsch- Italiaansche spanning steeds meer doen toe nemen. En het gevaar van een uitbarsting doen groeien K. ANDR. (Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden) BURGERLIJK!; STAND -HAARLEM, 11 Januari. Getrouwd 8 Januari: F. K. T. Beukema toe Water en J. van Loghem. Bevallen 7 Januari: C. P. M. van Leeuwen- Zonneveld, d.; 8 Januari: T. Damstra—Schof- felmeer, d.; 9 Januari: A. P. MeijerGott- schal, z.; J. G. Hoekstra—Wijtkamp, d.; G- ten Boom—van Eeden, z.; C. J. van der Pol—van Dam, d.: 10 Januari: P. J. J. Jansenvan der Steijle, z.; E. J. FlorieRusman, z.; H. C. SchreuderWijnbrans, z.; C. J. Verheijdt Rijneveld, z.; 11 Januari: J. Dijkstra—Wouda, d.; P. J. Lamers—Romijn, d. Overleden C. M. G. RuttenbergSchroots, 73 j., H. J. Koenenstraat; 10 Januari: H. Groe- neveld—Winters, 84 j„ Zomer kade; H. Ho- genbirk, 63 j., Hazepaterslaan; M. Pettersson— de Boer, 72 j., Oranjestraat; J. Dolieslager, 56 j., M. van Heemskerkstraat; G. Voorderhake, 79 j„ van Marumstraat; M. W. Th. Damave. 13 d., Rijksstraatweg. Getrouwd 11 Januari: B. Snoeck en S. G. W. M. van Eeten. Baas boven baas. door ARIE REINDERS. TWINTIG jaar lang had Evert er naar gesnakt, in zijn vacantie naar Blan- kenberghe te gaan. Maar twintig jaar lang was het zoo gegaan: „Wat zullen we doen, Evert?" „Ik zat net een plannetje te bedenken, schat. Misschien konden we naar Blanken berghe gaan". „Hè nee, niet naar Blankenberghë Evert. We gingen toch altijd naar Noordwijk?" „Ja, dat weet ik. Daarom dacht ik juist, dat Blankenberghe voor de verandering wel eens aardig zou zijn". „Maar we zijn zoo aan Noordwijk gehecht, Evert. Daar zijn we het eerste jaar van ons trouwen geweest. Voor mij is het geen vacan tie als we niet naar Noordwijk gaan. Al onze kennissen gaan naar Noordwijk. We kennen in .,Ja, 't is goed, schat, 't is goed, 't is goed! We zien er van af". „Waar van af?" „Van Blankenberghe. We zullen naar Noord wijk gaan". „Nou, waarom heb je het dan niet direct gezegd, Evert? Je bent toch ook altijd zoo moeilijk. Wij krijgen nooit iets voor elkaar of er moet uren over gepraat zijn". „Ja schatIk bedoel nee, schat. Denk er maar niet mepr over. We gaan naar Noord wijk. Zeg maar niets meer". En ze gingen naar Noordwijk, Evert versla gen en zich afvragend waarom het zoo was. Hij had al tien jaar naar een wagentje ge snakt. Maar tien jaar was het zoo gegaan: „Wat heb je daar, Evert?"- „Een prijscourant van auto's, schat". „Wat moet je daarmee?" „Nou ik was benieuwd „Heb je vanmorgen de krant gelezen?" „Nee". „Man en vrouw en drie kinderen veronge lukt in een Fordje op een onbewaakten over weg". „Ja schat, zulke dingen gebeuren. Als de menschen roekeloos rijden „Ze zeggen dat die man altijd buitengewoon Internationale spanning maakt defensie-uitvoerrecht noodzakelijk BATAVIA, 11 Januari (Aneta/A.N.P.) In de memorie van toelichting op de ingediende ontwerp-ordonnantie in zake het defensie uitvoerrecht wordt gewezen op den gespannen internationalen toestand en op den achter stand bij de landsverdediging, waardoor een krachtige defensie-politiek noodzakelijk is. De stand van zaken in Nederland is bovendien zoodanig, dat het rijk gedwongen is zich be perkingen op te leggen ten aanzien van tege moetkoming aan Indië's defensielasten. Aan gezien verhooging van het huidige belasting- peil ongewenscht moet worden geacht en an derzijds de positie der exportbedrijven betrek kelijk gunstig is, mag een heffing op den ex port met het oog op de groote, thans op het spel staande belangen billijk en verantwoor delijk worden geacht. De nieuwe heffing zal geen uitgesproken tijdelijk karakter dragen, waarom de belas ting zeer laag is gesteld. De geraamdev'op brengst kan voor het beoogde doel voldoende worden geacht. De overweging voor de invoe ring van het „defensie-uitvoerrecht" is niet zoo zeer gelegen in het algemeen begrootings- aspect dan wel in dé omstandigheid, dat de versterking van de weermacht voor een reeks van jaren tot bijzondere uitgaven zal nopen. Uit een exposé omtrent de budgetaire po sitie voor 1938, welk exposé als bijlage bij deze memorie van toelichting is overgelegd, blijkt, dat het tekort op den gewonen en buitenge wonen dienst tezamen f 29.800.000 bedraagt, dat in verband met nadere voorzieningen met f 7.900.000 zal stijgen. Bij de uitgaven voor den buitengewonen dienst ad f 32.900.000 is inbe grepen een bedrag van f 19.400.000 aan vloot- jouwkosten en van f 7.800.000 aan uitgaven voor welvaartszorg, in totaal rond f 27.200.000, welke kosten door Nederland worden terug betaald. Prof. dr. A. A. Hyrnans van den Bergh treedt af. Prof. dr. A. A. Hijmans v. d. Bergh, hoog leeraar in de geneeskunde aan de Rijksuni versiteit te Utrecht, zal tegen 1 Febr. zijn ambt wegens gezondheidsredenen neerleggen. Albert Abraham Hijmans van den Bergh, op 1 Dec. 1869 te Rotterdam geboren, bezocht eerst 5 jaar het Erasmiaansch gymnasium en studeerde in 1889 en '90 in de propaedeutische vakken aan de Universiteit te Gent, waar hij den graad van „Candidat en Sciences naturel les" verwierf. Daarna liet hij zich inschrijven als student in de geneeskunde te Leiden. On- dertusschen werkte hij voor 't Gymnasiaal eindexamen, dat hij in 1891 als extraneus aan 't Rotterdamsch gymnasium aflegde. Reeds 4 jaar later (1895) deed hij zijn artsexamen en op 21 Mei 1896 promoveerde hij tot doctor in de geneeskunde op een proefschrift, getiteld: „De giftigheid der urine en de leer der auto intoxicatie". Zijn assistentschap bij prof. Nolen legde hij nu neer ten einde nog eenige buitenlandsche paediatische klinieken te be zoeken. Zoo werkte hij eenigen tijd in de kli niek van prof. Epstein te Praag en in die van Czerny te Breslau. Na zijn terugkomst vestigde hij zich als arts te Rotterdam en werd reeds in 1900 benoemd tot lsten geneesheer aan het Gemeenteziekenhuis aan den Coolsingel al daar. Ruim 11 jaar was hij als zoodanig werkzaam, toen hij op 13 November 1911 benoemd werd tot hoogleeraar in de geneeskunde aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Zes jaar later verwisselde hij die betrekking tegen die van hoogleeraar in de geneeskunde en de propae deutische kliniek aan de Utrechtsche Univer siteit. van den weg staande auto's mogen - wanneer licht op ver plicht is géén andere ver lichting voeren dan 'n rechts geplaatst lampje, dat naar voren rood en naar achteren wit licht geeft. Rechts vcm den weg staande, moogt u in zoo'n geval kiezen tusschen de nor male aütoverlichting ói één links- zittend lampje, dat naar voren wit en naar achteren rood licht geeft voorzichtig reed. En evengoed is hij veronge lukt. Er staat nog een geval in de krant. Jong paartje, pas geëngageerd. Nieuwe wagen. Alles leèk prachtig in orde. Maar opeens sprong er een band. Allebei dood". „Ja schat, zulke dingen. „Je wilt ons tweeën toch zeker niet laten verongelukken?" „Natuurlijk niet". „Waarom wil je dan een auto koopen?" „Dat zeg ik toch niet?" „O, waarom praat je er dan zoo lang over, Evert? Als je geen auto wilt koopen, waarom vermors je dan je tijd met een auto-boekje? 't Is eenvoudig niet te begrijpen, Evert, maar over de allereenvoudigste dingen moet ik uren met je redeneeren, voor je „Maar ik ga toch geen auto kooperi, schat!" „Waar praten we dan eigenlijk over?" „Dat weet ik ook niet". Hij had al twee jaar een alpinopetje willen hebben. MaarHij had al vijf jaar een huis op den Brink willen huren. MaarHij had al vijftien jaar een vaatje bier in huis willen hebben. MaarMaarMaar MaarZoolang hij zich maar herinneren kon. En toen las hij op zekeren dag een adver tentie: VOELT U ZICH MINDERWAARDIG? Raadpleeg mij en beheersch de omstan digheden! Verover de wereld! Zet uw eigen zin door!! Triomfeer!!! Prof. Stooter. Huize Res Nova. Zandstraat. Evert ging naar het huis Res Nova, Zand straat. Hij praatte met prof. Stooter. En prof. Pasklaar voor een Vereenigd Ierland. Onze Londensche correspondent schrijft ons: E regeering in Londen heeft reeds lang opgehouden moeilijkheden te maken met de regeering in Dublin. Engeland is wijs geworden met be trekking tot Ierland en van de bedenkelijke opvatting van vroeger, dat Engeland de baas moet zijn in het Groene Eiland aan zijn wes telijken kant, is officieel niets overgebleven. Overblijfselen er van zijn nog te ontdekken in enkele persorganen die zich niet kunnen voor stellen, dat er een volk of natie kan zijn, die geen prijs stelt op Engelsch bestuur en die. als ze de ingevingen van hun harten konden volgen, paal en perk zouden willen stellen aan De Valera's volhardend en geduldig stre ven naar een onafhankelijke republiek voor heel Ierland. Zulk kunstmatig en beredderend paal en perk stellen is niet alleen bij de Ier- sche wetgeving van 1914 en van 1920 onge oorloofd, het is ook geheel overbodig. Geogra fische, economische en politieke omstandighe den stellen op natuurlijke wijze paal en perk aan Ierland's onafhankelijk optreden. Dat weet De Valera even goed als de Britsche re geering. Het belang van beide landen wordt slecht gediend met geforceerde verbintenissen; het wordt daarentegen zeer goed gediend met vrijwillige, natuurlijke samenwerking en. vriendschap, die zich beter en sneller beloven te ontwikkelen naarmate Ierland sterker be seft, dat het opgehouden heeft de benadeelde partij en het onderdrukte land te zijn. Dat is thans klaarblijkelijk de redeneering, die in Whitehall geldt met betrekking tot den Ierschen Vrijstaat en De Valera's nieuwe grondwet. De Britsche regeering heeft zich gehaast den nieuwen naam voor den Vrijstaat te aanvaarden. Niet alleen in Dublin zal men in officieele documenten van „Ene" (Ierland) spreken, men zal het ook in Londen doen. Voor dit geval heeft Engeland de vraag „What's in a name" beantwoord met „nothing" (niets). Het was duidelijk dat „Eire" voor Groot Brittannië niet kon beteekenen een onverdeeld Ierland. Het stelt zich terecht op het standpunt, dat Noord-Ierland of Ulster leeft en werkt onder de Engelsche constitutie en dat het nieuwbakken product van Dublin alleen kan gelden voor het land, dat gisteren nog Iersche Vrijstaat heette. De Valera's grondwet loopt op de gebeurtenis sen, op eventueele gebeurtenissen, vooruit. Ze is pasklaar gemaakt voor een vereenigd Ier land. Dat is maar een gebaar of een symboli sche fanfare. Ook De Valera beseft, dat zijn grondwet niet voor Ierland geldt, maar hij hoopt dat ze er eens voor zal gelden. Hij heeft aan die hoop maar vast een schijn van ver wezenlijking gegeven door in zijn grondwet vast te stellen, dat „het nationaal gebied be staat Uit het heele eiland Ierland, zijn eilan den en zijn territoriale wateren". Engeland moest laten weten, dat zulk nationaal gebied slechts in de verbeelding van De Valera en zijn partijgenooten bestond. Het heeft dit gedaan op de tamste manier. De Premier van Ulster, Lord Craigavon, heeft gepoogd de Engelsche opmerking meer beteekenis te geven dan ze heeft door te verklaren, dat ze een nadrukke lijke verwerping is van een aanmatigende eisch, die tevens een beleediging inhoudt aan het adres van den Koning. (De nieuwe grond wet voor Eire maakt geen melding van den Koning, hoewel de functie van de Engelsche kroon voor buitenlandsche aangelegenheden blijft dienst doen). Het tegenwoordig bestuur dat binnen kort de proef van verkiezingen zal moeten doorstaan schijnt in tegenstelling met an dere landsbesturen onvergankelijk te zijn. Lord Craigavon en zijn mannen hebben van 1920 af de zes noordelijke graafschappen van Ierland bestuurd. Hun ideaal is een onver* breekbare band met de Engelsche kroon en een eeuwigdurende afscheiding van het Zuid- Ierland, dat van nu af als Ene bekend is. Het is allerminst zeker, dat zij hun bevolking altijd bereid zullen vinden deze politiek te steunen. In de a.s. verkiezingen zal wellicht blijken of het verlangen om van Ierland een politieke eenheid te maken meer zielen heeft gewonnen. Lord Craigavon's uitlegging van de Britsche reserve ten aanzien van den geografischen omvang van Eire kan niet juist zijn. Ze is niet meer dan het vaststellen van een bestaanden toestand. Ze kan niet beteekenen, dat Enge land dezen toestand durend zal helpen hand haven. Het Britsche parlement heeft zoowel in de Home Rule-wet van 1914 als in de latere Stooter vertelde hem dat hij een mooi geval was. „In een half jaar tijd zou ik u van uw infe rioriteit af kunnen helpen," verzekerde de prof hem. „Ik zou een heel ander mensch van u kunnen maken. Aan een les per week hebt u genoeg. Dat zou u zestig gulden kosten. Maar het is het geld waard. Evert vond ook. dat het het geld waard was. Hij haalde zijn chèqueboekje uit de schrijf tafel toen zijn vrouw niet keek. Hij haalde de zestig gulden. lederen Maandag liet hij zich een uur lang behandelen door prof. Stooter. Hij leerde ..Krachttermen" van buiten, oefende zich in het zetten van een stalen gezicht, en kon beter dan al zijn mede-studenten de aandoe ningen van het gezicht van prof. Stooter af lezen. Hij bedreef zonderlinge Meerderheids oefeningen, en hij muntte er in uit. lederen morgen repeteerde hij ze; eerst hl de badkamer, dan in de tram; en vervolgens op het kantoor tegen den loopjongtn. Hij voelde zich grooter, sterker, belangrij ker. Hij voelde, dat hij de omstandigheden be gon te beheerschen, de wereld te overwinnen, zijn eigen zin door te zetten. Toen het half jaar om was, drukte prof. Stooter hem de hand. „We zijn geslaagd" zei de prof. „W e z ij n er! Nu bent u tot alles in de wereld in staat. Ga, zie en overwin!" Evert knoopte zijn jas dicht en ging naar huis. Hij sloot de deur open, ging naar binnen, deed de deur dicht en stapte naar zijn vrouw. „Ik ga vanmorgen een auto koopen!" zei hij. „Wat ga je?" vroeg zijn vrouw. „Een auto koopen. En we gaan dit jaar met de vacantie naar Blankenberghe. En volgende week verhuizen we naar den Brink. En ik koop een alpino-petje." „Er uit!" schreeuwde zij. „Er uit tot je weer bij je verstand bent! 't Is uit met al dat geredeneer hier in huis! We praten niet meer, we doen! Dat wil zeggen. Jij doet. Er uit!" Hij had een gevoel of hij bij zijn nek en bij een oor werd gegrepen. Hij beschreef een boog door de lucht en kwam in een bloembed te recht. Hij kwam overeind te zitten, met zijn oogen vol zand, en probeerde haar aan te kijken. „Zal ik je eens wat vertellen? Ik heb een correspondentiecursus van prof. Stooter ge volgd, in Persoonlijkheid." brulde zij. En van nu af aan zal ik je aanpakken. Je kunt bin nen komen als je weer nuchter bent geen minuut eerder!" En zij gooide de deur dicht. wet op den Ierschen bestuursvorm het begin sel van een vereenigd Ierland aanvaard. Het kan alleen practische toepassing krijgen, in dien het volk van Noord-Ierland en dat van Zuid-Ierland, het gezamenlijk wenschen. De Valera hoopt, dat zijn ideaal op deze wijze in vrijwilligheid zal worden verwezen lijkt. Van de Britsche regeering behoeft geen tegenwerking te worden verwacht. Ze maakt wat Ierland betreft slechts het voorbehoud dat het deel zal blijven uitmaken van het Britsche Gemeenebest van naties, dat een vrij willige bond is van autonome volksgemeen schappen. Gegeven zijn onafhankelijkheid en onaantastbaarheid hebben de leidende man nen van Eire zeer zeker geen bezwaar tegen dezen band, die bijzondere economische en politieke voordeelen verschaft. MABKT GIKICITIN PURMERENDER MARKTBERICHT. Purmerend, 11 Jan. 1938. Verhandeld 18 partijen, wegende 28.000 K.G. Handel goed. Hoogste prijs f22. Kleine Boeren 3, f 22.50 per 100 kilo. Boter 270 K.G. f 1.50—1.54 per K.G., Wei- boter f 1.47—1,50 per K.G. Runderen, totaal 420 stuks. Vette koeien 225 5867 per K.G., matig; Gelde koeien 97, 160— 205 per stuk, matig: Melkkoeien 75, 180300 per stuk, matig; Stieren 23, 60—60 per K.G., matig; Paarden 8, 100—160 per stuk, stug; Vette kalveren 53, 30—60 per K.G. stug; Nuch tere kalveren voor de slacht 232 1016 per stuk, vlug; Nuchtere kalveren voor de fok 12- 18 per stuk, vlug; Vette varkens voor de slacht 236, 59—61 er K.G., matig; Magere varkens 44 25—42 per stuk, matig; Biggen 276,16—24 per stuk, matig; Schapen 1156, 1632 per stuk, matig; Bokken 33, 4—14 per stuk matig; Kip eieren f 3.75—4.25 per 100 stuks; Eendeieren f 3.40 per 100 st., Noord-Holl. blauwe 65—70 p. K.G., Oude kippen en hanen 3000, 50—57 per K.G., Konijnen 50—1.75 per stuk; Eenden 800 30—65 per stuk. duiven 40 per paar Coöp. Centrale Eierveiling Purmerend G.A. Afdeeling eieren. Aanvoer 65.000 Eendeieren f 3.35—3.45. 85.000 kippeneieren: 65-66 K.G. f 4.354.45; 63-64 K.G. f 4.15—4.30; 60-62 K.G. f 3.95—4.20; 58-59 K.G. f 3.90—4.05; 56-57 K.G. f 3.85—3.95 53-55 K.G. f 3.85—3.95; 60-52 K.G. f3.75— 3.85. Markt Bodegraven (Dinsdag) Aangevoerd 141 partijen Goudsche kaas, alle met rijksmerk, totaal 6345 stuks, wegende 57105 K.G. Prijs met r.m. Ie soort 26 tot 28. 2e soort 24.50 tot 25.50. Handel matig. Scheveningen, 11 Januari 1938 (A.N.P.) (Versche visch) Tarbot (klein) 50 cent per kg. Griet 45—50 cent per kg. Tong 75—90 cent per kg. Middelschol f 11.40—11.90 per 40 kg. Kleinschot f 8.8012 per 40 kg. Schelvisch 10—19.20 per 40 kg. Wijting 4.905 per 40 kg. Tongschar 10.50 per 40 kg. Koolvisch 24—35 cent per stuk. Amsterdam, 10 Januari 1937 (veemarkt) 511 vette koeien, waarvan de prijzen waren: le kwaliteit 74—82, 2e kwaliteit 64—72, 3e kwa liteit 54—62 cent per kg. slachtgewieht. 35 melk- en kalfkoeien 180—250 per stuk 60 vette kalveren: 2e kwaliteit 74-84, 3e kwa liteit 64-72 per kg. levend gewicht. 60 nuchtere kalveren 8-ƒ 15 per stuk. 77 schapen 20-ƒ 30 per stuk 536 varkens 'van 90—110 kg. 73—74, zware varkens 72—73. Vette varkens 72—73 per K.G. slachtgewieht. Aangevoerd 3 wagons geslachte runderen uit Denemarken. VEEMARKT. Rotterdam, 11 Januari 1938. Totaal aanvoer 3452. Paarden 179, veulens 3, magere runderen 785, vette runderen 824, vette kalveren 40, graskalveren 130, nuch tere kalveren 904, schapen en lammeren 466, varkens 5, biggen 1, bokken en geiten 115. Vette koeien prijzen per K.G, le kw. 76, 2e kw. 68, 3e kw. 5054; vette ossen le kw. 72, 2e kw. 68, 3e kw. 5054; stieren le kw. 68, 2e kw. 62, 3e kw. 56; vette kalveren le kw. 125, 2e Jew. 110, 3e kw. 75—80; schapen le kw. 54, 2e kw. 49, 3e kw. 45; lammeren le kw. 62, 2e kw. 58. 3e kw. 52; graskalveren 2e kw. 66, 3e kw. 56; nuchtere kalveren le kw. 55, 2e kw. 50, 3e kw. 45; slachtpaarden le kw. 56, 2e kw. 50, 3e kw. 46. Schapen, prijzen per stuk le kw. 30, 2e kw. 26, 3e kw. 23; lammeren le kw. 20, 2e kw. 17, 3e kw. 15; nuchtere slachtkalveren le kw. 13, 2e kw. 10, 3e kw. 7; nuchtere fo'kkalveren le kw. 22, 2e kw. 20, 3e kw. 18; slachtpaarden le kw. 240, 2e kw. 190; 3e kw. 140; werkpaarden le kw. 330, 2e kw. 280, 3e kw. 200; hitten le kw. 220. 2e kw. 180, 3e kw. 100; stieren, le kw. 360, 2e kw. 270, 3e kw. 190; kalfkoeien le kw. 300. 2e kw. 265. 3e kw. 195; melkkoeien, le kw. 305, 2e kw. 270, 3e kw. 200; varekoeien le kw. 205, 2e kw. 170, 3e kw. 140; vaarzen le kw. 210, 2e kw. 150, 3e kw. 130; pinken le kw. 170, 2e kw. 140, 3e kw. 100; graskalveren le kw. 80, 2e l£w. 65, 3e kw. 30; bokken en geiten le kw. 12, 2e kw. 8, 3e kw. 4. Overzicht: Vette koeien en ossen, aanvoer: grooter, handel: stroef, prijzen: dalende, pr. koe 80, os 76. Stieren, aanvoer: ruimer, handel: matig, prijzen: dalende. Vette kalveren, aanvoer klein, handel: re delijk, prijzen: stabiel pr. ex. 135. Schapen en lammeren, aanvoer: kleiner, handel: flauw, prijzen: onveranderd. Nuchtere slacht- en fokkalveren, aanvoer: ruimer, handel: vlug, prijzen ruim prijshou dend. Paarden, aanvoer: grooter, handel: kalm, prijzen: slacht- en werkpaarden lager, hit ten onveranderd. Kalf- en melkkoeien, aanvoer: iets ruimer, handel: matig, prijzen: prijshoudend. Varekoeien, aanvoer: gering, handel vlug, prijzen: iets stijver. Vaarzen en pinken, aanvoer: als vor. week. handel: vrij goed; prijzen: hooger. Graskalveren, aanvoer: als vor. week; han del: matig, prijzen: goed te handhaven. Bokken en geiten, aanvoer: iets grooter, handel: willig, prijzen: onveranderd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 2