KORT VERHAAL
SPANJE TUSSCHEN ROOD EN ZWART
DE NIEUWE GRONDWET VAN DEN
IERSCHEN VRIJSTAAT.
D'
Regime Franco als tusschenspel.
SPANJE telde niet mee in de arena der
internationale politiek. Toen in 1914
1918 het meerendeel der Europeesche
Staten in het strijdperk trad en zelfs
het kleine Portugal niet achter wilde blijven,
bleef Spanje neutraal.
„Onze buitenlandsche politiek", moet
toentertijd een der Spaansche regeerders ge
zegd hebben, „is zeer eenvoudig; wij blijven
rustig achter de Pyreneeën zitten!"
Op het oogenblik is Spanje zelf de arena,
waar de strijd tusschen rood en zwart wordt
uitgevochten. En moge Spanje dan al geen
buitenlandsche politiek hebben, de buiten
landsche politici hebben gedurende het laatste
anderhalve jaar grijze haren gekregen van
dat, wat zich in Spanje's binnenlandsche po'
litiek afspeelt.
Doch het is ook slechts een betrekkelijke
waarheid, dat Spanje geen buitenlandsche
politiek zou hebben. Want er zijn twee punten
van buitenlandsch politiek belang, waarmede
Spanje wel degelijk rekening heeft te houden.
Het eerste is, dat het een noodzakelijkheid
is voor het land om goede betrekkingen te on
derhouden met de mogendheid, die de sterk
ste vlootpositie in de Middellandsche Zee
heeft. Het tweede is te voorkomen dat ooit
haar verbindingsweg met Noord-Afrika be
dreigd wordt, waar Spanje groote economische
belangen heeft en waar, in vredestijd, zich het
grootste gedeelte van het leger bevindt.
Doch ook dit zijn slechts kwesties van on
dergeschikt belang vergeleken bij het leven
dige interesse dat andere mogendheden m
Spanje hebben. De binnenlandsche moeilijk
heden van dit zoo roerige land hebben al eens
tot een Europeeschen oorlog geleid, en voor
hen, die het oppertoezicht over het Westelijk
deel van de Middellandsche Zee verlangen, is
een doorslaggevende invloed in Spanje nood-
ZaVan1923 tot 1930 stond Spanje onder dicta
tuur van kolonel Primo de Rivera. Hoewel zijn
dictatuur zich, ondanks herhaalde binnen
landsche onlusten, acht jaar wist- te hand
haven. was het eenige resultaat dat hij er mee
bereikte dat de stemming van het Spaansche
volk in meerderheid republikeinsch en revo
lutionair werd. Een jaar na zijn aftreden werd
koning Alfonso onttroond en moest naar het
buitenland vluchten. Het kabinet Azana, dat
de daaropvolgende twee jaren regeerde, ging
in 1933 aan zijn eigen zwakte ten onder, met
gevolg, dat de reactionnaire partijen van
rechts aan het bewind kwamen, -die alle her
vormingen weer ongedaan maakten. Een op
stand der mijnwerkers tegen het rechtsche
regime, die in 1934 in Asturië uitbrak, werd
met behulp van het vreemdelingenlegioen,
Moorsche troepen en vliegmachines onder
drukt. Dat hiermede de redenen tot den op
stand allerminst uit den weg waren geruimd,
blijkt wel uit het feit dat niettemin de sociale
toestand moedwillig steeds verder verslechterd
werd. Gemiddeld waren de loonen in de pe
riode ran het rechtsche bewind, dus van 1933
tot de eerste maand van 1936, met iets méér
dan vijftig procent verlaagd.
Ontstaan van het
Volksfront.
De oppositie vereenigde zich in een Volks
front om bij de Februari-verkiezingen van
1936 sterker te staan, en, tot groote verras
sing -van de rechterzijde, behaalde het Fren-
te Popular een eclatante meerderheid. Op
nieuw werd een kabinet Azana gevormd, dat
gesteund werd door de liberalen, socialisten,
communisten en anarchisten. Azana maakte
een begin met energieke sociale hervormin
gen, die in Spanje, dat op sociaal gebied nog
in de middeleeuwen verkeerde hard noodig
waren. Zoo werd het grondbezit van de kerk
gedeeltelijk onder de arme boeren verdeeld,
bekende vijanden der republiek werden uit
de openbare diensten verwijderd en de scho
len werden gesaeculariseerd. Niettemin was
het tempo van Azana's hervormingen voor de
Iinksche partijen veel te langzaam en hij
werd onschadelijk gemaakt door zijn benoe
ming tot president van de republiek. Sinds
dien was het hek van den dam. De lang op
gekropte haat tegen de kerk brak zich baan
priesters werden gemolesteerd, kerken ver
brand. Stakingen en relletjes waren aan de
orde van den dag. Hoewel deze feiten niet
zulk een grooten omvang aannamen als men
later wel heeft willen voorstellen, ?r bleek
toch duidelijk uit, dat Spanje zich veel snel
ler naar links ontwikkelde dan men voor
wenschelijk en waarschijnlijk had gehouden.
Zoo ging het tot de maand Juli van het
vorige jaar. Reeds voor dien tijd deden ge
ruchten in het land de ronde, dat er weer
een nieuwe pronunciamento werd voorbe
reid onder leiding van generaal Sanjurjo.
Deze verongelukte, toen hij van Lissabon
naar Spanje vloog, en in zijn plaats nam
Franco de leiding der opstandelingen over.
van den beginne af door Italië en Duitsch-
land met wapenzendingen en „vrijwilligers"
gesteund. De bevolking bestormde de arse
nalen om zich gewapend te weer te kunnen
stellen, en sinds dat oogenblik heerscht in
Spanje een burgeroorlog, wreed en vernie
tigend, waarbij aan beide zijden verbitterd
en zonder genade wordt gevochten.
Hoe deze burgeroorlog ook eindigen zal, één
ding staat onomstootelijk vast. De oude toe
stand zal nimmer meer hersteld kunnen wor
den. Sinds de bevolking haar kracht heeft
leeren kennen, en wat meer zegt, wapens
heeft leeren hanteeren. zal geen enkele re
geering op den duur in staat zijn het mono
polie van grond- en kapitaalbezit, dat in
Spanje steeds in handen van de kerk en
den adel geweest is, te handhaven. Ook een
fascistisch regime zal niet voor lang zich in
Spanje overeind kunnen houden. Negentig
procent der bevolking leeft in meerdere of
mindere mate in armoede en heeft bij een
opstand dus niets te verliezen. Een midden
stand. die een remmenden en kalmeerenden
invloed op de andere klassen kan uitoefe
nen. en zoodoende al te schokkende gebeur
tenissen kan tegenhouden, bestaat in Spanje
feitelijk niet. Bovendien is er de eiken Span
jaard aangeboren neiging tot groote indivi-
dueele vrijheid, die zich uit in een sterke
anarchistische gezindheid, die in Spanje ook
buiten de anarchistische beweging welig'
tiert en die na korter of langer tijd een auto
ritair regime zal ondergraven.
Tenslotte weer een linksch Spanje.
Welke ontwikkelingsstadia Spanje nog zal
moeten doorloopen eer het eindelijk tot rust
gekomen is, valt niet te zeggen. Doch tenslotte
zal het land naar links moeten gaan.
Doch men zal zich een linksch Spanje ook
niet naar het model van Sovjet-Rusland moe
ten voorstellen. Dezelfde anarchistische nei
gingen, die een fascistisch bewind op den
duur onmogelijk zullen maken, zullen ook een
communistische dictatuurstaat hoogstens tot
een korte tusschenperiode beperken. Dit blijkt
reeds voldoende- duidelijk uit het feit, dat tiet
KORFBAL.
HAARL. KORFBALBOND
„DE OOSTHOEK"
Secr. Eerste Hoogerwoerddwarsstraat 8.
Te spelen Zondag 16 Januari: Zwaluwen-
Oosthoek 1, 2 uur. Vertrek 12.30 van de Groote
Markt. Oosthoek 2—T.H.B. 3, 10 uur, Noor
der Sportpark.
ALWAYS READY
Secretaris: D. ter Haak, Barendsestraat 29
Gespeeld:
Haarlem 2—Always Ready 1 2—2
Alw. Ready 2—Aurora 3 0—2
Te spelen 23 Januari:
Alw. Ready 2—Aurora 2 2.15 uur
Nw. Flora 2—Alw. Ready 1 2.15 uur
(voor dezen wedstrijd is echter uitstel ge
vraagd).
communisme in Spanje steeds een kleine
minderheid heeft gevormd, ondanks alle be
moeiingen van Moskou, dat reeds sinds 1917
zijn beste propagandisten naar het Iberische
schiereiland zond.
De hier neergelegde overwegingen maken
het duidelijk waarom Frankrijk en Engeland
een non-interventiepolitiek gevolgd hebben.
Interventie had zeer waarschijnlijk tot een
botsing met Italië geleid, die op het oogen
blik geen van beide landen erg aanlokt. Non
interventie heeft er toe gevoerd, dat Franco
heer en meester werd over het grootste deel
van Spanje, en, mogelijk na eenigen tijd
over het geheele land. Doch zoowel de Quai
d'Orsay als Downing Street weten, dat een
Franco-regime slechts een tusschenspel zal
zijn. Niettemin hopen zij, dat dit tusschenspel
van zeer korten duur zal zijn. Want zelfs al
zou Franco er in slagen te voorkomen, dat
Italië op de Balearen en in Spaansch-Ma-
rokko genesteld blijft, vanwaar het zoowel Gi
braltar als de Fransche verbindingsweg naar
Noord-Afrika bedreigen kan, een sterke Ita-
liaansche invloed op Spanje's politiek is bij
een Franco-bewind onvermijdelijk. En dat zal
tengevolge hebben dat de spanning, die thans
reeds in het Oosten van de Middellandsche
Zee heerscht, ook in het Westen zal ontstaan.
Hetgeen thans eigenlijk al het geval is. En
men vraagt zich in Londen en Parijs af, of de
botsing, die men door non-interventie had
willen voorkomen, eigenlijk niet naderbij is
gebracht door deze politiek. Lang voortduren
van den huidigen toestand zal de Engelsch-
Italiaansche spanning steeds meer doen toe
nemen. En het gevaar van een uitbarsting
doen groeien
K. ANDR.
(Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden)
BURGERLIJK!; STAND
-HAARLEM, 11 Januari.
Getrouwd 8 Januari: F. K. T. Beukema toe
Water en J. van Loghem.
Bevallen 7 Januari: C. P. M. van Leeuwen-
Zonneveld, d.; 8 Januari: T. Damstra—Schof-
felmeer, d.; 9 Januari: A. P. MeijerGott-
schal, z.; J. G. Hoekstra—Wijtkamp, d.; G- ten
Boom—van Eeden, z.; C. J. van der Pol—van
Dam, d.: 10 Januari: P. J. J. Jansenvan der
Steijle, z.; E. J. FlorieRusman, z.; H. C.
SchreuderWijnbrans, z.; C. J. Verheijdt
Rijneveld, z.; 11 Januari: J. Dijkstra—Wouda,
d.; P. J. Lamers—Romijn, d.
Overleden C. M. G. RuttenbergSchroots,
73 j., H. J. Koenenstraat; 10 Januari: H. Groe-
neveld—Winters, 84 j„ Zomer kade; H. Ho-
genbirk, 63 j., Hazepaterslaan; M. Pettersson—
de Boer, 72 j., Oranjestraat; J. Dolieslager, 56
j., M. van Heemskerkstraat; G. Voorderhake,
79 j„ van Marumstraat; M. W. Th. Damave.
13 d., Rijksstraatweg.
Getrouwd 11 Januari: B. Snoeck en S. G. W.
M. van Eeten.
Baas boven baas.
door ARIE REINDERS.
TWINTIG jaar lang had Evert er naar
gesnakt, in zijn vacantie naar Blan-
kenberghe te gaan. Maar twintig
jaar lang was het zoo gegaan:
„Wat zullen we doen, Evert?"
„Ik zat net een plannetje te bedenken,
schat. Misschien konden we naar Blanken
berghe gaan".
„Hè nee, niet naar Blankenberghë Evert.
We gingen toch altijd naar Noordwijk?"
„Ja, dat weet ik. Daarom dacht ik juist, dat
Blankenberghe voor de verandering wel eens
aardig zou zijn".
„Maar we zijn zoo aan Noordwijk gehecht,
Evert. Daar zijn we het eerste jaar van ons
trouwen geweest. Voor mij is het geen vacan
tie als we niet naar Noordwijk gaan. Al onze
kennissen gaan naar Noordwijk. We kennen
in
.,Ja, 't is goed, schat, 't is goed, 't is goed!
We zien er van af".
„Waar van af?"
„Van Blankenberghe. We zullen naar Noord
wijk gaan".
„Nou, waarom heb je het dan niet direct
gezegd, Evert? Je bent toch ook altijd zoo
moeilijk. Wij krijgen nooit iets voor elkaar of
er moet uren over gepraat zijn".
„Ja schatIk bedoel nee, schat. Denk er
maar niet mepr over. We gaan naar Noord
wijk. Zeg maar niets meer".
En ze gingen naar Noordwijk, Evert versla
gen en zich afvragend waarom het zoo was.
Hij had al tien jaar naar een wagentje ge
snakt. Maar tien jaar was het zoo gegaan:
„Wat heb je daar, Evert?"-
„Een prijscourant van auto's, schat".
„Wat moet je daarmee?"
„Nou ik was benieuwd
„Heb je vanmorgen de krant gelezen?"
„Nee".
„Man en vrouw en drie kinderen veronge
lukt in een Fordje op een onbewaakten over
weg".
„Ja schat, zulke dingen gebeuren. Als de
menschen roekeloos rijden
„Ze zeggen dat die man altijd buitengewoon
Internationale spanning maakt
defensie-uitvoerrecht noodzakelijk
BATAVIA, 11 Januari (Aneta/A.N.P.) In
de memorie van toelichting op de ingediende
ontwerp-ordonnantie in zake het defensie
uitvoerrecht wordt gewezen op den gespannen
internationalen toestand en op den achter
stand bij de landsverdediging, waardoor een
krachtige defensie-politiek noodzakelijk is. De
stand van zaken in Nederland is bovendien
zoodanig, dat het rijk gedwongen is zich be
perkingen op te leggen ten aanzien van tege
moetkoming aan Indië's defensielasten. Aan
gezien verhooging van het huidige belasting-
peil ongewenscht moet worden geacht en an
derzijds de positie der exportbedrijven betrek
kelijk gunstig is, mag een heffing op den ex
port met het oog op de groote, thans op het
spel staande belangen billijk en verantwoor
delijk worden geacht.
De nieuwe heffing zal geen uitgesproken
tijdelijk karakter dragen, waarom de belas
ting zeer laag is gesteld. De geraamdev'op
brengst kan voor het beoogde doel voldoende
worden geacht. De overweging voor de invoe
ring van het „defensie-uitvoerrecht" is niet
zoo zeer gelegen in het algemeen begrootings-
aspect dan wel in dé omstandigheid, dat de
versterking van de weermacht voor een reeks
van jaren tot bijzondere uitgaven zal nopen.
Uit een exposé omtrent de budgetaire po
sitie voor 1938, welk exposé als bijlage bij deze
memorie van toelichting is overgelegd, blijkt,
dat het tekort op den gewonen en buitenge
wonen dienst tezamen f 29.800.000 bedraagt,
dat in verband met nadere voorzieningen met
f 7.900.000 zal stijgen. Bij de uitgaven voor den
buitengewonen dienst ad f 32.900.000 is inbe
grepen een bedrag van f 19.400.000 aan vloot-
jouwkosten en van f 7.800.000 aan uitgaven
voor welvaartszorg, in totaal rond f 27.200.000,
welke kosten door Nederland worden terug
betaald.
Prof. dr. A. A. Hyrnans van den
Bergh treedt af.
Prof. dr. A. A. Hijmans v. d. Bergh, hoog
leeraar in de geneeskunde aan de Rijksuni
versiteit te Utrecht, zal tegen 1 Febr. zijn ambt
wegens gezondheidsredenen neerleggen.
Albert Abraham Hijmans van den Bergh,
op 1 Dec. 1869 te Rotterdam geboren, bezocht
eerst 5 jaar het Erasmiaansch gymnasium en
studeerde in 1889 en '90 in de propaedeutische
vakken aan de Universiteit te Gent, waar hij
den graad van „Candidat en Sciences naturel
les" verwierf. Daarna liet hij zich inschrijven
als student in de geneeskunde te Leiden. On-
dertusschen werkte hij voor 't Gymnasiaal
eindexamen, dat hij in 1891 als extraneus aan
't Rotterdamsch gymnasium aflegde. Reeds
4 jaar later (1895) deed hij zijn artsexamen en
op 21 Mei 1896 promoveerde hij tot doctor in
de geneeskunde op een proefschrift, getiteld:
„De giftigheid der urine en de leer der auto
intoxicatie". Zijn assistentschap bij prof.
Nolen legde hij nu neer ten einde nog eenige
buitenlandsche paediatische klinieken te be
zoeken. Zoo werkte hij eenigen tijd in de kli
niek van prof. Epstein te Praag en in die van
Czerny te Breslau. Na zijn terugkomst vestigde
hij zich als arts te Rotterdam en werd reeds
in 1900 benoemd tot lsten geneesheer aan het
Gemeenteziekenhuis aan den Coolsingel al
daar.
Ruim 11 jaar was hij als zoodanig werkzaam,
toen hij op 13 November 1911 benoemd werd
tot hoogleeraar in de geneeskunde aan de
Rijksuniversiteit te Groningen. Zes jaar later
verwisselde hij die betrekking tegen die van
hoogleeraar in de geneeskunde en de propae
deutische kliniek aan de Utrechtsche Univer
siteit.
van den weg staande auto's
mogen - wanneer licht op ver
plicht is géén andere ver
lichting voeren dan 'n rechts
geplaatst lampje, dat naar
voren rood en naar achteren
wit licht geeft.
Rechts vcm den weg staande, moogt u
in zoo'n geval kiezen tusschen de nor
male aütoverlichting ói één links-
zittend lampje, dat naar voren wit
en naar achteren rood licht geeft
voorzichtig reed. En evengoed is hij veronge
lukt. Er staat nog een geval in de krant. Jong
paartje, pas geëngageerd. Nieuwe wagen. Alles
leèk prachtig in orde. Maar opeens sprong er
een band. Allebei dood".
„Ja schat, zulke dingen.
„Je wilt ons tweeën toch zeker niet laten
verongelukken?"
„Natuurlijk niet".
„Waarom wil je dan een auto koopen?"
„Dat zeg ik toch niet?"
„O, waarom praat je er dan zoo lang over,
Evert? Als je geen auto wilt koopen, waarom
vermors je dan je tijd met een auto-boekje?
't Is eenvoudig niet te begrijpen, Evert, maar
over de allereenvoudigste dingen moet ik
uren met je redeneeren, voor je
„Maar ik ga toch geen auto kooperi, schat!"
„Waar praten we dan eigenlijk over?"
„Dat weet ik ook niet".
Hij had al twee jaar een alpinopetje willen
hebben. MaarHij had al vijf jaar een huis
op den Brink willen huren. MaarHij
had al vijftien jaar een vaatje bier in huis
willen hebben. MaarMaarMaar
MaarZoolang hij zich maar herinneren
kon.
En toen las hij op zekeren dag een adver
tentie:
VOELT U ZICH MINDERWAARDIG?
Raadpleeg mij en beheersch de omstan
digheden! Verover de wereld! Zet uw
eigen zin door!! Triomfeer!!!
Prof. Stooter. Huize Res Nova. Zandstraat.
Evert ging naar het huis Res Nova, Zand
straat. Hij praatte met prof. Stooter. En prof.
Pasklaar voor een Vereenigd Ierland.
Onze Londensche correspondent schrijft ons:
E regeering in Londen heeft reeds
lang opgehouden moeilijkheden te
maken met de regeering in Dublin.
Engeland is wijs geworden met be
trekking tot Ierland en van de bedenkelijke
opvatting van vroeger, dat Engeland de baas
moet zijn in het Groene Eiland aan zijn wes
telijken kant, is officieel niets overgebleven.
Overblijfselen er van zijn nog te ontdekken in
enkele persorganen die zich niet kunnen voor
stellen, dat er een volk of natie kan zijn, die
geen prijs stelt op Engelsch bestuur en die.
als ze de ingevingen van hun harten konden
volgen, paal en perk zouden willen stellen
aan De Valera's volhardend en geduldig stre
ven naar een onafhankelijke republiek voor
heel Ierland. Zulk kunstmatig en beredderend
paal en perk stellen is niet alleen bij de Ier-
sche wetgeving van 1914 en van 1920 onge
oorloofd, het is ook geheel overbodig. Geogra
fische, economische en politieke omstandighe
den stellen op natuurlijke wijze paal en perk
aan Ierland's onafhankelijk optreden. Dat
weet De Valera even goed als de Britsche re
geering. Het belang van beide landen wordt
slecht gediend met geforceerde verbintenissen;
het wordt daarentegen zeer goed gediend met
vrijwillige, natuurlijke samenwerking en.
vriendschap, die zich beter en sneller beloven
te ontwikkelen naarmate Ierland sterker be
seft, dat het opgehouden heeft de benadeelde
partij en het onderdrukte land te zijn.
Dat is thans klaarblijkelijk de redeneering,
die in Whitehall geldt met betrekking tot den
Ierschen Vrijstaat en De Valera's nieuwe
grondwet. De Britsche regeering heeft zich
gehaast den nieuwen naam voor den Vrijstaat
te aanvaarden. Niet alleen in Dublin zal men
in officieele documenten van „Ene" (Ierland)
spreken, men zal het ook in Londen doen.
Voor dit geval heeft Engeland de vraag
„What's in a name" beantwoord met
„nothing" (niets). Het was duidelijk dat „Eire"
voor Groot Brittannië niet kon beteekenen
een onverdeeld Ierland. Het stelt zich terecht
op het standpunt, dat Noord-Ierland of Ulster
leeft en werkt onder de Engelsche constitutie
en dat het nieuwbakken product van Dublin
alleen kan gelden voor het land, dat gisteren
nog Iersche Vrijstaat heette.
De Valera's grondwet loopt op de gebeurtenis
sen, op eventueele gebeurtenissen, vooruit. Ze
is pasklaar gemaakt voor een vereenigd Ier
land. Dat is maar een gebaar of een symboli
sche fanfare. Ook De Valera beseft, dat zijn
grondwet niet voor Ierland geldt, maar hij
hoopt dat ze er eens voor zal gelden. Hij heeft
aan die hoop maar vast een schijn van ver
wezenlijking gegeven door in zijn grondwet
vast te stellen, dat „het nationaal gebied be
staat Uit het heele eiland Ierland, zijn eilan
den en zijn territoriale wateren". Engeland
moest laten weten, dat zulk nationaal gebied
slechts in de verbeelding van De Valera en zijn
partijgenooten bestond. Het heeft dit gedaan
op de tamste manier. De Premier van Ulster,
Lord Craigavon, heeft gepoogd de Engelsche
opmerking meer beteekenis te geven dan ze
heeft door te verklaren, dat ze een nadrukke
lijke verwerping is van een aanmatigende
eisch, die tevens een beleediging inhoudt aan
het adres van den Koning. (De nieuwe grond
wet voor Eire maakt geen melding van den
Koning, hoewel de functie van de Engelsche
kroon voor buitenlandsche aangelegenheden
blijft dienst doen).
Het tegenwoordig bestuur dat binnen
kort de proef van verkiezingen zal moeten
doorstaan schijnt in tegenstelling met an
dere landsbesturen onvergankelijk te zijn.
Lord Craigavon en zijn mannen hebben van
1920 af de zes noordelijke graafschappen van
Ierland bestuurd. Hun ideaal is een onver*
breekbare band met de Engelsche kroon en
een eeuwigdurende afscheiding van het Zuid-
Ierland, dat van nu af als Ene bekend is. Het
is allerminst zeker, dat zij hun bevolking altijd
bereid zullen vinden deze politiek te steunen.
In de a.s. verkiezingen zal wellicht blijken of
het verlangen om van Ierland een politieke
eenheid te maken meer zielen heeft gewonnen.
Lord Craigavon's uitlegging van de Britsche
reserve ten aanzien van den geografischen
omvang van Eire kan niet juist zijn. Ze is niet
meer dan het vaststellen van een bestaanden
toestand. Ze kan niet beteekenen, dat Enge
land dezen toestand durend zal helpen hand
haven. Het Britsche parlement heeft zoowel in
de Home Rule-wet van 1914 als in de latere
Stooter vertelde hem dat hij een mooi geval
was.
„In een half jaar tijd zou ik u van uw infe
rioriteit af kunnen helpen," verzekerde de
prof hem. „Ik zou een heel ander mensch van
u kunnen maken. Aan een les per week hebt
u genoeg. Dat zou u zestig gulden kosten.
Maar het is het geld waard.
Evert vond ook. dat het het geld waard was.
Hij haalde zijn chèqueboekje uit de schrijf
tafel toen zijn vrouw niet keek. Hij haalde de
zestig gulden.
lederen Maandag liet hij zich een uur lang
behandelen door prof. Stooter. Hij leerde
..Krachttermen" van buiten, oefende zich in
het zetten van een stalen gezicht, en kon
beter dan al zijn mede-studenten de aandoe
ningen van het gezicht van prof. Stooter af
lezen. Hij bedreef zonderlinge Meerderheids
oefeningen, en hij muntte er in uit.
lederen morgen repeteerde hij ze; eerst hl
de badkamer, dan in de tram; en vervolgens
op het kantoor tegen den loopjongtn.
Hij voelde zich grooter, sterker, belangrij
ker. Hij voelde, dat hij de omstandigheden be
gon te beheerschen, de wereld te overwinnen,
zijn eigen zin door te zetten.
Toen het half jaar om was, drukte prof.
Stooter hem de hand.
„We zijn geslaagd" zei de prof. „W e z ij n
er! Nu bent u tot alles in de wereld in staat.
Ga, zie en overwin!" Evert knoopte zijn jas
dicht en ging naar huis.
Hij sloot de deur open, ging naar binnen,
deed de deur dicht en stapte naar zijn vrouw.
„Ik ga vanmorgen een auto koopen!" zei hij.
„Wat ga je?" vroeg zijn vrouw.
„Een auto koopen. En we gaan dit jaar met
de vacantie naar Blankenberghe. En volgende
week verhuizen we naar den Brink. En ik koop
een alpino-petje."
„Er uit!" schreeuwde zij. „Er uit tot je
weer bij je verstand bent! 't Is uit met al dat
geredeneer hier in huis! We praten niet meer,
we doen! Dat wil zeggen. Jij doet. Er uit!"
Hij had een gevoel of hij bij zijn nek en bij
een oor werd gegrepen. Hij beschreef een boog
door de lucht en kwam in een bloembed te
recht. Hij kwam overeind te zitten, met zijn
oogen vol zand, en probeerde haar aan te
kijken.
„Zal ik je eens wat vertellen? Ik heb een
correspondentiecursus van prof. Stooter ge
volgd, in Persoonlijkheid." brulde zij. En van
nu af aan zal ik je aanpakken. Je kunt bin
nen komen als je weer nuchter bent geen
minuut eerder!"
En zij gooide de deur dicht.
wet op den Ierschen bestuursvorm het begin
sel van een vereenigd Ierland aanvaard. Het
kan alleen practische toepassing krijgen, in
dien het volk van Noord-Ierland en dat van
Zuid-Ierland, het gezamenlijk wenschen.
De Valera hoopt, dat zijn ideaal op deze
wijze in vrijwilligheid zal worden verwezen
lijkt. Van de Britsche regeering behoeft geen
tegenwerking te worden verwacht. Ze maakt
wat Ierland betreft slechts het voorbehoud
dat het deel zal blijven uitmaken van het
Britsche Gemeenebest van naties, dat een vrij
willige bond is van autonome volksgemeen
schappen. Gegeven zijn onafhankelijkheid en
onaantastbaarheid hebben de leidende man
nen van Eire zeer zeker geen bezwaar tegen
dezen band, die bijzondere economische en
politieke voordeelen verschaft.
MABKT
GIKICITIN
PURMERENDER MARKTBERICHT.
Purmerend, 11 Jan. 1938.
Verhandeld 18 partijen, wegende 28.000
K.G. Handel goed. Hoogste prijs f22.
Kleine Boeren 3, f 22.50 per 100 kilo.
Boter 270 K.G. f 1.50—1.54 per K.G., Wei-
boter f 1.47—1,50 per K.G.
Runderen, totaal 420 stuks. Vette koeien 225
5867 per K.G., matig; Gelde koeien 97, 160—
205 per stuk, matig: Melkkoeien 75, 180300
per stuk, matig; Stieren 23, 60—60 per K.G.,
matig; Paarden 8, 100—160 per stuk, stug;
Vette kalveren 53, 30—60 per K.G. stug; Nuch
tere kalveren voor de slacht 232 1016 per
stuk, vlug; Nuchtere kalveren voor de fok 12-
18 per stuk, vlug; Vette varkens voor de slacht
236, 59—61 er K.G., matig; Magere varkens 44
25—42 per stuk, matig; Biggen 276,16—24 per
stuk, matig; Schapen 1156, 1632 per stuk,
matig; Bokken 33, 4—14 per stuk matig; Kip
eieren f 3.75—4.25 per 100 stuks; Eendeieren
f 3.40 per 100 st., Noord-Holl. blauwe 65—70 p.
K.G., Oude kippen en hanen 3000, 50—57 per
K.G., Konijnen 50—1.75 per stuk; Eenden 800
30—65 per stuk. duiven 40 per paar
Coöp. Centrale Eierveiling Purmerend G.A.
Afdeeling eieren.
Aanvoer 65.000 Eendeieren f 3.35—3.45.
85.000 kippeneieren: 65-66 K.G. f 4.354.45;
63-64 K.G. f 4.15—4.30; 60-62 K.G. f 3.95—4.20;
58-59 K.G. f 3.90—4.05; 56-57 K.G. f 3.85—3.95
53-55 K.G. f 3.85—3.95; 60-52 K.G. f3.75—
3.85.
Markt Bodegraven (Dinsdag)
Aangevoerd 141 partijen Goudsche kaas,
alle met rijksmerk, totaal 6345 stuks, wegende
57105 K.G. Prijs met r.m. Ie soort 26 tot
28. 2e soort 24.50 tot 25.50. Handel matig.
Scheveningen, 11 Januari 1938 (A.N.P.)
(Versche visch)
Tarbot (klein) 50 cent per kg.
Griet 45—50 cent per kg.
Tong 75—90 cent per kg.
Middelschol f 11.40—11.90 per 40 kg.
Kleinschot f 8.8012 per 40 kg.
Schelvisch 10—19.20 per 40 kg.
Wijting 4.905 per 40 kg.
Tongschar 10.50 per 40 kg.
Koolvisch 24—35 cent per stuk.
Amsterdam, 10 Januari 1937 (veemarkt)
511 vette koeien, waarvan de prijzen waren:
le kwaliteit 74—82, 2e kwaliteit 64—72, 3e kwa
liteit 54—62 cent per kg. slachtgewieht.
35 melk- en kalfkoeien 180—250 per stuk
60 vette kalveren: 2e kwaliteit 74-84, 3e kwa
liteit 64-72 per kg. levend gewicht.
60 nuchtere kalveren 8-ƒ 15 per stuk.
77 schapen 20-ƒ 30 per stuk
536 varkens 'van 90—110 kg. 73—74, zware
varkens 72—73. Vette varkens 72—73
per K.G. slachtgewieht.
Aangevoerd 3 wagons geslachte runderen
uit Denemarken.
VEEMARKT.
Rotterdam, 11 Januari 1938.
Totaal aanvoer 3452. Paarden 179, veulens
3, magere runderen 785, vette runderen 824,
vette kalveren 40, graskalveren 130, nuch
tere kalveren 904, schapen en lammeren 466,
varkens 5, biggen 1, bokken en geiten 115.
Vette koeien prijzen per K.G, le kw. 76,
2e kw. 68, 3e kw. 5054; vette ossen le kw.
72, 2e kw. 68, 3e kw. 5054; stieren le kw.
68, 2e kw. 62, 3e kw. 56; vette kalveren le
kw. 125, 2e Jew. 110, 3e kw. 75—80; schapen
le kw. 54, 2e kw. 49, 3e kw. 45; lammeren
le kw. 62, 2e kw. 58. 3e kw. 52; graskalveren
2e kw. 66, 3e kw. 56; nuchtere kalveren le
kw. 55, 2e kw. 50, 3e kw. 45; slachtpaarden
le kw. 56, 2e kw. 50, 3e kw. 46.
Schapen, prijzen per stuk le kw. 30, 2e
kw. 26, 3e kw. 23; lammeren le kw. 20, 2e
kw. 17, 3e kw. 15; nuchtere slachtkalveren
le kw. 13, 2e kw. 10, 3e kw. 7; nuchtere
fo'kkalveren le kw. 22, 2e kw. 20, 3e kw. 18;
slachtpaarden le kw. 240, 2e kw. 190; 3e
kw. 140; werkpaarden le kw. 330, 2e kw. 280,
3e kw. 200; hitten le kw. 220. 2e kw. 180, 3e
kw. 100; stieren, le kw. 360, 2e kw. 270, 3e
kw. 190; kalfkoeien le kw. 300. 2e kw. 265.
3e kw. 195; melkkoeien, le kw. 305, 2e kw.
270, 3e kw. 200; varekoeien le kw. 205, 2e
kw. 170, 3e kw. 140; vaarzen le kw. 210, 2e
kw. 150, 3e kw. 130; pinken le kw. 170, 2e
kw. 140, 3e kw. 100; graskalveren le kw. 80,
2e l£w. 65, 3e kw. 30; bokken en geiten le
kw. 12, 2e kw. 8, 3e kw. 4.
Overzicht:
Vette koeien en ossen, aanvoer: grooter,
handel: stroef, prijzen: dalende, pr. koe 80,
os 76.
Stieren, aanvoer: ruimer, handel: matig,
prijzen: dalende.
Vette kalveren, aanvoer klein, handel: re
delijk, prijzen: stabiel pr. ex. 135.
Schapen en lammeren, aanvoer: kleiner,
handel: flauw, prijzen: onveranderd.
Nuchtere slacht- en fokkalveren, aanvoer:
ruimer, handel: vlug, prijzen ruim prijshou
dend.
Paarden, aanvoer: grooter, handel: kalm,
prijzen: slacht- en werkpaarden lager, hit
ten onveranderd.
Kalf- en melkkoeien, aanvoer: iets ruimer,
handel: matig, prijzen: prijshoudend.
Varekoeien, aanvoer: gering, handel vlug,
prijzen: iets stijver.
Vaarzen en pinken, aanvoer: als vor. week.
handel: vrij goed; prijzen: hooger.
Graskalveren, aanvoer: als vor. week; han
del: matig, prijzen: goed te handhaven.
Bokken en geiten, aanvoer: iets grooter,
handel: willig, prijzen: onveranderd.