Het Zeeuwsche land slibt aan N° Voortreffelijke rede van prof. Anema. MIJNHARDTJES Wet inzake W erkloosheidsverzekering op komst? DONDERDAG 13 JANUARI 193S Volksgroei in verstandelijken zin. EEN ZEEUWSCH TAFEREELTJE De speelman van Vlissingen en zijn gehoor. De steeg is concertzaal, de keien zijn het podium. Een kijkje in onze schoone eilandenprovincie. f"OG kan men aan de ligging van de dijken, die Zeeland overal doorkruisen, precies zien hoe deze schoone eilan den-provincie, welke in naam en we zen het karakter van ons op de zee gewonnen land symboliseert, in den loop der eeuwen groeide. En daar, waar men thans op een dijk staat om zoover als het oog ziet niets dan vruchtbaar land te ontwaren, beuk ten eens de woedende golven om het werk, dat menschen handen moeizaam opbouwden, te vernielen. Maar de menschen wonnen het pleit. Het eene stuk aangeslibd land na het andere werd door dijken omringd en inge polderd. Zeeland groeide. En Zeeland groeit nog steeds Het water tusschen de eilanden Walcheren en Zuid-Beveland wordt hoe langer hoe smal ler. Het land, dat hier langzamerhand aan slibt, wordt met een bijzonder soort uit Zuid- Amerika geïmporteerd gras beplant, dat den invloed van het zeewater weerstaat wanneer dit met den vloed het aanslibsel overstroomt, en dat flink groeit wanneer het water met de eb teruggetrokken is. Dank zij deze nieuwe grassoort wordt het nieuwe land hier in een sneller tempo dan ooit tevoren gewonnen. En eens zal de tijd komen dat Walcheren en Zuid- Beveland één zijn en dat zal dan meteen een moeilijkheid minder zijn voor de schoolkin deren in de andere provincies, wien het leeren van al die verschillende namen van de Zeeuw sche eilanden nogal eenig hoofdbreken kost. Niet alleen het Zeeuwsche land, ook het volk van Zeeland groeit, hoofdzakelijk in innerlij ke beteekenis. Het volk heeft weten gebruik te maken van hetgeen de wetenschap de laat ste tijden op de zee van mogelijkheden heeft veroverd. Het verschijnsel van de vernieuwing, de moderniseering, is aan deze afgelegen pro vincie niet voorbij gegaan. Het zwaartepunt van deze vernieuwing ligt zeker niet in het uiterlijke en ook niet in de meeste innerlijke dingen van het Zeeuwsche volksleven. Neen, het ligt daar ergens tus- schenin. De Zeeuwen geven èr namelijk blijk van een verstandig volk te zijn. Zonder hun gevoel voor hun nationale kleederdacht en voor hun typische wijze van huisvesting prijs te geven en zonder in het minst te raken aan hun rotsvaste geloofsbelijdenis, hebben zij zich voor zoover het zaken van verstand betreft aangepast aan den modernen tijd. De leer van Wageningen. Een boer, zelfs op het eiland Walcheren, dat nog voor het meest achterlijke doorgaat, zal er zeker niet voor terugdeinzen om bij de be werking van zijn land kunstmest uit de kunst- mestfabrieken te gebruiken. Het is heel nor maal dat de boer monsters van zijn grond op zendt naar het landbouwinstituut te Wage ningen om daar adviezen vóór de .kunstbe mesting en de bebouwing te vragen en deze op te volgen ook. Hij heeft begrepen dat het kunstmatig ingrijpen in de bodembewerking een zuivere kwestie van verstand betreft en ln dit opzicht onderscheidt hij zich van ve len van zijn collega's in andere deelen van ons land. Dat men op het eiland Zuid-Beveland echter meer moderne landbouwwerktuigen, nieuwe ploegen, maaimachines en andere ver nuftige instrumenten meestal van Ameri- kaansche herkomst toegepast ziet dan bv. op Walcheren komt waarschijnlijk doordat het eerste eiland rijker is dan het laatstge noemde. Want principieel staat de geheele Zeeuwsche boerenbevolking open voor nieuwe landbouwmethoden. De Zeeuwsche boer heeft veel, zoo niet alles, voor zijn bedrijf over. Alle producten, die zijn grond voortbrengt, verkoopt hij zooveel moge lijk. Voor zijn eigen levensonderhoud behoudt hij meestal alleen hetgeen overschiet nadat alles verkocht is. Groenten vormen voor hem een luxe; hoewel ze op zijn eigen grond groeien en hij ze heusch niet allemaal behoeft te verkoopen. Dit geldt vooral voor Walcheren. En op Zuid-Beveland woont een fotograaf, die u kan vertellen dat een Zeeuwsche boer on eindig veel meer geld over heeft voor het fo tografeeren van zijn koeien dan van zijn dochters 1 De medische wetenschap. Het verschijnsel dat den Zeeuwschen boer zijn bedrijf boven alles gaat, blijkt ook uit het feit dat hij in Januari en Februari den tijd dat er het minst op het land te doen is pas met zijn eventueele klachten en kwalen bij den dokter aankomt. Meestal heeft hij die van een heel jaar opgespaard. De bekende en be kwame Zeeuwsche chirurg Dr. Staverman kan u vertellen dat de boeren soms een heel jaar met een breuk doorloopen om pas bij hem te komen, wanneer het buiten op het land wat stilletjes is geworden. Maar wanneer zij dan eenmaal bij den dokter zijn en daar komt het verstand naar boven zijn ze ook voor de meest moderne genezingsmethoden te vinden. Voor operatief ingrijpen hebben zij geen angst. Zij vragen er zelf om. Breukoperaties o.a. komen veelvuldig voor. Het spreekt van zei? dat de doktoren een jarenlangen pio- ihiersarbeid hebben moeten verrichten voor het zoover gekomen is. Zij zijn echter van meening dat het Zeeuwsche volk, ook wat de methoden van medische behandeling betreft, zeer vooruitstrevend is. En het is merkwaardig te zien hoe de Zeeuwen, die vaak thuis op hun boerderij nog op de meest primitieve manier leven, zich snel aanpassen aan de hygiëne en het moderne leven in de ziekenhuizen, waar van Zeeland er een negental groote telt. De boeren-patiënteïï op Walcheren zijn zóó dat, wanneer de dokter hen eenmaal voor zich gewonnen heeft, zij hem trouw blijven ook. ïn Zeeuwsch Vlaanderen is dat soms anders. Daar komt het vaak voor dat een boer, wien een keer door het operatief ingrijpen van een chirurg het leven gefed is, een volgend maal bij een soortgelijke gelegenheid toch een an deren chirurg neemt, wanneerdeze hem een paar gulden minder voor de operatie be rekend. De boer doet dat niet uit kwaadheid, integendeel, hij blijft zeer bevriend met den vorigen chirurg. Maar de beurs is hem vaak pijnlijker dan een blinde darm! Een bewijs te meer dat de geheele zin van den Zeeuwschen boer voor moderne genezingsmethoden meer een kwestie van gezond verstand is dan van gevoel of iets anders. Geen kunstgevoel? De Zeeuwsche boer moge dan al een ver standig mensch zijn, de vraag of hij en zijn gade behooren tot diegenen, die eenig gevoel voor kunst bezitten, moet dadelijk met een volmondige ontkenning beantwoord worden. Schilderijen van eenige beteekenis treft men in geen boerenwoning aan; meestal hangen tamelijk primitieve en ook wel leelijke pren ten aan den muur. Het musiceeren beperkt zich in de dorpen tot het onderhouden van een fanfarecorps, dat bij de verjaardagen van het Koninklijk Huis en bij jubilea .van dorpsgeiiooten hi het géweér kómt. Wel valt het op dat men uit sommige boer derijen radiomuziek hoort opklinken. Maar dit zal ook wel meer met verstandelijke over wegingen misschien neemt men de muziek zoo nu en dan bij de weerberichten en de nachtvorstvoorspelling op den koop toe! dan met kunstgevoel te maken hebben. Dat wij in de groote steden met piano- en viool spelen begonnen en met het draaien aan een radioknop geëindigd zijn is helaas een feit. Maar dat men nu op het platteland zou be ginnen met aan een radioknop te draaien en eindigen met piano- en vioolspelen en wat dies meer zij valt wel erg bezwaarlijk aan te nemen. Maar dit volkomen gebrek aan kunstgevoel, zooals wij het in de stad plegen te noemen, heeft zijn oorzaak. U en ik zien graag een mooi schilderij van een landschap in onze kamer, omdat het met ons meestal zoo ge steld is dat wij den heelen dagen tegen vier muren opkijken en buiten asfaltwegen en overburen zien. Maar de boer, die den ge- heelen dag het landschap in de natuur ziet en er in rondwandelten lééft, heeft dat schilderij aan den wand van zijn kamer zijns inziens niet noodig. Het gevoel voor schoonheid, dat tenslotte alle kunstgevoel is en dat zich bij de stedelin gen openbaart in het maken van kunst, wordt door de bewoners van het platteland wellicht geheel en op de meest intense ma nier bevredigd door het zijn, het leven bui ten, in de natuur zelf. En in de stilte van den avondstond ligt een muziek, die men in geen concertzaal kan hooren Moderne vervoermiddelen. De vernieuwing van Zeeland, de aanpas sing van het volk aan de eischen van den modernen tijd, heeft zich hoofdzakelijk in nerlijk en clan nog alleen in verstandelijk opzicht voltrokken. Uiterlijk is er natuurlijk ook het een en ander aan het veranderen, maar daar betreft het geen principieele ver nieuwing. Boerinnen rijden op fietsen en •boeren in auto's en het is heelemaal geen wonder meer een boer op een motorfiets met een boerin in nationale kleederdracht ach terop langs de wegen te zien en hooren! voortjakkeren zóó dat de halmen van de be roemde Zeeuwsche tarwe er hun aren mee warig van buigen. En ook verschijnt op het dak van een boerderij plotseling wel een antenne. En de kerken en oude gebouwen worden hier en daar gerestaureerd. Maar dit zijn allemaal bijkomstigheden wanneer men ziet hoe bijvoorbeeld een dorp als West- Kapelle op de Westpunt van Walcheren, in weerwil van het onmiskenbare proces der moderniseering, een persoonlijkheid en een karakter heeft behouden, die het als typisch Zeeuwsch blijven kernmerken. Wanneer men dit dorpje ook buiten het to.eristenseizoen betreedt waant men zich in een droomland. De meeste huisjes zijn niet meer dan een verdieping hoog en elke steen er van draagt de teekenen van een eigen geschidenis. Des morgens zijn de boerinnen zonder uitzondering gesto ken in de nationale kleederdracht, met hun kanten kapje zorgzaam over de gewingerde haardos gestulpt bezig met het boenen van de steenen platjes voor de huisjes en met het wasschen van de ruiten der raampjes. Overal hoort men het geguts van water en het lied van de properheid klinkt alom. En toch is er geen toerist, geen vreemdeling- in de buurt. Neen, dit alles is zoo in-echt, zoo ademend van leven, dat men zich ver baasd afvraagt hoe of zooiets nog stand kan houden in deze wereld, waarvan het aan gezicht zoozeer verstrakt is. Het is als een stil sprookje middenin de barre bewegelijke werkelijkheid. Zelfs een plaatsje als Zoutelande, dat niet meer dan 960 inwoners telt, weerstaat jaar lijks de vloedgolf van 1500 a 1600 toeristen beter dan destijds de échte, golven van de zee, die een deel van het dorp met huis en haard verslonden en behoudt een eigen per soonlijkheid zoowel in de architectuur van de huisjes en de kerk als in het leven van de dorpelingen. Vrouwenmode. Zeker, de jongens dragen door de week niet meer zulke mooie kleeren als des Zon dags, maar de meisjes houden daar wel de hand aan. En de jonge vrouwen ook, hoewel bij sommigen van hen een neiging bestaat om gewone burgerkleeren als de stedelingen te gaan dragen; doch dit komt grootendeels doordat hun natuur er tegen opkomt steeds door de toeristen aangegaapt te worden als phenomenen. Uit bescheidenheid zouden zij liever niet op willen vallen. Maar hun liefde voor hun nationale kleederdracht is op zich zelf zeker niet verminderd. De Zeeuwsche vrouwen scheppen er zelfs behagen in om een mode te volgen in hun kleederdracht, die in de details steeds veranderingen aan brengt. Dit is echter niet de eenige reden waarom de boekjes, die de vreemdelingen over Zeeuwsche kleederdrachten koopen, vol met fouten zitten. Want de Zeeuwen zullen u' volmondig toegeven dat zij zelf uit de ver scheidenheid van hun kleederdrachten veelal geen wijs kunnen. Doch is het is meer waard om de schoonheid van de kleederdrachten te kunnen voelen dan om de détails er van uit het hoofd te leeren. De toekomst. Zeeland zal natuurlijk verder gaan met zich aan te passen aan de eischen van den modernen tijd. Niets en niemand kan weer stand bieden aan de verjonging, Maar het ziet er gelukkig naar uit dat deze vernieu wing voort zal gaan. Hun gevoel voor de schoonheid van de kleederdracht is nauw met hun geloof verbonden. De vriendelijke bouwtrant van hun dorpen en de sierlijke opschik van hun kleeren harmonieeren met het karakter van het Zeeuwsche landschap, met de schoonheid van de Zeeuwsche natuur. De natuur, die vaak beter dan de men schen in de steden .weet hoe of de dingen des levens tegelijkertijd nuttig en mooi kunnen zijn.. v. H, EERSTE KAMER. Staat minister Patijn iets te wachten Mr. van Lanschot ingenomen mef hef kabinet. Van de kritische gemoedsgesteldheid, die Dinsdag een belangrijk deel van de Kamer bleek te vervullen, was niets meer merkbaar. 12 cachets 50 ct. 2 stuks 10 er. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv. Ingez. Med.) Maatregelen tegen abnormale werkloosheid. De Minister van Sociale Zaken heeft heden bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt een voorontwerp van wet inzake de ver zekering tegen geldelijke gevolgen van werkloosheid. Voorts is bij Koninklijk besluit van 6 dezer een Staatscommissie inge steld, aan welke is opgedragen der regeering van advies te dienen over de vraag, in hoeverre in de huidge wijzen van hulpverleening met be trekking tot de groepén van valide, werkwillige personen, die voorname lijk tengevolge van maatschappe lijke oorzaken niet in het onderhoud van zich zelf (en van hun gezin) kunnen voorzien, verandering be hoort te worden gebracht en voor stellen betreffende de regeling van hulpverleening ten deze, anders dan bij wijze van armenzorg, te doen. Terwijl het bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakte voorontwerp beoogt de voorziening in de geldelijke gevolgen van nor male werkloosheid, heeft de inge stelde staatscommissieten doel, on der de oogen te zien, de wijzen van hulpverleening, welke aan de orde zijn, bij gemis aan arbeid buiten het terrein der normale werkloosheid. Tienduizend fietsen worden jaar lijks te Amsterdam gestolen. AMSTERDAM/12 Jan. Het aantal fiet sendieven te Amsterdam is blijkens het re quisitoir, dat de Officier van Justitie Woens dag tegen een.fietsendief hield, nog zeer groot. Per dag worden in de hoofdstad niet minder dan dertig fietsen, d.i. 10.000 per jaar,, ge stolen. Vrijmoedig met fondsgelden omgesprongen. Penningmeester wordt thans sinds Vrijdag vermist. Men maakt zich te Zuilen (bij Utrecht) ernstig ongerust over den 64-jarigen A. K., die als meesterknecht o.p de borstelfabriek te Zuilen werkzaam is en die sedert j.l. Vrijdag spoorloos is verdwenen. K. verliet des morgens te kwart over zeven zijn woning, doch hij kwam niet op de fabriek, welke op korten af stand van zijn woning is gelegen. Bij het on derzoek. dat de politie instelde, kwam vast te staan, dat K., die de gelden van verschillende fondsen beheerde, nogal vrijmoedig met dit geld is omgesprongen. Een dezer dagen zouden de gelden naar een andere bank worden over gebracht. zoover er ienïand zich van de discussies iets hoefde aan té trekken, was het de Mi nister-President, welke van den heer De Zeeuw (s.-d.) allerlei kritiek in ontvangst had te nemen. Deze afgevaardigde verstaat echter, in tegenstelling tot zijn partijgenoot Vorrink, niet de kunst zijn gehoor te boeien. Volgens dezen senator was het onduidelijk in hoeverre de positief-christelijke beginselen als bindmiddel voor een kabinetsformatie dienst konden doen, terwijl z.i. de tegenstel ling, die hierin tegenover anderen opsloten lag, bovendien onjuist te achten viel. Met een beroep op wat er aaii de verkiezingen was voorafgegaan en voorts op hetgeen aan vankelijk na den stembusstrijd was geschied," betoogde de heef De Zeeuw, dat Dr. Colijn tenslotte een „ersatz"-kabinet had gevormd, nl. een ander kabinet dan hij zelf had ge- wenscht. In belangrijke mate moest men de schuld hiervan zoeken pi het a.-r. kamp. Dat de inzichten omtrent Zondagsheiliging, erf- scheiding, uitstooting van de gehuwde vrouw uit haren arbeid, op gemeenschappelijke overtuiging zouden berusten, betwistte de De Zeeuw, die verder o.m. beweerde, dat Dr. Ernstige dierenmishandeling door oude vrouw. Twee maanden gevangenisstraf gerequireerd. „Het is vreeselijk, zooals deze juf frouw den hond heeft'toegetakeld, het is een schandelijk staal je van dieren mishandeling, waarvoor een strenge straf dient te worden opgelegd", voeg de de Officier van Justitie te Amster- dam een bejaarde juffrouw uit Broek in Waterlandtoe, tegen wie hij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden eischte. De vrouw, die Woensdag in het bankje der verdachten plaats nam, is in het gelukkige bezit van een hondje. Het beest had teedere connecties aangeknoopt met een „buurhond" en zeef tot ongenoegen van. de oude vro,uvy kwam de hond van. de.: buren regelmatig ,op bezoek bij haar viervoeter. Op zekeren dag besloot',zij radicaal een einde te maken aan de vrijage; zij wierp een kom kokend water over den bezoeker, die kermend een goed heenkomen zocht. Het arme dier was deerlijk verbrand en met wonden overdekt kwam het thuis. De veearts constateerde di rect, dat óf een bijtende vloeistof óf kokend water was-gebruikt om het beest te verjagen, Van de ontstane huidondsteking en de brand wonden is de hond thans echter hersteld. De vrouw hield vol, dat zij onschuldig was, Wel had zij heet water over het straatje ge gooid, maar dat deed zij iederen dag. In* geen geval had zij den hond opzettelijk geraakt. HULPVAARDIGHEID MET DEN DOOD BEKOCHT. Woensdag schrok in de Bornschestraat te Hengelo (O.) een voor een melkwagen ge spannen paard. Het paard liep daarop weg' naar de volgende klant van den melkboer. De 65-jarige ongehuwde gepensionneerde arbei der B. Dijkman, zag het geval 'en wilde het paard tot stilstand brengen. Ongelukkiger wijze greep hij het dier aan den verkeerden kant bij de teugels, met het gevolg, dat hij onder de hoeven van het paard terecht kwam en daarna den wagen over zich heen kreeg. Zeer ernstig gewond werd hij opgenomen. De man is na enkele oogenblikken overleden. Overval inet berooving. Jongeman met een bijl „bewerkt". EMMEN, 1.2 Januari. in den nacht van Zondag op Maandag is te Nieuw-Dordrecht, gemeente Ernanen, de 24-jarige KI. Boekholt uit Weerdingen door twee nog niet bekende mannen overvallen en van een bedrag van 325 gulden beroofd. Boekholt was bij zijn verloofde, mej. W. te Nieuw-Dordrecht, op bezoek geweest en begaf zich in den nanacht omstreeks vier uur op weg naar huis. Op den Veenwég, niet ver van de woning van het meisje, werd B. door twee mannen aangehouden. De een sloeg hem met een bijl, de ander beroofde het slachtoffer van een portemonnaie, waarin zich een be drag van ongeveer 325 gulden bevond. Hierop namen de aanvallers de vlucht. B. strompelde naar de woning van zijn verloofde, van waar uit de politiie werd gewaarschuwd. Later kon de aangevallene, die niet ernstig gewond was, zich te Emmen naar een dokter begeven om verbonden te worden. De politie laat zich over den stand van het onderzoek niet uit, evenwel werd reeds een vermoedelijke verdachte aangehouden. Er wordt een bepaald spoor gevolgd. De bijl is later in de omgeving van de plaats van den overval teruggevonden. Het vergaan van de „Hannah". Bemanning- voor een deel Nederlanders. ROTTERDAM, 12 Januari. Naar wij van de N.V. Stoomschipmaatschappij .Hannah" vernemen, had zij hedenochtend nog geen bericht van den gezagvoerder van het op 47 mijl van Valencia door een onbekenden on derzeeër getorpedeerde stoomschip ..Hannah" ontvangen. Colijn thans in de praktijk tijdens den electoralen veldtocht gedane beloften niet gestand deed. Maardit was nog slechts kinderspel vergeleken bij de gedragingen van de Roomsch-Katholieken, die verkeerd had den gedaan met elke samenwerking met de sociaal-democraten van stonde af aan te wil len uitsluiten. Nu moesten ze het gelag be talen, want allerlei, wat ze anders allicht verwezenlijkt hadden kunnen zien, zou nu achterwege blijven. De heer De Zeeuw verklaarde zich als ex- ontwapenaar niet te schamen te erkennen, dat ook in zijn oogen heden ten dage bit tere noodzaak tot versterking van de weer macht dwingt, doch tevens gaf hij te ver staan, dat defensie te veel uitgaven eischt ten koste van hetgeen er op sofeiaal-econo- miseh gebied zou dienen te geschieden. Voorts kreeg Minister Slotemaker de Bruïne nog een veeg uit den pan wegens zijn te slap optreden binnen het kabinet. Hij had eens een voorbeeld aan zijn ambtgenoot v. Dijk moeten nemen, dan ware het hem zeker gelukt wat meer voor Onderwijs lós te krij gen. Prof. Lohman (c. h.) maakt er den R.K. Tweede Kamerleden 'n verwijt van, dat zij' juist dezen eenen bewindsman als hun zonde bok hadden uitgekozen. In 't algemeen achtte hij het wel gewenscht den Roomsch-Katholie ken voor te houden, dat zij niet vrijwel uit sluitend hun eigen „vierspan" de 4 R.K. Ministers naar de oogen moeten kijken. Overigens bleek er tusschen dezen spreker en den R.K. fractie-aanvoerder Mr. v. Lan schot in tal van opzichten overeenstemming te bestaan. Zoo waren zij het er over eens, dat er thans een „zuiver", een „volbloed parlemen tair kabinet" aan het bewind is, en dat de positief-christelijke grondslag instemming verdient. Over ordening denken ze echter niet gelijk. Volgens Prof. Lohman is daar oppassen de boodschap, zoodat hij alle voorstellen op ordeningsgebied op hun eigen waarden zal beoordeelen. Nog zij van dezen spreker ver meld, dat hij allerminst bleek over te loopen van vertrouwen in de S. D. A. P. in haar hui dige gedaante, en dat hij de versterking van onze defensie van harte kon toejuichen. Mr. v. Lanschot (R.K.) wees er op, dat de kiezers alleen de Kamer, niet het Kabinet samenstellen, en dat nu eenmaal een groot stuk openbare meening die van de onver schillige, kleurlooze, massa zich voor het optreden van Dr. Colijn had uitgesproken Welnu, conform die uitspraak was gehandeld. Spr. begroette het Kabinet met sympathie, namens zijn fractie en hij bezwoer de recht- sche groepen vooral naar samenwerking te streven. „Sluit de gelederen" diende het pa rool te wezen, wat geenszins gelijk staat met bepleiten van „Kadavergehorsam". De heer v. Lanschot zette verder nog uiteen dat en waar om thans niet (meer) mogelijk was, wat in 1933 wel kon: de vorming van een Ministerie op breede basis en hij wees er o.a. op, welk een aanmerkelijk verschil van inzicht er bleek te bestaan aangaande de defensie tusschen Minister v. Dijk (uitbundig geprezen door Prof. de Savornin Lohman) en den v. d. oud- Minister Mr. Oud. Tenslotte rekende hij voor, dat ter rechterzijde dó .onderlinge .me.enings- verschiiien nog 't' kleinst zijn. Minister de Wilde kreeg een pluimpje (en de R.K. financieele specialiteit aan de over zijde,. Mr. Teulings, met zijn optimisme, een zacht standje) wegens zijn degelijk beleid. Hem gaf Mr; v. Lanschot de beste wenschen op den weg naar conversie mee. Trouwens het heele kabinet kreeg vriendelijke woorden te hooren; het mag zich in de sympathie van de R.K. Eerste Kamerleden verheugen. E. v. R. Steekpartij met ernstige gevolgen. Maandagavond ontstond tusschen de 22- jarige S. en de 18-jarige van E. te Geffen (N.B.) ruzie over een mollenklem. De twist liep zoo hoog, dat Van E. een mes trok, waar mede hij S. een steek in den borst toebracht. Aanvankelijk liet de toestand van S. zich niet ernstig aanzien. Woensdag echter ver ergerde deze dermate, dat overbrenging naar het grptziekengasthuis in den Bosch nood zakelijk was. Van E. is door de marechaussee aangehou den. Na door den officier van Justitie in den Bosch te zijn verhoord is hij ingesloten. Jeugdige misdadigers te Boskoop. De Boskoopsche politie heeft vijf jongens van 1617 jaar aangehouden, die zich aan verschillende kleine diefstallen schuldig maakten, waarvan evenwel geen aangifte werd gedaan. Dezer dagen werd opnieuw een pet uit een kleedingmagazijn ontvreemd, waardoor de politie mede kennis van ge noemde diefstallen kreeg. Het onderzoek leidde tot opsporing van tien personen, te gen wie ter zake van heling proces-verbaal werd opgemaakt. Twee van de jongens, die als hoofddaders worden beschouwd, zijn naar Den Haag overgebracht, teneinde voor den Officier van Justitie te worden geleid. Naar verbetering der bandels- betrekkingen tusschen de Oslo» staten. De bemanning van het schip bestaat uit 31.6 Ï£M1 u. koppen en is slechts voor een deel van Neder- landen der groep bestaande handelsbetrek- landsche nationaliteit. 1 kingen. Op 17 Januari begint een conferentie te Kopenhagen. De regeeringspersdienst deelt mede: Op 17 Januari a.s. zal te Kopenhagen een bijeenkomst plaats hebben van de deskundi gen van de landen, die partij zijn bij de over eenkomst van Oslo van 22 December 1930, te weten België, Denemarken, Luxemburg, Fin land, Nederland, Noorwegen en Zweden. De delegatie, welke Nederland zal vertegen woordigen, is als volgt samengesteld: 1. dr. H. M. Hirschfeld, directeur-generaal van handel en Nijverheid van het departe ment van economische zaken, voorzitter; 2. mr. G. H. C. Hart, hoofd van de 8e af- deeling van het dept. van koloniën; 3. H. A. Hooft, chef van de afcleeling consu laire- en handelszaken van het departement van ibuitenlandsche zaken. 4. dr. A. H. Philipse, referendaris aan het departement van economische zaken. De conferentie heeft ten doel, om, aan de hand van de sinds de laatste te 's-Gravenhage gehouden besprekingen verkregen ervaring, na te gaan, welke middelen alsnog zouden kunnen worden overwogen, om te komen tot verbetering of uitbreiding van de tusschen de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 2