Het Zeeuwsche land slibt aan
N°
Voortreffelijke rede van prof. Anema.
MIJNHARDTJES
Wet inzake
W erkloosheidsverzekering
op komst?
DONDERDAG 13 JANUARI 193S
Volksgroei in verstandelijken zin.
EEN ZEEUWSCH TAFEREELTJE De speelman van Vlissingen en
zijn gehoor. De steeg is concertzaal, de keien zijn het podium.
Een kijkje in onze schoone
eilandenprovincie.
f"OG kan men aan de ligging
van de dijken, die Zeeland
overal doorkruisen, precies
zien hoe deze schoone eilan
den-provincie, welke in naam en we
zen het karakter van ons op de zee
gewonnen land symboliseert, in den
loop der eeuwen groeide. En daar,
waar men thans op een dijk staat om
zoover als het oog ziet niets dan
vruchtbaar land te ontwaren, beuk
ten eens de woedende golven om het
werk, dat menschen handen moeizaam
opbouwden, te vernielen. Maar de
menschen wonnen het pleit. Het eene
stuk aangeslibd land na het andere
werd door dijken omringd en inge
polderd. Zeeland groeide. En Zeeland
groeit nog steeds
Het water tusschen de eilanden Walcheren
en Zuid-Beveland wordt hoe langer hoe smal
ler. Het land, dat hier langzamerhand aan
slibt, wordt met een bijzonder soort uit Zuid-
Amerika geïmporteerd gras beplant, dat den
invloed van het zeewater weerstaat wanneer
dit met den vloed het aanslibsel overstroomt,
en dat flink groeit wanneer het water met de
eb teruggetrokken is. Dank zij deze nieuwe
grassoort wordt het nieuwe land hier in een
sneller tempo dan ooit tevoren gewonnen. En
eens zal de tijd komen dat Walcheren en Zuid-
Beveland één zijn en dat zal dan meteen een
moeilijkheid minder zijn voor de schoolkin
deren in de andere provincies, wien het leeren
van al die verschillende namen van de Zeeuw
sche eilanden nogal eenig hoofdbreken kost.
Niet alleen het Zeeuwsche land, ook het volk
van Zeeland groeit, hoofdzakelijk in innerlij
ke beteekenis. Het volk heeft weten gebruik
te maken van hetgeen de wetenschap de laat
ste tijden op de zee van mogelijkheden heeft
veroverd. Het verschijnsel van de vernieuwing,
de moderniseering, is aan deze afgelegen pro
vincie niet voorbij gegaan.
Het zwaartepunt van deze vernieuwing ligt
zeker niet in het uiterlijke en ook niet in de
meeste innerlijke dingen van het Zeeuwsche
volksleven. Neen, het ligt daar ergens tus-
schenin. De Zeeuwen geven èr namelijk blijk
van een verstandig volk te zijn. Zonder hun
gevoel voor hun nationale kleederdacht en
voor hun typische wijze van huisvesting prijs
te geven en zonder in het minst te raken aan
hun rotsvaste geloofsbelijdenis, hebben zij zich
voor zoover het zaken van verstand betreft
aangepast aan den modernen tijd.
De leer van Wageningen.
Een boer, zelfs op het eiland Walcheren, dat
nog voor het meest achterlijke doorgaat, zal
er zeker niet voor terugdeinzen om bij de be
werking van zijn land kunstmest uit de kunst-
mestfabrieken te gebruiken. Het is heel nor
maal dat de boer monsters van zijn grond op
zendt naar het landbouwinstituut te Wage
ningen om daar adviezen vóór de .kunstbe
mesting en de bebouwing te vragen en deze
op te volgen ook. Hij heeft begrepen dat het
kunstmatig ingrijpen in de bodembewerking
een zuivere kwestie van verstand betreft en
ln dit opzicht onderscheidt hij zich van ve
len van zijn collega's in andere deelen van ons
land. Dat men op het eiland Zuid-Beveland
echter meer moderne landbouwwerktuigen,
nieuwe ploegen, maaimachines en andere ver
nuftige instrumenten meestal van Ameri-
kaansche herkomst toegepast ziet dan bv.
op Walcheren komt waarschijnlijk doordat
het eerste eiland rijker is dan het laatstge
noemde. Want principieel staat de geheele
Zeeuwsche boerenbevolking open voor nieuwe
landbouwmethoden.
De Zeeuwsche boer heeft veel, zoo niet alles,
voor zijn bedrijf over. Alle producten, die zijn
grond voortbrengt, verkoopt hij zooveel moge
lijk. Voor zijn eigen levensonderhoud behoudt
hij meestal alleen hetgeen overschiet nadat
alles verkocht is. Groenten vormen voor hem
een luxe; hoewel ze op zijn eigen grond
groeien en hij ze heusch niet allemaal behoeft
te verkoopen. Dit geldt vooral voor Walcheren.
En op Zuid-Beveland woont een fotograaf, die
u kan vertellen dat een Zeeuwsche boer on
eindig veel meer geld over heeft voor het fo
tografeeren van zijn koeien dan van zijn
dochters 1
De medische wetenschap.
Het verschijnsel dat den Zeeuwschen boer
zijn bedrijf boven alles gaat, blijkt ook uit het
feit dat hij in Januari en Februari den tijd
dat er het minst op het land te doen is pas
met zijn eventueele klachten en kwalen bij
den dokter aankomt. Meestal heeft hij die van
een heel jaar opgespaard. De bekende en be
kwame Zeeuwsche chirurg Dr. Staverman kan
u vertellen dat de boeren soms een heel jaar
met een breuk doorloopen om pas bij hem te
komen, wanneer het buiten op het land wat
stilletjes is geworden. Maar wanneer zij dan
eenmaal bij den dokter zijn en daar komt
het verstand naar boven zijn ze ook voor de
meest moderne genezingsmethoden te vinden.
Voor operatief ingrijpen hebben zij geen
angst. Zij vragen er zelf om. Breukoperaties
o.a. komen veelvuldig voor. Het spreekt van
zei? dat de doktoren een jarenlangen pio-
ihiersarbeid hebben moeten verrichten voor
het zoover gekomen is. Zij zijn echter van
meening dat het Zeeuwsche volk, ook wat de
methoden van medische behandeling betreft,
zeer vooruitstrevend is. En het is merkwaardig
te zien hoe de Zeeuwen, die vaak thuis op hun
boerderij nog op de meest primitieve manier
leven, zich snel aanpassen aan de hygiëne en
het moderne leven in de ziekenhuizen, waar
van Zeeland er een negental groote telt.
De boeren-patiënteïï op Walcheren zijn zóó
dat, wanneer de dokter hen eenmaal voor zich
gewonnen heeft, zij hem trouw blijven ook. ïn
Zeeuwsch Vlaanderen is dat soms anders. Daar
komt het vaak voor dat een boer, wien een
keer door het operatief ingrijpen van een
chirurg het leven gefed is, een volgend maal
bij een soortgelijke gelegenheid toch een an
deren chirurg neemt, wanneerdeze hem
een paar gulden minder voor de operatie be
rekend. De boer doet dat niet uit kwaadheid,
integendeel, hij blijft zeer bevriend met den
vorigen chirurg. Maar de beurs is hem vaak
pijnlijker dan een blinde darm! Een bewijs te
meer dat de geheele zin van den Zeeuwschen
boer voor moderne genezingsmethoden meer
een kwestie van gezond verstand is dan van
gevoel of iets anders.
Geen kunstgevoel?
De Zeeuwsche boer moge dan al een ver
standig mensch zijn, de vraag of hij en zijn
gade behooren tot diegenen, die eenig gevoel
voor kunst bezitten, moet dadelijk met een
volmondige ontkenning beantwoord worden.
Schilderijen van eenige beteekenis treft men
in geen boerenwoning aan; meestal hangen
tamelijk primitieve en ook wel leelijke pren
ten aan den muur. Het musiceeren beperkt
zich in de dorpen tot het onderhouden van
een fanfarecorps, dat bij de verjaardagen
van het Koninklijk Huis en bij jubilea .van
dorpsgeiiooten hi het géweér kómt.
Wel valt het op dat men uit sommige boer
derijen radiomuziek hoort opklinken. Maar
dit zal ook wel meer met verstandelijke over
wegingen misschien neemt men de muziek
zoo nu en dan bij de weerberichten en de
nachtvorstvoorspelling op den koop toe!
dan met kunstgevoel te maken hebben. Dat
wij in de groote steden met piano- en viool
spelen begonnen en met het draaien aan een
radioknop geëindigd zijn is helaas een feit.
Maar dat men nu op het platteland zou be
ginnen met aan een radioknop te draaien
en eindigen met piano- en vioolspelen en
wat dies meer zij valt wel erg bezwaarlijk
aan te nemen.
Maar dit volkomen gebrek aan kunstgevoel,
zooals wij het in de stad plegen te noemen,
heeft zijn oorzaak. U en ik zien graag een
mooi schilderij van een landschap in onze
kamer, omdat het met ons meestal zoo ge
steld is dat wij den heelen dagen tegen vier
muren opkijken en buiten asfaltwegen en
overburen zien. Maar de boer, die den ge-
heelen dag het landschap in de natuur ziet
en er in rondwandelten lééft, heeft dat
schilderij aan den wand van zijn kamer zijns
inziens niet noodig.
Het gevoel voor schoonheid, dat tenslotte
alle kunstgevoel is en dat zich bij de stedelin
gen openbaart in het maken van kunst,
wordt door de bewoners van het platteland
wellicht geheel en op de meest intense ma
nier bevredigd door het zijn, het leven bui
ten, in de natuur zelf. En in de stilte van
den avondstond ligt een muziek, die men in
geen concertzaal kan hooren
Moderne vervoermiddelen.
De vernieuwing van Zeeland, de aanpas
sing van het volk aan de eischen van den
modernen tijd, heeft zich hoofdzakelijk in
nerlijk en clan nog alleen in verstandelijk
opzicht voltrokken. Uiterlijk is er natuurlijk
ook het een en ander aan het veranderen,
maar daar betreft het geen principieele ver
nieuwing. Boerinnen rijden op fietsen en
•boeren in auto's en het is heelemaal geen
wonder meer een boer op een motorfiets met
een boerin in nationale kleederdracht ach
terop langs de wegen te zien en hooren!
voortjakkeren zóó dat de halmen van de be
roemde Zeeuwsche tarwe er hun aren mee
warig van buigen. En ook verschijnt op het
dak van een boerderij plotseling wel een
antenne. En de kerken en oude gebouwen
worden hier en daar gerestaureerd. Maar dit
zijn allemaal bijkomstigheden wanneer men
ziet hoe bijvoorbeeld een dorp als West-
Kapelle op de Westpunt van Walcheren, in
weerwil van het onmiskenbare proces der
moderniseering, een persoonlijkheid en een
karakter heeft behouden, die het als typisch
Zeeuwsch blijven kernmerken.
Wanneer men dit dorpje ook buiten het
to.eristenseizoen betreedt waant men zich
in een droomland. De meeste huisjes zijn
niet meer dan een verdieping hoog en elke
steen er van draagt de teekenen van een
eigen geschidenis. Des morgens zijn de
boerinnen zonder uitzondering gesto
ken in de nationale kleederdracht, met hun
kanten kapje zorgzaam over de gewingerde
haardos gestulpt bezig met het boenen van
de steenen platjes voor de huisjes en met
het wasschen van de ruiten der raampjes.
Overal hoort men het geguts van water en
het lied van de properheid klinkt alom. En
toch is er geen toerist, geen vreemdeling-
in de buurt. Neen, dit alles is zoo in-echt,
zoo ademend van leven, dat men zich ver
baasd afvraagt hoe of zooiets nog stand kan
houden in deze wereld, waarvan het aan
gezicht zoozeer verstrakt is. Het is als een
stil sprookje middenin de barre bewegelijke
werkelijkheid.
Zelfs een plaatsje als Zoutelande, dat niet
meer dan 960 inwoners telt, weerstaat jaar
lijks de vloedgolf van 1500 a 1600 toeristen
beter dan destijds de échte, golven van de
zee, die een deel van het dorp met huis en
haard verslonden en behoudt een eigen per
soonlijkheid zoowel in de architectuur van
de huisjes en de kerk als in het leven van
de dorpelingen.
Vrouwenmode.
Zeker, de jongens dragen door de week
niet meer zulke mooie kleeren als des Zon
dags, maar de meisjes houden daar wel de
hand aan. En de jonge vrouwen ook, hoewel
bij sommigen van hen een neiging bestaat
om gewone burgerkleeren als de stedelingen
te gaan dragen; doch dit komt grootendeels
doordat hun natuur er tegen opkomt steeds
door de toeristen aangegaapt te worden als
phenomenen. Uit bescheidenheid zouden zij
liever niet op willen vallen. Maar hun liefde
voor hun nationale kleederdracht is op zich
zelf zeker niet verminderd. De Zeeuwsche
vrouwen scheppen er zelfs behagen in om
een mode te volgen in hun kleederdracht,
die in de details steeds veranderingen aan
brengt. Dit is echter niet de eenige reden
waarom de boekjes, die de vreemdelingen
over Zeeuwsche kleederdrachten koopen, vol
met fouten zitten. Want de Zeeuwen zullen
u' volmondig toegeven dat zij zelf uit de ver
scheidenheid van hun kleederdrachten veelal
geen wijs kunnen. Doch is het is meer waard
om de schoonheid van de kleederdrachten te
kunnen voelen dan om de détails er van uit
het hoofd te leeren.
De toekomst.
Zeeland zal natuurlijk verder gaan met
zich aan te passen aan de eischen van den
modernen tijd. Niets en niemand kan weer
stand bieden aan de verjonging, Maar het
ziet er gelukkig naar uit dat deze vernieu
wing voort zal gaan. Hun gevoel voor de
schoonheid van de kleederdracht is nauw
met hun geloof verbonden. De vriendelijke
bouwtrant van hun dorpen en de sierlijke
opschik van hun kleeren harmonieeren met
het karakter van het Zeeuwsche landschap,
met de schoonheid van de Zeeuwsche natuur.
De natuur, die vaak beter dan de men
schen in de steden .weet hoe of de dingen
des levens tegelijkertijd nuttig en mooi
kunnen zijn..
v. H,
EERSTE KAMER.
Staat minister Patijn iets te wachten
Mr. van Lanschot ingenomen
mef hef kabinet.
Van de kritische gemoedsgesteldheid, die
Dinsdag een belangrijk deel van de Kamer
bleek te vervullen, was niets meer merkbaar.
12 cachets 50 ct. 2 stuks 10 er. Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv. Ingez. Med.)
Maatregelen tegen
abnormale werkloosheid.
De Minister van Sociale Zaken
heeft heden bij den Hoogen Raad
van Arbeid aanhangig gemaakt een
voorontwerp van wet inzake de ver
zekering tegen geldelijke gevolgen
van werkloosheid.
Voorts is bij Koninklijk besluit van
6 dezer een Staatscommissie inge
steld, aan welke is opgedragen der
regeering van advies te dienen over
de vraag, in hoeverre in de huidge
wijzen van hulpverleening met be
trekking tot de groepén van valide,
werkwillige personen, die voorname
lijk tengevolge van maatschappe
lijke oorzaken niet in het onderhoud
van zich zelf (en van hun gezin)
kunnen voorzien, verandering be
hoort te worden gebracht en voor
stellen betreffende de regeling van
hulpverleening ten deze, anders dan
bij wijze van armenzorg, te doen.
Terwijl het bij den Hoogen Raad
van Arbeid aanhangig gemaakte
voorontwerp beoogt de voorziening
in de geldelijke gevolgen van nor
male werkloosheid, heeft de inge
stelde staatscommissieten doel, on
der de oogen te zien, de wijzen van
hulpverleening, welke aan de orde
zijn, bij gemis aan arbeid buiten het
terrein der normale werkloosheid.
Tienduizend fietsen worden jaar
lijks te Amsterdam gestolen.
AMSTERDAM/12 Jan. Het aantal fiet
sendieven te Amsterdam is blijkens het re
quisitoir, dat de Officier van Justitie Woens
dag tegen een.fietsendief hield, nog zeer groot.
Per dag worden in de hoofdstad niet minder
dan dertig fietsen, d.i. 10.000 per jaar,, ge
stolen.
Vrijmoedig met fondsgelden
omgesprongen.
Penningmeester wordt thans sinds Vrijdag
vermist.
Men maakt zich te Zuilen (bij Utrecht)
ernstig ongerust over den 64-jarigen A. K., die
als meesterknecht o.p de borstelfabriek te
Zuilen werkzaam is en die sedert j.l. Vrijdag
spoorloos is verdwenen. K. verliet des morgens
te kwart over zeven zijn woning, doch hij
kwam niet op de fabriek, welke op korten af
stand van zijn woning is gelegen. Bij het on
derzoek. dat de politie instelde, kwam vast te
staan, dat K., die de gelden van verschillende
fondsen beheerde, nogal vrijmoedig met dit
geld is omgesprongen. Een dezer dagen zouden
de gelden naar een andere bank worden over
gebracht.
zoover er ienïand zich van de discussies
iets hoefde aan té trekken, was het de Mi
nister-President, welke van den heer De
Zeeuw (s.-d.) allerlei kritiek in ontvangst
had te nemen. Deze afgevaardigde verstaat
echter, in tegenstelling tot zijn partijgenoot
Vorrink, niet de kunst zijn gehoor te boeien.
Volgens dezen senator was het onduidelijk
in hoeverre de positief-christelijke beginselen
als bindmiddel voor een kabinetsformatie
dienst konden doen, terwijl z.i. de tegenstel
ling, die hierin tegenover anderen opsloten
lag, bovendien onjuist te achten viel. Met
een beroep op wat er aaii de verkiezingen
was voorafgegaan en voorts op hetgeen aan
vankelijk na den stembusstrijd was geschied,"
betoogde de heef De Zeeuw, dat Dr. Colijn
tenslotte een „ersatz"-kabinet had gevormd,
nl. een ander kabinet dan hij zelf had ge-
wenscht. In belangrijke mate moest men de
schuld hiervan zoeken pi het a.-r. kamp. Dat
de inzichten omtrent Zondagsheiliging, erf-
scheiding, uitstooting van de gehuwde vrouw
uit haren arbeid, op gemeenschappelijke
overtuiging zouden berusten, betwistte de
De Zeeuw, die verder o.m. beweerde, dat Dr.
Ernstige dierenmishandeling door
oude vrouw.
Twee maanden gevangenisstraf gerequireerd.
„Het is vreeselijk, zooals deze juf
frouw den hond heeft'toegetakeld, het
is een schandelijk staal je van dieren
mishandeling, waarvoor een strenge
straf dient te worden opgelegd", voeg
de de Officier van Justitie te Amster-
dam een bejaarde juffrouw uit Broek
in Waterlandtoe, tegen wie hij een
onvoorwaardelijke gevangenisstraf van
twee maanden eischte.
De vrouw, die Woensdag in het bankje der
verdachten plaats nam, is in het gelukkige
bezit van een hondje. Het beest had teedere
connecties aangeknoopt met een „buurhond"
en zeef tot ongenoegen van. de oude vro,uvy
kwam de hond van. de.: buren regelmatig ,op
bezoek bij haar viervoeter.
Op zekeren dag besloot',zij radicaal een einde
te maken aan de vrijage; zij wierp een kom
kokend water over den bezoeker, die kermend
een goed heenkomen zocht. Het arme dier was
deerlijk verbrand en met wonden overdekt
kwam het thuis. De veearts constateerde di
rect, dat óf een bijtende vloeistof óf kokend
water was-gebruikt om het beest te verjagen,
Van de ontstane huidondsteking en de brand
wonden is de hond thans echter hersteld.
De vrouw hield vol, dat zij onschuldig was,
Wel had zij heet water over het straatje ge
gooid, maar dat deed zij iederen dag. In* geen
geval had zij den hond opzettelijk geraakt.
HULPVAARDIGHEID MET DEN DOOD
BEKOCHT.
Woensdag schrok in de Bornschestraat te
Hengelo (O.) een voor een melkwagen ge
spannen paard. Het paard liep daarop weg'
naar de volgende klant van den melkboer. De
65-jarige ongehuwde gepensionneerde arbei
der B. Dijkman, zag het geval 'en wilde het
paard tot stilstand brengen. Ongelukkiger
wijze greep hij het dier aan den verkeerden
kant bij de teugels, met het gevolg, dat hij
onder de hoeven van het paard terecht kwam
en daarna den wagen over zich heen kreeg.
Zeer ernstig gewond werd hij opgenomen. De
man is na enkele oogenblikken overleden.
Overval inet berooving.
Jongeman met een bijl „bewerkt".
EMMEN, 1.2 Januari. in den nacht van
Zondag op Maandag is te Nieuw-Dordrecht,
gemeente Ernanen, de 24-jarige KI. Boekholt
uit Weerdingen door twee nog niet bekende
mannen overvallen en van een bedrag van 325
gulden beroofd.
Boekholt was bij zijn verloofde, mej. W. te
Nieuw-Dordrecht, op bezoek geweest en begaf
zich in den nanacht omstreeks vier uur op
weg naar huis. Op den Veenwég, niet ver van
de woning van het meisje, werd B. door twee
mannen aangehouden. De een sloeg hem met
een bijl, de ander beroofde het slachtoffer
van een portemonnaie, waarin zich een be
drag van ongeveer 325 gulden bevond. Hierop
namen de aanvallers de vlucht. B. strompelde
naar de woning van zijn verloofde, van waar
uit de politiie werd gewaarschuwd. Later kon
de aangevallene, die niet ernstig gewond was,
zich te Emmen naar een dokter begeven om
verbonden te worden.
De politie laat zich over den stand van het
onderzoek niet uit, evenwel werd reeds een
vermoedelijke verdachte aangehouden. Er
wordt een bepaald spoor gevolgd.
De bijl is later in de omgeving van de plaats
van den overval teruggevonden.
Het vergaan van de „Hannah".
Bemanning- voor een deel Nederlanders.
ROTTERDAM, 12 Januari. Naar wij van
de N.V. Stoomschipmaatschappij .Hannah"
vernemen, had zij hedenochtend nog geen
bericht van den gezagvoerder van het op 47
mijl van Valencia door een onbekenden on
derzeeër getorpedeerde stoomschip ..Hannah"
ontvangen.
Colijn thans in de praktijk tijdens den
electoralen veldtocht gedane beloften niet
gestand deed. Maardit was nog slechts
kinderspel vergeleken bij de gedragingen van
de Roomsch-Katholieken, die verkeerd had
den gedaan met elke samenwerking met de
sociaal-democraten van stonde af aan te wil
len uitsluiten. Nu moesten ze het gelag be
talen, want allerlei, wat ze anders allicht
verwezenlijkt hadden kunnen zien, zou nu
achterwege blijven.
De heer De Zeeuw verklaarde zich als ex-
ontwapenaar niet te schamen te erkennen,
dat ook in zijn oogen heden ten dage bit
tere noodzaak tot versterking van de weer
macht dwingt, doch tevens gaf hij te ver
staan, dat defensie te veel uitgaven eischt
ten koste van hetgeen er op sofeiaal-econo-
miseh gebied zou dienen te geschieden.
Voorts kreeg Minister Slotemaker de
Bruïne nog een veeg uit den pan wegens zijn
te slap optreden binnen het kabinet. Hij had
eens een voorbeeld aan zijn ambtgenoot v.
Dijk moeten nemen, dan ware het hem zeker
gelukt wat meer voor Onderwijs lós te krij
gen.
Prof. Lohman (c. h.) maakt er den R.K.
Tweede Kamerleden 'n verwijt van, dat zij'
juist dezen eenen bewindsman als hun zonde
bok hadden uitgekozen. In 't algemeen achtte
hij het wel gewenscht den Roomsch-Katholie
ken voor te houden, dat zij niet vrijwel uit
sluitend hun eigen „vierspan" de 4 R.K.
Ministers naar de oogen moeten kijken.
Overigens bleek er tusschen dezen spreker
en den R.K. fractie-aanvoerder Mr. v. Lan
schot in tal van opzichten overeenstemming
te bestaan. Zoo waren zij het er over eens, dat
er thans een „zuiver", een „volbloed parlemen
tair kabinet" aan het bewind is, en dat de
positief-christelijke grondslag instemming
verdient. Over ordening denken ze echter niet
gelijk. Volgens Prof. Lohman is daar oppassen
de boodschap, zoodat hij alle voorstellen op
ordeningsgebied op hun eigen waarden zal
beoordeelen. Nog zij van dezen spreker ver
meld, dat hij allerminst bleek over te loopen
van vertrouwen in de S. D. A. P. in haar hui
dige gedaante, en dat hij de versterking van
onze defensie van harte kon toejuichen.
Mr. v. Lanschot (R.K.) wees er op, dat
de kiezers alleen de Kamer, niet het Kabinet
samenstellen, en dat nu eenmaal een groot
stuk openbare meening die van de onver
schillige, kleurlooze, massa zich voor het
optreden van Dr. Colijn had uitgesproken
Welnu, conform die uitspraak was gehandeld.
Spr. begroette het Kabinet met sympathie,
namens zijn fractie en hij bezwoer de recht-
sche groepen vooral naar samenwerking te
streven. „Sluit de gelederen" diende het pa
rool te wezen, wat geenszins gelijk staat met
bepleiten van „Kadavergehorsam". De heer v.
Lanschot zette verder nog uiteen dat en waar
om thans niet (meer) mogelijk was, wat in
1933 wel kon: de vorming van een Ministerie
op breede basis en hij wees er o.a. op, welk
een aanmerkelijk verschil van inzicht er bleek
te bestaan aangaande de defensie tusschen
Minister v. Dijk (uitbundig geprezen door
Prof. de Savornin Lohman) en den v. d. oud-
Minister Mr. Oud. Tenslotte rekende hij voor,
dat ter rechterzijde dó .onderlinge .me.enings-
verschiiien nog 't' kleinst zijn.
Minister de Wilde kreeg een pluimpje (en
de R.K. financieele specialiteit aan de over
zijde,. Mr. Teulings, met zijn optimisme, een
zacht standje) wegens zijn degelijk beleid.
Hem gaf Mr; v. Lanschot de beste wenschen
op den weg naar conversie mee. Trouwens het
heele kabinet kreeg vriendelijke woorden te
hooren; het mag zich in de sympathie van de
R.K. Eerste Kamerleden verheugen.
E. v. R.
Steekpartij met ernstige gevolgen.
Maandagavond ontstond tusschen de 22-
jarige S. en de 18-jarige van E. te Geffen
(N.B.) ruzie over een mollenklem. De twist
liep zoo hoog, dat Van E. een mes trok, waar
mede hij S. een steek in den borst toebracht.
Aanvankelijk liet de toestand van S. zich
niet ernstig aanzien. Woensdag echter ver
ergerde deze dermate, dat overbrenging naar
het grptziekengasthuis in den Bosch nood
zakelijk was.
Van E. is door de marechaussee aangehou
den. Na door den officier van Justitie in den
Bosch te zijn verhoord is hij ingesloten.
Jeugdige misdadigers te Boskoop.
De Boskoopsche politie heeft vijf jongens
van 1617 jaar aangehouden, die zich aan
verschillende kleine diefstallen schuldig
maakten, waarvan evenwel geen aangifte
werd gedaan. Dezer dagen werd opnieuw een
pet uit een kleedingmagazijn ontvreemd,
waardoor de politie mede kennis van ge
noemde diefstallen kreeg. Het onderzoek
leidde tot opsporing van tien personen, te
gen wie ter zake van heling proces-verbaal
werd opgemaakt. Twee van de jongens, die
als hoofddaders worden beschouwd, zijn
naar Den Haag overgebracht, teneinde voor
den Officier van Justitie te worden geleid.
Naar verbetering der bandels-
betrekkingen tusschen de Oslo»
staten.
De bemanning van het schip bestaat uit 31.6 ϣM1 u.
koppen en is slechts voor een deel van Neder- landen der groep bestaande handelsbetrek-
landsche nationaliteit. 1 kingen.
Op 17 Januari begint een conferentie te
Kopenhagen.
De regeeringspersdienst deelt mede:
Op 17 Januari a.s. zal te Kopenhagen een
bijeenkomst plaats hebben van de deskundi
gen van de landen, die partij zijn bij de over
eenkomst van Oslo van 22 December 1930, te
weten België, Denemarken, Luxemburg, Fin
land, Nederland, Noorwegen en Zweden.
De delegatie, welke Nederland zal vertegen
woordigen, is als volgt samengesteld:
1. dr. H. M. Hirschfeld, directeur-generaal
van handel en Nijverheid van het departe
ment van economische zaken, voorzitter;
2. mr. G. H. C. Hart, hoofd van de 8e af-
deeling van het dept. van koloniën;
3. H. A. Hooft, chef van de afcleeling consu
laire- en handelszaken van het departement
van ibuitenlandsche zaken.
4. dr. A. H. Philipse, referendaris aan het
departement van economische zaken.
De conferentie heeft ten doel, om, aan de
hand van de sinds de laatste te 's-Gravenhage
gehouden besprekingen verkregen ervaring,
na te gaan, welke middelen alsnog zouden
kunnen worden overwogen, om te komen tot
verbetering of uitbreiding van de tusschen de