ff l ff Het groote Avontuur De huwelijksplechtigheid van den jongen Koning Farouk van Egypte met de 17 jarige Farida Zulficar had te Cairo met groot ceremonieel plaats. Het vorstelijk bruidspaar V- In de visschershaven van Batavia komen de Japansche visschers binnen om hun waar aan de markt te brengen, welke zij in Singapore thans niet kunnen verhandelen. Een der zeven booten, welke vrijwel gelijktijdig binnenliepen, lost zijn lading In den Dierentuin te Den Haag werd Maandag de jaarvergadering gehouden van de Alge meens Nederlandsche Verkeersfederatie. Een foto tijdens de koffietafel. Rechts: de commis saris der Koningin in Groningen, mr. J. Linthorst Homan Ir. W. C. Kohier, stads ingenieur van Amsterdam, is op 61-jarigen leeftijd overleden. Hij was een der leidende figuren der afdee- ling Publieke Werken in de hoofdstad Een dagelijksch tafreeltje. De belangstelling voor paleis Soestdijk blijft onverminderd voortduren De beroemde dirigent W. FurtwSngler i Maandagavond met de Berliner Fhilharmonie in Den Haag gearriveerd. Bij zijn aankomst was de Duitsche gezant, graaf Julius Zech von Burkers- roda ter begroeting aanwezig Een tweetal interieurtoto's van het paleis Soestdijk, dat thans inwendig verbouwd is. Links de kinder kamer; op den achtergrond naast de wieg de aankleedtafel. Rechts: het trappenhuis met de Lalique- lamp, een deel van het geschenk van het Nederlandsche Corps Diplomatique Generaal Gamelin, die benoemd is tot generalissimus van de Fransche land-, zee- en luchtmacht FEUILLETON 14) Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. In de schaduw van hooge booriien was het heerlijk en gedurende een poosje staarden zij in de regenbogen, die de felle zon in het omhoogstuivende water tooverde. Dan liepen ze langs den oever terug in de richting van Wahenia en bereikten een belangrijke neder zetting, waar stoere negervisschers en „ge- arabiseerden" woonden. In de donderde stroomversnellingen, waar het water vijfhon- derd meter breed was, tusschen rotsblokken, waarlangs het schuin omhoog spatte, hadden de visschers palen geslagen en daaraan waren gevlochten fuiken gebonden. Op verzoek van den gouverneur sprongen dertig naakte negers in een groote prauw en slingerden zich in den vloed. Als een sneltrein zag Riefen- berg de prauw tusschen de rotsen doorschie ten, wentelen en keeren. Zij kwamen terecht in tegenstroomingen, waar de roeiers zwoeg den om vooruit te komen om dan weer met een ruk te keeren en langs een draaikolk te glijden. Maar dat is levensgevaarlijk spel. merk te de journalist op. Voor iedereen, behalve voor die. kerels, lachte de gouverneur. Ze zijn vergroeid met het gevaar. Tegen den avond trekken zoo derti°' tot veertig prauwen uit om de fuiken te lichten. Het is het schoonste schouwspe1 dat ik in Afrika te zien kreeg. Het middaguur was reeds lang voorbij toer. de journalist voor de galerij van het hotel uit de auto stapte. Zijn kleeren kleefden hem aan het lijf. Hij had nauwelijks tijd om zich te verfrisschen. en zijn aanteekeningen te or denen, want nog voor zonsondergang' kwam de gouverneur hem halen. Toen de auto door het tuinhek van Rea ding's villa reed, zei de heer De Bafort, vlug: Met al onze bezoeken, heb ik niet de gelegenheid gehad u een en ander te ver tellen over Reading. Ik weet niet of u op de hoogte is van het tragisch geval met zijn vrouw. Mag ik u vragen in geen geval haar naam te noemen? Diep in een weelderigen tuin verscholen lag de villa van Reading. Een prachtiger woning dan deze bestaat er in gansch de kolonie niet, zei de gouver neur, toen zij uitstapten. Dat kan ik me indenken, antwoordde Riefenberg, die met ontzag opkeek naar het massale blanke paleis. In de overdekte marmeren galerij ver scheen hun gastheer. Riefenberg kon moeilijk een zekere aan doening verbergen, toen hij aan Reading werd voorgesteld en diens hand drukte. Verontschuldig mij, mijnheer Riefenberg, zei de Amerikaan, de wijze waarop ik u heb uitgenoodigd, strookt niet heelemaal met de vormen van de wellevendheid, maar Onder vrienden neemt men het zoo nauw niet. onderbrak lachend de gouver neur Zoo hoor ik het graag, besloot Reading. Terwijl de journalist enkele vormelijke woorden uitsprak, grifte zich voor altijd in zijn geheugen het beeld van Reading: de groote. breede gestalte, het doorgroefde ge- faat met een grijzende haarlok over het hooge voorhoofd, de weemoedige uitdrukking m de peilende, blauwe oogen. Van dien man gaat een eigenaardige beko ring uit. overwoog' Riefenberg. En ook viel het hem op, hoe zijn gastheer langzaam en op afgemeten toon sprak, alsof ieder woord werd gewikt en gewogen. Terwijl zij even talmden in de galerij, ver scheen de directeur-generaal van de goud mijnen. Die klampte dadelijk Riefenberg aan. Ik heb u een voorstel te doen, zei hij. als u er op ingaat, kunt u morgenvroeg ver trekken. Bondag en zakelijk pakte hij met zijn plan netje uit. Het kan niet beter, antwoordde de jour nalist. Ik verlang er naar zoo spoedig mogelijk met het goudland kennis te maken. In orde; morgenvroeg, om negen uur zal een auo u naar Nizi brengen. Maar mijnheer, voegde Benoit er aan toe, als u nu terug in dat.benepen Europa is, moet u niet bij de heeren van het bestuurscomité gaan vertellen, dat de directeur-generaal zich niet. heeft verwaardigd u te vergezellen. Terwijl het gezelschap naar binnen trad, fluisterde de gouverneur hem in het oor: „Een ongelikte beer is die Benoit, maar hij heeft een hart van goud". Het zou moeilijk anders kunnen, glim lachte de journalist. Het werd een gezelligen avond. Riefenberg kon onderhoudend zijn en vertelde over zijn reizen. Het bleek dat ook Reading een groot stuk van de wereld had gezien, zoodat beiden hun indrukken over bepaalde landen en vol keren konden vergelijken. Verder hadden zij het over koloniale aangelegenheiden en Benoit gaf den journalist enkele wenken met het oog op zijn bezoek aan de mijnen. Toen de gouverneur aanstalten maakte om afscheid te nemen, dacht Riefenberg: Zoo vertrek ik hier niet. En terwijl zij naar de auto's wandelden, zei hij vlug tot. zijn gastheer, ,dat hij hem even oersoonlijk wou spreken. Tot uw dienst, antwoordde de Ameri kaan hoffelijk en wendde zich tot den. gou verneur. Als u er niets tegen hebt. zal Ik der. beer Riefenberg zelf aan zijn hotel brengen Toen' de gouverneur en Benoit waren ver trokken, bleven de twee mannen even spra- loos staan. Dan zuchtte Reading diep, keer de zich om en zei tot Riefenberg. Wilt u mij volgen. Zij liepen door de galerij naar de kleine, gezellige werkkamer van den Amerikaan. Verontschuldig mij een oogenblik, sprak deze. De journalist was gaan zitten in een ge- makkelijken zetel en keek om zich heen. Aan den wand ontdekte hij een prachtig, geschil derd portret van Ada Hjen. Het was de eerste maal dien avond, dat hij in het groote huis iets bemerkte, dat herinnerde aan de ver dwenen tooneelspeelster. Hij ging voor het doek staan en kwam onder dé bekoring van de warme, doffe kleuren waarmeee de sier lijke gedaante was geschilderd. Plotseling keerde hij het hoofd om. Achter hem stond Reading en keek, met strakke oogen, waarin leed stond te lezen, over zijn schouder heen naar het portret. Riefenberg voelde zich ontroerd. En toch moest hij spreken. Dat is mevrouw Reading, zeide hij zacht, De Amerikaan knikte langzaam en deed met de hand een gebaar om te gaan zitten. De journalist greep zijn arm. Neem het mij niet kwalijk, zei hij, maar Ik moet u over haar spreken. Even woog een drukkende stilte. Reading had de oogen gesloten. Doordringend staarde hij daarna den journalist aan. U hebt haar misschien gekend? Niet persoonlijk. Het is onkiesch van me, maar ik zou u willen vragen mij te vertellen op welke manier mevrouw is verdwenen. Weet u dat dan niet?, vroeg Reading verbaasd. Jawel, mijn vraag klinkt onbescheiden, maar ik heb een bijzondere reden om ze u te ri ellen. De twee heeren die daareven hier wa ren en nog een.paar andere kennissen ver gezelden mij dien rampzaligen dag. Wij waren op iachi gegaan ten Noorden van de Avakoe- bi-hoeve. Zoo. begon de Amerikaan fluisterend en deed het verhaal van de tragische jachtpartij. Als nadere bijzonderheid vernam de journa list dat de mannen op een gegeven oogenblik in beslag werden genomen door de achtervol ging van een luipaard. Het spoor werd hen aangewezen door een neger en zij volgden het gedurende een uur ongeveer. Toen zij terugkeerden naar de verzamelplaats was me vrouw Reading verdwenen.' Toen zijn er voor mij vreeselijke dagen gekomen, kreunde de Amerikaan met ver smoorde stem. Dat kan ik mij indenken, zuchtte Riefen berg meewarig. En heeft men nooit iets ge vonden? Geen enkel teeken? Een zakdoek bij voorbeeld, of een hoed of een stuk van haar kleed? Niets. Gansch het gebied is door honder den inlanders en blanken doorzocht, zonder succes. Maar ja, in dat woeste land met zijn onpeilbare ravijnen en moerassen is dit niet te Verwonderen. Mevrouw Reading kende die streek toch? Inderdaad, en daardoor is alles voor mij nog vreeselijker. Als ze iets hadden gevonden, den, al was het maar een lok van heur haar, dan zou ik tenminste zekerheid hebben ge hadNu wordt ik verscheurd door twijfel en ik kan niet vergeten, ik kan niet. Reading verborg het gelaat in de handen. De journalist eerbiedigde een oogenblik de smart van dien grijzenden man. En, sprak hij eindelijk langzaam, is u ervan overtuigd dat mevrouw Reading het slachtoffer is geworden van een ongeluk? Hij verwachtte van den Amerikaan een hef tiger reactie, maar deze hief langzaam het hoofd op en scheen die vraag te hebben ver wacht. Och, mijn waarde beer, heeft men u ook die Anioto-geschiedenis verteld? Ik begrijp u niet, deed Riefenberg ver baasdAnioto? Wat wil dat zeggen? (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8