Een Prinses van Oranje
E
erste Lentebode
BOEKEN
Recepti
en
VRIJDAG 4 FEBRUARI 1938
Welken Naam zul je
je kind geven?
Er bestaat een aardig spelletje Zeg
het meteen, heet het waarbij alle
mogelijke vragen worden gedaan, die
één voor één moeten worden gesteld
en waarbij een draaiend alphabet de letter
aangeeft, waarmee het antwoord moet begin
nen. Wie het snelst antwoordt, krijgt het
kaartje waarop de vraag staat afgedrukt.
„Welken naam zul je je kind geven" hoort
ook bij die vragen en de antwoorden zijn
meestal velerlei en zeer gevarieerd. Bovendien
worden ze nog al eens fel gecritiseerd, als
leelijk, of ouderwetsch, of raar, of erg mooi, of
vreemd, of te boek-achtig en meer dergelijke.
Waarom vinden we namen mooi of leelijk,
waarom vinden we ze ouderwetsch, of vreemd,
of aangenaam om te hooren? Wie dat eens
bij zichzelf overpeinst, komt tot de slotsom
dat er aan die uitgesproken voorkeur som
mige namen doen ons niets een persoon of
een omstandigheid verbonden is, en dat wij
den naam niet meer kunnen hooren, zonder
de verbinding met ide betreffende persoon of
omstandigheid op te roepen. Soms doen we
dat bewust, heel vaak ook onbewust, maar de
band tusschen het een en het ander blijft
zijn invloed houden.
In mijn kinderjaren had ik een geliefde
pop die Meta heette, een klein popje met zwart
haar en een fijn snoetje. Aan dien naam is
sindsdien de kleine, fijne gestalte met het
donkere haar verbonden gebleven, en al kwam
er veel later een groote, dikke, lichtblonde
Meta zich in levenden lijve voordoen, de naam
blééf verbonden aan dat geheel andere type.
Vooral kinderherinneringen blijken uiter
mate sterk te zijn op elk gebied, en daardoor
is het ook weieens moeilijk om een naam, die
verbonden is met een onaangename gedachte
van vroeger, te leeren zien als behoorende bij
een mensch die wij in onzen vriendenkring
hebben opgenomen. Soms gaat die afkeer van
een dergelijk naambeeld zóó diep, dat een
andere naam of een bijnaam, die met den
eigenlijken naam niets meer te maken heeft,
in het leven wordt geroepen.
Natuurlijk speelt ook de mode een rol bij het
geven en bij het mooi of leelijk vinden van
namen. Maar een ouderwetsche naam kan,
ook al is er schijnbaar niets moois aan, een
aangenamen klank hebben, die de een of
andere mensch er aan gegeven heeft, alleen
maar door zijn persoonlijkheid.
Sommigen vinden hun eigen naam zóó
leelijk eigenlijk vindt niemand hem echt
mooi van zichzelf dat zij hem willen ver
anderen. Laten zij zich die moeite maar be
sparen, alleen kleine kinderen kunnen nog
weieens van naam veranderen voorzoover het
dan natuurlijk de voornaam is waarbij zij aan
gesproken worden. Voor de oudere jeugd is dit
al een onbegonnen taak; een bijnaam vindt
eerder ingang dan een serieus-veranderde
voornaam.
Sommige menschen passen schijnbaar slecht
bij hun naam, of hun naam past slecht bij
hén. U zult zien, dat u al heel gauw bezig
bent, hun naam tot iets meer passends te ver
haspelen, of dat er een bijnaam ontstaat. En
besef dan maar meteen dat u zoo iemand
aardig vondt, want voor een onverschillige
kennis neemt men die moeite niet.
De geboorte van ons Prinsesje heeft aan
leiding gegeven tot heel wat overpeinzingen
op het gebied van namen geven. Beatrix, de
gelukkig makende, wat een mooie aanwijzing
voor een klein menschenklnd, dat aan het be
gin van haar weg door het leven staat. En wat
een zonnige naam voor een heel klein meisje
uit een regeerend Vorstenhuis, een naam die
men gegeven heeft, enkel en alleen omdat het
een mooie naam is, en niet omdat. de traditie,
die ook zijn groote waarde heeft, maar die
gevaar loopt van verstarring, dat nu eenmaal
zoo wil.
De prinses die gelukkig maakt, als dit voor
het kleine meisje is weggelegd, behoeven wij
er voor haar eigen geluk niets meer aan toe
te voegen, zij zal er veel geluk door terug
ontvangen. E. E. J.P.
Als handwerkje, dat u beginnen kunt voor
„ons huis na den schoonmaak" laten we u
hier een aardig, frisch kleedje zien. De boe
ketjes worden in de verlangde grootte op een
wit of crème linnen kleed overgebracht een
zachte pasteltint zou misschien ook wel aar
dig zijn! en we werken met waschecht bor-
duurkatoen in teere lentekleuren. Op wit
of crème: bloemen roze, en zachtblauw, hart
jes geel, blaadjes lichtgroen.
Op een pastellint: Bloemen wit, hartjes
twee kleuren geel, blaadjes lichtgroen.
Op lichtgroen: Bloemen wit, hartjes twee
kleuren geel. blaadjes donkergroen.
De groote boeketjes worden afgewisseld met
een enkel los bloemetje, dat u gemakkelijk hier
en daar tusschenvoegt.
Een allerliefst kleedje voor een serretafeltje
of als sierkleed over een gedekte tafel! In 't
laatste geval kunt u er nog een zestal vinger
doekjes bij borduren.
PLATINA-VOS, 'T NIEUWSTE SNUFJE.
De macht van de mode is vrijwel onbeperkt
zij speelt zelfs een rol bij het ontstaan van
bepaalde diersoorten, 't Nieuwste snufje op
dit gebied is wel de platina-vos, die op 't mo
ment nog maar in enkele exemplaren op een
Noor.sche Zilvervossenfarm voorkomt, doch na
verloop van tijd tot een omvangrijke familie
zal uitgroeien.
Reeds langen tijd zijn de fokkers op aller
lei farms bezig, de dieren met veel licht en
weinig donker haar apart te houden. Deze
worden dan veel duurder verkocht dan hun
kameraadjes en op deze manier is eindelijk
ook een Noorsch fokker erin geslaagd, een
geheel lichte soort te krijger, die hij Dlatina
vos heeft gedoopt.
Dc- Noren zijn. c-v trotsch op, dat kroon
prinses Martha ais eerste vrouw ter wereld een.
platina bontstel draagt)
BOEKEN.
Bij de stichting „De Kindervrienden" te
Amsterdam is verschenen „Een sleutel tot het
kinderhart", het resultaat van een onderzoek
naar den geest en de praktijk van het onder
wijs in de V. S. en andere landen. De bedoe
ling van dit rapport is in de eerste plaats dc
oogen van de meerderen te openen en d>
geest van menschelijkheid bij het onderwij.'
aan te vuren.
Sport- of Skisokken
Het aardige van deze sokken is, dat de boor
den gemaakt zijn van 5 verschillende kleuren,
zoodat we de sokken hij elke kleurencombi
natie kunnen dragen. De kleuren vallen in
rollen en de boord,, over den schoen heen ge
dragen, maakt den indruk van 5 gekleurde
banden. Natuurlijk kan men elke gewenschte
combinatie nemen; op de foto zijn de kleuren
rood, grijs, groen, oranje, hardblauw, terwijl
de heele sok grijs is.
We beginnen met grijs, voor den binnen
boord en 2 pennen no. 3 60 st. opzetten en 15
pennen 2 r 2a. breien. Nu beginnen we met
rood en breien 1 pen a. 1 pen i\, tot we aan
den bovenkant 12 ribbels hebben. We keeren
het nu om: averecht aan den onderkant en
recht aan den bovenkant en na 4 pennen wis
selen we van kleur. Nu met de nieuwe kleur
nog 4 pennen, dan weer averecht aan den
bovenkant en recht aan den achterkant
breien. Weer 12 pennen en 4 pennen omge
keerd, daarna van klem- wisselen. Dit herha
len we tot alle kleuren gebruikt zijn, waarna
we het werk in de rondte steken op 3 pennen
no. 3. We breien nu met grijs verder, eerst 45
toeren 2 r. 2 a. en dan draaien we het werk
binnenste buiten.
We beginnen nu met den voet en verdeelen
het werk in tweeën. Op 24 st. breien we 'den
grooten hiel. We breien 19 pennen 1 pen r. 1
pen a.. Bij de 20ste pen begint de kleine hiel.
We zijn aan den averechtschen kant: 14 st.
breien, twee te zamen (dit heet minderen) nog
een st. breien en het werk omkeeren. Nu aan
den rechten kant een st. afhalen, 5 st. breien,
1st. afhalen, 1st. breien en de afgehaalde over
de gebreide halen (dit heet overhalen) nog.een
st. breien en het werk omkeeren. Averecht
breien tot de opening in de pen, daar minde
ren en nog een st. breien, omkeeren en tot de
opening breien, daar overhalen en nog een st.
breien, omkeeren, enz.
Als alle steken op die pen gebreid zijn, is
de kleine hiel af. We nemen nu opzij van de
groote hiel 10 st. op, laten de voorste pen ook
weer meedoen en verdeelen de andere pennen
zoo, dat bij het midden van den kleinen hiel
de splitsing is.
De voet wordt nu als volgt gebreid
Voorpen gewoon recht, 1ste zijpen: 2 r. over
halen, pen uit. Tweede zijpen: pen uit tot op
4 st. na, dan minderen en 2 r. Dit herhalen
we telkens met 3 pennen gewoon recht er tus
schen, tot op de beide zijpennen elk nog 12
st. staan. Nu gewoon recht verder breien, tot
de voet van den boord af 45 toeren telt.
De teen wordt als volgt gebreid: groote pen,
2 r. overhalen, pen uit tot op 4 st. na, dan
minderen 2 r.
Eerste kleine pen: 2 r., overhalen, pen uit.
Tweede kleine pen; pen uit tot op 4 st. na,
dan müideren, 2 r. Nu weer 3 pennen recht
overbreien en deze tweetoeren herhalen tot
er op de groote pen 12 st. staan en op de
kleine elk 6 st. Nu dit zelfde zonder 3 pennen
recht er tusschen, tot er 8 op de groote en 4
op de heide kleine staan. Nu draaien we het
werk binnenste buiten, steken de heide kleine
pennen op een pen en kanten af door de twee
pennen van 8 st. tegen elkaar te leggen en
telkens 1st. Van de voorste en 1st. van de
achterste pen te zamen te breien; de verkre
gen 8 st. kanten we op de gewone manier af.
SP. TH.
De haat die blind is
We hebben het heel vaak over „de liefde,
die blind is", maar als we dit zeggen, geven
we ons geen rekenschap van de beteèkenis
onzer woorden.
Liefde is allerminst blind. Wie waarlijk
lief heeft ziet heel goed en heel scherp de
fouten van het geliefde wezen, maar hij ver
geeft ze en soms gaat hij zich zelfs verheel
den, dat hij den ander om zijn fouten lief
heeft. De haat daarentegen is werkelijk blind
Zóó blind zelfs, dat ze niet alleen onrecht
vaardig, maar zelfs onhandig en dom wordt.
Hoe weet u b.v., dat „dat vreeselijke mensch",
aan wie u een hekel hebt zonder andere re
den dan een vage jaloezie, een klein mee-
ningsverschil, niet juist een uitstekende
vriendin voor u zou kunnen zijn? 't Zou de
eerste keer niet zijn, dat een blind, ongemo
tiveerd haatgevoel omsloeg in het tegendeel,
alsu maar eerst eens de gelegenheid
aangreep om er ronduit samen over te spre
ken.
Waarom ruimen we allemaal van tijd tot
tijd onze kasten op, gooien we sommige pa
pieren weg en ordenen we andere en waarom
maken we er geen gewetenszaak van. zoo
- nu en dan onze vage antipathieën op te rui
men? Stel u eens de vraag: „Waarom haat
ik hem of haar?" en bedenk daarbij, dat er
geen mensch op de wereld bestaat, die heele-
maal geen goede eigenschappen heeft. Be
denk verder, dat dit haatgevoel u zelf 't al
lermeest schade doet: een hatelijke gedachte
is even slecht voor de gezondheid als een
ongeluk en erger dan een ziekte want die
dient om verkeerdheden in 't gestel op tp
ruimen.
Liefhebben en vergeven daarentegen ma
ken gezond I
Maandag
Gebakken bokking
Roode kool
Aardappelen
Botersaus.
Dinsdag:
Boerenkoolstamppot
Rookworst
Vruchtengruel
Woensdag:
Gebakt
Brusselsch lof
Aardappelen
Rijst met bessensap
Donderdag:
Runderrollade
Spruitjes.
Aardappelen
Rijstkoekjes
Vrijdag:
Gebakken filets van
schelvisch.
Aardappelsla met
biet en veldsla.
Vermicellischoteltje.
Zaterdag:
Haché.
Gekookte rijst.
Griesmeelpudding
mét pruimen
Zondag:
Kop bouillon
Blinde vinken
Aardappelen
Doperwten uit de bus
Appeltaart.
VEGETARISCHE MENUS.
1. Savoyekool met kaas 3. Stamppot van rauw
Aardappelen - Br, lof.
Yoghurt met beschuit Wentelteefjes,
en suiker. Vruchten.
2. Macaroni 4. Bruine boonensoep
Tomatensaus Aardappelen
Veldsla Gestoofde uien
Chocoladepudding Rijst met boter en
Vanillesaus suiker.
Watergruel (4 a 5 personen.)
Benoodigdheden: 1 ons parelgort, IVi L. wa
ter, 3 d.L. bessensap, IV2 ons krenten en rozij
nen, l ons suiker, stukje pijpkaneel.
Bereiding: De gort wasschen, een nacht
weeken en met het weekwater en pijpkaneel
opzetten iri een hooge pan, daar gort gemak
kelijk over gaat koken. Na 1 uur de gewas-
schen krenten en rozijnen er bij doen, en deze
V2 uur meekoken. Daarna van het vuur de
bessensap en de suiker er bijdoen en de pijp
kaneel er uit halen. Voor vruchtengruel neemt
men dezelfde hoeveelheden gort en water,
kookt deze gaar en laat het laatste uur V/2
ons geweekte tutti-frutti meekoken. In plaats
van met bessensap maakt men de gruel dan
met het sap van. 1 a 2 citroenen af.
Men kan inplaats van gort ook rijst nemen,
het weeken vervalt dan, en natuurlijk is de
kooktijd dan korter:-3/4 a 1 uur. Het gerecht
'is flauwer van smaak. Heel lekkere -vruch
tengruel maakt men"door 1 ons abrikozen te
nemen en die, wanneer ze geweekt zijn, in
de gort gaar te koken. Van het vuur roert
men dan 2 in plakjes gesneden bananen er
door en 1 heel fijn gesnipperde goudreinet.
De gruel wordt op smaak afgemaakt met sui
ker en sinaasappelsap.
Savoyekool met kaas.
Benoodigdheden: 1 kleine savoyekool, IV2
ons geraspte kaas, 40 gr. boter, paneermeel.
Bereiding: De kool schoonmaken door de
buitenste bladeren te verwijderen, daarna in
grove stukken snijden en de stronk eruit snij
den. De kool y2 uur. koken in water met zout,
afgieten en op het vergiet goed uit laten lek
ken. De kool met de geraspte kaas laag om
laag in een vuurvasten schotel doen. Bovenop
wat paneermeel, vermengd met kaas strooien
en de gesmolten boter er over schenken. De
schotel pl.m. V2 uur in een niet te warmen
oven zetten.
Verschillende andere groenten kunnen met
kaas of kaassaus klaargemaakt worden, waar
door ze voedzamer worden en meer smaak
krijgen. Kaas kan het vleesch wat voedings
waarde betreft bij de vegetarische maaltij
den vervangen. Brusselsch lof, schorseneeren
bloemkool kunnen op deze manier klaarge
maakt worden. Men maakt van boter, bloem
en melk of kookwater van de groente een ta
melijk dikke saus. Op 1 dL. neemt men IV2
eetlepel (glad afgestreken) bloem en 3/4 le
pel boter. Men verwarmt boter en bloem en
roert er telkens wat van het vocht door. Is de
saus mooi glad en doorgekookt, dan roert men
de geraspte kaas er door, soms nog wat zout,
en giet ze over de groente, die men, nadat ze
op het vergiet goed uitgelekt is, op een dek
schaal gedaan heeft. Heeft men een oven
tot zijn beschikking, dan doet men de groen
te in een vuurvasten schotel, met saus en wat
gesmolten boter er overheen, zet deze phm. 15
min. in den oven en geeft voornamelijk hoven-
warmte.
Thee-kransjes.
Benoodigdheden: 2, ons bloem, 11/4 ons bo
ter, 3/4 ons basterdsuiker, 1 ei, zout, suiker,
vanillemerg.
Bereiding: De boter in de bloem klein snij
den, basterdsuiker, zout, eidooier en vanille
merg toevoegen en doorkneden tot men een
stevige bal heeft. Met een glas of gekarteld
uitsteekvormpje rondjes uitsteken en daaruit
b.v. met appelboor kleine rondjes. De
kransjes op een beboterd bakblik leggen, ze
met het even losgeklopte eiwit bestrijken, wat
kristalsuiker er voorzichtig opstrooien en ze
in den oven in pl.m. 20 minuten lichtbruin
hakken. Ze niet te veel bovenwarmte geven,
daar suiker en eiwit gauw bruin worden (zoo-
noodig een beboterd papier er op leggen).
-Bij J. Philip Kruseman te Den Haag zijn
eenige populaire romans verschenen n.l. „Het
meisje van Arizona" van Frank C. Robertson.
„Het zonverbrande lijk" van George Bagby.
„Kapitein Bloed's verdere lotgevallen" van Ra
fael Sabatmi, „De roode doos': van Rex Stout,
en „Sneeuwstorm over de Far West" van B.
M. Bower.
ENKELE SCHOONHEIDSFOUTJES.
en hun remedie.
Is uw gezicht te mager? Kies dan een hoog
gesloten japon of blouse met plooitjes.
Hebt u een vale gelaatskleur en houdt u
niet van kunstmiddelen?
Kies dan bij uw mantel of japonnetje een
mooie, warmgetinte shawl:
Bent u over de veertig-en wilt u er' graai_
jong blijven uitzien? Leg .u dan in de eerste
plaats toe op'het behouden van een slank
figuur. Al het andere is bijzaak.
Zijn uw oogen heel flets of flauw van uit
drukking, bijv. na ziekte of" uitputting? Pro
beer 't dan eens met een gróote schitterende
broche of bloem, dicht bij uw gezicht gedragen.
Hebt u neiging om te zwaar te worden?
Vermijd dan „gewaden" met wijde mouwen
waarvan de ruimte op de pols valt. De onder
mouwen moeten steeds nauwsluitend zijn, de
ruimte valt in- de bovenmouw.
Groote steun voor haar-
Huis en voor ons volk.
IN deze vreugdedagen, nu de aanhankelijk
heid van het Nederlandsche volk aan ons
oude Oranjehuis weer eens warm en
overtuigend gebleken is, nu een zéér ge
liefde Prinses met haar jeugdig gezin in het
centrum van de belangstelling staat, is het
niet meer dan natuurlijk dat wij hier in onze
vrouwenrubriek eens de aandacht vragen voor
een andere prinses van Oranje. Voor een Prin
ses, die in ontzaglijk moeilijke tijden den naam
van Oranje hoog hield, beschermde, tot het
uiterste toe verdedigde en die wellicht méér
dan welke andere vrouw ook ertoe heeft me
degewerkt, dat Nederland en Oranje nog al
tijd en thans meer dan ooit één zijn.
Ik bedoel prinses Frederika Sophia Wilhel-
mina van Pruisen, de echtgenoote van onzen
laatsten stadhouder, de moeder van onzen eer
sten koning.
Zij is inderdaad in de geschiedenis van Ne
derland een lichtende gestalte geweest, die te
schooner uitkwam naarmate de achtergrond
van haar leven die ontzaglijk roerige en ver
warde omwentelingstijd van het einde der 18e
en het begin der 19e eeuw donkerder werd.
Moeilijke jeugd.
Prinses Wilhelmina, den 7den Augustus 1751
te Berlijn geboren als eenige dochter van
prins Augustus Wilhelm van Pruisen, den broer
van koning Frederik den Groote, en van prin
ses Louise Amalia van Brunswijk, had een zeer
moeilijke eerste jeugd.
,Ik was een schuw, huilerig kind", zoo ver
telt ze van zichzelve, en dit mag geen wonder
heeten, als we de blzonderheden van haar
opvoeding nagaan.
Reeds op driejarigen leeftijd kreeg het arme
prinsesje in het paleis van haar ouders haar
eigen huishouding, die onder het beheer van
haar gouvernante stond en zag zij haar ouders
bijna nooit meer. En die gouvernantehet
klinkt bijna ongelooflijk, wat ervan verteld
wordt! 't Was een zekere freule van Redern,
een geestige en zeer uithuizige dame, die wel
allerminst geschikt was om een kind op te voe
den. Tuchtigingen met de roede waren aan
de orde van den dag, naar alle hofbals en fees
ten, waaraan de gouvernante deelnam, werd
het kleine meisje meegesleept en moest dan
tot diep in den nacht in de antichambre wach
ten. als ze tenminste niet in een donkere ka
mer werd opgesloten!
Gelukkig voor de prinses moest, toen zij on
geveer acht jaar oud was, het hof tengevolge
van den oorlog de wijk nemen naar Maagden
burg, en daar kreeg zij een andere gouvernan
te, freule Sophie von Danckelmann, die in
alles het tegendeel was van de vreeselijke
freule von Redern en van wie prinses Wilhel
mina herhaaldelijk getuige: „Aan haar heb ik
het te danken, dat ik nog geworden ben, die
ik ben".
Toen het hof in 1763, na den vrede van Hu-
bertusburg, te Berlijn terugkeerde, was prinses
Wilhelmina geen kind meer: zij werd, hoewel
pas elf jaar oud, als een volwassen meisje be
handeld en genoot vooral zeer van den om
gang met haar oom den koning, die bizonder
veel van haar hield en haar dikwijls bij zich
aan tafel noodigde.
Hij stelde belang in al haar doen en laten:
haar musiceeren, haar schilderen, haar bordu
ren en overlaadde haar met kleine attenties
en hij was het ook, die in 1767, niet uit poli
tieke overwegingen, maar uitsluitend met het
oog op haar geluk, haar huwelijk met den erf
stadhouder Willem V tot stand bracht. Een
verbintenis, die overigens zelfs voor een ko
ninklijke Pruisische prinses zeer eervol was!
Bij die gelegenheid verklaarde de koning
aan den heer de Larrey, die namens den Prins
officieel aanzoek om haar hand deed, o.a.:
„Zij is rijzig, goed gebouwd en bevallig in haar
bewegingen. Wat haar karakter aangaat, dat
overtreft alles wat ik ooit heb waargenomen.
Het is niet uit vooringenomenheid, dat ik dit
zeg; ik ben niet blind voor de gebreken van
de kinderen mijner verwanten, maar waarlijk,
bij mijn nicht heb ik geen gebreken kunnen
opmerken".
Donkere wolken.
Van de eerste huwelijksjaren van prinses
Wilhelmina is weinig belangrijks te vertellen;
al spoedig bleek, dat de jonge echtgenooten
elkaar buitengewoon goed begrepen. Hun ver
houding was zeer hartelijk en de prins hechtte
zich al spoedig zoo sterk aan zijn lieftallige
'en verstandige gemalin, dat hij haar geen
dag meer missen kon. Zij ging met hem mee
op zijn reizen, maar bracht toch ook heerlijke
dagen door in het Binnenhof te den Haag,
waar zij zich met hart en ziel toelegde op het
versieren van haar appartementen met fijn
borduurwerk en genoot van tooneel en mu
ziek. En toen in November 1770 haar eerste
kindje, prinses Louise, geboren werd in
1772 en 1773 volgden haar twee zoons Willem
Frederik en Willem Frederik George was er
wel geen gelukkiger vrouw en moeder dan
prinses Wilhelmina denkbaar!
Helaas zouden deze zonnige tijden niet lang
duren, want politieke moeilijkheden stonden
voor de deur. Reeds lang was het de prinses
een doorn in het oog, dat haar gemaal bij het
nemen van besluiten al te zeer luisterde naar
den raad van zijn opvoeder, den hertog van
Brunswijk-Wolfenbuttel, die hiervan misbruik
maakte om den prins aan den leiband te hou
den. En toen eindelijk in 1784 de hertog het
land verliet laaide de strijd tusschen patriot
ten en Prinsgezinden hooger en hooger op:
afbreken lag immers in den geest van den
tijd!
In deze uiterst moeilijke jaren toont prinses
Wilhelmina zich in al haar grootheid van ka
rakter. Meer en meer weet zij den Prins te
overreden haar zijn politieke moeilijkheden toe
te vertrouwen, en steeds geeft zij hem den
juisten raad, terwijl zij zich echter steeds be
scheiden op den achtergrond houdt. Ze is vol
komen op de hoogte van alle onderdeelen on
zer zoo uiterst ingewikkelde staatsregeling,
verdedigt den Prins hardnekkig en wat
misschien nog het grootst in haar is loont
zich steeds opgewekt, nooit terneergeslagen,
hoezeer de moeilijkheden zich ook opstapelen.
De eerste catastrofe kwam, toen de prinses
Wilhelmina van Pruisen, een krachtige
persoonlijkheid in donkere tijden
Een Prinses van Oranje.
in Juni 1787, op haar reis van Nijmegen, waar
het stadhouderlijk hof toen vanwege de on
lusten gevestigd was, naar den Haag bij Goe-
janverwellesluïs werd tegengehouden; de
tweede, toen het stadhouderlijk gezin na den
inval der Franschen in 1793, twee jaar later,
in een visscherspink zee koos om zijn toevlucht
te zoeken in Engeland.
Onder dit alles bleef prinses Wilhelmina van
een bewonderenswaardige kalmte en berus
ting. Bij het afscheid van haar hofdames
scheen zij hevig ontroerd, maar nog eer zij
Scheveningen had bereikt, zoo vertelt een
ooggetuige, had zij haar gewone fiere houding
weer aangenomen. En aan haar dochter Loui
se, toen reeds gehuwd met den erfprins van
Brunswijk, had zij enkele dagen tevoren ge
schreven: „De crisis is op zijn hoogst geklom
men en middelen om er ons uit te redden zijn
er niet. Ziedaar de waarheid. Maak nu zelve
maar uw gevolgtrekkingen. Bid God voor ons;
maar wacht u voor moedeloosheid. Laten wij
onze hoop op Hem stellen. Hij kan licht doen
voortkomen uit de duisternis en Zijn wegen
zijn wonderbaar".
De Prinses als moeder.
Gedurende de jaren van haar ballingschap,
eerst in Engeland, later op 'het landgoed
Oranïënstein in Duitschland doorgebracht,
leeren wij prinses Wilhelmina vooral kennen
als moeder.
Vooral de verhouding tot prinses Louise, die
aan de zijde van haar geestelijk zeer onont-
wikkelden, ziekeljjken man een moeilijk leven
had, was buitengewoon innig en daarnaast
strekte zich haar liefde uit tot het gezin van
den erfprins den la-teren koning Willem I
waarvan het oudste zoontje Guillot (Wil
lem II) haar bizondere lieveling was.
„Ik dank u, mijn lieve kleine Willem, schreef
zij 18 Augustus 1798, „voor uw brief en de goe
de 'wenschen, die gij maakt ter gelegenheid
van mijn geboortedag. Ilc zie met blijdschap,
dat gij nog somtijds aan groote Mama van
Oranje denkt. Zij deiikt dikwijls aan u en aan
uw geheele familie. Ik zend u twee Fransche
boekjes, hopende, dat gij schielijk in staat zult
zijn ook deze taal te verstaan. Hebt gij veel
plaisir dit jaar buiten? Wat is uw liefst tijd
verdrijf van den zomer te Schönhausen?Maakt
mijn compliment aan uw goede vrienden en
vriendinnen en zegt aan mama, dat ik haar
geschreven heb. Geeft een zoen in mijn naam
aan uw lief broertje, en weest altoos verzekert
van de tederliefde van Uwe goede Groot Ma
ma Wilhelmine. Groet Papa, omarmt harte
lijk de lieve kleine Willem en zijn broertje.
Ik bid u, zend mij van nieuws de maat van
uwe grootte".
In een schrijven aan den erfprins maakte
de prinses haar excuses, dat dit briefje „erg
slecht Hollandsch" was.
En in deze moeilijke jaren van omzwer
ving, ziekte en dood, waaronder het Huis van
Oranje zeer te lijden had prins Willem V
overleed in 1806 te Brunswijk was de krach
tige, opgewekte persoonlijkheid van hun
moeder hun allen tot grooten' steun, totdat
eindelijk de politieke hemel opklaarde en zij,
korten tijd na haar zoon, die in 1813 zijn zege
vierenden intocht in ons land hield, den Ne-
derlandschen. bodem weer betrad. Den loden
Januari 1814 kwam zij met prinses Louise, de
hertogin-weduwe van Brunswijk, na een 19-
jarige ballingschap te den Haag aan, hartelijk
toegejuicht door het saamgestroomde volk, dat
haar tot haar dood toe in hooge eer heeft ge
houden. Zij overleed na een korte ongesteld
heid, stellig verergerd door haar verdriet om
den dood van prinses Louise, op den 9den Juni
1820 en werd in de kerk te Apeldoorn begra
ven. Een trouwe, onvermoeide werkster voor
hét heil van haar Huis en van ons land ging
met haar heen.
R. DE RUYTER-v. d. FEER
ROMANTISCH BRUSSEL.
In het grootste Brusselsche stadspark worl
den ieder jaar niet minder dan 900 banken
door het insnijden van harten en letters zóó
zwaar beschadigd, dat men ze door nieuwe
moet vervangen.
De gemeenteraad heeft thans- besloten, me--
talen banken te doen vervaardigen.