D N' Lentedag TWEE Menu van de week Recepten Nieuwe Uitgaven Laten we jong zijn! Baby's Wolletjes VRIJDAG 11 FE BR. 1938 irect bij het opstaan tusschen donker en licht merk je het al, het zal een heldere dag worden. Een merel fluit een schuchter, maar erg veelbelovend lied, en wanneer je na het ontbijt in den zon- nigen tuin komt, waar de crocussen, sneeuw klokjes en winteraconieten al bloeien, is de il lusie van voorjaar volmaakt. „Illusie" noem ik het, want het is nog zoo vroeg in den tijd, en we durven er compleet nog niet aan gelooven De melkboer begint al met de mededeeling dat het nu wel heerlijk weer is, maar 's mor gens is het toch nog stevig koud, en de bak ker, hoezeer ook in zijn schik met het heerlijke zonnetje, weet toch maar al te goed, dat de weervoorspelling een sombere toekomst ziet met regen, wind en kou. Daar fietst mijn opgeruimd kijkende buur vrouw voorbij". „Ik ga een hoed koopen", roept ze me toe, „al mijn hoeden zijn me te nauw geworden door den regen en ik heb heelemaal geen pa raplu!" „Neem je een zomerhoed?" vraag ik vol ver wachting. „Welnee, 't is toch pas Februari, natuurlijk niet!" Bij den kruidenier in den winkel worden sombere vooruitzichten gelanceerd: wat zul len we dat eerst moeten bezuren, zegt een dik ke juffrouw met een misprijzenden blik naar het vroolijke zonnetje, alsof zij het dit weer kwalijk neemt, dat het er is, in plaats van gure winterkou. En een oud mannetje noemt het onnatuur lijk, zulk voorjaarsweer, in de eerste helft van Februari. Een heel ander geluid klink uit menige' huishoudelijken hoek, het geluid van zoemen de stofzuigers en van kleeden kloppen: de schoonmaak is in aantocht. De ijverigen zul len vroeg beginnen dit jaar, met zulk weer krijg je er al echt zin in, zeggen zij. Er wordt geschreven over de nieuwe mode, er wordt studie gemaakt van wat er achter de winkelramen is uitgestald, om er achter te komen, hoe de voorjaarsmode zal zijn, ook al weten sommigen vrij zeker, dat een volledi ge voorjaarsgarderobe toch te kostbaar is om aan te schaffen. Op zoo'n lentedag lijkt de wintersport to behooren bij een veraf en vreemd verschiet, veeleer zijn wij al geneigd om de zomersporten ook weer een plaats te gaan inruimen. Mogen we niet rekenen op vijf zomersche dagen in Februari? Welnu, als dat zoo is, heb ben wij een glorieus begin gemaakt van deze maand, misschien mag het ook als een kleine compensatie gelden voor al het regenen, al het waaien en al de duisternis, waarmee de vorige maand ons zoo kwistig heeft bedeeld. Laten wij ervan genieten zonder te bedenken, hoe slecht het weer nog worden kan en zeker ook wel worden zal, er is niets in de natuur zoo veelbelovend als deze eerste lentedagen. E. E. J—P Wat brengt de Voorjaarsmode? 'n Onbescheiden blik achter den sluier. Gelukkig! de lente komt onherroepelijk nader en met rasse schreden! 't Is nu al weer zoover, dat de Parijsche modekoningen, zij het aarzelend, schijnbaar schuchter en druppels gewijs om onze nieuwsgierigheid ten top te voeren! enkele belangrijke mededeelingen loslaten omtrent dat allerbelangrijkste pro bleem: hoe zullen we dit voorjaar gekleed gaan? Nu ja, nuchtere en verstandige Holland - sche huisvrouwen zeggen droogjesweg: „dat zal ik dan wel eens zien als 't zoover is", maarer zijn ook anderen! Er zijn vrouwen, die ernaar snakken om te weten, of de rok ken nóg weer korter worden of niet, of er veel lange mantels zullen worden gedragen óf de driekwart]asjes zullen overheerschen, en hoe hft zal staan met de boléro en of het horizon taal gestreepte jumpertje totaal afgedaan zal hebben en andere belangrijkheden meer. Waaróm? „Och, zuinigheid is 't heelemaal niet, want iedere vrouw weet, dat zélfs wan neer het horizontaal gestreepte jumpertje overwintert, toch het nieuwe horizontaal gestreepte jumpertje, dat de voorjaarsmode brengt, juist dat kleine flitsje van hartver- overende chic heeft, waarbij vergeleken ons oude horizontaal gestreept dito'tje eenvoudig geen blik meer waardig is! Waarom dan? Nu, eenvoudig daarom, omdat ze het leuk vinden, zoo gauw mogelijk zoo veel mogelijk van de nieuwe voorjaarsmode al is die bijgeval nóg zoo onmogelijk! te weten. Welaan dan, voor dezulken het volgende: We beginnen met iets, dat niet gloednieuw is, n.l. met de mededeelnig, dat de mode b u i- t enge wo on jeugdig zal zijn! We wor den hebt u 't wel opgemerkt, steeds jeug diger en zien onherroepelijk wieg en ramme laar in 't verschiet! Hoedjes? Een totale omwenteling op dit terrein. Weg met de hooge torengevaarten nee sportieve noedje met rand, ciat zoo prettig diep in de oogen wordt getrok ken, zal weer opgeld doen (hoera voor de dagen, dat we er niet op ons stralendst uit zien!) Veel versiering zal op de zomerhoeden prij ken: veel bloemen, veeren en veertjes, gekleurd lint en dit alles in heldere, levendige kleuren, onals we héél kakelbont gestemd zijn, kunnen we zelfs hoeden van veelkleurig stroo koopen, versierd met alle denkbare garneerin gen. De weelde zal ons dit voorjaar letterlijk „naar 't hoofd stijgen!" De jurken blijven eenvoudig van lijn en recht, vaak versierd met plissées of diepe plooien; de tailleblijft zoek en gaat nog een beetje meer aan 't zwerven, alle anato mische regels straal negeerend. Dan weer eens hoog, aangeduid door een ingezette drie hoekige baan of breed e ceintuur onder de buste, dan weer eens laag bepaald door een ceintuurtje op de heupensoms heelemaal afwezigwe zullen er geen touw meer aan kunnen vastknoopen! Het boléro'tjeo vreugde voor alle elegante, blijft hoogtij vieren, 't zij dan in dezelfde kleur als de japon of afstekend van tint. De robe-manteau zal ook weer zeer veel worden gedragen, maar over den preciezen vorm van dit kleedingstuk wordt nu nog 't diepste stilzwijgen bewaard. Een nieuw ver schijnsel bij de voorjaarsjaponnetjes zal verder zijn een los schootje alleen van voren, waar door ze uit de verte (erg practisch en gekleed op mooie lentedagen!) op een mantelcostuum zullen lijken. Wat verder? O ja, de sportensembles doen weer hun entree in groote verscheidenheid: kort jasje en vest van effen wollen stof, rok van pied de poule.... óf effen rokje met Schotsche blouse. Onze voorjaarsmantels beloven in één woord beeldig te worden. En wat 't meeste opvalt is de eenvoud en elegance van lijn. Geen revers, geen overslag, maar uitsluitend met een heele rij knoopen vlak aan den rand, gelegen tegen over de knoopsgaten óf met een enkele gesp of strik. Werkelijk bijzonder vlugge modellen en van een gezellige lichte kleur, die we 't vorig seizoen alleen voor blouses zouden hebben ge bruikt! En dan 't laatste nieuwtje, de t.< eksluiting zal letterlijk een rage worden voor alle klee ding. Glorieuze triomf van snelheid en ver ttuftl Ditmaal geven we eens voor de afwisseling twee aardig, moderne hoedjes, buitengewoon geschikt voor den overgangstijd. Voor het linksche modelletje, dat heel goed in het voorjaar kan worden doorgedragen, om dat we nu definitief weer hoéden met randen krijgen, hebt u noodig een stuk soepel vilt of- dikke wollen stof van 75 cm. lang bij 40 cm. breed, in elke gewenschte kleur verkrijgbaar. De bol iets lager dan die van de herfst- hoedjes óók een nouveauté loopt zon dei- naad 'over in den rand, alleen van boven wordt een rond dekseltje opgenaaid. De naad loopt, zooals u op 't kleine teekeningetje zien kunt, van achteren. Een leuk idee is het 't hoedje Met een beetje moed kunt u ze zelf maken! van een neutralen tint te maken bijv. zwart of grijs en het dan te versieren met twee linten in verschillende kleur, bijv. groen en granaatrood. 't Tweede hoedje is een weinig gekleeder en ook niet moeilijk om zelf te ma ken. U hebt ervoor noodig 70 cm. fluweel van 45 cm. breedte. Het hoedje wordt eenvoudig om het hoofd gedrapeerd en valt met nette plooitjes onder het aparte voorstuk., Het moei lijkste werk is, de plooien gelijk te krijgen. Het beste is,'het hoedje te voeren met een stuk satinet, waarop de plooien hier en daar met onzichtbare steekjes worden vastgestikt. U kunt dit aardige mutsje ook heel geschikt dra gen met een korter of langer sluiertje. Vat moed en begin i Maandag Ribstuk Aardappelen, Koolraap Citröenrijst met vanillevla. Dinsdag: Jachtschotel Spruitjes. Yoghurt met beschuit, en suiker Woensdag Bruine boonen Gebakken spek Gebakken uien. Aardappelen. Sinaasappel met banaan. Donderdag: Bruine boonensoep Kalfskarbonaden Stoofperen Aardappelen. Vrijdag: Gebakken vïscb Aardappelen. Sla van krulandijvie Botersaus Broodschotel. Zaterdag: Zuurkoolschotel met saucijsjes Pannekoekjes Zondag: Gamalencroquetten Biefstuk. Appelmoes Aardappelen. Bitter koekj espudding VEGETARISCHE MENU'S. 1. Capucijners Gebakken uien Tomatenjus Beschuitbollen met appelmoes. Fricadel Brusselsch lof Aardappelen. Gort met rozijnen 3. Jachtschotel van brume boonen Bieten Vanillevla met' vrachten 4. Capucijnersoep. Sla van Brusselsch lof, appel en biet Gebakken aardappelen Vruchten Gamalencroquetten (8 a 10). Benoodigdheden: 2 ons garnalen, V/2 d.L. slappe bouillon, V2 d.L. melk of room, 1 eet lepel gehakte peterselie, 4 lepels bloem (glad afgestreken), V/2 lepel boter, peper, zout, 2 bladen gelatine, 2 eiwitten, paneermeel, fri tuurvet. Bereiding: De garnalen wasschen en goed uit laten lekken op een zeef. Van boter, bloem en slappe bouillon (van yz blokje b.v.) een dikke saus maken. De melk of de room toevoe gen en de geweekte gelatine erin oplossen. De garnalen, peterselie, peper en zout er door roeren en de massa op een bord uitgespreid koud laten worden. De massa in gelijke deelen verdeeien en er met 2 lepels croquetten van vormen. Deze bijrollen met de hand op een stuk grijs papier, waarop men fijn paneer meel gestrooid heeft. De croquetjes nu door het losgeklopte eiwit, waaraan een paar drup pels slaolie toegevoegd zijn, rollen. Daarna nog eens paneeren en in flink heet frituurvet vlug bruin bakken. Ze opstapelen op een schotel bedekt met een vingerdoekje, om het afglijden te voorkomen. Garneer-en met pe terselie. De croquettenmassa kan ook zonder gela tine gemaakt worden. De inhoud der cro- saus moet dan beslist dik zijn. Het best maakt men alles de vorige dag of 's morgens klaar, de croquetjes kunnen dan ook al gevormd en ge paneerd worden. Voor het eten heeft men ze dan alleen nog te bakken. Vegetarisch gehakt (fricadel). Benoodigdheden: 2 boterhammen zonder korst, 3 ons gekookte aardappelen, 2 eieren, 2 lepels warme melk. l ui, peper, noot, zout, soja, 1 ons boter. Bereiding: Het fijngesnipperde uitje in één lepel boter licht bruin fruiten. Eén ei los kloppen, er op schenken en, hier een omelet van bakken. Deze in kleine stukjes snijden. Het brood weeken in de warme melk, fijn ma ken 17 met de gemalen aardappelen het an der peper, zout, noot en stukjes omelet verawgen. Hier 2 of meer balletjes van vormer., ze paneeren en in boter bruin braden. De jus afmaken met wat water en een lepel soja. Bij de N.V. Uitgeversmaatschappij „De Tijd stroom" te Lochem is een roman van Alfred Sidgwick verschenen, getiteld „Kolibrie". De 'vertaling is van Loüt'de'Bruine. Bandteeke- ning en illustraties zijn van F. C. Gij en. Bij dezelfde uitgeversmaatschappij zag een werk van France Pastorelli het licht „Het lij den" een beproeving en een genade. De verta ling uit het Fransch is van H. Wilmink. E. B. A. Poortman schreef een inleiding. Bij de Uitgeversfirma Van Loghum en Sla terus te Arnhem is van de hand van dr. W. Banning verschenen „Hedendaagsche sociale bewegingen". Het uitgangspunt van het schrijven van dit boek is, volgens de definitie van den schrijver zelf, de overtuiging dat sociale idealen in de eerste plaats gebonden zijn aan sociale groepen en dus begrepen moeten worden van de maatschappij uit en de zich daarin openbarende tegenstellingen. De schrijver behandelt achtereenvolgens Roomsch Katholicisme, Calvinisme, Socialisme, Itali- aansch fascisme en Duitsch Nationaal-socia- lisme. In een slotbeschouwing worden de typi sche vraagstukken van de 20ste eeuw onder het oog gezien. Het comité van waakzaamheid van anti- nationaalsocialistische intellectueelen heeft bij Van Gorcum en Co. te Assen het licht, doen zien aan een brochure van A. W. Kersbergen over „Onderwijs en Nationaal-socialisme". Bij de stichting „De Kindervrienden" te Amsterdam is verschenen „Een sleutel tot het kinderhart", het resultaat van een onderzoek naar den geest en de praktijk van het onder wijs in de V. S. en andere landen. De bedoe ling van dit rapport is in de eerste plaats de oogen van de meerderen te openen en de geest van menschelijkheid bij het onderwijs aan te vuren. Korte rokken, opgaande taillelijn, gefronste lijfjes, geven een spor tief en toch een zeer vrouwelijk cachet. OOIT was de mode zóó jeugdig als op het oogenblik! We genieten er allemaal van, of we twintig of veer tig zijn en we spannen ons in om van deze echt sportieve en toch echt vrou welijke tendenz het volle profijt te trekken! En daarbij waardeeren we 't juist zoo bijzon der, dat de mode-1938 zoo bij uitstek na tuurlijk is; geen dwaze, al te kinderlijke korte rokjes, zooals in 1925 (herinnert u het zich nog?) waarbij iedere grootmoeder van achteren op haar kleindochtertje van acht tien leek, geen manlijkheidsbevliegingên, zooals een paar jaar geleden, toen het model vulpenhouder opgeld deed! Neen, we mogen volkomen vrouw zijn, ons eigen natuurlijke zelf, mits we er maar voor zorgen wat slank te blijven. En welke vrouw, die prijs stelt op een frisch, sportief voorkomen, slaat tegenwoor dig nog haar halfuurtje gymnastiek over? Zware, oud-makende „corset-figuren" zijn al even onnatuurlijk als onvrouwelijke lat- figuurtjes: de modelijn-1938 wijst ons naai de vlugge, elastische amazone, en deze mo dellen getuigen er van Al even onnatuurlijk en daarom heelemaal niet modern meer, is een te zware z.g. „ge raffineerde" opmaak waarbij het gezicht schuil gaat onder tal van „laagjes". Ook dat heeft in 1938 volkomen afgedaan: een heu gelijke tijding vooral voor ons Hollandsche vrouwen, die aan al dat „opgelegd raffine ment" nu nooit zoo hard hebben meege daan en dus nu weer in ons eigen element komen. Ja, 't is heusch waar, al verbaast het u misschien: zelfs uit Parijs komt de kreet „terug tot de natuur!" Geverfde haren worden weinig of niet meer gezien, de natuurlijke kleur, iets ver fijnd door lotions, waarin een opfrisschend middeltje, komt ten volle tot haar recht; de teint is roze en frisch, discreet bestoven met poeder in natuurlijke tint, de lippen worden in Parijs nl. bescheiden aangezet met het natuurlijk rood en niet meer oranje of een ander griezelig kleurtje. En last not leastde wenkbrauwen zijn weer „ge woon", zooals we ze nu eenmaal hebben, op z'n hoogst iets verfijnd door epilage. Het modernste kapsel laat voorhoofd, ooren en nek geheel vrij en werkt dus ook al mee tot de natuurlijke frischheid van ons uiterlijk. Velen van ons zijn, wat de gelaatsverzor ging betreft, dus al jaren en jaren de mode- 1938 vooruit geweest: dat is een prettig idee! Laten we nu ook zorgen, dat ons figuur op peil blijft en als we dit doen, dan zullen de aardige, vlotte japonnetjes, die 1938 zoo te kust en te keur geeft, onze verschijning ge heel tot haar recht doen komen. Kijkt nu maar naar de teekening: Korte, maar niet belachelijk korte rokken, streng aangesloten taillelijn, waarin een opgaande tendenz, gefronste lijfjes waarin een hori zontale „beweging" zit, sportieve versiering van tressen, kleine strikjes en knoopen. En vooral: mooie, degelijke stoffen, want de kwaliteit gaat bovenal! Als u dus een aardig couponnetje hebt uit gezocht, kunt u er stellig een elegant jurkje van tooveren, dat u kleedt en jeugdig maakt! Vest Jumper in twee kleuren De moderne vest-jumpers, die we tegen woordig in elke étalage zien, zijn heel gemak kelijk zelf te breien. Deze op de foto is gebreid van oranje Pinguinwol met mouwen, kraag en knoopen van donkerblauwe Lavenda wol, We hebben noodig 4 knot Pinguin en iy2 knot donkerblauw; voorts pennen no. 3. RUG. We beginnen met den rug en zetten hiervoor 90 st. op. Naar de taille toe minderen we nu voor en achter om de 6 pennen 1st. af, tot 80 st., waarna we ook weer om de 6 pennen 1 st. voor en achter bij meerderen, tot 96 st. We beginnen nu met het armsgat en kanten hier voor 12 st. af. (4-3-2-1-1-1-). Nu breien we door tot we bij den hals zijn en kanten dan in het midden 24 st. af voor den hals. Aan weers kanten breien we de 24 st. van den schouder schuin op, n.l. van den hals af eerst 18 st. breien, dan 12 st., dan 6 st. Afkantèn. LINKERVOORPAND. Voor het voorpand zetten we 50 st. op en breien eerst 6 pennen -gewoon recht. Nu beginnen we aan den voor kant te meerderen, voor de schuine puntjes en aan het eind van de pen te verminderen naar de taille toe. Dit doen we aan den zijkant evenals bij den rug om de 6 pennen, en aan den voorkant om de 4 pennen. Na 30. pennen staan er 52 st. op. Nu breien we den zijkant zonder minderen, maar aan den voorkant blij ven we doorgaan met van den eersten st. er twee te maken, tot er 54 st. op de pen staan. Dan breien we aan den voorkant verder zonder meerderen, maar aan den zijkant meer deren we nu om de 5 pennen een st. bij, als bij den rug, tot we 66 st. hebben, waarna we tot het armsgat breien, maar eerst maken we het splitje voor de zakjes. Van den voorkant af breien we 24 st., kanten dan 18 st. af en breien de pen verder uit. Teruggaande zetten we die 18 st. er weer bij op en kanten daarna aan den armsgatkant 16 st. af voor het armsgat (5-4- 3-2-1-1). Nu breien we tot den hals en kanten voor een mooie ronding van den halskant eerst 14 st. af en daarna nog 4x3 st. De schou ders schuinen we af op de gewone manier. Het rechtervoorpand is een spiegelbeeld van het linker, maar om 5 c.m. maken we hier in 6 knoopsgaten., door heen gaande 4 st. af te kanten en die er terug gaande weer bij óp te zetten. MOUW. De mouw begint aan den kop met 36 st. Om de 4 pennen meerderen we nu voor en achter tot 50 st., dan om de 2 pennen,tot 60 st. Nu zetten we voor en achter er in één keer 15 st. bij op en deze verkregen 90 st. min deren we voor en achter af: om de 4 pennen tot 80 st., dan om dê 6 pennen tot 70 st., om de 8 pennen tot 56 st. Deze breien we door tot den pols, waarna we een flinke boord van 1 r. verdraaid, 1 a. breien. Afkanten. KRAAG. De kraag is als bij een overhemd kraag dubbel. We zetten 86 st. op en meerde ren om de 4 pennen voor en achter 1 st. tot 96 st. Nu nog 4 pennen breien en op dezelfde manier weer minderen tot 86 st. We leggen de kraag nu dubbel, de goede kant naar binnen en naaien de zijkanten dicht. We trekken hem om, strijken hem plat en naaien hem op blou semanier op den hals. OPMAAK. De opmaak van dezen jumper is een belangrijke kwestie. De jumper is gebreid 1 pen r. 1 pen a. en we strijken hem eerst on der een voehtigen doek. De mouwen worden met ruimte ingezet en de knoopen zijn van donker blauw gebreide lapjes. Voor de zakjes breien we 2 lapjes van oranje: 24 st. opzetten en 20 toeren breien, die we er achter naaien. Ter afwerking van de zakjes draaien we twee blauwe koordjes, die we er langs zetten. Voorts worden de voorkanten, de schuine kantjes en de onderkanten 1 eM. omgeregen, er een band je tegen genaaid en twee keer met dezelfde kleur zij op.de machine doorgestikt. Aan de rugziide breien we een smal bandje van don kerblauw, wat van zijnaad tot zijnaad genaaid wordt. SP. TH. Veel moeders hebben een hekel aan wollen pakjes, truitjes en broekjes, omdat deze on herroepelijk' in de wasch krimpen en op den duur viltig worden. Hoe snel, dat hangt na tuurlijk af van de zorg waarmee ze worden gewasschen, maar iets krimpen kan men toch bijna niet voorkomen. Als 't kwaad eenmaal geschied is, kunnen we er ecMpr nog wel iets tegen doen om, het te herstellen We leggen de wollen kleedingstukjes 48 uur in koud water, dat niet „hard" mag zijn. Daarna wasschen we ze voorzichtig in vet, lauw zeepsop (vooral niet met de zeep aan het wolletje komen!) en spoelen ze uit in wa ter van precies dezelfde temperatuur (dus lauw). Daarna leggen we de wolletjes in lauw water, waaraan we een weinig wijnsteenzuur hebben toegevoegd (4 eetlepels op iedere liter water). Van tijd tot tijd spoelen we de klee dingstukjes in 'dit bad voorzichtig door. terwij! we het water b.v. door het teiltje op de kachc-1 te zetten, steeds op temperatuur houden, doch zorgen dat het niet warmer wordt. Na vijf of zes uren knijpen we de wolletjes voorzichtig uit, laten ze in de schaduw, ve*' van ieder spoortje van vuur, drogen en strij ken ze vochtig op om den oorspronkelijker vorm terug te krijgen. Vindt u deze manier te ingewikkeld, probeert u dan eens het volgende: Leg de kleeding een tijdlang in het kookwater van witte boonen en spoel ze daarna zorgvuldig verscheidene malen In lauw water uit. In de schaduw drogen en nat opstrijken. Ook voor wolletjes die nog niet gekrompen zijn. is deze methode aan te be velen. De wolletjes worden er mooi zacht en soepel van.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 10