r Het groote Avontuur Een felle brand woedde Maandag op het afval- terrein der rubberfabriek «Vredestein» te Loosduinen. Een overzicht tijdens het blus- schingswerk De nieuwbenoemde burgemeester van Zwolle, de heer A. van Walsum, heeft Maandagavond in een laatste raadsvergadering afscheid genomen als burgemeester van Vlaardingen. Dt heer Van Walsum tijdens zijn afscheidsrede Willi Bogner, een der win naars van de Duitsche ski kampioenschappen, onder weg te Neustadt tijdens den 18 K.M.-loop Mevrouw Engelen-Sewing werd Maan dagavond ter gelegenheid van haar zeventigsten verjaardag in het Concert gebouw te Amsterdam gehuldigd. De voorzitter van het huldigingscomité, de heer Wolf, feliciteert de jubilaresse Een, die heel wat voor den boeg heeft. Nederlands grootste mailschip, de -Nieuw Amsterdam-, in het dok van Wilton Feyenoord, waar het zeekasteel opnieuw geverfd en van schroeven voorzien wordt Enthousiasme onder jeugdige supporters tijdens den Engelschen voetbalwedstrijd van Brentford tegen Manchester United De Fransche internationale ski-kampioenschappen zijn te Valberg nabij Nice be gonnen. Een overzicht tijdens de prestaties op den eersten dag Jhr. ir. J. E. van Heemskerck van Beest, hoofdingenieur der afdeeling Haven werken en Utiliteitsbouw te Amsterdam is benoemd tot stads-ingenieur, als op volger van wijlen ir. W. C. Kohier FEUILLETON 62) Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. Toen Riefenberg daar aan dacht, ging hij overeind zitten en keek onderzoekend om zich heen. Bij den woudrand lagen dikke boom wortels en een stuk van den zanderigen oever bloot. Hij sprong aan wal en sleepte voor alle zekerheid het voorste gedeelte van de prauw op het droge. Dadelijk werd zijn aandacht getrokken door een ongewoon verschijnsel: in den groenen wand van het woud was een weg gebaand, niet door menschen, maar door dieren. Dit bleek niet alleen uit het feit, dat struiken en takken waren vertrappeld, maar tevens door de sporen van groote hoef-afdruk- ken in de vochtige aarde. Hij bevond zich hier vermoedelijk op een plaats, waar de dieren kwamen drinken en het vooruitzicht in vollen nacht door die heeren van de wildernis te worden gestoord vond Riefenberg weinig aan lokkend. Hij kon nog weggaan, naar een gun stiger slaapgelegenheid zoeken, maar had er den moed niet toe. Hier of ergens anders, mopperde hij, een hotel zal ik toch nergens vinden. Soezerig ging hij op een boomstronk zitten en deed zijn doorweekte schoenen en kousen uit. Toen hij in het zand stond met bloot-a voeten, dacht hij er aan. dat men hem had verteld, hoe Kongo was vergeven van zand vlooien. die in het levend vleesch van de voe ten dringen. Hij wipte met groote sprongen naar de prauw en liet zijn voeten in het war me water bengelen. Maar dan schoot het hem weer te binnen, dat een krokodil het aldus al te gemakkelijk zou hebben om hem in den stroom te sleuren. Zoo zou zijn leven nu een aaneenschake ling van gevaren worden. Bij iedere beweging moest hij voortaan denken aan onraad. Hij was er zich van bewust, dat zijn zintuigen zich bij het vreemde, nieuwe leven moesten aanpassen, dat hij moest leeren bliksemsnel te reageeren. De kleinste vergissing, de klein ste nalatig heid kon hem het leven kosten. Riefenberg ontkleedde zich, trok zijn eenige reservebroek, gelukkig een stevige rijbriek, aan en herstelde op primitieve wijze zijn ge steurd hemd. Vervolgens gebruikte hij zijn laatste korst brood met een blikje. In de toekomst zou hij geen brood meer eten. Over het voedings- vraagstuk maakte hij zich evenwel geen zor gen. Zijn voorraad aan ingelegde etenswaar was tamelijk uitgebreid en daar hij een goed jager en een handig visscher was, vreesde hij allesbehalve den hongerdood te zullen ster ven. Zijn kostbaarste bezit was het jachtge weer en nu de avond ging intreden haalde hij het te voorschijn en stak er 5 nieuwe pa tronen in Hoe hij dezen nacht in de wildernis zou doorbrengen wist hij niet. Voor de toekomst was zijn plan gemaakt: iederen avond zou hij zorgen voor een groot houtvuur in welks veili- gen lichtkring hij kon rusten. Dezen eersten nacht evenwel vond hij het raadzamer geen vuur aan te leggen. Hij bevond zich nog te dicht bij de watervallen en de gloed zou wel licht zijn aanwezigheid kunnen verraden. Toch vond hij het verstandig wat droog gras en enkele takken op elkaar te leggen. De komst van den nacht was allesbehalve idyllisch want zij King eepaard met een over val van muskieten die Riefenberg op on barmhartige wijze martelden Hij liep met veel lawaai op den oever heen en weer om de wilde dieren af te schrikken. Spoedig zag hij in dat hij die wandeling niet den heelen nacht zou kunnen volhouden en nam hij zijn toe vlucht tot de prauw. Hij verborg z-ich heele- maal onder den deken. Het was zijn bedoeling, maar heel even uit te rusten in liggende houding, maar gerad braakt als hij was, sliep hij dadelijk in. Hij werd wakker door geloei in het water en het kraken van takken bij den oever. Hij bleef even roerloos liggen en voelde zijn prauw dobberen. Voorzichtig verwijderde hij den de ken en keek over den rand. Hoe lang had hij geslapen? Hij had er geen benul van, maar zag tusschen de boomkruinen door de maan aan den hemel staan, terwijl de temperatuur eerder koel was geworden. Niet ver van de prauw ontwaardde hij in het water een logge massa en verder, buiten de kreek, hoorde hij het gesnuif en geproest van nijlpaarden. Het was hem of de breede, platte muil van het dier, dat het dichtst bij hem was, naderde. Hij greep zijn geweer en loste een schot in de lucht. Dat vond hij verkieslijker dan zich de woede van een gewond nijlpaard op den hals te halen. Het verschrikte dier draaide echter zijn logge lijf om op zulk een onstuimige wijze, dat de boot begon te dobberen als een notedop. Gansch de oever scheen in rep en roer te staan; de waterbewoners sprongen in den stroom, de anderen vluchtten het bosch in. Vogels waren wakker geschrokken en weg gevlogen. Krassend en kwakend zochten ze verderop naar een andere slaapgelegenheid. Daarmee moest Riefenberg van zijn prauw afzien. Hij wist wel, dat nijlpaarden doorgaans vredelievend van aard zijn, maar in het kamp van Lebon had men hem verteld dat ze vaak de kleine negerbooten deden kantelen, waarbij de inzittenden dan werden vertrapt. Dus sprong de journalist op den oever, leunde op den loop van zijn geweer en wachtte af- Hii bevond zich nu buiten het onmiddellijk be reik van krokodillen en nijlpaarden, maar de dreigend-donkere woudmuur achter hem hin derde hem geweldig. Daar was onophoudelijk gekraak van takken en geritsel van bladeren. Het werkte tenslotte zoo op zijn zenuwen, dat hij het niet meer kon uithouden. Hij streek een lucifertje aan en stak zijn kleinen hout stapel in brand. In den spookachtigen gloed, die even later den oever verlichtte, ontdekte hij de flikkering van twee kleine lichtjes; de oogen van een wild dier, dat hem aanstaarde Hij mikte tusschen twee karbonkels. Bij het afgaan van het schot gingen ze dadelijk uit. Gebrul weerklonk, daar ergens diep in het woud. De vlam vair het houtvuur begon te verflauwen en Riefenberg ging op zoek naar nieuw- voedsel voor den stapel. In vollen nacht was dat een moeilijk wei-k en hij moest het spoedig opgeven. De dag scheen nog veraf te zijn en hij besloot in een boom te klauteren. Hij greep zijn deken, een koord en even latei- werkte hij zich bij het laatste flikkerlicht van het houtvuur langs den knoestige stam van een ouden boom naar boven. Hij trok zich op aan lianen en stompe takken en vond een plaatsje, waar hij het zich tamelijk gemakke lijk kon maken, na den deken om zich heen te hebben gewikkeld en zich met het koord aan een zwaren zijtak te hebben gebondep. Zoo sliep hij in. Het oorverdoovend geluid van een bende kleurige papegaaien deed hem ontwaken op het oogenblik, dat de nacht week uit het woud. Hij boog het hoofd naar beneden. De prauw lag er nog, maar bij het andere uitein de van den inham ontwaarde hij twee olifan ten, die met hun voorpooten in het water stonden en rustig aan het drinken waren. Hij maakte het koord, waarmede hij was vast gebonden los en klom hooger den boom in Hoe omzichtig hij ook te werk ging, toch had den de dieren het verdachte geluid gehoord Zij hielden op met drinken en keerden den kop naar den woudkant. Riefenberg zag hoe de zeilooren van de dikhuiden overeind kwa men te staan. Het kwam er nu op aan de ongewenschte gasten zoo spoedig mogelijk op de vlucht te drijven. Een geweerschot leverde den gewenschten uitslag op; met opgeheven slurven en 'n tropetgeluid uitstootend, ver dwenen de logge dieren tusschen de boomen. Even later zat Riefenberg op den rand van zijn prauw eenig voedsel te gebruiken. Zijn gelaat was gezwollen van de ontelbare mus kietenbeten; geen plekje van zijn lichaam of het deed hem pijn; hij voelde zich zwaar in zijn hoofd alsof hij een boemelpartij, die vier en twintig uur geduurd had, achter den rug had. En toch was hij gelukkig en opgeruimd. Van dit oogenblik af beschouwde hij zich vrjj en voor Lebon verloren. Vermoedelijk zou men er in het geheime kamp nu maar pas aan denken de achtervolging in te zetten. En zelfs indien zij het plan opvatten, ook aan dezen kant van de watervallen een onderzoek te doen, zou de uitvoering daarvan wel een paar dagen duren. Dan zou hij al ver zijn. Hij schikt de dooreen gewoelde lading van zijn boot en stak van wal om zijn avontuur lijken tocht voort te zetten. Op den dool. De kreek, warin Riefenberg den nacht had. doorgebracht, lag nog maar enkele kilometers achter den rug, toen hij voor een angstwek kend vraagstuk werd gesteld. De stroom was ondiep en zeer breed geworden. Blonde zand banken staken boven de Wateroppervlakte uit en als hij naderde, zag hij ontelbare kro kodillen vluchten. Af en toe ontwaardde hij eveneens nijlpaarden. Deze indrukwekkende dieren waren minder schuw. Ze bleven meest al roerloos staan, den zwaren kop steunend in het zand. Maar die wildernisbewoners hinder- den hem niet. tWordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8