Het groote Avontuur De Momusbatterij als traditioneel onderdeel der Carnaval-feesten te Maastricht Ook de „rijpere jeugd" vertoonde zich op straat tijdens den. kinderoptocht, welke Maandag ter ge legenheid van Carnaval te Sittard werd gehouden FEUILLETON Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 44) V erwïkkel in gen Pikamallnga, die oude toovenaar, is er het ergste aan toe. Dit zit nu in de gevangenis Aldus heeft Riefenberg het besloten, na over leg te hebben gepleegd met Ada Iljen. Tus- schen die twee is het in orde gekomen, op een vage terughoudendheid na. Het leek er aanvankelijk wel naar alsof Ada zeer stug en gesloten zou blijven, maar onmiddellijk na hun terugkeer uit de bergen waren ze ver plicht samen te onderhandelen. Riefenberg's mirakeldaad was al bekend in het dorp toen zij er aankwamen Aan den rand van den berg stonden vrouwen en kinderen hen op te wach ten en zingend en stoeiend begeleidden zij hen naar de kom van het dorp. Voorloopig be schikten zij slechts over Ada's groote hut, op getrokken binnen een omheining van bamboe stokken Er zijn twee kamertjes, sprak Ada. Gij kunt er een van betrekken. Dank u, bromde Riefenberg. ik zal het best stellen in de hut aan den bergwand. Onmogelijk, was het koele antwoord, dat past niet bij uw nieuwen rang in de oogen van de inlanders, kunt trouwens, als gij het verkiest, spoedig een gebouw voor uzelf laten optrekken. Aan dienstvaardige handen zal hel u niet ontbreken. 's Avonds zat Ada op een inlandsch stoeltje voor de hut. terwijl Fweloe voor het eten zorgde Riefenberg was even in het dorp gaan rondslenteren en kwam haar tenslotte opzoe ken. Hij had haar raad noodig voor de verga dering van den volgenden dag en met het oog op de houding, die hij verder zou aannemen ten opzichte van de inlandsche hoofden en de priesters. Zij oordeelden het om te beginnen voorzichtiger Pikamalinga onder hun eigen bereik te houden in plaats van hem naar een onbewoond gebied te verbannen. Den volgenden morgen begon voor Riefen berg, een nieuw, eigenaardig leven'. Heel vroeg reeds waren de stamhoofden voor de omhei ning vergaderd met de geschenken, die zij hem in het kraterland hadden beloofd. Hij liep mee door de velden, die hem werden afge staan en koos zich een vijftigtal slaven uit. Daarna hield Ada uit zijn naam een toespraak waarin de beslissing omtrent Pikamalinga werd medegedeeld en legde er den nadruk op dat alle misdaden streng zouden worden ge straft. Daarna werd een ieder naar huis ge zonden met de belofte dat de groote blanke de stamhoofden spoedig afzonderlijk met een be zoek zou vereeren. Riefenberg was opgewonden. Wacht maar, lachte hij, zoo spoedig mijn lijfwacht behoorlijk is gevormd, trekken wij er op uit. In de dagen die volgden, zocht hij naar een •eschikte plaats voor een fatsoenlijke woon gelegenheid. en spoedig waren honderden in landers aan het werk. Het werd een ruim ge bouw. opgetrokken uit kleiaarde. Een breede muur liep rond de nieuwe nederzetting, bin nen wier omheining ook slaapgelegenheid was voor het personeel en de slaven. Riefenberg legde zich hartstochtelijk toe op het aanleeren van de inlandsche taal. zoodat hij zich spoedis kon behelpen Zijn houding tegenover Ada j Ijen was heelemaal veranderd. Zij had den indruk dat hij haar sedert het voorvalletje in het ravijn zooveel mogelijk mijdde. Feitelijk voelde Riefenberg zich onbehaagelijk zoodra hij in gezelschap was van de gewezen tooneel- speelster. Zoolang het gesprek verband hield met het leven tusschen de wildernisbewoners.' ging het nog, maar als het op een ander ter rein kwam. wilde het niet meer vlotten. Hij was buitengewoon voorkomend maar vermeed angstvallig iets van zijn gevoelens voor haar te laten merken. Ondertusschen gingen weken en weken voorbij. Naar gelang Riefenberg de inlanders beter leerde kennen, werd het hem duidelijk, dat moeilijkheden onafwendbaar zouden zijn, indien hij zou ingaan tegen de barbaarsche gewoonten van zijn onderdanen. Hij was op bezoek gegaan bij de neger hoofden en bij een hunner was hem een vreemd avontuur overkomen. Tijdens een groot nachtfeest, wou 't oud-opperhoofd hem dwingen bloed te drinken uit een schedel. Hij weigerde op dit onmenschelijk voorstel in te gaan en liet Fweloe ontbieden. Deze onder zocht het geval en toen bleek dat een slaaf speciaal ter eere van den nieuwen koning was afgemaakt. De stamwet schreef voor, dat een opper hoofd eerst over al zijn gezag zou beschikken na bloed gedronken te hebben uit den schedel van een vijand. Toen Riefenberg dat vernam moest hij zich bedwingen om zijn gastheer geen rammeling te geven. Op het aandringen van Fweloe, zag hij van zijn voornemen af. Op het streng betoog dat hij tegen den schul digen stamleider hield, reageerde deze met een dom glimlachje, terwijl hij met de tong klakte en onbegrijpend het hoofd heen en weer wiegde. Zooiets zal ik geen tweede maal dulden, zei hij 's avonds tegen Ada en hij zond afg- vaardigden naar de andere stamhoofden op dat zij dit wreed gebruik niet zouden toepas sen b{l zijn bezoek. Maar naar gelang de tijd voorbijging leerde lij beter den geest der wildernisbewoners ken nen en was verplicht nog andere wreedheden straffeloos te laten gebeuren. Zoo hoorde hij rewag maken van het toepassen der gifproef. waarbij verssheidene personen waren gestor ven. Het- onderzoek wees uit, dat de aanleg- gers van het geding een inlandsch priester rijkelijk hadden betaald opdat deze de gedaag de partij zou doen verdwijnen. Riefenberg rekende met de betrokken toovenaar af onder vier oogen en bedreigde hem met hetzelfde lot als Pikamalinga, maar de kerel scheen heelemaal niet onder den indruk van die be dreiging te komen. Ada en Fweloe rieden hem ten stelligste af nu reeds in te grijpen. De priesters zouden niet nalaten zijn optreden uit te buiten en de be volking tegen hem op te ruien. Riefenberg mokte. Wat gaf hij om heel die kafferbeweging? Geen sikkepit, maar het stuitte hem toch tegen de borst, als beschaafd mensch die gruweldaden te laten gebeuren. Och, glimlachte Ada, als ge nu onbe suisd te werk wilt gaan, loopt het heelemaal verkeerd met ons en nadien zal het hier toch blijven gaan zooals het ging. Riefenberg kwam opgewonden voor haar staan. Luister eens. U vindt het leven hier mis schien een pretje, maar ik heb er genoeg van Een dezer dagen trek ik er tusschenuit en als u niet mee wilt, moet u dat zelf weten. Ada zag hem glimlachend aan met een zachte uitdrukking in de oogen, die hem over stuur maakte. Altijd even onstuimig. Jongen toch, zoo bedoel ik het niet. Als u hier vandaan wilt. ga ik mee. Maar geloof me, daarvoor is het te vroeg. Laten we eerst het hart- van die menschen winnen. Ik ga in de dorpen de vrouwen bezoeken, geef haar goeden raad, help haar met de kinderen en leer haar aller lei nuttige werkjes. Als u van uw kant nu eerst het vertrouwen en de genegenheid tracht te winnen van de eenvoudige-dorpelingen, dan zult ge eenmaal veel meer kunnen bereiken dan door nu op te treden tegen stamhoofden en priesters. Dat zai niets uithalen, meende Riefen berg. De klank van haar stem was zoo warm. Burgemeester dr. W, de Vlugt heeft Maandagmiddag het automatisch inter- locaal telefoonverkeer voor de abonné's in de hoofdstad met de districten Haarlem, Alkmaar en Utrecht officieel opengesteld haar oogen keeken hem zoo vol genegenheid aan. Goed, zei hij, wij zullen het probeeren. Zoo kwam hij opeens opnieuw dicht bij Ada te staan. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat waren ze bij elkaar. Hij volgde haar naar de dorpen en zag met welke moederlijke zorg zij de zieke kinderen verpleegde, hoe zij de vrouwen bijstond met raad en daad en haar trachtte begrippen te leeren krijgen over zin delijkheid. Het was of zij tegenover hem heele maal was veranderd. Het vertrouwen dat ze de eerste dagen in hem stelde, was terugge keerd. Uit niets bleek dat zij nog dacht aan de gebeurtenis in het ravijn. Dat wilde hij weer heelemaal goed maken. En op een na middag dat ze in een dorp, onder de schaduw van een heerlijken mangaboom zaten, begon hij over dit pijnlijke geval. Ach kom, fluisterde zij, dat is al zoo lang geleden. Wat hebt ge me toen verkeerd be oordeeld. Ada, antwoordde hij, ik heb verkeerd ge handeld, dat geef ik toe, maar ik diende niet zoo streng te worden beoordeeld. Ik heb u toen gezegd dat ik van u hield en dat vondt u beleedigend omdat ik u maar sedert kele dagen kende.maar ik hield al sedert enkele van u, al was ik overtuigd dat gij niet meer leefde Het lijkt bijna op een sprookje, glim lachte Ada. Ik weet niet waar het op lijkt, maar het is de eenvoudige waarheid. En toen ver telde hij haar uitvoerig hoe hij geleefd had in het kleine huis van Lebon's nederzetting en hoe hij daar op zoek was gegaan naar haar ziel. (Wordt vervolgd) Na Haar verblijf van eenige maanden ten paleize Soestdijk is H. M. de Koningin Maan dag per auto naar 's Gravenhage teruggekeerd Het bestuur der Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden overhandigde Maandag ten paleize Soestdijk een geschenk voor H. K. H. Prinses Beatrix, n.l. een kinderbordje, De deputatie Carnaval te vs Hertogenbosch. Een aardig detail van den Jeroen Bosch-optocht, welke Maandag door Oeteldonk's straten trok Prof. Van Everdingen tijdens zijn dankrede bij zijn afscheid als directeur van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De Bilt Interessante mode tijdens de courses van Zondag te Auteuil. Typische toiletten waren er te bewonderen „Hoe gekker hoe mooier" ii het devies in carnayalstijd. Een aardig snapshot van den groo- ten carnavalsoptocht, welke Maandag te Venlo werd ge houden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8