ZONDERLINGE LEVENS
D'
WILLIAM BECKFORD.
Fonthïll.
Een Kalief uit Duizend-
en-één-nacht.
r 00 omstreeks 1795 was zeker geen
enkele dorpsjongen in de omgeving
van Salisbury den nieuwsgierigen
toerist op z'n vraag, waar toch wel
die zonderlinge meneer Beckford woonde, het
antwoord schuldig gebleven. Met een veelbe-
teekenend gezicht zou hij op den merwaardi-
géh Gothischen toren hebbij gewezen die tot ver
in den omtrek zichbaar was en tot het kasteel
Fonthill behoorde. „Daar woont die gek", zou
de vreemdeling te hooren hebben gekregen.
Had Beckford op den luister gestaan, hij
zou zich niet weinig gevleid hebben gevoeld.
Niets was hem liever dan dat men hem voor
een dwaas en fantast hield mits men hem
maar met rust liet.
Niet lang geleden was hij van een lange en
verre reis door het continent teruggekeerd,
vergezeld van een medicus, een literator en
een zekeren ridder Gregorio Franchi, die als
opperhofmeester fungeerde. De slotpoort was
achter hen dichtgevallen en sindsdien had
geen der dorpelingen ook maar een schim van
de bewoners van Fonthill gezien..
De zonderlingste geruchten deden onder de
omwonenden de ronde. Zoo wist men te ver
tellen dat Beckford, die een muur van 12 voet
hoog en 3 mijlen lang om zijn landgoed had
laten optrekken, een heele dwergen-familie
van toovenaars onderdak verleende, zijn
vrouw vergiftigde, arme lieden placht te kas
tijden en er een bijzonder vermaak in scheen
te scheppen, zijn bedienden van de hoogste
trappen te werpen. Neen, pluis was het daar
op Fonthill niet.
De landedellieden konden voor een 35-jari-
gen kasteelbewoner, die jaagde noch speelde,
geen avondpartijen gaf, nimmer bezoek
wenschte te ontvangen en er zelfs geen meute
op nahield, moeilijk anders dan een zij het
dan ook nieuwsgierige-minachting gevoelen.
Eens had een al te driest toerist zich in het
park gewaagd, dat het kasteel als een ware
Arkadische lusthof omgaf. Bedriegelijk na
gebootste ravijnen wisselden er af met aan
lokkelijke heuvels, door romantische
bosschages begroeid. Waarheen men zag,
overal werd het oog geboeid door een kleuren
pracht van exotische bloemen, terwijl de
zonderlingste vogels waarvan men nauwelijks
het bestaan vermoedde, de lucht vervulden
met een melodieuze welluidendheid, zooals
men enkel aan een hof van Eden toedicht.
En temidden van al die uitheemsche
pracht, verloren in de aanschouwing van dit
onvermoede wonder, had de vreemdeling plots
tegenover den bezitter van al dit schoons
gestaan: tegenover William Beckford! De „gek
van Fonthill" had hem lang niet onvriendelijk
te woord gestaan, hem zelfs te gast genood
en op een voortreffelijk maal onthaald. Maar
toen de laatste gang gesavoureerd was, had de
gastheer zich zonder een woord van afscheid
teruggetrokken en door een valet laten weten,
dat meneer, die zich zoo gemakkelijk had
weten te introduceeren ook den terugweg wel
zonder moeite zou weten te vinden, waarbij
hij zich vooral voor de losloopende erfhonden
moest wachten, die na het invallen van den
avond lang niet malsch waren. Wat er van
den overmoedigen toerist geworden was, wist
niemand te verhalen!
Een sprookjestoren verrijst.
e vindingrijke achterklap had dit ge
rucht nog nauwelijks uitgebuit, toen
William Beckford opnieuw van zich
deed spreken. Plotseling had hij alle
karren en landarbeiders van zijn domeinen
opgevorderd voor de uitvoering van een
grootsch werk, dat hem jarenlang door het
hoofd had gespeeld en pas goed gestalte zou
geven aan zijn wonderlijke droomen: op zijn
landgoed zou een gothische abdij verrijzen,
gekroond door een toren van drie honderd
voet hoogte. Toen met den bouw eenmaal
begonnen was kon Beckford zijn ongeduld
nauwelijks bedwingen: dag en nacht moest er
worden doorgewerkt en zoodra de zon achter
de sprookjesheuvels van het Fonthillpark
goed en wel was verdwenen, ging Beckford
naar buiten om het werk met een flambouw
in de hand gade te slaan tot laat in den
avond.
Maandenlang werd er gewerkt met man en
macht en toen de wondertoren gereed was,
ontlastte zich een vreeselijk onweer boven
Fonthill, waarbij het machtige bouwwerk
door den bliksem werd getroffen en tot een
ruïne werd gemaakt. Onverstoord gaf Beck
ford bevel, opnieuw met den arbeid te be
ginnen. De toren van Fonthill was nog niet
herrezen of de grond bleek zoo angstwekkend
te verzakken dat Beckford voortdurend in
vrees en beven leefde, eens onder de puin-
boopen van zijn steengeworden droom be
dolven te raken.
t Dat belette hem echter niet, zijn abdij in
te richten overeenkomstig zijn droomen; de
kostbaarste schatten werden saamgebracht en
dat in een omgeving waarin men zich alleen
een Kalief denken kon, een sprookje van
Duizend-en-één-Nacht. De wonderlijkste en
kostbaarste reisrelikwieën van amber en ivoor,
de schilderijen van een Raphael en Bellini
werken van Holbein, zeldzame meubels, waar
devolle folianten de inventaris van Beck
ford's abdij beliep een waarde van tonner
gouds.
William Beckford: het was alsof de toover
staf van den tijdgeest de Arabische sprook
jesverzameling van Duizend-en-één-Nach.
bad aangeraakt en uit de stoffige en vergeel
de bladzijden een magischen kalief in leven
den lijve naar voren had doen treden: William
Beckford.
Voor de opvoeding van het jongmensch.
dat op tien-jarigen leeftijd zijn vader ver
loor, werden onder toezicht van zijn peetoom
Lord Chatham kosten noch moeite gespaard
De negen-jarige Mozart werd tijdelijk met de
ontwikkeling van William's muzikale talenten
belast, een scherm- en een dansmeester onder
richtten hem in deze onmisbare maatschap
pelijke vaardigheden, terwijl het onderwijs in
de beeldende kunsten in handen werd gelegd
van de beroemdste mannen des lands. Zelfs
de kunst der welsprekendheid werd niet ver-
onnachtzaamd en den leergierigen jongen
een talenkennis bijgebracht, die zich uit'
strekte tot het Arabisch en Perzisch. In de
eenzame bibliotheek van Fonthill sloot Wil
liam zich dagen-, ja wekenlang op om de
schatten aan kennis en schoonheid, die in
de boekerij van zijn vader rijkelijk bijeen
gebracht waren, in een waren leeshonger tot
zich te nemen. Zoo gebeurde het. dat de won
derboeken van Duizend-en-één-Nacht hem in
de handen vielen. Met een vervoering, die
zijn mentor beangstigde, gaf hij zich over aan
de bekoring van de Arabische sprookjes
wereld; in verbeelding ging hij door koninkrij
ken vol Oostersche pracht, dwaalde hij langs
romantische bouwvallen .vertoefde hij in be-
tooverde kasteelen in gezelschap van magi
sche gestalten, wier bovenaardsc-he krachten
ongehoorde wonderen deden.Ja„ zoozeer
verkeerde hij in onzichtbare werelden, dat
hij het eten en drinken vergat. Leven het
was voor William nog slechts een spel der
bonte fantasie.
Moeder en voogd achtten het den hoogsten
tijd, dat het jongemensch in de volheid des
levens tot bezinning zou worden gebracht.
Zeventien jaar was hij, toen hij onder toe
zicht van zijn mentor, zooals toentertijd te
doen gebruikelijk was, een reis ondernam
door het continent. Zwitserland werd bezocht
dat met zijn gigantische berglandschap maar
al te zeer tot zijn verbeelding sprak; Frankrijk
werd doorkruist, waarbij hem menige waarde
volle kennismaking ten deel viel, zooals met
Mme. de Staël en Mme. Necker, wier salons hij
met voorliefde bezocht om er zich te goed
te doen aan het vuurwerk van geest, dat deze
cercles in gansch Europa beroemd had doen
worden. En natuurlijk verzuimde hij niet,
Voltaire „het levende skelet" te bezoeken op
een van diens vele „jours", waarop de dichter
zijn talrijke gasten, die hem als een beziens
waardigheid beschouwden, als volgt placht af
te poeieren:-„ge ziet, mijne heeren, een tach
tigjarige voor u, die op het punt staat, dit
ondermaansche te verlatenMaar tot
William Beckford had hij dan toch een per
soonlijk woord gericht, hem de hand op het
hoofd gelegd en toegevoegd: ,,'t Is een oud
man, die u zijn zegen geeft".
Teruggekeerd op Fonthill was William nog
dieper in droomen verzonken dan voorheen.
In de eenzaamheid van .het vaderlijk kasteel
waande hij zich in marmeren paleizen en op
zijn wandelingen in het weidsche park scheen
hem de lucht vervuld van de heerlijkste melo
dieën. „De winden, schreef hij, fluisteren mij
de zonderlingste geheimen toe, mijn ooren
zijn vervuld van hemelsch geruisch. Ik daal
af in een gewelf en meen in een der spelonken
van Chehabeddin te zijn, waar uit elk boek
deel een stem spreekt. Ik leg m'n oor tegen de
folianten en verneem allerlei openbaringen.
De geest van Plato spreekt tot me en Homerus
geeft mij antwoord. Ik, ik alleen ken deze
wonderlijke geschriften en de achtenswaardige
kunstwerken, die sluimeren in hun diepten.
Hier breng ik mijn dagen door met de bekoor
lijkste droomen en voed ik mijn geest met
illusies
William gruwt Van de ijzige nuchterheid der
Engelschen en denkt er niet aan zich over te
geven aan de maatschappelijke plichten, die
de ijzeren conventie hem wil opleggen: onwel
kome gasten te ontvangen, den kostbaren tijd
zoek te brengen in gezelschappelijke ledigheid
en geoorloofde libertinages. „Ik zal m'n kete
nen verbreken, de wereld vergeten; ik zal mijn
chimaera volgen en leven met wat men fri
voliteiten gelieft te noemen." En zoo doolt hij
dan in den gèest van de Nijloevers naar de
graftomben der Pharao's en het vreedzame
koninkrijk der Inka's.
Opnieuw onderneemt hij verre reizen: dooi
de romantische Rijnstreek, door Holland, waar
hij den Haag bezoekt, dat hem met zijn kille
onverschilligheid doet huiveren. Neen, dan
zijn geliefd Italië, waar de hemel doorzichtig,
het landschap vol verrassende bekoorlijkheid
en het land van kunstschatten vol is. Met Lady
Hamilton, een der weinigen die begrip heeft
van deze buitensporige levensextase, bewon
dert hij, in ongekende zielsverrukking natuur
en kunst van het romaneske Zuiden.
Vathek met het booze oog.
T N 1780 teruggekeerd binnen den veiligen
burcht van Fonthill, waar hij ongestoord
de koning van zijn droomen en de kalief
van zijn Oostersche fantasieën kan zijn. zet
hij de pen op papier voor het schrijven van
zijn kostelijke „biografieën van zeldzame schil
ders". Herhaalde malen had hij de portiers
vrouw van Fonthill beluisterd, als ze bezoe
kers rondleidde door het vaderlijk slot en
daarbij, in het vooruitzicht van een geldelijk
blijk van waardeering. een fabelachtige wel
sprekendheid aan den dag legde en de zon
derlingste merkwaardigheden ten beste gaf
over de namen en levens der schilders
wier werken vertegenwoordigd waren. In dien
zelfden geest, vol potsierlijke verhaspeling,
schreef Beckford zijn levensberichten vaj;.
denkbare schilders: een Og van Bassan, een
Watersouchy van Amsterdam, een Sucrewas-
ser van Weenen, een Blunderbussiana van
Venetië. Maar dit zeldzame boekje, zoowel als
de bizarre novellen die daarop volgden, waren
nog maar voorspel tot het werk, waardoor zijn
naam onafscheidelijk verbonden zou blijven
met een gansche periode in de Engelsche let
terkunde: zijn Vathek, geschreven in twee
dagen en nachten, zonder uit de kleeren te
komen, zooals hij, niet geheel in overeenstem
ming met de waarheid, getuigde.
Vathek het was een der waardigste voor
beelden van de „novel of terror", den schrik-
roman, waarmee de Engelsche literatuur zich
bevrijdde uit de verstarring van den rationa-
listischen geest. Wars van alle verstandelijk
heid wilde de geest buiten de grenzen der zin-
tuigelijk-waarneembare wereld treden. Men
wilde niet langer redelijk denken in de kunst,
men wilde beléven, niet overtuigd maar ont
roerd worden. Men begeerde te zwerven in de
regionen van het avontuurlijk-wonderbaar-
lijke. Men hunkerde naar het mysterie, waar
het verstand zwijgt en enkel de verbeelding
spreekt.
Horace Walpole, een zonderling gelijk
Beckford, die op Strawberryhill z'n Gothisch
kasteel met rariteiten vulde, had het sein ge
geven, met zijn „Castle of Otranto", zooge
naamd uit het Italiaansche origineel van 1529,
in werkelijkheid een product van Walpole's
rijke verbeelding. Er rolden vervaarlijke don
ders in, terwijl in onderaardsche gangen
bovennatuurlijke krachten wonderen deden:
portretten van voorvaderen deden spreken.
Ann Radcliffe liet het in haar „Romance of
the Forest" niet ontbreken aan spookachtige
geluiden en geestverschijningen die. in lange
zwarte mantels gehuld, door duistere zalen
slopen. En dan Lewis niet te vergeten, die zijn
„Monk" in eeuwige verdoemenis de zwaarste
beproevingen liet doorstaan, nadat hij bezwe
ken was voor de verleiding van de lieftallige
Mathilda, die later de duivelsche Luxuria bleek
te zijn
Beckford's Vathek wa.s de negende kalief van
het ras der Abasiden, kleinzoon van den groo-
ten Haroen-al-Radschid. Waardig was zijn ge
stalte, maar zoodra hij in toorn ontstak nam
één oog zoo'n schrikkelijk-onheilspellende
uitdrukking aan dat maar weinigen dien blik
overleefden. Vathek zette alle moreeele rem
men los om het leven in heel zijn volheid te
kunnen genieten. En, bedenk wel, Vathek was
rijk en in het bezit van toovermacht, zoodat
geen begeerte voor hem onbevredigd en geen
schat van wijsheid en schoonheid verborgen
kon blijven. Beckford laat Vathek z'n ziel aan
den satanischen Giaour verpanden, waarna de
dolende alles offert om toegang te verkrijgen
tot het paleis van het onderaardsche vuur,
waar het Kwaad ten troon zit. Of wilt ge het
a ...y 1
William Beckford.
symbolisch: Vathek daalt af in de diepten der
menschelijke ziel, waar de Rede zwijgt
Het was in de Fransche taal en in Frankrijk
dat hij zijn schrikroman schreef. Hij was er
aangekomen met zijn vorstelijken stoet, waar
mee hij een reis door Europa maakte; drie
groote karossen, begeleid door postillions en
paardeknechten en vergezeld van Beckford's
ijfarts, een musicus en landschapsschilder.
Het was de reis waarop hij zijn eerste en
laatste liefdesgeluk beleefde, de vrouw zijner
droomen in de gestalte van Margaret Gordon
ontmoette en huwde. Onvergetelijke jaren
bracht hij met haar door aan het meer van
Genève, een idylle, die een plotseling einde
nam door het overlijden van zijn geliefde le
vensgezellin bij de geboorte van zijn tweede
dochter. Smartelijk getroffen tracht hij ver
getelheid te vinden bij zijn boeken: in zijn
Parijsche appartementen verdiept hij zich in
de studie van Chineesche en Japansche won
derpaleizen en -schatten
Beckford leeft weer in het Rijk der Verbeel
ding. Het gepeupel mag op straat te hoop
loopen, de revolutie mag met een gansch ver
leden afrekenen. Beckford merkt het niet. Het
tumult van de bestorming der Bastille schijnt
zelfs niet luid genoeg om hem uit zijn droo
men te doen opschrikken. Eerst in 1793, als
Lodewijk de XVIde terechtgesteld zal worden,
mengt hij zich onder de verwoede sans-culot-
tes om het schouwspel te kunnen gadeslaan.
Had zijn boekhandelaar hem niet gewaar
schuwd, dat zijn aristocratisch uiterlijk hem
ernstig gevaar deed loopen en had hij den
droomenden kalief niet in vermomming hel
pen ontvluchten, mogelijk zou Beckford in de
Parijsche straten een even ontijdig als pro
zaïsch einde gevonden hebben.
„De oude heer van Lansdown-heuvel'
"j\TU is hij teruggekeerd in z'n Gotische abdij
met den wondertoren en heeft hij zich
achter zijn Chineeschen muur verschanst, om
zich ongestoord te kunnen verlustigen aan de
curiosieiten en schatten die hij met een on
bedwingbare verzamelwoede bijeengegaard
heeft.
In 1822 doet hij, in financiëele moeilijkheden
verkeerend, plots z'n Fonthill van de hand voor
de luttele som van 300.000 ponden. In Bath,
op den heuvel van Landsdown. laat hij zich
opnieuw een tooverburcht bouwen, waaraan
zelfs de toren, al is hij ditmaal maar 130 voet
hoog, niet ontbreekt. Cyrus Redding, de jour
nalist, wien het gelukte door te dringen in dit
heiligdom, heeft verteld hoe hij er, begeleid
door zijn merkwaardigen gastheer, door de
karmozijnen. Purperen en gouden zalen dool
de, waar zeldzame mozaïken uit Florence,
Etruskische vazen, tafels van Siëneesch mar
mer, ja zelfs relikwieën van Herculanum bij
eengebracht waren, om maar te zwijgen van
de meesterwerken van Cup, Brueghel en Bellini.
De oude heer van den Lansdown-heuvel,
ongenaakbaar voor eiken vreemdeling, belas
terd door de omwonenden, bewonderd door de
enkelingen die dezen avontuurlijken geest
vermochten te verstaan, weet elk uur van den
lieven dag tot een sybaritisch genot to maken
of hij plant, zaait, leest, verzamelt of boekwer
ken van kostelijk-critische aanteekeningen
voorziet. En ter afwisseling rijdt hij te paard
door de romantische omgeving van zijn ge
heimzinnig slot: kaarsrecht in het zadel ge
zeten, ondanks zijn tachtig jaren, met den
onafscheidelijken hoogen hoed en de witte
eravatte, vooraf gegaan door een piqueur, ge
volgd door twee stalknechten.
Plots, in 1844, moet hij zijn dagelijkschen
rijtoerstaken: Beckford ligt ziek Beckford
is stervend. „Kom spoedig", schreef hij laco
niek aan zijn vriendin de Duchess of Hamil
ton. Toen ze arriveerde was Beckford al uit
zijn bonten levensdroom in dien der eeuwig
heid vergleden.
C. J. E. DINAUX.
Een rijwielpad door de duinen.
Van Scheveningen naar de Zilk.
De rijkscommissie van advies voor werkver
ruiming in Zuid-Holland heeft bij Ged. Staten
van die provincie bepleit in werkverschaffing
verschillende rijwielpaden aan te leggen. Een
plan is uitgewerkt, namelijk de aanleg van een
rijwielpad door de duinen van Scheveningen
naar de Zilk (grens van de provincie Zuid-
Holland). Het pad zal loopen van Scheve
ningen naar het Wassenaarsche Slag, van
daar naar Katwijk, Noordwijk aan Zee en de
Zilk. Daar komt het rijwielpad dan uit op den
weg Vogelenzang—Noordwijkerhout.
De kosten zijn globaal berekend op f 300.000,
waaiwan f 180.000 aan loon. Vermoedelijk zal
het pad in 1940 gereed zijn. In het algemeen
zal het pad 200 a 500 meter van het strand
komen te liggen.
MOTORRIJDER KWAM TEN VAL.
HAARLEM Maandag.
Zondagmorgen omstreeks elf uur
heeft een motorrijder, van Den Haag op weg
naar Amsterdam, op de Amsterdarnschevaart
een hond overreden, die dwars over den weg
liep. De motorrijder kwam te vallen en ge
raakte buiten bewustzijn. De ongevallendienst
en een toevallig passeerende dokter uit Am
sterdam hebben den man behandeld en hem
naar het St. Elizabeths Gasthuis te Haarlem
laten vervoeren. Zijn toestand is niet levens
gevaarlijk.
Steeds meer slachtoffers in
Calif ornië.
LOS ANGELES. 7 Maart (D.N.B.-A.N.P.)
In het gebied der overstroomingen zijn on
geveer 25.000 ondersteunde werkloozen te
werk gesteld, teneinde bij den opruimings
arbeid behulpzaam te zijn.
Gisteren zijn wederom verscheidene lijken
geborgen. Een ambtenaar van het Roode
Kruis heeft als zijn meening te kennen ge
geven, dat het aantal slachtoffers tot 400
zal stijgen.
Von Ossielzky's Nobelprijs.
Drie jaar opsluiting tegen Von Wannow
geëischt.
Uit Berlijn: De advocaat-generaal heef te
gen dr. Kurt von Wannow, die er van be
schuldigd wordt, een gedeelte van den aan
Karl von Ossietzky verleenden Nobelprijs te
hebben verduisterd, drie jaar opsluiting ge-
eischt, benevens een boete van 40.000 Mark
en intrekking der burgerrechten voor den
tijd van vijf jaar.
Koninklijke Familie ter kerke.
H,M. de Koningin heeft Zondagochtend on-
:ler gehoor van ds. den Hertog den jeugd
dienst in de Willemskerk te 's Gravenhage
ingewoond.
Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn
Zondagochtend, voor het eerst sinds de ge
boorte van Prinses Beatrix, ter kerke ge
gaan. Zij bevonden zich onder het gehoor
van ds. Ch. Blaauwendraad voorganger der ge
meente van de Nederl. Herv. Kerk. De dienst
onderscheidde zich in niets van een gewoner
dienst.
Groote Russische order voor
Nederland.
Bouw van twee passagiers-vrachtschepen.
AMSTERDAM, 7 Maart.
Door bemiddeling en medewerking
van de N.V. Handel Maatschappij „Ex-
portchleb" heeft de Sovjet-Russische
regeering heden de Nederlandsche
Scheepsbouw Maatschappij opdracht
gegeven voor den bouw van twee
vracht-passagiersschepen, plaats bie
dend aan 518 passagiers en een be
manning van 102 koppen. Dit is een
der belangrijkste orders, die een Ne
derlandsche werf in den laatsten tijd
van Sovjet-Rusland heeft gekregen.
De bestelde schepen worden twee
zusterschepen en derhalve volkomen
gelijk in uitvoering.
Verduistering van f 30.00(4,
Slachtoffer van moordaanslag?
TILBURG. 7 Maart - Gisteravond
omstreeks half tien zagen twee jonge
mannen, die op de Heikantschebaan in
richting van de stad liepen, hoe een
meisje, dat voor hen uitliep, plotse
ling neerviel. De jongemannen snelden
toe en zagen dat zij hevig bloedde. Zij
waarschuwden de marechaussee, die
op haar beurt de gemeente-politie en
den geneeskundigen dienst verwittig
de. Toen deze ter plaatse kwam, von
den zij het slachtoffer met een smalle
wonde in de hartstreek. Tijdens het
vervoer in de ziekenauto is het meisje
overleden. De wonde is met een smal,
scherp voorwerp toegebracht.
De politie staat hier voor een raad
sel. Het meisje, de achttienjarige A.
W. Reijnders, de dochter van een brug
wachter van het Wilhelminakanaal,
was op weg naar huis, dat op onge
veer tweehonderd meter is gelegen van
de plaats waar het meisje werd gevon
den. Tot aan den hoek van de. van
Oudenhovenstraat, vlak bij de plek
van de misdaad, was zij door haar
vriendinnetje weggebracht.
De jongemannen, die het meisje
hebben zien vallen, hebben geen ge
schreeuw gehoord. Met politiehonden
is de omgeving afgezocht, doch tot nu
toe zonder resultaat. Het wapen, waar
mee de verwonding is toegebracht,
heeft men evenmin teruggevonden.
De uitreiking van de eerste
M-brevetten.
De minister van defensie, de heer J. J. C.
van Dijk, heeft Zaterdagmiddag op het vlieg
veld Ypenburg aan 18 jongelui, die met hulp
van het luchtverdedigingsfonds het M-brevet
hebben verkregen, dit brevet uitgereikt.
De minister sprak met waardeering over de
kentering in onzen volksgeest met betrekking
tot de weerbaarheidsgedachte, waarbij hij het
voorbereidende werk van verschillende natio-
naal-voelende vereenigingen prees. De minis
ter verzekerde, dat de regeering de vereeniging
voor nationale veiligheid en het luchtverde
digingsfonds, welks bedoeling hij aai.gaf, goed
gezind is, waarbij de heer van Dijk er op wees.
dat materiaal zonder voldoende personeel
geen beteekenis heeft.
Woorden van hulde richtte de minister tot
de overige instellibigen, welke steun bij de op
leiding voor het M-brevet hebben geboden:
het Fokkerfonds, het Nationaal Luchtvaart
Fonds, het Ned. Instituut voor zweefvliegen
en de Nationale Luchtvaart School.
Sinds 1 October zijn 40 vliegers in opleiding
voor het M-brevet, zoo zeide de minister, welk
aantal, al is het ook een goed begin, nog aan
vulling behoeft. Vermeerdering van dit aan
tal is afhankelijk van den steun der verschil
lende fondsen.
Een ontrouw bestuurslid.
AMSTERDAM, 7 Maart (GP.D.) Naar
ons ter oore komt is de heer S., bestuurslid van
den Algemeenen Bond van Handels- en Kan
toorbedienden te Amsterdam Zaterdagmiddag
door de politie gearresteerd, wegens verduiste
ring van een zeer groot bedrag ten nadeele
van den bond en van de federatie, bij welke
instellingen hij het financieele beheer voerde.
Het tekort moet reeds 30.000 bedragen. Bij
zijn arrestatie heeft de heer S. een volledige
bekentenis afgelegd.
De verduisteringen zijn over een reeks van
jaren geschied, hetgeen mogelijk was, omdat
de controle van de boeken van de Federatie
en van den Bond afzonderlijk geschiedden. Bij
controle van de Federatieboeken toonde de ge
arresteerde het saldo van den Bond en bij con
trole van de Bondsboeken het saldo van de Fe
deratie.
De heer S. genoot het volle vertrouwen van
zijn medebestuursleden. Vermoedelijk heeft hij
den laatsten tijd geen uitkomst meer gezien,
zoodat hij een medebestuurder van den Bond
van een en ander op de hoogte bracht.
„De Nachtegaal" liet zich slechts
kort hooren.
Zondagochtend precies om elf uur heeft
de geheime zender „De Nachtegaal" zijn ge
luid weer doen hooren, doch thans voor
slechts enkele oogenblikken. Nadat de om
roeper een andere dan tot dusverre had
medegedeeld, dat „de Nachtegaal' zou door
gaan met het uitzenden van een vroolijk
programma, werd een gramofoonplaat afge
draaid, doch de muziek hield plotseling op
en ook de stem van den omrroeper werde niet
meer gehoord.
Ook nu weer liet zich nog een tweede ge
ïeime zender hooren op een golflengte vai
397—399 mete» doch het geluid hiervan cva.-
zeer zwak.
KANTTENTOONSTELLING IN BOYMANS.
In een der tentoonstellingszalen van het
museum Boymans wordt van 5 tot en met 28
Maart een tentoonstelling van oude kant ge
houden.
Deze expositie, die georganiseerd werd door
den vereeniging ..Het Kantsalet" te Haarlem
bevat inzendingen zoowel van binnen- als
buitenland. Zoo hebben de koninklijke mu
sea voor kunst en geschiedenis te Brussel een
uitermate kostbare voetendeken ingezonden,
die geheel uit Vlaamsch kant bestaat en in
1599 aan Aartshertog Albert en Isabella van
Castilie naar aanleiding van hun huwelijk en
intocht te Brussel, als hertog en hertogin van
Brabant, door de burgerij ten geschenke werd
aangeboden. De deken is voor 500.000 francs
verzekerd.
HOCKEY.
Kenenmer Lyceum—Adelborsten.
Op de sportterreinen van het Kennemer Ly
ceum te Overveen zijn Maandag weer de
jaarlijksche wedstrijden gespeeld tusschen het
Kennemer Lyceum en de Adelborsten. Het is
n.l. de gewoonte, dat de Adelborsten van het
Koninklijk Instituut voor de Marine in het
najaar een voetbal- en een hockeywedstrijd
komen spelen tegen de leerlingen van het Ly
ceum. In October 1937 zijn deze wedstrijden ge
houden in tegenwoordigheid van den com
mandant van het instituut C. J. baron Van As-
beck en enkele officieren. Elk jaar in het voor
jaar trekken de Lyceisten dan naar Den Hel
der, voor de returnmatches. Ditmaal konden
daar de wedstrijden door bijzondere omstan
digheden echter geen doorgang vinden. In
plaats daarvan kwamen de Adelborsten thans
naar Overveen. Beide wedstrijden hadden een
aardig verloop. Aangemoedigd door de talrijke
supporters wist het voetbal-elftal van het
Kennemer Lyceum met 5—3 van de Adelbor
sten te winnen.
De hockeyers wisten, ondanks de afwezig
heid van den internationaal A. de Roos, de
Adelborsten met 2—0 te verslaan.
NED. KORFBALBOND
De Uitslagen.
Westelijke Eerste klasse'
LutoKattenburg
1—7
DTV—Koog Zaandijk
3—1
SportiefBlauw Wit
10—9
DKCDeetos
24
Fluks—HSV
3—3
Ons Eibernest—Rozenburg
6—4
Tweede klasse'
VogelBilthoven
4—9
KVDExcelsior
5—3
OosterkwartierAmsterdam Zuid
1—4
Westerkwartier II—ZKV
11—3
BEP—Vol ha rding
2—2
Nieuwendammerham—Groen Geel
5—6
Derde klasse:
Koog Zaandijk nDED II
3—2
DTV IIIRohda II
2—4
Ajax—Togo
2—8
ZKV n—Sportief II
8—1
BURGERLIJKE STAND
i
HAARLEM, 7 Maart.
Bevallen 4 Maart: J. M. v. Bakel—Lamers,
d.; J. de RooijJohanisse, z.; J. E. W. S. Sum-
landv. Heerden, d.; E. J. F. S. Bonfrer
Hinrichs, z.; 5 Maart: A. Huis in 't Veld
Mulder, z.; H. OerlemansPrevost, d.; J. P.
v. AalstVervers, z.; A. P. M. van EsWeber,
z.; A. C. Hollander—v. d. Raadt, z.; L. van
Kesteren—Zwiers, z.; 6 Maart: L. C. Neder-
stigt—v. Snippenburg, z.; 7 Maart: N. M. v.
Oossanen—v. Rijsbergen, 2 z.
Overleden 4 Maart: J. Visser,Koopman, 88
j., Saenredamstraat; 5 Maart: G. J. Raïmond,
76 j„ Hazepaterslaan: F. Snel, 71 j., Kamper
laan; A. J. Buijs, 23 j., Zuiderstraat; E. Zand
vliet, 74 j„ Spiegelstraat; 6 Maart: W. M. v.
Walen—v. Langelaar. 84 j„ Mamixstraat; A.
C. Heemskerk—Sonnevelt, 41 j., Turfmarkt; T.
Keijzer, 45 j., Paus Leostraat;