ZONDERLINGE LEVENS D' WILLIAM BECKFORD. Fonthïll. Een Kalief uit Duizend- en-één-nacht. r 00 omstreeks 1795 was zeker geen enkele dorpsjongen in de omgeving van Salisbury den nieuwsgierigen toerist op z'n vraag, waar toch wel die zonderlinge meneer Beckford woonde, het antwoord schuldig gebleven. Met een veelbe- teekenend gezicht zou hij op den merwaardi- géh Gothischen toren hebbij gewezen die tot ver in den omtrek zichbaar was en tot het kasteel Fonthill behoorde. „Daar woont die gek", zou de vreemdeling te hooren hebben gekregen. Had Beckford op den luister gestaan, hij zou zich niet weinig gevleid hebben gevoeld. Niets was hem liever dan dat men hem voor een dwaas en fantast hield mits men hem maar met rust liet. Niet lang geleden was hij van een lange en verre reis door het continent teruggekeerd, vergezeld van een medicus, een literator en een zekeren ridder Gregorio Franchi, die als opperhofmeester fungeerde. De slotpoort was achter hen dichtgevallen en sindsdien had geen der dorpelingen ook maar een schim van de bewoners van Fonthill gezien.. De zonderlingste geruchten deden onder de omwonenden de ronde. Zoo wist men te ver tellen dat Beckford, die een muur van 12 voet hoog en 3 mijlen lang om zijn landgoed had laten optrekken, een heele dwergen-familie van toovenaars onderdak verleende, zijn vrouw vergiftigde, arme lieden placht te kas tijden en er een bijzonder vermaak in scheen te scheppen, zijn bedienden van de hoogste trappen te werpen. Neen, pluis was het daar op Fonthill niet. De landedellieden konden voor een 35-jari- gen kasteelbewoner, die jaagde noch speelde, geen avondpartijen gaf, nimmer bezoek wenschte te ontvangen en er zelfs geen meute op nahield, moeilijk anders dan een zij het dan ook nieuwsgierige-minachting gevoelen. Eens had een al te driest toerist zich in het park gewaagd, dat het kasteel als een ware Arkadische lusthof omgaf. Bedriegelijk na gebootste ravijnen wisselden er af met aan lokkelijke heuvels, door romantische bosschages begroeid. Waarheen men zag, overal werd het oog geboeid door een kleuren pracht van exotische bloemen, terwijl de zonderlingste vogels waarvan men nauwelijks het bestaan vermoedde, de lucht vervulden met een melodieuze welluidendheid, zooals men enkel aan een hof van Eden toedicht. En temidden van al die uitheemsche pracht, verloren in de aanschouwing van dit onvermoede wonder, had de vreemdeling plots tegenover den bezitter van al dit schoons gestaan: tegenover William Beckford! De „gek van Fonthill" had hem lang niet onvriendelijk te woord gestaan, hem zelfs te gast genood en op een voortreffelijk maal onthaald. Maar toen de laatste gang gesavoureerd was, had de gastheer zich zonder een woord van afscheid teruggetrokken en door een valet laten weten, dat meneer, die zich zoo gemakkelijk had weten te introduceeren ook den terugweg wel zonder moeite zou weten te vinden, waarbij hij zich vooral voor de losloopende erfhonden moest wachten, die na het invallen van den avond lang niet malsch waren. Wat er van den overmoedigen toerist geworden was, wist niemand te verhalen! Een sprookjestoren verrijst. e vindingrijke achterklap had dit ge rucht nog nauwelijks uitgebuit, toen William Beckford opnieuw van zich deed spreken. Plotseling had hij alle karren en landarbeiders van zijn domeinen opgevorderd voor de uitvoering van een grootsch werk, dat hem jarenlang door het hoofd had gespeeld en pas goed gestalte zou geven aan zijn wonderlijke droomen: op zijn landgoed zou een gothische abdij verrijzen, gekroond door een toren van drie honderd voet hoogte. Toen met den bouw eenmaal begonnen was kon Beckford zijn ongeduld nauwelijks bedwingen: dag en nacht moest er worden doorgewerkt en zoodra de zon achter de sprookjesheuvels van het Fonthillpark goed en wel was verdwenen, ging Beckford naar buiten om het werk met een flambouw in de hand gade te slaan tot laat in den avond. Maandenlang werd er gewerkt met man en macht en toen de wondertoren gereed was, ontlastte zich een vreeselijk onweer boven Fonthill, waarbij het machtige bouwwerk door den bliksem werd getroffen en tot een ruïne werd gemaakt. Onverstoord gaf Beck ford bevel, opnieuw met den arbeid te be ginnen. De toren van Fonthill was nog niet herrezen of de grond bleek zoo angstwekkend te verzakken dat Beckford voortdurend in vrees en beven leefde, eens onder de puin- boopen van zijn steengeworden droom be dolven te raken. t Dat belette hem echter niet, zijn abdij in te richten overeenkomstig zijn droomen; de kostbaarste schatten werden saamgebracht en dat in een omgeving waarin men zich alleen een Kalief denken kon, een sprookje van Duizend-en-één-Nacht. De wonderlijkste en kostbaarste reisrelikwieën van amber en ivoor, de schilderijen van een Raphael en Bellini werken van Holbein, zeldzame meubels, waar devolle folianten de inventaris van Beck ford's abdij beliep een waarde van tonner gouds. William Beckford: het was alsof de toover staf van den tijdgeest de Arabische sprook jesverzameling van Duizend-en-één-Nach. bad aangeraakt en uit de stoffige en vergeel de bladzijden een magischen kalief in leven den lijve naar voren had doen treden: William Beckford. Voor de opvoeding van het jongmensch. dat op tien-jarigen leeftijd zijn vader ver loor, werden onder toezicht van zijn peetoom Lord Chatham kosten noch moeite gespaard De negen-jarige Mozart werd tijdelijk met de ontwikkeling van William's muzikale talenten belast, een scherm- en een dansmeester onder richtten hem in deze onmisbare maatschap pelijke vaardigheden, terwijl het onderwijs in de beeldende kunsten in handen werd gelegd van de beroemdste mannen des lands. Zelfs de kunst der welsprekendheid werd niet ver- onnachtzaamd en den leergierigen jongen een talenkennis bijgebracht, die zich uit' strekte tot het Arabisch en Perzisch. In de eenzame bibliotheek van Fonthill sloot Wil liam zich dagen-, ja wekenlang op om de schatten aan kennis en schoonheid, die in de boekerij van zijn vader rijkelijk bijeen gebracht waren, in een waren leeshonger tot zich te nemen. Zoo gebeurde het. dat de won derboeken van Duizend-en-één-Nacht hem in de handen vielen. Met een vervoering, die zijn mentor beangstigde, gaf hij zich over aan de bekoring van de Arabische sprookjes wereld; in verbeelding ging hij door koninkrij ken vol Oostersche pracht, dwaalde hij langs romantische bouwvallen .vertoefde hij in be- tooverde kasteelen in gezelschap van magi sche gestalten, wier bovenaardsc-he krachten ongehoorde wonderen deden.Ja„ zoozeer verkeerde hij in onzichtbare werelden, dat hij het eten en drinken vergat. Leven het was voor William nog slechts een spel der bonte fantasie. Moeder en voogd achtten het den hoogsten tijd, dat het jongemensch in de volheid des levens tot bezinning zou worden gebracht. Zeventien jaar was hij, toen hij onder toe zicht van zijn mentor, zooals toentertijd te doen gebruikelijk was, een reis ondernam door het continent. Zwitserland werd bezocht dat met zijn gigantische berglandschap maar al te zeer tot zijn verbeelding sprak; Frankrijk werd doorkruist, waarbij hem menige waarde volle kennismaking ten deel viel, zooals met Mme. de Staël en Mme. Necker, wier salons hij met voorliefde bezocht om er zich te goed te doen aan het vuurwerk van geest, dat deze cercles in gansch Europa beroemd had doen worden. En natuurlijk verzuimde hij niet, Voltaire „het levende skelet" te bezoeken op een van diens vele „jours", waarop de dichter zijn talrijke gasten, die hem als een beziens waardigheid beschouwden, als volgt placht af te poeieren:-„ge ziet, mijne heeren, een tach tigjarige voor u, die op het punt staat, dit ondermaansche te verlatenMaar tot William Beckford had hij dan toch een per soonlijk woord gericht, hem de hand op het hoofd gelegd en toegevoegd: ,,'t Is een oud man, die u zijn zegen geeft". Teruggekeerd op Fonthill was William nog dieper in droomen verzonken dan voorheen. In de eenzaamheid van .het vaderlijk kasteel waande hij zich in marmeren paleizen en op zijn wandelingen in het weidsche park scheen hem de lucht vervuld van de heerlijkste melo dieën. „De winden, schreef hij, fluisteren mij de zonderlingste geheimen toe, mijn ooren zijn vervuld van hemelsch geruisch. Ik daal af in een gewelf en meen in een der spelonken van Chehabeddin te zijn, waar uit elk boek deel een stem spreekt. Ik leg m'n oor tegen de folianten en verneem allerlei openbaringen. De geest van Plato spreekt tot me en Homerus geeft mij antwoord. Ik, ik alleen ken deze wonderlijke geschriften en de achtenswaardige kunstwerken, die sluimeren in hun diepten. Hier breng ik mijn dagen door met de bekoor lijkste droomen en voed ik mijn geest met illusies William gruwt Van de ijzige nuchterheid der Engelschen en denkt er niet aan zich over te geven aan de maatschappelijke plichten, die de ijzeren conventie hem wil opleggen: onwel kome gasten te ontvangen, den kostbaren tijd zoek te brengen in gezelschappelijke ledigheid en geoorloofde libertinages. „Ik zal m'n kete nen verbreken, de wereld vergeten; ik zal mijn chimaera volgen en leven met wat men fri voliteiten gelieft te noemen." En zoo doolt hij dan in den gèest van de Nijloevers naar de graftomben der Pharao's en het vreedzame koninkrijk der Inka's. Opnieuw onderneemt hij verre reizen: dooi de romantische Rijnstreek, door Holland, waar hij den Haag bezoekt, dat hem met zijn kille onverschilligheid doet huiveren. Neen, dan zijn geliefd Italië, waar de hemel doorzichtig, het landschap vol verrassende bekoorlijkheid en het land van kunstschatten vol is. Met Lady Hamilton, een der weinigen die begrip heeft van deze buitensporige levensextase, bewon dert hij, in ongekende zielsverrukking natuur en kunst van het romaneske Zuiden. Vathek met het booze oog. T N 1780 teruggekeerd binnen den veiligen burcht van Fonthill, waar hij ongestoord de koning van zijn droomen en de kalief van zijn Oostersche fantasieën kan zijn. zet hij de pen op papier voor het schrijven van zijn kostelijke „biografieën van zeldzame schil ders". Herhaalde malen had hij de portiers vrouw van Fonthill beluisterd, als ze bezoe kers rondleidde door het vaderlijk slot en daarbij, in het vooruitzicht van een geldelijk blijk van waardeering. een fabelachtige wel sprekendheid aan den dag legde en de zon derlingste merkwaardigheden ten beste gaf over de namen en levens der schilders wier werken vertegenwoordigd waren. In dien zelfden geest, vol potsierlijke verhaspeling, schreef Beckford zijn levensberichten vaj;. denkbare schilders: een Og van Bassan, een Watersouchy van Amsterdam, een Sucrewas- ser van Weenen, een Blunderbussiana van Venetië. Maar dit zeldzame boekje, zoowel als de bizarre novellen die daarop volgden, waren nog maar voorspel tot het werk, waardoor zijn naam onafscheidelijk verbonden zou blijven met een gansche periode in de Engelsche let terkunde: zijn Vathek, geschreven in twee dagen en nachten, zonder uit de kleeren te komen, zooals hij, niet geheel in overeenstem ming met de waarheid, getuigde. Vathek het was een der waardigste voor beelden van de „novel of terror", den schrik- roman, waarmee de Engelsche literatuur zich bevrijdde uit de verstarring van den rationa- listischen geest. Wars van alle verstandelijk heid wilde de geest buiten de grenzen der zin- tuigelijk-waarneembare wereld treden. Men wilde niet langer redelijk denken in de kunst, men wilde beléven, niet overtuigd maar ont roerd worden. Men begeerde te zwerven in de regionen van het avontuurlijk-wonderbaar- lijke. Men hunkerde naar het mysterie, waar het verstand zwijgt en enkel de verbeelding spreekt. Horace Walpole, een zonderling gelijk Beckford, die op Strawberryhill z'n Gothisch kasteel met rariteiten vulde, had het sein ge geven, met zijn „Castle of Otranto", zooge naamd uit het Italiaansche origineel van 1529, in werkelijkheid een product van Walpole's rijke verbeelding. Er rolden vervaarlijke don ders in, terwijl in onderaardsche gangen bovennatuurlijke krachten wonderen deden: portretten van voorvaderen deden spreken. Ann Radcliffe liet het in haar „Romance of the Forest" niet ontbreken aan spookachtige geluiden en geestverschijningen die. in lange zwarte mantels gehuld, door duistere zalen slopen. En dan Lewis niet te vergeten, die zijn „Monk" in eeuwige verdoemenis de zwaarste beproevingen liet doorstaan, nadat hij bezwe ken was voor de verleiding van de lieftallige Mathilda, die later de duivelsche Luxuria bleek te zijn Beckford's Vathek wa.s de negende kalief van het ras der Abasiden, kleinzoon van den groo- ten Haroen-al-Radschid. Waardig was zijn ge stalte, maar zoodra hij in toorn ontstak nam één oog zoo'n schrikkelijk-onheilspellende uitdrukking aan dat maar weinigen dien blik overleefden. Vathek zette alle moreeele rem men los om het leven in heel zijn volheid te kunnen genieten. En, bedenk wel, Vathek was rijk en in het bezit van toovermacht, zoodat geen begeerte voor hem onbevredigd en geen schat van wijsheid en schoonheid verborgen kon blijven. Beckford laat Vathek z'n ziel aan den satanischen Giaour verpanden, waarna de dolende alles offert om toegang te verkrijgen tot het paleis van het onderaardsche vuur, waar het Kwaad ten troon zit. Of wilt ge het a ...y 1 William Beckford. symbolisch: Vathek daalt af in de diepten der menschelijke ziel, waar de Rede zwijgt Het was in de Fransche taal en in Frankrijk dat hij zijn schrikroman schreef. Hij was er aangekomen met zijn vorstelijken stoet, waar mee hij een reis door Europa maakte; drie groote karossen, begeleid door postillions en paardeknechten en vergezeld van Beckford's ijfarts, een musicus en landschapsschilder. Het was de reis waarop hij zijn eerste en laatste liefdesgeluk beleefde, de vrouw zijner droomen in de gestalte van Margaret Gordon ontmoette en huwde. Onvergetelijke jaren bracht hij met haar door aan het meer van Genève, een idylle, die een plotseling einde nam door het overlijden van zijn geliefde le vensgezellin bij de geboorte van zijn tweede dochter. Smartelijk getroffen tracht hij ver getelheid te vinden bij zijn boeken: in zijn Parijsche appartementen verdiept hij zich in de studie van Chineesche en Japansche won derpaleizen en -schatten Beckford leeft weer in het Rijk der Verbeel ding. Het gepeupel mag op straat te hoop loopen, de revolutie mag met een gansch ver leden afrekenen. Beckford merkt het niet. Het tumult van de bestorming der Bastille schijnt zelfs niet luid genoeg om hem uit zijn droo men te doen opschrikken. Eerst in 1793, als Lodewijk de XVIde terechtgesteld zal worden, mengt hij zich onder de verwoede sans-culot- tes om het schouwspel te kunnen gadeslaan. Had zijn boekhandelaar hem niet gewaar schuwd, dat zijn aristocratisch uiterlijk hem ernstig gevaar deed loopen en had hij den droomenden kalief niet in vermomming hel pen ontvluchten, mogelijk zou Beckford in de Parijsche straten een even ontijdig als pro zaïsch einde gevonden hebben. „De oude heer van Lansdown-heuvel' "j\TU is hij teruggekeerd in z'n Gotische abdij met den wondertoren en heeft hij zich achter zijn Chineeschen muur verschanst, om zich ongestoord te kunnen verlustigen aan de curiosieiten en schatten die hij met een on bedwingbare verzamelwoede bijeengegaard heeft. In 1822 doet hij, in financiëele moeilijkheden verkeerend, plots z'n Fonthill van de hand voor de luttele som van 300.000 ponden. In Bath, op den heuvel van Landsdown. laat hij zich opnieuw een tooverburcht bouwen, waaraan zelfs de toren, al is hij ditmaal maar 130 voet hoog, niet ontbreekt. Cyrus Redding, de jour nalist, wien het gelukte door te dringen in dit heiligdom, heeft verteld hoe hij er, begeleid door zijn merkwaardigen gastheer, door de karmozijnen. Purperen en gouden zalen dool de, waar zeldzame mozaïken uit Florence, Etruskische vazen, tafels van Siëneesch mar mer, ja zelfs relikwieën van Herculanum bij eengebracht waren, om maar te zwijgen van de meesterwerken van Cup, Brueghel en Bellini. De oude heer van den Lansdown-heuvel, ongenaakbaar voor eiken vreemdeling, belas terd door de omwonenden, bewonderd door de enkelingen die dezen avontuurlijken geest vermochten te verstaan, weet elk uur van den lieven dag tot een sybaritisch genot to maken of hij plant, zaait, leest, verzamelt of boekwer ken van kostelijk-critische aanteekeningen voorziet. En ter afwisseling rijdt hij te paard door de romantische omgeving van zijn ge heimzinnig slot: kaarsrecht in het zadel ge zeten, ondanks zijn tachtig jaren, met den onafscheidelijken hoogen hoed en de witte eravatte, vooraf gegaan door een piqueur, ge volgd door twee stalknechten. Plots, in 1844, moet hij zijn dagelijkschen rijtoerstaken: Beckford ligt ziek Beckford is stervend. „Kom spoedig", schreef hij laco niek aan zijn vriendin de Duchess of Hamil ton. Toen ze arriveerde was Beckford al uit zijn bonten levensdroom in dien der eeuwig heid vergleden. C. J. E. DINAUX. Een rijwielpad door de duinen. Van Scheveningen naar de Zilk. De rijkscommissie van advies voor werkver ruiming in Zuid-Holland heeft bij Ged. Staten van die provincie bepleit in werkverschaffing verschillende rijwielpaden aan te leggen. Een plan is uitgewerkt, namelijk de aanleg van een rijwielpad door de duinen van Scheveningen naar de Zilk (grens van de provincie Zuid- Holland). Het pad zal loopen van Scheve ningen naar het Wassenaarsche Slag, van daar naar Katwijk, Noordwijk aan Zee en de Zilk. Daar komt het rijwielpad dan uit op den weg Vogelenzang—Noordwijkerhout. De kosten zijn globaal berekend op f 300.000, waaiwan f 180.000 aan loon. Vermoedelijk zal het pad in 1940 gereed zijn. In het algemeen zal het pad 200 a 500 meter van het strand komen te liggen. MOTORRIJDER KWAM TEN VAL. HAARLEM Maandag. Zondagmorgen omstreeks elf uur heeft een motorrijder, van Den Haag op weg naar Amsterdam, op de Amsterdarnschevaart een hond overreden, die dwars over den weg liep. De motorrijder kwam te vallen en ge raakte buiten bewustzijn. De ongevallendienst en een toevallig passeerende dokter uit Am sterdam hebben den man behandeld en hem naar het St. Elizabeths Gasthuis te Haarlem laten vervoeren. Zijn toestand is niet levens gevaarlijk. Steeds meer slachtoffers in Calif ornië. LOS ANGELES. 7 Maart (D.N.B.-A.N.P.) In het gebied der overstroomingen zijn on geveer 25.000 ondersteunde werkloozen te werk gesteld, teneinde bij den opruimings arbeid behulpzaam te zijn. Gisteren zijn wederom verscheidene lijken geborgen. Een ambtenaar van het Roode Kruis heeft als zijn meening te kennen ge geven, dat het aantal slachtoffers tot 400 zal stijgen. Von Ossielzky's Nobelprijs. Drie jaar opsluiting tegen Von Wannow geëischt. Uit Berlijn: De advocaat-generaal heef te gen dr. Kurt von Wannow, die er van be schuldigd wordt, een gedeelte van den aan Karl von Ossietzky verleenden Nobelprijs te hebben verduisterd, drie jaar opsluiting ge- eischt, benevens een boete van 40.000 Mark en intrekking der burgerrechten voor den tijd van vijf jaar. Koninklijke Familie ter kerke. H,M. de Koningin heeft Zondagochtend on- :ler gehoor van ds. den Hertog den jeugd dienst in de Willemskerk te 's Gravenhage ingewoond. Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn Zondagochtend, voor het eerst sinds de ge boorte van Prinses Beatrix, ter kerke ge gaan. Zij bevonden zich onder het gehoor van ds. Ch. Blaauwendraad voorganger der ge meente van de Nederl. Herv. Kerk. De dienst onderscheidde zich in niets van een gewoner dienst. Groote Russische order voor Nederland. Bouw van twee passagiers-vrachtschepen. AMSTERDAM, 7 Maart. Door bemiddeling en medewerking van de N.V. Handel Maatschappij „Ex- portchleb" heeft de Sovjet-Russische regeering heden de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij opdracht gegeven voor den bouw van twee vracht-passagiersschepen, plaats bie dend aan 518 passagiers en een be manning van 102 koppen. Dit is een der belangrijkste orders, die een Ne derlandsche werf in den laatsten tijd van Sovjet-Rusland heeft gekregen. De bestelde schepen worden twee zusterschepen en derhalve volkomen gelijk in uitvoering. Verduistering van f 30.00(4, Slachtoffer van moordaanslag? TILBURG. 7 Maart - Gisteravond omstreeks half tien zagen twee jonge mannen, die op de Heikantschebaan in richting van de stad liepen, hoe een meisje, dat voor hen uitliep, plotse ling neerviel. De jongemannen snelden toe en zagen dat zij hevig bloedde. Zij waarschuwden de marechaussee, die op haar beurt de gemeente-politie en den geneeskundigen dienst verwittig de. Toen deze ter plaatse kwam, von den zij het slachtoffer met een smalle wonde in de hartstreek. Tijdens het vervoer in de ziekenauto is het meisje overleden. De wonde is met een smal, scherp voorwerp toegebracht. De politie staat hier voor een raad sel. Het meisje, de achttienjarige A. W. Reijnders, de dochter van een brug wachter van het Wilhelminakanaal, was op weg naar huis, dat op onge veer tweehonderd meter is gelegen van de plaats waar het meisje werd gevon den. Tot aan den hoek van de. van Oudenhovenstraat, vlak bij de plek van de misdaad, was zij door haar vriendinnetje weggebracht. De jongemannen, die het meisje hebben zien vallen, hebben geen ge schreeuw gehoord. Met politiehonden is de omgeving afgezocht, doch tot nu toe zonder resultaat. Het wapen, waar mee de verwonding is toegebracht, heeft men evenmin teruggevonden. De uitreiking van de eerste M-brevetten. De minister van defensie, de heer J. J. C. van Dijk, heeft Zaterdagmiddag op het vlieg veld Ypenburg aan 18 jongelui, die met hulp van het luchtverdedigingsfonds het M-brevet hebben verkregen, dit brevet uitgereikt. De minister sprak met waardeering over de kentering in onzen volksgeest met betrekking tot de weerbaarheidsgedachte, waarbij hij het voorbereidende werk van verschillende natio- naal-voelende vereenigingen prees. De minis ter verzekerde, dat de regeering de vereeniging voor nationale veiligheid en het luchtverde digingsfonds, welks bedoeling hij aai.gaf, goed gezind is, waarbij de heer van Dijk er op wees. dat materiaal zonder voldoende personeel geen beteekenis heeft. Woorden van hulde richtte de minister tot de overige instellibigen, welke steun bij de op leiding voor het M-brevet hebben geboden: het Fokkerfonds, het Nationaal Luchtvaart Fonds, het Ned. Instituut voor zweefvliegen en de Nationale Luchtvaart School. Sinds 1 October zijn 40 vliegers in opleiding voor het M-brevet, zoo zeide de minister, welk aantal, al is het ook een goed begin, nog aan vulling behoeft. Vermeerdering van dit aan tal is afhankelijk van den steun der verschil lende fondsen. Een ontrouw bestuurslid. AMSTERDAM, 7 Maart (GP.D.) Naar ons ter oore komt is de heer S., bestuurslid van den Algemeenen Bond van Handels- en Kan toorbedienden te Amsterdam Zaterdagmiddag door de politie gearresteerd, wegens verduiste ring van een zeer groot bedrag ten nadeele van den bond en van de federatie, bij welke instellingen hij het financieele beheer voerde. Het tekort moet reeds 30.000 bedragen. Bij zijn arrestatie heeft de heer S. een volledige bekentenis afgelegd. De verduisteringen zijn over een reeks van jaren geschied, hetgeen mogelijk was, omdat de controle van de boeken van de Federatie en van den Bond afzonderlijk geschiedden. Bij controle van de Federatieboeken toonde de ge arresteerde het saldo van den Bond en bij con trole van de Bondsboeken het saldo van de Fe deratie. De heer S. genoot het volle vertrouwen van zijn medebestuursleden. Vermoedelijk heeft hij den laatsten tijd geen uitkomst meer gezien, zoodat hij een medebestuurder van den Bond van een en ander op de hoogte bracht. „De Nachtegaal" liet zich slechts kort hooren. Zondagochtend precies om elf uur heeft de geheime zender „De Nachtegaal" zijn ge luid weer doen hooren, doch thans voor slechts enkele oogenblikken. Nadat de om roeper een andere dan tot dusverre had medegedeeld, dat „de Nachtegaal' zou door gaan met het uitzenden van een vroolijk programma, werd een gramofoonplaat afge draaid, doch de muziek hield plotseling op en ook de stem van den omrroeper werde niet meer gehoord. Ook nu weer liet zich nog een tweede ge ïeime zender hooren op een golflengte vai 397—399 mete» doch het geluid hiervan cva.- zeer zwak. KANTTENTOONSTELLING IN BOYMANS. In een der tentoonstellingszalen van het museum Boymans wordt van 5 tot en met 28 Maart een tentoonstelling van oude kant ge houden. Deze expositie, die georganiseerd werd door den vereeniging ..Het Kantsalet" te Haarlem bevat inzendingen zoowel van binnen- als buitenland. Zoo hebben de koninklijke mu sea voor kunst en geschiedenis te Brussel een uitermate kostbare voetendeken ingezonden, die geheel uit Vlaamsch kant bestaat en in 1599 aan Aartshertog Albert en Isabella van Castilie naar aanleiding van hun huwelijk en intocht te Brussel, als hertog en hertogin van Brabant, door de burgerij ten geschenke werd aangeboden. De deken is voor 500.000 francs verzekerd. HOCKEY. Kenenmer Lyceum—Adelborsten. Op de sportterreinen van het Kennemer Ly ceum te Overveen zijn Maandag weer de jaarlijksche wedstrijden gespeeld tusschen het Kennemer Lyceum en de Adelborsten. Het is n.l. de gewoonte, dat de Adelborsten van het Koninklijk Instituut voor de Marine in het najaar een voetbal- en een hockeywedstrijd komen spelen tegen de leerlingen van het Ly ceum. In October 1937 zijn deze wedstrijden ge houden in tegenwoordigheid van den com mandant van het instituut C. J. baron Van As- beck en enkele officieren. Elk jaar in het voor jaar trekken de Lyceisten dan naar Den Hel der, voor de returnmatches. Ditmaal konden daar de wedstrijden door bijzondere omstan digheden echter geen doorgang vinden. In plaats daarvan kwamen de Adelborsten thans naar Overveen. Beide wedstrijden hadden een aardig verloop. Aangemoedigd door de talrijke supporters wist het voetbal-elftal van het Kennemer Lyceum met 5—3 van de Adelbor sten te winnen. De hockeyers wisten, ondanks de afwezig heid van den internationaal A. de Roos, de Adelborsten met 2—0 te verslaan. NED. KORFBALBOND De Uitslagen. Westelijke Eerste klasse' LutoKattenburg 1—7 DTV—Koog Zaandijk 3—1 SportiefBlauw Wit 10—9 DKCDeetos 24 Fluks—HSV 3—3 Ons Eibernest—Rozenburg 6—4 Tweede klasse' VogelBilthoven 4—9 KVDExcelsior 5—3 OosterkwartierAmsterdam Zuid 1—4 Westerkwartier II—ZKV 11—3 BEP—Vol ha rding 2—2 Nieuwendammerham—Groen Geel 5—6 Derde klasse: Koog Zaandijk nDED II 3—2 DTV IIIRohda II 2—4 Ajax—Togo 2—8 ZKV n—Sportief II 8—1 BURGERLIJKE STAND i HAARLEM, 7 Maart. Bevallen 4 Maart: J. M. v. Bakel—Lamers, d.; J. de RooijJohanisse, z.; J. E. W. S. Sum- landv. Heerden, d.; E. J. F. S. Bonfrer Hinrichs, z.; 5 Maart: A. Huis in 't Veld Mulder, z.; H. OerlemansPrevost, d.; J. P. v. AalstVervers, z.; A. P. M. van EsWeber, z.; A. C. Hollander—v. d. Raadt, z.; L. van Kesteren—Zwiers, z.; 6 Maart: L. C. Neder- stigt—v. Snippenburg, z.; 7 Maart: N. M. v. Oossanen—v. Rijsbergen, 2 z. Overleden 4 Maart: J. Visser,Koopman, 88 j., Saenredamstraat; 5 Maart: G. J. Raïmond, 76 j„ Hazepaterslaan: F. Snel, 71 j., Kamper laan; A. J. Buijs, 23 j., Zuiderstraat; E. Zand vliet, 74 j„ Spiegelstraat; 6 Maart: W. M. v. Walen—v. Langelaar. 84 j„ Mamixstraat; A. C. Heemskerk—Sonnevelt, 41 j., Turfmarkt; T. Keijzer, 45 j., Paus Leostraat;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 7