Het groote Avontuur H. M. de Koningin bracht Dinsdag een bezoek aan de Nieuwe Kerk te Delft, om zich op de hoogte te stellen restauratiewerkzaamheden. De vorstin bij het verlaten van de kerk De tent, waarin de leden der Russische Papanin-expeditie op de ijsschots aan de Noordpool vertoefden, wordt door de bemanning van den ijsbreker „Taimyr" uitgegraven, om bij den terugkeer der onderzoekers aan boord te worden gebracht De athleten der Oxford-universiteit zijn in volle training voor de traditioneele sport-varsity op Zaterdag a.s. Voor de zesde maal heeft te Cocherel een herdenking van Aristide Briand plaats gehad. Minister Delbos tijdens zijn rede De „Jangadeiro", het vijfde schip voor de Braziliaansche regeering, gebouwd LJ? op de werf de „Noord" te Alblasser- dam, heeft Dinsdag op de Noordzee zijn technische proefvaart gemaakt Mr. W. J. M. Westerwoudt te Over- veen, oud-lid van de Provinciale Staten Qe Douglas D C 2 „Oeverzwaluw" wordt op het oogenblik op Schiphol in gereedheid gebracht voor een rondvlucht over Iran en van Noord Holland, wordt binnenkort Perzië, welke de piloot Frijns de volgende week met een gezelschap Amerikaansche archeologen zal gaan maken. De machine 80 jaar tijdens de revisie in een der hangars Aan boord tijdens de proefvaart van de „Jangadeiro*\ die voor de Braziliaansche regeering op de werf de „Noord" te Alblasserdam werd gebouwd. V.l.n.r. de heeren: J. C. Smit, directeur van de .Noord"; G. H. Nouman, kapitein en commandant Silvio Motta van de staatskoopvaardijvloot van Brazilië FEUILLETON 51) Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. Och, fluisterde zij, daaraan denk ik niet meer. Waaraan denk je dan wel om zoo met mij te handelen? Er kwam geen antwoord. Hij drong aan, wilde haar dwingen hem aan te kijken. Zij stribbelde eerst tegen, haalde de schouders op, keerde zich dan met een ruk naar hem toe. Zij bleek opgewonden. De toon van haar stem klonk schel en uitdagend. Maar wat wil je van me? Stel geen gekke vragen. Eindelijk hebben we het vooruitzicht gered te worden. Ik denk aan de toekomst nu ons beider leven zoozeer zal veranderen. Ik houd van je. Onzin, klonk het korte, besliste ant woord. Geen onzin. Ik ben gehuwd. O, als je nog aan Reading denkt. Ik zal me laten scheiden, maar blijf dan toch de ex-echtgenoote van een misdadiger. Wat heeft dat met mijn liefde te maken? Ada aarzelde te antwoorden. Toen hij aan drong en zijn gelaat naar het hare boog, was het schier fluisterend, dat zij sprak: Wat moeten wij samen beginnen. Ik ben ouder dan jij. Ik heb verkeerd geleefd. Het toeval heeft jou bij mij gebracht. De een zaamheid en de verveling hebben je verliefd gemaakt. Wat zal er van de liefde over blij ven als wij ooit terug in Europa zijn. Die roes gaat zoo vlug voorbij en ik ben zoo bang voor een nieuwe ontgoocheling. Zij wilde nog van alles zeggen, maar kreeg daarvoor geen gelegenheid. Riefenberg had haar tegen zich aangetrokken en hartstochte lijk gekust. Ditmaal had zij den moed niet meer om weerstand te bieden. -Het was nog volle nacht, toen zij met hun bende volgelingen verder naar de vlakte trokken. De eerste morgenschemering kwam opdagen, toen zij liet dorp naderden. Daar scheen tegen hun verwachting in, alles zeer rustig te zijn. Zonder de minste moeite bereikten zij dan ook hun woning. Riefenberg stuurde dadelijk een paar man nen op onderzoek uit. Deze kwamen terug met het nieuws, dat alle bewoners afwezig waren. Ditmaal achtten de blanken het voor zichtiger geen uitval te doen. Enkele krijgers werden bij den weg naar het woud gezonden om de wacht te houden. Ondertusschen gin gen de overige negers druk aan den arbeid. Alle struiken werden omgehakt en verwijderd, zoodat het omliggende terrein geen schuil plaatsen meer bieden kon aan vijanden. Ver volgens werden openingen gemaakt in de om heining Tegen den avond was het werk vol tooid en riep Riefenberg zijn mannen bij elkaar. Zij kregen opdracht zich in geval van nood met boog en pijlen op te stellen bij de omheining. Riefenberg zelf zou zich van het geweer bedienen en Ada van den revolver, 's Avonds werden talrijke wachten uitgezet. Een overval in den nacht zou buitengewoon gevaarlijk kunnen zijn. Gelukkig was er maneschijn, zoodat het toch mogelijk was de gedaanten te bemerken, die zich zouden wa gen op het kaalgehakte terrein. Den volgenden dag tegen den middag kwa men de twee wachten, die bij het woud had den postgevat naar Riefenberg gestormd met het nieuws, dat een bende krijgers op komst was. Onmiddellijk werd de omheining afge sloten en ging elkeen op zijn post staan. Ein delijk kwamen de opstandelingen opdagen. Het was een dichte groep, die joelend en springend naderde. Een heel eind van de om heining bleef de bende aarzelend staan. De kaalgemaakte vlakte scheen haar te veront rusten. Van dit oogenblik maakt Riefenberg ge bruik om naar buiten te springen. Hij vraagt wat de bedoeling is van de dorpelingen. Het antwoord is een pijl, die rakelings langs hem afvliegt. Riefenberg loopt naar binnen, sluit de deur achter zich en trekt zijn mannen samen aan de zijde waar de opstandelingen nu luid staan te schreeuwen. Aangemoedigd door de vlucht van den blanke, nadert de bende de omheining. Zij schuiven dicht tegen elkaar aangedrongen vooruit en komen terrecht op het kale terrein. Een gemas kerd priester schijnt de aanvoerder te zijn. Hij danst in een razend tempo en met onrust ziet Riefenberg hoe het aantal van zijn vijan den aangroeit. Hij heeft alle moeite om zijn mannen te bedwingen. Maar pas als de op standelingen nog op een dertigtal meters af stand zijn, haalt hij den haan van zijn geweer over. De toovenaar stort voorover met uitge spreide armen. Op hetzelfde oogenblik vuurt Ada Iljen haar revolver af en regent 't vergiftige pijlen op de aanvallers. Een oogenblik zijn deze als door een paniek bevangen en weten niet wat te doen. Een jonge kerel met hooge witte plui men in het haar stormt huilend naar de om heining. Hij valt getroffen door Riefenberg's geweer, maar gansch de bende is hem ge volgd. Het wordt dan een vreeselijke slach ting te midden van een groote verwarring De blanken hebben geen tijd meer om zich be zig te houden met wat buiten gebeurt. Voort durend verschijnen koppen van krijgers boven den rand van de omheining en met revolver- en geweerschoten worden zij er afgejaagd. Een oogenblik is het alsof de opstandelingen toch in de omheining zullen dringen. Twee. drie kerels zijn er in geslaagd er over heen te klauteren en vechten man tegen man met Riefenberg's volgelingen. Een nieuwe golf van krijgers, dan zouden zij overrompeld worden door de overmacht. Gelukkig treedt op dit oogenblik een ont spanning in. De eerste aanval is afgeslagen. De grond vóór de omheining is bedekt met lijken, enkele overlevenden zijn op de vlucht gegaan tot aan den rand van het ontboomde gebied. Daar evenwel hebben zich nieuwe strijd krachten verzameld, die allesbehalve lust schijnen te hebben een nieuwe poging te wagen. Van dit oogenblik moeten we gebruik ma ken, roept Riefenberg tot Ada. Hij legt aan op de verwijderde vijanden en schiet verscheidene keeren. Twee mannen storten nog neer. Dan laat hij de poort openen en stormt met zijn bende naar buiten. De overblijvende opstandelingen slaan vol ontzet ting op de vlucht. De aanval is afgeweerd. Dien avond liet Riefenberg het dorp in brand steken. Ada Iljen was ziek van afschuw omdat zooveel menschenlevens geofferd werden. Er was geen uitweg, antwoordde Riefen berg. Bij het aanbreken van den nieuwen dag was het eerste werk de gesneuvelden te doen ver dwijnen De lijken werden eenvoudig naar den stroom gedragen. De twee blanken wisten, dat het gevaarlijk was nog lang in de vlakte te vertoeven. Bij een nieuwen aanval zou de kans kunnen keeren. Toch zagen zij er tegen op onder de huidige omstandigheden opnieuw naar het kraterland uit te wijken. Zij bevon den er zich te ver van de vlakte en als hulp niet spoedig opdaagde, zouden ze daar groote moeilijkheden ondervinden, vooral wat hun voedsel betreft. Ze zochten dan ook naar een andere oplossing en vonden die in de rotsen bij den stroom. Dicht bij de watervallen strek te zich op een honderdtal meters hoogte een soort van tafelrots uit. Zij was maar aan één zijde te bereiken langs een tamelijk steilen bergwand en een aanval leek Riefenberg van daar gemakkelijk te stuiten. Van op die hoog te hadden ze daarenboven 'n duidelijk uitzicht op de vlakte met het verbrande dorp en op den stroom. Koortsachtig gingen Riefenberg en zijn mannen nu aan het werk. Zij maakten op de tafelrots primitieve hutten, sleepten zware steenen tot bij den rand. Daarachter zouden zij zich in geval van een overval verschan sen. Tenslotte werden de velden uit den om trek geplunderd. Tijdens een van zijn tochten naar het platgebrande dorp betrapte Riefen berg er een gewezen inwoner. Het kostte hem niet veel moeite den man aan het praten te krijgen en hij vernam, dat de vluchtelingen- naar het binnenland waren getrokken om hulp te zoeken bij hun stambroeders. Een drietal weken was voorbij gegaan in de grootste kalmte en nu begonnen Ada en Rie fenberg al hun aandacht te besteden op den: stroom, waarlangs zij hulp verwachtten. lede ren morgen vertrok Fweloe en ging uitkijken naar de reddende booten, want het zou gevaar lijk zijn, Indien zij deze watervallen te dicht zouden naderen. Op een avond kwam hij buiten adem op de tafelrots aan met een nieuws, dat Ada en Riefenberg gedurende ver scheidene minuten sprakeloos van verbazing liet: een kleine prauwenvloot met een twin tigtal inlanders was op komst. De aanvoerder was een blanke en niemand anders dan Mr. Reading. Dat was een verrassing, die kon tel len voor Ada Iljen en Riefenberg. Dat kan toch niet, meende Ada, Fweloe zal zich vergist hebben. (Wordt vervolgd)..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 5