Bedrijfsvergunningen-wet in behandeling. Extra-contingent lichting 1938 moet opkomen. D' MIDDENSTANDS INSTITUUT KUNSTGEBITTEN LAGE PRIJZEN Tuinbouw zal worden geholpen. DONDERDAG 10 MAART 1938 Commandant Bouwe Vlas van het „Leger des Heils" vertrok Woensdag- met zijn eehtgenoote per „Marnix van St. Aldegonde" naar Indië. Het afscheid aan boord. Regeling thans vastgesteld. Wie in aanmerking komen. k E regeeringspersdient deelt ons het volgende mede: Bij de wet van 2-1 Februari 1938 tot wijziging van de Dienstplichtwet, is onder meer bepaald, dat de verhooging van de sterkte van de jaarlijksche lichting zal aanvangen met de lichting 1938, die reeds voor een groot gedeelte is ingelijfd en waar voor de inlijving van andere gedeelten nog moet plaats hebben. Bij Kon. besluit zijn thans regelen vast gesteld omtrent de wijze, waarop de verster king van de lichting 1938 zal worden ver kregen. Hierbij vallen 3 groepen te onder scheiden: 1. De vrijgestelden en de vrijg'eloten, die zonder voorbehoud en met instemming van hun w,ettelijken vertegenwoordiger schrifte lijk hebben verklaard liever te willen dienen. 2. Zij, die vrijgeloot zijn, 3. Een gedeelte van hen, die de voorkeur hebben gegeven aan behoud van vrijstelling of die aan hun voorkeur omtrent dienen eenig voorbehoud hebben verbonden. Wie tot de derde groep zullen komen te be- hooren. wordt uitgemaakt aan de hand van de lotingsnummers, wat ook in de lijn ligt van de aanvankelijke samenstelling van het contingent. Het gedeelte, dat van laatstbe doelde groep alsnog tot gewoon dienstplich tige zal worden bestemd, bedraagt ongeveer 1/8 van de geheele sterkte van deze groep. Voor die groep van personen wordt in elke gemeente of groep van gemeenten begonnen bij het laagste lotingsnummer. Voor de lich ting 1938 werd indertijd uitgeloot de naam Carel Frederik Brandse, geboren 14 Januari. Bij dezen naam of bij den naam, die alpha- betisch op dezen volgt, wordt dus in elke gemeente of groep van gemeenten begon nen en hierbij worden uit den aard der zaak overgeslagen de namen van hen, die reeds tot gewoon dienstplichtige bestemd zijn of om de een of andere reden, zooals afkeuring, niet voor bestemming tot gewoon dienst plichtige in aanmerking komen. Tot welken naam het extra-con tingent van deze lichting zal loopen, valt niet nauwkeurig te voorspellen. Het zal ook eenigermate verschillen tusschen de onderscheidene gemeen ten of groepen. Wel echter bestaat de verwachting, dat dit contingent voor de meeste gemeenten niet ver der zal reiken dan tot de geslachts namen, die beginnen met een G of H. In dat geval zullen degenen, wier geslachtsnamen beginnen met een I, eén J enz. en ook met een A of een B voor zoover de naam alphabe- tisch vooraf gaat aan Brandse, hier voor genoemd buiten aanwijzing tot gewoon dienstplichtige blijven en dus de hun indertijd verleende vrijstelling wegens broederdienst be houden. Recht op vrijstelling. De nadere aanwijzing tot gewoon dienst plichtige zal niet te kort doen aan het recht op vrijstelling wegens kostwinnerschap of persoonlijke onmisbaarheid cn evenmin de gelegenheid verminderen tot het verkrijgen van uitstel, voor zoover belanghebbenden naar de algemeene, daarvoor bestaande, re gelen in aanmerking komen. Belanghebbenden zullen zoo spoedig moge lijk van den burgemeester bericht van hun nadere aanwijzing ontvangen. Spoedig daar na kunnen zij een nader bericht verwachten omtrent het korps, waarbij zij moeten die- lien, en den tijd van opkomst. Voor het meerendeel zal de opkomst moeten plaats hebben einde Maart of begin April a.s. Zij. die vrijstelling of uitstel willen vragen, doen het best zich hiervoor te wenden tot den burgemeester, zoodra zij het eerste van de hierbedoelde berichten zullen hebben ont vangen. Wat den duur van de eerste oefening be treft, zullen de nieuwe gewone dienstplich tigen nog niet vallen onder de verlenging, die eveneens door de wetswijziging over eeni- gen tijd zal intreden, althans indien zij op komen op den thans voor hen bepaalden tijd. Indien zij uitstel vragen en eerst op een lateren tijd de eerste oefening volbrengen, bestaat er kans, dat de verlenging van oefen tijd ook op hen zal worden toegepast. De staking bij Van Heek Zn. Arbeiders aanvaarden het voorstel van den Rijksbemiddelaar. De rijksbemiddelaar in het derde district, prof. mr. A. C. Josephus Jitta heeft in een Dinsdagmiddag onder zijn leiding gehouden conferentie met de partijen, betrokken bij het conflict bij de N.V. Textielmaatschappij L. van Heek en Zonen te Losser, aan deze voorgesteld om het voorstel van de directie, in de vorige vergadering gedaan, op de volgende punten te wijzigen of aan te vullen: 1. Voor de 2- en 3-cylinderspmners, aanlap- pers en opstekers wordt ©en groepsgemiddelde vastgesteld, waarin een loon'sverhoog'ing van 10 pet. wordt opgenomen. 2. Het loon van de tweemachine trolsters en alle aanlegsters wordt met 7 pet. verhoogd. 3. De loonen der drossers en afzetters zul len met 5 pet. worden verhoogd. 4. De loonen der arbeiders, die niet op pro ductie werken, zullen, waar noodig, worden hei-zien en verhoogd, terwijl de achterstallige loonen worden uitbetaald 5. Er worden geen rahcunemaatregelen ge nomen. De arbeidersorganisaties hebben dit voorstel aangenomen, zoodat nu gewacht wordt op het antwoord van de directie. Kapitale boerderij afgebrand. Ruim veertig stuks vee in de vlammen omgekomen. Woensdagmiddag' omstreeks half zes ont stond te Oppenhuizen, gemeente Wymbritze- radeel, nabij, Sneek, brand in de groote boer derij. bewoond door den heer B. Dijkstra en eigendom van notaris Poelstra te Leeuwar den. De boerderij staat ruim een half uur van den weg af en is alleen per vaartuig te be reiken. De electrische stroom, die voor het be drijf noodig is, wordt door een motor en dy namo ter plaatse opgewekt. Woensdag waren monteurs bezig eenige herstellingen uit te voe ren. Toen de motor op het genoemde tijd stip werd aangeslagen ontstond kortsluiting en in een oogwenk stond alles in vlammen. De brandweren van Wymbritzeradeel en Sneek konden niet ter plaatse komen, zoo dat aan blusschen niet te denken viel. Nadat de boerin en de vier kinderen in vei ligheid waren gebracht, hebben de boer. zijn knecht en de monteurs een gedeelte van het vee, dat in het groote koehuis stond, kunnen redden, namelijk drie-en-twintig stamboek koeien en een stier, doch de overige beesten veertig koeien, een paard en eenige veulens kwamen in de vlammen om. Binnen een uur was alle^ tot den grond toi afgebrand, mede tengevolge van den krachti- gen wind. De heer Dijkstra had eenige brand wonden opgeloopen. Verzekering dekt de schade, Commandant Bouwe Vlas naar Indië vertrokken. De commandant van het ..Leger des Heils' in Nederland, de heer Bouwe Vlas, is Woens dagmiddag vier uur met het motorschip van de maatschappij ..Nederland", de „Marnix van St.-Aldegonde" van Amsterdam naar Indië vertrokken. Aan boord van de Marnix hield de com mandant een korte bidstond, waarna hij het commando voor den tijd van drie maanden overgaf aan kolonel A. C. Beekhuis. Onder de talrijke belangstellenden, die bij dit afscheid aanwezig waren, merkten wij op overste Boswijk, garnizoenscommandant van Amsterdam, een lid van de directie der maat schappij „Nederland" en vele stafofficieren van het hoofdkwartier van het „Leger des Heils" Landbouwer onder tractor geraakt en gedood. Woensdagmiddag is de vijfendertigjarige landbouwer L. B.. wonende te Maastricht, op een akker nabij de Bilserbaan, dood aange troffen. De man lag onder den tractor, waar mede hij het land bewerkte. Vermoedelijk is hij onder het rijden afgestapt en toen onder de machine terecht gekomen, waarbij de dood vrijwel onmiddellijk moet zijn ingetreden. B. was gehuwd en had zeven kinderen. Zilveren Vloot vliegt uit op 27 Maart. Zomervlucht van de K. L. M. Ter gelegenhend van de opening van den zomerdienst van het Europeesche luchtver keer houdt de K.L.M. op Zondag 27 Maart een zomervlucht met een aantal Douglasvliei tuigen. Onder het motto De zilveren vloot vliegt uit", zullen vijf Dougiastoestellen van de Nederlandsche Maatschappij het luchtruim kiezen, te weten één D.C. 3 en vier van het type D.C. 2. Waarschijnlijk zal de Tsjechische C.L.C. eveneens een van haar Douglasvliegtui- gen naar Schiphol afvaardigen om deel te nemen aan de zomervlucht. Het vertrek van de Amsterdamsehe lucht haven is op 15.00 uur bepaald en de volgende route zal worden gekozen: Schiphol, Amsterdam, 't Gooi, (Muiden, Naarden, Bussum,"Hilversum), Utrecht, Gouda Waalhaven (vlucht boven de'„Nieuw Amster dam"), Rotterdam, Den Haag, Leiden (boven de bloembollen vel den) Haarlem, Schiphol, De duur van de vlucht zal ruim één uur be dragen. 16 RIJKSSTR.WEG 16 HAARLEM-N. - TELEF. 16726 m. garantie tegen onze bekende Spreekuren lederen morgen van 912 uur. Avondspreekuren Dinsdag en Donderdag 7—9 uur. Spreekuren Gr. Houtstr. 99, Tel. 13728 lederen middag van 1.304 uur. Avondspreekuren: Maandag, Woensdag, Vrijdag van 79 uur. (Adv. Ingez. Med.) Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde. Wintervergadering te Aalsmeer. De Koninklijke Nederlandsche Maatschap pij voor Tuinbouw en Plantkunde heeft Woensdag haar winterbijeenkomst gehouden in hotel „De drie kolommen" te Aalsmeer. Jhr. G. F. van Tets van Goidschalkoord, die de vergadering presideerde, zeide in zijn openingswoord met betrekking tot de geboor te van Prinses Beatrix, dat hij van ganseher harte hoopte, dat H. K. H. later evenveel be langstelling zou koesteren voor de maat schappij als haar voorouders. De heer H. Veendorp te Leiden sprak ver volgens over de beteekenis van de botanische tuinen voor den invoer van nieuwe tuinbouw- gewassen. Tijdens een gedachtenwisseling, die na deze lezing werd gehouden, - opperde de secretaris der maatschappij, de heer J. C. Mensing, het idee om de botanische tuinen selecties uit zaadlijsten en catalogi te doen publiceeren, opdat de kweekers een handleiding hebben bij het zoeken naar goede, doch onbekende cultuurplanten. Een lid wees er op, dat er gelegenheid be staat om planten uit Zuid-Afrika te krijgen. Half Augustus vertrekken eenige hoogleeraren daarheen, vergezeld van studenten. Zij doen ook Madagascar aan. Er brak nu een pauze aan, waarin de aanwezigen zich verzamelden aan een gemeenschappelijke lunch. De eerste spreker na de lunch was de heer H. D. Krijger te Amsterdam, die sprak over hetgeen artis op tuinbouwgebied, bezit. De heer D. Eveleens Maarse te Aalsmeer vertelde iets uit de geschiedenis van de sering. Van het geslacht Syringa, aldus spr. zijn on geveer een 30-tal species bekend, waarvan slechts twee in Zuid-Oost Europa voorkomen. De rest is voor het overgroote deel inheemsch in China en Korea, terwijl ook in het Hima- lajagebergte twee species voorkomen. Het meest van belang voor ons is wel Syringa Vulgaris, waarvan nu pl.m. 430 variëteiten bekend en beschreven zijn, Van eenig belang is ook nog Syringa Oblata, als zijnde een der ouderplanten van Syringa Hyacinthiflora, die ontstaan is uit beide eerder genoemde varië teiten. De Syringa Vulgaris was oorspronke lijk inheemsch in Zuid Oost Europa, en wel in Roemenië, Zuid Slavië, Bulgarije en Grie kenland. Van Constantinopel uit werd de ge wone sering in Europa ingevoerd. Spr. wijdde zijn aandacht uitvoerig aan het forceeren van seringen en besloot met het - opnoemen van variëteiten, die voor Aalsmeer, 's werelds cen trum van seringencultuur, van belang zijn. De voorzitter sloot hierop de vergadering. TWEEDE KAMER. Verzet van verschillende zijden. Pleidooi werkingsduur te beperken. DEN HAAG Woensdag, Vadertje staat pleegt zich tegenwoordig meer -dan ooit met de belangen van de burge rij bezig te houden. In het thans aan de orde zijnde wetsontwerp gaat het zelfs zoover, dat er „op verzoek van -een of meer ondernemers of een of meer ondernemers-organisaties in een bepaalde nijverheidstak, een algemeene maatregel van bestuur kan worden uitgevaar digd, welke in die tak van industrie vestiging' van nieuwe (of uitbreiding van bestaande) ondernemingen zal verbieden. Zulk een alge meene maatregel zal „slechts" toelaatbaar wezen als bedrijfsvestiging ongewenscht in verband met 1) 't bestaan eener onderne mersovereenkomst in een tak van nijverheid; met overwegende beteekenis voor de economi sche verhoudingen in die tak: 2) of wel in verband met 't lichaam van wettelijke maat regelen tot bescherming van die nijverheids tak (contingenteering, tariefbescherming) 3) óf met 't oog op industrialisatie-pogingen in de betreffende nijverheidsbranche. De Mi nister die deze wet moet uitvoeren zal den al- gemeenen maatregel pas kunnen uitvaardi gen na een vaste commissie van den Econo mische Raad gehoord te hebben. Het vesti- gings- of uitbreidingsverbod kan zich even tueel alleen tegen het voortbrengen van bij den bestuursmaatregel aan te wijzén goede ren of het verrichten van daarbij aan te wij zen diensten keeren. Is eenmaal een vesti gingsverbod uitgevaardigd, dan heeft men, om toch tot vestiging te kunnen overgaan, speciale vergunning noodig, die dan weer aan bepaalde voorwaarden gebonden kan zijn. De vader van het Plan van den Arbeid, Ir. Vos (s.d.) houdt van ordening, was dus met den prin- cipfeelen opzet van het aanhangige voorstel wel inge nomen, maar hij achtte het ver keerd, dat een alge meene maatregel inzake 'n vesti gingsverbod alleen op verzoek van on dernemers- en niet ook van arbeidtrs- zijde tot stand kan komen. De arbeiders behooren toch eveneens tot 't be drijfsleven. Hoe viel Dr. S. E, B. Bierema V (Vrijheidsbond) 's Ministers opvatting t-e rijmen met het Ka tholieke solidarisme? Dr. Bierema (lib.) verklaarde niet standpunt in te nemen, dat de overheid zich nooit met. het bedrijfsleven .mag bemoeien. Vooral in crisisomstandigheden dient- zij daar toe wel bevoegd te zijn". Maar in tegenstelling tot de soc. dem. opvatting kent hij aan het vrije ondernemers-initiatief meer voor- dan nadeelen voor de maatschappij toe. Spr. er kent, dat er heel wat kapitaal verloren is ge gaan, veel sociaal leed veroorzaakt als be drijven het loodje moesten leggen. Intusschen is het gevaar, dat de overlieid bij uitroeping van de haar door dit voorstel toegekende be voegdheden, mistast, ongetwijfeld groot en vooral ook, dat zij niet zoozeer door het alge meen belang als wel door bepaalde groeps belangen op sleeptouw wordt genomen. Dit geldt in 't bijzonder, wanneer men wegens industrialisatie-pogingen tot 'n vestigingsver bod zal overgaan. De liberale woordvoerder, die het beter zou hebben gevonden indien een door de Regeering uit te vaardigen verbods maatregel achteraf de wettelijke goedkeuring- zou behoeven, wenschte het antwoord van den Minister af te wachten, al gaf hij nu reeds te kennen, dat z.i. het algemeen belang dit wets ontwerp niet noodig maakt. Al even bezwaar lijk vond Mevrouw M a c k a y-K a t z (c.-h.) het aan- -hangige voorstel, in 't bijzonder nu het niet als crisis- ontwerp ter tafel was gekomen doch om blijvende wer- king te - hebben. Spreekster vreesde ook, dat de Minis ter, die wel heel groote bevoegdhe den krijgt, onwil- „T lé'keurig voor alge- Mevr. MackayKatz rrieeri belang zal (C.-H.). aanzien wat in- 't wezen der zaak veeleer een. groepsbelang is en betwijfelde voorts of de Regeering. wel voldoende in staat is na te' gaan in hoeverre een. verbods maatregel dieiit te worden uitgevaardigd. De heer Bakker verklaarde hierna, dat zijn standpunt en dat van zijn partijgenoote slechts gradueel, niet principieel van elkaar verschilden. Deze afgevaardigde voelde niets voor den corporatieven staat, hoopte intus schen dat de wet op soepele wijze zal worden toegepast en zou haar 't liefst eén tijdelijk karakter, b.v. voor 5 of 6 jaar geven. Ook de heer Schilthuis (v.-d.) drong op heel voorzichtige toepassing van de wet aan, we gens t' gevaar dat de ondernemers h u n be lang als 't algemeen belang zullen voor stellen. Maar de tegenwoordige omstandig heden vereischen wel een gebondenheid der economische belangen. Na eerst betoogd te hebben, dat de ontwikkeling van het maat schappelijk leven meer en meer aan het in dividualisme den rug heeft toegekeerd, vroeg de heer Botteweg (a.-r.) of het behoefte- element niet een zwakke stee in het ontwerp vormt, terwijl hij zich verder aansloot bij hen, die voor beperking van den werkings duur voor de regeling hadden gepleit. Na een uiteenzetting van Mr. v. d. Goes van Na te es (s.-d.) over de taak, die z.i. de be- drijfsraden in deze materie hoorden te kun nen vervullen zijn partijgenoot Vos was hiervoor al opgekomen en nadat de heer de Mar chant et d'A n s embo u r g nat.-soc.) verklaard had, dat zijn fractie niets ziet in dit ontwerp en daarom tegen zal stemmen, hield Mr. Kortenhorst (r.-k.) een rede ter weerlegging van de kritiek van Dr. Bierema en Mevr. Mackay-Katz. Vervol gens sloot de heer Smeenk (a.-r.) zich in hoofdzaak bij z'n fractiegenoot Botteweg aan, nog eens onderstreepende, dat voor hem het zwaartepunt van de wet ligt in de mo gelijkheid vestigingsverboden in verband met industrialisatie-streven uit te vaardigen. Minister Steenberghe begon met een juridisch-taailesje ter verdediging van het door een enkelen spreker gecritiseerde ge bruik van het woord „bedrijf", in plaats van de door hen geprefereerde term „onderne ming". om vervolgens te betoogen, dat de wet heusch niet het „zalig zijn de bezitters" verheerlijkt en evenmin, dat zij den weg per se verspert voor ondernemende menschen met patenten, welke van groot nut voor het bedrijfsleven zouden kunnen zijn. Wel wordt onderzocht of er overproductie is, of de meest moderne bedrijfsvoering enz. toepas sing vindt in 't algemeen èn in het bedrijfs belang. Dan zal men zich in bepaalde bedrij ven niet kunnen vestigen zonder vergunning van den Minister, welke deze weigert in ge val van strijd met het algemeen belang. De overheid zal heusch niet op den stoel der bedrijfsdirecties gaan zitten en voor vrees, dat men (de bestaande bedrijven) achter een schutting zal gaan indichten bestaat geen reden. Te snelle inschakeling van de bedrijfsra- den en van de arbeidersorganisaties zou dezen schade toebrengen. Deze hier in te schakelen zou gelijk staan met hun een slechten dienst te bewijzen. Het wetsontwerp beoogt rekening te hou den met structureele wijzigingen, heeft niets met crisis-omstandigheden te maken. En dus voelt Minister Steenberghe niets voor be perking van den werkingsduur. Het behoefte-element is in 't ontwerp op genomen met 't oog op overbezetting in ver schillende branches. De heelé regeling dient slechts om van overheidswege tegen exces sen te kunnen ingrijpen, dit als sluitstuk van de verschillende reeds bestaande maatrege len tot bescherming van het bedrijfsleven. Kortom het ontwerp is niets anders dan een simpele eenvoudige regeling ten behoeve van het bedrijfsleven. Nadat bij repliek mevr. Mackay-Katz verklaard had, dat 's Ministers standpunt het voorstel voor haar onaannemelijk maak te, kwam de Kamer aan de amendementen toe. Daarover morgen nader, E. v. R. Pogingen tot verlaging der vaste lasten. DE kwestie van de vaste las ten in den tuinbouw heeft herhaaldelijk reeds een punt van bespreking uitgemaakt en on langs nog heeft de minister van Economische Zaken in de Tweede Ka mer meegedeeld, dat het in zijn voor nemen lag de tot stand koming te be vorderen van plaatselijke organisaties in den tuinbouw, die naar zijn mee- ning in staat zouden zijn crediteu ren en debiteuren tot elkaar te bren gen. Thans zijn daaromtrent nadere richtlijnen uitgewerkt. De regeering is van meening dat pogingen om te komen tot de noodzakelijk geachte herziening der geldelijke verplichtingen van het tuinbouwbedrijf behooren uit te gaan van het bedrijfsleven zelf, meer in het bij zonder van ten deze samenwerking zoekende organisaties op tuinbouwgebied. Wel is de regeering bereid, de ontplooiing van dit par ticulier initiatief te bevorderen en aan het streven naar de saneering der tuinbouwbe drijven de behulpzame hand te bieden door aan op deze wijze gesaneerde bedrijven steun in natura te verleenen, welke steun aan de rendabiliteit van het bedrijf ten goede komt. De pogingen om tot vrijwillige verlaging dei- bedrijfslasten te geraken, waar dit noodig is, zullen ongetwijfeld de gunstigste resultaten kunnen dragen, indien de algemeene mede werking van alle daarvoor in aanmerking ko mende organisaties worden verkregen. Hierbij wordt gedacht aan boerenleenbanken, standsorganisaties op tuinbouwgebied en tuin bouwveilingen. Het verkrijgen van een bevredigende oplos sing van het vraagstuk der vaste lasten in den tuinbouw zal in belangrijke mate kunnen worden bevorderd, als deze organisaties el kander voor dit doel weten te vinden en in elke plaats waar de behoefte bestaat aan dit bemiddelend optreden, uit hun midden een commissie vormen, die zich bereid ver klaart ten behoeve van den tuinder, die haar hulp inroept, onderhandelingen betreffende de regeling der bedrijfslasten te openen met zijn schuldeischers. De samenstelling dei- commissie en de onderlinge samenwerking barer leden zal waarborg dienen te bieden, dat de tuinders zich in volle vertrouwen met hun moeilijkheden tot haar kunnen wenden en dat zij haar moeilijke en delicate taak op de juiste wijze zal kunnen verrichten. Het ligt in het voornemen van den minister om de commissie, die aan de daarvoor gestelde eischen beantwoordt, als zoodanig te erken-, nen. De commissie die bij de uitvoering van haar arbeid zal worden bijgestaan door den rijks- tuinbouwconsulent in haar district, zal er naar hebben te streven door overleg met de schuldeischers de op het bedrijf rustende las ten zoodanig te verlagen, dat in het aldus gesaneerde bedrijf weer een bestaansmoge lijkheid voor den tuinder aanwezig is. Wanneer inderdaad dit doel wordt bereikt en het bedrijf dus financieel gesaneerd is, kan de commissie aan de hand van reeds ver zamelde gegevens en nader vast te stellen richtlijnen een voorstel doen ten aanzien van door den minister van economische zaken eventueel te verleenen steun in natura. (b.v. meststoffen of onderhoudswerken. In zulke gevallen, waarvoor uit den aard der zaak be paalde normen zullen worden vastgesteld, kan de commissie het voorstel doen, deze kosten voor rekening van het rijk te nemen. Het rapport omtrent de in elke zaak bereikte resultaten, eventueel vergezeld van een ad vies omtrent steun in natura, dient te worden ingezonden aan het regeeringsbureau voor de uitvoering van de Landbouwcrisiswet 1933, afdeeling III, Lange Voorhout 3 te 's-Gr? ven- hage, welk bureau met de uitvoering van deze regeling is belast.'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 2