Bedrijfsvergunningen-wet in
behandeling.
Extra-contingent lichting 1938 moet
opkomen.
D'
MIDDENSTANDS
INSTITUUT
KUNSTGEBITTEN
LAGE PRIJZEN
Tuinbouw zal
worden geholpen.
DONDERDAG 10 MAART 1938
Commandant Bouwe Vlas van het „Leger des Heils" vertrok Woensdag- met zijn
eehtgenoote per „Marnix van St. Aldegonde" naar Indië. Het afscheid aan boord.
Regeling thans vastgesteld.
Wie in aanmerking komen.
k E regeeringspersdient deelt ons het
volgende mede:
Bij de wet van 2-1 Februari 1938 tot
wijziging van de Dienstplichtwet, is
onder meer bepaald, dat de verhooging van
de sterkte van de jaarlijksche lichting zal
aanvangen met de lichting 1938, die reeds
voor een groot gedeelte is ingelijfd en waar
voor de inlijving van andere gedeelten nog
moet plaats hebben.
Bij Kon. besluit zijn thans regelen vast
gesteld omtrent de wijze, waarop de verster
king van de lichting 1938 zal worden ver
kregen. Hierbij vallen 3 groepen te onder
scheiden:
1. De vrijgestelden en de vrijg'eloten, die
zonder voorbehoud en met instemming van
hun w,ettelijken vertegenwoordiger schrifte
lijk hebben verklaard liever te willen dienen.
2. Zij, die vrijgeloot zijn,
3. Een gedeelte van hen, die de voorkeur
hebben gegeven aan behoud van vrijstelling
of die aan hun voorkeur omtrent dienen
eenig voorbehoud hebben verbonden.
Wie tot de derde groep zullen komen te be-
hooren. wordt uitgemaakt aan de hand van
de lotingsnummers, wat ook in de lijn ligt
van de aanvankelijke samenstelling van het
contingent. Het gedeelte, dat van laatstbe
doelde groep alsnog tot gewoon dienstplich
tige zal worden bestemd, bedraagt ongeveer
1/8 van de geheele sterkte van deze groep.
Voor die groep van personen wordt in elke
gemeente of groep van gemeenten begonnen
bij het laagste lotingsnummer. Voor de lich
ting 1938 werd indertijd uitgeloot de naam
Carel Frederik Brandse, geboren 14 Januari.
Bij dezen naam of bij den naam, die alpha-
betisch op dezen volgt, wordt dus in elke
gemeente of groep van gemeenten begon
nen en hierbij worden uit den aard der zaak
overgeslagen de namen van hen, die reeds
tot gewoon dienstplichtige bestemd zijn of
om de een of andere reden, zooals afkeuring,
niet voor bestemming tot gewoon dienst
plichtige in aanmerking komen.
Tot welken naam het extra-con
tingent van deze lichting zal loopen,
valt niet nauwkeurig te voorspellen.
Het zal ook eenigermate verschillen
tusschen de onderscheidene gemeen
ten of groepen. Wel echter bestaat
de verwachting, dat dit contingent
voor de meeste gemeenten niet ver
der zal reiken dan tot de geslachts
namen, die beginnen met een G of
H. In dat geval zullen degenen, wier
geslachtsnamen beginnen met een
I, eén J enz. en ook met een A of een
B voor zoover de naam alphabe-
tisch vooraf gaat aan Brandse, hier
voor genoemd buiten aanwijzing
tot gewoon dienstplichtige blijven
en dus de hun indertijd verleende
vrijstelling wegens broederdienst be
houden.
Recht op vrijstelling.
De nadere aanwijzing tot gewoon dienst
plichtige zal niet te kort doen aan het recht
op vrijstelling wegens kostwinnerschap of
persoonlijke onmisbaarheid cn evenmin de
gelegenheid verminderen tot het verkrijgen
van uitstel, voor zoover belanghebbenden
naar de algemeene, daarvoor bestaande, re
gelen in aanmerking komen.
Belanghebbenden zullen zoo spoedig moge
lijk van den burgemeester bericht van hun
nadere aanwijzing ontvangen. Spoedig daar
na kunnen zij een nader bericht verwachten
omtrent het korps, waarbij zij moeten die-
lien, en den tijd van opkomst. Voor het
meerendeel zal de opkomst moeten plaats
hebben einde Maart of begin April a.s. Zij.
die vrijstelling of uitstel willen vragen, doen
het best zich hiervoor te wenden tot den
burgemeester, zoodra zij het eerste van de
hierbedoelde berichten zullen hebben ont
vangen.
Wat den duur van de eerste oefening be
treft, zullen de nieuwe gewone dienstplich
tigen nog niet vallen onder de verlenging,
die eveneens door de wetswijziging over eeni-
gen tijd zal intreden, althans indien zij op
komen op den thans voor hen bepaalden
tijd. Indien zij uitstel vragen en eerst op een
lateren tijd de eerste oefening volbrengen,
bestaat er kans, dat de verlenging van oefen
tijd ook op hen zal worden toegepast.
De staking bij Van Heek Zn.
Arbeiders aanvaarden het voorstel van den
Rijksbemiddelaar.
De rijksbemiddelaar in het derde district,
prof. mr. A. C. Josephus Jitta heeft in een
Dinsdagmiddag onder zijn leiding gehouden
conferentie met de partijen, betrokken bij het
conflict bij de N.V. Textielmaatschappij L. van
Heek en Zonen te Losser, aan deze voorgesteld
om het voorstel van de directie, in de vorige
vergadering gedaan, op de volgende punten te
wijzigen of aan te vullen:
1. Voor de 2- en 3-cylinderspmners, aanlap-
pers en opstekers wordt ©en groepsgemiddelde
vastgesteld, waarin een loon'sverhoog'ing van
10 pet. wordt opgenomen.
2. Het loon van de tweemachine trolsters en
alle aanlegsters wordt met 7 pet. verhoogd.
3. De loonen der drossers en afzetters zul
len met 5 pet. worden verhoogd.
4. De loonen der arbeiders, die niet op pro
ductie werken, zullen, waar noodig, worden
hei-zien en verhoogd, terwijl de achterstallige
loonen worden uitbetaald
5. Er worden geen rahcunemaatregelen ge
nomen.
De arbeidersorganisaties hebben dit voorstel
aangenomen, zoodat nu gewacht wordt op
het antwoord van de directie.
Kapitale boerderij afgebrand.
Ruim veertig stuks vee in de vlammen
omgekomen.
Woensdagmiddag' omstreeks half zes ont
stond te Oppenhuizen, gemeente Wymbritze-
radeel, nabij, Sneek, brand in de groote boer
derij. bewoond door den heer B. Dijkstra en
eigendom van notaris Poelstra te Leeuwar
den. De boerderij staat ruim een half uur van
den weg af en is alleen per vaartuig te be
reiken. De electrische stroom, die voor het be
drijf noodig is, wordt door een motor en dy
namo ter plaatse opgewekt. Woensdag waren
monteurs bezig eenige herstellingen uit te voe
ren. Toen de motor op het genoemde tijd
stip werd aangeslagen ontstond kortsluiting
en in een oogwenk stond alles in vlammen.
De brandweren van Wymbritzeradeel en
Sneek konden niet ter plaatse komen, zoo
dat aan blusschen niet te denken viel.
Nadat de boerin en de vier kinderen in vei
ligheid waren gebracht, hebben de boer. zijn
knecht en de monteurs een gedeelte van het
vee, dat in het groote koehuis stond, kunnen
redden, namelijk drie-en-twintig stamboek
koeien en een stier, doch de overige beesten
veertig koeien, een paard en eenige veulens
kwamen in de vlammen om.
Binnen een uur was alle^ tot den grond toi
afgebrand, mede tengevolge van den krachti-
gen wind. De heer Dijkstra had eenige brand
wonden opgeloopen.
Verzekering dekt de schade,
Commandant Bouwe Vlas naar
Indië vertrokken.
De commandant van het ..Leger des Heils'
in Nederland, de heer Bouwe Vlas, is Woens
dagmiddag vier uur met het motorschip van
de maatschappij ..Nederland", de „Marnix
van St.-Aldegonde" van Amsterdam naar
Indië vertrokken.
Aan boord van de Marnix hield de com
mandant een korte bidstond, waarna hij het
commando voor den tijd van drie maanden
overgaf aan kolonel A. C. Beekhuis.
Onder de talrijke belangstellenden, die bij
dit afscheid aanwezig waren, merkten wij op
overste Boswijk, garnizoenscommandant van
Amsterdam, een lid van de directie der maat
schappij „Nederland" en vele stafofficieren
van het hoofdkwartier van het „Leger des
Heils"
Landbouwer onder tractor geraakt
en gedood.
Woensdagmiddag is de vijfendertigjarige
landbouwer L. B.. wonende te Maastricht, op
een akker nabij de Bilserbaan, dood aange
troffen. De man lag onder den tractor, waar
mede hij het land bewerkte. Vermoedelijk is
hij onder het rijden afgestapt en toen onder
de machine terecht gekomen, waarbij de dood
vrijwel onmiddellijk moet zijn ingetreden.
B. was gehuwd en had zeven kinderen.
Zilveren Vloot vliegt uit op
27 Maart.
Zomervlucht van de K. L. M.
Ter gelegenhend van de opening van den
zomerdienst van het Europeesche luchtver
keer houdt de K.L.M. op Zondag 27 Maart
een zomervlucht met een aantal Douglasvliei
tuigen.
Onder het motto De zilveren vloot vliegt
uit", zullen vijf Dougiastoestellen van de
Nederlandsche Maatschappij het luchtruim
kiezen, te weten één D.C. 3 en vier van het
type D.C. 2. Waarschijnlijk zal de Tsjechische
C.L.C. eveneens een van haar Douglasvliegtui-
gen naar Schiphol afvaardigen om deel te
nemen aan de zomervlucht.
Het vertrek van de Amsterdamsehe lucht
haven is op 15.00 uur bepaald en de volgende
route zal worden gekozen:
Schiphol, Amsterdam, 't Gooi, (Muiden,
Naarden, Bussum,"Hilversum), Utrecht, Gouda
Waalhaven (vlucht boven de'„Nieuw Amster
dam"), Rotterdam, Den Haag, Leiden (boven
de bloembollen vel den) Haarlem, Schiphol,
De duur van de vlucht zal ruim één uur be
dragen.
16 RIJKSSTR.WEG 16
HAARLEM-N. - TELEF. 16726
m. garantie tegen onze bekende
Spreekuren
lederen morgen van 912 uur.
Avondspreekuren
Dinsdag en Donderdag 7—9 uur.
Spreekuren
Gr. Houtstr. 99, Tel. 13728
lederen middag van 1.304 uur.
Avondspreekuren:
Maandag, Woensdag, Vrijdag
van 79 uur.
(Adv. Ingez. Med.)
Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en
Plantkunde.
Wintervergadering te Aalsmeer.
De Koninklijke Nederlandsche Maatschap
pij voor Tuinbouw en Plantkunde heeft
Woensdag haar winterbijeenkomst gehouden
in hotel „De drie kolommen" te Aalsmeer.
Jhr. G. F. van Tets van Goidschalkoord, die
de vergadering presideerde, zeide in zijn
openingswoord met betrekking tot de geboor
te van Prinses Beatrix, dat hij van ganseher
harte hoopte, dat H. K. H. later evenveel be
langstelling zou koesteren voor de maat
schappij als haar voorouders.
De heer H. Veendorp te Leiden sprak ver
volgens over de beteekenis van de botanische
tuinen voor den invoer van nieuwe tuinbouw-
gewassen.
Tijdens een gedachtenwisseling, die na deze
lezing werd gehouden, - opperde de secretaris
der maatschappij, de heer J. C. Mensing, het
idee om de botanische tuinen selecties uit
zaadlijsten en catalogi te doen publiceeren,
opdat de kweekers een handleiding hebben
bij het zoeken naar goede, doch onbekende
cultuurplanten.
Een lid wees er op, dat er gelegenheid be
staat om planten uit Zuid-Afrika te krijgen.
Half Augustus vertrekken eenige hoogleeraren
daarheen, vergezeld van studenten. Zij doen
ook Madagascar aan. Er brak nu een pauze
aan, waarin de aanwezigen zich verzamelden
aan een gemeenschappelijke lunch.
De eerste spreker na de lunch was de heer
H. D. Krijger te Amsterdam, die sprak over
hetgeen artis op tuinbouwgebied, bezit.
De heer D. Eveleens Maarse te Aalsmeer
vertelde iets uit de geschiedenis van de sering.
Van het geslacht Syringa, aldus spr. zijn on
geveer een 30-tal species bekend, waarvan
slechts twee in Zuid-Oost Europa voorkomen.
De rest is voor het overgroote deel inheemsch
in China en Korea, terwijl ook in het Hima-
lajagebergte twee species voorkomen. Het
meest van belang voor ons is wel Syringa
Vulgaris, waarvan nu pl.m. 430 variëteiten
bekend en beschreven zijn, Van eenig belang
is ook nog Syringa Oblata, als zijnde een der
ouderplanten van Syringa Hyacinthiflora, die
ontstaan is uit beide eerder genoemde varië
teiten. De Syringa Vulgaris was oorspronke
lijk inheemsch in Zuid Oost Europa, en wel
in Roemenië, Zuid Slavië, Bulgarije en Grie
kenland. Van Constantinopel uit werd de ge
wone sering in Europa ingevoerd. Spr. wijdde
zijn aandacht uitvoerig aan het forceeren van
seringen en besloot met het - opnoemen van
variëteiten, die voor Aalsmeer, 's werelds cen
trum van seringencultuur, van belang zijn.
De voorzitter sloot hierop de vergadering.
TWEEDE KAMER.
Verzet van verschillende zijden.
Pleidooi werkingsduur te
beperken.
DEN HAAG Woensdag,
Vadertje staat pleegt zich tegenwoordig
meer -dan ooit met de belangen van de burge
rij bezig te houden. In het thans aan de orde
zijnde wetsontwerp gaat het zelfs zoover, dat
er „op verzoek van -een of meer ondernemers
of een of meer ondernemers-organisaties in
een bepaalde nijverheidstak, een algemeene
maatregel van bestuur kan worden uitgevaar
digd, welke in die tak van industrie vestiging'
van nieuwe (of uitbreiding van bestaande)
ondernemingen zal verbieden. Zulk een alge
meene maatregel zal „slechts" toelaatbaar
wezen als bedrijfsvestiging ongewenscht
in verband met 1) 't bestaan eener onderne
mersovereenkomst in een tak van nijverheid;
met overwegende beteekenis voor de economi
sche verhoudingen in die tak: 2) of wel in
verband met 't lichaam van wettelijke maat
regelen tot bescherming van die nijverheids
tak (contingenteering, tariefbescherming) 3)
óf met 't oog op industrialisatie-pogingen in
de betreffende nijverheidsbranche. De Mi
nister die deze wet moet uitvoeren zal den al-
gemeenen maatregel pas kunnen uitvaardi
gen na een vaste commissie van den Econo
mische Raad gehoord te hebben. Het vesti-
gings- of uitbreidingsverbod kan zich even
tueel alleen tegen het voortbrengen van bij
den bestuursmaatregel aan te wijzén goede
ren of het verrichten van daarbij aan te wij
zen diensten keeren. Is eenmaal een vesti
gingsverbod uitgevaardigd, dan heeft men,
om toch tot vestiging te kunnen overgaan,
speciale vergunning noodig, die dan weer aan
bepaalde voorwaarden gebonden kan zijn.
De vader van het Plan van den Arbeid, Ir.
Vos (s.d.) houdt
van ordening, was
dus met den prin-
cipfeelen opzet van
het aanhangige
voorstel wel inge
nomen, maar hij
achtte het ver
keerd, dat een alge
meene maatregel
inzake 'n vesti
gingsverbod alleen
op verzoek van on
dernemers- en niet
ook van arbeidtrs-
zijde tot stand kan
komen. De arbeiders
behooren toch
eveneens tot 't be
drijfsleven. Hoe viel
Dr. S. E, B. Bierema
V (Vrijheidsbond)
's Ministers opvatting t-e rijmen met het Ka
tholieke solidarisme?
Dr. Bierema (lib.) verklaarde niet
standpunt in te nemen, dat de overheid zich
nooit met. het bedrijfsleven .mag bemoeien.
Vooral in crisisomstandigheden dient- zij daar
toe wel bevoegd te zijn". Maar in tegenstelling
tot de soc. dem. opvatting kent hij aan het
vrije ondernemers-initiatief meer voor- dan
nadeelen voor de maatschappij toe. Spr. er
kent, dat er heel wat kapitaal verloren is ge
gaan, veel sociaal leed veroorzaakt als be
drijven het loodje moesten leggen. Intusschen
is het gevaar, dat de overlieid bij uitroeping
van de haar door dit voorstel toegekende be
voegdheden, mistast, ongetwijfeld groot en
vooral ook, dat zij niet zoozeer door het alge
meen belang als wel door bepaalde groeps
belangen op sleeptouw wordt genomen. Dit
geldt in 't bijzonder, wanneer men wegens
industrialisatie-pogingen tot 'n vestigingsver
bod zal overgaan. De liberale woordvoerder, die
het beter zou hebben gevonden indien een
door de Regeering uit te vaardigen verbods
maatregel achteraf de wettelijke goedkeuring-
zou behoeven, wenschte het antwoord van den
Minister af te wachten, al gaf hij nu reeds te
kennen, dat z.i. het algemeen belang dit wets
ontwerp niet noodig maakt.
Al even bezwaar
lijk vond Mevrouw
M a c k a y-K a t z
(c.-h.) het aan-
-hangige voorstel,
in 't bijzonder nu
het niet als crisis-
ontwerp ter tafel
was gekomen doch
om blijvende wer-
king te - hebben.
Spreekster vreesde
ook, dat de Minis
ter, die wel heel
groote bevoegdhe
den krijgt, onwil-
„T lé'keurig voor alge-
Mevr. MackayKatz rrieeri belang zal
(C.-H.). aanzien wat in- 't
wezen der zaak
veeleer een. groepsbelang is en betwijfelde
voorts of de Regeering. wel voldoende in
staat is na te' gaan in hoeverre een. verbods
maatregel dieiit te worden uitgevaardigd.
De heer Bakker verklaarde hierna, dat
zijn standpunt en dat van zijn partijgenoote
slechts gradueel, niet principieel van elkaar
verschilden. Deze afgevaardigde voelde niets
voor den corporatieven staat, hoopte intus
schen dat de wet op soepele wijze zal worden
toegepast en zou haar 't liefst eén tijdelijk
karakter, b.v. voor 5 of 6 jaar geven. Ook de
heer Schilthuis (v.-d.) drong op heel
voorzichtige toepassing van de wet aan, we
gens t' gevaar dat de ondernemers h u n be
lang als 't algemeen belang zullen voor
stellen. Maar de tegenwoordige omstandig
heden vereischen wel een gebondenheid der
economische belangen. Na eerst betoogd te
hebben, dat de ontwikkeling van het maat
schappelijk leven meer en meer aan het in
dividualisme den rug heeft toegekeerd, vroeg
de heer Botteweg (a.-r.) of het behoefte-
element niet een zwakke stee in het ontwerp
vormt, terwijl hij zich verder aansloot bij
hen, die voor beperking van den werkings
duur voor de regeling hadden gepleit. Na
een uiteenzetting van Mr. v. d. Goes van
Na te es (s.-d.) over de taak, die z.i. de be-
drijfsraden in deze materie hoorden te kun
nen vervullen zijn partijgenoot Vos was
hiervoor al opgekomen en nadat de heer
de Mar chant et d'A n s embo u r g
nat.-soc.) verklaard had, dat zijn fractie
niets ziet in dit ontwerp en daarom tegen zal
stemmen, hield Mr. Kortenhorst (r.-k.)
een rede ter weerlegging van de kritiek van
Dr. Bierema en Mevr. Mackay-Katz. Vervol
gens sloot de heer Smeenk (a.-r.) zich in
hoofdzaak bij z'n fractiegenoot Botteweg
aan, nog eens onderstreepende, dat voor hem
het zwaartepunt van de wet ligt in de mo
gelijkheid vestigingsverboden in verband met
industrialisatie-streven uit te vaardigen.
Minister Steenberghe begon met een
juridisch-taailesje ter verdediging van het
door een enkelen spreker gecritiseerde ge
bruik van het woord „bedrijf", in plaats van
de door hen geprefereerde term „onderne
ming". om vervolgens te betoogen, dat de
wet heusch niet het „zalig zijn de bezitters"
verheerlijkt en evenmin, dat zij den weg per
se verspert voor ondernemende menschen
met patenten, welke van groot nut voor het
bedrijfsleven zouden kunnen zijn. Wel wordt
onderzocht of er overproductie is, of de
meest moderne bedrijfsvoering enz. toepas
sing vindt in 't algemeen èn in het bedrijfs
belang. Dan zal men zich in bepaalde bedrij
ven niet kunnen vestigen zonder vergunning
van den Minister, welke deze weigert in ge
val van strijd met het algemeen belang. De
overheid zal heusch niet op den stoel der
bedrijfsdirecties gaan zitten en voor vrees,
dat men (de bestaande bedrijven) achter een
schutting zal gaan indichten bestaat geen
reden.
Te snelle inschakeling van de bedrijfsra-
den en van de arbeidersorganisaties zou
dezen schade toebrengen. Deze hier in te
schakelen zou gelijk staan met hun een
slechten dienst te bewijzen.
Het wetsontwerp beoogt rekening te hou
den met structureele wijzigingen, heeft niets
met crisis-omstandigheden te maken. En dus
voelt Minister Steenberghe niets voor be
perking van den werkingsduur.
Het behoefte-element is in 't ontwerp op
genomen met 't oog op overbezetting in ver
schillende branches. De heelé regeling dient
slechts om van overheidswege tegen exces
sen te kunnen ingrijpen, dit als sluitstuk van
de verschillende reeds bestaande maatrege
len tot bescherming van het bedrijfsleven.
Kortom het ontwerp is niets anders dan een
simpele eenvoudige regeling ten behoeve van
het bedrijfsleven.
Nadat bij repliek mevr. Mackay-Katz
verklaard had, dat 's Ministers standpunt
het voorstel voor haar onaannemelijk maak
te, kwam de Kamer aan de amendementen
toe. Daarover morgen nader,
E. v. R.
Pogingen tot verlaging der
vaste lasten.
DE kwestie van de vaste las
ten in den tuinbouw heeft
herhaaldelijk reeds een punt
van bespreking uitgemaakt en on
langs nog heeft de minister van
Economische Zaken in de Tweede Ka
mer meegedeeld, dat het in zijn voor
nemen lag de tot stand koming te be
vorderen van plaatselijke organisaties
in den tuinbouw, die naar zijn mee-
ning in staat zouden zijn crediteu
ren en debiteuren tot elkaar te bren
gen. Thans zijn daaromtrent nadere
richtlijnen uitgewerkt.
De regeering is van meening dat pogingen
om te komen tot de noodzakelijk geachte
herziening der geldelijke verplichtingen van
het tuinbouwbedrijf behooren uit te gaan
van het bedrijfsleven zelf, meer in het bij
zonder van ten deze samenwerking zoekende
organisaties op tuinbouwgebied. Wel is de
regeering bereid, de ontplooiing van dit par
ticulier initiatief te bevorderen en aan het
streven naar de saneering der tuinbouwbe
drijven de behulpzame hand te bieden door
aan op deze wijze gesaneerde bedrijven steun
in natura te verleenen, welke steun aan de
rendabiliteit van het bedrijf ten goede komt.
De pogingen om tot vrijwillige verlaging dei-
bedrijfslasten te geraken, waar dit noodig is,
zullen ongetwijfeld de gunstigste resultaten
kunnen dragen, indien de algemeene mede
werking van alle daarvoor in aanmerking ko
mende organisaties worden verkregen.
Hierbij wordt gedacht aan boerenleenbanken,
standsorganisaties op tuinbouwgebied en tuin
bouwveilingen.
Het verkrijgen van een bevredigende oplos
sing van het vraagstuk der vaste lasten in den
tuinbouw zal in belangrijke mate kunnen
worden bevorderd, als deze organisaties el
kander voor dit doel weten te vinden en in
elke plaats waar de behoefte bestaat aan
dit bemiddelend optreden, uit hun midden
een commissie vormen, die zich bereid ver
klaart ten behoeve van den tuinder, die haar
hulp inroept, onderhandelingen betreffende
de regeling der bedrijfslasten te openen met
zijn schuldeischers. De samenstelling dei-
commissie en de onderlinge samenwerking
barer leden zal waarborg dienen te bieden,
dat de tuinders zich in volle vertrouwen met
hun moeilijkheden tot haar kunnen wenden
en dat zij haar moeilijke en delicate taak op
de juiste wijze zal kunnen verrichten. Het
ligt in het voornemen van den minister om
de commissie, die aan de daarvoor gestelde
eischen beantwoordt, als zoodanig te erken-,
nen.
De commissie die bij de uitvoering van haar
arbeid zal worden bijgestaan door den rijks-
tuinbouwconsulent in haar district, zal er
naar hebben te streven door overleg met de
schuldeischers de op het bedrijf rustende las
ten zoodanig te verlagen, dat in het aldus
gesaneerde bedrijf weer een bestaansmoge
lijkheid voor den tuinder aanwezig is.
Wanneer inderdaad dit doel wordt bereikt
en het bedrijf dus financieel gesaneerd is,
kan de commissie aan de hand van reeds ver
zamelde gegevens en nader vast te stellen
richtlijnen een voorstel doen ten aanzien van
door den minister van economische zaken
eventueel te verleenen steun in natura. (b.v.
meststoffen of onderhoudswerken. In zulke
gevallen, waarvoor uit den aard der zaak be
paalde normen zullen worden vastgesteld, kan
de commissie het voorstel doen, deze kosten
voor rekening van het rijk te nemen.
Het rapport omtrent de in elke zaak bereikte
resultaten, eventueel vergezeld van een ad
vies omtrent steun in natura, dient te worden
ingezonden aan het regeeringsbureau voor
de uitvoering van de Landbouwcrisiswet 1933,
afdeeling III, Lange Voorhout 3 te 's-Gr? ven-
hage, welk bureau met de uitvoering van
deze regeling is belast.'