Een goede zakenvrouw Geestdrift in Weenen. De Mariahilferstrasse gevuld met een dichte menigte tijdens het bezoek van Adolf Hitler aan „de tweede stad van het Duitsche Rijk" De Oostenrijksche dagbladen dragen reeds het hakenkruis in den kop der voorpagina Nieuws uit Oostenrijk. De Duitsche soldaten lezen op hun post in Voralberg de laatste berichten omtrent den intocht van het Duitsche leger in Oostenrijk en de aankomst van Hitier te Weenen De veiligheid op den weg. Te Chelmsford werd onder auspiciën der verkeerspolitie een veelzijdige demonstratie ge geven op het gebied van de veiligheid bij snelverkeer Z. K. H. Prins Bernhard opende Dins dag de nieuwe machinehal, de Beatrix- hal genaamd, van de Jaarbeurs te Utrecht De Oostenrijksche gezant te Den Haag, Z. Exc. Georg Alexich, die uit Weenen opdracht had ontvangen, de Oostenrijk sche legatie ter beschikking van het Duitsche gezantschap te stellen, is Dinsdag naar Brussel en Luxemburg vertrokken Het sportvliegtuig P.H. -A.P.N. van de Ned. Luchtvaart School vloog Dinsdagmiddag nabij Schiphol tegen het dak van een huis, waarna het aan den rand van een nabijliggende sloot terecht kwam. De situatie na het ongeluk Voor het Poolsche consulaat te Weenen staan in onafzienbare rij de gegadigden voor passen en visa naar het buitenland FEUILLETON door HERMAN ANTONSEN. 3) Val knikte en stak een sigaret aan. Onder het wachten babbelde ze vriendelijk met de mannen. De kerels, die voor kolonel Ran- some reden, voelden een zekere verwantschap met zijn slankgebouwde, rossige kleindoch ter. Zo hield immers van alles, wat voor hen een levensvoorwaarde vormde? Ze zette on derlinge rui terwedstrijden op touw. huurde het stadspark af. zorgde voor muziek, loofde prijzen uit eri deed zelf brutaalweg mee. om dat ze voelde voor dergelijke dingen. De meesten dier mannen hadden haar zien op groeien van op haar pony tot op een paard. Haar auto kwam aangereden en de koe- drljver leek heelemaal niet op zijn plaats in den grooten, roomkleurigen, schitterenden roadster. Ze schoot een gelen polomantel over haar kleeren aan en nam het stuur over. „Zullen julie voor me op Stingaree passen?" vroeg ze. „Hij heeft me vandaag bijna dood getrapt. maar ik vind hem toch een schat". Ze wuifden met hun hoeden, toen ze over schakelde en wegsnorde. De grootvader van Valentine Ransome was een Texasser hoofdofficier geweest. Men wedde er indertijd om, dat hij den dood zou vinden met zijn kaplaarzen aan en een zes- loopsrevolver in iedere hand. En dat zou hij ook gedaan hebben, als hij niet zoo lang geleefd had, dat hij tot Gouverneur was ge- hozen; toen stierf hij tot zijn groote ergernis in bed en zijn nalatenschap bestond uit drie honderdduizend bunder land en twee pisto len met afgevijlde trekkers. Die stoere oude schietwapens werden op geborgen en vergeten; maar zijn vechtlustige aard herleefde, na' een geslacht lang gesla pen te hebben, in zijn kleindochter Valen tine. Ze was zestien, toen er op het grondbezit van de familie Ransome petroleum werd ont dekt. Ze gaf er geen steek om. Toen reeds was ze in staat een weerbarstig paard te temmen, een strik te spannen en een wild rondspringend kalf met den lasso te van gen. ze droeg alleen rokken, als ze moest en als haar oude grootvader 't nog had gehoord dat haar vader haar naar een kostschool wilde sturen zou hij gelachen hebben. Hij had er bijna zes maanden en een Congres- besluit voor noodig. Ze ging tenslotte, omdat haar vader haar ervan wist te overtuigen, dat haar overleden moeder het graag gezien zou hebben. Ze ging dus naar Fanniiigton en daarna het land uit naar Vevey. Iemand zei tegen haar vader, dat haar handen zoo geschikt waren voor muziek maken sterk en fijn- gevormd en buigzaam. Ze had werkelijk zul ke handen; maar de muziek in haar hart bestond in het trappelen van paardenhoeven, het knarsen van wagenwielen en het kner pen van tuigleer. Ze had er geen zin in, een jaar lang in München te gaan studeeren, enkel en alleen omdat iemand tegen haar vader gezegd had. dat haar handen zoo ge schikt waren om te musiceeren. Ze kwam naar huis in flatteuze Parijsche kleeren, slank, uitgegroeid en wereldwijs. Een week later liep ze in een Ieeren rijbroek en kap laarzen rond en had haar sleutelbeen ge broken. Kolonel George Ransome- vond dit bar ver velend. Hij was een man van stand en in vloed; hij was bankpresident, had groote aandeelen in den 'veestapel en de olie-in dustrie en was vijftien millioen dollar rijk. Met zijn beroemden naam was het volstrekt geen onmogelijkheid, dat hij nog eens tot se nator of gouverneur zou worden gekozen. Hij zou natuurlijk nooit zoo kunnen rijden of schieten als grootvader Ransome, maar denkelijk zou hij een waardiger gouverneur zijn. Hij zou niet vloeken in den senaat of op ongelegen oogenblikken zijn laarzen uit gooien. En daarom was hij wel wat geërgerd, toen hij langs een omweg hoorde, dat zijn dochter midden in het verkeer kunsten te paard uitgehaald had. Was dat een manier van doen voor de dochter van een deftigen burger? „Fatsoen en waardigheid!" bromde hij, heen en weer drentelend, op een dik karpet voor een grooten, uit ruwen steen gebouw den haard, die wel eenigë overeenkomst toonde met zijn gelaatstrekken. „Geen schijntje zelfs!" Hij bleef staan en stak zijn vinger tegen zyn zoon op. „Hoe kan iemand in vredesnaam roeke loos op een paard rijden? Begrijp jij dat, Ned? Ik ook niet. En toch heeft Val dat ge daan! Dat doet men toch niet meer tegen woordig? Midden door het drukke verkeer heeft ze gegaloppeerd. En de Associated Press geeft er een heel relaas over. Waardigheid? Geen schijn of schaduw ook maar!" Ned ging er vandoor en liep de trap op naar de kamer van Valentine. Ze had juist een bad genomen en zich in een kimono ge huld. „Zoo. Ned", begroette ze hem. ..Wat ben je nog niet in avondcostuum? Weet je dan niet. dat we in avondcostuum dineeren, sedert vader solliciteert voor gouverneur?" „De kolonel steekt een philippica over waardigheid in de huiskamer af. Wat is er van aan, dat je door de hoofdstraat als een razende gereden hebt?" „Een jonge man moest den trein halen". „Toch waar?' vroeg Ned belangstellend. „Wie dan wel?" Valentine ging zitten eh begon haar koper- kleurigen haardos te kammen. „Ik weet niets van hem af. dan dat zijn naam Jonathan Corint-hius blair is en och verdraaiddat hijdat hij een beetje krankjorum is". Ze keerde zich om en keek haar broer aan. „Dat vond ik juist zoo leuk in hem, Ned. Hij doet dingen, die de tegenwoordige lui niet meer aandurven". Ze keek hem glim lachend langs haar kam heen aan. „Er zijn zooveel heerlijke dingen, die de menschen van tegenwoordig niet meer doen", zei ze peinzend. „Bijvoorbeeld?' vroeg Ned uitnoodigend. „Och, op. een rijdenden trein springen van een galoppeerend paard af. Ik heb dat nooit zien doen, behalve dan op de film, voordat Jonathan Blair het vandaag 'm lapte'. „Och", zei Ned. „dat zou allemaal heel mooi en aardig zijn, als je nog jong was; maar voor lui over de tachtig behoorde een trein toch te stoppen". „Je snapt er geen steek van", pruttelde Valentine tegen. ..Ik wil dat heelemaal niet aanbevelen als een goede manier, om op een trein te springen. Ik wil alleen maar zeg gen dat als andere dingen mislukt zijn, het heerlijk is tot* zoo'n krankzinnig ding in staat te zijn. Probeer dat ook maar eens!" „Dat kan ik niet. Ik studeer rechten. Ik zal een rechtskundig licht worden en zeer eerzaam en fatsoenlijk leven. Maar vertel me eens wat meer over dien gekken kerel". „Hij denkt, dat ik een koeiendrijfster ben", zei Valentine. En weer brak ze in juichend schaterlachen uit. .En het speet hem zoo, dat ik geen geldprijs gewonnen had. Op mijn eigen wedstrijd, Ned! En hij zou eens met een voetbalwedstrijd meedoen, en verrekte toen zijn nek, voordat hij nog aan het spelen was". „Noukrankzinnig lijkt hij me wel!" bromde Ned. „En het valt niet te zeggen, wat hij nog meer gedaan zou hebben. Hij raakte net aar dig op streek, toen de trein binnenliep. En, het is niet te zeggen, wat hij verder nog doen zal ook! Een heel interessante jonge man!" „Dat. klinkt als één per millioen", vond haar broer. Hij stond op en klopte haar op haar schouder. „Kom, je moest je maar gaan voorbereiden om den kolonel onder de oogen te komen. Als je een advocaat noodig" hebt, roep mij dan maar. Ik heb wel een beetje practijk noodig". Met een heel tevreden ge- zich verliet hij het vertrek. Ze trok een donkerkleurige avondjapon aan. die de kleur van haar haren en haar slanke gestalte voordeelig deed uitkomen. Zorgvuldig schoof ze een krulletje qp zijn plaats terug, zette haar lippen even aan en bekeek zich in den spiegel. ,,'n Koeiendrijfster!" mompelde, ze met een glimlachje. Ze ging naar beneden. Haar vader stond met de handen op zijn rug voor den haard en zag er in zijn avondcostuum deftig en so lide uit. Ned zat op den divan. Hij grinnikte en vouwde zijn handen samen, toen hij haar zag aankomen. „Goedenavond, Valentine", zei de kolonel op plechtigen toon. „Heb je toevallig de kranten al ingekeken? Er staat een verhaal over jou in. Een bericht van de Vereenigde Persbureaux. Dat wil zeggen dat het in heel wat kranten staat. Valentine, ik zou graag zien. dat je dergelijke dingen niet meer deed''. „Het spijt me heel erg", zei ze. haar arm door den zijne stekend. „TT weet toch wel, schat, dat ik u voor geen geld ter wereld on aangenaamheden bezorgen wil?" „Die rodeo's bijvoorbeeld", zei haar vader. „Kun je nu heusch niets anders bedenken? Het is al erg genoeg, dat je de mannen en de beesten van de ranch weghaalt, zonder dat je er zelf in meerijdt. Je zou een onge luk kunnen krijgen. Goeie genade, heb ik al geen zorg genoeg?" „Nu ja, maar ik moet toch iets te doen hebben", zei ze. „U hebt ook van ruiterfees ten en zoo gehouden. Maar", vervolgde ze met een zucht, „dat was voordat u door het volk gekozen wilde worden". (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 10