HET NIEUWE AVONDBLAD Gevonden BERECHT 23e JAARGANC No. 119 DINSDAG 22 MAART 1938 EJMUIDÜR COURANT ABONNEMENTEN per week 12'/! ets., per maand 5fi cents, p. kwartaal 1.65. Geen incasso kosten. Losse nummers 3 cents. Kantoor Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301 VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN. UITGAVE LOURENS COSTER, MIJ. VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG DRUKKERIJ N.V. DIRECTIE P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM. ADVERTENTIëN: 1—6 regels 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE TEVEN- EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. POSTGIRO 310701 Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 2000.—, overlijden 400 verlies van hand, voet of oog 200.—, beide leden duim 1100.—, een lid duim J 50.—, alle leden wijsvinger 60. één of twee leden wijsvinger 25.—, alle leden anderen vinger 15.—, één of twee leden anderen vinger 5.—, arm- of beenbreuk 30.—, enkelbreuk 15.—, polsbreuk 15.—. Opvarenden van visschers-, marinevaartuigen enz. ƒ400.— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaarttot een maximum van ƒ2000.—, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés tengevolge mocht hebben. Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden. IJMUIDEN Oratorium „Sarnson". Uitvoering van Handel's werk op 31 Maart a.s. Het oratorium „Samson" dagteekent van het Jaar 1742 en is ongetwijfeld een der voortref felijkste en allerwegen meest op prijs gestelde werken van den meester, die zelf voor deze compositie de grootste voorliefde had. Over de verklaring van dit feit later. Het gegeven van „Samson" is ontleend aan het bekende bijbelverhaal, dat we beschreven vinden in het Boek der Richteren, hoofdstuk ken 13, 14, 15 en 16 en wel in het bijzonder datgene wat over de laatste levensjaren van dezen Oud-Testamentischen held handelt. Samson, de Sterke. Den vader van Samson, Manoah, werd door een Engel des Heeren bij diens voorspelling, dat hij een zoon te wachten was, tevens aan gezegd: „Een zoon op wiens hoofd geen scheer mes zal komen. Hij zal Israël uit de heer schappij der Filistijnen, waaronder zij reeds 40 jaren zuchten, verlossen" Hoofdstuk 15 is vol over die kracht van Samson, de Sterke. Dalila is voor hem „de fatale vrouw", die hem van zijn kracht weet te berooven, door hem het geheim ervan te ontlokken: „Indien ik geschoren werd, zoo zou mijn kracht van mij wijken en ik zou zwak worden en wezen als alle menschen". Wanneer het oratorium aanvangt is Samson door zijn vijanden, de Filistijnen gevangen genomen en door hen blind gemaakt. In treurigen toestand is hij aanwezig op een feest, dat de Filistijnen vieren ter eere van hun heidenschen god Dragon, dien zij in hun zang verheerlijken. Mikah, de vriend van Samson, nadert hem met andere Israëlieten en is diep getroffen door de treurige houding van den held, die eenmaal zijn vijanden versloeg. De klaagzang van Samson (nr. 4), welke begint met de woorden: „Nacht ist's umher", is van een ont roerende schoonheid. Heeft Handel wellicht zijn eigen lot hierin doorvoeld, h,l„ dat hij op lateren leeftijd zelf blind zou worden? Een grootsch koorwerk sluit op deze aria onmid dellijk aan, nl. dat der Israëlieten: „O alles Lichtes Quell". Samson erkent zelf de schuld van zijn onge luk te zijn en tracht zijn lijden te dragen in de overtuiging, dat de machtige Jehovah Dagon ter neder zal vellen. Het tweede deel. In het tweede deel zendt Mikah in de schoone alt-aria met koor; „O hör' mein Flehn, all- macht'ger Gott", een gebed ten hemel, opdat Samson toch spoedig door den dood van alle ellende verlost moge worden. Dalila tracht op nieuw hem aan zich te binden, maar zelfs de liefelijke tonen van het lied „Vertrau', o Sam son, meinem Wort. Nür die Liebe g'ibt wahre Seligkeit", waarin de sopraan gelegenheid vindt in trillers en coloratuur haar talent te toonen, kunnen hem niet bekoren en hij wijst haar koel af. Het vlaggeschip van de HollandAmerika Lijn, de „Nieuw Amsterdam", heeft Maandagmorgen om half vier de Rotterdamsche haven ver laten voor het maken van een driedaagsche technische proefvaart tusschen Plymouth en Boulogne. Het schip op den Nieuwen Waterweg. Stephen Jansen. Hierna nadert een Filistijnsche reus, Hara- pha, zijn onmachtigen, blinden vijand. Over moedig door diens toestand daagt hij hem tot een tweegevecht uit. Beide partijen, de Israë lieten en de Filistijnen, roepen ieder de hulp van hun God in. Het prachtige koor der eer sten „Hör', Jacobs Gott!" lost zich daarna op in een z.g. dubbelkoor „Ehret auf seinem ew'gen Tliron", dat een fraaie typeering is van de meesterlijke wijze waarop Handel zijn stem- mengangen tot een geheel weet samen te voegen. Het derde deel. In de bekende tempel-scène wendt Samson zich tot Jehovah, Israëls God, met de bede hem nog eenmaal zijn vroegere kracht terug te geven. Hetgeen geschiedt, waarna Samson den tempel verwoest, de Filistijnen en zichzelf onder de puinhoopen bedelvend. Droevig klin ken dan de klaagtonen der Israëlieten en de treurmarseh bij het lijk van den held, dat grafwaarts gedragen wordt. Tenslotte worden deze lijkzangen vervangen door een krachtig slotkoor ter eere van den gevallene en tot verheerlijking van Jehovah: „Laut schalie unsTer Stimme voller Chor, ewig zu preisen Gottes Macht und Herrlichkeit!" De oorsprong van „Samson". De bekende Engelsche dichter Milton ver werkte het verhaal uit het Bijbelboek over Samson in een in de 18cle eeuw zeer bewonderd gedicht, Samson Agonistes getiteld. Naar dit gedicht heeft Handels oude medewerker New ton Hamilton den tekst van het oratorium se- schreven. Het verhaal opende voor den com ponist perspectieven, waarmede hij reeds sinds zijn jeugd vertrouwd geweest was. De door Milton bedachte reus Harapha, de blinde Sam son, de vader van den held Manoah, al deze figuren waren voor den musicus even zoovele gelegenheden met zijn composities te bewijzen tot wel een hoogen trap hij met en door zijn kunst gestegen was. In den blinden Samson zag hij de gestalte van zijn moeder, die even eens het gezichtsvermogen miste, terug. En ook den meester was dit droeve lot beschoren Handel schreef den „Samson" in den tijd van vijf weken en vrijwel tegelijk met zijn ander meesterwerk de „Messias". De eerste opvoering van het hierboven besproken werk geschiedde echter eerst op 18 Februari 1743 te Londen, waar het een uitgesproken succes werd en vele toehoorders tot in den ziel roerde. Ongetwijfeld zal men van „Looft den Heer" mogen verwachten, dat het met „Sam son" den muziek- en zangliefhebbers weder om een avond van onverdeeld kunstgenot zal schenken. W, VERGADERING SCHILDERSGEZELLEN. Hedenavond houdt de afdeeling IJmuiden van den Nederl. Schildersgezellenlbond een vergadering voor vakgenooten in „Ons Huis", IJmuiderstraatweg Sjpreker is de heer A. J. Dooyes, Amster dam, voorzitter van den bond, over het on derwerp „De beteekenis van het nieuwe col lectieve contract in het schildersbedrijf". CHR. NAT. WERKMANSBOND. In een der zijzalen van de nieuwe Ned. Herv. Kapel te Santpoort kwam de afd. Velsen van bovengenoemden bond in propaganda- vergadering bijeen. Na de gebruikelijke ope ning en schriftlezing en het zingen van een Gezangvers, hield de voorzitter, een bijbelin leiding naar aanleiding van het gelezen ge deelte Lucas 19 vers 29—44. In zijn openings woord richtte hij een speciaal woord van wel kom tot den bondspropagandist en tot de aanwezigen, daarbij wijzende op het geestelijk- ideëele goed, dat door den Werkmansbond wordt voorgestaan en bevorderd. Vervolgens werd een verversching aangeboden, waarna de propagandist sprak over „Doel en streven van den Werkmansbond". De bond, aldus spreker, is geboren uit den drang naar beleven van het Ned. Herv. begin sel, als gevolg van de kerkelijke beroeringen van omstreeks 50 jaren geleden. Zijn kerkelijk karakter heeft de bond tot nu toe bewaard en hij is in dien weg menigeen ten zegen geweest, omdat hij wil uitdragen het groote beginsel van de wet Gods. „Mebt God lief bo ven alles en uw naaste als u zeiven". Allen die daarmede instemmen, vereenigt de bond in zijn midden, werknemers en werk gevers, zij allen kunnen elkander in den bond, vinden. Na met tallooze sprekende voorbeel den aangetoond te hebben de verwording dei- geesten, zoowel nationaal als internationaal, bepaalde spr. de aanwezigen bij den abso- luten eisch van gehoorzaamheid aan Schrift en belijdenis, waarbij hij aantoonde, dat alleen in dien weg vrede kan worden gevonden zoo wel individueel als maatschappelijk. Gedron gen door de liefde van Christus, helpt men de zwakken door het fondswezen, dat in den bond een groote plaats heeft verkregen en tot grooten bloei is gekomen, Na een schitterende peroratie, eindigde spreker, de aanwezigen vurig aansporende mede de schouders te zetten onder den arbeid van den bond, opdat men zelf gezegend, an deren ten zegen zij. Een aangename bespre king volgde, waarbij de spr. gelegenheid vond. eenige practische zaken nader toe te lichter en aan te bevelen. De voorzitter dankte vervolgens de spre ker voor zijn rede en spoorde mede naar aan leiding van dit woord aan tot krachtig voort werken. De propagandist sloot met dankgebed. LEZING OVER IJSLAND. Voor het Instituut voor Arbeidersontwikke ling hield gisteravond in „Ons Huis" aan den IJmuiderstraatweg de heer Jelle Troelstra een lezing over IJsland, waarvoor veel belang stelling was. De bijéénkomst werd geopend door den voorzitter van het Instituut, den heer P. Buts, die er op wees, dat nu eens niet een politiek onderwerp besproken zou worden, maar dat Jelle Troelstra iets zou vertellen over de cul tuur van IJsland. Er zal zich ook een zangkoor doen hooren en bovendien verheugen we ons er over, zeide spreker, dat we een zoon van onzen grooten voorganger P. J. Troelstra in ons midden hebben. De heer Troelstra noemde, wat hij van avond zou bespreken als 't ware een tegen wicht tegen de politieke moeilijkheden, een cultureel houvast, het. vormen waarvan het Instituut ons in staat stelt. Spreker zeide, dat het Noorden op hem al tijd een geweldige aantrekkingskracht heeft gehad. Dat komt misschien, zeide spr. omdat hij een Fries is. In de romans en de verhalen van reizigers uit het hooge Noorden zit iets jeheimzinnigs, daar voelen we de geweldige grootsche natuur achter staan. Spr. noemde als voorbeeld Gösta Berling van Selma La- gerlöf. Met een Deenschen collega wilde spreker oorspronkelijk naar Groenland gaan. Hier voor was een permissie noodig van den direc teur, van de Acadamie van Beeldende Kuns ten, van den Koning en van den directeur van de Grönlands Handelsbank. Zij kregen die alle maar toen kwam de griep en naar aanleiding hiervan werd de voorwaarde ge steld dat de reizigers een maand in Gothaab in quarantaine moesten blijven, zoodat er slechts 3 -weken voor het bezoek aan Groen land overbleef. En daarop kozen ze IJsland tot hun reisdoel. IJsland zeide spreker is een land als geen ander, het is een land van vuur en ijs en bovendien het land van de oude sagen, die precies zijn als de natuur in dit merkwaardige land, triest, monotoon, vurig, maar ook grootsch. IJsland is een voorland tot de Poolstreken. Aardrijkskundig behoort het tot Amerika, staatkundig en ook taalkundig behoort het tot Scandinavië. Het is driemaal zoo groot als Nederland en het telt slechts 100.000 inwo ners. Het ligt op een soort onderzeesehen drempel, die loopt van Ierland en de Hebriden tot de Oostkust van Groenland. Deze drempel vertelt ons, dat eens twee werelddeelen Euro pa en Amerika waren verbonden. Deze drem pel sluit ook het ijskoude water van de IJszee af en het warme water van den Atlantischen Oceaan. Het warme water van den Golf stroom trekt over dezen drempel langs de kust van IJsland, waardoor dit eiland een ty pisch zeeklimaat heeft. Des winters ligt de Noordkant van het eiland achter een ijsblok- kade. De gemiddelde wintertemperatuur ligt tusschen 0 gr. en 2 gr. C„ de zomertempera- tuur tusschen 9 gr. en 10 gr. C. Toen spreker het eiland in 1919 bezocht, was de toestand er heel anders dan nu. Er was geen enkele goede weg. Er is thans een belangrijke „Frem- denindustrie", die bevorderd wordt door de Statourist. Er is op IJsland Jökull (vastijs), waar nog nooit iemand overheen is geweest. Het is bekend, dat IJsland vóór den ijstijd een tro pisch klimaat had. Er waren geweldige bos- schen en thans vindt men er nog slechts dwergberkjes. In den loop der eeuwen is alles weggespoeld door de lava der vuurspuwende bergen en werd het land één barre rotsgrond De gletschers zijn van het oude ijst-ijdperk overgebleven. Een latere werking der vulka nen heeft het land opnieuw geteisterd. Er is zeer weinig vruchtbaar land. De grootschheid, de rust van 't land. heeft spre ker ten zeerste getroffen. Voor spreker als kunstschilder viel er veel te genieten. Spreker maakte een tocht langs een van de grootste rivieren de Hvita (Wit water) en vertelde daarna iets van de dieren, die op IJsland leven. Het belangrijkste en nuttigste dier is de pony, een zeer sterk dier. Koeien zijn er maar weinig, maar er zijn ontzaggelijk veel vogels, waarvan de belangrijkste is de die beschermd wordt door de re- (Onder de gemeente Alkmaar is Zaterdag het eerste kievitsei ge vonden Het eerste is weder gevonden, De tijding doet weer door het land Van monden tot monden de ronde. Met algemeen watergetand. De kievit was alweer een tijdje Terug op het laaglandsche nest, En 't vrouwtje deed weer op een eitje Haar groen zwartgespikkelde best. De lekkerbek likt zich de lippen, Er schittert iets warms in zijn oog, Dat 's anders dan 't werk van de kippen, Al is nu de prijs hog wat hoog. 't Idee doet zijn neusvleugels krullen, Ze worden wel lager in prijs, Wat zal hij er dan weer van smullen. Met zout en een hapje radijs. Het voorjaar, dat altijd attente, Heeft ook weer voor hem iets gebracht. Lang leev' de lieftallige lente, Waarop hij zoo lang heeft gewacht. Daar bouwde een kievit op 't weitje Een nestje voor zieh en gezin, Zijn vrouw legde daarin een eitje En tevens veel eer ermee in. Dat zij dan haar kievitenglorie Al ziet z' ook niet in dien geest. Van Alkmaar begint de victorie, Zooals het al meer is geweest. P. GASUS. geering. Deze eidergans levert de eiderdons, waarvan de IJslanders hun heerlijke bedden maken. Daaraan heeft spreker de aangenaam ste herinneringen. De zee om IJsland is onnoemlyijk rijk aan visch (kabeljauw). Overal in Reykjavik en elders ruikt men de kabeljauw, die bij mas sa's op de rotsen gedroogd wordt. Eerst in de latere jaren heeft IJsland een vlsschersvloot gekregen. Spanje was de grootste afnemer van de IJslandsche stokvisch. Het gevolg is, dat er thans veel armoede heerscht, door dat Spanje niet meer afneemt. Het schaap is een van de belangrijkste middelen van bestaan. Zij leveren de beroem de IJslandsche wol. Spreker stond daarna stil bij de schiedenis van IJsland, die dateert uit de 5e eeuw. Het IJslandsche rijk werd in 930 ge sticht. De bevolking is zeer ontwikkeld. Analpha- beten zijn er niet. De letterkunde is er volks kunst, die zich verbreidt van mond tot mond. Vooral de kennis der oude sagen is er zeer verbeid. Na zijn interessante causerie werden eenige plaatjes vertoond. Vervolgens zong het koor tje en de heer Troelstra besloot zijn lezing met eenige persoonlijke indrukken. INTREDE DS. CALLENBACH. Naar wij vernemen, zal ds. G. F. Callen- bach, beroepen predikant bij de Hervormde gemeente IJmuiden-Oost (Goede Herderkerk) Zondag 29 Mei a.s. zijn intrede doen, VECHTPARTIJ KOSTTE EEN SPIEGELRUIT. Bij een vechtpartij tusschen eenige, jongens in de Oranjestraat, werd een spiegeruit in den winkel van den heer B. vernield. Zij, die zich met ingang van 1 April aer kwartaal abonneeren, ontvangen de in Maart nog te verschijnen nummers gratis. DE ADMINISTRATIE. Voor den Politierechter. Onder vrienden. Een kruidenier deed zijn zaakje aan een kennis over, ontving den koopprijs en vertrok uit het perceel met medeneming van zijn eigendommen, voorzoover die niet verkocht waren. Tot die eigendommen zou ook nog een kist met kruidenierswaren behoord hebben, welke door den gelukkigen kooper cadeau ge geven zou zijn, van welke cadeaugeverij de kooper nu echter geen herinnering meer had. De verkooper was er zeker van en vertelde aan een kennis, bij wien hij in pension was of ging, wat hij alzoo gekregen had en die mededee- ling zou den ander zoo van de wijs gebracht hebben, dat hij opeens ook lust gevoelde om in den winkel te gaan grasduinen. Hij deelde dit den ex-winkelier mee en deze was al da delijk bereid om een handje te helpen. Daarop gingen ze samen naar den winkel om bij den nieuwen winkelier een praatje te maken en een kopje koffie te drinken, welk bezoek eeni ge malen herhaald werd, zoodat het heel niet vreemd voorkwam beiden in den winkel te zien. Tijdens de koffievisite bleef de inventa ris onaangeroerd, maar nu gebeurde het ook, dat de winkelier, die er heel alleen woonde, zijn huis verliet en daarop loerde de vrouw van den kameraad van den vorigen winkelier, die haar man dadelijk een seintje gaf en daar gingen de beide mannen, die nog een sleutel der winkeldeur ter beschikking hadden, naar en in den winkel, pakten links en rechts wat weg zonder te groote gaten te maken en brach ten den buit naar huis. Dat spelletje beviel zoo goed, dat het winkeltje ten slotte op een ruiende kip ging gelijken, wat den nieuwen eigenaar niet kon ontgaan. Zijn beide vrien den, die nog geregeld op koffievisite kwamen, niet in het minst wantrouwende, begreep de winkelier er geen steek van, dat zijn winkeltje leeg raakte en er geen geld in kas kwam in verhouding tot hetgeen verdwenen was, tot dat zijn aanstaande, die wat minder goed van vertrouwen was, de aandacht op de beide kof- fievrienden ging vestigen. De politie ging op zoek, vond een aantal artikelen bij de beide vrienden, waardoor zij in het politiebureau kwamen en de juffrouw, die voor uitkijk had gespeeld, het op de zenuwen kreeg. De politie deed de gevonden winkelgoederen den terugweg weer aannemen, maar de win kelier ging aan 't inventariseeren en toen bleek, dat er wel voor 300 weg was, terwijl er maar voor 75 was' terug gevonden. Nu kwam uit, dat de ex-winkelier bij zijn vertrek klanten had meegenomen en aan hen goede ren had verkocht. De twee vrienden stonden thans terecht voor diefstal en zeiden, dat ze veel berouw hadden, dat ze de schade wilden vergoeden en al gedeeltelijk vergoed hadden, alles in de hoop op een voorwaardelijke straf, waartoe het re- classeeringsrapport eenigszins het uitzicht opende, maar de officier vond het zoo'n zeld zaam gemeene streek, dat hij voor een voor waardelijke straf niet te vinden was en drie maanden onvoorwaardelijk eischte. De verdedigers wezen erop, dat de verdach ten nooit te voren veroordeeld waren en dat ze onnadenkend en dom waren geweest. De eene verdachte nam een houding aan of hij het kwalijk nam, dat hij vervolgd werd, welke houding heel geschikt was om hem een onvoorwaardelijke straf te bezorgen. Niette min wilde de politierechter het nog' eens met voorwaardelijk probeeren, gelet op het blanco strafregister, maar met de bepaling, dat de schade welke, na hetgeen teruggegeven en reeds betaald was, op 75 werd geschat, moet worden vergoed. De koning dei' smokkelaars. Zoo noemde de rijksadvocaat een man, die terechtstond voor het smokkelen van cigaret- tenpapier of liever voor het vervoeren van ge smokkeld papier. Toch was die man nooit ver oordeeld, maar dat was volgens den rijksad vocaat nu juist het koninklijke, dat hij zóó ge slepen was, dat hij allen belastingambtenaren te slim af was. Hij, als koning der smokkelaars liet zijn onderdanen de zaakjes opknappen en bleef zelf buiten schot. Maar dat nam niet weg, dat zijn reputatie bij de fiscale ambte naren zoo gevestigd was, dat hij zelfs de eer genoot in het rapport van de Volkenbonds commissie te Genève vermeld te zijn als co caïnesmokkelaar, evenals een andere Hollan der, die zijn speciale vriend is en hier al tal van vonissen voor smokkelarij achter den rug heeft. Die windt er trouwens geen doekjes om, dat hij zich aan de smokkelsport wijdt. De rijksadvocaat gaf een lange lijst van alles wat men wist of vermoedde en meende dat, nu de smokkelkoning eindelijk eens tegen de lamp was geloopen, hij er niet zoo gemakkelijk moest afkomen, waarom hij den officier ver zocht een zware gevangenisstraf te eischen. Nu kwam echter 's konings verdediger aan het woord en rafelde de acte van beschuldiging zoodanig uit, dat er niet veel van over bleef. De verdediger betoogde dat zijn cliënt feitelijk een braaf burger was, want hij leverde co caïne- en andere smokkelaars aan den fiscus over. Wat de smokkelarij van het cigaretten- papier betreft, daar was de man ook onschul dig aan. Hij was met zijn bovengenoemden vriend uit Genève gaan zwemmen en zoodoen de had hij plaats genomen in diens auto, ge heel onbewust van het feit, dat daarin een ge heime bergplaats met gesmokkeld cigaretten- papier was en onschuldig was hij zijn vriend behulpzaam geweest bij het uit den wagen ha len van een koffer. Eerst toen die koffer open viel zag hij, dat er boekjes van dat papier in zaten en feitelijk drong het niet eens tot hem door, dat dit gesmokkeld papier kon zijn. Maar zoo onschuldig bekeek de politierech ter den verdachte toch niet, want deze had relaties met smokkelaars en wist heel goed, dat zijn medezwemmer een verhard smokke laar was. zoodat het praatje van de onschul dige kofferdragerij niet aannemelijk was. De officier eischte 6 maanden gevangenis straf, de politierechter gaf er drie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 1