Visschenhüid: Opvoeding voor het leven We Voorjaars- m a ntels Een nieuw modeartikel Nieuwe Uitgaven Voor handige vingers T V R JJ D A G 25 M A A R T 1938 v iedei Wat Vader denkt over Moeder's omgang met de kinderen. ie voedt eigenlijk de kinderen op, Vader of Moeder? Een prachtig on derwerp voor een debat, waarbij ieder geslacht wel voor zijn eigen eer op .zal komen. Maar een vraag die geen absoluut antwoordt vindt. Immers: in de meeste gevallen bijzondere omstandigheden uitgezonderd berust de opvoeding bij Vader en Moeder beide en als de verhouding tus- schen deze twee goed is, kan hieruit een prach tige, harmonische samenwerking voortkomen. Samen bepalen Vader en Moeder de groote lijnen, waarlangs de opvoeding zich zal moe ten bewegen. Dit spreekt vanzelf en wannear de lijnen eenmaal zijn vastgesteld, dan is het ook zaak een ernstige zaak dat beide zich hieraan houden. Dit sta ten allen tijde voorop. En verder? Och, verder stuiten we op een zeer groot ver schil in mentaliteit tusschen man en vrouw; een verschil, waardoor hun beider invloed op de levens der kinderen wordt bepaald. In de opvoeding vertegenwoordigt de Vader het krachtige, hardende, tot het leven voorberei dende element; de Moeder het soepele, ver zachtende, vertroostende. Het ligt in het wezen der natuur; dat dit zoo is en 't is mits men dit diepgaande verschil juist weet aan te wen den een groot voordeel in de opvoeding. Moeder, bij wie meestal de dagelijksche lei ding berust, mag heusch gerust wat geven en nemen, wat „menschelijk" en wat opportunis tisch zijn, wat gezellig schipperen, als ze de bovengenoemde groote lijnen maar niet uit het oog verliest en het ook niet erg vindt, als haar man haar eens op de vingers tikt, wan neer hij vindt, dat ze de teugels een ietsje teveel heeft gevierd. En Vader mag zich gerust erlustigen in zijn Spartaansche principes, als ij maar begrijpt, dat jonge kinderen geen verantwoordelijke menschen zijn en eerst nog een flinke dosis moederlijke koestering noodig hebben voor het harde leven begint. Als bei den dit van elkander verstaan, gaat de opvoe ding glanzen als een juweel! Enkele punten, waarop onze echtgenooten ons zeer terecht weieens op de vingers tikken, mogen hier volgen (want we zijn immers nooit te oud om te leeren!)*: Als ik de kinderen den heelen dag om me heen had, zooals jij aldus Vader dan zou ik niet eischen, dat ze alsmaar zoet waren en „nergens aan zaten". Een bepaald kwantum beweging, oproerige en opgewonden kreten, wilde spelletjes heeft een kind noodig, 't is z'n goed recht. Maar zet ze niet ergens neer waar ze dingen kunnen bederven; geef ze de ruimte in den tuin, de gang of op straat, waar ze geen kwaad kunnen. Maar a 1 s ze binnen zijn, moet je stipte ge hoorzaamheid en orde eischen. Aan tafel, in 't bijzijn van vreemden, bij 't naar bed gaan kun je nooit streng genoeg zijn. Eén woord moet dan voldoende zijn; als meermalen ver bieden noodig blijkt, ligt 't aan jezelf. De oorzaak is dan, dat je innerlijke houding den eersten keer niet krachtig genoeg was. Je verbood Jan, met z'n schoenen over den tafel poot te schuren en dacht intusschen aan iets anders, bijv. aan een paar boodschappen, die je wilde doen of aan 't schoteltje van van middag. Door die halfheid sloeg 't verbod niet in; Jan doet het weer en je verspilt heel wat kracht met verbieden en je boos maken. Kost bare kracht, die je had kunnen sparen! Verder zou ik, als ik eenmaal een straf had opgelegd, er onherroepelijk aan vasthouden, dat die werd uitgevoerd. Ik erger me steeds als lk Moeders met verheffing van stem hoor zeggen: „Ik verzeker je, dat je direct na 't eten naar bed gaat" en dan vijf minuten later, als 't kind met tranen in de oogen beterschap heeft beloofd „nu, dan zal ik 't je voor dezen keer maar vergeven". Het kind komt hierdoor absoluut op een verkeerden weg: hij leert twijfelen aan den ernst van zijn opvoeders en hun verboden. Ik zou ook trachten 'k weet dat dit moei lijk is! altijd m'n eigen gevoelens er buiten te houden. Als een jongen door ruwheid een onnoozel dingetje breekt zou ik 't niet minder erg vinden dan wanneer hij een kostbare vaas stukgooit: de fout van het kind is dezelfde. Ik zou ook nooit klappen om de ooren geven, want ik zou bang zijn voor het afreageeren van eigen zenuwen. Ik' zou trachten, m'n kinderen zooveel mo gelijk als volwassenen of liever: als aan staande volwassenen, te behandelen. Ik zou ze niet met het doel om ze te sparen iets wijs maken, dat niet waar is. Als ze naar den tandarts moeten, zou ik niet zeggen; ,,'t doet heusch geen pijn", maar „probeer nu eens dapper te zijn". Boven de acht jaar zou ik ze geregeld bood schapjes voor me laten doen en ze hun verant woordelijkheid laten voelen. Verliezen ze geld of doen ze domme dingen, dan moeten ze ook maar terdege voelen, dat ze tekort geschoten zijn, maar ik mag hen uit angst voor schade deze levensles niet onthouden. Maar aan den anderen kant; geen nagezeur. Geef straf, als 't noodig is, maar zonder de toevoeging „wat doe je me een verdriet!" En is de straf afgeloopen, laat dan ook alles weer volkomen in orde zijn. Ik zou niet al te bang zijn om de kinderen in aanraking te brengen met de werkelijkheid, van het leven. Lage, gemeene dingen mogen" we voor hen verbergen; harde dingen, waar mee ze later tóch in aanraking komen, moeten ze vroegtijdig onder 't oog zien. Het is bijv. on natuurlijk en onwaarachtig om alle gedachten aan ziekte en dood van kinderen verre te hou den. Spreekt er ronduit over, wanneer 't pas geeft; hun kinderlijke levenskracht geeft hun een gezond tegenwicht tegen sombere gedach ten. En ten slotte: span je een beetje in bij 't beantwoorden van kindervragen; maak je er niet met een Jantje van Leiden af. Probeer hen de dingen zoo goed mogelijk uit te leg gen. Snappen ze 't niet, dan hebben ze ten minste de voldoening, dat je toch belangstel ling voor hun vragen hebt getoond Aldus Vader op z'n praatstoel, 't Is werke lijk allemaal heel logisch wat hij zegt. We kunnen dan ook alleen tegenwerpen: „Ja maar, ik heb heusch nog wel iets anders te doen dan de kinderen opvoeden. Ik moet onderdehanden dan komt er een lange waschlijst. De logica van Vader's opmerkingen moeten we echter volmondig erkennen, al zou h ij mis schien ook wel een eindje beneden zijn eigen ideaal blijven als hij „onderdehand" zooveel te beredderen had! 12831 BEROEPSKUSSEN. De Engelsche tooneelspeler Palmer heeft onlangs eens een „balans" opgemaakt van zijn loopbaan, waarbij hij tot de volgende opsom ming kwam: Ik ben 45 jaar bij het tooneel 'geweest, opgetreden 9991 maal in 1112 ver schillende stukken en in 1876 verschillende rollen. Ik heb me 2827 keer verloofd en ben 887 maal getrouwd. Ik had 1731 kinderen, n.l. M2l dochters en 310 zonen. Ik gaf 12.831 kus sen en kreeg er ongeveer evenveel terug. Ik was 3 maal blind 19 maal doof, 16 maal stom en 10 maal doofstom; 118 maal keizer, 455 maal koning, 101 maal prins, 511 maal een voornaam edelman, 4 maal sultan, 241 maal spook, 118 maal bedelaar; ik werd 177 maal vergiftigd, 211 maal doodgestoken. 532 maal neergeschoten, 155 maal terechtgesteld. Slechts 9 maal stierf ik een natuurlijken dood. Tennisvest Drie typen voorjaars- en zomermantels brengt ons de rijke mode-1938: de lange ge tailleerde jas, geliefkoosde „redingote" van de Parisienne, de wijde sportman tel, uitgevoerd in tweed of ruige wollen stof en de gekleede namiddagmantel, licht en luchtig van vorm en materiaal. Onze teekening geeft u enkele voorbeelden: Links een alleraardigst model in een soepele wollen stof van heldere of pasteltint, zooals dezen zomer veel zal worden gedragen. De Vlotte Drie verschillende typen naar keuze. eenige versiering bestaat in de vier grappige zakken. Daarnaast een fijne Sportjas, die zoo buitengewoon practisch is, omdat hij ook desnoods over een mantelpakje kan worden gedragen en dus uitstekende diensten kan bewijzen voor op reis. Vervolgens een „redin gote", die in zooverre afwijkt van het klassie ke type, dat de taille door een ingezet „keurs- je" is gemarkeerd en tenslotte een lange jas van eenvoudiger vorm. De figuurnaden van voren en van achteren en de groote borstzak ken geven een elegant model. Onuitputtelijke bron van schilderachtige effecten. Sinds korten tijd prijken onze schoenen étalages met molières en pumps vanvis schenhüid. Zoo oppervlakkig lijkt het op het reeds lang' bekende slangenhuid, maar bij nadere beschouwing ziet men duidelijk 't ver schil. Visschenhüid is een nieuw modeartikel, dat thans, vooral in Duitschland, bij groote hoe veelheden wordt verwerkt. Een artikel met verrassend veel mogelijkheden! 't Heeft ove rigens lang genoeg geduurd, vóór men deze' mogelijkheden ontdekte en wist te benutten. Reeds in den oorlogstijd begon de Berlijner boekbinder Franz Martini te experimenteeren met huiden van kabeljauwen, karpers, schel - visschen, tarbotten en andere consumptie- visschen en al spoedig bleek hem, dat de vis schenhüid, na enkele bewerkingen te hebben ondergaan, niet alleen voor boekbanden, maar ook voor tasschen, ceintuurs, knoopen, hand schoenen, kraagjes en zelfs schoenen kon wor den gebruikt. De gelooide visschenhüid is bui tengewoon soepel, kan naar hartelust in alle richtingen worden gebogen en wordt door ver dere bewerkingen reukloos en taai gemaakt. Zij biedt een onuitputtelijke bron van schil derachtige effecten, want de huid van iedere vischsoort is weer verschillend geteekend. Op twee manieren wordt de visschenhüid thans verwerkt: tot het taaie dikke vischleer en het dunnere, gladdere vischperkament, dat geheel doorzichtig is. 't Laatste wordt veel voor boekbanden gebruikt en is bijzonder prac tisch omdat het de handteekening en titel te gelijk beschermt en goed doet uitkomen. Eerst maakt men dus een eenvoudige kartonnen band, waarop de titel van het boek en even- tueele versieringen worden aangebracht en dan plakt men hier een doorschijnende band van vischperkament overheen. Op die manier wor den bijzonder fijne, zachte effecten verkregen. Het dikkere vischleer biedt tallooze moge lijkheden van toepassing aan tasschen, schoe nen, ceintuurs enz. enz. en wordt ook reeds verwerkt tot korte manteltjes, 't Schijnt ta melijk sterk te zijn. HET SALAMANDER BOEK. Em. Querido's Uitgeversmaatschappij heeft Het Salamander Boek het licht doen zien. Het bevat in 150 pagina's druks de portretten met korte levensbeschrijvingen of karakteristieken en bibliographie van alle auteurs, van wie werk in de Salamander-serie is opgenomen. Dat zijn er tot dusver zesendertig, onder wie enkele buitenlandsche auteurs (Henri Bar- busse. Cyriel Buvsse, André Gide Maxim Gorki, Leonhard" Frank, Georg Hermann, Rainêr Maria Rilke) e.n een groote groep Ne- derlandsche schrijvers en schrijfsters. Van deze 36 auteurs zijn thans 43 boeken opgeno men in de Salamander-reeks, welker doel is goede romans, zoowel tot dusver nog onge publiceerde als oudere, min of meer vergetene of sinds lang uitverkochte goedkoop en goed uitgegeven verkrijgbaar te stellen. Dat is dit boekje ook: goedkoop en goed uit gegeven. En het is zeer leesbaar niet alleen maar af en (oe boeiend in de knappe karak teristieken die door sommigen van het werk van sommige auteurs gegeven zijn. Wisbrun en Liffmann 7ERAL m straten en lanen ziet men gordijnlooze ramen, wapperende dekens en flitsen van ijverig schoon makende vrouwen al die nijvere bijen hadden gistermiddag de schoonmaak eens even de schoonmaak gelaten om zich te verlustigen aan de nieuwe mode, zooals die door de fa. Wisbrun en Liffmann, door middel van een achttal mannequins, hier in Haarlem wordt gebracht. En die tegenstelling van schoonmaken en de laatste mode, daarbij gesteund door aanlokkelijk voorjaarsweer, maakt zoo'n show voor ons vrouwen aantrek kelijk. Allereerst waren de sportieve toiletjes aan de beurt, de wolle jurkjes en deux pièces, die zoo'n groote plaats in onze garderobe in nemen omdat ze berekend zijn op heerlijk voorjaarsweer want zoo'n lichtblauw ja ponnetje, waarvan het schouderstuk rondom gegarneerd was met smalle oprijgsels, terwijl verder een donkerroode shawl en ceintuur voor een andere noot zorgden, zoo'n jurkje kan heel goed voor de wandeling gebruikt worden, maar het is ook erg geschikt bij frisscher weer. Onder een mantel, bijvoorbeeld een lichtgekleurde of donkere Rodex, lang of driekwart. Natuurlijk waren er veel mantelcostuums en ook wollen complets, de voorjaarsdracht bij uitnemendheid, heerlijk licht in het dra gen na al het zware wintergoed. Een aardig voorbeeld was het effen grijze rokje, het manteltje met smalle blauwe streepjes en de donkerblauwe blouses terwijl meer klassiek van lijn maar altijd flatteus en vol distinctie het donkerblauwe mantelcostuum was met het wit piqué vest erin. Als complet noemen wij nog een mat-rose japon met als eenige kleurtegenstelling een donkerblauwe po chette, terwijl op het manteltje dezelfde tegenstelling werd bereikt door een donker blauwe corsage. Jumpertjes met rokken en tennis-shorts gaven de noodige luchtige afwisseling. Grappig was het te zien hoe verschillende mannequins haar hoeden dragen: moest de zelfde hoed tweemaal dienst doen, geen nood, stond het hoofddeksel van de eene achter over, de andere wist dat haar deze hoed vóórover beter zou staan, waaruit de kijksters konden leeren, dat een hoed ook een persoon lijk ding is, en heusch niet maar op één enkele manier kan worden opgezet. Zoo verscheen een groote vilten Breton eerst achterop een vrouwenhoofd, later voorop en beide manieren waren flatteus. Een groote gele hoed, met blauw lint gegarneerd was van een heel ander genre dan een klem zwart en een onopvallend, maar coquet bruin hoedje, en ook bedoeld voor verschillende ge legenheden. Mantels waren sportief zooals de Rodex jassen, maar soms ook weelderig met bont afgezet, zooals een grijze met vos gegarneerd of een zwarte met hermelijn. Wat rondweg onflatteus in de mode is, zijn de mantels die alleen van voren langs hals en bustelijn met bont gegarneerd zijn: van achteren maken zij al een ietwat kalen indruk zonder kraag, maar van opzij is deze lijn inderdaad niet mooi: de overgang van bont naar niets op de schouders is zonder eenigen zin en vorm. Bij de middagjaponnen moest veelal vooral de lijn van het toilet er de schoonheid aan geven, vandaar veel lange mouwen en veel donkere kleuren, zwart en blauw, nu ook ein delijk, nu de Parisienne haar langdurige voor liefde voor de combinatie zwart-wit heeft losgelaten, met rose gegarneerd. En dan natuurlijk veel imprimé stoffen en geborduurde zij: wit op zwart zooals bij een zijden middagjurkje met een van voren uitstaand schootje aan de taille, of een vestachtig groen tusschenzetsel in een zwarte japon, weer gegarneerd met smalle, horizon tale oprijgsels in de taille, en met een glad manteltje erbij. De imprimés deden nog wat onwennig aan na al het effen, donkere van de wintermode, maar het zal niet lang meer duren of al die vroolijke bloemetjes en figuren zullen hun weg wel vinden. Ook veel imprimé werd er getoond voor de avondtoiletten, waarbij tevens enkele mooie zwarte toiletten werden gedragen, die na tuurlijk altijd gaan, maar welke vrouw zou zich voor zomerdracht nu eens niet wat vroolijkers willen aanschaffen dan het zwart- van-den-winter. Onder de avondtoiletjes noemen wij nog een jongemeisjesjurk van lichte zij, bestrooid met groene, roode en blauwe pastilles en ge garneerd met een ceintuur in diezelfde drie kleuren, een fleurig geheel voor een tuinfeest of voor een dansfestijn. Tenslotte volgde de traditioneele laatste rondgang der mannequins onder de tonen van het volkslied, wat het einde beteekende van de vlot afgewerkte show waar veel te zien was, maar die nu eens niet laat ten einde was. E. E. J.—P. Baby's flanelletjes en ook de eventueele flanellen ondergoederen van de andere huis- genooten kunnen we bij 't wasschen mooi zacht en soepel houden, als we de volgende voorschriften in acht nemen: le. De flanelletjes vijf uren laten weeken in een vet sopje, waaraan op iedere drie liter een paplepel ammoniak is toegevoegd. 2e. Daarna het flanel uitwasschen in een ander sopje (zonder ammoniak), dat bijna koud is. 3e. Spoelen en dan gedurende twee uur la ten liggen in schoon water met ammoniak (10 gr. per. liter). 4e. Nog eens uitspoelen en laten drogen zqnder wringen en nooit bij de kachel. We maken zelf onze lampekapjes Iedereen, die de tennissport beoefent, voelt vaak behoefte aan een goed sluitend tennis vest. We geven hieronder een voorbeeld van een prettig zittend del in een groote maat. Aan den avem kant breien we eerst den eersten steel. ,voon averecht dan de derde vóór den tweeden steek langs, de vijf de voor den vierden steek, enz. We hebben noodig 400 Gr. gele 4 draads wol en pennen no. 3Yi. Het patroon dat we breien is aan den rech ten kant. eerst de tweede steek achter den eersten steek langs breien en dan de eerste steek, vervolgens de vierde steek, daarna de derde, enz. Rug. Voor den rug zetten we 80 st. op en breien een boord van 30 toeren 2 recht 2 averecht. Vervolgens breien we 6 recht 8 st. van het patroon, 7 r., 8 patroon, 7 r. 8 patroon enz. tot we eindigen met 6 recht. Na 30 toeren meerderen we om de 5 toeren éen st. aan weerskanten. Na 60 toeren boven den boord kanten we aan weerskanten voor het armsgat 8 st. (422) af. Hebben we 40 toeren boven het armsgat, dan zijn we aan den hals, we breien 26 st., zetten 22 st. op een draad, en breien de vol gende 26 st. op en laten telkens aan den halskant een steek staan, tot de schouder 16 st. breed is. Nu zetten we de steken op een draad. We breien den anderen schouder spiegelbeeldig en zetten de steken ook op een draad. Linkervoorpand. Hiervoor zetten we 54 st. op, breien een boord van 2 r. 2 a. 30 toeren lang, beginnen dan aan den rechten kant met 1 r. 8 st. van het patroon, 7 r. 8 patr.. 7 r. enz. en eindigen met 8 st. patroon. Na 30 toeren meerderen we om de 5 toeren 1 st. aan den zijnaad tot we 60 st. hebben. Zijn we bij het armsgat, dan kanten we hier voor af 16 st. (8422). Na nog 24 toeren zetten we voor den hals 15 st. op een draad en breien vervolgens den schouder zoo op, dat we telkens aan den halskant 1 st. laten staan, tot we nog 16 st. over hebben. Is het armsgat even lang als het armsgat van het achterpand, dan breien we de schouders samen. Rechlervoorpand. Dit is het spiegelbeeld van het linkervoor pand, alleen maken we vlak boven den boord het eerste knoopsgat en vervolgens weer een na 15 toer. enz. Elk knoopsgat wordt 4st. breed en wordt gemaakt 2 st. van den kant af. Mouw. Voor de mouw zetten we 29 st. op, breien 3 r., 8 st. patroon 7r. 8 st. patroon tot we ein-* digen met 3 r. Aan het einde van elke pen meerderen we een steek tot we 66 st. hebben. Nu zetten we er aan weerskanten nog 7 st. bij op en hebben dan 80 st. op de pen. Om de 2 pennen minderen we aan het begin en aan het eind van de pen tot er nog 60 st. over zijn. Is de mouw van den kortsten kant ge teld 90 toeren lang, dan minderen we tot 48 st., breien tot slot een boordje van 2 r. 2 a. van 28 toeren en kanten af. Boord. Alle steken, die we voor den hals op een draad hebben gezet, nemen we nu op de pen en breien deze in patroon, tot we 8 toeren hebben; we eindigen met een boordje van 2 r. 2 a. op dunne pennen (4 toeren lang). Opmaak. Alles wordt gestreken onder een vochtigen doek, in elkaar gestikt en daarna nog eens gestreken. Er worden knoopen aangenaaid in dezelfde tint. Sp. Th. Er is niets vervelender dan te moeten eon- stateeren dat onze mooie perkamenten lam pekapjes hopeloos stoffig en smoezelig ge worden zijn. Des avonds als de lampen bran den, gaat het nog, maar overdag vooral in het meedoogenlooze licht van het voorjaar is 't een leelijk gezicht. Wat nu? Nieuwe kapjes koopen om na den schoonmaak weer heelemaal keurig voor den dag te kunnen komen? Dat is de eenvou digste weg, maar tevens de duurste en bo vendien hebben we nog kans, dat we niets naar onzen smaak kunnen krijgen of dat de gezochte kapjes niet passen. Neen, veel aardiger en practischer is het, de benoodigde kapjes zelf te maken, 't Is niet moeilijk en we kunnen ze zoo mooi maken als we willen. Op onze teekening ziet u 'n paar aardige voorbeeldjes. We knippen de lampekap precies volgens de maat van de oude en gaan haar lan versieren Links ziet u een kapje, op eenvoudige wijze versierd met glazen kralen. Eerst worden op de plaatsen, waar we de kralen willen aan brengen, potloodstippen gezet en daarna met een fijn schaartje ronde openingen ge knipt, iets kleiner dan een kraal. Tenslotte brengen we de kralen op de kap op de volgende manier: steek de naald, waar in een witte draad, door het eerste gaatje, pik de kraal op en steek door 't zelfde gaatje te rug, terwijl u een eind draad laat hangen. Doe 't zelfde bij de tweede kraal enz. Kies groot te en kleur der kralen volgens uw eigen smaak; het licht zal er alleraardigst doorheen schij nen. Knoop tenslotte het begin en het einde van den draad aan elkaar. Als de heele kap klaar is wordt met een paar koperen papier- binders gesloten. Daarnaast een teekeningetje, dat u laat zien hoe u de papierbinders zelf ook kunt ge bruiken om een lampekap te versieren. U kent ze toch? Van die koperen dingetjes met ronde platte koppen, kleiner dan een punaise en met twee beenen, die worden uitgebogen. Het kapje rechts laat zien, wat een leuk effect u met die versiering kunt bereiken. Aardig, nietwaar? Maandag: Zure saus Vermicellisoep Aardappelen Rollade Wentelteefjes Spercieboontjes Vrijdag: uit de bus Witte boonensoep Aardappelen Brusselsch lof Rabarber Gekookte eieren Dinsdag: Botersaus Haché Aardappelen Bieten Beschuit met Aardappelen bessensap Citroenrijst. Zaterdag met vanille vla Hutspot met klapstuk Woensdag Yoghurt Gepaneerde kalfs- met beschuit lappen en bruine suiker Raapstelen Zondag: Aardappelen Bruine ragoütaoep Chocoladevla Blinde vinken Donderdag: Bloemkool Koude ham Aardappelen Witte boonen Citroenpudding VEGETARISCHE MENU'S. 1. Voorjaarssoep. Prei en branches Gekookte eieren Gewelde boter Aardappelen Rijstkoekjes 2. Eieren met peter- selieboter en geroos terd brood Bloemkool met kaassaus Aardappelen Watergruel. 3. Schotel van rauwe groente b.v. van Br. lof andijvie, roode kool en appel Mayonnaise Aardappelkoekjes Rijstebrij met abrikozen 4. Bruine boonen Aardappelen Gedroogde appelen Botersaus Caramelvla

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 9