Visschenhüid:
Opvoeding voor het leven
We
Voorjaars-
m a ntels
Een nieuw
modeartikel
Nieuwe Uitgaven
Voor handige vingers
T
V R JJ D A G 25 M A A R T 1938
v iedei
Wat Vader denkt over Moeder's
omgang met de kinderen.
ie voedt eigenlijk de kinderen op,
Vader of Moeder? Een prachtig on
derwerp voor een debat, waarbij
ieder geslacht wel voor zijn eigen
eer op .zal komen. Maar een vraag die
geen absoluut antwoordt vindt. Immers: in de
meeste gevallen bijzondere omstandigheden
uitgezonderd berust de opvoeding bij Vader
en Moeder beide en als de verhouding tus-
schen deze twee goed is, kan hieruit een prach
tige, harmonische samenwerking voortkomen.
Samen bepalen Vader en Moeder de groote
lijnen, waarlangs de opvoeding zich zal moe
ten bewegen. Dit spreekt vanzelf en wannear
de lijnen eenmaal zijn vastgesteld, dan is het
ook zaak een ernstige zaak dat beide
zich hieraan houden.
Dit sta ten allen tijde voorop. En verder?
Och, verder stuiten we op een zeer groot ver
schil in mentaliteit tusschen man en vrouw;
een verschil, waardoor hun beider invloed op
de levens der kinderen wordt bepaald. In de
opvoeding vertegenwoordigt de Vader het
krachtige, hardende, tot het leven voorberei
dende element; de Moeder het soepele, ver
zachtende, vertroostende. Het ligt in het wezen
der natuur; dat dit zoo is en 't is mits men
dit diepgaande verschil juist weet aan te wen
den een groot voordeel in de opvoeding.
Moeder, bij wie meestal de dagelijksche lei
ding berust, mag heusch gerust wat geven en
nemen, wat „menschelijk" en wat opportunis
tisch zijn, wat gezellig schipperen, als ze de
bovengenoemde groote lijnen maar niet uit
het oog verliest en het ook niet erg vindt, als
haar man haar eens op de vingers tikt, wan
neer hij vindt, dat ze de teugels een ietsje
teveel heeft gevierd. En Vader mag zich gerust
erlustigen in zijn Spartaansche principes, als
ij maar begrijpt, dat jonge kinderen geen
verantwoordelijke menschen zijn en eerst nog
een flinke dosis moederlijke koestering noodig
hebben voor het harde leven begint. Als bei
den dit van elkander verstaan, gaat de opvoe
ding glanzen als een juweel!
Enkele punten, waarop onze echtgenooten
ons zeer terecht weieens op de vingers tikken,
mogen hier volgen (want we zijn immers nooit
te oud om te leeren!)*:
Als ik de kinderen den heelen dag om me
heen had, zooals jij aldus Vader dan zou
ik niet eischen, dat ze alsmaar zoet waren en
„nergens aan zaten". Een bepaald kwantum
beweging, oproerige en opgewonden kreten,
wilde spelletjes heeft een kind noodig, 't is
z'n goed recht. Maar zet ze niet ergens neer
waar ze dingen kunnen bederven; geef ze de
ruimte in den tuin, de gang of op straat,
waar ze geen kwaad kunnen.
Maar a 1 s ze binnen zijn, moet je stipte ge
hoorzaamheid en orde eischen. Aan tafel, in
't bijzijn van vreemden, bij 't naar bed gaan
kun je nooit streng genoeg zijn. Eén woord
moet dan voldoende zijn; als meermalen ver
bieden noodig blijkt, ligt 't aan jezelf.
De oorzaak is dan, dat je innerlijke houding
den eersten keer niet krachtig genoeg was. Je
verbood Jan, met z'n schoenen over den tafel
poot te schuren en dacht intusschen aan iets
anders, bijv. aan een paar boodschappen, die
je wilde doen of aan 't schoteltje van van
middag. Door die halfheid sloeg 't verbod niet
in; Jan doet het weer en je verspilt heel wat
kracht met verbieden en je boos maken. Kost
bare kracht, die je had kunnen sparen!
Verder zou ik, als ik eenmaal een straf had
opgelegd, er onherroepelijk aan vasthouden,
dat die werd uitgevoerd. Ik erger me steeds als
lk Moeders met verheffing van stem hoor
zeggen: „Ik verzeker je, dat je direct na 't eten
naar bed gaat" en dan vijf minuten later, als
't kind met tranen in de oogen beterschap
heeft beloofd „nu, dan zal ik 't je voor dezen
keer maar vergeven". Het kind komt hierdoor
absoluut op een verkeerden weg: hij leert
twijfelen aan den ernst van zijn opvoeders en
hun verboden.
Ik zou ook trachten 'k weet dat dit moei
lijk is! altijd m'n eigen gevoelens er buiten
te houden. Als een jongen door ruwheid een
onnoozel dingetje breekt zou ik 't niet minder
erg vinden dan wanneer hij een kostbare vaas
stukgooit: de fout van het kind is dezelfde.
Ik zou ook nooit klappen om de ooren geven,
want ik zou bang zijn voor het afreageeren
van eigen zenuwen.
Ik' zou trachten, m'n kinderen zooveel mo
gelijk als volwassenen of liever: als aan
staande volwassenen, te behandelen. Ik zou
ze niet met het doel om ze te sparen iets
wijs maken, dat niet waar is. Als ze naar den
tandarts moeten, zou ik niet zeggen; ,,'t doet
heusch geen pijn", maar „probeer nu eens
dapper te zijn".
Boven de acht jaar zou ik ze geregeld bood
schapjes voor me laten doen en ze hun verant
woordelijkheid laten voelen. Verliezen ze geld
of doen ze domme dingen, dan moeten ze ook
maar terdege voelen, dat ze tekort geschoten
zijn, maar ik mag hen uit angst voor schade
deze levensles niet onthouden.
Maar aan den anderen kant; geen nagezeur.
Geef straf, als 't noodig is, maar zonder de
toevoeging „wat doe je me een verdriet!" En
is de straf afgeloopen, laat dan ook alles weer
volkomen in orde zijn.
Ik zou niet al te bang zijn om de kinderen
in aanraking te brengen met de werkelijkheid,
van het leven. Lage, gemeene dingen mogen"
we voor hen verbergen; harde dingen, waar
mee ze later tóch in aanraking komen, moeten
ze vroegtijdig onder 't oog zien. Het is bijv. on
natuurlijk en onwaarachtig om alle gedachten
aan ziekte en dood van kinderen verre te hou
den. Spreekt er ronduit over, wanneer 't pas
geeft; hun kinderlijke levenskracht geeft hun
een gezond tegenwicht tegen sombere gedach
ten.
En ten slotte: span je een beetje in bij 't
beantwoorden van kindervragen; maak je er
niet met een Jantje van Leiden af. Probeer
hen de dingen zoo goed mogelijk uit te leg
gen. Snappen ze 't niet, dan hebben ze ten
minste de voldoening, dat je toch belangstel
ling voor hun vragen hebt getoond
Aldus Vader op z'n praatstoel, 't Is werke
lijk allemaal heel logisch wat hij zegt. We
kunnen dan ook alleen tegenwerpen: „Ja
maar, ik heb heusch nog wel iets anders te
doen dan de kinderen opvoeden. Ik moet
onderdehanden dan komt er een lange
waschlijst.
De logica van Vader's opmerkingen moeten
we echter volmondig erkennen, al zou h ij mis
schien ook wel een eindje beneden zijn eigen
ideaal blijven als hij „onderdehand" zooveel
te beredderen had!
12831 BEROEPSKUSSEN.
De Engelsche tooneelspeler Palmer heeft
onlangs eens een „balans" opgemaakt van zijn
loopbaan, waarbij hij tot de volgende opsom
ming kwam: Ik ben 45 jaar bij het tooneel
'geweest, opgetreden 9991 maal in 1112 ver
schillende stukken en in 1876 verschillende
rollen. Ik heb me 2827 keer verloofd en ben
887 maal getrouwd. Ik had 1731 kinderen, n.l.
M2l dochters en 310 zonen. Ik gaf 12.831 kus
sen en kreeg er ongeveer evenveel terug.
Ik was 3 maal blind 19 maal doof, 16 maal
stom en 10 maal doofstom; 118 maal keizer,
455 maal koning, 101 maal prins, 511 maal een
voornaam edelman, 4 maal sultan, 241 maal
spook, 118 maal bedelaar; ik werd 177 maal
vergiftigd, 211 maal doodgestoken. 532 maal
neergeschoten, 155 maal terechtgesteld. Slechts
9 maal stierf ik een natuurlijken dood.
Tennisvest
Drie typen voorjaars- en zomermantels
brengt ons de rijke mode-1938: de lange ge
tailleerde jas, geliefkoosde „redingote" van de
Parisienne, de wijde sportman tel, uitgevoerd
in tweed of ruige wollen stof en de gekleede
namiddagmantel, licht en luchtig van vorm
en materiaal.
Onze teekening geeft u enkele voorbeelden:
Links een alleraardigst model in een soepele
wollen stof van heldere of pasteltint, zooals
dezen zomer veel zal worden gedragen. De
Vlotte
Drie verschillende
typen naar keuze.
eenige versiering bestaat in de vier grappige
zakken. Daarnaast een fijne Sportjas, die zoo
buitengewoon practisch is, omdat hij ook
desnoods over een mantelpakje kan worden
gedragen en dus uitstekende diensten kan
bewijzen voor op reis. Vervolgens een „redin
gote", die in zooverre afwijkt van het klassie
ke type, dat de taille door een ingezet „keurs-
je" is gemarkeerd en tenslotte een lange jas
van eenvoudiger vorm. De figuurnaden van
voren en van achteren en de groote borstzak
ken geven een elegant model.
Onuitputtelijke bron
van schilderachtige
effecten.
Sinds korten tijd prijken onze schoenen
étalages met molières en pumps vanvis
schenhüid. Zoo oppervlakkig lijkt het op het
reeds lang' bekende slangenhuid, maar bij
nadere beschouwing ziet men duidelijk 't ver
schil.
Visschenhüid is een nieuw modeartikel, dat
thans, vooral in Duitschland, bij groote hoe
veelheden wordt verwerkt. Een artikel met
verrassend veel mogelijkheden! 't Heeft ove
rigens lang genoeg geduurd, vóór men deze'
mogelijkheden ontdekte en wist te benutten.
Reeds in den oorlogstijd begon de Berlijner
boekbinder Franz Martini te experimenteeren
met huiden van kabeljauwen, karpers, schel -
visschen, tarbotten en andere consumptie-
visschen en al spoedig bleek hem, dat de vis
schenhüid, na enkele bewerkingen te hebben
ondergaan, niet alleen voor boekbanden, maar
ook voor tasschen, ceintuurs, knoopen, hand
schoenen, kraagjes en zelfs schoenen kon wor
den gebruikt. De gelooide visschenhüid is bui
tengewoon soepel, kan naar hartelust in alle
richtingen worden gebogen en wordt door ver
dere bewerkingen reukloos en taai gemaakt.
Zij biedt een onuitputtelijke bron van schil
derachtige effecten, want de huid van iedere
vischsoort is weer verschillend geteekend.
Op twee manieren wordt de visschenhüid
thans verwerkt: tot het taaie dikke vischleer
en het dunnere, gladdere vischperkament, dat
geheel doorzichtig is. 't Laatste wordt veel
voor boekbanden gebruikt en is bijzonder prac
tisch omdat het de handteekening en titel te
gelijk beschermt en goed doet uitkomen. Eerst
maakt men dus een eenvoudige kartonnen
band, waarop de titel van het boek en even-
tueele versieringen worden aangebracht en dan
plakt men hier een doorschijnende band van
vischperkament overheen. Op die manier wor
den bijzonder fijne, zachte effecten verkregen.
Het dikkere vischleer biedt tallooze moge
lijkheden van toepassing aan tasschen, schoe
nen, ceintuurs enz. enz. en wordt ook reeds
verwerkt tot korte manteltjes, 't Schijnt ta
melijk sterk te zijn.
HET SALAMANDER BOEK.
Em. Querido's Uitgeversmaatschappij heeft
Het Salamander Boek het licht doen zien. Het
bevat in 150 pagina's druks de portretten met
korte levensbeschrijvingen of karakteristieken
en bibliographie van alle auteurs, van wie
werk in de Salamander-serie is opgenomen.
Dat zijn er tot dusver zesendertig, onder wie
enkele buitenlandsche auteurs (Henri Bar-
busse. Cyriel Buvsse, André Gide Maxim
Gorki, Leonhard" Frank, Georg Hermann,
Rainêr Maria Rilke) e.n een groote groep Ne-
derlandsche schrijvers en schrijfsters. Van
deze 36 auteurs zijn thans 43 boeken opgeno
men in de Salamander-reeks, welker doel is
goede romans, zoowel tot dusver nog onge
publiceerde als oudere, min of meer vergetene
of sinds lang uitverkochte goedkoop en goed
uitgegeven verkrijgbaar te stellen.
Dat is dit boekje ook: goedkoop en goed uit
gegeven. En het is zeer leesbaar niet alleen
maar af en (oe boeiend in de knappe karak
teristieken die door sommigen van het werk
van sommige auteurs gegeven zijn.
Wisbrun en
Liffmann
7ERAL m straten en lanen ziet men
gordijnlooze ramen, wapperende
dekens en flitsen van ijverig schoon
makende vrouwen al die nijvere
bijen hadden gistermiddag de schoonmaak
eens even de schoonmaak gelaten om zich te
verlustigen aan de nieuwe mode, zooals die
door de fa. Wisbrun en Liffmann, door middel
van een achttal mannequins, hier in Haarlem
wordt gebracht. En die tegenstelling van
schoonmaken en de laatste mode, daarbij
gesteund door aanlokkelijk voorjaarsweer,
maakt zoo'n show voor ons vrouwen aantrek
kelijk.
Allereerst waren de sportieve toiletjes aan
de beurt, de wolle jurkjes en deux pièces, die
zoo'n groote plaats in onze garderobe in
nemen omdat ze berekend zijn op heerlijk
voorjaarsweer want zoo'n lichtblauw ja
ponnetje, waarvan het schouderstuk rondom
gegarneerd was met smalle oprijgsels, terwijl
verder een donkerroode shawl en ceintuur
voor een andere noot zorgden, zoo'n jurkje
kan heel goed voor de wandeling gebruikt
worden, maar het is ook erg geschikt bij
frisscher weer. Onder een mantel, bijvoorbeeld
een lichtgekleurde of donkere Rodex, lang of
driekwart.
Natuurlijk waren er veel mantelcostuums en
ook wollen complets, de voorjaarsdracht bij
uitnemendheid, heerlijk licht in het dra
gen na al het zware wintergoed. Een aardig
voorbeeld was het effen grijze rokje, het
manteltje met smalle blauwe streepjes en de
donkerblauwe blouses terwijl meer klassiek
van lijn maar altijd flatteus en vol distinctie
het donkerblauwe mantelcostuum was met
het wit piqué vest erin. Als complet noemen
wij nog een mat-rose japon met als eenige
kleurtegenstelling een donkerblauwe po
chette, terwijl op het manteltje dezelfde
tegenstelling werd bereikt door een donker
blauwe corsage.
Jumpertjes met rokken en tennis-shorts
gaven de noodige luchtige afwisseling.
Grappig was het te zien hoe verschillende
mannequins haar hoeden dragen: moest de
zelfde hoed tweemaal dienst doen, geen nood,
stond het hoofddeksel van de eene achter
over, de andere wist dat haar deze hoed
vóórover beter zou staan, waaruit de kijksters
konden leeren, dat een hoed ook een persoon
lijk ding is, en heusch niet maar op één enkele
manier kan worden opgezet.
Zoo verscheen een groote vilten Breton
eerst achterop een vrouwenhoofd, later voorop
en beide manieren waren flatteus. Een groote
gele hoed, met blauw lint gegarneerd was
van een heel ander genre dan een klem
zwart en een onopvallend, maar coquet bruin
hoedje, en ook bedoeld voor verschillende ge
legenheden.
Mantels waren sportief zooals de Rodex
jassen, maar soms ook weelderig met bont
afgezet, zooals een grijze met vos gegarneerd
of een zwarte met hermelijn. Wat rondweg
onflatteus in de mode is, zijn de mantels die
alleen van voren langs hals en bustelijn met
bont gegarneerd zijn: van achteren maken
zij al een ietwat kalen indruk zonder kraag,
maar van opzij is deze lijn inderdaad niet
mooi: de overgang van bont naar niets
op de schouders is zonder eenigen zin en
vorm.
Bij de middagjaponnen moest veelal vooral
de lijn van het toilet er de schoonheid aan
geven, vandaar veel lange mouwen en veel
donkere kleuren, zwart en blauw, nu ook ein
delijk, nu de Parisienne haar langdurige voor
liefde voor de combinatie zwart-wit heeft
losgelaten, met rose gegarneerd.
En dan natuurlijk veel imprimé stoffen en
geborduurde zij: wit op zwart zooals bij een
zijden middagjurkje met een van voren
uitstaand schootje aan de taille, of een
vestachtig groen tusschenzetsel in een zwarte
japon, weer gegarneerd met smalle, horizon
tale oprijgsels in de taille, en met een glad
manteltje erbij.
De imprimés deden nog wat onwennig aan
na al het effen, donkere van de wintermode,
maar het zal niet lang meer duren of al die
vroolijke bloemetjes en figuren zullen hun
weg wel vinden.
Ook veel imprimé werd er getoond voor de
avondtoiletten, waarbij tevens enkele mooie
zwarte toiletten werden gedragen, die na
tuurlijk altijd gaan, maar welke vrouw zou
zich voor zomerdracht nu eens niet wat
vroolijkers willen aanschaffen dan het zwart-
van-den-winter.
Onder de avondtoiletjes noemen wij nog
een jongemeisjesjurk van lichte zij, bestrooid
met groene, roode en blauwe pastilles en ge
garneerd met een ceintuur in diezelfde drie
kleuren, een fleurig geheel voor een tuinfeest
of voor een dansfestijn.
Tenslotte volgde de traditioneele laatste
rondgang der mannequins onder de tonen
van het volkslied, wat het einde beteekende
van de vlot afgewerkte show waar veel te
zien was, maar die nu eens niet laat ten einde
was.
E. E. J.—P.
Baby's flanelletjes en ook de eventueele
flanellen ondergoederen van de andere huis-
genooten kunnen we bij 't wasschen mooi
zacht en soepel houden, als we de volgende
voorschriften in acht nemen:
le. De flanelletjes vijf uren laten weeken in
een vet sopje, waaraan op iedere drie liter
een paplepel ammoniak is toegevoegd.
2e. Daarna het flanel uitwasschen in een
ander sopje (zonder ammoniak), dat bijna
koud is.
3e. Spoelen en dan gedurende twee uur la
ten liggen in schoon water met ammoniak
(10 gr. per. liter).
4e. Nog eens uitspoelen en laten drogen
zqnder wringen en nooit bij de kachel.
We maken zelf
onze lampekapjes
Iedereen, die de tennissport beoefent, voelt
vaak behoefte aan een goed sluitend tennis
vest. We geven hieronder een voorbeeld van
een prettig zittend del in een groote maat.
Aan den avem kant breien we eerst
den eersten steel. ,voon averecht dan de
derde vóór den tweeden steek langs, de vijf
de voor den vierden steek, enz.
We hebben noodig 400 Gr. gele 4 draads
wol en pennen no. 3Yi.
Het patroon dat we breien is aan den rech
ten kant. eerst de tweede steek achter den
eersten steek langs breien en dan de eerste
steek, vervolgens de vierde steek, daarna de
derde, enz.
Rug.
Voor den rug zetten we 80 st. op en breien
een boord van 30 toeren 2 recht 2 averecht.
Vervolgens breien we 6 recht 8 st. van het
patroon, 7 r., 8 patroon, 7 r. 8 patroon enz.
tot we eindigen met 6 recht.
Na 30 toeren meerderen we om de 5 toeren
éen st. aan weerskanten. Na 60 toeren boven
den boord kanten we aan weerskanten voor
het armsgat 8 st. (422) af.
Hebben we 40 toeren boven het armsgat,
dan zijn we aan den hals, we breien 26 st.,
zetten 22 st. op een draad, en breien de vol
gende 26 st. op en laten telkens aan den
halskant een steek staan, tot de schouder
16 st. breed is. Nu zetten we de steken op
een draad. We breien den anderen schouder
spiegelbeeldig en zetten de steken ook op een
draad.
Linkervoorpand.
Hiervoor zetten we 54 st. op, breien een
boord van 2 r. 2 a. 30 toeren lang, beginnen
dan aan den rechten kant met 1 r. 8 st. van
het patroon, 7 r. 8 patr.. 7 r. enz. en eindigen
met 8 st. patroon.
Na 30 toeren meerderen we om de 5 toeren
1 st. aan den zijnaad tot we 60 st. hebben.
Zijn we bij het armsgat, dan kanten we hier
voor af 16 st. (8422).
Na nog 24 toeren zetten we voor den hals
15 st. op een draad en breien vervolgens den
schouder zoo op, dat we telkens aan den
halskant 1 st. laten staan, tot we nog 16 st.
over hebben. Is het armsgat even lang als
het armsgat van het achterpand, dan breien
we de schouders samen.
Rechlervoorpand.
Dit is het spiegelbeeld van het linkervoor
pand, alleen maken we vlak boven den boord
het eerste knoopsgat en vervolgens weer een
na 15 toer. enz. Elk knoopsgat wordt 4st. breed
en wordt gemaakt 2 st. van den kant af.
Mouw.
Voor de mouw zetten we 29 st. op, breien
3 r., 8 st. patroon 7r. 8 st. patroon tot we ein-*
digen met 3 r. Aan het einde van elke pen
meerderen we een steek tot we 66 st. hebben.
Nu zetten we er aan weerskanten nog 7 st.
bij op en hebben dan 80 st. op de pen. Om de
2 pennen minderen we aan het begin en aan
het eind van de pen tot er nog 60 st. over
zijn. Is de mouw van den kortsten kant ge
teld 90 toeren lang, dan minderen we tot 48
st., breien tot slot een boordje van 2 r. 2 a.
van 28 toeren en kanten af.
Boord.
Alle steken, die we voor den hals op een
draad hebben gezet, nemen we nu op de pen
en breien deze in patroon, tot we 8 toeren
hebben; we eindigen met een boordje van
2 r. 2 a. op dunne pennen (4 toeren lang).
Opmaak.
Alles wordt gestreken onder een vochtigen
doek, in elkaar gestikt en daarna nog eens
gestreken. Er worden knoopen aangenaaid in
dezelfde tint.
Sp. Th.
Er is niets vervelender dan te moeten eon-
stateeren dat onze mooie perkamenten lam
pekapjes hopeloos stoffig en smoezelig ge
worden zijn. Des avonds als de lampen bran
den, gaat het nog, maar overdag vooral in
het meedoogenlooze licht van het voorjaar
is 't een leelijk gezicht.
Wat nu? Nieuwe kapjes koopen om na den
schoonmaak weer heelemaal keurig voor
den dag te kunnen komen? Dat is de eenvou
digste weg, maar tevens de duurste en bo
vendien hebben we nog kans, dat we niets
naar onzen smaak kunnen krijgen of dat de
gezochte kapjes niet passen.
Neen, veel aardiger en practischer is het, de
benoodigde kapjes zelf te maken, 't Is niet
moeilijk en we kunnen ze zoo mooi maken als
we willen.
Op onze teekening ziet u 'n paar aardige
voorbeeldjes. We knippen de lampekap precies
volgens de maat van de oude en gaan haar
lan versieren
Links ziet u een kapje, op eenvoudige wijze
versierd met glazen kralen. Eerst worden op
de plaatsen, waar we de kralen willen aan
brengen, potloodstippen gezet en daarna
met een fijn schaartje ronde openingen ge
knipt, iets kleiner dan een kraal.
Tenslotte brengen we de kralen op de kap
op de volgende manier: steek de naald, waar
in een witte draad, door het eerste gaatje, pik
de kraal op en steek door 't zelfde gaatje te
rug, terwijl u een eind draad laat hangen. Doe
't zelfde bij de tweede kraal enz. Kies groot
te en kleur der kralen volgens uw eigen smaak;
het licht zal er alleraardigst doorheen schij
nen. Knoop tenslotte het begin en het einde
van den draad aan elkaar. Als de heele kap
klaar is wordt met een paar koperen papier-
binders gesloten.
Daarnaast een teekeningetje, dat u laat
zien hoe u de papierbinders zelf ook kunt ge
bruiken om een lampekap te versieren. U kent
ze toch? Van die koperen dingetjes met ronde
platte koppen, kleiner dan een punaise en
met twee beenen, die worden uitgebogen. Het
kapje rechts laat zien, wat een leuk effect u
met die versiering kunt bereiken.
Aardig, nietwaar?
Maandag:
Zure saus
Vermicellisoep
Aardappelen
Rollade
Wentelteefjes
Spercieboontjes
Vrijdag:
uit de bus
Witte boonensoep
Aardappelen
Brusselsch lof
Rabarber
Gekookte eieren
Dinsdag:
Botersaus
Haché
Aardappelen
Bieten
Beschuit met
Aardappelen
bessensap
Citroenrijst.
Zaterdag
met vanille vla
Hutspot met klapstuk
Woensdag
Yoghurt
Gepaneerde kalfs-
met beschuit
lappen
en bruine suiker
Raapstelen
Zondag:
Aardappelen
Bruine ragoütaoep
Chocoladevla
Blinde vinken
Donderdag:
Bloemkool
Koude ham
Aardappelen
Witte boonen
Citroenpudding
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Voorjaarssoep.
Prei en branches
Gekookte eieren
Gewelde boter
Aardappelen
Rijstkoekjes
2. Eieren met peter-
selieboter en geroos
terd brood
Bloemkool met
kaassaus
Aardappelen
Watergruel.
3. Schotel van rauwe
groente b.v. van Br. lof
andijvie, roode kool
en appel
Mayonnaise
Aardappelkoekjes
Rijstebrij met
abrikozen
4. Bruine boonen
Aardappelen
Gedroogde appelen
Botersaus
Caramelvla