HET NIEUWE AVONDBLAD
Een informeele proeftocht met
de Delft, IJm. 17
Hoofdzaken.
23e JAARGANG No. 127
DONDERDAG 31 MAART '38
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTENper week 12Vs ets., per
maand 5A cents, p. kwartaal f 1.65. Geen incasso
kosten. Losse nummers 3 cents.
Kantoor Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301
VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN.
UITGAVE LOURENS COSTER, MLJ. VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG DRUKKERIJ N.V.
DIRECTIE P. W PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIëN1—6 regels f 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingebonden mededeellngen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN. OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN- EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
POSTGIRO S10791
?/n «f V0?L betal®nde, abonnés. Levenslange ongeschiktheid f 2000—, overlijden 400—, verlies van hand, voet ol oog 200.- beide leden duim 1100—, een lid duim I 50—. alie leden wijsvinger J 60
f 4fin 25—, alle leden anderen vinger f 15—, één of twee leden anderen vinger f 5—, arm- of beenbreuk 30—, enkelbreuk 15—polsbreuk 15—. Opvarenden van visschers-, marinevaartuigen enz,
voir öi-r 0I?°eva.1 tljdens de vaarttot een maximum van ƒ2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés tengevolge mocht hebben.
5 aeri'!Ke verzekering voor abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden
Na den Anschluss van Oostenrijk bij Duitsch-
land volgde precies de periode van opwinding,
die Engelsche ervaring en nuchterheid in een
spreekwoordelij k-gewor den uitdrukking
„a nine days' wonder" hebben neergelegd.
Het is een merkwaardig menschelijk verschijn
sel dat de algemeene beroering, door een on
verwachte gebeurtenis teweeggebracht, inder
daad zoowat negen dagen pleegt te duren.
Doen zich in dien tijd geen nieuwe voor, uit
het vorige feit voortvloeiend, dan volgt een
plotselinge „luwte". Zoo ging het ook in dit
geval. Het Poolsch-Litausche conflict velen
in ons land zullen het alweer bijna vergeten
zijn, zoo snel leven we scheen even een
crisis te zullen verwekken, maar het werd snel
opgelost. Zoo snel, dat men er verbaasd van
stond en in een tijd, die toch zoo vol gevaren
is, ineens den wensch tot het vermijden van
oorlog zag leiden tot een resultaat, dat acht
tien jaar lang in onzekerheid was blijven
hangen en in veel rustiger perioden niet be
reikt kon worden.
De luwte, thans in de internationale gebeur
tenissen ingetreden, is heilzaam omdat er nu
tenminste onderhandeld kan worden, hetgeen
een der hoofdzaken is. Het snelle oprukken
van Franco's legers in Catalonië heeft zelfs
geen internationale opwinding vermogen te
verwekken, al schijnt de overwinning der
Spaansche nationalisten thans dichter bij dan
ooit tevoren. Fransche interventie in Spanje
is uitgebleven, met dit hoofdzakelijke belang,
dat een geweldig gevaar vermeden is. Er zijn
berichten geweest, merkwaardige berichten,
dat eenige Fransche ministers tot zulke in
terventie reeds besloten hadden zij hadden
drie divisies naar Barcelona willen zenden
maar daarvan door de Engelschen zijn weer
houden. En Winston Churchill, conservatief in
de oppositie, even tevoren nog fel bestrijder
van Chamberlain toen die Eden losliet, is als
officieus Britsch onderhandelaar naar Parijs
gegaan en heeft met Blum, Boncour, Daladier,
generaal Gamelin, Chautemps, Flandin, Paul
Reynaud en Mandel besprekingen gevoerd.
Blijkbaar resultaat: de Britsche regeering wil
absoluut haar toenaderingspolitiek tot Italië
blijven voortzetten en Frankrijk daar ook in
betrekken. Zij wil niet interveniëeren in Span
je, ook niet als de burgeroorlog beëindigd
mocht worden. Halifax heeft ronduit in het
Hoogerhuis deze dingen verklaard. Hij wenscht
Engelands democratie, instellingen, persoon
lijke rechten en vrijheden in het binnenland
te handhaven en Engelands invloed aan te
wenden om de verdeeldheid van Europa in
vijandige kampen te voorkomen en verzoening
te bevorderen. Hij ziet deze hoofdzaak: op alle
manieren pogen, de uitbarsting van een Euro-
peesch conflict te voorkomen.
Lukt dat, dan kan men later zien of er een
basis van samenwerking door de groote mo
gendheden is te vinden, die zich intusschen
alle nog steeds uitputten in bewapening. In
afwachting laat de Engelsche regeering
eigenlijk alle stelsels voor het scheppen van
betere rechtsverhoudingen voorloopig los. Zij
wacht op beter tijden. De Volkenbond is als
instrument voor politieke reorganisatie op
den achtergrond geraakt; het instrument is
ter zijde gelegd. Komt er geen oorlog, dan
zal men het vroeger of later weer ter hand
moeten nemen, desnoods onder anderen
naam en met een nieuw statuut. Maar de
hoofdzaak is nimmer het door den Volken
bond ontworpen stelsel geweest maar zijn
doel: het voorkomen van oorlog. Kan dit
voorloopig met andere middelen het best ge
diend worden dan moet men daarvan gebruik
maken. Dit is het Engelsche standpunt en
men kan er zich nauwelijks over verbazen
dat vooral de kleine mogendheden, met
doodsgevaar bedreigd door een oorlog, het
stilzwijgend aanvaarden en er het beste van
hopen. Internationale samenwerking, onder
den naam Volkenbond of een anderen naam,
kan alleen slagen als hij de machtigste fac
toren voor zulk een samenwerking in zich
vereent. Niet als een gansche groep machti
gen zich daar tegenover stelt. Dan is er im
mers geen samenwerking maar onderlinge
tegenwerking!
Natuurlijk kan men hierover zeer naar
geestige beschouwingen houden, alles als mis
lukt beschouwen en de toekomst pikzwart
inzien. Maar men weet het tenslotte niet.
Men is geen profeet en doet derhalve ver
standiger met het maar wat optimistisch in
te zien. Het is inderdaad met al die oorlogs
dreiging al zoo vaak meegevallen. Sinds '25
of '26 is de Europeesche oorlog ons al op kor
ten termijn voorspeld en hoeveel aanleidin
gen zijn er al niet geweest die in vroeger tij
den even zoovele uitbarstingen beteekend
zouden hebben. Wij moeten vooral moed hou
den. Misschienja misschien is de wereld
al verder gevorderd dan wij denken, ondanks
ai onze ismen en stelsels en overtuigende
argumenten
R. P.
Voor velen was het geen plezierreisje.
En van het visschen kwam niets, doordat een iijn in de
schroef kwammaar „scherven brengen geluk", meende
de directeur van de Vem.
Als alle wenschen, die 11a de giste
ren door de Delft IJM 17, de nieuwe
trawler van de Vem, directie en schip
trawler van de Vem gehouden
proeftocht, directie en schipper
werden toegewenscht, in vervul-
winst der IJmuidensche vissehersvloot
een goede toekomst tegemoet.
Maar voordat men aan de plechtigheid, die
na afloop van den „informeelen" proeftocht
in den salon van de Delft plaats vond, toe was,
was er heel wat gebeurd. In de eerste plaats
was daar Neptunus, god der zee, die, spoedig
nadat de Delft haar neus buiten de pieren had
gestoken, een hooge tol eischte en die deze
tol prompt te incasseeren kreeg; en in de
tweede plaats was het pechduiveltje aan boord
dat de oorzaak was, dat de tocht wat langer
duurde dan men van plan was, doordat bij het
uitzetten van het net iets gebeurde, waarop
men niet gerekend had en waardoor niet al
leen de Delft, maar ook de Mary IJM 189 ver
traging had.
De details van deze gecompliceerde gebeur
tenis kan men vinden in het reisverhaal van
dezen merkwaardigen proeftocht.
Om elf uur gistermorgen waren degenen, die
door de directie van de Vem waren uitgenoo-
digd om den tocht mee te maken, aan boord.
De Delft lag, vroolijk gepavoiseerd, aan den
toeristensteiger, met ongeduld het sein van
vertrek af te wachten.
Het was een uitgebreid gezelschap, vogels
van diverse pluimage^ Allereerst noemen wij
onzen gastheer Ir. F. Thiel, directeur van de
Vem, de heeren J. J. v. d. Bogaerde, econoom,
J. M. Jimmink, boekhouder v. d. Plas, wal-
schipper van de Vem alsmede eenige ambte
naren, Mr. J. J. Schokking, Wassenaar, Ir. W.
Fuhri Snethlage, directeur van den Eeono-
misch-Technologischen Dienst in Noord-Hol
land, dr. L. S. Limborgh Meijer, directeur van
den Gem. Geneeskundigen en Gezondheids
dienst, Mr. Boosman namens de directie van
het Staatsvisschershavenbedrijf, I. Kuijper,
havenmeester en C. van Staalen technisch
ambtenaar van het Staatsvisschershavenbe
drijf, F. P. Vermeulen en G. Carst namens de
Reedersvereeniging, Ir. F. Liebert, directeur
van het Rijksinstituut voor chemisch, micro
biologisch en hydrografisch visscherijonder-
zoek te den Helder, A. de Graaf. J. F. Glaze-
ner en P. Krab namens de IJmuider Vischhan-
delvereeniging, E. Dekker, R. Speelman expert
der Scheepvaart Inspectie, W. F. Fournier,
inspecteur van het Stoomwezen, G. Wijn
schenk, bestuurslid van het C. A. B., A. Gold-
boorn en T. H. Meyering namens de Propa-
gandacommissie voor het vischverbruik, B.
Molendijk namens het C. B. en den Noord-
Brabantschen Chr. Boerenbond enz.
De trossen werden losgesmeten en met een
kalm gangetje stoomde de Delft de haven uit.
Het weer was, zooals het voor een dergelijken
tocht moest zijn: helder en droog met een
flinke bries, die zorgde voor een lekker zee-tje
mans genoeg om de Delft gelegenheid te ge
ven te toonen, welk een prachtig schip ze is.
Nauwelijks waren we buiten de pieren, of ze-
boorde haar fermen steven in de landwaarts
rollende golven. En toen kwam Neptunus al
spoedig met zijn grijzen kop boven de ver
schansing uit.
De brulboei lieten we linkspardon, aan
bakboord brullen, de pieren, de duinen en de
torens verdwenen achter ons in den wazigen
horizon en toen kwam spoedig het oogenblik,
dat we zouden gaan visschen.
Dat is heel wat anders dan hengelen op de
Zuiderpier. Een leek kijkt daar vreemd tegen
op want er moet heel wat gebeuren voordat
het net goed en wel overboord is: manoeuvres
met het stuur, met de telegraaf, met de winch,
de borden en de lijnen, alles moet met zorg en
deskundig geschieden.
En ook dan loopt het zelfs bij den meest
ervaren schipper wel eens mis.
De kuil en het net waren overboord, lang
zaam werden de lijnen een eind uitgevierd.
Daar gingen ook de borden; de haak van de
messinglijn werd aangepikt en toen gebeurde
het: hoe het precies gebeurde weten we niet,
deskundigen verklaarden, dat men op het ach
terschip de messinglijn niet vlug genoeg introk
maar het eind van het liedje was, dat deze
lijn in de schroef raakte.
Een voordat dit gebeurde had de Mary IJM.
189, schipper Bram de Goede, ons gepraaid.
Reeds had de Mary met eenige stooten op de
fluit afscheid van ons genomen, maar toen
de boel op de Delft onklaar geraakte werd de
Mary teruggeroepen, om ons zoo noodig binnen
te sleepen.
Dat nooit, dacht schipper Koster.
We lagen stil, d.w.z. de machine stond stil,
maar de Delft danste lustig op de baren. In de
machinekamer tornde men aan de schroefas,
nu eens vooruit, dan eens achteruit, maar het
lukte niet. Ten slotte zat er niet anders op
dan de lijn te kappen. En toen voorzichtig-aan
draaien en het lukte. Het uurtje ronddobberen
kwam velen duur te staan, maar toen de Delft
eenmaal weer „full speed ahead" havenwaarts
stoomde, was het ergste leed gauw geleden.
Een sandwich en een glas sherry of port bleken
een goed geneesmiddel te zijn. En de hulp van
de Mary was niet noodig geweest.
Toen de Delft weer aan den kant lag noodig-
de de gastheer Ir. thiel zijn gasten uit voor
een kleine plechtigheid in den salon. Aller
eerst dankte de heer Thiel allen voor hun be
langstelling. Hij wees er op, dat men, wat de
zusterschepen Haarlem en Delft betreft, ge
zocht heeft naar een type, geschikt voor de
Noordzeevisscherij zoowel als voor de verre
visscherij; ze moesten dus niet te klein voor
de verre visscherij en niet te groot voor de
Noordzeevisscherij zijn.
De schepen zijn grooter dan de gewone
Noordzeebooten, maar nu reeds is gebleken,
dat ook op de Noordzee met de krachtigste
schepen de beste resultaten bereikt worden,
ook op de haringvisscherij, hetgeen met de
Erin reeds bewezen is. De Haarlem en de
Delft zijn wel zusterschepen, maar toch is
er verschil in de outillage. Zoo heeft de Delft
geforceerden en de Haarlem gewonen trek.
Toen de werf de order kreeg was daar juist
een serie van zes booten in aanbouw, waar
voor geforceerde trek werd nabesteld. De
eene werf beschouwt geforceerden trek als
voordeel, de andere als nadeel en daarom
werd door de Vem van beide systemen één
besteld. Voor het vischruim is bij de Delft
een nieuw verfpreparaat gebruikt, een soort
schellak; ook de isolatie is verschillend. Op
de booten is een verdamper aanwezig, die
zoet water produceert, waardoor voorkomen
wordt dat een tank van 40 a 50 ton moest
worden ingebouwd, hetgeen zooveel dead
weight minder beteekende. Verder wees de
heer Thiel op de traaninstallatie, die „fabrik-
massig" is ingericht. Op alle Vem-booten
wordt nu de traan aan boord verwerkt. Daar
door wordt een product verkregen, dat een
klasse beter is dan de traan, die gemaakt
wordt van aangevoerde lever. Dit levert voor
de toekomst interessante mogelijkheden op.
Tenslotte richtte de heer Thiel zich tot
schipper Koster. Ik heb laten nazien, hoe
lang je bij ons in dienst bent, aldus de heer
Thiel. In September 1915 ging je voor het
eerst met de oude „Duyvis" als schipper mee.
Je bent dus nog niet aan je zilveren jubileum
als schipper toe. maar toch ben je langer in
dienst. Je behoort tot de jongste schippers in
leeftijd, maar tot de oudste in dienstjaren.
Spreker zeide. zich de Vem niet te kunnen
voorstellen zonder schipper Koster en het
deed hem genoegen den heer Koster dit
schip te mogen toevertrouwen. De kleine
„hitch" van vanmiddag zijn we al weer ver
geten en scherven zijn geluk. Spreker wensch
te schipper Koster met de Delft veel geluk.
De heer Koster bedankt den heer Thiel
voor het in hem gestelde vertrouwen. Hij
hoopte, dat hij er veel'succes mee mocht heb
ben en dat de Vem nog vele van deze sche
pen zou laten bouwen.
De heer Speelman feliciteerde eveneens de
directie met deze boot en wees er op, dat de
ambtenaren van de Scheepvaart Inspectie
steeds prettig met het bedrijf samenwerken.
Verder wees de heer Speelman er op, dat
deze schepen volgens de hoogste eischen zijn
gebouwd dat kracht, ruimte en licht in over
vloed aanwezig zijn, alle drie belangrijke
factoren voor een trawler.
De heer A. de Graaf bracht de directie na
mens de IJmuider Vischhandel Vereeniigng
hulde voor haar ondernemingsgeest en
wenschte haar eveneens veel succes toe. In
gelijken zin spraken nog de heeren Molen
dijk en F, P. Vermeulen. Laatstgenoemde
zeide nog, dat de meeste bestuursleden tot
hun spijt verhinderd waren den tocht mee te
maken, maar dat hun belangstelling er niet
minder om is. Spreker hoopte, dat het mag
blijken, dat deze schepen een zegen voor het
herstel van het visscherijbedrijf mogen zijn
en voorts, dat schipper Koster het schip nog
vele jaren met blijdschap en succes mag
voeren.
Na een dronk aan het succes van de Delft
te hebben gewijd, maakten de gasten gebruik
van de gelegenheid de Delft te bezichtigen.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Hoofdbureau van Politie-
Broche met hangertje, rozenkrans, blauwe
ceintuur, zwarte doek, rijwielachterlicht, rij-
wielbelastingmerk, ledige koopmansbeurs,
zilveren heerenhorloge.
IJmuiden-Oost.-
Polis van een loterij, twee rijwielbelasting-
merken, heerenrijwiel, bruine glacé hand
schoenen, nikkelen dop van een kinderwagen,
bril in zwart étui. wollen handschoen, huis
sleutel, vulpotlood, duimstok, paspoort en
diploma machinist, aan komen loopen een
zwart hondje.
Velsen-Noord'
Stroomatras, bruine kindermuts, wit kin-
derhandschoentje, bruin kindertaschje. paar
zWare regenpijpen, zwarte haarstrik
Santpoort:
blauwe alpinomuts, aan komen loopen een
jonge hond.
OPENBARE VERGADERING VAN
„DE DAGERAAD".
De Vrijdenkersvereeniging „De Dageraad'
belegt Maandag 4 April a.s. een openbare
vergadering in „Ons Huis" aan dpn IJmui-
derstraatweg.
Spreker is de heer J. Hoving met het on
derwerp: „Is er een opperwezen: heeft de
>mensch een onsterfelijke ziel?"
CONCERT ARB. MAND. CLliB.
EXCELSIOR.
De arbeiders mandolineclub .Excelsior",
dir. Johan B. Kok, geeft Zaterdag 2 April a.s.
een concert in „Ons Huis" aan den ÏJmuider-
straatweg.
Medewerkenden aan dezen avond zijn Jong
Excelsior, de Hawaiiangroep en het groote
orkest.
Na de pauze zal een tableau worden opge
voerd.
VELSEN
Clir. Gemengde Zangvereeniging
„Nieuw Hosanna".
6 Mei 1928-1938.
Een succesvolle loopbaan.
Het was in het voorjaar van 1928. dat enkele
oud-leden van de toen reeds eenige jaren rus
tende vereeniging „Hosanna" (dir. P. v. d.
Roovaart) het plan opvatten dit koor opnieuw
op te richten. Het waren de heeren Van Veen,
Klees en Schaap, die daartoe in overleg tra
den met den huidigen directeur, den heer S.
Wiersma, die een eerste poging in die rich
ting reeds gedaan had. Het resultaat was, dat
het herboren koor, Nieuw Hosanna, met een
kleine 25 leden met de repetities een aan
vang maken kon.
Schuchter begonnen waagde het jonge koor
het in 1929 uit te komen in de 4de af deeling
op het concours, dat te Zandvoort gehouden
werd. Dat de hardwerkende directeur in het
vertrouwen, dat hij in zijn zangers en zan
geressen stelde, niet beschaamd werd, be
wees de uitslag: met 301 punten een eerste
prijs.
Daarna ging het met Nieuw-Hosanna's
zangloopbaan steeds excelsior. Opeenvolgend
waren de steeds aanmoedigende successen na
Zandvoort f1929)4e afd. Ie prijs, Nieuw
koop (1930) 3e afd. Ie prijs, Loenen (1931)
2e afd. Ie prijs, De Bilt (1932) afd. Uitmun
tendheid le prijs met 362 punten en uit de
latere jaren o.a. Veenendaal (1936) in dezelf
de af deeling met het hoogst aantal punten.
Nieuw Hosanna's concerten.
frieuw-Hosanna is geenszins een z.g. con
coursjageres, want naast het studeeren voor
een concours werkt deze vereeniging ook bij
na even hard aan het verzorgen van haar
zaalconcerten. waarvan ze er jaarlijks
minstens een tweetal klinkende geeft. Een
voornaam aandeel, zoo niet het belangrijk'
ste in de succesvolle carrière van het koor
heeft de directeur er zeker wel in gehad.
Dank zij de energieke leiding van den heer
Wiersina heeft Nieuw-Hosanna het zoover we
ten te brengen en in de voldoening gevende
wedstrijduitslagen is dit tot uiting gekomen.
Ook de „persmenschen" bezoeken zijn uit
voeringen gaarne, omdat de koorzang er altijd
met groote ambitie wordt ingestudeerd en
uitgevoerd.
Toen het eerste lustrum van Nieuw-Hosan
na gevierd werd heeft de leiding van het koor
voor dezen avond moeite noch kosten ge
spaard om dit heugelijk feit waardig te
herdenken. Het was dien 8sten November
1933 een belangrijke gebeurtenis in de ge-
schiedenis van de vereeniging en de herinne
ring aan het uitstekend geslaagde concert is
bij ons. na een lange reeks meer of minder ge
slaagde uitvoering van andere ensembles,
nog steeds levendig gebleven.
De viering' van het 10-jarige
bestaan.
Op Woensdag 20 April a.s. is het voor de
jubilaresse „feest". Dan zal in het Ned. Herv.
Vereenigingsgebouw het 10-jarige bestaar
gevoerd worden. Nieuw-Hosanna heeft daar
toe in studie genomen een groot koorwerk,
evenals bij het eerste lustrum. Toen was het
de bekende cantate voor gemengd koor, so
praan- en tenor solo en strijkorkest van Paar-
dekoper: „Uchtend-gloren" thans het niet
minder populaire werk „Lentefeest".
In de gepasseerde vijf jaar heeft de ver
eeniging met vele moeilijkheden te kampen
gehad en een belangrijk ledenverlies is
haar niet bespaard gebleven. De leiding
heeft echter voor de belangen van het koor
op de bres gestaan en het werven van nieuwe
leden krachtig tèr hand genomen, zoodat het
zich niettemin goed heeft weten te handha
ven. Mede is dit te danken aan de energieke
wijze waarop de directeur zich van zijn taak
kwijt en dit weer zijn terugslag heeft op het
koor. dat zijn zang steeds weer voor een aan
dachtig publiek kan uitvoeren. De onderaf-
deeling van de vereeniging het kinderkoor
„Klimop", mag zieh eveneens verheugen in
een gunstige reputatie en meermalen mochten
we van haar frisschen kinderzang genieten.
Op den komenden jubileumavond zullen behal
ve kleinere koorwerken van verschillende com
ponisten van Herwaarden's werk voor ge-
mengd-, vrouwen-, mannen-, meisjes-, kna
pen- en kinderkoor worden uitgevoerd. De
begeleiding is voorloopig in handen gegeven
van het Chr. orkest Concinère. dir. de heer
D. Klut Sr. De algeheele leiding berust bij
den heer S. Wiersma,
Indachtig- aan het devies van Nieuw Ho
sanna „Wij geven ons geheel en al" is men
ijverig aan de studie om dezen avond lot al
ler wensch te doen slagen.
Hetgeen wij bij het vieren van haar eerste
lustrum schreven wordt ook thans gelukkig
bewaarheid: ..Nieuw-Hosanna. welker uitste
kende kwaliteiten we meermalen mochten
loven, heeft door haar harde werken, daarin
door directeur Wiersma voorgegaan, bewe
zen een prominente plaats onder onze plaatse
lijke koren te mogen innemen".
We wenschen haar nog vele geslaagde con
certen, eerste prijzen en lange jaren toe.
W.
SANTPOORT
SANTPOORT IN VROEGER EEUWEN.
Over Osmgdroppcn.
De heer J. S. Visser te Santpoort schrijft
ons:
In enkele oude koopcontracten, die welwil
lend aan de vereeniging „Vrienden van Oud
Santpoort" ter inzage waren afgestaan vond
ik enkele malen het onbekende woord „Osing-
druppen" waarover ik in de stukjes over „Het
Buurwegje" heb geschreven. Op grond van de
mij gegeven inlichtingen gaf ik de verklaring
dat het woord ose in verband stond met het
tegenwoordige nog bekende woord „hoozen of
oozen" beteekende: water verplaatsen. Het
zelfde begrip zou dan nog weer te vinden zijn
in waterhoos, hoosnap enz. Osingdrop zou
dus beteekenen het in de vorm van druppels
verplaatsen van water van een dak zonder
afvoergooten. Dat afvallende water zou op
eigen erf moeten vallen en niet buurmans erf
mogen bezwaren. De ruimte tusschen den
muur en de druplijn op den grond kreeg de
naam van osingdroppen.
Eensdeels is deze verklaring correct, zooals
aanstonds zal blijken. Niet correct is echter
de woordafleiding. Ik heb een en ander nog
eens nagezocht en kom tot het navolgende":
In het Middel-Nederlandsch woordenboek
lees ik dat het woord ose ook voorkomt in de
navolgende schrijfwijzen: Oose, Oyse, Oeyse,
Osie, Hosie, Eusinge enz. De verklaring die
aldaar gegeven werd is de volgende „Ose is de
buiten den muur uitstekende punt van het
(rieten) dak en ook de ruimte tusschen de
lijn waar die dakdrup naar beneden valt en
de muur". Men dient dit als volgt op te
vatten:
Voorheen waren bijna alle huizen van hout
gebouwd en waren de wanden afgedekt door
rieten daken. Water-afvoergooten werden
toen nog niet gebruikt omdat het regenwater
toen nog niet opgevangen werd voor mensche
lijk gebruik. Om te voorkomen dat het regen
water langs de wanden naar beneden vloeide,
staken de rieten daken dus iets over, waar
door het snel verrotten van de vochtige wan
den dus werd voorkomen. Die overstekende
ruimte werd voorheen „ose" genoemd.
Van dit soort ose Ls het woord „osendrop"
en later „osingdrup" afkomstig. Natuurlijk
was het begrip ose en osendroppen aan voor
schriften onderhevig. Zoo lezen wij bij het
woord oosedruppen een aanhaling uit de
Fris. Stadr. „Die oosdrop tusschen hun bey-
den zal wijdt wesen anderhalf geervoet. Dui
delijker is de volgende maataanduiding:
„So wie tymmert is sculdich van synre erven,
dair hy op tymmert, te laten onbetymmert
ledich ligghen, tot synen waterganc ende
eusendrop VI durnen breet byder roeden
dairt water, dat van sinen huyse comt, opval
len mach, ende dairt bij wechloopen mach,
ende wechgeleet worden tot een leegher
stede."
Zooals wij ook Isagen in de stukjes over het
Buurwegje, gaf de osingdrop vele malen aan
leiding tot onaangenaamheden. Schepen Ba-
rent Kromhout had schijnbaar van zijn hooge
positie misbruik gemaakt, waarvan het ge
volg was dat in de koopcontracten na zijn
overlijden speciaal werd aangeteekend dat de
gemaakte gaten in de muur gedicht moesten
worden en hij van de osingdrop geen gebruik
mocht maken om ander dan regenwater af te
voeren. Het bovenaangehaald woordenboek
wijst op die ruzies door het aanhalen van een
rijmpje uit Pers Bellerophon dat luidt als
volgt
Hier quelt gij d' een, of d' ander U verstoort,
En komt om goot of oosdrop U aan boord
Al scheelt 'et niet een duym
't Is veel te ruym.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem, zijn de volgende faillissementen op
29 Maart 1938 uitgesproken:
1 E. H. Nottrot, sigarenwinkelier wonende
te Haarlem Barrevoetestraat 1.
2. Diens buiten gemeenschap van goede
ren gehuwde echtgenoote, mevr. P. Goester,
sigarenwinkelierster aldaar.
3 Arie van der Steen, visscherman, wonen
de te IJmuiden-Oost, Velserduinweg 125.
Curator in deze faillissementen- Mr. Dr. F.
A. Bijvoet alhier.
Rechter-commissarLs: Mr. E. H. F. W. van
Schaeck Mathon alhier.
Wegens gebrek aan actief werden de na
volgende faillissementen opgeheven:
1 A. P. Langendijk, veehouder te Beverwijk.
Breestraat 91; curator Mr. T. A. M. A. van
Löben Seis alhier.
2 H. van der Woude, tuinder, te Haarlem
mermeer, Spieringweg 319; curator Mr. J.
Deenik alhier.
3 J. Langendijk. kapper te Beverwijk. Noor
derwijkstraat 21; curator Mr. A. W. Hellema
te IJmuiden.
4 J. J. Vonk, loodgieter te Zaandam West
zijde 84; curator Mr. F. M. Hagemeyer, al
hier.
5 H. J. Bakker, zonder beroep te Haarlem.
Wilsonsplein 3; curator mej. Mr. E. Gouda
alhier.
1 De nalatenschap van wiilen H. A. van
Emmerik in leven caféhouder te Haarlem;
curator: Mr P. J. Prinsen Geerligs, alhier.
7 E. Keur bouwondernemer te Zandvoort,
Burgstraat. 16 curator Mr. O. H. van Wijk
►p Heemstede.
Door het verbindend worden der eenige
uitdeellngsliist zijn geëindigd de navolgende
faillissementen:
1 De N.V. Mijndérs en Co. te Hillegom; cu
rator Mr. F. M. Gerritsen alhier.
2 V. J. M. Bakker, bloembollenhandelaar te
Hillegom; curator Mr. W. Veniet alhier