(unst in Haarlem en daarbuiten. Instantine De Nederlandsche Omroep WOENSDAG '13 APR! 12 1938 Do positie van het haringbedrijf. Jaarvergadering; der recdersvcrecniging. 's-GRAVENHAGE. 12 April. Vandaag heeft de Reedersvereen. voor de Nederland sche haringvisscherij, in Scheveningen haar 23ste jaarvergadering gehouden in het bij zijn van den vertegenwoordiger van den mi nister van Economische Zaken, dr. A. A. van Rhijn, secretaris-generaal, tevens waarne mend regeerïngscommissaris voor de vissche rijen en dr. T. P. van der Kooy, chef van den economischen voorlichtingsdienst. Als visscherij-autoriteiten waren aanwezig de voorzitter van het College voor de Vis- scherijen, de chef van de afdeeling vissche rij en, de directeur en secretaris van de Ne derlandsche Visscherij Centrale, de directeur van 't Staatsvisschershavenbedrïjf te IJnrui- den, de chef van het Rijksinstituut voor het Biologisch Visscherij-onderzoek en de direc teur van het Nederlandsche Visscherij Proef station, terwijl bovendien vertegenwoordi gers van verschillende Kamerfracties van hun belangstelling blijk gaven. In zijn jaarrede zeide dc voorzitter der Reedersvereenïging. mr. J. H. Kiewiet de Jonge, dat de eerste maanden na de opleving van 1936 in verschillend opzicht nog verdere opleving te zien gaven. Daarna is evenwel een stilstand ingetreden en tenslotte een te ruggang gekomen. Deze omslag in de conjunctuur wordt naar algemeen inzicht in het bijzonder toege schreven aan een overschatting van de vraag naar grondstoffen en daardoor was terug gang in een land als het onze, hetwelk zoo zeer van de internationale conjunctuur af hankelijk is, natuurlijk onvermijdelijk. Spreker veronderstelde evenwel dat de juist geëindigde onderhandelingen tusschen Engeland en Italië en de besprekingen tus schen Engeland en de Ver. Staten een tijd vak van duurzamen opgang in de conjunc tuur beter in zullen kunnen luiden dan de in zich zelf niet gezonde verschijnselen van 1936. Wat betreft de haringvisscherij zeide spre ker, dat de vooruitgang van 1936 in de eer ste plaats verband hield met de toeneming van den uitvoer van ons hoofdproduct, de pekel- en steurharing. De toeneming van den aanvoer van zouten haring in het jaar 1936 heeft zich het afge- loopen jaar voortgezet en wel in die mate, dat de totale aanvoer van zoute haring dicht bij 1.000.000 kanties heeft gelegen. Hiermede is een record-c'' fer bereikt, hetwelk nage noeg h.t dubbel 'as van 1935. Toen de Russische aankoopen van 1936 in 1937 niet werden voortgezet, heeft de minis ter van Economische Zaken na overleg met de Nederlandsche Visscherij Centrale, de zout-haringvisscherij met ingang van 1 De cember 1937 beëindigd. Deze maatregel is van alle zijden toege juicht. Uit den gezichtshoek van den afzet blijft het waar. dat de positie der haringvisscherij in de crisisjaren beduidend minder ongunstig Is geweest dan die van andere takken van bedrijf. Bij den prijs ligt "chter voor 1937 de keer zijde der medaille. De gemiddelde prijs van zoute haring in 1937 was per kantje bruto f 7.50 tegen f 3.75 in 1936 en f 9 ln 1935. Een zoo lage gemiddelde prijs is de laatste 25 ja ren niet voorgekomen. Dit geeft te denken, te meer wanneer de diverse lasten in 1937 aanzienlijk zijn gestegen. Een prijs van f 7.50 moet onder de huidige omstandigheden ver liesgevend voor den reeder zijn. Wat betreft de toename van den uitvoer naar de randstaten en naar Polen ging het hier vergeleken bij 1936 om een uitbreiding- van ongeveer 75.000 Schotsche tonnen of wel 100 pet. Roemenië gaf vooruitgang te zien, terwijl ook in Duitschland onze zout-haringuitvoer belangrijke toeneming toonde. In 1936 pl.m. 7',: millioen K.G. bruto, in 1937 bijna 13 mil- hoen K.G. bruto. Helaas moet worden vastgesteld, dat de toekomst van onzen zouten haring in Duitsch land niet rooskleurig is te achten. België bleef in 1937, gelijk in 1936. onze grootste buitenlandsche afnemer: in 1936 bijna 20 millioen K.G. bruto, in 1937 meer dan 20 millioen K.G. bruto. Terwijl in den export voor Duitschland de prijzen betrekke lijk bevredigend waren, kan dat van België helaas niet gezegd worden, want hier is de concurrentie weinig minder dan moordda dig geweest. T-a-v- de ver. Staten en Canada was er in 1936 vooruitgang te constateeren. die zich in 1937 niet heeft voortgezet. Vergeleken met 1938 was er een achteruitgang van ruim 400.000 K.G. bruto. Naar algemeen wordt aangenomen, heeft de stijgende lijn in het binnenlandsch ver- oruik zich ook in 1937 voortgezet, doch niet kunnen verhoeden, dat een te groote voor raad ontstond. Bjj de onzekere momenten in den export, kan de toeneming in beteekenis van het binnenlandsch verbruik tot voldoe ning stemmen. De totale Nederlandsche aanvoer van ver sche haring van de haringdrijfnetschepen be droeg in 1937 van 1 Juli tot 31 December 14'/2 millioen K.G., in 1936 van 1 Juli tot 31 Decem ber 5 millioen K.G. dus een uitbreiding van groote beteekenis. Duitschland was onze grootste buitenlandsche afnemer met biina 9 millioen K.G., dan volgt Tsjecho-Slowakije met 31/2 millioen K.G. Het binnenland liet eveneens toeneming van verbruik zien. Wanneer men bedenkt, dat deze versche harmg er vroeger in het kader der Neder landsche haringvisscherij practisch niet was en dat ze in 1937 naar gewicht reeds 14% van den totalen zoutharingaanvoering vertegen woordigde, lijdt het geen twijfel, of de versche naring heeft in deze jaren belangrijk bijge dragen aan de versterking der, positie van'het productie-apparaat in zijn geheel, T.a.v. de trawl-visscherij hebben de prijzen eveneens aan den lagen kant gelegen. Ton slotte besprak mr. Kiewiet de Jonge hetgeen het afgeloopen jaar op het terrein van arbitrage en anderszins is gedaan. Spreker besloot: Het Nederlandsche be drijfsleven in zijn geheel kan onzen huidigen minister van economische zaken niet erkente lijk genoeg zijn, dat onder zijn bewind de ge legenheid is geopend tot een zoo nauw moge lijk contact tusschen de overheid en dat be drijfsleven op het onderhavige terrein. Voor de visscherij,. en voor de haringvisscherij in het bijzonder geldt dat heel sterk, omdat in deze takken de uitvoer een zoo groote rol speelt. DOOR VRACHTAUTO DOODGEREDEN. Dinsdagnamiddag is op den Parallelweg te 's-Gravenhage een ongeluk geschied dat aan een negenjarigen jongen M. F. G. genaamd het leven heeft gekost. Tengevolge van het feit dat de knaap, die op 4en Parallelweg nabij de Hoefkade fietste, met een lantaarn paal in aanraking kwam, maakte hij een zoodanige slingering, dat hij onder een juist passeerende vrachtauto terecht kwam. Een achterwiel ging hem over het hoofd, met het gevolg dat hij terstond overleed. Jongeman door uitstekende balk van auto gedood. Op den Zwolscheweg te Apeldoorn is ter hoogte van den bakkerswinkel van den heer A. Bresser. Maandagavond om half elf. een ernstig ongeluk gebeurd, dat den 23-jarigen D. Eilander uit Apeldoorn het leven heeft ge kost. E. keerde per rijwiel huiswaarts. Op den Zwolscheweg werd hij ingehaald door een truck met bijwagen, welke met mijnhout was geladen. Vermoedelijk is E. door een der uit stekende balken getroffen en op slag gedood. Enkele oogenblikken na het noodlottig onge val ontdekte een automobilist het deerlijk verminkte slachtoffer. Onmiddellijk werd de nabij gelegen kazerne van de marechaussee gewaarschuwd. Dank zij de activiteit van den automobi list, die onmiddellijk een achtervolging was begonnen, slaagde men er in den wagen, die het ongeluk had veroorzaakt, in te halen. Pro ces-verbaal is tegen den bestuurder opge maakt. Het stoffelijk overschot werd naar het Juliana-zïekenhuis overgebracht. Er werden geen papieren gevonden, zoodat herkenning- niet mogelijk was. De ouders van het slachtoffer, die zich Maandagavond reeds ter ruste hadden be geven, ontdekten eerst Dinsdagmorgen, dat- het bed van hun zoon onbeslapen was. Na dat zij de politie hiervan in kennis hadden gesteld, vernamen zij de droeve tijding. Te sterke aulolioorn. Veroordeelend vonnis van de rechtbank. De Arnsterdamsche rechtbank ver oordeelde een automobilist, wiens signaalhoorn een sterker geluid geeft dan de wet toelaat tot een geldboete van f 1. De geluidsbron was opgemeten met het toestel van prof. Zwikker. Door deze uitspraak stelt de recht bank dus, vast, dat dit toestel een betrouwbaar instrument is, op grond waarvan tot vervolgingen kan wor den overgegaan. De Kantonrechter had f 6 boete op gelegd en de Officier van Justitie had bevestiging gevorderd. Dreigend conflict in liet Steen- hou wersbedr i j f Reeds twintig jaar bestaat in het steen- houwersbedrïjf een landelijke collectieve ar beidsovereenkomst, welke elk jaar is ver nieuwd zonder dat daarbij ernstige storing heeft plaats gevonden. Dit jaar schijnt dit niet mogelijk te zul len zijn. de patroons hebben wel toegestemd de vacantie van 41 i dag op een volle week te zullen brengen en ook in sommige aangele genheden hun medewerking te willen verlee- nen, maar ten opzichte van de loonen willen zij geen enkele toezegging tot verhooging doen. De besturen der werknemersorganisaties hebben, na overig met de leden, aan de pa troons doen weten, dat zonder loonsverhoo- ging geen overeenkomst zal woren aange gaan en daarbij de mededeeling gedaan, dat op korten termijn aan verschillende leden van de patroonsbonden een ultimatum zal worden gesteld. Te verwachten is dus, dat in het steenhou- wersbedrijf, in verschillende plaatsen van ons land. tot staking zal worden overgegaan. De leiding berust bij de hoofdbesturen der samenwerkende organisaties van bouwarbei ders. Witter dan wit worden Uw tanden indien U poetst met Tube 60 en 40 et. Doos 20 ct. IVOROL (Adv. Ingez. Med.J Jozef Neuhuys, Albert's broer B'ij het schrijven van het stukje over Albert Neuhuys' schilderij in de veiling van Mevr. Heidens-Piek in Den Haag, nu twee weken geleden moest ik telkens aan Albert's broer Jozef denken die nooit den roem van den grooten interieuxsehilder gekend had, hoe wel hij een merkwaardig en fijn artist was nu vrijwel vergeten is en over nogmaals vijftig jaar die vergetelheid misschien met zijn be roemd geworden broer moet deele-n. Immers niets is vergankelijker dan de publieke glorie van een levenden kunstenaar. Ze verdwijnt meestal kort na hem en keert voor de belang rijksten soms eerst na langen tijd als histori sche waarde terug, om de ernstige kunstbe schouwers te boeien als een nieuwe en onver moede vondst. Toen men, een goede dertig jaar geleden, nog leefde in de volle en onvertroebelde ver eering onzer Haagsohe schilderschool, waren het in de eerste plaats de allergrootsten, die de belangstelling in beslag namen maar men be gon zich toch al langzaamaan te interessee ren voor de figuren van een tweede plan; en hoe verder wij nu van dien tijd verwijderd raken des te historischer gaan wij kijken en nemen daarbij ook de mindere goden in ons overzicht op. Het grootsch herleven onzer Hollandsche schilderkunst in de dagen van Bosboom, Mauve, de Marissen wordt met deze namen steeds getypeerd, en terecht, daar zij als ber gen het landschap beheerschen. Doch maar weinigen kunnen zich steeds aan den voet van den berg staande, eenig idee van het overig landschap vormen, noch oog hebben voor de uitgestrekte heuvelrijen die zich rond de ber gen uitstrekken. Hiertoe is eenige afstand gewenscht. Tot hen, die in dien tijd van herleving op een tweede plan zóó gearbeid hebben, dat hun werk, als dien tijd zeer voldoende repvesentee- rend nog vermag te boeien, behoort Jozef Neu huys, Albert's vier jaar oudere broeder. Wan neer men zicli een aantal zijner werken voor den geest kan halen wij reproduceer en deze week een mooie aquarel uit de vroegere Van Gogh-verzameling van hem ondergaat men het eenigszins weemoedige genot van herinne ring aan schoone tijden. Herinnering die van het werk tegelijk de kracht en de zwakheid kennen doet. De krachthet heeft in de factuur alle kenmerken die in het werk der nakomers langzaam aan verloren gingen, het toont die métierkennis, die bij de ouderen een conditio sine qua non geacht werdhet heeft ook dien heerlijken lust van het schil deren om het schilderen-alleen, die bij de MIDDENSTANDSCOMMISSIE VRIJZINNIG DEMOCRATISCHE BOND. Het hoofdbestuur van den Vrijzinnig Demo- cratischen Bond heeft een commissie ingesteld om een rapport uit te brengen omtrent het vraagstuk van de bescherming van het klein bedrijf en over andere vraagstukken, den mid denstand betreffende, welke de commissie in haar onderzoek wil betrekken. Deze commissie is als volgt samengesteld: Jan Schilthuis. 's-Gravenhage, voorzitter; Sidney J. v. d. Bergh, Weybridge, mr. L. G. van Dam. Haarlem; M. Kropveld, Rijswijk; W. D. Niestadt, Schagen; A. Overduyn, Enschedé; H. C. Sprenger, Haarlem; dr. E. J. Tobi, 's-Gravenhage, leden; mr. H. C. Oud. 's-Gra venhage, secretaris. Overtuig U zelf dat Instantine helpt! 1 a 2 tabletten zijn reeds voldoende de pijn te verdrijven. Onthoudt daarom stilt en voorkomt pijnen Doosjes a 12 tabletten 70 ct., zakjes a 2 labletten 15 ct. (Adv. Ingez. Med.) Touw brak toen man zicli uit brandend huis trachtte te redden. Ook nog ongelukkig in een springzeil terecht gekomen. Dinsdag is brand uitgebroken in het pen' sion van den heer J. Dekker gevestigd op de tweede en de zolderverdieping van het perceel Stationsplein 8 te Rotterdam. De heer Dekker was alleen thuis in de voorkamer van de tweede verdieping, toen er ten gevolge van het om trekken van een petroleumtoestel brand ont stond. De vlammen sloegen zóó snel om zich heen, dat de weg naar de gang en de trap hem afgesneden werd. Met behulp van een touw. dat hem van bui ten af werd toegeworpen, slaagde de heer D. er in via een raam het pand te verlaten doch toen hij zes meter boven den grond was, brak het touw. waardoor hij in een door toegesnelde omwonenden opgehouden zeil terecht kwam, evenwel juist op den rand er van, zoodat hij toch op straat viel. Hij brak daarbij de rechter pols. De brandweer was spoedig met eenige slan- jenwagens ter plaatse. Met zes stralen werd iet vuur, dat zich door de sterke rookontwik keling aanvankelijk ernstig liet aanzien, aan getast en na korten tijd was men den brand meester. De beide verdiepingen zijn vrijwel uitgebrand. De eerste verdieping, bewoond door den heer Winkl, en de in het benedenhuis geves tigde fietsenstalling, kregen vrij veel water schade. De heer D. was tegen brandschade ver zekerd. ,,De mei need tiert welig in Twente". Poging een afschrikwekkend voorbeeld te stellen. Voor de rechtbank te Almelo stond Dinsdag- de vrachtrijder J. B. uit Markelo terecht, die zijn knecht A. had overgehaald meineed te liegen in een zitting van het kantongerecht. Iet betrof een overtreding van de Ongeval lenwet. A. had op pressie van zijn patroon verklaard, dat hij geen loon had gekregen voor zekere werkzaamheden. B. gaf toe, dat hij pressie had uitgeoefend, doch zeide, dat hij niet had geweten, dat A. een eed moest afleggen. De officier van justitie geloofde dit evenwel niet en hield een scherp requisitoir, waarin hij betoogde, dat men veelal in het plegen van een meineed geen kwaad ziet. Er gaat haast geen recht bankzitting voorbij, aldus de officier, of men heeft het vermoeden, dat er weer een meineed is gepleegd. En op het kantongerecht is het nog veel erger. Vooral bij vervolgingen in zake de Ongevallenwet is dat het geval. Er moet maar eens een afschrikwekkend voorbeeld worden gesteld, want er moet en zal een eind aan komen, dat in Twente de meineed zoo welig tiert, aldus de officier, die zes maanden gevangenisstraf eischte. Harry Baur speelt voor zijn plezier tooneel. Binnenkort komt hij ook voor zijn plezier naar Amsterdam. Omstreeks 12 uur zou volgens het gerucht Harry Baur in Den Haag' aankomen en 's middags om half drie zou hij eenige jour nalisten in den foyer van het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te woord staan. Dus stonden eenige fotografen en journalisten Dinsdag even voor 12 uur voor het hotel Des Indes op den uitkijk. Elke auto met een Fransch nummerbord werd met bijzondere aandacht bekeken, maar Harry Baur ver scheen niet. Eindelijk om half zes reed hij voor zijn hotel in een groote geelzwarte Hispano, ver gezeld mevrouw Baur en twee druk kef fende houdjes. Een half uur later klopte een journalist op de deur van de salon, waar de groote karakterspeler zich in een diepe fau teuil geïnstalleerd had. „Wees niet bang voor mijn hondjes, ze doen geen kwaad", zoo begroette Harry Baur den interviewer en hij legde uit, dat hij niets wist van een gesprek met journalisten en dat het hem erg speet, dat deze afspraak buiten hem om was gemaakt. „Het is een prachtig stuk, dat ik voor mijn jaarlijksche tournee heb uitgezocht. De eerste acte is geheel gebouwd op het begrip van de fataliteit der gebeurtenissen". Dan komt Baur te spreken over het tooneel en de film. „Tooneel speel ik voor mijn pleizier. De film is winstgevender, ach, ziet u, ik ben geen heilige en moet toch de kost verdienen. Met het tooneel is geen bedrog mogelijk. Een slecht stuk gaat er niet in. Maar een slechte film kan, dank zij een handige reclame, best slagen. En u weet, ik ben opgevoed voor het tooneel en daar gaat mijn hart naar uit. Zoo maak ik elk jaar een tournee naar het buitenland". „Wat zijn uw toekomstplannen?" „Over twee weken moet ik in Venetië zijn voor opnemingen van mijn nieuwe film „Walpole". Maandag speelde ik in Antwerpen in het proces van Oscar Wilde en Woensdagavond zal ik in Brussel spelen. Vóór mijn vertrek naar Italië, hoop ik nog enkele dagen in Am sterdam door te brengen, alleen voor mijn ge noegen. Intusschen hebben de fotografen him werk gedaan en Baur lijkt wat vermoeid, hoewel hij het volgens zijn zeggen, niet is. Zwaar en wat melancholiek zit hij te praten, met een enkel sober gebaar zijn woorden ver duidelijkend. Als de interviewer afscheid neemt, staat Bauf wat moeizaam op en besluit met enkele hoffelijke woorden over ons land en zijn be- wonèrs. DAME DOOR AUTO AANGEREDEN EN GEDOOD. Dinsdag is op den hoofdweg te Loenen ge meente Apeldoorn de ongeveer zestigjarige mevrouw Hinrich vlak voor haar woning door een personenauto bestuurd door den heer K. uit Klarenbeek aangereden en op slag gedood. Mevrouw H. stak den weg over naar een groentekar zonder op het verkeer te letten. „B. PREMSELA-FONDS". Ten overstaan van notaris L. H. Ditmar te Amsterdam is Dinsdagmiddag de acte van oprichting gepasseerd van de stichting „B. Premsela-fonds". Dit fonds is door den arts B. Premsela ter gelegenheid van diens 25-jarig arts jubileum in het leven geroepen. Het „B. Premsela-fonds" stelt zich ten doel: „het bevorderen van de geslachtskunde, sexuo- logie". In het bestuur is o.a. opgenomen dr. H. G. Cannegieter te Haarlem. ,Jn den regen". meesten zijner tijdgenooten waarneembare eigenschap, vanzelf aanwezig was omdat toen zij begonnen, kans op publiek succes zelfs niet te vermoeden was. De zwakheid hij is eer gevoelig dan sterk geweest. Een kracht-karakter als broer Albert vermoeden wij niet in hem. Ook hij heeft een eigen karakter, een eigen kant aan zijn werk, doch het duikt telkens weg onder invloeden van buitenaf, door werk van eenzij dig-sterke- ren dan hij was. Zijn werk herinnert nu eens a-an dezen, dan aan geenen afzonderlijken voorvechter zijner periode: dat is het zwakke. Zijn persoonlijkheid Is eer sympathiek dan grootsch. Men moet zijn oeuvre zien als reflex van zijn tijd, tijd die den beminnaar der schil derkunst bij uitstek lief is. Waar ge in zijn schilderijen en aquarellen iets vindt dat ge bij anderen niet zaagt, waar hij dus het meest zuiver zichzelf gaf, zult ge iets van een heel fijn type bevroeden, die in zijn beste dingen zelfs iets van e enwijsgeerige in-zich-zelf ge leerdheid toont, waaraan een voornaam, me lancholisch tintje niet te ontkennen valt. Het is of hij daar zijn positie als de minst sterke onder de reuzen gevoeld heeft. Men komt zijn werk niet vaak meer tegen. In sommige museua. (het Dordrechtsch mu seum, Mesdag e.a.) vindt men een enkel goed specimen. Hij stierf in 1890 in Warmond en toen er in 1906 in Amsterdam een herinne- ringstentoonstelling van Jozef Neuhiuys' werk werd ingericht, heb ik daar zelfs nog' sporen van zijn verblijf gevonden. Oorspronkelijk was hij leerling van zijn broer geweest en latei- naar de Antwerpsche Akademïe gegaan, doch kwam teruggekeerd, als hoofdzakelijk land schapschilder vooral onder den invloed van Gabriel met wiens fijne wezen zijn kunst veel verwantschap kreeg. De aquarel „In den re gen" die hierbij is afgebeeld, toont dat reeds een weinig aan. Mlschien echter nog meer den geest van dien tijd, dien der prachtig be- heerschte vervoering voor de natuur. J. H. DE BOTS. krijgt een nieuwen krachtigen zender. Het modernste station van Europa. Het is een mijlpaal in de ontwikkeling van den Nederlandschen omroep, dat de reeds lang bestaande plannen van de Nozema, om een nieuwen modernen krachtigen inzender te bouwen, thans door haar opdracht aan Philips een definitieven vorm hebben ge kregen. Alle luisteraars in Nederland zullen dan ook met enthousiasme van dit feit ken nis nemen. Nederland, dat op het gebied der radiotechniek van meet tff aan'een zoo ge wichtige rol heeft vervuld en ook over steeds beter geoutilleerde en meer geperfectioneer de omroepstudio's de beschikking heeft ge kregen, had dringend behoefte aan een nieu we krachtige aetherstem, die overal in den lande de beste ontvangstresultaten waar borgt. Het kleine Nederland, dat met zijn kortegolf-zenders groote landen, wat de techniek betreft, reeds jaren geleden en on langs nog door de verbouwing van den kor- tegolfzender PCJ tot een krachtig station met een nieuw draaibaar richtantenne- systeem overtrof, zal thans een 125 kW sta tion krijgen, dat. wat zijn vooruitstrevenden opbouw betreft, door geen zender in Europa wordt geëvenaard. Deze nieuwe zender, die, eenmaal in ge reedheid, vermoedelijk de 301.5 meter instal latie te Hilversum zal vervangen, zal te Jaarsveld, waar zich thans reeds de proef zen der, werkend op een golflengte van 415 me ter bevindt, worden opgericht. Door de be treffende instanties gedane veldmetingen wezen uit. dat deze plaats, gelegen een 15- tal kilometer ten Zuid-Westen van de stad Utrecht, voor den nieuw op te richten zen der de meest gunstige was. Of de nieuwe zender op een golflengte van 301.5 meter, dan wel op een andere zal gaan werken, Is nog niet met zekerheid bekend. Dit zal afhangen van de besprekingen, welke dit voorjaar daaromtrent op de a.s. -bijeen komst van de „Union Internationale" zullen worden gevoerd. De samenstelling van den nieuwen zender. Het draaggolfvermogen van den zender be draagt 125 kW. I11 de eindtrap komen 4 groo te watergekoelde 100 kW zendbuizen, terwijl 2 reservebuizen van hetzelfde type als on middellijk inschakelbare reserve eveneens in de eindtrap worden opgesteld. Allerlei maatregelen worden genomen om vervorming zoowel in den modulator rdie daartoe o.a. van tegenkoppellng is voorzien) als in de hoogfrequent versterkertrappen tegen te gaan. Om beschadiging van den zender door een onoordeelkundige behande ling te vermijden en ter beveiliging van het bedieningspersoneel, zijn uitgebreide voor zorgsmaatregelen genomen. De zender is o.m. van een vergrendelings systeem voorzien, waardoor het inschakelen van de verschillende spanningsbronnen al leen in de juiste volgorde kan geschieden. Verder is er door middel van deurcontacten voor gezorgd, dat bij het openen van een der paneeldeuren de spanning onmiddellijk uit geschakeld wordt, zoodat nimmer onder ge vaarlijke "spanning staande deelen kunnen worden aangeraakt. De bediening en con trole van den zender geschieden van een be dieningstafel, die zich centraal in de zender hal bevindt. Het geheele hoogfrequent-gedeelte van den zender Is in een paneelruimte ondergebracht die in verschillende vakken is verdeeld. Ook de eindtrap bevindt zich in een gesloten pa neelruimte. De verschillende paneelen zijn van gaasdeuren voorzien, 0111 ook het inte rieur van den zender steeds te kunnen con- troleeren. De machines en de pompen voor de waterkoeling van de groote zendbuizen zijn in een kelder opgesteld en worden van een speciaal schakelbord in de zenderhal be diend. Zelfstralende antenne mast. De nieuwe zender krijgt een zelfstralenden antennemast, van het type zooals ook bij den huidigen middengolf zender (301.5 M.) te Hil versum wordt gebruikt. Het meest typische van een zelfstralenden antennemast is wel, dat het stalen geraamte van den mast zelf als antenne fungeert. Daarom is het noodzakelijk den geheelen mast van het fundament electrisch te iso- leeren. Het kegelvormig onderstuk van den mast eindigt in en rust op een isolator, welke het geheele gewicht van den mast, die door tuidraden overeind wordt gehouden, draagt. Het voordeel van den zelfstralenden an tennemast, waarvan die te Hilversum de eer- s.te in Europa was, is een zoo gunstig moge lijk stralingsdiagram, waardoor het bij mid dengolven vaak zoo hinderlijke fadingver- schijnsel belangrijk wordt gereduceerd. Zoo zal met dezen nieuwen zender de Ne derlandsche omroep ook in technisch op zicht zich wederom in de eerste gelederen scharen, een plaats, waarop ten volle aan spraak kan worden gemaakt als men bedenkt hoeveel ons land heeft bij gedragen tot de evolutie van den radio-omroep en de radio techniek. VRIJWILLIGE BIJDRAGEN VOOR DE DEFENSIE-VERSTERKING, f 50 M. H. B„ Middelburg; f 50 I. M. B„ Mid delburg; f 10 mevr. wed. J. de F.—H., Sant poort; f 50 J. P. M.. den Haag; f 100 G. P.. Am sterdam; f 100 A. G. F. Amsterdam; f 100 W. F. P. C. V.. Rotterdam; f 200 E. M.. Rotterdam; f 50 mevr. O. v. d. B.. Amsterdam; f 15 F. R.. Haarlemmermeer; f 100 B. A. S. en C., Am sterdam; f 2.50 Zuster J. P., Santpoort. Ontvangen werd tot en met deze afrekening f 95.368.02. Ten behoeve van de defensie van de over- zeesche gewesten zijn ten departemente van koloniën ontvangen: f 54 van S. L., Amsterdam "n f 50 van ir. S. Den Haag. Eventueele verdere bijdragen zullen gaarne worden ontvangen op de postrekening voor de koloniën te 's-Gravenhage no. 8583, met de aanduiding' „Voor defensie overzeesche ge westen". Nederlandsche Cementmarkt. Naar wij vernemen is tusschen de Neder landsche, Belgische, Duitsche, Engelsche en Fransche cementindustrie een overeenkomst tot stand gekomen, waarbij de door contrac tanten op de Nederlandsche cementmarkt te leveren hoeveelheden cement nader zijn be paald. Deze overeenkomst is aangegaan tot einde 1942. Bovendien is door de Nederlandsche cement industrie een overeenkomst gesloten met de internationale cementindustrie, welke over eenkomst tot 1 Maart 1942 is afgesloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 2