Schilderen!"
Dienaar der Wet,
Dienaar der Muze
Een politieagent
„l/Uat doet U ia
w i/tijea tijd?":
I Paardenmarkt.
antwoordt op onze vraag:
Overgroote en over
kleine menschen.
ER zijn groote menschen.
En kleine menschen.
Figuurlijk gesproken.
En de kleine menschen vinden dat er
zoo weinig groote menschen zijn.
Maar de grooten vinden dat er zoo ontzet
tend veel kleine lieden bestaan.
Kleine menschen. die telkendage in eenzelf
de cirkeltje leven, jaar in jaar uit, daar nooit
boven uit komen, en van deze wereld verdwij
nen evenals zij gekomen zijn, niets anders
achter latend dan een plaats voor een ander.
De grooten hebben een naam voor al die
kleinen uitgedacht; zij noemen hen: de
massa. En de massamensch doet het dage-
hjksche werk, dat er gedaan moet worden; hij
alt op de kantoren achter de rekenmachine,
bij staat op zijn post achter de loketten, om
ons te bedienen, hij staat op de treinen
trams, auto's om toe te zien dat alles mar
cheert. hij koopt en verkoopt allerlei artike
len en stoffen, die wij noodig hebben voor
onze voeding", onze kleeding, onze huisvesting,
hij helpt ons als we in nood zijn of als ons een
ongeluk is overkomen, kortom hij zorgt voor
alle behoeften, die we in het dagelijksche le
ven hebben, hij is den heelen dag in touw om
ons het leven mogelijk te maken, hij voert
wat we noemen den dageiijkschen levens
strijd enhij patrouilleert en ziet toe dat
die strijd zich in orde en rust, naar de wet,
voltrekt.
Postboden, tramconducteurs, treinconduc
teurs, de menschen van electriciteit en gas,
controleurs, politieagenten en zoovele anderen
vormen een leger met uniformen. Maar een.,
vredesleger. Doch ook die anderen, die tal-
blijven wij binnen. En wat we niet zien be
staat niet. Ook de agenten niet, die ook dan
nog buiten patrouilleeren.
En we vergeten zooveel.
We zien zooveel niet.
We merken niet eens dat een klein mensch
vaak groot kan zijn. Groot zonder pretentie,
groot zonder ijdelheid, grcot zonder bijbedoe
lingen, groot om de loutere reden dat hij bo
ven den cirkelgang van het dagelijksche leven
uit, de schoonheid weet te proeven, die eenig
en eeuwig is; de kunst. Zuivere schoonheid,
waarin de mensch zichzelf vindt. Wij gaan aan
elkaar voorbij. We zien allen den uiterlijken
kant van eikaars leven. We kennen de func
ties, waarin we met elkaar te maken hebben
en respecteeren die. We kijken tegen de uni
formen en de confectiepakjes aan, die we
dragen en voor de rest kennen we elkaar niet,
razen we aan elkaar voorbij in dezen haas
tigen tijd.
En tochLaten we eens gaan zien. Ik
neem U mee op een kleine wandeling.
Een politieagent gaat aan ons voorbij.
Maar dit keer laten we hem niet op zijn fiets,
die hij in statig tempo onverstoord voortbe
weegt. in de vergetelheid van de lange straat
verdwijnen.
We volgen hem naar zijn huis.
En in zijn huis hangen aan de muren schil
derijen.
Zooals in vele huizen
Maar deze schilderijen zijn door den bewoner
zelf gemaakt. Zooals in weinig huizen het
:eval is.
We bezien die schilderijen.
En ondergaan iets.
Het zijn geen prenten.
Zij boeien want de maker heeft er iets van
zichzelf in gelegd.
In een harmonie van kleur en vorm heeft
de maker in den drang naar het weergeven
dat in hem leeft toevertrouwd aan het witte
linnen.
Is het niet wonderlijk zooiets achter den ge
lijke uniformen en confectiepakjes dragen,
innerlijk zijn wij allen anders, andere per
soonlijkheden, andere individuen, en wij
uiten dat in het werk, dat ons het zuiverst,
het schoonst is: de kunst. En in dat onder
scheid zijn wij ergens toch één; zooals de ein
digheid ergens overgaat in eeuwigheid.
We zien om ons heen; aan de wanden kleu-
ren de schilderijen; een landschap, een
meisjeskop, ragfijne penteekeningen. een
fantasie.
Op de tafel slaat de damp uit de theekoppen,
Is er een liefelijker museum voor schilde
rijen denkbaar dan een eigen huis?
Er zijn kleine menschen.
En groote menschen.
Maar groote menschen worden eigenlijk
pas groot als zij niet meer leven. Als het ver
gankelijke, het kleine, het materieele van
hen af is gevallen, zoo zeggen de geleerden.
Waarom is het vergankelijke klein? Niemand
weet het. De menschen maken het ervan.
Daarom. En als menschen groot zijn, dood
zijn, kent de heele wereld hen.
Kleine menschen zijn na hun heengaan ver
geten. Maar in hun leven schenkt hun werk
vreugde aan velen, aan allen, die zij lief
hebben.
Groote menschen wonen in de koude kille
eeuwigheid der eindelooze musea.
Kleine menschen leven in een warm huis.
Zoo heeft de een het eene, de ander het an
dere en hebben wij tezamen alles.
v. H.
loozen op onze kantoren, in onze fabrieken,
de departementen, instellingen, bedrijven,
hebben een uniform aan; het confectiepakje.
Het past den een maar ook den ander. Zij al
len zijn de kleine radertjes, die draaien in een
heel groote machineZij draaien eiken
dag eenzelfde cirkeltje.
Van den postbode zien we alleen dat hij bel
letje trekt en een brief in de bus duwt, huis
aan huis, heb heele blok om, van den conduc
teur zien we dat hij kaartjes knipt, van den
kantooremployé merken we dat hij steeds
maar zit té rekenen, van den ambtenaar zien
we het gezicht in paperassen gedoken, den
technicus zien we aan radertjes morrelen, den
handelsreiziger kennen we allen als „den mam
met het koffertje" en den politieagent zien we
getrouw door de straten patrouilleeren en we
denken er vaak bij: wat heerlijk steeds in de
buitenlucht te zijn. En we vergeten dat er
van de 365 dagen in het jaar een luttel aan
tal mooi zijn. En als het weer niet mooi is
vel van het uiterlijke uniform te ontdekken?
Er zijn menschen met veel vrijen tijd, die daar
in niets presteeren, althans niet uit loutere
geestelijke zelfbevrediging.
Er zijn menschen met weinig vrijen tijd,
practisch geen vrijen tijd in dit geval, en
tochWe hebben het gezien.
Een bewijs dat niets, geen natuurlijke wet
ten en geen menschelijke wetten den drang
der dingen, der natuur, uit loutere innerlijke
vreugde, iets van het schoonheidsverlangen
naar schoonheid in den mensch kunnen te
gengaan. Gelukkig dit te kunnen weten.
Deze schilderijen heeft hij zelf gemaakt.
En hij vertelt ons, dat je als schilder in je
vrijen tijd metterdaad vrij bent; je kunt doen
en laten wat je wilt. Bevalt het eene onder
werp je niet, wel, dan laat je het varen, en
geef je je aan een ander.
Aan opdrachten heeft hij zich niet te hou
den. En toch heeft hij velen plezier geschon
ken met zijn werken. In de kamers van zijn
familie en van zijn kennissen hangen ook vele
van zijn schilderijen. „Weet u dat iedere
schilder anders schildert?" vraagt hij.
Inderdaad, al mogen wij dan uiterlijk ge
Actie legen Habsburgers in
voorbereiding
LONDEN, 12 April (A.N.P.) De Weensche
correspondent van de „Daily Telegraph and
Morning Post" schrijft, dat wanneer gelijk in
het nummer van dit blad van gisteren gemeld
werd. een actie wegens hoogverraad op touw
wordt gezet tegen aartshertog Otto, waar
schijnlijk de kwestie van de onteigening der
bezittingen van de Habsburgfamilie in Oos
tenrijk ter sprake zal komen. In de laatste
jaren is een groot deel dezer bezittingen terug
gegeven aan de Habsburgers. Men is echter
van meening, dat het werkelijke doel van de
actie tegen aartshertog Otto is, motieven te
krijgen voor optreden tegen Oostenrijksche
royalisten.
Andorra dreigt bij conflict
betrokken te zullen worden.
Andorreeschc centrale voorziet Barcelona
van electriciteit.
LONDEN. 12 April (A.NP.) De troepen
van generaal Franco rukken op in de richting
van Andorra, aldus wordt uit Perpignan aan
de „Daily Telegraph and Morning Post" ge
meld. Deze opmarsch zou kunnen leiden tot
internationale complicaties, aangezien de on
afhankelijke republiek Andorra onder geza
menlijke souvereiniteït van Frankrijk en Span
je staat.
Barcelona krijgt thans het grootste deel van
zijn licht en energie van de groote Andorree-
sche electriciteitscentrale te La Valira. Dit
station is van vitaal belang voor de Catalaan-
sche hoofdstad, nu de rechtschen zich mees
ter hebben gemaakt van Tremp en andere
groote electriciteitscentra. Mocht generaal
Franco trachten controle te krijgen over de
Andorreesche electriciteitslevering, dan zou
het noodig kunnen worden, dat de Fransche
mobiele garde in Andorra versterkt wordt.
Japausche luchtmacht opereert in
Honan.
Universiteitsgebouwen verwoest.
Vele slachtoffers.
Volgens berichten van Chineesche
zijde hebben Japansche vliegers
Tsjangtsja, de hoofdstad der provincie
Honan, en omstreken gebombardeerd.
Zij hebben meer dan dertig brand
bommen en veertig zware bommen
geworpen op de universiteiten van
Honan en Tsinghoea, ten gevolge
waarvan meer dan dertig non-com
battanten werden gedood en over de
zeventig gewond.
De universiteitsgebouwen te Tsjangtsja zijn
geheel of gedeeltelijk verwoest. Met inbegrip
van de aan de bibliotheek aangerichte
schade is voor een waarde van meer dan
twee millioen Chineesche dollars verloren ge
gaan. Zes van de zeven bewoners van een na
bij de stad gelegen boerenwoning zijn even
eens om het leven gekomen.
Volgens Tsjoen-g Sjih Pi, de president der
universiteit, hebben de Japanners de univer
siteitsgebouwen gebombardeerd in een wel
overwogen poging de Chineesche cultureele
instellingen te vernietigen en de nog overge
bleven nationale universiteiten weg te vagen.
Bovendien is Kanton weer gebombardeerd
Japansche vliegers vlogen op 3000 nieter hooi
te en wierpen zware brandbommen uit. Zij
bombardeerden een fabrieksgebouw, dat in
een zeer dicht bevolkt stadsdeel is gelegen
en zich op minder dan een mijl afstand be
vindt van de vroegere buitenlandsche con
cessies. Ongeveer 500 arbeidsters kunnen het
gebouw niet verlaten. Groote rookkolommen
stegen op uit het in brand geschoten gebouw
en velen die het bombardement overleefd
hadden, kwamen in de vlammen om. Familie
leden van het personeel probeeren de lijken
te identificeeren.
Uit Japansche bron wordt nog gemeld,
dat een Japansche escadrille Zondag tijdens
een luchtgevecht bij Koelte in Honan 24
Chineesche toestellen heeft neergeschoten.
Guerillakrijg
bij Sjanghai.
Uit betrouwbare bron wordt te Lon
den vernomen, dat de voorhoede der
Chineesche strijdkrachten en de
Guerillagroepen, die drie weken ge
leden zeer bedrijvig zijn geweest, ten
Zuid-Westen van Sjanghai, binnen 40
kilometer afstand van Sjanghai zijn
gekomen.
Alle pogingen van de normale Japansche
garnizoenen te Sjanghai en Hangtsjau, den
Chineeschen opmarsch te stuiten, zijn vruch
teloos gebleven. Men verneemt, dat 9 April
10.000 man nieuwe troepen te Poetoeng geland
zijn en naar het bedreigde gebied zijn ver
trokken. Chineesche bewoners, die vluchten
naar de internationale nederzetting en de
Fransche concessie, vertellen, dat de Japan
ners de burgers dwingen tot-het inderhaast
aanleggc-n van versterkingen.
De Utrechtsche Paasch-paardenmarkt. of
Palmpaardenmarkt, of Palmpaaschpaarden
markt ik heb haar alle drie benamingen
hooren geven is oud en beroemd, ja klas
siek. Zij wordt in de schoolboekjes genoemd.
Dat wist ik niet meer. maar een van de andere
leden van onze Ruiterclub. die het net den
vorigen avond thuis had moeten overhooren,
bleek het zich wel te herinneren.
Zonder deze wetenschappelijke erkenning
zou de P. P. P. M. trouwens toch ook al vol
doenden indruk op ons gemaakt hebben. Ik
ben geneigd aan mijn Ruiterlijke Bekente
nissen er dadelijk maar weer een toe te voe
gen, namelijk dat ik na een jaar rijden nog
zoo'n leek ben op het gebied van paardenras
sen, paardenkleuren, paardenstaarten, paar-
dengebreken openlijke zoowel als verbor
gene en van den paardenhandel niet het
minst. Dit is een zeer uitgebreid gebied van
sterk-gespecialiseerde kennis. Er beweegt
zich een menigte vaklieden op die zich zoowel
door uiterlijke als (blijkbaar) door innerlijke
bijzondere eigenschappen onderscheidt. En
die menigte is weer onderling te verdeelen in
„mmderheden", zooals ze in Europa en vooral
m Tsjecho-Slowakije zeggen. Daar zijn de
veeboeren, de paardenkooplui, de directeu
ren van rijscholen, de staljongens, de rijders
van allerlei vrachtjes en nog veel meer min
derheden. De menschelijke bevolking van een
paardenmarkt is even rijk gesorteerd als de
dierlijke. Samen hebben zij de paardsche
sfeer geschapen.
Utrecht heeft de belangrijkheid van deze
bijzondere levenssfeer ten volle begrepen en
er een prachtige moderne veemarkt voor ge
bouwd. met trotsche hallen en breede stra
ten, waarop men naast zijn ros kan voort-
rennen, ter vertoonmg van zijn schitterende
eigenschappen, die men voorts mondeling
toelicht. Dit gebeurt met een welbespraakt
heid, die Mussolini's uitweidingen over den
Italiaanschen soldaat, de Italiaansche bom
en het Italiaansche slagschip in de schaduw
stelt en overigens evenmin geheel op waar
heid is gegrondvest. En er wordt een schil
derachtigheid van taal bij gebezigd die een
Mussolini eenvoudig niet benaderen kan.
Het verblijf temidden van deze paarden -
volksstam is wel opwekkend maar erg onrus
tig en niet gevaarloos, want binnen in de
hallen zijn er voortdurend paarden die ruzie
met elkaar hebben, en andere met neiging tot
achteruitslaan, en weer andere die dwars
door het menschenge drang naar buiten wor
den gedreven om daar hun kunsten te ver-
toonen. Buiten draven zij, aan de opgeheven
hand van hun galoppeerende bazen, of ga-
loppeeren aan de hand van dravende bazen,
en stormen vaak recht op u af zoodat gij u
telkens met een noodsprong moet redden. Er
zijn geen verkeersregels en er is weinig hof
felijkheid. Men dringt elkaar op zij en als er
een menschengroep üi den weg staat stormt
men, als verkooper-m-hope zijnde, daar met
zijn trappelend paard rechtstreeks op aan.
Dan gaat die groep vanzelf wel op zij.
Zoo ging het ons Maandag ook telkens. Als
ruiter pas een jaarling zijnde, deed ik mijn
best wat te leeren van onzen ervaren en
overigens sceptischen rijschool-directeur, van
onzen voorzitter die ons met koelbloedigheid
aanvoerde en van de aanwezige medeleden
die ook veel meer paardenkennis bezitten.
Maar temidden van de herrie blijft het bij we
tenschappelijke fragmenten en met nog zoo
veel leerjaren in het verschiet zal ik mij wel
zalig onthouden van geleerd-doen. Dit is bo
vendien geen paardsch vaktijdschrift maar
een algemeen dagblad.
Het aantal paarden op de P. P. P. M. moet
in de duizenden loopen. Ze variëeren einde
loos. In kleur; zwart, bruin, vos, wit, muis
vaal, isabel (dat is een soort geel, waarbij
witte manen prijken), in grootte, in lichaams
bouw, in leeftijd, in geschiktheid voor velerlei
levenstaken. Alleen die kleurenvariëteit is al
onafzienbaar, want er komen nog allerlei
soorten vlekken bij: die noemen ze bles. kol,
sneb, bal, sok, sokje of ze spreken van wit
voet, witbeen, witgelaarsd. Wees voorzichtig
gij onwetende medeleek, met uw aanduidin
gen van het paardsche voorkomen jegens een
kenner. Weet gij bijvoorbeeld de verschillen
tusschen schimmels aan te duiden. Kunt gij
op slag zeggen: deze is appelgrauw, die daar
is ijzergrauw, dat is een rood- en dat is een
blauwschimmel? Hebt gij ook maar het
flauwste vermoeden, als gij eenige slanke en
goedgebouwde rossen naast elkaar ziet staan,
heelemaal onopgetuigd, welke tuigpaarden
zijn, bestemd om voertuigen voort te trekken
en welke zadelpaarden, geschikt voor berij
ding? Dat ziet zoo'n kenner in één blik. Ja
zoo n dikke Belg of Brabander, zoo'n oerster
ke, is makkelijk als werkpaard te herkennen
Maar verder?
De veulens zijn natuurlijk lief en de ponies
allemaal schattig. Dat zijn de afdeelingen die
speciaal de dames interesseeren. Het is jam
mer voor de vele ponies dat er zoo weinig
dames op een paardenmarkt verschijnen; ze
zouden veel vlotter verkocht worden. Paar
denkenners zijn niet zoo geestdriftig over
ponies en duiden ze meestal aan als: dat ding
daar. Het ding- is bruikbaar voor het strand,
kleine reclamewagentjes en het leeren van
kunstjes. Dit alles bijeen noemt de deskun
dige: nou ja, voor de aardigheid. En hij haalt
z'n schouders op.
Op een automobiel-tentoonstelling zien al
de auto's er blinkend en smetteloos uit. Op een
paardenmarkt is meer dan de helft van de
paarden smerig, morsig, slecht geschoren. En
heel wat is nog kennelijk ondervoed ook. De
tijden zijn niet best en de nieuwe eigenaar
kan ze bij voeden als-ie wil, tot ze dik en
glanzend zijn. Om smetteloosheid geeft geen
enkele kooper een zier.
Ik zal niet wagen het uiterlijk der menigte
te beschrijven. Het zou kolommen kosten en
ze zouden worden als een vreemd verslag van
een modeshow: vol lefpetten, snelle petten,
hoerapetten, hooge zijden petten, kleurige
halsdoeken, kleurlooze halsdoeken, smerige
halsdoeken, witte stropdassen, korte zweepen,
lange zweepen, versierde zweepen... een ein
delooze verscheidenheid. En vele paarden droe
gen prachtig gevlochten staarten met stroo-
versiersels bijwijze van Palmpaasch-teeken
erin bevestigd. Sommige hadden zelfs kleurige
wol-decoraties in hun manen.
Mij leek dat er niet veel verkocht werd. Er
werden wel veel daverende handslagen ge
wisseld ter fine van biedingen,- maar het
woord „Geluk" van de zijde des verkoopers,
dat den koop moet bezegelen, bleef meestal
uit. Intusschen is het mogelijk dat er later
nog veel op straat, in cafés, in treinen en op
allerlei andere plaatsen werd afgesloten. Men
handelt anders dan op de Effectenbeurs. Mij
leek het even practisch, ook hier een no
teering in te voeren. Zoo in den trant van:
Zwarte moorkoppen, 1935, 143-ki, Twaalfjarige
Vossen, 273!4, Ponies, 1930 180'/2 enzoovoorts.
Maar ik verwierp de gedachte weer snel. Van
paarden heeft men zooveel meer verstand dan
van effecten; men koopt ze dus niet zoo
vlot.
Toevallig stond ik erbij toen een zwarte
moorkop verkocht werd. „Dit beessie hep bi-
zondere maniere in z'n lichaam", zei de eige
naar. „Ik heb hem voor een koei ingerolen".
Daar hebben meneer Terpstra, meneer Mar-
chant, meneer Slotemaker de Bruine en zoo
vele geleerde adviseurs zich nou voor zitten
aftobben. Zoo spreekt men hun spellingen
uit!
De Heerenweg thans geheel
voorrangsweg.
HEEMSTEDE, Dinsdag.
Aan den eigenaardigen toestand die
tot nu toe op den Heerenweg heerschte
en waarbij een gedeelte voorrangsweg
was en een ander gedeelte weer niet,
is thans een einde gekomen.
Het wegvak gelegen even voor
bij de Spanjaardslaan, dus bij de
Noord-grens der gemeente
Heemstede tot het punt 150 M.
noordwaarts van de Oude Post
huisstraat dat geen voorrangs
weg was, zal dit met ingang van
morgen, Woensdag 13 April, wel
zijn.
De hierop betrekking hebbende waar
schuwingsborden zullen morgen ge
plaatst zijn.
Met ingang van dien datum zal men
dus komende van de Adriaan Pauwlaan,
Laan van Rozenburg, Zandvoortsche-
laan, Lanckhorstlaan en Koediefslaan
bij nadering van den Heerenweg het
bekende waarschuwingsbord (driehoek
met punt naar heneden, kleur: wit met
rooden rand) aantreffen, hetgeen be-
teekent: „Pas op, ge nadert een voor
rangsweg en gij zijt verplicht het ver
keer op dien weg uit beide richtingen
te laten voorgaan".
Er was ook een man met twee ezels. Hij
stond buiten en hield ze elk aan een wit
touwtje. Hij zag er triest uit. De ezels zagen er
ook triest uit. Urenlang stond hij daar en
begon meer en meer op ze te lijken.
Wij kochten geen paard. Soms werden we
er wel op aangezien en als we iets vroegen of
een ros hekeken, zijdelings beloerd en ge
taxeerd. Als wij dat merkten keken we door
dringend terug en men deinsde af.
Maar onze rij school-directeur dacht over
„den witvoet". Dat interesseerde ons, want
als-ie hem kocht zouden wij erop moeten rij
den. Wij voelden eigenlijk meer voor „den
vos", maar die had een gecoupeerde staart en
daar wou onze leermeester niets van weten.
En over den prijs van den witvoet kon hij het
ondanks vele handslagen maar niet eens wor
den met den eigenaar.
Later in den middag reden we naar Haar
lem terug. In een stille Haarlemsche straat
stopte vóór ons een motorvrachtwagen. Die
werd geopend en eruit schreed de witvoet, ge
leid door een nieuwen eigenaar. Toen stopten
wij ook en onze mentor ging erop af. Het
handgeklap werd hervat terwijl de witvoet
slaperig graasde en wij vol spanning toeza
gen. Maar „Geluk" bleef opnieuw uit.
De witvoet vertrok naar een andere stal.
Zal het erbij blijven? Ik weet het niet. De
paardenhandel is lang en ingewikkeld, bepaalt
zich niet tot de markt, zet zich voort in vele
steden en omstandigheden en is vol ondoor
grondelijke finesses.
Ondoorgrondelijk althans voor den leek.
De man met de ezels staat er waarschijn
lijk nóg.
R. P.
Gasmaskers en bomvrije kelders
voor de Parijsclie bevolking.
Voor een groot deel door den Staat bekostigd.
PARIJS, 12 April (Havas). De Matin
kondigt aan, dat de 4.926.000 inwoners van 'het
district Parijs op verschillende voorwaarden
de noodige gasmaskers zullen ontvangen. Deze
zullen 284 millioen frank kosten, waarvan 184
millioen voor rekening van den staat zullen
zijn. De bouw van bomvrije schuilplaatsen zal
250 millioen kosten. Hiervan neemt de staat
de helft voor zijn rekening. Vijftien millioen
wil men beschikbaar stellen voor het in orde
brengen van evacuatiewegen. Het departement
van de Seine zal van zijn kant 328 millioen be
schikbaar stellen, die gedekt zullen worden
door een leening.
EXAMENS INSTITUUT PONT.
HAARLEM Dinsdag
Voor de voorjaars-practijkexamens slaagden
de volgende candidaten, allen leerlingen van
het Instituut Pont te Haarlem:
Handelscorrespondentie Nederlandsch. 3
cand., de dames: L. Balder. A. v. d. Bos. R.
Reekers, C. Ronda, J. Steinenboehmer, B.
Stierman, G. v. d. Veen ,H. v. d. Veen.
Machineschrijven Snelheidsdiploma 14 cand.
de dames: L. Balder, A. Boonstra, A. v. d. Bos,
T. Groot, P. Henfling, H. Kamp, L. Koster, A.
Otto. C. Ronda, A. de Ronde, M. Stammeyer,
B. Stierman, G. v. d. Veen, H. v. d. Veen.
Machineschrijven Practijkdiploma, 21 cand.
de (James: H. Bezem, E. Dolleman, L. de Graaf,
L. Grillis, A. Heyting, B. Hopman, A. Klooster
man, S. de Koning, N. Kooyman, W. Nelissen,
E. van Oosterzee, N. Pompe, R. Reekers, P. van
Smaalen en de heeren: D. Klerk, G. v. d.
Linde, J. Mey, F. Michels, H. Mulder, H. Schit-
ger, J. v. d. Vijver.
Stenografie Nederlandsch, 26 cand. de da
mes: G. Aveling, M. Bakker, L. Balder. J. v. d.
Berg, A. v. d. Bos, L. v. d. Bos, I. Eebes, L.
Grillis, T. groot, E. de Jager, L. Koster, A.
Kloosterman, F. Meeuwig, E. Menke, A. Otto,
R. Reekers, C. Ronda, A. de Ronde, G. Slees-
wijk, B. Stierman, G. v. d. Veen, H. v. d. Veen,
T. Wallenburg en de heerenG. van Apeldoorn
J. Groot. C. Poederbach.
Stenografie Duitsch 9 cand. de dames: W. de
Beer, I. Klijzing, E. Koppen, N. Muntendam,
H. Panjer, E. Schrijnemakers, H. van Servel-
len, J. Steinenboehmer, A. de Vries.
Stenografie Engelsch 6 cand. de dames: W.
de Beer, N. Muntendam, H. Panjer, E. Schrij
nemakers, J. Steinenboehmer, A. de Vries.
VOETBAL.
KAMPIOENSCHAP VAN
HAARLEM.
Licht wedstrijd Haarlem—V. S. V.
Voor het tournooi om het kampioenschap
van Haarlem wordt hedenavond op
het terrein aan den Schoterweg een lichtwed-
strijd gespeeld tusschen Haarlem en V.S.V.
De elftallen worden als volgt opgesteld:
Haarlem:
Vijg'eboom,
Verhappen, Huijsmans,
De la Mar, Effern, Vreeken,
De Winter, Van Gooi, Van der Hulst,
Smit, Ninaber.
V.S.V.
Sterk, Bot, Van der Lugt, Balvers, Döhring,
Van Os, De Vries, Heins,
Voet, Broek,
Michel.