Schilderen!" Dienaar der Wet, Dienaar der Muze Een politieagent „l/Uat doet U ia w i/tijea tijd?": I Paardenmarkt. antwoordt op onze vraag: Overgroote en over kleine menschen. ER zijn groote menschen. En kleine menschen. Figuurlijk gesproken. En de kleine menschen vinden dat er zoo weinig groote menschen zijn. Maar de grooten vinden dat er zoo ontzet tend veel kleine lieden bestaan. Kleine menschen. die telkendage in eenzelf de cirkeltje leven, jaar in jaar uit, daar nooit boven uit komen, en van deze wereld verdwij nen evenals zij gekomen zijn, niets anders achter latend dan een plaats voor een ander. De grooten hebben een naam voor al die kleinen uitgedacht; zij noemen hen: de massa. En de massamensch doet het dage- hjksche werk, dat er gedaan moet worden; hij alt op de kantoren achter de rekenmachine, bij staat op zijn post achter de loketten, om ons te bedienen, hij staat op de treinen trams, auto's om toe te zien dat alles mar cheert. hij koopt en verkoopt allerlei artike len en stoffen, die wij noodig hebben voor onze voeding", onze kleeding, onze huisvesting, hij helpt ons als we in nood zijn of als ons een ongeluk is overkomen, kortom hij zorgt voor alle behoeften, die we in het dagelijksche le ven hebben, hij is den heelen dag in touw om ons het leven mogelijk te maken, hij voert wat we noemen den dageiijkschen levens strijd enhij patrouilleert en ziet toe dat die strijd zich in orde en rust, naar de wet, voltrekt. Postboden, tramconducteurs, treinconduc teurs, de menschen van electriciteit en gas, controleurs, politieagenten en zoovele anderen vormen een leger met uniformen. Maar een., vredesleger. Doch ook die anderen, die tal- blijven wij binnen. En wat we niet zien be staat niet. Ook de agenten niet, die ook dan nog buiten patrouilleeren. En we vergeten zooveel. We zien zooveel niet. We merken niet eens dat een klein mensch vaak groot kan zijn. Groot zonder pretentie, groot zonder ijdelheid, grcot zonder bijbedoe lingen, groot om de loutere reden dat hij bo ven den cirkelgang van het dagelijksche leven uit, de schoonheid weet te proeven, die eenig en eeuwig is; de kunst. Zuivere schoonheid, waarin de mensch zichzelf vindt. Wij gaan aan elkaar voorbij. We zien allen den uiterlijken kant van eikaars leven. We kennen de func ties, waarin we met elkaar te maken hebben en respecteeren die. We kijken tegen de uni formen en de confectiepakjes aan, die we dragen en voor de rest kennen we elkaar niet, razen we aan elkaar voorbij in dezen haas tigen tijd. En tochLaten we eens gaan zien. Ik neem U mee op een kleine wandeling. Een politieagent gaat aan ons voorbij. Maar dit keer laten we hem niet op zijn fiets, die hij in statig tempo onverstoord voortbe weegt. in de vergetelheid van de lange straat verdwijnen. We volgen hem naar zijn huis. En in zijn huis hangen aan de muren schil derijen. Zooals in vele huizen Maar deze schilderijen zijn door den bewoner zelf gemaakt. Zooals in weinig huizen het :eval is. We bezien die schilderijen. En ondergaan iets. Het zijn geen prenten. Zij boeien want de maker heeft er iets van zichzelf in gelegd. In een harmonie van kleur en vorm heeft de maker in den drang naar het weergeven dat in hem leeft toevertrouwd aan het witte linnen. Is het niet wonderlijk zooiets achter den ge lijke uniformen en confectiepakjes dragen, innerlijk zijn wij allen anders, andere per soonlijkheden, andere individuen, en wij uiten dat in het werk, dat ons het zuiverst, het schoonst is: de kunst. En in dat onder scheid zijn wij ergens toch één; zooals de ein digheid ergens overgaat in eeuwigheid. We zien om ons heen; aan de wanden kleu- ren de schilderijen; een landschap, een meisjeskop, ragfijne penteekeningen. een fantasie. Op de tafel slaat de damp uit de theekoppen, Is er een liefelijker museum voor schilde rijen denkbaar dan een eigen huis? Er zijn kleine menschen. En groote menschen. Maar groote menschen worden eigenlijk pas groot als zij niet meer leven. Als het ver gankelijke, het kleine, het materieele van hen af is gevallen, zoo zeggen de geleerden. Waarom is het vergankelijke klein? Niemand weet het. De menschen maken het ervan. Daarom. En als menschen groot zijn, dood zijn, kent de heele wereld hen. Kleine menschen zijn na hun heengaan ver geten. Maar in hun leven schenkt hun werk vreugde aan velen, aan allen, die zij lief hebben. Groote menschen wonen in de koude kille eeuwigheid der eindelooze musea. Kleine menschen leven in een warm huis. Zoo heeft de een het eene, de ander het an dere en hebben wij tezamen alles. v. H. loozen op onze kantoren, in onze fabrieken, de departementen, instellingen, bedrijven, hebben een uniform aan; het confectiepakje. Het past den een maar ook den ander. Zij al len zijn de kleine radertjes, die draaien in een heel groote machineZij draaien eiken dag eenzelfde cirkeltje. Van den postbode zien we alleen dat hij bel letje trekt en een brief in de bus duwt, huis aan huis, heb heele blok om, van den conduc teur zien we dat hij kaartjes knipt, van den kantooremployé merken we dat hij steeds maar zit té rekenen, van den ambtenaar zien we het gezicht in paperassen gedoken, den technicus zien we aan radertjes morrelen, den handelsreiziger kennen we allen als „den mam met het koffertje" en den politieagent zien we getrouw door de straten patrouilleeren en we denken er vaak bij: wat heerlijk steeds in de buitenlucht te zijn. En we vergeten dat er van de 365 dagen in het jaar een luttel aan tal mooi zijn. En als het weer niet mooi is vel van het uiterlijke uniform te ontdekken? Er zijn menschen met veel vrijen tijd, die daar in niets presteeren, althans niet uit loutere geestelijke zelfbevrediging. Er zijn menschen met weinig vrijen tijd, practisch geen vrijen tijd in dit geval, en tochWe hebben het gezien. Een bewijs dat niets, geen natuurlijke wet ten en geen menschelijke wetten den drang der dingen, der natuur, uit loutere innerlijke vreugde, iets van het schoonheidsverlangen naar schoonheid in den mensch kunnen te gengaan. Gelukkig dit te kunnen weten. Deze schilderijen heeft hij zelf gemaakt. En hij vertelt ons, dat je als schilder in je vrijen tijd metterdaad vrij bent; je kunt doen en laten wat je wilt. Bevalt het eene onder werp je niet, wel, dan laat je het varen, en geef je je aan een ander. Aan opdrachten heeft hij zich niet te hou den. En toch heeft hij velen plezier geschon ken met zijn werken. In de kamers van zijn familie en van zijn kennissen hangen ook vele van zijn schilderijen. „Weet u dat iedere schilder anders schildert?" vraagt hij. Inderdaad, al mogen wij dan uiterlijk ge Actie legen Habsburgers in voorbereiding LONDEN, 12 April (A.N.P.) De Weensche correspondent van de „Daily Telegraph and Morning Post" schrijft, dat wanneer gelijk in het nummer van dit blad van gisteren gemeld werd. een actie wegens hoogverraad op touw wordt gezet tegen aartshertog Otto, waar schijnlijk de kwestie van de onteigening der bezittingen van de Habsburgfamilie in Oos tenrijk ter sprake zal komen. In de laatste jaren is een groot deel dezer bezittingen terug gegeven aan de Habsburgers. Men is echter van meening, dat het werkelijke doel van de actie tegen aartshertog Otto is, motieven te krijgen voor optreden tegen Oostenrijksche royalisten. Andorra dreigt bij conflict betrokken te zullen worden. Andorreeschc centrale voorziet Barcelona van electriciteit. LONDEN. 12 April (A.NP.) De troepen van generaal Franco rukken op in de richting van Andorra, aldus wordt uit Perpignan aan de „Daily Telegraph and Morning Post" ge meld. Deze opmarsch zou kunnen leiden tot internationale complicaties, aangezien de on afhankelijke republiek Andorra onder geza menlijke souvereiniteït van Frankrijk en Span je staat. Barcelona krijgt thans het grootste deel van zijn licht en energie van de groote Andorree- sche electriciteitscentrale te La Valira. Dit station is van vitaal belang voor de Catalaan- sche hoofdstad, nu de rechtschen zich mees ter hebben gemaakt van Tremp en andere groote electriciteitscentra. Mocht generaal Franco trachten controle te krijgen over de Andorreesche electriciteitslevering, dan zou het noodig kunnen worden, dat de Fransche mobiele garde in Andorra versterkt wordt. Japausche luchtmacht opereert in Honan. Universiteitsgebouwen verwoest. Vele slachtoffers. Volgens berichten van Chineesche zijde hebben Japansche vliegers Tsjangtsja, de hoofdstad der provincie Honan, en omstreken gebombardeerd. Zij hebben meer dan dertig brand bommen en veertig zware bommen geworpen op de universiteiten van Honan en Tsinghoea, ten gevolge waarvan meer dan dertig non-com battanten werden gedood en over de zeventig gewond. De universiteitsgebouwen te Tsjangtsja zijn geheel of gedeeltelijk verwoest. Met inbegrip van de aan de bibliotheek aangerichte schade is voor een waarde van meer dan twee millioen Chineesche dollars verloren ge gaan. Zes van de zeven bewoners van een na bij de stad gelegen boerenwoning zijn even eens om het leven gekomen. Volgens Tsjoen-g Sjih Pi, de president der universiteit, hebben de Japanners de univer siteitsgebouwen gebombardeerd in een wel overwogen poging de Chineesche cultureele instellingen te vernietigen en de nog overge bleven nationale universiteiten weg te vagen. Bovendien is Kanton weer gebombardeerd Japansche vliegers vlogen op 3000 nieter hooi te en wierpen zware brandbommen uit. Zij bombardeerden een fabrieksgebouw, dat in een zeer dicht bevolkt stadsdeel is gelegen en zich op minder dan een mijl afstand be vindt van de vroegere buitenlandsche con cessies. Ongeveer 500 arbeidsters kunnen het gebouw niet verlaten. Groote rookkolommen stegen op uit het in brand geschoten gebouw en velen die het bombardement overleefd hadden, kwamen in de vlammen om. Familie leden van het personeel probeeren de lijken te identificeeren. Uit Japansche bron wordt nog gemeld, dat een Japansche escadrille Zondag tijdens een luchtgevecht bij Koelte in Honan 24 Chineesche toestellen heeft neergeschoten. Guerillakrijg bij Sjanghai. Uit betrouwbare bron wordt te Lon den vernomen, dat de voorhoede der Chineesche strijdkrachten en de Guerillagroepen, die drie weken ge leden zeer bedrijvig zijn geweest, ten Zuid-Westen van Sjanghai, binnen 40 kilometer afstand van Sjanghai zijn gekomen. Alle pogingen van de normale Japansche garnizoenen te Sjanghai en Hangtsjau, den Chineeschen opmarsch te stuiten, zijn vruch teloos gebleven. Men verneemt, dat 9 April 10.000 man nieuwe troepen te Poetoeng geland zijn en naar het bedreigde gebied zijn ver trokken. Chineesche bewoners, die vluchten naar de internationale nederzetting en de Fransche concessie, vertellen, dat de Japan ners de burgers dwingen tot-het inderhaast aanleggc-n van versterkingen. De Utrechtsche Paasch-paardenmarkt. of Palmpaardenmarkt, of Palmpaaschpaarden markt ik heb haar alle drie benamingen hooren geven is oud en beroemd, ja klas siek. Zij wordt in de schoolboekjes genoemd. Dat wist ik niet meer. maar een van de andere leden van onze Ruiterclub. die het net den vorigen avond thuis had moeten overhooren, bleek het zich wel te herinneren. Zonder deze wetenschappelijke erkenning zou de P. P. P. M. trouwens toch ook al vol doenden indruk op ons gemaakt hebben. Ik ben geneigd aan mijn Ruiterlijke Bekente nissen er dadelijk maar weer een toe te voe gen, namelijk dat ik na een jaar rijden nog zoo'n leek ben op het gebied van paardenras sen, paardenkleuren, paardenstaarten, paar- dengebreken openlijke zoowel als verbor gene en van den paardenhandel niet het minst. Dit is een zeer uitgebreid gebied van sterk-gespecialiseerde kennis. Er beweegt zich een menigte vaklieden op die zich zoowel door uiterlijke als (blijkbaar) door innerlijke bijzondere eigenschappen onderscheidt. En die menigte is weer onderling te verdeelen in „mmderheden", zooals ze in Europa en vooral m Tsjecho-Slowakije zeggen. Daar zijn de veeboeren, de paardenkooplui, de directeu ren van rijscholen, de staljongens, de rijders van allerlei vrachtjes en nog veel meer min derheden. De menschelijke bevolking van een paardenmarkt is even rijk gesorteerd als de dierlijke. Samen hebben zij de paardsche sfeer geschapen. Utrecht heeft de belangrijkheid van deze bijzondere levenssfeer ten volle begrepen en er een prachtige moderne veemarkt voor ge bouwd. met trotsche hallen en breede stra ten, waarop men naast zijn ros kan voort- rennen, ter vertoonmg van zijn schitterende eigenschappen, die men voorts mondeling toelicht. Dit gebeurt met een welbespraakt heid, die Mussolini's uitweidingen over den Italiaanschen soldaat, de Italiaansche bom en het Italiaansche slagschip in de schaduw stelt en overigens evenmin geheel op waar heid is gegrondvest. En er wordt een schil derachtigheid van taal bij gebezigd die een Mussolini eenvoudig niet benaderen kan. Het verblijf temidden van deze paarden - volksstam is wel opwekkend maar erg onrus tig en niet gevaarloos, want binnen in de hallen zijn er voortdurend paarden die ruzie met elkaar hebben, en andere met neiging tot achteruitslaan, en weer andere die dwars door het menschenge drang naar buiten wor den gedreven om daar hun kunsten te ver- toonen. Buiten draven zij, aan de opgeheven hand van hun galoppeerende bazen, of ga- loppeeren aan de hand van dravende bazen, en stormen vaak recht op u af zoodat gij u telkens met een noodsprong moet redden. Er zijn geen verkeersregels en er is weinig hof felijkheid. Men dringt elkaar op zij en als er een menschengroep üi den weg staat stormt men, als verkooper-m-hope zijnde, daar met zijn trappelend paard rechtstreeks op aan. Dan gaat die groep vanzelf wel op zij. Zoo ging het ons Maandag ook telkens. Als ruiter pas een jaarling zijnde, deed ik mijn best wat te leeren van onzen ervaren en overigens sceptischen rijschool-directeur, van onzen voorzitter die ons met koelbloedigheid aanvoerde en van de aanwezige medeleden die ook veel meer paardenkennis bezitten. Maar temidden van de herrie blijft het bij we tenschappelijke fragmenten en met nog zoo veel leerjaren in het verschiet zal ik mij wel zalig onthouden van geleerd-doen. Dit is bo vendien geen paardsch vaktijdschrift maar een algemeen dagblad. Het aantal paarden op de P. P. P. M. moet in de duizenden loopen. Ze variëeren einde loos. In kleur; zwart, bruin, vos, wit, muis vaal, isabel (dat is een soort geel, waarbij witte manen prijken), in grootte, in lichaams bouw, in leeftijd, in geschiktheid voor velerlei levenstaken. Alleen die kleurenvariëteit is al onafzienbaar, want er komen nog allerlei soorten vlekken bij: die noemen ze bles. kol, sneb, bal, sok, sokje of ze spreken van wit voet, witbeen, witgelaarsd. Wees voorzichtig gij onwetende medeleek, met uw aanduidin gen van het paardsche voorkomen jegens een kenner. Weet gij bijvoorbeeld de verschillen tusschen schimmels aan te duiden. Kunt gij op slag zeggen: deze is appelgrauw, die daar is ijzergrauw, dat is een rood- en dat is een blauwschimmel? Hebt gij ook maar het flauwste vermoeden, als gij eenige slanke en goedgebouwde rossen naast elkaar ziet staan, heelemaal onopgetuigd, welke tuigpaarden zijn, bestemd om voertuigen voort te trekken en welke zadelpaarden, geschikt voor berij ding? Dat ziet zoo'n kenner in één blik. Ja zoo n dikke Belg of Brabander, zoo'n oerster ke, is makkelijk als werkpaard te herkennen Maar verder? De veulens zijn natuurlijk lief en de ponies allemaal schattig. Dat zijn de afdeelingen die speciaal de dames interesseeren. Het is jam mer voor de vele ponies dat er zoo weinig dames op een paardenmarkt verschijnen; ze zouden veel vlotter verkocht worden. Paar denkenners zijn niet zoo geestdriftig over ponies en duiden ze meestal aan als: dat ding daar. Het ding- is bruikbaar voor het strand, kleine reclamewagentjes en het leeren van kunstjes. Dit alles bijeen noemt de deskun dige: nou ja, voor de aardigheid. En hij haalt z'n schouders op. Op een automobiel-tentoonstelling zien al de auto's er blinkend en smetteloos uit. Op een paardenmarkt is meer dan de helft van de paarden smerig, morsig, slecht geschoren. En heel wat is nog kennelijk ondervoed ook. De tijden zijn niet best en de nieuwe eigenaar kan ze bij voeden als-ie wil, tot ze dik en glanzend zijn. Om smetteloosheid geeft geen enkele kooper een zier. Ik zal niet wagen het uiterlijk der menigte te beschrijven. Het zou kolommen kosten en ze zouden worden als een vreemd verslag van een modeshow: vol lefpetten, snelle petten, hoerapetten, hooge zijden petten, kleurige halsdoeken, kleurlooze halsdoeken, smerige halsdoeken, witte stropdassen, korte zweepen, lange zweepen, versierde zweepen... een ein delooze verscheidenheid. En vele paarden droe gen prachtig gevlochten staarten met stroo- versiersels bijwijze van Palmpaasch-teeken erin bevestigd. Sommige hadden zelfs kleurige wol-decoraties in hun manen. Mij leek dat er niet veel verkocht werd. Er werden wel veel daverende handslagen ge wisseld ter fine van biedingen,- maar het woord „Geluk" van de zijde des verkoopers, dat den koop moet bezegelen, bleef meestal uit. Intusschen is het mogelijk dat er later nog veel op straat, in cafés, in treinen en op allerlei andere plaatsen werd afgesloten. Men handelt anders dan op de Effectenbeurs. Mij leek het even practisch, ook hier een no teering in te voeren. Zoo in den trant van: Zwarte moorkoppen, 1935, 143-ki, Twaalfjarige Vossen, 273!4, Ponies, 1930 180'/2 enzoovoorts. Maar ik verwierp de gedachte weer snel. Van paarden heeft men zooveel meer verstand dan van effecten; men koopt ze dus niet zoo vlot. Toevallig stond ik erbij toen een zwarte moorkop verkocht werd. „Dit beessie hep bi- zondere maniere in z'n lichaam", zei de eige naar. „Ik heb hem voor een koei ingerolen". Daar hebben meneer Terpstra, meneer Mar- chant, meneer Slotemaker de Bruine en zoo vele geleerde adviseurs zich nou voor zitten aftobben. Zoo spreekt men hun spellingen uit! De Heerenweg thans geheel voorrangsweg. HEEMSTEDE, Dinsdag. Aan den eigenaardigen toestand die tot nu toe op den Heerenweg heerschte en waarbij een gedeelte voorrangsweg was en een ander gedeelte weer niet, is thans een einde gekomen. Het wegvak gelegen even voor bij de Spanjaardslaan, dus bij de Noord-grens der gemeente Heemstede tot het punt 150 M. noordwaarts van de Oude Post huisstraat dat geen voorrangs weg was, zal dit met ingang van morgen, Woensdag 13 April, wel zijn. De hierop betrekking hebbende waar schuwingsborden zullen morgen ge plaatst zijn. Met ingang van dien datum zal men dus komende van de Adriaan Pauwlaan, Laan van Rozenburg, Zandvoortsche- laan, Lanckhorstlaan en Koediefslaan bij nadering van den Heerenweg het bekende waarschuwingsbord (driehoek met punt naar heneden, kleur: wit met rooden rand) aantreffen, hetgeen be- teekent: „Pas op, ge nadert een voor rangsweg en gij zijt verplicht het ver keer op dien weg uit beide richtingen te laten voorgaan". Er was ook een man met twee ezels. Hij stond buiten en hield ze elk aan een wit touwtje. Hij zag er triest uit. De ezels zagen er ook triest uit. Urenlang stond hij daar en begon meer en meer op ze te lijken. Wij kochten geen paard. Soms werden we er wel op aangezien en als we iets vroegen of een ros hekeken, zijdelings beloerd en ge taxeerd. Als wij dat merkten keken we door dringend terug en men deinsde af. Maar onze rij school-directeur dacht over „den witvoet". Dat interesseerde ons, want als-ie hem kocht zouden wij erop moeten rij den. Wij voelden eigenlijk meer voor „den vos", maar die had een gecoupeerde staart en daar wou onze leermeester niets van weten. En over den prijs van den witvoet kon hij het ondanks vele handslagen maar niet eens wor den met den eigenaar. Later in den middag reden we naar Haar lem terug. In een stille Haarlemsche straat stopte vóór ons een motorvrachtwagen. Die werd geopend en eruit schreed de witvoet, ge leid door een nieuwen eigenaar. Toen stopten wij ook en onze mentor ging erop af. Het handgeklap werd hervat terwijl de witvoet slaperig graasde en wij vol spanning toeza gen. Maar „Geluk" bleef opnieuw uit. De witvoet vertrok naar een andere stal. Zal het erbij blijven? Ik weet het niet. De paardenhandel is lang en ingewikkeld, bepaalt zich niet tot de markt, zet zich voort in vele steden en omstandigheden en is vol ondoor grondelijke finesses. Ondoorgrondelijk althans voor den leek. De man met de ezels staat er waarschijn lijk nóg. R. P. Gasmaskers en bomvrije kelders voor de Parijsclie bevolking. Voor een groot deel door den Staat bekostigd. PARIJS, 12 April (Havas). De Matin kondigt aan, dat de 4.926.000 inwoners van 'het district Parijs op verschillende voorwaarden de noodige gasmaskers zullen ontvangen. Deze zullen 284 millioen frank kosten, waarvan 184 millioen voor rekening van den staat zullen zijn. De bouw van bomvrije schuilplaatsen zal 250 millioen kosten. Hiervan neemt de staat de helft voor zijn rekening. Vijftien millioen wil men beschikbaar stellen voor het in orde brengen van evacuatiewegen. Het departement van de Seine zal van zijn kant 328 millioen be schikbaar stellen, die gedekt zullen worden door een leening. EXAMENS INSTITUUT PONT. HAARLEM Dinsdag Voor de voorjaars-practijkexamens slaagden de volgende candidaten, allen leerlingen van het Instituut Pont te Haarlem: Handelscorrespondentie Nederlandsch. 3 cand., de dames: L. Balder. A. v. d. Bos. R. Reekers, C. Ronda, J. Steinenboehmer, B. Stierman, G. v. d. Veen ,H. v. d. Veen. Machineschrijven Snelheidsdiploma 14 cand. de dames: L. Balder, A. Boonstra, A. v. d. Bos, T. Groot, P. Henfling, H. Kamp, L. Koster, A. Otto. C. Ronda, A. de Ronde, M. Stammeyer, B. Stierman, G. v. d. Veen, H. v. d. Veen. Machineschrijven Practijkdiploma, 21 cand. de (James: H. Bezem, E. Dolleman, L. de Graaf, L. Grillis, A. Heyting, B. Hopman, A. Klooster man, S. de Koning, N. Kooyman, W. Nelissen, E. van Oosterzee, N. Pompe, R. Reekers, P. van Smaalen en de heeren: D. Klerk, G. v. d. Linde, J. Mey, F. Michels, H. Mulder, H. Schit- ger, J. v. d. Vijver. Stenografie Nederlandsch, 26 cand. de da mes: G. Aveling, M. Bakker, L. Balder. J. v. d. Berg, A. v. d. Bos, L. v. d. Bos, I. Eebes, L. Grillis, T. groot, E. de Jager, L. Koster, A. Kloosterman, F. Meeuwig, E. Menke, A. Otto, R. Reekers, C. Ronda, A. de Ronde, G. Slees- wijk, B. Stierman, G. v. d. Veen, H. v. d. Veen, T. Wallenburg en de heerenG. van Apeldoorn J. Groot. C. Poederbach. Stenografie Duitsch 9 cand. de dames: W. de Beer, I. Klijzing, E. Koppen, N. Muntendam, H. Panjer, E. Schrijnemakers, H. van Servel- len, J. Steinenboehmer, A. de Vries. Stenografie Engelsch 6 cand. de dames: W. de Beer, N. Muntendam, H. Panjer, E. Schrij nemakers, J. Steinenboehmer, A. de Vries. VOETBAL. KAMPIOENSCHAP VAN HAARLEM. Licht wedstrijd Haarlem—V. S. V. Voor het tournooi om het kampioenschap van Haarlem wordt hedenavond op het terrein aan den Schoterweg een lichtwed- strijd gespeeld tusschen Haarlem en V.S.V. De elftallen worden als volgt opgesteld: Haarlem: Vijg'eboom, Verhappen, Huijsmans, De la Mar, Effern, Vreeken, De Winter, Van Gooi, Van der Hulst, Smit, Ninaber. V.S.V. Sterk, Bot, Van der Lugt, Balvers, Döhring, Van Os, De Vries, Heins, Voet, Broek, Michel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8