BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES \an allen! Deze week schrijf ik, omdat ik niets bijzon ders heb mede te deelen, geen briefje vooraf. Lief KRULLEKOPJE. Een slechter tijd stip om ziek te worden, heb je niet kunnen uitzoeken. Wie wordt er nu ziek wanneer aan een uitvoering moei worden deelgenomen? Van harte hoop ik dat je aan de tweede uit voering kunt deelnemen. Ik zal kijken of ik je tussehen de optredende meisjes zie. Dag Krullekopje. Best TEEKENAARSTERTJE. Ja, het was me onmogelijk de uitvoering waar je aan deel nam bij te wonen. Maandag 18 April vertrok ik 's morgens vroeg naar Eindhoven en kwam Maandag 25 April, 's avonds laat eerst thuis. Was ik thuis geweest dan had ik een program ma van je gekocht en was gaan kijken. Pret tig dat je moeder over je spel tevreden was. Dag Teekenaarstertje. Lief REPELSTEELTJE. Ook aan jou heb ik van uit Eindhoven een kort briefje ge schreven. Ik begrijp niet hoe het komt dat je niet in de rubriek stond. Of ik het te E. erg druk heb gehad? Neen en ja. Neen, omdat het niet het drukke leven van schoolgaan, werk in orde maken, enz. was. Ja, omdat m'n tijd gevuld was met uitgaan, visite maken,, enz. M'n vacantie was dol gezellig én is omgevlo gen. Heb jij in de vacantie veel buiten ge speeld of was het weer in IJ. te koud? Dag Repelsteeltje. Best GOUDHAARTJE. Je hebt zeker, nu het weer in de vacantie zoo leelijk was, niet veel buiten gespeeld doch je thuis vermaakt? Wat heb je alzoo gedaan? Gelukkig dat je nog net op tijd aan het schrijven van een briefje gedacht hebt. Dag Goudhaartje. Lief ZWARTKOPJE. Graag wil ik de wol voor je kussen ef bij koopen. 'k Heb echter geen staaltjes, dus moet je zorgen dat ik van de kleuren bruin, geel en terra een klein draadje krijg. Prettig dat de uitvoering van de gymnastiek goed geslaagd is. Tot ziens. Dag Zwartkopje. 't IS FEEST VANDAAG.' Luister, van den hoogen toren Wappert weer het rood-wit-biauw! Klokke tonen doen zich hooren Kind'ren toe, vertel eens gauw: Waarom is het feest vandaag, Groot feest in Nederland? Juliana, Kroonprinsesse, Viert nu haar verjaardagsfeest Met haar kindje in haar armen. Z' is nog nooit zóó blij geweest! Daarom is het feest vandaag, Groot feest in Nederland' O, hoe bloesemen de boomen, In hun blijde lentetooi! O, hoe jub'len vogelkeeltjes! 't Klinkt vandaag nog eens zoo mooi: Juliana die verjaart 't Is feest in Nederland! MARIE MICHON. BAGD.AD DE SPROOKJESSTAD door W. B.—Z. Bagdad, de sprookjosstad, Met de palmen immer goen In 't mooie plantsoen. Met de huizen vol kleine ruiten, Waar men weinig ziet van buiten, Met de ezels op de straten. Waar de menschen zachtj'es praten. Waar de kinderen vuil, maar mooi Loopen in hun bonte tooi. Waar moskeeën zijn voor kerken, Waar de steenen lijken zerken. Waar men loopt met wijde mouwen En gesluierd zijn de vrouwen. Waar de luchten zijn zoo blauw En men zelden weet van kou Waar de sprookjes zijn geboren Onder 't heete zonnegloren. Ja, wat moet het daar wel fijn In die sprookjeswereld zijn! ZOEKPLAATJE Wie ziet de dikke kater gluren? En naar het vinkje turen? Beste VERONEKA. De vacantie is voorbij en we zijn allen weer met nieuwen moed aan het werk gegaan. Jij begon met aardrijkskun de, ik met het in orde maken van m'n leslo kaal. Al de tafeltjes en stoeltjes stonden, toen ik binnenkwam, hopeloos door elkaar. Moppig dat jullie je meester drie maal op weg naar huis tegenkwamen en hij toen op toffee's trakteerde. Dat zal 3 Mei een feestdag worden. Jammer dat ik geen leerlinge van mijnheer d. M. ben. Veel pleizier. Dag Veronika. Beste KLEINE ZUS. Heb jij ook gewan deld naar het Kopje van Bloemendaal of kon den je kleine beenen je zoo ver niet dragen? Schrijf me de volgende week eens hoe de juf frouw heet waar je bij in de klas zit Ik denk dat ik haar wel ken. Dag Kleine Zus. Best ROZEKNOPJE. Je hebt toch in de vacantie het schrijven niet verleerd? De vol gende week laat je je zus niet voor je schrij ven hoor. Heb je ook aan de wandeling naar B. deelgenomen? Dag Rozeknopje. Best CROCUSJE. Met de wol komt het wel in orde, daar behoef je je niet ongerust over te maken. Je hebt gelijk, Gré T. heeft m'n boodschap, n.l. het halen van een stui ver zon voor de vacantie, vergeten. Ik heb me echter best geamuseerd en me geen mo ment iets van liet weer aangetrokken. Pret tig dat je kleedje heel mooi wordt. Als je m'n hulp noodig hebt, mag je Donderdagmiddag tussehen 5 en 5.30 bij me komen. Dag Cro- cusje. Lief ZONNESTRAALTJE. Zoo, wil jij wel iederen dag naar mij komen? Maar dat kan niet. Je zou me heel vaak niet thuis treffen of ik zou veelal geen tijd voor je hebben. Binnenkort wil ik wel weer eens een kleur- wedstrijd uitschrijven. Dag Zonnestraaltje. Best ZONDAGSKIND. Heeft het hier in de vacantie zooveel geregend? In Eindhoven niet. De zon bleef vaak schuil achter de wol ken maar bepaald veel regen is er niet ge vallen De wint was wel steeds koud. Ik heb me eJhter best geamuseerd, uitstapjes per auto gemaaakt, enz. Fijn dat je een vrijkaart van school voor de bioscoop gekregen hebt. Schrijf me a.s. week maar eens welke film je gezien hebt. M'n groeten aan allen. Dag Zon dagskind. Best GOUDMUILTJE. Wat gezellig zeg dat je bij je thuis gasten krijgt. Als het weer nu maar wil medewerken zoodat van de om geving genoten kan worden. Menschen uit een plaats zooals Rotterdam, genieten niet veel van de natuur en zullen Velserbeek o.m. heel mooi vinden. Prettige dagen hoor. Dag Goudmuiltje. Lief ZWEMSTERTJE. Gelukkig zeg dat je weer hersteld bent en met je ouders en zus een autotocht gemaakt hebt. Was het 2den Paaschdag niet erg druk lang de wegen? ik ben toen per trein naar Eindhoven gegaan, maar tot Utrecht waren de treinen erg vol. Jij bent zeker naar „Kleine Kracht" geweest. Ik hoop van avond, Woensdag, te gaan. Ik vind het echter jammer dat de uitvoering haast tegen middernacht eindigt. Voor de deelnemende kinderen m. i. véél te laat. Naar de cadeaux van R. en G. kom ik één dezer dagen kijken. Ze hebben van mij ook nog iets te goed. Door m'n afwezigheid kon ik niet op de ver jaar-data's komen. Dag Zwem- stértje Best KALFJE. Prettig dat je weer naai school geweest bent. Alles op z'n tijd is en blijft altijd maar het beste. Buiten is alles mo menteel heel mooi. Ik heb in de vacantie van vele bloeiende boomgaarden genoten. Schit terend waren de appelboomen met hun rose bloesem. Precies reusachtige bruidsbouquet- ten- IJmuiden zelf bezit niet veel natuur schoon daarom is het prettig, wanneer men in de gelegenheid is, elders te gaan genieten. Bal met genoegen, maar wees voorzichtig. Dag Kalfje. Beste POLLY. Hoe ik het maak? Wel jon gen uitstekend. Evenals jij ben ik- gisteren morgen weer naar school gegaan. Prettig dat je met je broers je moeder in de vacantie zoo flink geholpen hebt. Zoo'n mededeeling lees ik altijd met genoegen. Nu je weer school gaat, zal het natuurlijk weer moeilijker gaan- te meer omdat je ook huiswerk mede krijgt. Als je in de gelegenheid bent dan help je haar maar weer. Dag Polly. Beste BERENDMAN Momenteel, Woens dagmiddag, schijnt in IJmuiden het zonne tje, maar de wind is en blijft vrij koud. In Ermelo, tussehen de dennen en sparren, zal je van den wind lang niet zooveel voelen als in IJmuiden. Bovendien ligt Ermelo niet aan zee en is het daai'door milder dan IJmuiden. Wanneer je te IJ. komt mag je me gerust eens komen opzoeken, 'k Geloof dat Hector in de vacantie naar z'n moeder's geboorteland is geweest. Hij gaat meestal met de Paasch- vacantie en de fam. was dit keer ook van plan te gaan. Werk maar met genoegen. M'n groe ten aan allen. Dag Berendman. Lief JASMIJNTJE. Verleden week had den al m'n vriendinnetjes en vriendjes sehrijf- vaeantie en behoefden dus niet te schrijven. Ik had echter beloofd, een zeer kort briefje te schrijven, aan de kinderen die mij de week voor de vacantie geschreven hadden. Dat jij niet geschreven hebt, was dus in orde. Ben je nu gerust? Dag Jasmijntje. Veel groeten van Mej. E. VULBRIEF. DRIE MANNEN DOEN HUN PLICHT. Een vreeselijk avontuur op Jan Majen. In het hooge Noorden, temidden van onafzien bare ijsvlakten ligt het eiland Jan Majen, een Noorsche bezitting. Dit is een buitengewoon belangrijk eiland, niet omdat er zooveel men schen wonen of er iets bijzonders wordt uit gevoerd. Neen, want liet eiland is bijna onbe woonbaar; er staat alleen maar één houten gebouw, een radiostation en daarin wonen drie mannen: Sars, Nielsen en Overland. Waarom wonen die daar, zul je zeggen. Wel, het is hun dagelij ksche taak, opmetingen te doen en dan weerberichten op te stellen, die ze langs den weg van de radio de wereld in seinen om de tallooze visschersschepen, die in de Noordelijke IJszee rondkruisen, voor aller lei gevaren te waarschuwen. Een eenzame post, want ze zien in het kale kantoor niets anders om zich heen dan sneeuw en ijs en de eenige levende wezens, die zoo nu en dan opduiken, ,zijn pinguins of een paar blauwvossen. Maar heel veel belangstel ling voor de buitenwereld hebben ze ook niet, want hun werk is zwaar; zesmaal per dag wis selen ze de weerberichten uit met de andere stations van deze gevaarlijke streek. Overland zorgt voor het werk: hij herstelt telkens bal ken. vensters, palen en toestellen, als de vree- selijke sneeuwstormen het station weer bijna hebben vernield; hij doet het huiswerk en kookt; Sars is de telegrafist en Nielsen doet de waarnemingen en speelt, als 't noodig' is, voor dokter, 't Is een stormachtige, veelbewo gen whiter geweest: machtig hebben de Pool stormen gerukt aan de kettingen, waarmee het station in den grond verankerd is; het zwarte lavazand van het vulkanische eiland zwiepte tegen de ruiten en de vingers van de drie mannen zijn eenige keeren op 't punt ge weest, te bevriezen. Maar ze bleven, ondanks alle ellende, trouw op hun post. Nu loopt het tegen Mei: de ergste maand op Jan Majen. Want dan begint het ijs in de Poolzee te smelten, te kruien; dan komen enorme, ge vaarlijke ijsbergen aandrijven, die het leven van de visschers en robbenvangers bedreigen en nu gaat het erom, van minuut tot minuut op z'n hoede te zijn! Een heele vloot robben- vangers vaart in Westelijke richting en de ver antwoordelijkheid voor deze vloot berust bij de drie mannen op Jan Majen. En dan.... ge beurt er opeens iets vreeselijks, zooals er in geen jaren op het eiland is voorgevallen. Een paar sterke aardschokken doen den bodem sidderen en beven. De radiomast wankelt, maar blijft nog staan, doch verscheidene toe stellen zijn vernield. Met koortsachtige liaast moet alles zooveel mogelijk worden hersteld. En dan beginnen de berichten binnen te stroo men over een geweldige massa drijfijs, die voorbij trekt. Sars zit dag en nacht aan den zender: hij seint zoo goed en zoo kwaad als 't gaat en de anderen brengen hem nu en dan wat te eten. Overland is buiten bezig; een staaldraad van de mast moet worden hersteld. En dan opeens hoort Nielsen een schreeuw; hij rent naar buiten en komt een paar secon den later, bleek van schrik terug. „Overland is in een diepe spleet gevallen: een massa oude sneeuw is ingestort. Hij hangt aan z'n handen. Ik kan hem niet redden!" Sars hoort hem niet, hij praat met afge wend hoofd hevig opgewonden: „Nielsen, de „Maya" vaart vlak op het drijfijs aan! De storm heeft een snelheid van 210 K.M. „Luister dan," roept Nielsen, „onze kame raad hangt in een ijsspleet". „Halt blijf hier, Nielsen, ik heb je noo digvlug een verbinding met Oslo!" „Hoor je hem niet schreeuwen? hij kan zich niet meer houden.hij glijdt af „Hij moet het uithouden, Nielsen. Blijf hier hoor je? Ik heb hier 't commando." Vreeselijk klinkt het geschreeuw van Over land. De handen van den telegrafist beven. Hij seint: „Maya volle kracht achteruit. Geef door naar Oslo<we werken hier op halve kracht een ongeluk. En dan weer: Maya volle kracht achteruitOverland klemt zich met knieën en rug tegen den wand der spleet. Langzaam glijdt hij afmilimeter bij mili- meter; de nagels breken op de gladde ba saltrots. Boven zijn hoofd, te hoog, graapt de reddende opening. Waarom komt Nielsen niet? O, de robbenyangers, die zijn belangrijker. Vo rige jaarzeven schepen door -'t drijfijs vergaanen ik ben maar één mensch! 't Schreeuwen houdt op. Maar Overland wor stelt in stilte door, om zijn leven! Zijn aderen zwellen op, 't lijken koorden op voorhoofd en nek, langzaam, langzaam glijdt hij af Daar zijn Sars en Nielsen! Vlug een touw, nog een! Maar Overland schudt het hoofd, 't Gaat niet meer! „Hou "t nog maar even vol! "schreeuw Sars. Hij haalt een paar bergschoenen en klautert naar beneden: een levensgevaarlijk werk. Nu wordt het touw om Over land's lijf geknoopt, maar hij mag niet loslaten, eerst moet Sars weer boven zijn. 't Duurt een eeuwigheid, dan trekken de beide mannen Overland omhoog: millimeter 'voor millimeter De storm raas en tiert, het drijfijs schuift met ijzingwekkend gekraak tot tórenhoogte opeen, maar geen schip valt eraan ten offer: Alle robbenvangers zijn gewaarschuwd. Voor de drie dappere mannen op Jan Majen zal dit een onvergetelijke dag blijven. LINKS BRENGT ONGELUK! Van keizer Augustus wordt verteld, dat hij steeds een ongeluksdag beleefde, als hem des morgens de linkerschoen het eerst was aan getrokken. De Latijn-sche uitdrukking dextro pade (met den rechtervoet), beteekent: „gelukkig". Een oud-Grieksche bouwmeester schrijft, dat de tempeltrappen steeds zóó moeten worden ge bouwd, dat ze een oneven aantal treden heb- huidigen dag met den rechtervoet het eerst te klimmen, zal men ook den rechtervoet het eerst op het tempelterras zetten en dit brengt stellig geluk. De Katholieke priester betreedt nog op den huidigen dag met den rechtevroet het eerst de altaar trappen, en in vele streken zijn de menschen er stellig van overtuigd, dat het aantrekken van de linkerkous vóór de rechter ongeluk voorspelt. Stapt men bij het uitgaan met den rechtervoet op den drempel dan heeft men den heelen dag geluk; wie met den rech tervoet vooruit de rechtszaal binnentreedt, wint het proces; in Bohemen let de bruid er op, dat ze niet het eerst met den linkervoet over den drempel van de kerk stapt. Na 3 jaar terecht. Bij een postduiven- wedvlucht werd een postduif uit Delaware te Caroline losgelaten, die eerst na 3 jaar op zijn dak neerstreek. De grootste koffiedrinkers in Europa. Dat zijn de Zweden, die per hoofd 7,3 kilogram per jaar gebruiken. Een veeltalig gebied. In Kaukasië, het land om den Kaukasus wonen 40 a 50 ver schillende volksstammen, die ieder een eigen taal hebben. i> NAAR aanleiding van mijn praatje met jullie over „verdwenen eilanden" en over „de schatten op den zeebodem" kreeg ik een paar vragen om nog eens wat over zoo iets te schrijven. Ik ben toen nog eens aan 't snuffelen gegaan en ziehier wat ik nog vond. Jaren geleden redde een kapi tein met zijn schip op de Chileensche kust eenige Indiaansche visschers. Niets bezitten de om hem voor zijn menschlievend werk te beloonen, vertelden ze hem, dat hun voorva deren in den tijd, dat de Spanjaarden Zuid- Amerika in bezit namen, groote hoeveelheden goud en zilver verborgen hadden op een eiland dat uren ver van de kust verwijderd lag. De Indianen noemden dit eiland „het eiland van den verborgen schat." Met behulp van zijn zeekaarten meende de kapitein precies te kunnen aanwijzen, waar het bedoelde eiland en dus de verborgen schat, te vinden was. Toen hij echter op de bewuste plek was aangekomen was er nergens een eiland te ontdekken. Be stond het eiland slechts in de verbeelding der Indianen of was het in den loop der tijden verdwenen, zooals zeer waarschijnlijk met een groep eilanden gebeurd is. die in 1762 door den kapitein van 't zeilschip Aurora in het Zuidelijk deel van den Atlantischen Oceaan werd ontdekt en die hij naar zijn schip den naam van Aurora-archipel gaf. Tot aan 't eind der 18de eeuw hebben verschillende zee vaarders zich van 't bestaan dezer eilanden overtuigd. Reeds in de eerste jaren der 19de eeuw toen men van af de Falkland-eilanden op weg naar de Aurora-archipel voer, bleek er van de eilanden niet veel meer over te zijn dan twee met sneeuw bedekte bergtoppen, die in 1820 zelfs geheel verdwenen waren. Zoo is het ook gegaan met het zoogenaamde Gillisland, zoo genoemd naar kapitein Gillis, die het in de Noordel. IJszee beweert gezien te hebben ten O. van Nova-Zembla. Nog in 1870 beweert een ontdekkingsreiziger Reuchlin het land te hebben gezien; hetzelfde getuigen deelnemers aan een expeditie naar het hooge Noorden in 1899 en 1925. Maar als in 1935 een expeditie wordt uitgezonden om iets meer van 't weinig bekende land waar te nemen, blijkt er niets meer van over te zijn. En nu nog iets over verborgen schatten op den bodem der zee. We blijven eerst maar weer dicht bij huis. In de nabijheid van Texel ligt op den zeebodem een Duitsch schip, „de Renate Leonhardt" dat in den wereldoorlog in Juli 1917 aldaar door de Engelschen getorpe deerd werd. Het schip was geladen met cacao boter en men wil nu trachten deze lading voor den dag te brengen. Men hoopt het schip te laten springen, zoodat de lading vrij komt en deze zal dan komen bovendrijven. Of 't lukken zal? En nu een eindje verder van huis. In 1917 werd aan de Zuidkust van Bretagne het Belgische sphip „ELisabethville" getorpe deerd. Het schip was geladen met ivoor en had bovendien voor f 1 millioen aan diamant aan boord. In 1928 hebben Genueesche duikers het schip, dat op 75 m. diepte lag, bereikt en het ivoor naar boven gebracht. Van het dia mant werd echter niets gevonden. Zoo zonk in dezen zelfden tijd ten Z.W. van Ouessant de •.•Egypt "met 12 millioen gulden aan goud en zilver aan boord. In 1930 vonden duikers het wrak op 120 meter diepte. Tot nog toe heeft men vergeefs getracht dezen schat naar boven te brengen. In 1790 is voor den mond van de Seine de Fransche brik „de Télémaque" ge zonken; het had voor 2V2 millioen goud-francs aan goud en zilver aan boord, benevens een schat van juweelen. Een Engelsche Maat schappij wil in 1939 probeeren dit schip te lichten. W. B.—Z. ENGELAND, HET LAND VAN DE THEE! Als we spreken van hèt land van de thee, dan vliegen onze gedachten automatisch eerst eventjes naar het verre Oosten, naar China en Japan. Maar we moeten ze snel weer terugroepen naar ons eigen werelddeel, want het is uit statistieken reeds jaren geleden zonneklaar gebleken, dat niet Japan of China maar En geland hèt land van de thee mag heeten. Nergens ter wereld wordt per hoofd zooveel thee gedronken als bij onze Westelijke na buren. Een paar cijfers zullen u in dit ver band zeker interesseeren: het theeverbruik van de Engelsche bevolking is gedurende de laatste eeuw gestegen van 0.65 K.G. tot 4.25 per hoofd en per jaar. En men rekent in Engeland dat uit iedere K.G. ongeveer 440 koppen komen (waarbij u moet bedenken, dat de thee daar veel sterker wordt gezet dan bij ons)zoodat men gemiddeld per hoofd zui gelingen meegerekend komt op.... 1900 koppen sterke thee per jaar, d.i. meer dan 5 koppen per dag. Dit klinkt ongelooflijk, als men bedenkt, dat in dit cijfer ook al duizenden kinderen meegerekend zijn, die nog geen thee drinken en dat er toch altijd ook nog menschen zijn, die andere dranken zooals koffie, cacao en alle mogelijke speciale gezondheidsbrouwsels drinken. Maar voor dengene, die de levensgewoonten van het Engelsche volk goed kent, is het wer kelijk zoo gek niet. Een voor eenige jaren ge houden enquête heeft bewezen, dat 96 pet. van alle Engelsche families thee aan 't ontbijt en 88 pet. een uitvoerig theeuurtje er 's mid dags op nahouden. Verder drinken 50 pet. nog thee bij het middagmaal om 12 uur en 40 pet. bij het avondbrood. Enals u denkt dat de gelegenheden tot theegenot hiermee uitgeput zijn, hebt u 't mis. Wie voor 't eerst in een eenigszins welvarend milieu op het platte land logeert, geniet daar JAPPIE IS TREURIG door W. B.—Z. Die mooie witte Jappie, Laat staan het lekkerst happie Hij heeft verdriet, Zooals je ziet Hij tuurt maar door de tralier and En denkt misschien aan 't vaderland. met verbazing van het kopje fijne Chinathee, dat hem of haar, vergezeld van een dun sneed- je brood of een beschuitje reeds op de slaap kamer wordt aangeboden. Meer dan een der de deel van alle Engelschen»genieten van deze vroege thee en eerst een uur later volgt dan het bekende solide ontbijt, bestaande uit eieren, spek of visch met brood, weer rijkelijk gedrenkt in sterke thee. Keel veel Engelschen onderbreken 's morgens om 11 uur hun werk zaamheden om een kop thee te drinken, hoe wel de koffie de laatste jaren op dit uur van den dag een ernstige concurrent begint te worden en ongeveer 15 pet. van de bevolking drinkt 's avonds na het souper of vlak voor 't naar bed gaan nog een kop thee. De Engelschen drinken uitstekende thee. Overal waar men komt: in de wachtkamer van 't station, in de hal van een voornaam hotel of in een nietig cafétje op het platte land krijgt men 'n goeden sterken kop voorge zet (iets, waaraan 't bij ons nog wel eens ont breekt). Heel dikwijls wordt in de thee room gebruikt en het voorschrift luidt: eerst de klontjes in 't kopje, dan de room of melk en 't laatst de thee. Op die manier, zegt de Engelsche huis vrouw, wordt de thee het fijnst en het geurigst! Dezelfde regels, die overigens bij ons voor theezetten gelden, neemt ook de Engelsche huisvrouw in acht: theepot goed voorverwar men, daarna de theebladeren erin doen, dan onmiddellijk als 't water kookt opschenken. Fijnproevers laten de thee vier minuten trek ken om ze dan te zeven en over te schenken in een anderen verwarmden theepot, maar de groote meerderheid van de Engelschen houdt van „zwarte en dikke" thee en laat ze rustig den heelen dag staan. Natuurlijk speelt ook de kwaliteit een groote rol. De meeste thee, bestemd voor Engeland, komt uit Britsch Indië en uit Ceylon, die samen ongeveer 300 mil lioen K.G. thee per jaar produceeren en waar bij 2 millioen mannelijke en vrouwelijke ar beidskrachten betrokken zijn. Meer dan 70 pet. van deze thee wordt in Engeland en ko loniën verbruikt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8