BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
\an allen!
Deze week schrijf ik, omdat ik niets bijzon
ders heb mede te deelen, geen briefje vooraf.
Lief KRULLEKOPJE. Een slechter tijd
stip om ziek te worden, heb je niet kunnen
uitzoeken. Wie wordt er nu ziek wanneer aan
een uitvoering moei worden deelgenomen?
Van harte hoop ik dat je aan de tweede uit
voering kunt deelnemen. Ik zal kijken of ik je
tussehen de optredende meisjes zie. Dag
Krullekopje.
Best TEEKENAARSTERTJE. Ja, het was
me onmogelijk de uitvoering waar je aan deel
nam bij te wonen. Maandag 18 April vertrok
ik 's morgens vroeg naar Eindhoven en kwam
Maandag 25 April, 's avonds laat eerst thuis.
Was ik thuis geweest dan had ik een program
ma van je gekocht en was gaan kijken. Pret
tig dat je moeder over je spel tevreden was.
Dag Teekenaarstertje.
Lief REPELSTEELTJE. Ook aan jou heb
ik van uit Eindhoven een kort briefje ge
schreven. Ik begrijp niet hoe het komt dat je
niet in de rubriek stond. Of ik het te E. erg
druk heb gehad? Neen en ja. Neen, omdat het
niet het drukke leven van schoolgaan, werk
in orde maken, enz. was. Ja, omdat m'n tijd
gevuld was met uitgaan, visite maken,, enz.
M'n vacantie was dol gezellig én is omgevlo
gen. Heb jij in de vacantie veel buiten ge
speeld of was het weer in IJ. te koud? Dag
Repelsteeltje.
Best GOUDHAARTJE. Je hebt zeker, nu
het weer in de vacantie zoo leelijk was, niet
veel buiten gespeeld doch je thuis vermaakt?
Wat heb je alzoo gedaan? Gelukkig dat je
nog net op tijd aan het schrijven van een
briefje gedacht hebt. Dag Goudhaartje.
Lief ZWARTKOPJE. Graag wil ik de wol
voor je kussen ef bij koopen. 'k Heb echter
geen staaltjes, dus moet je zorgen dat ik van
de kleuren bruin, geel en terra een klein
draadje krijg. Prettig dat de uitvoering van
de gymnastiek goed geslaagd is. Tot ziens.
Dag Zwartkopje.
't IS FEEST VANDAAG.'
Luister, van den hoogen toren
Wappert weer het rood-wit-biauw!
Klokke tonen doen zich hooren
Kind'ren toe, vertel eens gauw:
Waarom is het feest vandaag,
Groot feest in Nederland?
Juliana, Kroonprinsesse,
Viert nu haar verjaardagsfeest
Met haar kindje in haar armen.
Z' is nog nooit zóó blij geweest!
Daarom is het feest vandaag,
Groot feest in Nederland'
O, hoe bloesemen de boomen,
In hun blijde lentetooi!
O, hoe jub'len vogelkeeltjes!
't Klinkt vandaag nog eens zoo mooi:
Juliana die verjaart
't Is feest in Nederland!
MARIE MICHON.
BAGD.AD DE SPROOKJESSTAD
door W. B.—Z.
Bagdad, de sprookjosstad,
Met de palmen immer goen
In 't mooie plantsoen.
Met de huizen vol kleine ruiten,
Waar men weinig ziet van buiten,
Met de ezels op de straten.
Waar de menschen zachtj'es praten.
Waar de kinderen vuil, maar mooi
Loopen in hun bonte tooi.
Waar moskeeën zijn voor kerken,
Waar de steenen lijken zerken.
Waar men loopt met wijde mouwen
En gesluierd zijn de vrouwen.
Waar de luchten zijn zoo blauw
En men zelden weet van kou
Waar de sprookjes zijn geboren
Onder 't heete zonnegloren.
Ja, wat moet het daar wel fijn
In die sprookjeswereld zijn!
ZOEKPLAATJE
Wie ziet de dikke kater gluren?
En naar het vinkje turen?
Beste VERONEKA. De vacantie is voorbij
en we zijn allen weer met nieuwen moed aan
het werk gegaan. Jij begon met aardrijkskun
de, ik met het in orde maken van m'n leslo
kaal. Al de tafeltjes en stoeltjes stonden,
toen ik binnenkwam, hopeloos door elkaar.
Moppig dat jullie je meester drie maal op weg
naar huis tegenkwamen en hij toen op toffee's
trakteerde. Dat zal 3 Mei een feestdag worden.
Jammer dat ik geen leerlinge van mijnheer
d. M. ben. Veel pleizier. Dag Veronika.
Beste KLEINE ZUS. Heb jij ook gewan
deld naar het Kopje van Bloemendaal of kon
den je kleine beenen je zoo ver niet dragen?
Schrijf me de volgende week eens hoe de juf
frouw heet waar je bij in de klas zit Ik denk
dat ik haar wel ken. Dag Kleine Zus.
Best ROZEKNOPJE. Je hebt toch in de
vacantie het schrijven niet verleerd? De vol
gende week laat je je zus niet voor je schrij
ven hoor. Heb je ook aan de wandeling naar
B. deelgenomen? Dag Rozeknopje.
Best CROCUSJE. Met de wol komt het
wel in orde, daar behoef je je niet ongerust
over te maken. Je hebt gelijk, Gré T. heeft
m'n boodschap, n.l. het halen van een stui
ver zon voor de vacantie, vergeten. Ik heb
me echter best geamuseerd en me geen mo
ment iets van liet weer aangetrokken. Pret
tig dat je kleedje heel mooi wordt. Als je m'n
hulp noodig hebt, mag je Donderdagmiddag
tussehen 5 en 5.30 bij me komen. Dag Cro-
cusje.
Lief ZONNESTRAALTJE. Zoo, wil jij wel
iederen dag naar mij komen? Maar dat kan
niet. Je zou me heel vaak niet thuis treffen
of ik zou veelal geen tijd voor je hebben.
Binnenkort wil ik wel weer eens een kleur-
wedstrijd uitschrijven. Dag Zonnestraaltje.
Best ZONDAGSKIND. Heeft het hier in
de vacantie zooveel geregend? In Eindhoven
niet. De zon bleef vaak schuil achter de wol
ken maar bepaald veel regen is er niet ge
vallen De wint was wel steeds koud. Ik heb
me eJhter best geamuseerd, uitstapjes per
auto gemaaakt, enz. Fijn dat je een vrijkaart
van school voor de bioscoop gekregen hebt.
Schrijf me a.s. week maar eens welke film je
gezien hebt. M'n groeten aan allen. Dag Zon
dagskind.
Best GOUDMUILTJE. Wat gezellig zeg
dat je bij je thuis gasten krijgt. Als het weer
nu maar wil medewerken zoodat van de om
geving genoten kan worden. Menschen uit
een plaats zooals Rotterdam, genieten niet
veel van de natuur en zullen Velserbeek o.m.
heel mooi vinden. Prettige dagen hoor. Dag
Goudmuiltje.
Lief ZWEMSTERTJE. Gelukkig zeg dat
je weer hersteld bent en met je ouders en zus
een autotocht gemaakt hebt. Was het 2den
Paaschdag niet erg druk lang de wegen? ik
ben toen per trein naar Eindhoven gegaan,
maar tot Utrecht waren de treinen erg vol.
Jij bent zeker naar „Kleine Kracht" geweest.
Ik hoop van avond, Woensdag, te gaan. Ik
vind het echter jammer dat de uitvoering
haast tegen middernacht eindigt. Voor de
deelnemende kinderen m. i. véél te laat.
Naar de cadeaux van R. en G. kom ik één
dezer dagen kijken. Ze hebben van mij ook
nog iets te goed. Door m'n afwezigheid kon ik
niet op de ver jaar-data's komen. Dag Zwem-
stértje
Best KALFJE. Prettig dat je weer naai
school geweest bent. Alles op z'n tijd is en
blijft altijd maar het beste. Buiten is alles mo
menteel heel mooi. Ik heb in de vacantie van
vele bloeiende boomgaarden genoten. Schit
terend waren de appelboomen met hun rose
bloesem. Precies reusachtige bruidsbouquet-
ten- IJmuiden zelf bezit niet veel natuur
schoon daarom is het prettig, wanneer men
in de gelegenheid is, elders te gaan genieten.
Bal met genoegen, maar wees voorzichtig.
Dag Kalfje.
Beste POLLY. Hoe ik het maak? Wel jon
gen uitstekend. Evenals jij ben ik- gisteren
morgen weer naar school gegaan. Prettig dat
je met je broers je moeder in de vacantie zoo
flink geholpen hebt. Zoo'n mededeeling lees
ik altijd met genoegen. Nu je weer school
gaat, zal het natuurlijk weer moeilijker gaan-
te meer omdat je ook huiswerk mede krijgt.
Als je in de gelegenheid bent dan help je haar
maar weer. Dag Polly.
Beste BERENDMAN Momenteel, Woens
dagmiddag, schijnt in IJmuiden het zonne
tje, maar de wind is en blijft vrij koud. In
Ermelo, tussehen de dennen en sparren, zal
je van den wind lang niet zooveel voelen als
in IJmuiden. Bovendien ligt Ermelo niet aan
zee en is het daai'door milder dan IJmuiden.
Wanneer je te IJ. komt mag je me gerust eens
komen opzoeken, 'k Geloof dat Hector in de
vacantie naar z'n moeder's geboorteland is
geweest. Hij gaat meestal met de Paasch-
vacantie en de fam. was dit keer ook van plan
te gaan. Werk maar met genoegen. M'n groe
ten aan allen. Dag Berendman.
Lief JASMIJNTJE. Verleden week had
den al m'n vriendinnetjes en vriendjes sehrijf-
vaeantie en behoefden dus niet te schrijven.
Ik had echter beloofd, een zeer kort briefje te
schrijven, aan de kinderen die mij de week
voor de vacantie geschreven hadden. Dat jij
niet geschreven hebt, was dus in orde. Ben
je nu gerust? Dag Jasmijntje.
Veel groeten van
Mej. E. VULBRIEF.
DRIE MANNEN DOEN HUN PLICHT.
Een vreeselijk avontuur op Jan Majen.
In het hooge Noorden, temidden van onafzien
bare ijsvlakten ligt het eiland Jan Majen, een
Noorsche bezitting. Dit is een buitengewoon
belangrijk eiland, niet omdat er zooveel men
schen wonen of er iets bijzonders wordt uit
gevoerd. Neen, want liet eiland is bijna onbe
woonbaar; er staat alleen maar één houten
gebouw, een radiostation en daarin wonen drie
mannen: Sars, Nielsen en Overland.
Waarom wonen die daar, zul je zeggen. Wel,
het is hun dagelij ksche taak, opmetingen te
doen en dan weerberichten op te stellen, die
ze langs den weg van de radio de wereld in
seinen om de tallooze visschersschepen, die in
de Noordelijke IJszee rondkruisen, voor aller
lei gevaren te waarschuwen.
Een eenzame post, want ze zien in het kale
kantoor niets anders om zich heen dan
sneeuw en ijs en de eenige levende wezens, die
zoo nu en dan opduiken, ,zijn pinguins of een
paar blauwvossen. Maar heel veel belangstel
ling voor de buitenwereld hebben ze ook niet,
want hun werk is zwaar; zesmaal per dag wis
selen ze de weerberichten uit met de andere
stations van deze gevaarlijke streek. Overland
zorgt voor het werk: hij herstelt telkens bal
ken. vensters, palen en toestellen, als de vree-
selijke sneeuwstormen het station weer bijna
hebben vernield; hij doet het huiswerk en
kookt; Sars is de telegrafist en Nielsen doet
de waarnemingen en speelt, als 't noodig' is,
voor dokter, 't Is een stormachtige, veelbewo
gen whiter geweest: machtig hebben de Pool
stormen gerukt aan de kettingen, waarmee
het station in den grond verankerd is; het
zwarte lavazand van het vulkanische eiland
zwiepte tegen de ruiten en de vingers van de
drie mannen zijn eenige keeren op 't punt ge
weest, te bevriezen. Maar ze bleven, ondanks
alle ellende, trouw op hun post. Nu loopt het
tegen Mei: de ergste maand op Jan Majen.
Want dan begint het ijs in de Poolzee te
smelten, te kruien; dan komen enorme, ge
vaarlijke ijsbergen aandrijven, die het leven
van de visschers en robbenvangers bedreigen
en nu gaat het erom, van minuut tot minuut
op z'n hoede te zijn! Een heele vloot robben-
vangers vaart in Westelijke richting en de ver
antwoordelijkheid voor deze vloot berust bij de
drie mannen op Jan Majen. En dan.... ge
beurt er opeens iets vreeselijks, zooals er in
geen jaren op het eiland is voorgevallen. Een
paar sterke aardschokken doen den bodem
sidderen en beven. De radiomast wankelt,
maar blijft nog staan, doch verscheidene toe
stellen zijn vernield. Met koortsachtige liaast
moet alles zooveel mogelijk worden hersteld.
En dan beginnen de berichten binnen te stroo
men over een geweldige massa drijfijs, die
voorbij trekt.
Sars zit dag en nacht aan den zender: hij
seint zoo goed en zoo kwaad als 't gaat en de
anderen brengen hem nu en dan wat te eten.
Overland is buiten bezig; een staaldraad van
de mast moet worden hersteld.
En dan opeens hoort Nielsen een schreeuw;
hij rent naar buiten en komt een paar secon
den later, bleek van schrik terug. „Overland is
in een diepe spleet gevallen: een massa oude
sneeuw is ingestort. Hij hangt aan z'n handen.
Ik kan hem niet redden!"
Sars hoort hem niet, hij praat met afge
wend hoofd hevig opgewonden: „Nielsen, de
„Maya" vaart vlak op het drijfijs aan! De
storm heeft een snelheid van 210 K.M.
„Luister dan," roept Nielsen, „onze kame
raad hangt in een ijsspleet".
„Halt blijf hier, Nielsen, ik heb je noo
digvlug een verbinding met Oslo!"
„Hoor je hem niet schreeuwen? hij kan zich
niet meer houden.hij glijdt af
„Hij moet het uithouden, Nielsen. Blijf hier
hoor je? Ik heb hier 't commando."
Vreeselijk klinkt het geschreeuw van Over
land. De handen van den telegrafist beven. Hij
seint: „Maya volle kracht achteruit. Geef
door naar Oslo<we werken hier op halve
kracht een ongeluk. En dan weer: Maya
volle kracht achteruitOverland klemt zich
met knieën en rug tegen den wand der spleet.
Langzaam glijdt hij afmilimeter bij mili-
meter; de nagels breken op de gladde ba
saltrots. Boven zijn hoofd, te hoog, graapt de
reddende opening. Waarom komt Nielsen niet?
O, de robbenyangers, die zijn belangrijker. Vo
rige jaarzeven schepen door -'t drijfijs
vergaanen ik ben maar één mensch!
't Schreeuwen houdt op. Maar Overland wor
stelt in stilte door, om zijn leven!
Zijn aderen zwellen op, 't lijken koorden op
voorhoofd en nek, langzaam, langzaam glijdt
hij af
Daar zijn Sars en Nielsen! Vlug een touw,
nog een! Maar Overland schudt het hoofd, 't
Gaat niet meer!
„Hou "t nog maar even vol! "schreeuw Sars.
Hij haalt een paar bergschoenen en klautert
naar beneden: een levensgevaarlijk werk. Nu
wordt het touw om Over land's lijf geknoopt,
maar hij mag niet loslaten, eerst moet Sars
weer boven zijn. 't Duurt een eeuwigheid, dan
trekken de beide mannen Overland omhoog:
millimeter 'voor millimeter
De storm raas en tiert, het drijfijs schuift
met ijzingwekkend gekraak tot tórenhoogte
opeen, maar geen schip valt eraan ten offer:
Alle robbenvangers zijn gewaarschuwd.
Voor de drie dappere mannen op Jan Majen
zal dit een onvergetelijke dag blijven.
LINKS BRENGT ONGELUK!
Van keizer Augustus wordt verteld, dat hij
steeds een ongeluksdag beleefde, als hem des
morgens de linkerschoen het eerst was aan
getrokken.
De Latijn-sche uitdrukking dextro pade (met
den rechtervoet), beteekent: „gelukkig". Een
oud-Grieksche bouwmeester schrijft, dat de
tempeltrappen steeds zóó moeten worden ge
bouwd, dat ze een oneven aantal treden heb-
huidigen dag met den rechtervoet het eerst
te klimmen, zal men ook den rechtervoet het
eerst op het tempelterras zetten en dit brengt
stellig geluk.
De Katholieke priester betreedt nog op den
huidigen dag met den rechtevroet het eerst
de altaar trappen, en in vele streken zijn de
menschen er stellig van overtuigd, dat het
aantrekken van de linkerkous vóór de rechter
ongeluk voorspelt. Stapt men bij het uitgaan
met den rechtervoet op den drempel dan heeft
men den heelen dag geluk; wie met den rech
tervoet vooruit de rechtszaal binnentreedt,
wint het proces; in Bohemen let de bruid er
op, dat ze niet het eerst met den linkervoet
over den drempel van de kerk stapt.
Na 3 jaar terecht. Bij een postduiven-
wedvlucht werd een postduif uit Delaware te
Caroline losgelaten, die eerst na 3 jaar op zijn
dak neerstreek.
De grootste koffiedrinkers in Europa. Dat
zijn de Zweden, die per hoofd 7,3 kilogram per
jaar gebruiken.
Een veeltalig gebied. In Kaukasië, het
land om den Kaukasus wonen 40 a 50 ver
schillende volksstammen, die ieder een eigen
taal hebben.
i>
NAAR aanleiding van mijn praatje met
jullie over „verdwenen eilanden" en
over „de schatten op den zeebodem"
kreeg ik een paar vragen om nog eens
wat over zoo iets te schrijven. Ik ben toen nog
eens aan 't snuffelen gegaan en ziehier wat
ik nog vond. Jaren geleden redde een kapi
tein met zijn schip op de Chileensche kust
eenige Indiaansche visschers. Niets bezitten
de om hem voor zijn menschlievend werk te
beloonen, vertelden ze hem, dat hun voorva
deren in den tijd, dat de Spanjaarden Zuid-
Amerika in bezit namen, groote hoeveelheden
goud en zilver verborgen hadden op een eiland
dat uren ver van de kust verwijderd lag. De
Indianen noemden dit eiland „het eiland van
den verborgen schat." Met behulp van zijn
zeekaarten meende de kapitein precies te
kunnen aanwijzen, waar het bedoelde eiland
en dus de verborgen schat, te vinden was. Toen
hij echter op de bewuste plek was aangekomen
was er nergens een eiland te ontdekken. Be
stond het eiland slechts in de verbeelding der
Indianen of was het in den loop der tijden
verdwenen, zooals zeer waarschijnlijk met een
groep eilanden gebeurd is. die in 1762 door
den kapitein van 't zeilschip Aurora in het
Zuidelijk deel van den Atlantischen Oceaan
werd ontdekt en die hij naar zijn schip den
naam van Aurora-archipel gaf. Tot aan 't
eind der 18de eeuw hebben verschillende zee
vaarders zich van 't bestaan dezer eilanden
overtuigd. Reeds in de eerste jaren der 19de
eeuw toen men van af de Falkland-eilanden
op weg naar de Aurora-archipel voer, bleek er
van de eilanden niet veel meer over te zijn dan
twee met sneeuw bedekte bergtoppen, die in
1820 zelfs geheel verdwenen waren.
Zoo is het ook gegaan met het zoogenaamde
Gillisland, zoo genoemd naar kapitein Gillis,
die het in de Noordel. IJszee beweert gezien te
hebben ten O. van Nova-Zembla. Nog in 1870
beweert een ontdekkingsreiziger Reuchlin
het land te hebben gezien; hetzelfde getuigen
deelnemers aan een expeditie naar het hooge
Noorden in 1899 en 1925. Maar als in 1935 een
expeditie wordt uitgezonden om iets meer van
't weinig bekende land waar te nemen, blijkt
er niets meer van over te zijn.
En nu nog iets over verborgen schatten op
den bodem der zee. We blijven eerst maar
weer dicht bij huis. In de nabijheid van Texel
ligt op den zeebodem een Duitsch schip, „de
Renate Leonhardt" dat in den wereldoorlog in
Juli 1917 aldaar door de Engelschen getorpe
deerd werd. Het schip was geladen met cacao
boter en men wil nu trachten deze lading
voor den dag te brengen. Men hoopt het schip
te laten springen, zoodat de lading vrij komt
en deze zal dan komen bovendrijven. Of 't
lukken zal? En nu een eindje verder van huis.
In 1917 werd aan de Zuidkust van Bretagne
het Belgische sphip „ELisabethville" getorpe
deerd. Het schip was geladen met ivoor en had
bovendien voor f 1 millioen aan diamant aan
boord. In 1928 hebben Genueesche duikers
het schip, dat op 75 m. diepte lag, bereikt en
het ivoor naar boven gebracht. Van het dia
mant werd echter niets gevonden. Zoo zonk in
dezen zelfden tijd ten Z.W. van Ouessant de
•.•Egypt "met 12 millioen gulden aan goud en
zilver aan boord. In 1930 vonden duikers het
wrak op 120 meter diepte. Tot nog toe heeft
men vergeefs getracht dezen schat naar boven
te brengen. In 1790 is voor den mond van de
Seine de Fransche brik „de Télémaque" ge
zonken; het had voor 2V2 millioen goud-francs
aan goud en zilver aan boord, benevens een
schat van juweelen. Een Engelsche Maat
schappij wil in 1939 probeeren dit schip te
lichten.
W. B.—Z.
ENGELAND, HET LAND VAN DE THEE!
Als we spreken van hèt land van de thee,
dan vliegen onze gedachten automatisch eerst
eventjes naar het verre Oosten, naar China en
Japan.
Maar we moeten ze snel weer terugroepen
naar ons eigen werelddeel, want het is uit
statistieken reeds jaren geleden zonneklaar
gebleken, dat niet Japan of China maar En
geland hèt land van de thee mag heeten.
Nergens ter wereld wordt per hoofd zooveel
thee gedronken als bij onze Westelijke na
buren. Een paar cijfers zullen u in dit ver
band zeker interesseeren: het theeverbruik
van de Engelsche bevolking is gedurende de
laatste eeuw gestegen van 0.65 K.G. tot 4.25
per hoofd en per jaar. En men rekent in
Engeland dat uit iedere K.G. ongeveer 440
koppen komen (waarbij u moet bedenken, dat
de thee daar veel sterker wordt gezet dan bij
ons)zoodat men gemiddeld per hoofd zui
gelingen meegerekend komt op.... 1900
koppen sterke thee per jaar, d.i. meer dan 5
koppen per dag.
Dit klinkt ongelooflijk, als men bedenkt,
dat in dit cijfer ook al duizenden kinderen
meegerekend zijn, die nog geen thee drinken
en dat er toch altijd ook nog menschen zijn,
die andere dranken zooals koffie, cacao en alle
mogelijke speciale gezondheidsbrouwsels
drinken.
Maar voor dengene, die de levensgewoonten
van het Engelsche volk goed kent, is het wer
kelijk zoo gek niet. Een voor eenige jaren ge
houden enquête heeft bewezen, dat 96 pet. van
alle Engelsche families thee aan 't ontbijt
en 88 pet. een uitvoerig theeuurtje er 's mid
dags op nahouden. Verder drinken 50 pet. nog
thee bij het middagmaal om 12 uur en 40 pet.
bij het avondbrood.
Enals u denkt dat de gelegenheden tot
theegenot hiermee uitgeput zijn, hebt u 't mis.
Wie voor 't eerst in een eenigszins welvarend
milieu op het platte land logeert, geniet daar
JAPPIE IS TREURIG
door W. B.—Z.
Die mooie witte Jappie,
Laat staan het lekkerst happie
Hij heeft verdriet,
Zooals je ziet
Hij tuurt maar door de tralier and
En denkt misschien aan 't vaderland.
met verbazing van het kopje fijne Chinathee,
dat hem of haar, vergezeld van een dun sneed-
je brood of een beschuitje reeds op de slaap
kamer wordt aangeboden. Meer dan een der
de deel van alle Engelschen»genieten van deze
vroege thee en eerst een uur later volgt dan
het bekende solide ontbijt, bestaande uit
eieren, spek of visch met brood, weer rijkelijk
gedrenkt in sterke thee. Keel veel Engelschen
onderbreken 's morgens om 11 uur hun werk
zaamheden om een kop thee te drinken, hoe
wel de koffie de laatste jaren op dit uur van
den dag een ernstige concurrent begint te
worden en ongeveer 15 pet. van de bevolking
drinkt 's avonds na het souper of vlak voor 't
naar bed gaan nog een kop thee.
De Engelschen drinken uitstekende thee.
Overal waar men komt: in de wachtkamer
van 't station, in de hal van een voornaam
hotel of in een nietig cafétje op het platte
land krijgt men 'n goeden sterken kop voorge
zet (iets, waaraan 't bij ons nog wel eens ont
breekt). Heel dikwijls wordt in de thee room
gebruikt en het voorschrift luidt: eerst de
klontjes in 't kopje, dan de room of melk en
't laatst de thee.
Op die manier, zegt de Engelsche huis
vrouw, wordt de thee het fijnst en het
geurigst!
Dezelfde regels, die overigens bij ons voor
theezetten gelden, neemt ook de Engelsche
huisvrouw in acht: theepot goed voorverwar
men, daarna de theebladeren erin doen, dan
onmiddellijk als 't water kookt opschenken.
Fijnproevers laten de thee vier minuten trek
ken om ze dan te zeven en over te schenken
in een anderen verwarmden theepot, maar de
groote meerderheid van de Engelschen houdt
van „zwarte en dikke" thee en laat ze rustig
den heelen dag staan. Natuurlijk speelt ook
de kwaliteit een groote rol. De meeste thee,
bestemd voor Engeland, komt uit Britsch Indië
en uit Ceylon, die samen ongeveer 300 mil
lioen K.G. thee per jaar produceeren en waar
bij 2 millioen mannelijke en vrouwelijke ar
beidskrachten betrokken zijn. Meer dan 70
pet. van deze thee wordt in Engeland en ko
loniën verbruikt.