Acteur en Reisleider W H A Wim Paauw verwisselt in zijn vrijen tijd de romantiek voor91 zakelijke k/atdaetUiuUwi/tijeu tijd KORT VERHAAL fUmijksfHUseim De jobstijding van minister Simon. Het 8ste antwoord op onze vraag De acteur als be delaarsjongen in de „Drie Stuivers Opera" en als reisleider naar den schouwburg. Tochtgenooten zijn: juffrouw Doeluttel, ko lonel Pickering en de heer Higgins. De reis wordt georganiseerd door het bureau „Pyg malion", directeur Ber nard Shaw. IM Paauw heeft g'een lange haren. Zelfs geen flambard of een fluwee- len jasje en toch is ie acteur. Dat moge nu niet zoo vreemd zijn, onze voorouders zouden beslist het hoofd geschud hebben over zooveel raadselachtigheid. Stel je voor, een tooneelspeler die niet eens met rollende r's spreekt, nee dat is vast geen goeie, zouden ze gedacht hebben. En toch had den ze dan ongelijk gehad want zonder mij een oordeel aan te matigen over Wim Paauw's acteurs- en regietalenten mag ik toch zeggen datof nee laat ik niet buiten mijn boekje gaan, tenslotte heb ik slechts de taak U in te lichten over de wonderbaarlijke liefhebberijen die de heer Paauw er in zijn vrijen tijd op na houdt en niet om te schrijven over zijn andere en voor hèm voornamere verdiensten. Dit laat ste natuurlijk zoowel letterlijk als figuurlijk op te vatten. Ofschoon dat letterlijkemaar daarover dadelijk meer. Over den vrijen tijd dus. Mijnheer Paauw hebt u eigenlijk veel vrijen tijd? is onze eerste plichtsgetrouwe vraag als we tegenover den jongen acteur in zijn 'kamer zitten (Een tip, als u Wim Paauw's hart wilt stelen is er geen beter middel dan te zeggen dat zij de kamer er zoo aardig uitziet, ge kunt dit met des te meer overtuiging doen omdat het inderdaad zoo is.) Des winters niet zoo erg veel maar 's zo mers heb ik evenals de meeste andere acteurs, uiteraard niet zooveel te doen. Nu wilde ik juist graag weten wat u dan in dien vrijen tijd uitvoert. Wel dan ben ik. schrikt u niet, reisleider. Nu is men altijd voorbereid dat acteurs vreemde dingen doen en zeggen er zijn er zelfs die schrijven maar men verwacht toch altijd iets poëtisch, iets dat met kunst en niet met de harde zakelijkheid van het lqven te maken heeft. Is er een nuchterder en meer ontnuchterend beroep denkbaar dan dat van reisleider? Steeds weer dezelfde dingen toonen aan mensehen die er het mooie in negen van de tien gevallen toch niet van inzien. Of zou het soms zijn dat Wim Paauw hierin juist een tegenwicht zoekt en vindt voor zijn toch altijd nog min of meer romantische be roep. De waarheid zal ook hier wel in het midden liggen; bij het tooneel is in dezen tijd de ro mantiek dikwijls ver te zoeken en reizen lei den is geen vervelend doch een prettig werk, zegt de acteur-reisleider en tenslotte kan hij erover oordeelen. Maar laat hij u zelf iets over dit merkwaar dige en den laatsten tijd meer en meer op den voorgrond komend beroep vertellen. Zooals reeds gezegd had ik des zomers veel vrij, het eerste seizoen dat ik aan het tooneel verbonden was accepteerde ik een zomer-engagement. Ik kreeg 'n rol in „Zo merzotheid" en maakte deel uit van het ensemble van Julia de Gruyter. Het stuk werd tien keer in Den Haag en drie maal in Rotterdam opgevoerd. De gage was f7,50 reiskosten voor eigen rekening. Een andere zomer heb ik op een fruitvei ling gezeten in Zaltbommel. Hier moest mijn acteursafkomst streng verborgen blijven. Het werk betaalde goed doch de werktijden: van 's morgens acht tot den volgenden mor gen vijf uur waren me toch wel wat al te zwaar! En zoo ben ik toevallig in aanraking ge komen met een reisbureau en werd mij de leiding toevertrouwd van een bustour naar Venetië. Ik heb deze reis tweemaal gemaakt en hoop ook dit jaar weer op verschillende tochten als leider te kunnen fungeeren. Wat vindt u nu eigenlijk de voornaam ste taak van zoo'n reisleider? Wel die taak is natuurlijk veelomvat tend maar het voornaamste vind ik toch al tijd, dat je de menschen in het begin aan elkaar doet wennen. Het is anders wel prach tig dat door deze reizen veel menschen die daar anders niet toe in staat zouden zijn thans de gelegenheid hebben op een gemak kelijke en comfortebele manier eens kennis te maken met andere landen en volken. De voornaamste bezienswaardigheden worden; vertoond en het is grappig hoe de verschillen -1 de reisgenooten daarop reageeren. Zoo stelde ik op den avond van mijn twee de reis voor op de eerste had ik hiermede veel succes gehad om te München naar den schouwburg te gaan, het bloed kruipt tenslotte waar het niet gaan kan, maar ik was werkelijk stomverbaasd van een juffrouw te hooren: Wat hebben we d'r nou aan om naar een schouwburg te gaan, dat kan ik in Amsterdam iederen dag doen, ik woon er vlak naast Ja maar wat wilt u dan? Nou gezellig op een terras zitten! Van een dergelijke vrouwelijke inconse quentie sta je wel even te kijken, zegt Wim Paauw lachend, maar ach, het gaat er ten slotte maar om de menschen bezig te houden en of dat nu in den schouwburg of op een terras van een café gebeurt is per slot van rekening om het even. Wilt u vooral in uw stuk zetten dat de ont vangst in Oostenrijk altijd zoo charmant en vriendelijk was, hopelijk is dit nu niet ver anderd, want de Oostenrijksche gemoedelijk heid deed altijd iedere reiziger bijzonder wel dadig aan. Ja je beleeft zoo het een en ander op die tochten zegt de „reisleider". Vooral de vragen die er gesteld worden zet ten je nog wel 'ns voor moeilijke problemen De Dolomieten staan wat dat betreft in een kwaden reuk. Zoo vroeg 'n juffrouw eens: Hoe komen die bergen hier eigenlijk? Wel dat is nogal gemakkelijk te verkla ren, die groeien hier. Hoeveel groeien ze dan? Een van mijn mannelijke tochtgenooten had de zaak onmiddellijk „door" en inter rumpeerde: Nou een paar centimeter per jaar, kijk daar ziet u het zaad en hij wees haar eenige kleine bergsteentj es. En nu kunt u het gelooven of niet, de juffrouw heeft den chauffeur gevraagd om te stoppen en twee steentjes vonden naast een poeierdoos, spiegeltje en wat dies meer zij een plaats in haar taschje, om die in Amsterdam in het tuintje te planten. Die Dolomieten geven trouwens dikwijls aanleiding tot vragen, zij ontlokten een heer de volgende vraag: Hoe komen ze toch aan dien naam Dolomieten? Ja, wat moet je daar nu op antwoorden, het eenige antwoord wat me te binnen schoot was de eenvoudige wedervraag: Hoe komt u den naam Jansen? Nou, ja, merkte de weetgierige reiziger toen op, dat antwoord van u slaat nergens op, die bergen zijn tenslotte genoemd naar den in genieur die ze voor de toeristen gemaakt heeft. En hoe ik ook praatte, zegt Wim Paauw, hij was niet van het idee af te brengen dat die bergen hier alleen uit touristische overwe gingen waren neergezet. Tjonge dat zijn sterke verhalen zeg ik bewonderend en 'n klein tikje argwanend, je weet het nooit met die acteurs. Maar Wim Paauw vertelt al weer verder. Aan het Lago di Garda drinken we altijd thee, en voeren dan tegelijkertijd de visschen. Aan den lunch had ik daarom verzocht om een broodje voor de karpers te bewaren wat een mijner tochtgenooten de opmerking ont lokte; Ik ben mijn eigen karper, ik eet mijn broodje liever zelf op. Weet u wat anders ook zoo vreeselijk merk waardig is? In Holland intereseert de men schen niets en vragen ze niemendal, maar nauwelijks zijn ze de grens over en zien ze een toren of ze vragen: Wat is dat voor een toren? En als je dan maar zegt, O, dat is de toren van een groote steenfabriek, dan is iedereen tevreden. Overigens wel kenmerkend voor de Hollandsche mentaliteit. En bevalt u 't werk als reisleider? Als ik geen tooneelspeler geworden was dan had ik misschien wel dit beroep gekozen, bent u nu bevredigd? Meer dan dat haast ik mij te verzekeren terwijl ik met 'n tikje afgunst afscheid neem. Iedereen wil wel theedrinken aan het he melsblauwe Lago di Garda onder de stralen van de Italiaansche zon, maar gelukkig de va- cantie nadert, óók voor U en mij en dan Wim Paauw gaat er weer naar toe B. K. Nederlandschc Reisvereeniging. Het jaarverslag over 1937. De 32e jaarvergadering van de Nederland- sche Reisvereeniging zal, naar reeds is gemeld, op 27 en 28 Mei te Hilversum worden gehouden. 1 Blijkens het jaarverslag over 1937, dat op deze vergadering zal worden uitgebracht, wordt met groote ingenomenheid gewag gemaakt van den gunstigen toestand der Vereeniging. In nagenoeg elk opzicht ging in het afgeloopen jaar de N.R.V. vooruit en met voldoening wordt geconstateerd, dat de Vereeniging steeds meer een belangrijke factor wordt in onze maat schappij. Het ledental steeg van 50722 op 1 Januari 1937 tot 51110 op 1 Januari 1938; het aantal junior-leden steeg van 486 tot 747. Zooals ge woonlijk bereikte het ledental in Juli zijn top en bedroeg toen 57.048. Het aantal afdeelingen bleef 35. Behalve voor de gewone reizen, was er voor de voetreizen, de wintersportreizen en de jeugdreizen een groeiende belangstelling te constateeren. Ook de afdecling privéreizen ten behoeve van de individueel reizende leden der Vereeniging, mocht zich in een in belangrijke mate stijgende belangstelling verheugen. In het verslag wordt voorts in het bijzonder vermeld de stichting van een weldadigheids fonds in de N.R.V., dat den naam kreeg van De Daad. Reeds was er meermalen aanleiding om in zeer bijzondere gevallen steun te ver- leenen. Voorts werd een belangrijk besluit ge nomen door de stichting van een Huttenbouw- fonds. ten behoeve van de berg- en winter sport-toeristen der N.R.V. Het aantal doorgegane reizen bedroeg in 1937 641 met een totaal aantal deelnemers van 19963 met een totaal aantal reisdagen (reis dagen: zijn het product,van het aantal deel nemers .en het aantal dagen, dat de tocht duurde) van 188580. Voor 1936 waren' deze cijfers respectievelijk 640, 19046 en 168617. Hieruit blijkt dus, dat de reislust in 1937 in vergelijking met .1936, niet onaanzienlijk is toegenomen. Het totale bedrag aan kosten van de ge noemde 641 reizen was f 1.459.989 (waarvan een bedrag van f 488.875 aan vervoermiddelen). In 1936 bedroegen de kosten van de 640 door gegane reizen f 1.243.195, waarvan een bedrag- van f 417.656 aan vervoermiddelen. Ook deze bedragen wijzen, in vergelijking met 1936, op een stijging. Het financieel verslag over 1937 weerspiegelt den gunstigen toestand der Vereeniging en haar financiën. De balans per 31 December 1937 sluit met een bedrag van f 270.492 aan debet en creditzijde en de lasten- en batenrekening over genoemd jaar met een bedrag van f 312.015. De ontwerp-begrooting voor 1938 sluit met een bedrag van f 340.480 in debet en credit. Zware klap voor den gegoeden burgerstand in Engeland. Begrootingspolitiek en haar bezwaren. Onze Londensche correspondent schrijft ons ET komt zelden voor, dat de teksten van de krantenbiljetten in de Lon densche straten ontleend zijn aan den Bijbel. Dat was het geval in den ochtend van den begrootingsdag. „Simon, tanner" kon men lezen op de hoeken van de straten en aan de toegangen tot de stations waar de krantenverkoopers stonden, hun „bills" als een schort om de beenen. In het negende hoofdstuk van de Hande lingen der Apostelen wordt gewaagd, in on zen Bijbel, van „een zekeren Simon, een le- derbereider". In den Engelschen Bijbel leest men er voor „one Simon, a tanner". Het wil zoo wezen, dat een sixpence door den volks mond wordt aangeduid als een „tanner", die als zoodanig met de leerlooierij niets heeft uit te staan Een snel gevleugelde uitspraak. De redacteuren van de kranten konden zich niet beroemen op het auteursrecht van deze Bijbel-aanhaling als passenden en bon- digen commentaar op de begrooting van Sir John Simon. Dat kwam toe aan een Bijbel vast Lagerhuislid. Fleet Street had zich van deze gevatheid meester gemaakt en haar duizend en meer malen vermenigvuldigd op de biljetten, die lokkend het nieuws van den dag aankondigen Zelden zal een uitspraak zoo snel vleugels hebben gekregen als in dit geval. Overigens gaf ze slechts een bevestiging of een herhaling van de Jobstijding, die men laat den vorigen avond reeds had vernomen. De inkomstenbelasting was met sixpence verhoogd. Dat wil zeggen de grondslag van den aanslag, tot nu toe 5 shilling per 20 shil ling verdiend of door belegging verkregen, was 5*4 shilling geworden. Het is een grondslag. Zeker 70 percent van de menschen, die in aanmerking komen voor inkomstenbelasting, behoeven niet meer dan een derde deel van deze 5^> shilling per pond belastbaar inkomen te betalen. Dat komt omdat hun jaarlijksche verdiensten nooit zoo hoog komen, dat hun aanslag de volle maat krijgt. Het hangt af van den familiestaat van den aangeslagene. Een getrouwd man met 2 kinderen bijv. moet meer dan 420 per jaar inkomen hebben, voordat hij directe belas ting betaalt. En zijn volle aanslag komt pas wanneer hij meer dan 555 verdient en dan alleen nog maar voor het bedrag, dat hij bo ven deze 555 verdient. Een huisvader met één kind of zonder kind komt er eerder aan toe en een vrijgezel nog eerder. Voor de meeste belastingbetalers beteekent de ver hooging, dat zij van een paar shilling tot een paar pond per jaar moeten opbrengen. Een financieele klap. Voor de 30 percent of zoo, die den gegoe den burgerstand vertegenwoordigen, is de verhooging echter een financieele klap. In deze maatschappelijke groep moet men al naar gelang' de grootte van het inkomen en het kindertal van 5 tot 100 per jaar meer betalen. Een gezinshoofd met vrouw en twee kinderen en een salaris van 1000, tot nu toe aangeslagen voor 100, krijgt in het vol gend financieele jaar 112 te betalen. Iemand in dezelfde positie wat zijn gezin be treft, maar met 2000 inkomen betaalde vroeger zoowat 325 en zal er voortaan 360 moeten opbrengen. Hoe hooger men komt in de salaris- of in komstenklasse, hoe heviger men wordt aan gepakt, want dan komt er nog de extra be lasting op hooge inkomens bij en ook de ver leden jaar ingestelde belasting, die men den verzachtenden naam van „Nationale Verde digingsbij drage" heeft gegeven. De Britten zijn goede belastingbetalers. Zij mopperen, maar betalen niettemin. Dit geldt in het bijzonder voor de middenmoot van de bevolking. Zeer vermogende menschen heb ben de laatste jaren met goeden uitslag alle De Schutting. door HANS DE LA RIVE BOX NDRé wierp een blik op z'n horloge en loosde een tevreden zucht. Over tien minuten zou het einddoel be reikt zijn. Over een klein half uur zou hij Marietta hi z'n armen sluiten! Hij was er van overtuigd, dat hij zich op andere dagen ongetwijfeld vreeselijk zou heb ben geërgerd aan het gezwets van het drie tal, dat de coupé vanaf Dordrecht met hem deelde. Maar vanavond kon hij slechts lachen en gelukkig zijn. Vanavond ging hij naar de vrouw, die hem na een afwezigheid van een half jaar verwachtte. Wat deerde hem 't onbenullige gepraat van het boersche heertje over hem en het zinlooze gewouwel van het mannetje naast hem, met z'n kleine muizen oogjes en z'n glimmende schedel? Ook de be paald dómme opmerkingen van nummer drie, die bloemkoolooren en een ingedeukte neus had, gleden langs hem heen. Hij glim lachte maar en was verstandig. Hij had Ma rietta om aan te denken. Waarom zou hij zich opwinden? „Meneer daar schijnt me niet te gelooven", klonk de dunne stem van het mannetje met de muizenoogen en knikte in André's rich ting;; „maar ik houd vol, dat juist de klei nigheden ons leven bepalen. Wanneer ik 13 jaar geleden, dien Maandag in Maart, niet over die bananenschil was gestruikeld, zou ik mijn enkel niet hebben gebroken en dokter Meerman niet hebben ontmoet. Dan zou ik dokter Meerman niet het paard hebben ver kocht en had ik niet het geld gehad, dat ik na den koop besteed heb voor de Eto-aan- deelen, die me precies zes mille hebben opge bracht.. Die zes mille heb ik dus te danken aan die bananenschil! Wat jullie" „Zoo is 't". knikte de man met de bloem koolooren. ,Mij is het precies zoo gegaan. Op een keer moest ik naar het havenkantoor om een adres van een maat te vragen. Maar op weg naar het gebouw kreeg ik 'n vlieg in m'n oog. Een doodgewone vlieg. Nou, ik bleef op het trottoir staan en begon het beestje weg te wrijven. Juist wilde ik weer doorloopen, toen vlak naast me 'n kleine meid den weg over steekt. net voor een auto.. Ik schoot, op haar af en wist haar op het laatste oogenblik te redden. De automobilist was zóó blij, dat hij me een baantje op een expeditiekantoor bezorgde. Daarom beweer ik, dat ik die be trekking feitelijk aan dat vliegje te danken heb". André glimlachte spottend, maar zweeg. Hij was te nuchter van aard om het met den man eens te kunnen zijn. Hij stond op en trok zijn demi alvast aan. De trein begon vaart te minderen. „Tja", sprak het heertje met het boersche voorkomen, „zoo is het leven nu eenmaal. Ze plagen mij wel eens met mijn bijgeloovigheid, maar ik stoor me er nooit aan. Ik zelf zal vast geen bijgeloovig mensch bespotten en mij krijgen ze voor geen goud onder een ladder door bijv. Maar hoe gaat 't? De jongelui van tegenwoordig denken er anders over en spot ten óók met hun leven, wanneer ze niet aan bijgeloof gelooven en ik zeg jullie BoehAndré was dankbaar, dat de trein nu stopte en terwijl het drietal een nieuwen „boom" over bijgeloof opzette, sprong hij lenig op het perron en repte zich naai' de controle. De frissche avondlucht deed hem goed en even later sloeg hij den eenzamen landweg in, die hem naar de afgelegen wo ning van Marietta zou brengen. Het was een donkere, vochtige avond en André stapte flink door. De stakkers toch, dacht hij, terwijl hij flink doorstapte. En hoe zeldzaam dom konden de menschen toch redeneeren! Het liefst had den ze hem in het gesprek gemengd, dat had hij wel begrepen. Het was verstandig geweest, dat hij zich afzijdig had gehouden. Hij met zijn moderne begrippen en zijn helderen en nuehteren kijk op het leven! Aan het eind van het weggetje bleef hij staan. Gelukkig waren z'n oogen nu iets aan de duisternis gewend. Ja. hij herkende de om geving heel duidelijk. Als jongen sloeg hij meestal het smalle paadje rechts in om achter de schooltuintjes om naar de kweekerij van Schipper te loopen, daar vlug over de schut ting te klimmen en dan via het bruggetje in het dorp te komen. Dat was minstens vijf mi nuten vlugger, dan wanneer hij den straatweg volgde. Wel verdraaid, waarom zou hij ook vanavond niet binnendoor gaan? Hij moest lachen bij het denkbeeld. Maar hij vóelde zich immers een schooljongen, al was hij sinds verleden jaar meester in de rechten? Kom. kom, hij zou geen sterveling tegen komen en elke minuut was er één. Bovendien wac de schutting geen oezwaar voor zijn sportW lichaam Juist wilde hij het bewuste paadje inslaan toen hij zich bedacht. Neen, dan zou hij toch maar liever den straatweg nemen. De schutting was hoog en vast en zeker het tegendeel van schoon, na den regen van den vorigen dag. Ter eere van deze onverwachte vacantie had hij zich op een nieuwe demi getracteerd en een nieuwe jas waagde je maar niet direct aan zoo'n schuttinga vontuur! Daar moest je een ezel voor zijn en een ezel was hij nu bepaald niet. Dus dan maar omloopen! En André liet het paadje het paadje, nam den straatweg en bereikte tien minuten later Marietta's woning. Hij sloot haar in z'n armen en- alles kwam precies zoo uit. als hij ge droomd en verwacht had. Den volgenden morgen dwaalden ze als twee vroolijke kinderen door de bouwlanden achter het dorp. „Precies als vroeger in onze „jeugd"," plaag de André en drukte innig Marietta's arm. Plot seling bleef hij staan en keek eens aandachtig om zich heen. Ja waarempel, daar was de schutting met er vóór de kweekerij van Schip per. Hij voelde ineens duizend 'prettige her inneringen in zich opkomen, herinneringen aan zijn schooljaren en zijn lcwajongensstre ken. Hoe vaak hadden ze den ouden Schipper niet geplaagd met z'n zijden pet en z'n kana riegele sokken? „Waar kijk je naar?" vroeg Marietta glim lachend. „Naar de schutting," antwoordde' André. „Het is nog dezelfde schutting van toen. Lieve deugd, ik bén er wat keeren over geklommen!" Ze wandelden er heen en toen zag hij het smalle paadje, dat hij den vorigen avond had willen nemen. Het onkruid groeide tus- schen de sintels door. „De moderne jeugd is bepaald gehoorzamer dan wij vroeger," merkte hij spottend op. „Er wordt hier niet dikwijls geloopen, zoo aan dat gras te zien." Marietta schudde het hoofd. „Neen je hebt gelijk. De kweekerij is ver kaveld. Zooals jullie vroeger naar het dorp gingen is tegenwoordig uitgesloten. Kijk maar eens over de schutting heen. André nam een sportief aanloopje' en even later steunde hij op de bovenlat en had een ruim overzicht op de kweekerij. Toen gleden z'n blikken recht omlaag en even kwam een vreemde glans in z'n oogen. terwijl zijn ge dachten onwillekeurig naar zijn demi gleden en vervolgens naar het drietal in den trein Want recht onder de schutting was een breede sloot gegraven, met donkerdrabbig water. En Marietta zei lachend: „Ze is twee meter diep!" (Nadruk verboden.) Auteursrecht voorbeh.) middelen, die de wet toestond, aangewend om aan den greep van den fiscus, die naar hun oordeel veel te knellend was, te ontko men. Deze belastingontwijking, die, naar wordt geraamd, aan de Schatkist jaarlijks van 40 tot 60 millioen pond onthoudt, heeft de bijzondere aandacht van den nieuwen Kanselier van de Schatkist, die als rechts kundige van grooten naam zeker de geschik te man is om er een stokje voor te steken, hetgeen hij dan ook heeft aangekondigd. Liberaal of conservatief? Sir John Simon, die van hui-uit liberaal is, maar zich voor zijn politiek voortbestaan met de Conservatieven heeft moeten ver staan, heeft zich bij het opmaken van zijn begrooting voor een groot deel door zijn oude liberale beginselen laten leiden. De Conser vatieven houden niet van belastmgverhoo- ging als het directe belastingen geldt, want de menschen, die hun grootsten aanhang in 't land vormen, worden er 't zwaarst door ge troffen; de welvarende handelaars en in- dustrieelen, de groote winkeliers, de City. De nood heeft hen in de periode na den oorlog gedwongen hun aanhangers onder de bevol king zwaarder te laten bloeden, dan hun en dan de bloedenden lief was. Maar zij meenden nu, dat het welletjes was en groote conservatieve organen als de „Times" en de „Daily Telegraph" hadden dan ook aan den vooravond der begrooting betoogd, dat de Kanselier van de Schatkist de inkomstenbelasting niet verder kon ver- hoogen en dat hij zijn begrooting maar slui tend moest maken met 't benoodigde te lee- nen van de 40 millioen, waarvan de lee ning over een tijdsverloop van vijf jaren ver leden jaar door het Lagerhuis was gemach tigd als wissel op de toekomst in de 1500 millioen pond, die het bewapeningsprogram over dat tijdsdeel zou kosten. Sir John Simon heeft het niet gedaan. Hij had in elk geval al 90 millioen pond van die leening noodig voor zijn rekening. Maar de 30 millioen, die hij toch nog tekort kwam, moesten uit de jaarlijksche bronnen van inkomsten komen, vond hij; in de eerste plaats uit de inkom stenbelasting, de restjes uit een verhooging van de thee- en benzinebelasting. De Conservatieven hadden gehoopt, dat hij dit tekort op andere manier zou hebben aan gevuld. De menschen, die de welvaart maken, zijn naar hun oordeel al veel te zwaar be last. Handel en bedrijf zijn de laatste maan den toch al weer wat achteruit gegaan. Het gevaar bestaat, dat deze slag der belasting- verhooging het proces van den achteruitgang zal versnellen. De verdedigers van de begrooting, hun aantal is gering, zeggen dat de verhooging wenschelijk was. ten eerste om de burgers er aan te herinneren alsof dat noodig was dat zij voor de landsbewapening zwaar moeten betalen, ten tweede om aan het bui tenland het besef bij te brengen van het weergaloos financieel vermogen van Groot- Brittannië. De voornaamste reden. Maar de voornaamste en de beste reden is, dat er de eerstvolgende jaren zóó ontstel lend veel geld noodig zal zijn (de 1500 mil lioen voor de bewapening is al 2000 mil lioen geworden) dat het zaak is thans de uiterste financieele opofferingen te vragen, omdat het straks niet meer zal gaan. Dan wordt het tijd die „andere methoden" toe te passen, leeningen, het aanspreken van be staande rijksfondsen, de herziening van de pondswaarde van het goud in de Bank van Engeland, het betrekken van meer verbruiks- artikelen in de indirecte belastingen, het ver panden van permanente baten, die het Rijk mag bezitten. Sir John Simon wil blijkbaar het gezonde beginsel, dat men het evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven moet hand haven, zoo lang mogelijk toepassen, hoe zeer hij het moet doen met de resten er van. Fransclie bommenwerper neer gestort in Joego-Slavië. De vijf leden der bemanning slechts licht gewond. Naar pas thans bekend geworden is, is Za terdagmiddag een Fransoh bombardements vliegtuig, dat op weg naar Roemenië was, in Neder-Krain neergestort. De uit vijf perso nen bestaande bemanning werd slechts licht gewond, doch de machine werd volkomen vernield. Uit het FRED AST AIRE. (Caricatuur van Jo van Heusdeji)f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 10