Doopstoef trekt in stralende zon door de straten der residentie. R' DOOP. (Vervolg van pag. 1.) EEDS vroeg ln den morgen, nog uren voordat de koninklijke stoet van het paleis Noordeinde naar de Groote Kerk zou gaan voor de Dooppleclv tigheid van Prinses Beatrix, stonden hom derden belangstellenden langs den weg ge schaard. De stad bood een vroolijken aanblik. Er werd druk gevlagd. Bijna iedereen was met oranje getooid. Het was heerlijk weer: een vroolijk zonnetje en een strak blauwe lucht deden het beste hopen. Een groot aantal extra treinen had reeds in het vroege morgenuur een stroom van belangstellenden naar de hofstad gebracht, zoodat het in de omgeving van de stations zeer druk was. De reizigers verspreiden zich spoedig in de binnenstad en zochten een goe de plaats langs de route. Velen waren voor zien van een klapstoeltje ten einde tegen de vermoeienis van het lange wachten bestand te zijn. De trams die naar de binnenstad reden waren gepavoiseerd en overvol. De binnenstad was reeds vroeg in den och tend geheel afgesloten voor alle rijverkeer en de politie, door rijksveldwachters en mare chaussee versterkt, zorgde ervoor, dat deze bepaling niet werd overtreden. Even na 9 uur begonnen de militairen op te rukken om de eerewachten te betrekken. Aan het Noordeindc, Van heel vroeg in den morgen af stonden tegenover het witte en zwijgende paleis aan het Noordeinde de menschendrommen. Op kisten, stoelen en allerlei draagbaar mate riaal, geschikt als verlengstuk voor ontoerei kende menschhoogte, opgesmukt met veel oranje en rood-wit-blauw wachtten de nieuwsgierigen goedsmoeds op de komende dingen, elkander telkens met tevreden geba ren verzekerend, dat zij toch wel het mooiste plaatsje van heel Nederland bezet hielden. Daar school wel waarheid in. Want wie niet tot de uitverkorenen behoorde, welke in de Groote Kerk een plaats hadden, konden zich geen plekje hebben gekozen met meer afwis seling en fleur. De Koningin en naar Ypenburg. Prins Bcrnhard Het was tien minuten over half tien vier hofauto's het plein kwamen oprijden, de eerste met koninklijken standaard. Een commando klinkt, voor de menigte het sein tot juichen. De militairen presenteeren het geweer: daar verschijnt, gekleed in grij zen bontmantel en met paarse hoed met vee- ren, H.M. de Koningin, gevolgd door Prins Bernhard, die gekleed was in de eenvoudige uniform van kapitein der grenadiers. De Koningin en de Prins namen in de eerste auto plaats, het gevolg in de drie vol gende. De grootmoeder en de vader van het doQpelingetje waren op weg naar het vlieg veld Ypenburg, om den peetvader te gaan afhalen. Langs den weg naar Ypenburg en op het vliegveld hadden zich duizenden toeschou wers opgesteld om de aankomst van de Ko ningin en Prins Bernhard en Koning Leopold gade te slaan. Het vliegveld was niet talrijke vlaggen ver sierd, waaronder ook tallooze Belgische. Het was 10 uur toen de Belgische vliegtui gen in zicht kwamen. Het waren drie vlieg tuigen, Fairy-fox-toestellen, die in esca drille-formatie vlogen. Boven. Ypenburg maakte het toestel van den Koning zich uit de formatie los en land de het eerst. Daarna daalden de andere machines. De Fairy Fox machines zijn open militaire toestellen, zoodat de Koning in vliegpak den tocht had moeten maken. Het'eerste werk van Zijne Majesteit was zich te ontdoen van dit vliegpak. Toen traden H.M. de Koningin en Prins Bernhard den Koning, die het generaals uniform droeg, tegemoet. Een korte begroeting volgde, eerst door de Koningin en den Prins, daarna door de andere autoriteiten. Allen begaven zich vervolgens naar het platform. Inmiddels waren de hofauto's over het vlieg veld gereden en stelden zich voor het terras van de Aero-club op. In de eerste auto nam de Koningin met Koning Leopold en Prins Bernhard plaats. Daarna kwamen eenige auto's met het gevolg van de Koningin en met de heeeren van den eere-dienst van Koning Leopold. Onder luid gejuich van de tallooze belang stellenden reed de stoet om den hangar heen en vervolgens in de richting van Den Haag. Via het Bezuidenhout, langs den Hertenkamp en over het Lange Voorhout werd naar het Paleis Noordeinde gereden. Ten paleize. Te ruim half elf kwam de stoet bij het pa leis Noordeinde aan. Toen de beide vorsten en hun'gevolg bij het standbeeld van Willem den Zwijger waren uitgestegen, inspecteerde de Koning, begeleid door de Koningin en gevolgd door Prins Bernhard en het gevolg, de eerewacht. Toen de vorsten, die zich op het bordes even omkeerden om den groet van het publiek te beantwoorden, door den hoofdingang verdwe nen, rees aan den mast op het dak de Belgi sche koninklijke standaard naast den oranje standaard onzer Koningin. Eenig oogenblikken gaan voorbij. Dan op nieuw een losbarstend gejuich. De geweren gaan weder omhoog en de Brabanconne klinkt. Voor een der ramen van het paleis is Ko ning Leopold verschenen en naast hem ver schijnt thans ook de Koningin. Prins Bernhard ziet men nog juist op den achtergrond. Het publiek juicht, terwijl de Koning de Brabanconne rechtop aanhoort. Als het volkslied is verklonken, groet hij met zijn generaalspet. Het is een kleurrijk gezicht op het zonovergoten plein: het glinsterend staal der militairen, de wuivende zakdoeken, de vlaggen, het oranjeen daar. achter het raam, de vorsten van twee bevriende buurlanden. Het doopkleed. Jurk. mutsje, kussen en sluier vormen éen geheel, bestaande uit zeer fijne en rijk be werkte Brussclsche kant. Het doopkleed werd besteld door Koningin Emma voor den doop van Koningin Wilhelmina en ook prinses Juliana is er. in gedoopt. Prinses Beatrix is zoodoende de derde generatie, welke in dit kleed den doop ontvangt. De kantsoort is genaamd Point d'Angle- terre en in de voorbaan van de jurk bevindt zich het koninklijke wapen met het devies „Je Mantiendrai" in point de gaze. Het point d'angleterre is een kantsoort, waarvan de tulle geheel met den naald ver vaardigd is evenals de zich daarin bevinden de jours. Er zijn bloemen van uiterst fijne kloskant in verwerkt. De kieur is, gezien den ouderdom, niet .wit, doch is van een natuur lijk zacht-crème'. D'oranjezon verjoeg de koude. 't Is Mei en milde voorjaarstijd, Prinsesje is ten doop gehouden, Het centrum van een plechtigheid. Honderden reuzengroote menschen, Woonden het in ontroering bij. Vervuld van diepgevoelde wenschen, Voor wat prinsesje's toekomst zij. Al kon de zin haar zelf niet treffen, Is alles langs haar heen gegaan, Al houdt zij, ver van het beseffen, Er later geen herinnTing aan. Zij allen, om haar heen gezeten, Op dezen schoonen dag in Mei, Zullen het schouwspel niet vergeten, Hun blijft het heel hun leven bij. En bij veel later plechtigheden. Dwaalt ongetwijfeld weer hun geest. Nog eens terug naar het verleden, Toen zij bij :t doopen zijn geweest. Die toekomstdag moge dan wezen, Zoo vol van warmte, licht en blij, Zoo vol oranjezon als deze Zoo wonderschoone dag in Mei. Zij kwam en ging per koets, de gouden. Van pracht en praal nog onbewust, Prinsesje is ten doop gehouden En ligt nu weer in zoete rust. P. GASUS. Het doopkleed, dat door de firma „A la belle Dentelliére" aan het Noordeinde is gerei nigd en opnieuw opgemaakt, is met strikken van ivoire satijnen linten gegarneerd en het mutsje bestaat uit point de gaze met brides. Onder de doopjurk is een onderjurk van crème satijn. In de Croote Kerk. LECHTS wat groen van groote konings varens is rondom den gebeeldhouwden voet van den preekstoel gegroepeerd en op de plaats waar de heilige handeling aan stonds zal worden voltrokken ligt een smaak vol tapijt, dat het geluid van schreden dempt en in kleur wonderwel overeenstemt met het hout van banken en kansel en van de doop vont. Van de tribune af gezien, waar ons een plaats is toegewezen, is dit kleine gedeelte van de groote ruimte een pleisterplaats voor den blik. Daaroverheen welft zich de wijde overhuiving van de drie halbeuken, links staan de zware pijpen van het orgel in har- manisch op- en afgaande rijen, rechts rijst het hooge kerkkoor, waarin de zangers op een afzonderlijke houten tribune hebben plaats genomen en op den achtergrond gloort de zilvergrijze lichtval door de effen ven sters. Heel de plechtigheid, waarvoor deze schittering van uniformen zich in dit gebouw den dienst des Heeren gewijd, heeft samen getrokken, waarvoor de ruischende stilte zoo huiverig rondom de zware kolommen hangt en tussc'hen de ernstige gewelven deint, .heeft één enkel middelpunt, gewijd en eenvoudig: de kleine doopvont, die onder de schaduw van den donkeren preekstoel wacht en het water draagt, waarmee Prinses Beatrix den doop zal ontvangen. De verdeeling der plaatsen. •p ECHTS naast den preekstoel waren vier -Tv zetels geplaatst. In het midden zaten. Prins Bernhard en Prinses Juliana. Naast den Prins zat zijn moeder, Prinses Armgard erf naast Prinses Juliana de Ko ningin. Recht voor den preekstoel waren de zetels voor de vijf peten. In het midden zat koning Leopold, rechts van Zijne Majesteit Prinses Alice en naast deze Hertog Adolf Friedrich van Mecklenburg. Links van den Koning zat de Vorstin van Erbach-Schön- berg en vervolgens Gravin Kotzebue. Achter deze vijf zetels stonden nog vier stoelen, waarop gezeten waren Graaf Kotze bue, de Hertogin van Meckleniburg. Prins Asohwin en Prinses Helena van Erbach- Schönberg. De kerk zelf was geheel gevuld met vele hooge autoriteiten uit den lande. Voor het aanwijzen der plaatsen deden kamerheeren als ceremoniemeesters dienst, bijgestaan door officieren van het garnizoen te 's-Gravenhage, die als orde-commissaris sen fungeerden. Ook leden van het college van collectanten deden dienst als orde-com missarissen, terwijl de commiezen-griffier der Eerste- en Tweede Kamer de Kamerle den naar hun plaatsen geleidden. De chef van het kabinet van den minister van Buitenlandsche Zaken. jhr. mr. G. C. J. van Reenen, bijgestaan door eenige ambte naren van dat departement, was belast met de aanwijzing van de plaatsen, bestemd voor de leden van het corps diplomatique en hun dam 'i. Hef binnentreden van den Koninklijken Stoef. lp RINSES JULIANA en Piüns Bernhard werden bij de deur der kerk ontvangen door den opperkamerheer, mr. W. J. Baron van Lynden en door R. A. Baron van Har- denbroek, kerkvoogd der Ned. Hervormde ge meente en commissaris der Groote Kerk. Even verder, bij den ingang der consistorie kamer, stond een commissie uit den kerke- raad om de vorstelijke personen te begroe ten. Het waren ds. i-r. J. Dijckmeester, voor zitter van den kerkeraad, dr. W. J. de Wilde, scriba, jhr. mr. J. M. M. van Asch van Wijck, advocaat-diaken en de heer L. Slagter, ouderling. Ook de Koningin, de Koning der Belgen en de overige vorstelijke personen, die met Hare Majesteit naar de kerk waren gereden, wer den door deze-commissie ontvangen en naai de consistoriekamer geleid. De eerste kamerheer-ceremoniemeester, jhr. A. G. Sickinghe, stelde hier den stoet op. Toen de deuren van de consistoriekamer opengingen, schreed de vorstelijke stoet, voor afgegaan door Hare Majesteits oppercere- moniemeester, Graaf Du Monceau. langzaam de kerk binnen. Bij den preekstoel stonden kamerheeren gereed om allen naar hun zetels te geleiden. Allereerst kwamen Z.M. Koning Leopold en H.M. de Koningin, daarachter Prinses Armgard, Prinses Alice en de Hertog van Mecklenburg, vervolgens de Vorstin van Er- bach-Sc'hönberg, Gravin Kotzebue en Prins Aschwin. daarachter de Hertogin van Mecklenburg, Prinses Helena van Erbacn- Schönberg en Graaf Kotzebue. Prinses Juliana en Prins Bernhard sloten den stoet. Prinses Beatrix bleef in de consistorieka mer achter, toevertrouwd aan de zorgen van mevrouw Snouck Hurgronje, Dame du Palais van de Koningin en dienstdoend grootmees teres van Prinses Juliana. Ondertusschen had ds. E. H. Blaauwen draad den preekstoel beklommen. De beide dienstdoende ouderlingen, de heeren L. Slag ter en F. J. G. Furda, hadden eveneens hun plaatsen ingenomen. Het „Excelsior-'koor" deed zich hooren en vol en krachtig klonken de woorden van den lofzang: „Lof zij den Heer. den almachtigen Koning der eere" door de gewijde ruimte. Toen klonk de stem van den voorganger, het votum uitsprekende, gevolgd door de zegenbede: Genade zij u en vrede van Hem, die is. en die was, en die komen .zal. Amen. Hierop verzocht ds. Blaauwendraad de ge meente het eerste vers van Psalm 100 te zin gen, onder welken zang tweemaal gecollec teerd werd voor de armen der gemeente en voor de kerk. Vervolgens las de predikant voor Marcus 10 verzen 13 tot 16, een gedeelte uit het bijbel- sche verhaal, waarin de kinderen tot Jezus gebracht werden en de bekende woorden door Jezus gesproken werden: „Laat de kin- derkens tot Mij komen, en verhindert, ze niet. want derzulken is het Koninkrijk Gods". Toen ging de predikant voor in gebed, waar na hij zijn preek uitsprak. De toediening van den doop. A de preek volgde het voorlezen van het formulier van den heiligen doop. eindi gende met het stellen van de gebruikelijke vragen aan de ouders van de doopelinge, waarop Prins Bernhard en Prinses Juliana met „ja" antwoordden. Wederom zong toen de gemeente en nu Gezang 219, vers 1 en 2 en gedurende dit ge zang werd Prinses Beatrix binnengedragen. Dit was het schoone, het ontroe rende moment., waarnaar een ieders gedachten tevoren reeds waren uit gegaan, toen de deuren van de con sistoriekamer werden geopend en zich voor de tweede maal een kleur rijke en vorstelijke stoet aan de oogen der toeschouwers vertoonde: de stoet van de jonggeboren Prin- sesse, de doopelinge van heden. Voorop ging de dienstdoend grootmeester van Prinses Juliana, Juckema van Bunnania Baron Rengers van Wannenhuizen. Toen kwam mevrouw Snouck Hurgronje, dragende Prinses Beatrix en gevolgd door Baron Baud en jhr. Dedel, die beiden fun deerden als kamerheei-en-slippenhouders van den doopsluier. De verpleegster van Prinses Beatrix, jonk- vrouwe Feith, sloot den stoet. Langzaam schreed de kleine groep onder het gemeentegezang binnen en stelde zich ter zijde van den preekstoel op. Ds. Welter, de hoogbejaarde oud-hofpredi ker. die de bediening van den heiligen doop zou verrichten, had inmiddels zijn plaats bij de doopvont ingenomen. Nu kwam dan het oogenblik, waarop me vrouw Snouck Hurgronje haar kostbare last aan Prinses Juliana overgaf, die met haar kind in de armen, haar echtgenoot naast haar, eenige schreden naar voren ging om haar dochter ten doop te houden. Ontroerd klonk hierna- de stem van den eerbiedwaardigen predikant, wiens woorden wij hiervoor reeds hebben vermeld. Na de eigenlijke doopplechtigheid ging ds. Blaauwendraad voor in dankgebed, waarna de plechtigheid besloten werd met den slot zang uit Psalm 133: Waar liefde woont, ge biedt de Heer den zegen. De predikant sprak tenslotte den zegen uit. Nog eenmaal klonk de koorzang van „Excel sior". nu met de woorden van het eerste en vierde vers van Gezang 50. Daarmede was de godsdienstige plechtig heid ten einde. Prinses Juliana stond op, Prins Bernhard De autoriteiten in de groote nieuwe Studio-zaal van den K. R, O., tijdens de officieele openingsplechtigheid. naast haar, en, het kind rustend in moeders armen, verlieten zij het kerkgebouw en bega ven zich naar de consistoriekamer. Vóór de Prinses en den Prins uit ging de oppercere- moniemeester en ook ditmaal waren Baron Baud en jhr. Dedel slippenhouders. Daar achter kwamen de Koningin, Koning Leopold en de overige vorstelijke gasten, gevolgd door de Dame du Palais, mevrouw Snouck Hur gronje en den dienstdoend grootmeester van Prinses Juliana. Een kerkboek aangeboden. -jvr A afloop van den dienst bood in de con- sistoriekamer ds. Dijckmeester, namens den kerkeraad, aan Prinses Juliana een kerk boek aan. in bruin leeren omslag, met een puntige overslag en druksluiting, waarop een gouden knop was. Op dezen knop is het wa pen van Prinses Beatrix gegraveerd. Het boek is in een bruin lederen étui en de binnenkant is van wit leer. Met gouden letters staat hierop: Aan H.K.I-I. Prinses Beatrix, ter ge legenheid van haar doop, aangebo den door den kerkeraad der Ned. Hervormde gemeente te 's-Graven hage. 12 Mei 1938. De vorstelijke gasten werden uitgeleide ge- daan door de commissies, welke ook te hun ner ontvangst aanwezig waren geweest. Benoeming van lioogleeraren aan Amslerclaniftclie Universiteit. Dr. Van Bouwdijk Bastiaanse volgt prof. Van Rooy op. Na een comité-generaal, dat twee uur duurde, heeft de gemeenteraad van Amsterdam benoemd tot hoog-'' leeraar in de verloskunde en de leer der vrouwenziekten het hoofd der verloskunde-afdeeling van het St.- Franciscus-gasthuis te Rotterdam, M, A. van Bouwdijk Bastiaanse, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van prof. dr. A. M. H. J. van Rooy. Op prof. Van Bouwdijk" Bastiaanse wei den uitgebracht 21 stemmen, op nummer 2 van de voordracht, dr. F. C. van Tongeren, waarnemend hoofd der universiteits-vrouwen- kliniek van het Wilhelminagasthuis, 11 stem men, en op dr. I. A. Wijsenbeek, verloskun dige te Amsterdam, die niet op de voordracht voorkwam, 7 stemmen. Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het aftreden van prof. dr. K. R. Gallas, benoemde de raad tot buitengewoon hoog leeraar in de Fransche taal- en letterkunde na de middeleeuwen dr. J. B. Tielrooy te Zwolle, terwijl tot gewoon hoogleeraar in de Romaansche philologie, in het bijzonder in de Fransche taai- en letterkunde, benevens het vulgair-latijn, prof. dr. M. Valkhoff, thans buitengewoon hoogleeraar. Verder benoemde de gemeenteraad tot ge woon hoogleeraar in het belastingrecht dr. P. J. A. Adriani te Amsterdam, tot lector in de staathuishoudkunde P. Hennipman te 's-Gra- enhage en tot lector in de bedrijfshuishoud- kunde H. J. van der Schroeff, eveneens te 's-Gravenhage. Centrale van Rijkspersoneel. Het algemeen bestuur van de Centrale van vereenigingen van personeel in ês Rijksdienst kwam op 9 en 10 Mei j.l. in het jaarbeurs gebouw te Utrecht bijeen. In zijn openingswoord wees de voorzitter dei- centrale, de heer F. Perdok Hzn., op de voor bereiding van een nieuwen aanval in den strijd voor een verbeterde salarispositie, welke het einde nadert. De samenwerkende centra les staan weldra voor een beslissing. Voortgaan van de centrale op den ingesla gen weg acht spr. geboden. De verlies- en winstrekeningen, alsmede ae balans werden goedgekeurd. De aftredende functionarissen werden met algemeene stemmen herkozen. Het dagelijksch bestuur der centrale is thans als volgt samengesteld: F. Perdok Hzn., voorzitter, ('s Gravenhage). A. Ravelli, vice-voorzitter ('s Gravenhage) H. Steketee, secretaris-penningmeseter (be zoldigd bestuurder, 's Gravenhage). H. Groe- neveld (Velsen), L F. van Loo (Den Helder). H. G. W. Munnik (Voorburg) en F. J. A. Schat tenberg (Maastricht,) leden. De redactie van het orgaan ,.De Centrale" blijft toevertrouwd aan den heer F. Pedok Hzn., redacteur en H. Steketee. H. Groeneveld F. van Loo. medewerkers. van stroomspanningslijnen bij onderzoekin., gen over corrosie" de heer B. B. S. T. Boon- stra, geboren te Arnhem. Geslaagd voor het doctoraal examen in de scheikunde de heer E. Smit.-» Folie vuurzee in Den Boscli. 's-HERTOGENBOSCH, 12 MEI. Vanochtend om half acht is in Den Bosch een felle brand uitgebro ken in de lampekappenfabriek en grossierderij in electriciteïtsartï- kelen van A. Voets, gelegen ach ter den ouden boomgaard, hoek Westwal. Toen de arbeiders hedenmor gen de fabriek binnen gingen en aan hun werk wilden gaan sloeg een geweldige rook hen tegen. Zij ontdekten een begin van brand in het archief. Spoedig wer den de politie en de brandweer gealarmeerd, doch in korten tijd nam de brand zulk een omvang aan, dat aan blusschen niet te denken viel. Het vuur vond in den grooten voor- raad zeer brandbare artikelen gretig voedsel en zette het geheele fabrieks complex in lichter laaie. De brandweer, die kort-na het uit breken, van den brand aanwezig was, stond voor een moeilijke taak. Zij tastte het vuur met al haar materiaal aan. Huizenhoog sloegen de vlammen om streeks acht uur op en deelden zich mee aan het nabij gelegen fabrieks complex van de N.V. Nedcrlandsche sigarenfabriek v. li. Eugène Goulmy en Baar en de .portierswoning-,- gelegen •aan den Westwal, die no tijdig ont ruimd kon. worden. Beide fabrieken en 'de portierswo- ning zijn reeds grootendeels door het vuur vernield. Om helf elf vanmorgen woedde de brand nog steeds voort. Er doen geruchten de ronde, dat de brand ontstaan zou zijn door een kleine ontploffing. Er heerscht in deze dicht bevolkte buurt een paniekstemming. De be woners uit de omgeving vluchten met hun huisraad naar het nabij gelegen Berenwoudhofje, dat eveneens ont ruimd moet worden. De firma Voets is voor een bedrag- van tachtigduizend gulden verzekerd. Als besluit van de opvoeringen ïn het Forum Mussolini, ter eere van Hitler's bezoek, werd des avonds op de Monte Mario een uitvoering geënsceneerd van de tweede acte van de opera „Lohengrin". Hier ziet U het sprookjesachtig verlichte tafereel. EXAMENS. Bevorderd aan de Gem. Universiteit te Am sterdam tot arts mej. E. E. M. Lumen tut (Pare-Pare) en de heeren E. Bremer Amster dam), L. H. Levie (Gelsenkirchen), Th. R. de Bruin (Maarssen), en J. van. Asperen (Am sterdam); geslaagd voor bet artsexamen eerste gedeelte de heeren E. J. A. M. Blomjous (Tilburg). A. Wendeihold (Soerabaja) en G H. Stern Hanf (Hagen, Westphalen). Bevorderd tot doctor in de wis- en natuur kunde op proefschrift getiteld: „Toepassing Uitspraken van de Rechtbank; De man met de uniformpet. De rechtbank veroordeelde heden den man, die reflectors te koop aanbood waarbij hij zich door het dragen van een uniformpet het uiterlijk gaf van een ambtenaar der electrici- teitswerken tot een maand gevangenisstraf voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd en ver nietiging van de pet. Geëischt was f 25 boete. De lappenkoopman. De Amsterdamsche koopman, die met al lerlei smoesjes lappen aan den man bracht, welke veel te duur waren, werd veroordeeld tot tot 3 maanden gevangenisstraf voor waardelijk en f 25 boete. Geëischt was 6 maanden onvoorwaardelijk. Aanrijding- bij de Raambrug. De autobestuurder, die bij de Raambrug een wielrijder had aangereden, tengevolge waarvan deze een been brak en tegen wien f 50 boete was geëischt, werd veroordeeld tot f 40 boete. Dronken autobestuurder. De autobestuurder, die in staat van dron kenschap een auto had bestuurd en daarmee een aanrijding in de Spaarnwouderstraat had veroorzaakt, waarbij een wielrijder ernstig aan een arm werd gewond, werd veroordeeld tot 2 maanden hechtenis met een jaar ont zegging van rijksbevoegdheid, geëischt was een maand hechtenis met een jaar ontzeg ging. Inbraken op den Koudenhorn en dc N. Groenmarkt. Een man had terecht gestaan, verdacht van het plegen van een inbraak op den Kouden horn en een op de N. Groenmarkt, waarbij twee anderen hem geholpen zouden hebben. De officier had tweemaal een jaar gevange nisstraf tegen hem geëischt. De rechtbank achtte het bewijs niet ge leverd en sprak den verdachte vrij. Met een steen geworpen. Een nachtwaker uit de Leidschebuurt, die een klinkersteen naar eenige kinderen had geworpen waardoor een klein meisje ernstig aan het hoofd was gewond, werd veroordeeld tot een maand hechtenis voorwaardelijk en f 15 boete; geëischt was alleen f 15 boete. INTERNATIONAAL SOLIDARIÏEITS FONDS Het bestuur der afdeeling Haarlem van het Internationaal Solidariteits Fonds heeft be sloten, in de vergadering welke gehouden zal v/orden over „Wat gebeurt er in Spanje" te vens den nieuwen maatregel te bespreken die de minister bekend heeft gemaakt ten aanzien van vreemdelingen die een verblijf plaats komen zoeken in ons land. De vergadering wordt gehouden Dinsdag avond 17 Mei a.s.. in het P. A. S.-gebouw Ba- kenessergracht 87. De secretaris van het algemeen bestuur de heer Theo van Driesten, zal het woord voeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 2