Doopstoef trekt in stralende zon door de
straten der residentie.
R'
DOOP.
(Vervolg van pag. 1.)
EEDS vroeg ln den morgen, nog uren
voordat de koninklijke stoet van
het paleis Noordeinde naar de Groote
Kerk zou gaan voor de Dooppleclv
tigheid van Prinses Beatrix, stonden hom
derden belangstellenden langs den weg ge
schaard.
De stad bood een vroolijken aanblik. Er
werd druk gevlagd. Bijna iedereen was met
oranje getooid. Het was heerlijk weer: een
vroolijk zonnetje en een strak blauwe lucht
deden het beste hopen.
Een groot aantal extra treinen had reeds
in het vroege morgenuur een stroom van
belangstellenden naar de hofstad gebracht,
zoodat het in de omgeving van de stations
zeer druk was. De reizigers verspreiden zich
spoedig in de binnenstad en zochten een goe
de plaats langs de route. Velen waren voor
zien van een klapstoeltje ten einde tegen de
vermoeienis van het lange wachten bestand
te zijn. De trams die naar de binnenstad reden
waren gepavoiseerd en overvol.
De binnenstad was reeds vroeg in den och
tend geheel afgesloten voor alle rijverkeer en
de politie, door rijksveldwachters en mare
chaussee versterkt, zorgde ervoor, dat deze
bepaling niet werd overtreden.
Even na 9 uur begonnen de militairen op
te rukken om de eerewachten te betrekken.
Aan het Noordeindc,
Van heel vroeg in den morgen af stonden
tegenover het witte en zwijgende paleis aan
het Noordeinde de menschendrommen. Op
kisten, stoelen en allerlei draagbaar mate
riaal, geschikt als verlengstuk voor ontoerei
kende menschhoogte, opgesmukt met veel
oranje en rood-wit-blauw wachtten de
nieuwsgierigen goedsmoeds op de komende
dingen, elkander telkens met tevreden geba
ren verzekerend, dat zij toch wel het mooiste
plaatsje van heel Nederland bezet hielden.
Daar school wel waarheid in. Want wie niet
tot de uitverkorenen behoorde, welke in de
Groote Kerk een plaats hadden, konden zich
geen plekje hebben gekozen met meer afwis
seling en fleur.
De Koningin en
naar Ypenburg.
Prins Bcrnhard
Het was tien minuten over half tien
vier hofauto's het plein kwamen oprijden, de
eerste met koninklijken standaard.
Een commando klinkt, voor de menigte het
sein tot juichen. De militairen presenteeren
het geweer: daar verschijnt, gekleed in grij
zen bontmantel en met paarse hoed met vee-
ren, H.M. de Koningin, gevolgd door Prins
Bernhard, die gekleed was in de eenvoudige
uniform van kapitein der grenadiers.
De Koningin en de Prins namen in de
eerste auto plaats, het gevolg in de drie vol
gende. De grootmoeder en de vader van het
doQpelingetje waren op weg naar het vlieg
veld Ypenburg, om den peetvader te gaan
afhalen.
Langs den weg naar Ypenburg en op het
vliegveld hadden zich duizenden toeschou
wers opgesteld om de aankomst van de Ko
ningin en Prins Bernhard en Koning Leopold
gade te slaan.
Het vliegveld was niet talrijke vlaggen ver
sierd, waaronder ook tallooze Belgische.
Het was 10 uur toen de Belgische vliegtui
gen in zicht kwamen. Het waren drie vlieg
tuigen, Fairy-fox-toestellen, die in esca
drille-formatie vlogen.
Boven. Ypenburg maakte het toestel van
den Koning zich uit de formatie los en land
de het eerst.
Daarna daalden de andere machines.
De Fairy Fox machines zijn open militaire
toestellen, zoodat de Koning in vliegpak den
tocht had moeten maken.
Het'eerste werk van Zijne Majesteit was zich
te ontdoen van dit vliegpak.
Toen traden H.M. de Koningin en Prins
Bernhard den Koning, die het generaals
uniform droeg, tegemoet.
Een korte begroeting volgde, eerst door de
Koningin en den Prins, daarna door de andere
autoriteiten. Allen begaven zich vervolgens
naar het platform.
Inmiddels waren de hofauto's over het vlieg
veld gereden en stelden zich voor het terras
van de Aero-club op. In de eerste auto nam
de Koningin met Koning Leopold en Prins
Bernhard plaats. Daarna kwamen eenige
auto's met het gevolg van de Koningin en met
de heeeren van den eere-dienst van Koning
Leopold.
Onder luid gejuich van de tallooze belang
stellenden reed de stoet om den hangar heen
en vervolgens in de richting van Den Haag.
Via het Bezuidenhout, langs den Hertenkamp
en over het Lange Voorhout werd naar het
Paleis Noordeinde gereden.
Ten paleize.
Te ruim half elf kwam de stoet bij het pa
leis Noordeinde aan.
Toen de beide vorsten en hun'gevolg bij het
standbeeld van Willem den Zwijger waren
uitgestegen, inspecteerde de Koning, begeleid
door de Koningin en gevolgd door Prins
Bernhard en het gevolg, de eerewacht.
Toen de vorsten, die zich op het bordes even
omkeerden om den groet van het publiek te
beantwoorden, door den hoofdingang verdwe
nen, rees aan den mast op het dak de Belgi
sche koninklijke standaard naast den oranje
standaard onzer Koningin.
Eenig oogenblikken gaan voorbij. Dan op
nieuw een losbarstend gejuich. De geweren
gaan weder omhoog en de Brabanconne
klinkt.
Voor een der ramen van het paleis is Ko
ning Leopold verschenen en naast hem ver
schijnt thans ook de Koningin.
Prins Bernhard ziet men nog juist op den
achtergrond. Het publiek juicht, terwijl de
Koning de Brabanconne rechtop aanhoort.
Als het volkslied is verklonken, groet hij met
zijn generaalspet. Het is een kleurrijk gezicht
op het zonovergoten plein: het glinsterend
staal der militairen, de wuivende zakdoeken,
de vlaggen, het oranjeen daar. achter
het raam, de vorsten van twee bevriende
buurlanden.
Het doopkleed.
Jurk. mutsje, kussen en sluier vormen éen
geheel, bestaande uit zeer fijne en rijk be
werkte Brussclsche kant. Het doopkleed werd
besteld door Koningin Emma voor den doop
van Koningin Wilhelmina en ook prinses
Juliana is er. in gedoopt. Prinses Beatrix is
zoodoende de derde generatie, welke in dit
kleed den doop ontvangt.
De kantsoort is genaamd Point d'Angle-
terre en in de voorbaan van de jurk bevindt
zich het koninklijke wapen met het devies
„Je Mantiendrai" in point de gaze.
Het point d'angleterre is een kantsoort,
waarvan de tulle geheel met den naald ver
vaardigd is evenals de zich daarin bevinden
de jours. Er zijn bloemen van uiterst fijne
kloskant in verwerkt. De kieur is, gezien den
ouderdom, niet .wit, doch is van een natuur
lijk zacht-crème'.
D'oranjezon verjoeg de koude.
't Is Mei en milde voorjaarstijd,
Prinsesje is ten doop gehouden,
Het centrum van een plechtigheid.
Honderden reuzengroote menschen,
Woonden het in ontroering bij.
Vervuld van diepgevoelde wenschen,
Voor wat prinsesje's toekomst zij.
Al kon de zin haar zelf niet treffen,
Is alles langs haar heen gegaan,
Al houdt zij, ver van het beseffen,
Er later geen herinnTing aan.
Zij allen, om haar heen gezeten,
Op dezen schoonen dag in Mei,
Zullen het schouwspel niet vergeten,
Hun blijft het heel hun leven bij.
En bij veel later plechtigheden.
Dwaalt ongetwijfeld weer hun geest.
Nog eens terug naar het verleden,
Toen zij bij :t doopen zijn geweest.
Die toekomstdag moge dan wezen,
Zoo vol van warmte, licht en blij,
Zoo vol oranjezon als deze
Zoo wonderschoone dag in Mei.
Zij kwam en ging per koets, de gouden.
Van pracht en praal nog onbewust,
Prinsesje is ten doop gehouden
En ligt nu weer in zoete rust.
P. GASUS.
Het doopkleed, dat door de firma „A la belle
Dentelliére" aan het Noordeinde is gerei
nigd en opnieuw opgemaakt, is met strikken
van ivoire satijnen linten gegarneerd en het
mutsje bestaat uit point de gaze met brides.
Onder de doopjurk is een onderjurk van
crème satijn.
In de Croote Kerk.
LECHTS wat groen van groote konings
varens is rondom den gebeeldhouwden
voet van den preekstoel gegroepeerd en op
de plaats waar de heilige handeling aan
stonds zal worden voltrokken ligt een smaak
vol tapijt, dat het geluid van schreden dempt
en in kleur wonderwel overeenstemt met het
hout van banken en kansel en van de doop
vont.
Van de tribune af gezien, waar ons een
plaats is toegewezen, is dit kleine gedeelte
van de groote ruimte een pleisterplaats voor
den blik. Daaroverheen welft zich de wijde
overhuiving van de drie halbeuken, links
staan de zware pijpen van het orgel in har-
manisch op- en afgaande rijen, rechts rijst
het hooge kerkkoor, waarin de zangers op
een afzonderlijke houten tribune hebben
plaats genomen en op den achtergrond gloort
de zilvergrijze lichtval door de effen ven
sters. Heel de plechtigheid, waarvoor deze
schittering van uniformen zich in dit gebouw
den dienst des Heeren gewijd, heeft samen
getrokken, waarvoor de ruischende stilte zoo
huiverig rondom de zware kolommen hangt
en tussc'hen de ernstige gewelven deint, .heeft
één enkel middelpunt, gewijd en eenvoudig:
de kleine doopvont, die onder de schaduw
van den donkeren preekstoel wacht en het
water draagt, waarmee Prinses Beatrix den
doop zal ontvangen.
De verdeeling der plaatsen.
•p ECHTS naast den preekstoel waren vier
-Tv zetels geplaatst. In het midden zaten.
Prins Bernhard en Prinses Juliana.
Naast den Prins zat zijn moeder, Prinses
Armgard erf naast Prinses Juliana de Ko
ningin. Recht voor den preekstoel waren de
zetels voor de vijf peten. In het midden zat
koning Leopold, rechts van Zijne Majesteit
Prinses Alice en naast deze Hertog Adolf
Friedrich van Mecklenburg. Links van den
Koning zat de Vorstin van Erbach-Schön-
berg en vervolgens Gravin Kotzebue.
Achter deze vijf zetels stonden nog vier
stoelen, waarop gezeten waren Graaf Kotze
bue, de Hertogin van Meckleniburg. Prins
Asohwin en Prinses Helena van Erbach-
Schönberg.
De kerk zelf was geheel gevuld met vele
hooge autoriteiten uit den lande.
Voor het aanwijzen der plaatsen deden
kamerheeren als ceremoniemeesters dienst,
bijgestaan door officieren van het garnizoen
te 's-Gravenhage, die als orde-commissaris
sen fungeerden. Ook leden van het college
van collectanten deden dienst als orde-com
missarissen, terwijl de commiezen-griffier
der Eerste- en Tweede Kamer de Kamerle
den naar hun plaatsen geleidden.
De chef van het kabinet van den minister
van Buitenlandsche Zaken. jhr. mr. G. C. J.
van Reenen, bijgestaan door eenige ambte
naren van dat departement, was belast met
de aanwijzing van de plaatsen, bestemd voor
de leden van het corps diplomatique en hun
dam 'i.
Hef binnentreden van den
Koninklijken Stoef.
lp RINSES JULIANA en Piüns Bernhard
werden bij de deur der kerk ontvangen
door den opperkamerheer, mr. W. J. Baron
van Lynden en door R. A. Baron van Har-
denbroek, kerkvoogd der Ned. Hervormde ge
meente en commissaris der Groote Kerk.
Even verder, bij den ingang der consistorie
kamer, stond een commissie uit den kerke-
raad om de vorstelijke personen te begroe
ten. Het waren ds. i-r. J. Dijckmeester, voor
zitter van den kerkeraad, dr. W. J. de Wilde,
scriba, jhr. mr. J. M. M. van Asch van Wijck,
advocaat-diaken en de heer L. Slagter,
ouderling.
Ook de Koningin, de Koning der Belgen en
de overige vorstelijke personen, die met Hare
Majesteit naar de kerk waren gereden, wer
den door deze-commissie ontvangen en naai
de consistoriekamer geleid.
De eerste kamerheer-ceremoniemeester,
jhr. A. G. Sickinghe, stelde hier den stoet op.
Toen de deuren van de consistoriekamer
opengingen, schreed de vorstelijke stoet, voor
afgegaan door Hare Majesteits oppercere-
moniemeester, Graaf Du Monceau. langzaam
de kerk binnen. Bij den preekstoel stonden
kamerheeren gereed om allen naar hun zetels
te geleiden.
Allereerst kwamen Z.M. Koning Leopold
en H.M. de Koningin, daarachter Prinses
Armgard, Prinses Alice en de Hertog van
Mecklenburg, vervolgens de Vorstin van Er-
bach-Sc'hönberg, Gravin Kotzebue en Prins
Aschwin. daarachter de Hertogin van
Mecklenburg, Prinses Helena van Erbacn-
Schönberg en Graaf Kotzebue.
Prinses Juliana en Prins Bernhard sloten
den stoet.
Prinses Beatrix bleef in de consistorieka
mer achter, toevertrouwd aan de zorgen van
mevrouw Snouck Hurgronje, Dame du Palais
van de Koningin en dienstdoend grootmees
teres van Prinses Juliana.
Ondertusschen had ds. E. H. Blaauwen
draad den preekstoel beklommen. De beide
dienstdoende ouderlingen, de heeren L. Slag
ter en F. J. G. Furda, hadden eveneens hun
plaatsen ingenomen.
Het „Excelsior-'koor" deed zich hooren en
vol en krachtig klonken de woorden van den
lofzang: „Lof zij den Heer. den almachtigen
Koning der eere" door de gewijde ruimte.
Toen klonk de stem van den voorganger,
het votum uitsprekende, gevolgd door de
zegenbede:
Genade zij u en vrede van Hem, die is. en
die was, en die komen .zal. Amen.
Hierop verzocht ds. Blaauwendraad de ge
meente het eerste vers van Psalm 100 te zin
gen, onder welken zang tweemaal gecollec
teerd werd voor de armen der gemeente en
voor de kerk.
Vervolgens las de predikant voor Marcus 10
verzen 13 tot 16, een gedeelte uit het bijbel-
sche verhaal, waarin de kinderen tot Jezus
gebracht werden en de bekende woorden
door Jezus gesproken werden: „Laat de kin-
derkens tot Mij komen, en verhindert, ze niet.
want derzulken is het Koninkrijk Gods".
Toen ging de predikant voor in gebed, waar
na hij zijn preek uitsprak.
De toediening van den doop.
A de preek volgde het voorlezen van het
formulier van den heiligen doop. eindi
gende met het stellen van de gebruikelijke
vragen aan de ouders van de doopelinge,
waarop Prins Bernhard en Prinses Juliana
met „ja" antwoordden.
Wederom zong toen de gemeente en nu
Gezang 219, vers 1 en 2 en gedurende dit ge
zang werd Prinses Beatrix binnengedragen.
Dit was het schoone, het ontroe
rende moment., waarnaar een ieders
gedachten tevoren reeds waren uit
gegaan, toen de deuren van de con
sistoriekamer werden geopend en
zich voor de tweede maal een kleur
rijke en vorstelijke stoet aan de
oogen der toeschouwers vertoonde:
de stoet van de jonggeboren Prin-
sesse, de doopelinge van heden.
Voorop ging de dienstdoend grootmeester
van Prinses Juliana, Juckema van Bunnania
Baron Rengers van Wannenhuizen.
Toen kwam mevrouw Snouck Hurgronje,
dragende Prinses Beatrix en gevolgd door
Baron Baud en jhr. Dedel, die beiden fun
deerden als kamerheei-en-slippenhouders van
den doopsluier.
De verpleegster van Prinses Beatrix, jonk-
vrouwe Feith, sloot den stoet.
Langzaam schreed de kleine groep onder
het gemeentegezang binnen en stelde zich
ter zijde van den preekstoel op.
Ds. Welter, de hoogbejaarde oud-hofpredi
ker. die de bediening van den heiligen doop
zou verrichten, had inmiddels zijn plaats bij
de doopvont ingenomen.
Nu kwam dan het oogenblik, waarop me
vrouw Snouck Hurgronje haar kostbare last
aan Prinses Juliana overgaf, die met haar
kind in de armen, haar echtgenoot naast
haar, eenige schreden naar voren ging om
haar dochter ten doop te houden.
Ontroerd klonk hierna- de stem van den
eerbiedwaardigen predikant, wiens woorden
wij hiervoor reeds hebben vermeld.
Na de eigenlijke doopplechtigheid ging ds.
Blaauwendraad voor in dankgebed, waarna
de plechtigheid besloten werd met den slot
zang uit Psalm 133: Waar liefde woont, ge
biedt de Heer den zegen.
De predikant sprak tenslotte den zegen uit.
Nog eenmaal klonk de koorzang van „Excel
sior". nu met de woorden van het eerste en
vierde vers van Gezang 50.
Daarmede was de godsdienstige plechtig
heid ten einde.
Prinses Juliana stond op, Prins Bernhard
De autoriteiten in de groote nieuwe Studio-zaal van den K. R, O., tijdens de
officieele openingsplechtigheid.
naast haar, en, het kind rustend in moeders
armen, verlieten zij het kerkgebouw en bega
ven zich naar de consistoriekamer. Vóór de
Prinses en den Prins uit ging de oppercere-
moniemeester en ook ditmaal waren Baron
Baud en jhr. Dedel slippenhouders. Daar
achter kwamen de Koningin, Koning Leopold
en de overige vorstelijke gasten, gevolgd door
de Dame du Palais, mevrouw Snouck Hur
gronje en den dienstdoend grootmeester van
Prinses Juliana.
Een kerkboek aangeboden.
-jvr A afloop van den dienst bood in de con-
sistoriekamer ds. Dijckmeester, namens
den kerkeraad, aan Prinses Juliana een kerk
boek aan. in bruin leeren omslag, met een
puntige overslag en druksluiting, waarop een
gouden knop was. Op dezen knop is het wa
pen van Prinses Beatrix gegraveerd. Het boek
is in een bruin lederen étui en de binnenkant
is van wit leer. Met gouden letters staat
hierop:
Aan H.K.I-I. Prinses Beatrix, ter ge
legenheid van haar doop, aangebo
den door den kerkeraad der Ned.
Hervormde gemeente te 's-Graven
hage.
12 Mei 1938.
De vorstelijke gasten werden uitgeleide ge-
daan door de commissies, welke ook te hun
ner ontvangst aanwezig waren geweest.
Benoeming van lioogleeraren aan
Amslerclaniftclie Universiteit.
Dr. Van Bouwdijk Bastiaanse volgt
prof. Van Rooy op.
Na een comité-generaal, dat twee
uur duurde, heeft de gemeenteraad
van Amsterdam benoemd tot hoog-''
leeraar in de verloskunde en de leer
der vrouwenziekten het hoofd der
verloskunde-afdeeling van het St.-
Franciscus-gasthuis te Rotterdam,
M, A. van Bouwdijk Bastiaanse, ter
voorziening in de vacature, ontstaan
door het overlijden van prof. dr. A. M.
H. J. van Rooy.
Op prof. Van Bouwdijk" Bastiaanse wei
den uitgebracht 21 stemmen, op nummer 2
van de voordracht, dr. F. C. van Tongeren,
waarnemend hoofd der universiteits-vrouwen-
kliniek van het Wilhelminagasthuis, 11 stem
men, en op dr. I. A. Wijsenbeek, verloskun
dige te Amsterdam, die niet op de voordracht
voorkwam, 7 stemmen.
Ter voorziening in de vacature, ontstaan
door het aftreden van prof. dr. K. R. Gallas,
benoemde de raad tot buitengewoon hoog
leeraar in de Fransche taal- en letterkunde
na de middeleeuwen dr. J. B. Tielrooy te
Zwolle, terwijl tot gewoon hoogleeraar in de
Romaansche philologie, in het bijzonder in de
Fransche taai- en letterkunde, benevens het
vulgair-latijn, prof. dr. M. Valkhoff, thans
buitengewoon hoogleeraar.
Verder benoemde de gemeenteraad tot ge
woon hoogleeraar in het belastingrecht dr. P.
J. A. Adriani te Amsterdam, tot lector in de
staathuishoudkunde P. Hennipman te 's-Gra-
enhage en tot lector in de bedrijfshuishoud-
kunde H. J. van der Schroeff, eveneens te
's-Gravenhage.
Centrale van Rijkspersoneel.
Het algemeen bestuur van de Centrale van
vereenigingen van personeel in ês Rijksdienst
kwam op 9 en 10 Mei j.l. in het jaarbeurs
gebouw te Utrecht bijeen.
In zijn openingswoord wees de voorzitter dei-
centrale, de heer F. Perdok Hzn., op de voor
bereiding van een nieuwen aanval in den
strijd voor een verbeterde salarispositie, welke
het einde nadert. De samenwerkende centra
les staan weldra voor een beslissing.
Voortgaan van de centrale op den ingesla
gen weg acht spr. geboden.
De verlies- en winstrekeningen, alsmede
ae balans werden goedgekeurd.
De aftredende functionarissen werden met
algemeene stemmen herkozen.
Het dagelijksch bestuur der centrale is
thans als volgt samengesteld:
F. Perdok Hzn., voorzitter, ('s Gravenhage).
A. Ravelli, vice-voorzitter ('s Gravenhage)
H. Steketee, secretaris-penningmeseter (be
zoldigd bestuurder, 's Gravenhage). H. Groe-
neveld (Velsen), L F. van Loo (Den Helder).
H. G. W. Munnik (Voorburg) en F. J. A. Schat
tenberg (Maastricht,) leden.
De redactie van het orgaan ,.De Centrale"
blijft toevertrouwd aan den heer F. Pedok
Hzn., redacteur en H. Steketee. H. Groeneveld
F. van Loo. medewerkers.
van stroomspanningslijnen bij onderzoekin.,
gen over corrosie" de heer B. B. S. T. Boon-
stra, geboren te Arnhem.
Geslaagd voor het doctoraal examen in de
scheikunde de heer E. Smit.-»
Folie vuurzee in Den Boscli.
's-HERTOGENBOSCH, 12 MEI.
Vanochtend om half acht is in Den
Bosch een felle brand uitgebro
ken in de lampekappenfabriek en
grossierderij in electriciteïtsartï-
kelen van A. Voets, gelegen ach
ter den ouden boomgaard, hoek
Westwal.
Toen de arbeiders hedenmor
gen de fabriek binnen gingen en
aan hun werk wilden gaan sloeg
een geweldige rook hen tegen.
Zij ontdekten een begin van
brand in het archief. Spoedig wer
den de politie en de brandweer
gealarmeerd, doch in korten tijd
nam de brand zulk een omvang
aan, dat aan blusschen niet te
denken viel.
Het vuur vond in den grooten voor-
raad zeer brandbare artikelen gretig
voedsel en zette het geheele fabrieks
complex in lichter laaie.
De brandweer, die kort-na het uit
breken, van den brand aanwezig was,
stond voor een moeilijke taak. Zij
tastte het vuur met al haar materiaal
aan. Huizenhoog sloegen de vlammen om
streeks acht uur op en deelden zich
mee aan het nabij gelegen fabrieks
complex van de N.V. Nedcrlandsche
sigarenfabriek v. li. Eugène Goulmy en
Baar en de .portierswoning-,- gelegen
•aan den Westwal, die no tijdig ont
ruimd kon. worden.
Beide fabrieken en 'de portierswo-
ning zijn reeds grootendeels door het
vuur vernield. Om helf elf vanmorgen
woedde de brand nog steeds voort.
Er doen geruchten de ronde, dat de
brand ontstaan zou zijn door een
kleine ontploffing.
Er heerscht in deze dicht bevolkte
buurt een paniekstemming. De be
woners uit de omgeving vluchten met
hun huisraad naar het nabij gelegen
Berenwoudhofje, dat eveneens ont
ruimd moet worden.
De firma Voets is voor een bedrag-
van tachtigduizend gulden verzekerd.
Als besluit van de opvoeringen ïn het Forum Mussolini, ter eere van Hitler's
bezoek, werd des avonds op de Monte Mario een uitvoering geënsceneerd van de
tweede acte van de opera „Lohengrin". Hier ziet U het sprookjesachtig verlichte
tafereel.
EXAMENS.
Bevorderd aan de Gem. Universiteit te Am
sterdam tot arts mej. E. E. M. Lumen tut
(Pare-Pare) en de heeren E. Bremer Amster
dam), L. H. Levie (Gelsenkirchen), Th. R. de
Bruin (Maarssen), en J. van. Asperen (Am
sterdam); geslaagd voor bet artsexamen
eerste gedeelte de heeren E. J. A. M. Blomjous
(Tilburg). A. Wendeihold (Soerabaja) en G
H. Stern Hanf (Hagen, Westphalen).
Bevorderd tot doctor in de wis- en natuur
kunde op proefschrift getiteld: „Toepassing
Uitspraken van de Rechtbank;
De man met de uniformpet.
De rechtbank veroordeelde heden den man,
die reflectors te koop aanbood waarbij hij
zich door het dragen van een uniformpet het
uiterlijk gaf van een ambtenaar der electrici-
teitswerken tot een maand gevangenisstraf
voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd en ver
nietiging van de pet. Geëischt was f 25 boete.
De lappenkoopman.
De Amsterdamsche koopman, die met al
lerlei smoesjes lappen aan den man bracht,
welke veel te duur waren, werd veroordeeld
tot tot 3 maanden gevangenisstraf voor
waardelijk en f 25 boete. Geëischt was 6
maanden onvoorwaardelijk.
Aanrijding- bij de Raambrug.
De autobestuurder, die bij de Raambrug
een wielrijder had aangereden, tengevolge
waarvan deze een been brak en tegen wien f 50
boete was geëischt, werd veroordeeld tot f 40
boete.
Dronken autobestuurder.
De autobestuurder, die in staat van dron
kenschap een auto had bestuurd en daarmee
een aanrijding in de Spaarnwouderstraat had
veroorzaakt, waarbij een wielrijder ernstig
aan een arm werd gewond, werd veroordeeld
tot 2 maanden hechtenis met een jaar ont
zegging van rijksbevoegdheid, geëischt was
een maand hechtenis met een jaar ontzeg
ging.
Inbraken op den Koudenhorn en
dc N. Groenmarkt.
Een man had terecht gestaan, verdacht van
het plegen van een inbraak op den Kouden
horn en een op de N. Groenmarkt, waarbij
twee anderen hem geholpen zouden hebben.
De officier had tweemaal een jaar gevange
nisstraf tegen hem geëischt.
De rechtbank achtte het bewijs niet ge
leverd en sprak den verdachte vrij.
Met een steen geworpen.
Een nachtwaker uit de Leidschebuurt, die
een klinkersteen naar eenige kinderen had
geworpen waardoor een klein meisje ernstig
aan het hoofd was gewond, werd veroordeeld
tot een maand hechtenis voorwaardelijk en
f 15 boete; geëischt was alleen f 15 boete.
INTERNATIONAAL SOLIDARIÏEITS FONDS
Het bestuur der afdeeling Haarlem van het
Internationaal Solidariteits Fonds heeft be
sloten, in de vergadering welke gehouden zal
v/orden over „Wat gebeurt er in Spanje" te
vens den nieuwen maatregel te bespreken
die de minister bekend heeft gemaakt ten
aanzien van vreemdelingen die een verblijf
plaats komen zoeken in ons land.
De vergadering wordt gehouden Dinsdag
avond 17 Mei a.s.. in het P. A. S.-gebouw Ba-
kenessergracht 87.
De secretaris van het algemeen bestuur
de heer Theo van Driesten, zal het woord
voeren.