DE PLECHTIGE DOOP VAN H. K. H. PRINSES BEATRIX TE DEN HAAG, Het Nichtje van buiten Het groote oogenblik. De doop van H. K. H. Prinses Beatrix in de Groote Kerk te 's Gravenhage. H. K. H. Prinses Juliana houdt de vorstelijke baby in de armen. Nabij Haar onderscheidt men o.m. Z. K. H. Prins Bernhard, Z. M. Koning Leopold van België, H. M. de Koningin en H. D. H. Prinses Armgard Bij het verlaten der Groote Kerk wordt H. K. H. Prinses Beatrix naar de gouden koets gedragen, em naar paleis Noordeinde te worden teruggebracht De stoet in de Parkstraat te Den Haag op weg naar de Groote Kerk voor de doop plechtigheid Op den terugweg naar het paleis Noordeinde. H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard in de gouden koets FEUILLETON door LADY TROUBREDGE. De andere drie stonden een oogenblikje te praten en toen gaf Tanis haar koffiekop, dien zij slechts half uit had gedronken, terug, en verklaarde, dat zij doodmoe was en naar huis ging. Zij nam Linet wel mee. „Het is maar een klein eindje", zei ze, „geef jullie je geen moeite ons thuis te brengen". Zwijgend volgde Linet haar in een der 'wachtende taxi's en de beide mannen staken hèt trottoir over, terwijl lord Rowant er op stond den chauffeur te betalen voor hij den meisjes „wel thuis" wenschte. De rit naar Ladogan Terrace was min of meer onbehagelijk. Tanis zat met haar oogen gesloten in ge dachten verzonken en die gedachten schenen niet zoo heel aangenaam te zijn. Linet ge voelde dat de atmosfeer geladen was en trachtte de oorzaak daarvan te vinden. Als dat niet het geval geweest was, zou zij haar nichtje de ware toedracht van de zaak wel verteld hebben en hoe het gekomen was, dat zij met Torquil Rowant bij, het krieken van den morgen koffie stond te' drinken bij dat stalletje. Doch Tanis' houding lokte op dat moment in het geheel geen confidenties uit en Lrnet's gedachten dwaalden af naar Marcus. Die arme Marcus! Wat zou hij zich morgen verschrikkelijk schamen! Hij zou haar morgen natuurlijk heel nederig om excuus vragen, zoo nederig dat zij wel gedwongen zou zijn hem te vergeven, alhoewel haar gevoel van geluk en vertrouwen bij deze romantische vriendschap niet meer zoo sterk en zeker was. Toen Linet achter Tanis de breede trap met den blauwen loo.per opliep, zag zij er moe en witjes uit en met een kort „wel te rusten" gingen de meisjes elk naar haar eigen slaap kamer. Over het geheel genomen was het eigenlijk een ellendige avond geweest, enkele momenten dan uitgezonderd, doch Linet had twee dmgen geleerd. Hoe fascineerend Marcus ook mocht zijn, hij was niet betrouwbaar. En Torquil Rowant, hoe zeer zij tot nu toe ook het land aan hem had gehad, was iemand, op wien je absoluut aankon. Twee vreemde feiten, die Linet nog onder oogen trachtte te zien, voor zij in slaap viel Mrs Winsley's bed was bezaaid met rekenin gen, die den laatsten tijd met onplezierige re gelmaat schenen te arriveeren en waarvan de toon nu en dan vrij dringend was. Met een diepen zucht bedacht zij, dat het presen teeren van een jong meisje in de uitgaande wereld een kwestie was, die hoe langer hoe meer geld ging kosten. Met een liphte rilling bedacht,zij, op welke wijze zij in dit seizoen het benoodigde geld bijeen gekregen had. Door steeds maar weer stukken te verkoopen, hetgeen een leelijke bres maakte in haar kapitaaltje, dat toch al niet zoo heel groot was. Rekeningen van den kapper, van de naai ster, een ontstellende rekening van den wijn handel voor de wijnen, die zij op haar veel vuldige diners liet rondgaan om nog te zwij gen van al het extra huishoudgeld, dat zij noodig had en de uitgaven voor Tanis en haar zelf aan het exclusieve schoonheidsinstituut. Alles bij elkaar was het een alarmeerend be drag en mrs. Winsley schoof haar welvoorziene ontbijtblad met koffie, toast en sinaasappel sap op zij en besloot eens een hartig woordje te spreken over die lastige kwestie met lord Rowant. Als dat schitterende huwelijk tot stand kwam, was al dat geld goed besteed geweest. Dan zou zij graag haar huis verkoopen, haar bedienden ontslaan en op een kleine flat gaan wonen, waar zij rustig en zuinig zou kunnen leven, overtuigd, dat haar geliefde dochter den meest begeerden man van het seizoen veroverd had, chatelaine was op het kasteel Rowant en meesteres van het groote huis in Londen, waar zij nooit langs kwam of zij zag Tanis daar in gedachten als de vrouw van lord Rowant. Doch het seizoen was nu al half voorbij en Tanis bracht geen enkel goed bericht en scheen het grootste gedeelte van haar tijd door te brengen met een man, die geen roode cent bezat. Mrs. Winsley's mond vertrok, toen zij aan Eldred Byrne dacht.Het was on denkbaar, dat die Tanis' schitterende carrière in. den weg zou staan. Zoo ondenkbaar, dat zij dat feit niet onder oogen wenschte te zien. Het kon eenvoudig niet. Zij was er van over tuigd dat Tanis evenals zij zelf, eerzuchtig' genoeg was, zich niet in zulke gevoelens te laten verstrikken, als er kans bestond op een huwelijk als dat met lord Rowant. Diep in haar hart verbaasde Mrs. Winsley er zich nog steeds over, dat het lot Arthur in contact gebracht had met die voorname aris tocratische familie, en dat hij in staat was geweest den leden daarvan zulk een grooten dienst te bewijzen, dat lady Rowant hen was blijven opzoeken en Torquil één van hun eigen kring geworden was. Maar geluk is niet altijd blijvend en het scheen alsof er op het oogenblik iets verkeerds ging. Lord Rowant was altijd buitengewoon beleefd en hoffelijk, doch zijn attenties voor de dochter des huizes bleven beperkt tot een zeer vriendschappelijken omgang en wezen volstrekt niet op iets diepers of op eenige in timiteit. Toch bewonderde hij haar. Dat deed iedereen. Hij mocht haar heel graag lijden ën mrs. Winsley was er van overtuigd, dat Tanis als zij haar kaarten maar goed speelde, zij groote", kans had lady Rowant te wor den. Zij zag er vreeselijk tegenop met Tanis te spreken, doch toen het meisje in een beeldige roze peignoir haar slaapkamer binnentrad, om haar goeden morgen te wenschen, schoof zij de stapel rekeningen doelbewust met ner veuze handen op zij en bereidde zich op een onaangenaam gesprek voor. Maar bijna voor zij de eerste woorden ge sproken had, begon Tanis zich te verdedigen door een beschuldiging te lanceeren, die haar moeder een oogenblik allen adem scheen te benemen. „Alles goed en wel om te beweren, dat het mijn schuld is, dat Torquil er zoo omheen draait moeder", zei zij en leunde met haar armen op den koperen rand van het ledikant, „als u eigenlijk de oorzaak bent". „Ik?" stamelde mrs. Winsley in uiterste verbazing. „Waar heb je het over, kind?" „Over Linet", zei Tanis met boosaardigen nadruk. „Zij is er gisteravond heimelijk tus- schenuit geknepen en naar een nachtclub ge gaan en uren later vond ik haar toevallig, alleen met Torquil, bij een koffiestalletje. Als er zulke dingen gebeuren, kun je het mij niet kwalijk nemen, dat ik hem niet aan den haak kan slaan". Mrs. Winsley kon haar ooren niet geloov.en. „Linet alleen met lord Rowant? Maar zij heeft me laatst zelf verteld, dat zij toen te gen haar zin, met hem soupeerde, alleen om dat Nick Rowant er op gestaan had, dat Tor quil haar gezelschap zou houden". Tanis' lach deed aan brekend glas denken. „En dat hebt u dus geloofd? Werkelijk moe der, ik dach dat u scherpzinniger was, dan u door een verhaaltje van de wijs te laten brengen. Ik geef toe", zei zij, „dat ik het kort geleden zelf ook nog geloofde. Ik dacht dat zij haar zinnen op Marcus gezet had, maar die is niet rijk genoeg voor onze landelijke onschuld. Je kunt me gelooven of niet, moe der, dat kind heeft ze achter haar elleboog, al doet zij zich nog zoo onschuldig voor. En als wij niet verschrikkelijk oppassen dan slaat zij Torquil aan den haak inplaats van je geliefde dochter". „Nooit", Mrs. Winsley zat recht overeind in haar vergulde bed en haar gezicht droeg een uitdrukking van groote vastberadenheid. „Dat zal nooit gebeuren. Wees maar niet bang lieveling. Moeder zal er wel voor.zorgen. Mis schien ben ik nu en dan wel eens een beetje dwaas geweest en ik geef toe, dat er iets in het kind is, dat me aantrekt, maar als zij een spaak in jouw wiel tracht te steken, aan houdt alles op". Tanis kwam niet erg onder den indruk van deze ontboezeming en haar bekoorlijk gezicht stond somber. Toen zij Linet den vorigen avond zoo vriendschappelijk met Torquil had zien praten, was zij er zich eerst goed van bewust geweest, wat een huwelijk met lord Ro want eigenlijk voor haar beteekende. Zij had een vaag gevoel van schuld, dat zij den laat sten tijd haar kansen niet altijd benut had om een dwaas gevoel van verliefdheid voor een man, die nooit met haar zou trouwen en nu begon dat kind, dat haar moeder uit de pro vincie had geïmporteerd, haar werkelijk dwars te zitten. „Hoe wil je haar kwijtraken?" vroeg zij koeltjes. Mrs. Winsley wist heel goed, hoe zij zich van haar kleine nichtje zou ontdoen, dat een rivale dreigde te worden van haar geliefde Tanis. „Ik zal haar weer naar huis sturen" zei zij kort, „en Helen zeggen, dat ik mijn plannen gewijzigd heb". Toen viel haar blik op een vierkante enve loppe, die onder de rekening van de naaister- gelegen had en die nog niet geopend was. „Dat treft prachtig", riep zij uit. „Hier is een brief van Helen zelf. Misschien wil zij haar wel terug hebben." En zij sneed de enveloppe met een klein ivoren papiermesje open en begon te lezen. Het waren twee dichtbeschreven velletjes.Toen zij die liet zakken, keek zij Tanis bijna wan hopend aan. iWordt vervolgd,),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 5