HET NIEUWE AVONDBLAD
Stalin cle Opruimer.
IJMUIDEN
Zilveren jubileum van „Olie en Gonnermann"
23e JAARGANG No. 195
WOENSDAG 22 JUNI 1938
IJMUIDEP COURANT
ABONNEMENTENper week 12Va ets., per
maand 52l/« cents, per kwartaal 1.55. Geen
incassokosten. Losse nummers3 cents.
Kantoor Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301
VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN.
UITGAVE LOURENS COSTER, MIJ. VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V.
DIRECTIE P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTTëN 1—5 regels 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
POSTGIRO 310791.
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 2000.—, overlijden ƒ400.—, verlies van hand, voet of oog ƒ200.—, beide leden duim 100.—, één lid duim 50.—, alle leden wijsvinger ƒ60.—,
®e"Lof lede" wijsvinger 25.alle leden anderen vinger ƒ15.—, één of twee leden anderen vinger ƒ5.—, arm- of beenbreuk ƒ30.—, enkelbreuk ƒ15.—, polsbreuk ƒ15.—. Opvarenden van visschers-, marinevaartuigen enz.
{T ~T 1 verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart; tot een maximum van ƒ2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés tengevolge mocht hebben.
Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden.
Er is veel verwondering in de wereld tot
uiting gekomen over de Russische processen,
die zoovele leidende en ex-leidende figuren
in de Sovjet-Unie aan hun eind hebben ge
holpen. Het Westen heeft van dezen Ooster-
schen gang van zaken weinig begrepen. Tot
op den huldigen dag begrijpt het niets van
de wonderlijke geestesgesteldheid, die alle
verdachten tot bekentenissen, zelfbeschuldi
ging en zelfverachting scheen te nopen. Als
men aannam dat zij allen schuldig waren
aan samenspanning 'tegen den dictator
Stalin, en sommigen bovendien aan moorden
op zijn medewerkers, dan bleef al dat harts
tochtelijke bekennen nog even onbegrijpe
lijk. Want de in het nauw gedreven mensch
moge, evenals de kat in dezelfde omstandig
heden, rare dingen doentot die rare din
gen behoort maar bij uitzondering de nei
ging, den eigen dood te verhaasten en als
regel het streven, op de een of andere manier
het veege lijf te redden. Veel is dus aan de
blijkbaar voor ons onbegrijpelijke Slavische
mentaliteit toegeschreven.
Maar wel is duidelijk geworden dat Stalin
eigenlijk de eenige werkelijke machthebber
in de Sovjet-Unie is en dat men dus eigen
lijk alle verdachten ex-leiders moest noe
men, met dit onderscheid alleen dat sommi
gen nog hooge posten bekleedden en anderen
al langen tijd daarvan ontheven waren toen
zij werden gearresteerd.
De Amerikaansche journalist Paul Schef-
fer, een goed kenner van de Sovjet-Unie,
heeft in een artikel in het tijdschrift Foreign
Affairs betoogd, dat Stalin bij -het opruimen
van de mannen, die in Lenin's dagen de groo-
ten van Rusland waren en die toen als de
scheppers en helden der revolutie werden
vereerd, een weloverwogen plan toepast, dat
hij nu al jarenlang met onverbiddelijke ze
kerheid ten uitvoer brengt. Langzaam, voor
zichtig maar daarom niet minder meedoo-
genloos gaat hij zijn gang. De voornaamsten
heeft hij eerst uit hun functies gezet en pas.
jaren later zijn zij ter dood veroordeeld. An
deren zijn plotseling, midden uit hun werk,
voor den openbaren aanklager gesleept. Het
lot der eerstgenoemden formuleert Scheffer
aldus: „Zij mochten na hun ontslag uit hun
hooge posities voortsukkelen, 's nachts het
onvermijdelijke vreezend en overdag hopend
tegen alle hoop in". En men leest het met een
huivering. Hij herinnert aan de „linkschen"
Trotski, Zinowjef, Kamenef, die reeds in 1926
met behulp van Boecharin (Lenin's naaste
vriend), Rykof en Tomski uit het „Polit
bureau" werden gewerkt. Maar in de jaren
1929—1930 werden die gretige helpers van
hun posten verdreven wegens hun „recht-
sche" opvattingen. En daarna leefden zij nog
jaren eer het lot der linkschen Zinowjef en
Kamenef (Trotski was verbannen) ook hen
trof.
En dat zijn dan nog maar enkele namen.
Scheffer geeft een volledig overzicht van
de verdwijning der leden van het Sovnarkom
(de Raad van volkscommissarissen, hoogste
machtscentrum in de Sovjet-Unie tijdens
Lenin's bewind), van het Politbureau (waar
naar de macht verschoof toen Stalin tijdens
Lenin's ziekte de leiding overnam) en ten
slotte van de andere personen die tot Lenin's
naaste omgeving behoorden. Het kan niet be
moedigend zijn voor diegenen, die de ambitie
koesteren revolutieheld te worden. Want van
het heele gezelschap zijn er nog maar zeer
enkelen over.
Van de zeven leden van het Politbureau
(volgens de samenstelling in Juni 1924) leven
alleen nog Stalin zelf en zijn verbannen
vijand Trotski. Kamenef en Zinowjef zijn in
Augustus 1936 terechtgesteld, Boecharin en
Rykof in Maart 1938. Tomski heeft zelfmoord
gepleegd toen hij in Augustus 1936 gear
resteerd zou worden.
De lijst van het Sovnarkom (H2 namen)
ziet er blijkbaar alleen gunstiger uit doordat
sommigen bijtijds gestorven zijn. Maar vrij
wel allen zijn onder Stalin's bewind van hun
functies beroofd. Tsjitsjerin, in Juli 1930 in
ongenade gevallen, stierf in Juli 1936, dus
juist een maand voor de terechtstelling van
Kamenef en twee jaar voor die van Rykof.
Brjoechanof en Schmidt verkeeren (de ge
lukkigen) in vergetelheid. Dzjerzjinski stierf
in 1926, Krassin in 1926, Koebisjef in 1935
(oorzaak onbekend), Loenatsjarski in 1933,
Smirnof werd in 1928 naar Siberië gedepor
teerd en in 1936 terechtgesteld, Sokolnikof
verdween in Januari 1937 in de gevangenis.
De overige drie waren de reeds genoemde
Kamenef, Rykof en Trotski.
Tenslotte volgt de lijst .anderen rondom
Lenin" met zestien namen. Met de er aan
verbonden resultaten volgen ze hier: Jekoe-
nidze, in ongenade 1935, terechtgesteld 1937;
Froenze, gestorven in 1925; Gamarnik, zelf
moord gepleegd aan den vooravond van zijn
arrestatie in 1937; Karachan, terechtgesteld
VROUWELIJKE PILOTEN IN ENGELAND. Op het Britsche vliegveld
Ramsgate bestaat sinds eenigen tijd een opleiding voor vrouwelijke piloten.
Drie leerlingen slaan de verrichtingen van een collega gade.
in 1937; Menzjinski, gestorven in 1934; Os-
sinskï, gevangenis in 1938; Pjatakof, terecht
gesteld in 1937; Radek, gedeporteerd in 1928,
gevangenis in 1937; Rakofski, gedeporteerd
in 1929, gevangenis in 1938; Sere-
briakof, in ongenade in 1927, terechtgesteld
in 1937; Toechatsjefski, terechtgesteld in
1937; Oeborewitsj, terechtgesteld in 1937, Ja-
goda, in ongenade in 1936, terechtgesteld in
1938.
Drie zijn er nog in functie. Dat zijn Ka
linin, voorzitter van het Centraal Uitvoe
rend Comité, Litwihof, Volkscommissaris van
Buitenlandsche Zaken en Worosjilof, voor
zitter van den Revolutionairen Militairen
Raad. Het is niet veel. En deze drie zullen
wel niet erg gerust slapen en de toekomst
niet te vroolijk inzien. Scheffer merkt op dat
Kalinin, een oud man, nog slechts als stroo
man fungeert. Litwinof was volgens hem zoo
handig, vooral „technisch adviseur" te blij
ven. Maar van de eigenlijke oude garde van
Lenin is niemand in leven of aan de macht
gebleven. En daartoe behoorden zulke zeer
begaafde persoonlijkheden als Rakofski,
Radek en Sokolnikof, welken laatste Schef
fer betitelt .als „misschien de schitterendste
van Lenin's intiemste vrienden".
De Amerikaansche journalist is van mee-
ning dat de beschuldigingen tegen al die ex-
grooten der Sovjet-Unie in hoogen mate de
waarheid geweld aandeden. Hij meent ook
dat Stalin de scherpe waarschuwing, in
Lenin's testament tegen hem geuit, nooit te
boven is gekomen. Hij wreekt zich grondig.
Deze Oosterling is een meester in het beid-
uw-tijd en hij heeft telkens zijn-vijanden bij
verrassing gegrepen. Volgens Scheffer heeft
hij een zeer sterk machtsinstinct en een ge
weldige eerzucht. Daarbij wilde hij de groote,
algemeene ontgoocheling, die na de extase
van den eersten revolutietijd moest komen,
in goede banen leiden zonder dat het' geheele
gebouw ineenstortte. I-Iiér spreekt de schrij
ver een erkenning van den dictator uit. Maar
wraakzucht, jaloezie en eerzucht moeten z.i.
Stalin daarbij sterk beïnvloed hebben. En
geestelijke tegenstroomingen duldde hij niet.
Scheffer noemt hem tenslotte alleen een
meester in het verkrijgen en behouden van
macht. Kaganowitsj is de man der ideeën,
zijn „éminence grise", die achter hem staat.
„Het is allemaal erg afschuwelijk en heel
logisch", besluit Scheffer.
Het is wel een zeer scherpe aanval op
Stalin..
R. P.
Lage besommingen, maar vlugge
reizen.
900 manden visch voor 1300 gulden.
Nu er weer overvloedig makreel wordt ge
vangen, maken de trawlers over het algemeen
weer.zeer korte reizen, soms van vier of vijf
dagen. In een paar dagen vlsschen hebben
de groote booten soms 500 a 1000 manden
makreel aan boord, maar door den gröoten
aanvoer (deze bedroeg j.l. Maandag c.a. 5000
kisten) is de makreelprijs zeer laag en zijn
de besommingen dienovereenkomstig. Alleen
met een flinke bijvangst kan een eenigszins
behoorlijke besomming gemaakt worden.
De Christine zorgde voor een typisch voor
beeld. De vangst van de laatste reis, .in totaal
900 manden, was na tien uur lossen nog niet
uit het schip. En de opbrengst van deze mas
sa visch bedroeg slechts f 1300. De Caroline,
die heden aan de markt was is-nu drie weken
achter elkaar binnen geweest.
De Oud-Katholieke Kerk ontvangt
haar luidklok.
Na den dienst klonken indrukwekkend de
eerste klokketonen in den stillen avond.
De herdenking van het 59-jarig bestaan der
Oud-Katholieke gemeente is gisteravond in
gezet met een plechtige vesper, gewijd aan den
H. Engelmundus, abt en patroon der ge
meente, welke vesper werd geleid door pastoor
Th. Molenaar, bijgestaan door kapelaan P. J.
Jans, die in een warme toespraak namens de
gemeente haar geschenk, de luidklok, aan het
kerkbestuur overdroeg.
Onder de zeer velen, die deze vesper bij
woonden bemerktenwij o,m. pastoor C. F.
Nieuwenhuyzen te Haarlem en vele personen
uit andere gemeenten.
Mede waren aanwezig de leden van het
„klokkecomité", de heeren C. Gouda Lzn.,
Ant. Tol.
De heer K. Gouda bespeelde op zijn bekende
wijze het orgel.
Als voorzitter van het „Klokke-comité'
sprak kapelaan P. J. Jans de aanwezigen toe
naar aanleiding van Psalm 94:1, 7 en 8.
Spr. roemde de eendrachtige offervaardiL
heid, waardoor het mogelijk was zulk een
mooi en treffend geschenk, de gemeente te
kunnen aanbieden, dank brengend aan allen,
die hiertoe medewerkten.
Vervolgens ging kapelaan Jans dieper in op
de beteekenis van de gekozen tekstwoorden
o.a. zeggende dat zooals de klok zal luiden
over straten en pleinen van onze plaats, de
stem Gods over de geheele wereld roept.
Nadat spr. had opgemerkt, dat de luidklok ook
ten doel had de dooden te beweenen, den le
venden aan Gods stem herinnerend, wijdde hij
in een kort gebed het geschenk Gode toe.,
waarop het geschenk in treffende bewoordin
gen aan Kerkbestuur en gemeente werd over
gedragen. Spr. eindigde zijn overdracht aldus:
„Zoo dragen wij het geschenk nu op als een
tastbaar bewijs van aanhankelijkheid en een
dracht onzer geliefde Oud-Katholieke ge
meente."
Na het zingen van Gezang 158 tot dankzeg
ging: „Hoe zal U danken God, de mensch!",
aanvaardde pastoor Moleman als herder dei-
gemeente en voorzitter van het kerkbestuur
het overgedragen geschenk, waarbij hij wees
op de sfeer van ontroering en stille dankbaar
heid, die allen vervulde. Wij mogen dit ge
schenk beschouwen, aldus spr. als het schoon
ste van het feest, dat wij gaan vieren, als het
treffendste begin van de aanstaande herden
king.
„Zoo hebben wij nu onze luidklok, waarmede
sinds langen tijd een liefste wensch is ver
vuld."
Pastoor Moleman bracht hierbij dank aan
het comité en de helpers, het geschenk aan
vaardend met de woorden: „Zoo moge ik als
herder namens het kerkbestuur dezer ge-
meent, maar ook namens de gemeente de
luidklok aanvaarden."
Spr. wees vervolgens nog op de verdere ge
schenken o.a. de vloerbedekking van het al
taar, waaraan vooral de Damesvereeniging
„Samenwerking" bijzonder veel heeft bijge
dragen, zij het ook door de gemeente daartoe
in staat gesteld.
De altaarruimte is geheel met een fraai,
eenvoudig bewerkten parketvloer bedekt, ter
wijl bijzonder mooie Smyrnaloopers op altaar-
treden en communiebank het geheel een fraai
cachet geven. Bovendien zijn nog een fraai
bewerkt communiekleed en mooi kantwerk aan
een albe (priesterkleed) ten geschenke ont
vangen.
Bijzonder, treffend en onder de aanwezigen
was de ontroering' merkbaar, toen na het
einde van de Benedictie onmiddellijk het bron
zen. geschenk der gemeente in een bijzonder
warmen G-toon zijn helder geluid deed
hoor en.
De klok werd door één der werklieden van
de fa. H. A. Addicks te Amsterdam, die het
stelwerk uitvoerde, geluid. Na het verlaten
van het kerkgebouw bleven vele kerkbezoekers
nog langen tijd de bronzen stem beluisteren.
PERSONALIA
Voor het machinisten-dipioma A is geslaagd
de heer A. Schram, te IJmuiden.
VELSEN
Van autogene tot electrische lasscherij.
Thans als N.V. Plaatwellerij een
belangrijke industrie met 180 man
personeel en een productie van een
millioen per jaar.
IN den volksmond heet de fabriek
aan het Noordzeekanaal, gelegen
onder den rook en reuk van het
woonwagenkamp nog altijd de fabriek
van Olie en Gonnermann, ondanks
dat de naam van het bedrijf, dat in
den zomer van 1913 werd opgericht
door de heeren Olie en wijlen den
heer Gonnermann reeds in 1919 werd
gewijzigd in N.V. Plaatwellerij, welken
naam het sindsdien met eere heeft
gedragen.
Het jaar 1938 is dus een jubileumjaar en 1
Juli wordt het zilveren feest gevierd van dit
kerngezonde bedrijf, dat voor de toekomst
nog zooveel doet verwachten. Hetgeen wel
blijkt uit het feit, dat men het jubileum gaab
vieren in een nieuwe machinehal van zulke
afmetingen, dat zij de geheele omgeving be-
heerseht.
De directeur de heer J. D. B. Olie was gaar
ne bereid ons iets te vertellen van de geschie
denis van het bedrijf, dat onder zijn leiding
was gegroeid tot een der belangrijkste in
dustrieën in onze gemeente.
In 1913 werd het bedrijf door hem en wij
len den heer Gonnermann opgericht. Reeds
1 Januari 1914 werd de zaak omgezet in een
naamlooze vennootschap onder den naam
N.V. Hollandsche Plaatwellerij en Pijpenfa-
briek v.h. Olie en Gonnermann. Tijdens den
oorlog ging de heer Gonnermann in Duitschen
krijgsdienst. Na den oorlog werd de heer Gon
nermann om redenen van tactiek geen direc
teur meer, doch werd hij als technisch advi
seur aan het bedrijf verbonden. In 1919
werd de naam veranderd in N.V. Plaatwelle
rij, welken naam het bedrijf ook thans nog
voert.
In 1927 leed het bedrijf een gevoelig ver
lies door het overlijden van den heer Gonner
mann. Sinds dien staat-de heer Olie niet alleen
in naam, maar ook in werkelijkheid alléén aan
het hoofd van de fabriek.
Behalve de heer Olie is ook de president
commissaris der N.V. de heer Ch. J. F. Karsten
van de oprichting af aan de Plaatwellerij ver
bonden. Commissarissen zijn thans de heeren
E. J. Langelaar te Amersfoort, H. J. Spittuler
Amsterdam en J. E. Arnhardt te Bloemen-
daal.
We zijn klein begonnen, aldus de heer Olie,
oorspronkelijk als autogene-lasscherij, die
toen nog in haar kinderschoenen stond. De
carbidnood der oorlogsjaren maakte het nood
zakelijk, dat men overging tot lasschen met
watergas.
Het bedrijf ontwikkelde zich geleidelijk; in
1918 onderging het een belangrijke uitbrei
ding. Korten tijd daarna werd een begin ge
maakt met electrisch lasschen en dit is nu fei
telijk het hoofdbedrijf. Er zijn thans reeds
30 electrische laschmachines in bedrijf voor
het vervaardigen van pijpen, ketels, tanks,
chemische apparaten, ketels voor centrale ver
warming, stoffilters, enz.
Natuurlijk hebben we ook onze moeilijk
heden gehad; die kwamen eerst in de crisis
jaren, direct na den oorlog en in de jongste
crisis kwamen ze weer. Maar ernstige moei
lijkheden heeft het bedrijf ondervonden door
dat öp een zeker oogenblik men ons van den
Waterstaat kwam mededeelen, dat onze ter
reinen onteigend zouden moeten worden in
verband met de kanaalverbreeding. Dat was
een groote strop want dat beteekende, dat we
feitelijk niets konden bouwen, want niets van
wat we na de aanzegging zouden bouwen, zou
vergoed worden.
Negen., jaar lang heeft die handicap ons
werk bemoeilijkt en toen vernamen we, dat
er van een onteigening niets zou komen, om
dat het te duur zou worden. Deze negen jaren
zeide de heer Olie waren juist jaren dat we
met veel opdrachten zaten en de behoefte
aan uitbreiding dus groot was.
De laatste crisis deed het aantal opdrachten
sterk verminderen, zoodat het aantal arbei
ders zelfs tot 47 terugliep.
Maar in 1936 kwam er weer een opleving en
thans zijn er 150 arbeiders aan het werk en
bestaat het geheele personeel uit 180 man.
Onze omzet was de laatste jaren geregeld ca.
f 1 millioen per jaar en de resultaten waren
van dien aard, dat we gedurende den geheelen
duur van de laatste crisis een zij het ook
bescheiden dividend konden uitbetalen.
De nieuwe fabriekshal, vertelde de heer
Olie verder, zal 1 Juli in gebruik worden
genomen. De hal is 46>/2 M. lang, 18 M. breed
en in den nok 14 M. hoog. Er zijn twee loop
kranen. De hal is voornamelijk bestemd voor
het walsen van platen en het maken van
lasc.hwerk, speciaal van groote werkstukken.
Ook komt er een inrichting voor hydraulisch
persen.
Het gebouw is gemaakt volgens een eigen
ontwero onder toezicht van Ir. A. H. van
Rood, architect van het Hoogovenbedrijf.
Het constructiewerk werd vervaardigd door
Rörink en v. d. Broek te Enschedé, het bouw
werk is van den aanemer P. Cupido te IJmui
den, de electrische installatie van Alberts en
Kluft te Amsterdam.
"We vroegen den heer Olie welke belang
rijke werken in den loop der jaren door het
bedrijf zijn uitgevoerd.
Noteert u maar: bronbemalingsinstalla-
ties voor het Wilhelminakanaal en het Julia-
na-kanaal, een groote gascondensor voor
Glasgow, waarvoor 8 K.M. 5-duims pijp ver
vaardigd moest worden, een drukwaterleiding
voor de Centrale Oebroeg op Java, waarin
800 ton materiaal werd verwerkt, 100 viscose-
ketels voor de Enka, honderden vaten voor het
vervoeren van chloor voor de Kon, Ned.
Zoutindustrie, volgens eigen ontwerp extrac
tie-inrichtingen voor cacaoboter en toestellen
voor vetraffinage, verwarmingsketels volgens
een Deensch patent (systeem Reck) met een
recente levering voor het Koninklijk Paleis te
Amsterdam.
In den loop van de jaren hebben we voor
drie millioen verwerkt voor de Staatsmijnen
en de B. P. M.
We timmeren niet graag aan den weg,
zoo besloot de heer Olie. Maar we hebben ge
meend, dit jubileum niet zoo maar te laten
voorbijgaan. En dat gebeurt ook zeker niet,
want we verwachten vierhonderd menschen
op ons zilveren feest. Komt u ook?
Natuurlijk.
En na zijn interessant verhaal toonde de
heer Olie ons de nieuwe machinehal en ook de
fabriek, waar de fel-sissende laschapparaten
een oogverblindenden gloed verspreidden en
zware walsen dikke ijzeren platen bogen en
persten als of het stukjes blik waren.
Twee honderdjarigen gesneuveld.
Zij stonden den weg in den weg.
Zooals men weet, zal de hoofdverkeersweg,
die de toekomstige verbinding zal vormen tus-.
schen den Amsterdamscheweg en den Sta
tionsweg worden geleid achter het gemeente
huis om langs de pastorie der Ned. Hervormde
Kerk en verder door de weide naar den hoek
bij Meervliet enz.
Voorloopig zal er van den aanleg van den
weg nog wel niets komen, maar met den aan
leg van de rioleering, als onderdeel van het
groote rioleeringsplan is, zooals wij reeds heb
ben gemeld, dezer dagen een begin gemaakt.
Ter plaatse waar de rioleering den Driehui-
zerkerkweg kruist staat een rij linden en het
werk maakte het noodig, dat twee daarvan
werden omgehakt, hetgeen inmiddels is ge
schied. Het waren een paar flinke knapen, nog
kerngezond, ondanks hun leeftijd, die volgens
deskundigen meer dan honderd jaar moet zijn
geweest.
Er zullen voor den aanleg van dezen weg
nog wel meer slachtoffers moeten vallen, im
mers is de weg geprojecteerd over een punt
van het voormalige Meervliet, waarvan dus
wel een gedeelte onteigend zal moeten worden.
Voorts staat ook de prachtige beuk nabij de
pastorie den weg in den- weg, maar dezen ko
los zal men kunnen sparen door den weg er
omheen te bouwen d.w.z. het fietspad aan den
eenen, den rijweg aan den anderen kant te
bouwen.
Er zal hier en daar nog wel eens een boom
pje moeten sneuvelen, voordat de nieuwe weg
aangelegd kan worden, maar hier is het
zwaarst wat het zwaarst weegt en' dat is de
bedoelde verbindingsweg, die er komen moet
omdat het Oostelijke deel van den Stationsweg
in verband met de plannen voor de verbloe
ding van het Noordzeekanaal zal moeten ver
dwijnen.
Weer 64 werkloozen minder.
Sedert verleden jaar daalde het aantal
werkloozen van 2000 op 1804.
Het aantal werkloozen in de gemeente Vel-
sen bedroeg op:
18 Juni '38. 19 Juni '37.
Bouwvakarbeiders
241
337
Metaalbewerkers
155
194
Houtbewerkers
22
23
Landarbeiders
35
28
Havenarbeiders
80
94
Visschers
336
396
Kantoorbedienden
25
43
Losse arbeiders
609
556
Overige beroepen
267
263
Mannen boven de 18 jaar:
1743
1934
Mannen onder de 18 jaar:
46
38
Vrouwen boven de 18 jaar:
12
14
Vrouwen onder de 18 jaar:
3
14
Totaal werkloosheid:
1804
2000
Het aantal werkloozen was dus 196 mindt
dan verleden jaar. Sedei:t de vorige wee(
daalde het met 64.