OSS. Het ambtenarengerecht zal op 16 Juli uitspraak doen. H.H. Zelfreparateurs LUIDSPREKERS Lessen Personeel gevraagd Personeel aangeboden Huizen aangeboden Auto's Rijwielen Muziek instrumenten Diversen Pensions- en Buiten verblijven Nadat Zaterdag de besloten zitting tot kwart over twaalf had geduurd werd de openbare zitting van het Ambtenarengerecht te Den Haag, dat de kwestie van de marechaussee te Oss, behandelt, heropend. Mr. James zet zijn pleidooi voort en be handelt eerst de zaak van den kruidenier Boelens, die gedurende een nacht in de ma rechausseekazerne is vastgehouden. Deze Boelens had een postwissel, bestemd voor een zijner ondergeschikten, ontvangen en dit geld niet afgedragen op grond van een beweerde tegenvordering. Op 26 Januari heeft Boelens het geld, dat als ziekengeld door den Raad van Arbeid was gezonden, geïnd en onder zich gehouden. Toen hij weigerachtig bleef het geld uit te betalen, heeft de vader van den onderge schikte gedreigd de zaak in handen van de politie te zullen stellen. Dit is dan ook ge schied en herhaaldelijk heeft de mare chaussee hem daarna verzocht in de kazerne te komen. De betreffende wachtmeester heeft in deze zaak niets meer dan een ge wone verduistering gezien en in overleg met den officier is dan ook besloten, dat Boelens zoo noodig zou worden gearresteerd en ver hoord. Bij dat verhoor dat toen 'is gevolgd, draaide B. telkens om de feiten heen en toen hij niet wilde bekennen, heeft de marechaus see besloten den man nog vast te houden om hem gelegenheid te geven nog eens over de zaak na te denken. En het resultaat is ge weest, dat B. den volgenden ochtend het geld heeft betaald. Pleiter constateerde dat het geenszins de bedoeling is geweest, om op deze wijze beta ling af te dwingen, het was alleen te doen om een bekentenis te verkrijgen in een zaak, ten aanzien waarvan de marechaussee een straf bare handeling aanwezig achtte. In verband hiermede merkte pleiter op, dat deze zaak van den aanvang af door de ma rechaussee geenszins als een civiel rechtelijke was te onderkennen. Pleiter kan dan ook niet toegeven, dat wachtmeester van den Berg in deze zaak zoo ontactisch heeft gehandeld, als in de contra- memorie wordt voorgesteld. Men moest echter ook voor wachtmeester Van den Berg een reden hebben om zijn overplaatsing te rechtvaardigen. ^President: U bedoelt hier toch niet den minister van justitie? Mr. James: Neen. mijnheer de president. De mishandelingskwesfie. Daarna komt pleiter aan de zaak-De Wolf, die beweert mishandeld te zijn in den nacht, gedurende welken hij in de kazerne is vast gehouden. Ten aanzien van deze mishandeling meent pleiter dat hier geenszins kan worden gesproken van een gegronde verdenking zoo als de minister heeft gedaan. Beweerd is, dat de man zijn verwondingen heeft laten zien aan zijn vrouw en aan eenige familieleden en bovendien vier dagen later aan een verslag gever Schaepman. Nu acht pleiter het een groot verzuim, dat men dezen verslaggever als den eenigen ob jectieven getuige niet heeft gehoord. President: Persgeheim (gelach). Mi". James acht het voorts van be lang dat bij het verhoor, dat thans hier gehouden is, van de „gegronde" verdenking tegen de brigade-Oss, dat zij zich aan mishandeling zou heb ben schuldig gemaakt niets is overge bleven. Men heeft in de contra-me morie veel gewerkt met de woorden: commentaar overbodig. Maar thans meent pleiter ten aanzien van deze zaak ook te kunnen zeggen: commen taar overbodig. De verhouding tusschen Opper wachtmeester Curfso en den Burgemeester. Pleiter komt daarna aan de verhouding tus schen opperwachtmeester Curfs en den burge meester. Curfs heeft eens tegen iemand gezegd dat deze niet verplicht was om te voldoen aan een verzoek om ten bureele der gemeentpolitie te komen. Daarmede is Curfs zijn boekje niet te buiten gegaan, doch bovendien heeft hij den burgemeester er telefonisch van in kennis gesteld, dat de betreffende persoon niet bij de gemeentepolitie durfde komen. De burgemeester heeft daarop tegen Curfs een klacht ingediend bij den officier, maar daarvoor was volgens pleiter geen enkele aan leiding. Pleiter constateert voorts, dat de verhou ding tusschen Curfs en den inspecteur zeer goed was, terwijl voorts de burgemeesters van de omliggende gemeenten zeer goed met den brigade-commandant Curfs konden samen werken en daarvan ook in brieven hebben doen blijken. Dit is wel geen bewijs, doch wel een sterke aanwijzing, dat de minder goede samenwer king tusschen Curfs en burgemeester Ploeg makers niet aan Curfs kan hebben gelegen. Bovendien heeft Curfs herhaaldelijk ge tracht, om de samenwerking met den burge meester zoo goed mogelijk te doen zijn. Pleiter merkt voorts op, dat de burgemeester er over heeft geklaagd, dat de brigade Oss zich een serenade heeft laten brengen door een muziekkorps, en dat Curfs daarom zou hebben verzocht. Dit is echter niet het geval geweest, zooals blijkt uit een bericht in de „Reclamebode" van Oss. Merkwaardig is echter, dat de bugemeester, die er zoo gauw bij was, om het eerste bericht ter kennis te brengen van de justitioneele autoriteiten, heeft nagelaten het latere, te gensprekende bericht, ook op te zenden. Wat tenslotte De Gier betreft, ten aanzien van dezen is beweerd, dat hij uit zijn even wicht was geraakt en dat hij moest worden overgeplaatst naar een standplaats, waar hij een nuchteren commandant boven zich had en een krachtig parket. Pleiter wenscht op te merken, dat de Gier steeds goed werk heeft verricht, en laatstelijk nog in de zaak-Zwanenberg zeer goed werk heeft gepresteerd. Ten aanzien van De Gier is door de hoogste gezagdragers een houding aangenomen waar - door De Gier zich diep gegriefd gevoelde en den eersten April dan ook den zwartsten dag van zijn leven noemt. Het is voor De Gier buitengewoon pijnlijk en onaangenaam om op deze wijze te worden gedesavoueerd, te meer, daar van verschillen de zijden zijn gedrag is geprezen, terwijl ook een geestelijke heeft getuigd, dat de Gier steeds niet anders dan zijn plicht heeft ge daan, en die hem naast een goed ambtenaar Jiovenal een goed mensch noemde. De conclusie van Mr. James. Concludeerende zegt pleiter, dat, afgezien nog van de vraag van de be voegdheid van den minister, thans wel voldoende duidelijk is gebleken, dat alle feiten niet een optreden der marechaussee hebben opgeleverd, dat den genomen .maatregel recht vaardigt. Pleiter eindigde zijn pleidooi als volgt: Het gerecht zal het beroepen be sluit nietig moeten verklaren als zijnde in strijd met de wettelijke voor schriften, meer in het bijzonder met art. 141 van het wetboek van straf vordering. Het gerecht zal in het ondenkbare geval, dat het tot een andere beslis sing komt, het besluit moeten nietig verklaren op grond van het kenlijik gebruik maken van een bevoegdheid anders dan tot de doeleinden, waarvoor die bevoegdheid is gegeven. Want indien er al ooit sprake is geweest van een abnormale, onwettige activiteitsontplooiing der adminis- stratie, van een onredelijk gebruik harer bevoegdheid, dan is het wel in deze zaak, waarin willens en wetens zonder behoorlijk onderzoek naar fei ten, welke grondslag vormden voor die beslissing, een zoo verstrekkende en onteerende maatregel is genomen als de ontneming van de door de wet gedragen opsporingsbevoegdheid aan een opsporingsambtenaar is. De brigade-Oss zoekt slechts recht. Tot dusver heeft zij moeten zwijgen en zij zal dit blijven doen. Dat het ambtenarengerecht te 's-Gravenhage, rechtdoende in mili taire ambtenarenzaken, thans voor haar spreke. De zitting werd hierna geschorst tot kwart over twee. 's Ministers beslissing berustte op tal van dossiers. In de middagzitting van het ambtenaren gerecht heeft de vertegenwoordiger van den minister, mr. P. Meyes zijn pleidooi gehou den. Pleiter heeft met groote belangstelling het pleidooi van mr. James aangehoord, dat op zoo overtuigende wijze werd voorgedragen. Toch kan pleiter zich met de strekking daar van niet vereenigen, al heeft hij waardeering voor de wijze, waarop het pleidooi is opge bouwd. In de eerste plaats wenscht pleiter zijn leedwezen er over uit te spreken, dat mr. Ja mes zijn pleidooi heeft aangevangen met waardeerende woorden van iemand, die dezer dagen is veroordeeld. Dat de klagers zich gegriefd achten, kant pleiter respecteeren, doch hij wenscht op te merken dat bij den minister niet heeft voor gezeten om de klagers noodeloos pijnlijk te treffen of hun leed te berokkenen. Vervolgens gaat pleiter na de be- teekenis van de wettelijke maatrege len. In dit verband geeft pleiter toe, dat de bepaling van art. 141 tweede lid wetboek van strafvordering niet geheel duidelijk is, gezien ook de strekking welke prof. Van Bemmelen daaraan gegeven heeft. Naar pleiter's meening geeft dit artikel echter aan de opsporingsamb tenaren geenszins het recht om maar te gaan opsporen wat zij goeddunken en kan hier wel degelijk worden in gegrepen. Natuurlijk is aan dat ingrijpen een grens, maar waar deze ligt, staat op zichzelf niet vast. Men moet dan ook niet a priori aan nemen, dat die grens daar zou zijn, waar de tegenpleiter haar gelegd wil zien. Over dit artikel is nog geen beslissing van den hoogsten rechter, doch pleiter meent, dat ten deze wel eenige waarde kan worden toe gekend aan de interpretatie van den minister. Het advies van Prof. Van Bemmelen heeft pleiter heelemaal niet overtuigd van de juist heid van het daarin opgenomen betoog, dat de genomen maatregel onwettig zou zijn. Natuurlijk mag de minister geen bevelen geven, welke in strijd zijn met de wet, doch pleiter kan niet inzien, dat er strijd met de wet zou zijn, als de minister maatregelen neemt, ten einde een goede uitvoering van de taak, welke aan de opsporingsambtenaren is opgedragen, te verzekeren. En wanneer die taak niet op de juiste wijze wordt uitgevoerd, moet toch zeer zeker de bevoegdheid aan wezig zijn, om daarbij in te grijpen. Pleiter wijst er voorts op dat er verschillen de categoriën van opsporingsambtenaren zijn en dat daarin licht een gevaar is gelegen voor rivaliteit en vliegen-afvangerij. In dit verband merkt pleite nog op dat in plaatsen waar een commissaris van politie is de rijkspolitie ook geen opsporingswerkzaamheden mag verrich ten. Wat de aan den maatregel ten grondslag liggende zaken betreft kan pleiter voor een groot deel verwijzen naar de contra-memorie en naar het betoog van den procureur-gene raal. Pleiter zet voorts uiteen dat de beslissing van den minister berust op tal van dossiers van zaken der brigade, in welke dossiers zoo veel fouten voorkwamen, dat een maatregel niet achterwege kan blijven. Voorts is de be slissing gegrond op uitgebrachte rapporten. Pleiter geeft vervolgens als zijn meenihg te kennen, dat de beweringen ten aanzien van verschillende zaken sinds 1 April niet onge rijmd zijn gebleken. Uitdrukkelijk merkt pleiter op, dat de mi nister op 1 April niet heeft geweten, noch redelijkerwijze had kunnen verwachten, dat de officier later op verschillende punten van zijn mededeelingen is teruggekomen. Ruiterlijk moet pleiter erkennen, dat de gewijzigde houding van Mr. van den Burg voor hem een groote verras sing is geweest, doch pleiter moet daaraan onmiddellijk toegeven, dat daardoor geen wijziging is gebracht in het oordeel over het uit de dossiers gebleken optreden der brigade. Wat de verhouding van den procureur- generaal en de marechaussee betreft, zegt pleiter, de slechte verhouding tusschen de of- ficiei'en te betreuren, en hij is van oordeel dat tengevolge van die verhouding waar schijnlijk bij de wachtmeesters niet dat ver trouwen bestond in den procureur-generaal, dat gewenscht en zoodzakelijk is. Het valt in hoge mate te betreuren, dat de officieren niet voldoende het gezag van den procureur-gene raal hebben willen erkennen. Pleiter wijst er voorts op, dat de brigade zich niets heeft aangetrokken van de order van 15 November, waarbij haar de opsporings bevoegdheid in gemeentezaken werd ontno men. Men beroept er zich wel op, dat deze order niet zou zijn doorgekomen, maar zulks kan pleiter na de zeer positieve verklaring van Mr. van den Burg ten deze niet aannemen. „Grieven kunnen worden gehandhaafd". Uitdrukkelijk constateert pleiter, dat ook na de hier gehouden getuigen- verhooren is komen vast te staan, dat de grieven waarop de genomen maat regel berust, onveranderd en vooral wat de hoofdzaken betreft, kunnen worden gehandhaafd. Er zijn hier groote tactische fouten begaan, welke volkomen een ingrijpen wettigden. Over de individueele zaken kan pleiter heel kort zijn. Bij de werkverschaffing was in het geheel niets iets zoodanig gebeurd, dat het optreden hier van de marechaussee rechtvaardigt, ter wijl bovendien reeds het gemeentebestuur een omvangrijk onderzoek had ingesteld. Door haar inmenging in deze zaak heeft de mare- chausse groot wantrouwen in het gemeente lijk beleid getoond, en zooals uit den geheelen gang van zaken is gebleken, volkomen ten onrechte. Wat de zaak van Van der Hoven betreft, heeft pleiter bij lezing van de dossiers zich met groote verwondering en verbazing afge vraagd, hoe het in Nederland mogelijk was en oirbaar was, dat iemand op zoo lichtvaardige gronden is gearresteerd en ingesloten. Uit het dossier blijkt duidelijk een groot gemis aan onderkenning van het begrip strafbare feiten, en een volkomen gebrek aan inzicht in tal van zaken. Bovendien is de betreffende wacht meester zoo Iiehtgeloovig, dat hij ln zijn dos sier spreekt van „duistere machten", die zijn onderzoek in deze zaak zouden belemmeren, en bij het thans gehouden verhoor is nu ge bleken, dat aan den dorpsnotaris Bijvoet wordt verweten, dat hij de stopzetting van het onderzoek zou hebben bewerkstelligd. De vasthouding van den kruidenier Boelens is volgens pleiter niet goed te praten en is zeer zeker niet overeenkomstig de strekking van de wet. Dat gebleken is, dat van dezen maatregel een zoo veelvuldig gebruik wordt gemaakt, is dan ook te betreuren. Wat de mishandeling van De Wolf betreft, moet pleiter erkennen, dat door de uitdrukkelijke verklaringen van majoor van Everdingen de aan wijzingen, als zou de marechaussee De Wolf hebben mishandeld, veel zwakker zijn geworden. En dit vindt pleiter verheugend voor de mare chaussee. Overleg gepleegd met den Minister van Defensie. Generaal Zeeman: Achtte de minister toen hij den bewusten maatregel nam, de wacht meesters verder ongeschikt voor de opspo ringstaak? Mr. Meyes: Zoover ging de meening van den minister niet. Generaal Zeeman: Was voor de bekende conferentie bij den minister van justitie reeds overleg gepleegd met den minister van de fensie over de overplaatsing? Mr. Meyes antwoordt bevestigend. Generaal Zeeman: Waarom is de order, waarbij de opsporingsbevoegdheid in gemeen tezaken is ingetrokken, niet tevens doorge zonden aan de militaire chefs, dan was ver warring voorkomen. Mr. Meyes zegt niet te weten waarom dit niet is geschied. De president bepaalt hierna de uitspraak in alle zaken op 16 Juli. De klacht tegen de overplaatsing. Vervolgens zijn aan de orde de klachten van de wachtmeesters tegen den inspecteur van het wapen der marechaussee, kolonel van Selm, tegen het besluit van hun overplaatsing. Mr. James acht deze overplaatsing evenmin wettig, omdat zij gegrond is op het besluit tot intrekking van de opsporingsbevoegdheid, tot het nemen van welk besluit de minister niet bevoegd was. Pleiter constateert, dat de inspecteur eerst op 31 Maart telefonisch van het departement van justitie vernam, dat er wantoestanden zouden bestaan bij de brigade Oss. Waar ech ter de stelling is geponeerd, dat er voor 1 April reeds geruimen tijd onhoudbare toestanden zouden hebben bestaan, verwondert het pleiter in hooge mate, dat de kennisneming van die wetenschap aan de militaire chefs is onthou den: alle overleg heeft hier ontbroken en voor het eerst op de conferentie met den procu reur-generaal vernamen de militaire chefs des avonds om 8 uur het om half zes ontvan gen telegram, waarbij de opsporingsbevoegd heid werd ontnomen. Aan den inspecteur van het wapen werd na deze beslissing van den minister van justitie en de overeenstemming met diens ambtgenoot van defensie geen keus meer gelaten. Hij stond voor de noodzakelijkheid aan den wensch van beide ministers te voldoen, waar bij mede in aanmerking moet worden geno- nomen, dat de minister van justitie heeft me degedeeld, dat de opsporingsbevoegdheid niet zou worden teruggegeven, zoolang de wacht meesters in Oss zóuden blijven. Wat de toestemming van den minister van defensie betreft, moet pleiter opmerken, dat deze eerst op 6 April is gegeven, en dat tijdens de conferentie van 2 April die toestemming nog niet volledig was gegeven. Doch desniettegenstaande werd het aan den inspecteur anders voorgesteld, om zijn mede werking voor de overplaatsing te verkrijgen. Uitdrukkelijk wenscht pleiter te constatee- ren, dat de minister van defensie niet zoo voetstoots zijn toestemming heeft gegeven als thans wordt getracht voor te stellen, want zelfs op 4 April werd nog gesproken over een voorstel van den inspecteur om de overplaat sing te beperken. Eerst op 6 April heeft de in specteur het verzoek ontvangen om een voor dracht voor de overplaatsing op te maken, en uit anderen hoofde heeft hij vernomen, dat het besluit van den minister in den middag van 6 April is genomen. Pleiter merkt op, dat de contra-memorie in deze zaak een erkenning is van het feit, dat in deze overhaast en zonder voldoende overleg met en toestemming van den minister van defensie is gehandeld. Ook in deze zaak bepaalt de president de uitspraak op 16 Juli. Tegen half vijf werd hierop de zitting ge sloten. Heden ging in vollen vrede naar het Vaderhuis mijn innig geliefde Man en der kinderen zorgza me Vader Gerrit Oudakker in den ouderdom van 42 jaar. G. OUDAKKER- POST GERRIT, JANNA IJmuiden, 25 Juni 1938 Enschedéstraat 36. De teraardebestelling zal plaats hebben Woensdag 29 Juni 1938 op de bijzon dere begraafplaats te IJmuiden. Vertrek sterf huis n.m. 2 uur. (Geen bloemen) De Officier van Justitie te Haarlem brengt ter algemeene kennis, dat bij vonnis van de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem d.d. 16 Juni 1938 hooger beroep is bevestigd het vonnis van den Kantonrechter te Haarlem van 25 April 1938, waarbij GOVERT VAN MEURS, slager, geboren 22 Augustus 1880 te Hazerswoude, wonende te Be verwijk, Alkmaarscheweg 324, werd veroordeeld ter zake van: „Een aan keuring onderwor pen slachtdier zonder vergun ning slachten terwijl nog geen 5 jaren zijn verloopen nadat een vroegere veroordeeling van verdachte wegens over treding van art. 35 der Vleeschkeuringswet onherroe pelijk is geworden" zijnde tevens de openbaarma king van het vonnis gelast. Haarlem, 25 Juni 1938 De Officier van Justitie, R. v. LENNEP. Een heele plaat Rubber 0.95 Rubber hakken 10 15 20 25 30 per paar. Plakrubber ook per plaatje. Woodmilne plaatrubber. Ook Bulldog hakken. SCHOENMAKERIJ „DE ECONOOM" Kalverstraat 14 IJm.-O. Tel. 5162 FLINK HELDER MEISJE GEVRAAGD v. heele dagen, niet ben. 18 j., v. g. g. v. Marnixlaan 9, Driehuis. uit Kennemeriand 13 Regels 25 cent Elke regel meer 10 d. (uitsluitend bij vooruitbetaling) NET DAGMEISJE gevraagd. Aanmelden 's avonds na 7 uur Kievitlaan 14, IJm. Oost. TE KOOP acht jonge hennen. Reds. A. Bos, Velserduinweg 130. Net persoon zoekt KOSTHUIS met huis. verk. IJmuiden of IJmuiden Oost. Br. IJ 1941 bur. van dit blad SPOEDOPLEIDING KAPSTER m. dipt. gevr. Br. met cond. G2638 bur. van dit blad Gevraagd ENGELSCHE LES van Eng. heer of dame. Br. no. G 2640 bur. van dit blad ONDERWIJZERES heeft nog tijd om leerlingen v. d. L.S. bij te wer ken of op te leiden voor de 2de klasse. Br. G 2641 bur. van dit bl. Voor Huishouding NET MEISJE gevr., P.G., van 9-3 uur. Leeft. 15-16 j. Aanm. 's av. tusschen S en 9 uur Oude Post huisstraat 29, Heemstede NETTE ONGEIL WERKSTER gevr., 4 ochtenden per week. Pla- tanenlaan 69, Bloemendaal. NET MEISJE gevraagd van half 9 tot ongeveer half 4. Aanmelding Wilhelminastraat 5. Gevr. te Heemstede FL. DIENST BODE van 7.30 tot 7.30, loon 7 Aanmelden na 7 u. Heerenweg 48 Mevrouw Verkade, Spiegelenbur- gerlaan 31. vraagt NET MEISJE van 8.304 uur. Zondags vrij. Loon 5. DAGMEISJE GEVRAAGD van half 9 tot 4 uur, als tweede meis je, P.G., v. g. g. v. Zondags vrij. Aanmelden Dinsdagavond na 8 u. Julianalaan 63. Gevraagd NET DAGMEISJE van S5 uur, niet beneden 16 jaar Heussensstraat 12. MEISJE gevr. van 88 of S5, v. g. g. voorz. Goed loon. Hout- nlein 1 rd. hoek Gasthuissingel. Met leedwezen geven wij kennis van het overlijden van onzen bakker-broodbezorger en vriend G. OUDAKKER, die gedurende 17 jaar met ijver en plichtsbetrachting zijn werkzaamheden in ons bedrijf heeft vervuld. DIRECTIE CENTRALE BAKKERIJ. IJmuiden, 25 Juni 1938. Hiermede vervullen wij den treurigen plicht kennis te geven van het overlijden van onzen collega, den heer G. OUDAKKER. Zijn nagedachtenis zal bij ons in hooge eere blijven. PERSONEEL CENTRALE BAKKERIJ. IJmuiden, 25 Juni 1938. NETTE MEISJES GEVRAAGD. MUIDER WASSCHERIJ, Snelliusstraat 43. Gevraagd flink eerlijk MEISJE, goed kunnende werken, van half 8 tot half 8. 7 per week. Kinder- huisvest 7. Gevr. in kl. gezin NET MEISJE v. d. en n„ zelfst. k. k. en w. Loon 2530 p. m. Const. Huygens- laan 21, bij station Heemst. Tel. 27136. In klein gezin te Overveen wordt gevraagd een NET MEISJE, voor dag en nacht. Bij voorkeur var buiten. Zelfstandig kunnende ko ken en werken. Katoen en zwar dragend. Br. G 2668 bur. v.d. bl. JUFFROUW gevr., kunn. naaien, strijken en koken. Meisje aanwez. Mevr. Chichou, Merellaan 30, Bentveld, tel. 26814. GEVRAAGD: NETTE EERLIJKE DIENSTBODE van 8—5. Geh. zelfst. kunn. werken. Ted. van Berkhoutstraat 70. NET MEISJE gevr. (voor halve dagen) huish.ding en hulp in den winkel. Banketbakkerij Bijman, Stuijvesantplein 31. Aanm. na 8 u. Voor Bedrijf AANK. LAKSPUITER, leeft. ca. 18 j., gevr. Aanm. fabriek Donke re Spaarne 22, Dinsdag a.s. des morgens 910 uur. FLINKE JONGEN gevraagd, leeft. -16 jaar, goed kunn. inpakken. Drukk. M. A. Jacobson, Parkl. 40. Eenige nette actieve HEEREN •raagd voor de verkoopafdee- ling. Vast salaris plus provisie en premie. Aanmelden heden tussch. 78 Leeghwaterstraat 16, Haarl. TULPENPELgTERS gevraagd bij Roozen v. Daalen, I-Ioutvaart 30A Haarlem Gevraagd FLINKE SCHILDERS HALFWAS. Hagelingerweg 57, Santpoort. Voor Huishouding Beschaafd VOLSLAGEN MEISJE zoekt betrekking voor direct of later. Br. G 2648 bur. v.d. blad NETTE WERKSTER b. z. a. voor 4 dg. per week. Br. G 2649 bur. van dit blad z. a. NET GRON. MEISJE, g. k. koken en naaien, bij voork. v. dag. Br. G 2687 bur. v. d. blad NET MEISJE, 18 j., zag gaarne haar middagen bezet als hulp in de huish. Br. Olmenstraat 32 zw. Te huur aangeb. BOVENHUIS met pakhuis, centrum stad. Te bevr.: Schoterweg 210. Pi', vrij ruim BOVENHUIS, 3 k., keuken, gr. zolder 4.10. Klaren- beekstraat. Sleutel 54 rd., begin Leidsche buurt. BOVENWONING te huur, bev. 5 en badk., geh. gewit, beh. en geschild. Iordensstraat 49. Br. G 671 bur. van dit blad TE HUUR net ruim benedenhuis, gel. St. Anthoniesteeg 15, 3.75 p. w. Sleutel boven verkrijgb. Pracht SWIFT FIETS te koop. Maandag na 7 uur Kleverparkweg 57, Haarlem. Orig. ENG. H.- en D.-RIJWIEL 27.50, z. g. a. n. Vosmaerstr. 11 TE KOOP 1 motorcarrier, 1 losse J.L.O. en losse onderdeden. Sachs. Br. no. G 2671 bur. v. d. blad Moeder uit groot gezin vr. beleefd FIETS om uit werken te gaan. Va der werkl. Br. G 2672 bur. v. d. bl. BAKKER voor LUXE VERHUUR (zonder chauffeur). Alleen Turf markt 20, tel.15138. Betrouwb. wa gens vanaf 5.per dag. In goeden staat zijnde HEEREN» FIETS te koop. Te bez. Timorstr. 173, Haarlem Nrd. Gevraagd AUTO D.K.W., Adler of andere wagen. Br. G 2688 bur. van dit blad PL\NO te koop. w. vertrek, z. g. a. n., geheel in metaal gebouwd, lcruissn., kl. eiken, billijk. Br. G 26S0 bur. van dit blad AUTOBUSTRIP wegens omst. ter overn. 2 pers. 3 Juli, route Veluwe m. inbegrip van diner etc. Ook 1 pers.- Adres to vern. bur. v. d. bl. PRIJSOPG. gevr. plaatsen vaste wasehtafel en gas. Veenbergplein 40. HONDENLIEFHEBBERS. Te koop prima jonge Airedale ter riers, nestkeus, met stamb., van bekr. ouders. Prijs bill. Marsstr. 18, Hrl. Nrd. VERMIST grijze kater met witte pooten, luist. n. Piet. Tegen bel. te bez. Soendaplein 37. 4 KIPPEN' te koop, alle aan den leg. Te bevragen Raamsteeg 19 r. PEDICURE-INSTALLATIE vol komen volledig, ook electr. te kp. aangeb. Br. G 2675 bur. van dit blad Origineel HANAU HOOGTEZON te k. aangeb., weinig gebrand 100 Br. G 2676 bur. van dit blad TE KOOP Lumière springcam. 6 x 9, F 6,3, met paraattas, pracht toe stel 12.5 0. Iordensstraat 71. TE KOOP GEVR. nette gebruikte babybox en vulkachel. Br. G 2639 bur. van dit blad RIJZADEL met trens en twee leidsels 22.50. S. Offenberg, Ro zengracht 26, Zaandam. WIJ KOOPEN ALLES, meubelen, zolderopruiming, Indisch koper en curiositeiten. Handelshuis „Cen trum", Barrevoetestraat 6, Tel. 1730S. Agb. ZEISS 4:5 OBJ. FILMKLAP- CAM. 6x6 cm. m. tank v. 70 voor 16. Br. G 2651 bur. van dit blad TE KOOP GEVR, boeken, binnen- en buitenlandsche tijdschriften. Ursulastraat 19, Haarlem TE KOOP AGB. winkelinv. Krui denierszaak, ook in ged. Na 7 uur n.m. P. Kiesstraat 2a. MEUBELEN, zolderopruimingen, heerenkleeding. Wij koopen alles. Handelshuis Centrum, Barrevoete straat 6, Tel. 17308. TE KOOP pracht R.H. Engelsche Foxterrier, 1 jaar oud 7.50. Hof dijkstraat 19, Haarlem Oost. VERMIST een auto-ped, sinds 11 Juni, grfoen met paarse biezen. Omgeving Jan v. Goyenstraat. Te rug tegen bel. Luc. v. Leijdenl. 2 Heemstede TE KOOP GEVR. een Nationaal Kasregister, met bon of briefjes bedrukkend. Brieven met inlicht, en prijs G 2657 bur. v.è d. blad TE KOOP prima stofzuiger 10. Stofzuiger met groot zuigvermo gen van 47.50 voor 34. Nieuw. Een winkelstelling 5 en wat vloerbedekking, zeil, matten. Tus schen 7 en 10 uur hedenavond J. Iv. Feenstra, Santpoorterstraat 55. MOOI BUITEN. NIJKERK. Gem. huisje, G a 8 pers. 10 p. w., met pension 1.50 per dag p. pers. Kampeerschuur 5 p. v. B. M, Tenkink Appel. Niikerk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 4