KORT VERHAAL Nederlandsche Mij. tot Bevordering der Geneeskunst. Openingsvlucht naar Australië volbracht Hoofdbestuur en afgevaardigden ter 89ste Algemeene Vergadering officieel op het Stadhuis te Haarlem ontvangen. Toespraak van den Burgemeester Dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk. HAARLEM Dinsdag. Gistermiddag om halt' vijf werden de leden van het hoofdbestuur van de Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Genees kunst en de afgevaardigden ter 89ste alge meene vergadering van deze maatschappij welke momenteel in Haarlem wordt gehouden officieel door den Burgemeester van Haar lem Dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk ten Stadhuize ontvangen. De wethouders A. G. Boes, W. J. B. van Lïemfc, M. A. Reinalda, E. v. d. Wall en de ge meente-secretaris de heer Th. A. Wesstra waren mede bij deze officieele ontvangst aanwezig. De burgemeester heette den voorzitter van de Ned. Mij. tot Bevordering der Genees kunst, het bestuur en de afgevaardigden ter algemeene vergadering, welkom. Wij verheugen ons er over, aldus spr. dat de jaarvergadering van uw Maatschappij te Haarlem wordt gehouden, dat een gezelschap van mannen en ook vrouwen als gij die in onze maatschappij zulk een belangrijke plaats innemen op wetenschappelijk, zoowel als op sociaal gebied thans hier vereenigd is en dat wij deze gelegenheid kunnen aangrij pen om eens uit te spreken welk een waar deering wij hebben voor, en welk een dank wij verschuldigd zijn aan uw stand en hoezeer wij beseffen welk een belangrijke plaats uw arbeid inneemt in het raderwerk onzer maat schappij. Want gij geneesheer staat ons terzijde van de wieg af tot aan het graf. Op het oogen blik dat wij onze intrede doen in dit onder- maansche zijn de zwakke en ongearticuleerde kreten waarmede wij ons dan aan u voorstel len tevens een ontroerend beroep op uw er varing en kennis om dit broze hulsel te be schutten tegen de vele gevaren die het hier op aard besluipen. En od het oogenblik dat wij de oogen voor eeuwig zullen sluiten staat gij weer naast ons en wanneer uw kunst zich moet buigen voor de beschikkingen van den Almachtige, dan zijt gij het die ons laatste lijden komt verzachten. En op de levensweg die tusschen die beide oogenblikken besloten ligt, wie onzer is er die zeggen durft: „ik heb dien dokter niet noodig". Al is ons gestel nog zoo robust dan zijn de risico's van bedrijf en verkeer er nog die ons elk oogenblik bedreigen en die u dag en nacht bereid vinden als de barmhar tige Samaritaan ons naar een veilige plaats te voeren en te verplegen. In uw functie als keurende arts helpt gij ons aan het pensioen of de schadevergoeding waar we recht op hebben of voorkomt gij dat de maatschappij en wij zelf schade lijden door dat ons werk opgedragen wordt dat boven onze lichamelijke krachten gaat. Uw voorzitter stelde mij in de gelegenheid om kennis te nemen van de rede waarin hij kort geleden een overzicht gaf van de ont wikkeling uwer maatschappij. Daarbij werd ik getroffen hoeveel strijd en meeningsver- schil er geheerscht heeft omtrent de wijze waarop uw maatschappij haar doeleinden be hoort na te streven. Het past mij niet deze te analyseeren, laat staan te critiseeren. maar één zinsnede sprong mij daaruit als met lich tende letters geschreven tegemoet en dat was de overweging welke uwe algemeene vergade ring reeds in 1902 uitsprak „Het optreden tot bevordering en zoo noodig verdediging der maatschappelijke belangen van de geneeskundigen in Nederland, althans voor zooverre deze belangen niet in strijd zijn met het algemeen belang". Deze restrictie zoude ik wel tot voorbeeld willen stellen aan elk organisatie, aan eiken •bond die groepsbelangen behartigt, ja, ik zou haar als een „conditio sine qua non" wil len stellen voor het verkrijgen der Konink lijke goedkeuring op hun statuten. Uw stand, het uitoefenen van uw beroep wordt door de Wet beschermd en een dege lijke wetenschappelijke voorbereiding wordt van u geëischt vóórdat de uitgebreide be voegdheden welke de wet u toekent u worden verfeend en dat is ongetwijfeld goed voor u en voor ons. Maar gij weet het zelf dat ken nis alleen niet den goeden dokter maakt. Daarvoor zijn persoonlijke en zedelijke quali- teiten noodig die geen universiteit en geen theoretische of practische scholing u kan bij brengen. En die toch voor den patiënt even broodnoodig zijn als deze kennis zelve. Want als wij u aan ons. ziekbed roepen dan ver langen wij bovenal dit eene, dat wij er iemand zien verschennen dien wij vertrouwen kunnen, die de grenzen van zijn eigen kun nen beseft en durft erkennen, die ons goeden en eerlijken raad geeft ook in de materieele of sociale moeilijkheden die het ziekbed bijna steeds vergezellen. De vele satires en parodieën waarbij in alle tijden de dokterstand gehekeld is op het tooneel of in het witzblad beteekenen in den grond niets anders dan dat wij er naar snakken om een dokter te hebben dien wij kunnen vertrouwen en waar wij tegen opzien. En ik kan er gelukkig persoonlijk van getui gen hoe groot de zegen is om in de .tijden als er gestreden moet worden om het leven van wie ons lief zijn, te weten, dat aan dat ziek bed een man staat aan wien men dien strijd toevertrouwt omdat men het volle vertrouwen heeft niet alleen in zijn kennis maar ook in zijn toewijding en in zijn zedelijke persoon lijkheid. Ook op dat gebied heeft uw maatschappij een belangrijke taak en de wetenschap dat gijzelve u ook aangordt om het zedelijk peil van den geneeskundigen stand hoog te houden geeft u recht op onze waardeering. Ik wil dezen welkomstgroet niet beëindigen zonder een woord te wijden aan den medicus ambtenaar, een species van uw genus waarvan aantal en beteekenis zoo sterk zijn gegroeid. Moeilijke combinatie die het vereenigen van uiteenloopende qualiteit in één persoon ver langt. Maar onmisbaar bij de huidige struc tuur van onze maatschappij, waar zoovelen ook hierin van overheidswege de helpende hand moet worden toegestoken. Het afwegen van de belangen van 't individu dat hulp be hoeft en die der gemeenschap op wie de totaal som dezer hulp een bijna ondragelijken lasl legt is dikwijls een weinig benijdenswaardige taak en met bewondering constateer ik ook uit eigen ervaring hoe ook voor deze taak uit uwe gelederen mannen zijn voort gekomen die deze specifieke taak op hoog staande en bekwame wijze vervullen. De burgemeester besloot met de maatschap pij een voorspoedige toekomst toe te wen- scben. Dr. L. C Kersbergen spreekt. Dr. L. C. Kersbergen, voorzitter van de Ned Mij. tot Bevordering der Geneeskunst dankte den burgemeester voor zijn vriendelijke woorden. Dr. Kersbergen wilde er in dit oude stad huis aan herinneren dat het dateert uit een tijd, waarin Haarlem's beteekenis die van Amsterdam overtrof. Jammer dat er uit dien tijd geen medische gegevens overgebleven zijn; ware het zoo, onze regelingscommissie zou ze beslist verzameld hebben. Deze com missie heeft echter wel uit lateren tijd histo rische gegevens verzameld. Deze zijn thans in het Frans Hals Museum tentoongesteld. Haarlem heeft weliswaar geen Boerhaave opgeleverd, doch ten tijde dat deze groote fi guur leefde zal Haarlem wel belangrijke fi guren op heelkundig gebied gekend hebben. Spr. herinnerde aan de oprichting van de medische school in Haarlem en later het Col legium Medicorum. Aan het eind van de vorige eeuw gaven Benjamin Jan Kouwer en Wes- De Dertiende. door J. POTAPEINKO. Deze gebeurtenis, die hier verhaald wordt, is ingenieur Wladimir Serge- jewitsj Slawotin overkomen en heeft dus de verdienste waar te zijn. Zijn hartkwaal had hem gedwongen reeds tegen twee uur de fabriek te verlaten, en nu lag hij in zijn kamer op den divan, zwaar ademhalend, het gezicht naar boven en de oogen gesloten. Vervloekt, dacht hij, een mooie erfenis.... dat harteen of andere klepMaar de artisten weten alleen maar, dat men er elk oogenblik aan sterven kan. Hij had al lang alle specialisten en eenige professoren geconsulteerd en geloofde niet meer aan hen. De eenige arts, die hem hielp, was zijn vriend Pawel Andrejewitsj Tsjekotin, de assistent van den beroemden professor Lis.topadow, die de een of andere verbluffend gedurfde operatie kon verrichten. Tsjekotin hielp zijn vriend enkel en alleen door zijn aanwezigheid en Slawotin wachtte vol onge duld op hem. Eindelijk wordt er gebeld. Zijn vrouw, Jekaterina Sergejwna opent de deur. Een zacht gefluister, dan komt de vriend binnen. Hij gaat naast den zieke zitten, zijn breed gezicht glimlacht en hij vertelt iets, dat den zieke boeit en hem zijn pijnen doet verge ten. Ja, ja. Men sterft niet meer zoo gemakke lijk tegenwoordig. De vorderingen van onze wetenschap zullen nog eenmaal iemands dood verbieden. Slawotin denkt eerst, dat Pawel slechts zoo praat om hem gerust te stellen, maar spoedig komt hij tot de overtuiging, dat er Iets waars in zit. Het blijkt, dat professor Listopadow een methode ontdekt heeft, hartoperaties te verrichten, een nieuwe ver wonderlijke techniek. Ze is reeds bij honderden dieren geprobeerd en er zijn ook al mensehen geopereerd, reeds twaalf gevallen, alle prach tig geslaagd. Het bericht in de medische wereld was een sensatie. En wanneer Slawotin wil, dan mag ook voor hem het beste ge hoopt wrorden. Natuurlijk wil Slawotin. Hij heeft het ge voel gratie van zijn doodvonnis verkregen te hebben. Maar zeg eens, moet het Listopadow zijn? Kan jij "de operatie niet verrichten? Je weet hoe ik je vertrouw en jij zult het zeker niet slechter doen dan hij. Zeker, zegt Tsjekotin, maar jij bent een zonderling mensch. Begrijp je niet, dat Lis topadow vast en zeker zijn assistent niet zal toestaan zulk een operatie te verrichten. Na tuurlijk heb ik bij hem geleerd, heb de proe ven met de dieren meegemaakt en ik versta de kunst. Maar de roem behoort hem. Na tuurlijk, als ik maar opereeren kor., dan.zou ik dadelijk professor worden.... Maar. zoo als gezegd, dat kan niet. Ik zal Je dus aan melden. Jij bent de dertiende. terman den medischen naam van Haarlem bekendheid tot ver over de grenzen van ons land. In 1918 werd een nieuwe periode ingeluid door de instelling van den Geneeskundigen Dienst. Spr. zeide dat het feit dat Haarlem zelfs in kommervolle financieele tijden over gaat tot de uitvoering van een groot rio,. .ingsplan, waarmede de sociale hygiëne in belangrijke mate gediend zal bzijn, grooten indruk op de medici heeft gemaakt. Na de rede van Dr. Kersbergen werden burgemeester en wethouders aan de hoofd bestuursleden van de Ned. Mij. tot Bevorde ring der Geneeskunst voorgesteld. De 89ste Algemeene V ergadering van de Mij. tot Bevordering der Geneeskunst. Streven naar de instelling van een leidende instantie voor consaltatiebureaux. Prae-advies van de sociaal Hygiënische Commissie aanvaard. Dr. L. C. Kersbergen tot eerelid der Maatschappij benoemd. Des middags, voor de officieele ontvangst ten Stadhuize, was de S9ste algemeene ver gadering van de Ned. Maatschappij tot Be vordering der Geneeskunst in de Leeuwerik voortgezet. De voorzitter Dr. L. C. Kersbergen werd benoemd tot eerelid van de maatschappij. De dertiende!, zei Slawotin en lachte ge dwongen. Ben je soms bijgeloovig? Neen, ik niet, maar ik zal er met mijn schoonmoeder over spreken. Praat toch niet met je schoonmoeder. Mor gen kom je in de kliniek en Vrijdag wordt je geopereerd. Daarmee was de zaak afgeloopen, mevrouw Slawotin werd voorzichtig op de hoogte ge bracht en deze lichtte haar moeder in. Zooals altijd in zulke gevallen, jammerden de dames eerst een beetje een operatie, denk eens aan! Maar spoedig kalmeerden zij en be gonnen de aangelegenheid zakelijk te bespre ken. Maar 's avonds bij de thee beging Wladimir Sergejewitsj een groote onvoorzichtigheid, die beslist den gang van de gebeurtenissen zou beïnvloeden. Zoo'n kerel, die professor, twaalf operaties heeft hij in dien korten tijd met succes ver richt, zei hij terloops. De schoonmoeder verbleekte. Moet dat beteekenen, dat jij de der tiende bent? Dat is toch heelemaal onmoge lijk. Dat kan niet meer veranderd worden. Ik kan de operatie niet uitstellen. Vrijdag zal het gebeuren. Zijn schoonmoeder was zeer bleek gewor den. Vrijdag zeg je? Weet je dan niet, dat het Vrijdag de dertiende is? Jawel, maar wat zou dat? Maar begrijp je dan niet, op een Vrijdag, op den dertiendenen jij zelf de dertien deDat beteekent toch niets minder dan een mensch een zekeren dood in te sturen! Slawotin lachte, maar meer uit verlegen heid. Dat bracht de schoonmoeder heelemaal buiten zichzelf en zij verliet de kamer. Zeg eens, lieve, zei mevrouw Slawotin, moet het nu tóch? Het is natuurlijk onzin. Kun je werkelijk de operatie niet uitstellen? Neen, ik kan niets meer uitstellen, en bovendien is het belachelijk en dwaas. Het is mi eenmaal zoo geschikt en daarmee basta. En den volgenden dag begaf Slawotin zich inderdaad naar de kliniek. Maar hij had geen rekening met de energie van zijn schoon moeder gehouden. Woensdagavond, nadat het haar en haar dochter niet gelukt was, hem tot het uitstellen van de operatie te be wegen. trok zij haar zwartzijden japon en haar bontmantel aan en verliet het huis met de vastberadenheid van een krijgsoverste. Men zou minstens gelooven, dat zij van plan was de kliniek in brand te gaan steken. Donderdagmorgen vertelde professor Lis topadow aan zijn assistent Tsjekotin van het bezoek van een zeer eerwaardige oude dame, die hem gesmeekt had de operatie van Slawo tin uit te stellen, omdat er anders beslist een ongeluk zou gebeuren: tweemaal de der tiende en ook nog wel op Vrijdag boven dien. Natuurlijk ging de professor voort, heb ik baar moeten teleurstellen. De operatie is niet '.it te stellen en bovendien is het toch werke lijk allemaal onzin. Maar het is inderdaad merkwaardig, deze samenloop: tweemaal de dertiende en VrijdagOverigens moet ik toegeven, dat ik in mijn jeugd een ook op De vice-voorzitter G. van Gangelcn wensch- te Dr. Kersbergen geluk en bracht hulde en waardeering voor het vele werk dat hij in de afgeloopen jaren voor medisch Nederland en de maatschappij heeft verricht. Dr. Kersbergen dankte voor de hem ver leende onderscheiding en vond dat deze niet schooner had kunnen zijn dan in dezen vorm van het eerelidmaatschap. Daarop werd overgegaan tot de orde van den dag: Behandeilng van het prae-advies der so ciaal Hygiënische Commissie over de con- sultatie-bureaux. In dit prae-advies erkent de maatschappij dat het consultatie-bureauwezen van belang is voor de volksgezondheid. De maatschappij is echter van oordeel dat het belang voor de volksgezondheid, gelegen in de individueel behandelende geneeskunst niet door het con sultatiebureauwezen mag worden geschaad. Zij is nochtans van meening, dat de behan delende geneeskunst harerzijds tot loyale medewerking inzake de consultatiebureaux verplicht, is. Oe maatschappij zal derhalve streven naar het instellen van een officieele instantie, die bestaansrecht, werkwijze, werk kringen en uitbreiding van consultatiebureaux en analoge bureaux regelt en klachten onder zoekt, beoordeelt en beslecht. Zoolang deze officieele instantie niet be staat zal gestreefd worden naar het oprichten van een dergelijke particuliere onafhanke lijke. en boven de partijen staande instan tie, zoo mogelijk in samenwerking met andere belanghebbenden en met het geneeskundig Staatstoezicht op de volksgezondheid. Verscheidene afdeelingen voerden het woord over dit onderwerp, o.a. Groningen, Arnhem, Heerenveen, enz. O.a. werd de vraag aan de orde gesteld of de leiding van een consultatiebureau in handen van een specialist of een huisarts gestëld dient te worden. De afgevaardigde van Amsterdam vond dat in de zuigelingen-consultatiebureaux in de groote stad niet behandeld mag worden. Spr. wees erop dat de consultatiebureaux de noodzakelijkheid geleerd hebben om de zuigeling in het eerste jaar te controleeren. T.a.v. de leiding van consultatiebureaux merkte deze afgevaardigde op dat de leider het consultatiebureau niet als fuik voor zijn eigen practijk mag gebruiken. Een leider moet ook goed met zijn collega's kunnen om gaan. De huisartsen moeten langzamerhand niet meer gaan spreken van „mijn patiënten", maar van „onze patiënten". Wij moeten in het algemeen komen tot grootere samenwer king, meer collegialiteit en meer waardeering voor elkaar's werk. De afgevaardigde van de afdeeling Zaan land opperde bezwaar tegen uitbreiding der consultatiebureaux ad absurdum. De huisartsenstand moet volgens dezen'spr. de organisatorische grondvorm blijven van de medische wereld in Nederland. De Haagsche afgevaardigde deed een ver zoek om bescherming tegen slechte consul tatiebureaux. Deze spr. achtte den toestand inzake de consultatiebureaux in Den Haag slechter dan in Amsterdam. Namens de So ciaal Hygiënische Commissie sprak Dr. P. H. Kramer. Spr. was dankbaar voor de hem dooi de afgevaardigden toegezwaaiden lof doch onderstreepte dat deze eigenlijk toekomt aan Dr. M. van der Hoeve secretaris-rapporteur Inzake de kw:estie of huisartsen dan wel spe cialisten consultatie-bureaux zouden moeten leiden, merkte spr. op dat door middel van enquetes in de stad en op het platteland is gebleken dat zoowel huisartsen als specialis ten de aangewezen leiders voor consultatie bureaux worden geacht. In dit opzicht kan geen centrale regeling worden getroffen.. Hier beslissen de plaatselijke omstandig heden. Dr. M. v. der Hoeve, secretaris-rapporteur bracht dank voor den lof hem voor de samen- grond van ondervonden gebeurtenissen, bij geloovig wasJa, later zelfs ook nog! Vrijdag, den dertienden December, om 13 uur was de groote operatiezaal der kliniek vol artsen en studenten, om de belangrijke operatie bij te wonen, die professor Listopa dow op het punt stond met zijn assistenten voor den dertienden keer te verrichten. De zieke werd binnengereden en eindelijk ver scheen ook de professor. Tsjekotin zag op den eersten blik, dat de geleerde vandaag niet goed in vorm was. De professor was een opgeruimd, bedaard mensch hield van schertsen en praten. Vandaag was hij opvallend stil, zijn bewegingen waren nerveus, zijn uitdrukking onzeker. Tsjekotin trad op hem toe en zei zacht: „Voelt u zich niet goed professor?" Och wat, ik heb alleen maar wat te weinig geslapenBovendien was de oude dame er weer en met haar was een jongere vrouw, ik geloof, die van den patiënt. Zij hebben gehuild. Merkwaardig, zij waren beiden over tuigd, dat er vandaag een ongeluk gebeurt Vannacht heb ik van ze gedroomd, maar zóó dom; luister maar. De een scheen lang en smal, als een 1, de ander gebogen als een 3. Toen zij naast elkaar stonden, vormden ze het getal 13. De duivel mag weten wat iemand overkomen kanMaar wij zullen beginnen heeren. De reuk van de chroloform vervulde de kamer Slawotin verloor het bewustzijn. De profes sor nam het instrument en met een enkele zekere en nauwkeurige snede legde hij het hart van den patiënt bloot, Maar in plaats de beslissende snede te doen en geen van de kostbare seconden te verliezen, aarzelde hij plotseling en trad zelfs van de operatietafel terug. Tsjekotin keek hem in het gezicht. Hij was doodsbleek, de oogen, wijd geopend, op een ver punt sta rend, waar zich iets ontzettends moest be vinden. Tsjekotin wenkte bevelend twee ver plegers. Zij namen den in elkaar zkkenden professor onder de armen en brachten hem de kamer uit. De aanwezigen slakten een kreet van ontzetting. Maar Tsjekotin greep het instrument en volbracht de operatie. Zijn eigen hart klopte wild, maar toch gevoelde hij zich krachtig en vastbesloten. De assistenten volgen zijn be velen zwijgend op. In eenige oogenblikken was de operatie gelukkig afgeloopen. Tsje kotin spoedde zich naar den professor. Excuseer me, ik had zeker geen recht in te grijpen, maar het was mijn vriend De professor, die moe in een stoel zat, stak hem de hand toe. Weet je, wat het was? Juist, toen ik de beslissende snede wilde doen, scheen het als of de beide vrouwen van gisteren de zaal binnentraden. Ze stonden naast elkaar en vormden het getal 13. Toen overviel me plot seling een vreeselijke angst; wat zal er ge beuren als mijn hand niet wil? En toen kon ik niet verder. Je moet niet bijgeloovig zijn. mijn beste jonge vriend Den volgenden dag sprak de heele stad /an de verbluffende operatie van den jongen assistent, die spoedig daarop tot professor aan de andere universiteit benoemd werd. Maar Slawotin heeft een gezond hart, (Nadruk verboden) stelling van zenn rapport toegezwaaid. Hij heeft echter dit rapport alleen zoo goed kun nen samenstellen omdat de ondervonden medewerking van alle kanten zeer groot is geweest. Spr. veronderstelt dat de evolutie der con sultatiebureaux in steeds grooter mate om zich heen zal grijpen. Die evolutie zal geleid moe ten worden. De toekomst zal een werkelijke regeling moeten brengen. De maatschappij is er eigenlijk op uit een wettelijke regeling te bewerkstelligen. Dat is de bedoeling van de in het betreffende praeadvies genoemde instan tie. Inzake de leiding van de consultatie bureaux was spr. van meenhig dat het er niets toe doet of dit een huisarts dan wel een spe cialist is. als het maar een fatsoenlijk mensch is. De conclusies van dc Sociaal Hygiënische Commissie, neergelegd in het vorengenoemde prae-advies, werden daarop door de vergade ring goedgekeurd. In een vacature van den Raad van Beroep werd benoemd de heer D. H. van der Goot tz Haren. Periodiek aftredende leden van de Geldcómmissie, de Commissie van beheer van het ondersteuningsfonds en de sociaal Hygië nische commissie, resp. de heeren J. F. M. Bosman, P. Ribbius en J. M. Baart de la Faille werden herkozen. Ter vervulling van de door het overlijden van den heer A. H. Schmidt opengekomen plaats in het hoofdbestuur werd de heer A. Schuckinck Kool gekozen. De vergadering werd verdaagd tot 5 Juli. Festiviteiten. Na de officieele ontvangst ten stadhuize werd een autotocht door Haarlem en omgeving naar Zandvoort gemaakt. In Zandvoort werd de avond verder in het Groot Badhuis doorge bracht. Vergadering der wetenschappelijke secties. Dinsdagmorgen vonden in de gehoorzaal van het St. Elisabeths Gasthuis de vergaderin gen van de wetenschappelijke secties van de Ned. Mij. tot Bevordering der Geneeskunst plaats. De voorzitter van de Hygiënische sectie, de heer W. B. Smit, arts. opende de vergadering van deze sectie. Dr. O. H. Dijkstra sprak over: „Eenige ge gevens over de epidemiologie en het carci noom. Dr. F. E. Posthumus Meyjes sprak over: geestelijke volksgezondheid. De voorzitter van de sectie voor verloskunde jhr. C. G. J. von Winning opende de vergade ring van deze sectie. Dr. W. P. Plate sprak over: Kiemepitheel= piastomen van het ovarium. M. U. L. O-EXAMENS. Maandag zijn in het gebouw van den Haarl. Kegelbond te Haarlem de M.U.L.O.-examens begonnen. Voor het A-diploma slaagden: N. Bartels, A. van der Velde, J. H. Veldkamp, W. E. de Ruiter, N. J. v. d. Wateren, A. van Woerden, E. M. Steenhuizen, R. Lobbes, E. Cornet, W. A. F. Schoenmakers en J. v. d. Koelen, allen te Haarlem; Th. E. Teunissen, M. A. de Bie, C. H. Lyesen en J. G. van Wijngaarden, allen te Beverwijk; J. v. d. Raad, te Heemstede; L. M. Jonker te Bennebroek, T. Heskes, te Aer- denhout; G. van Beek te IJmuiden; E. Schir- mann te Overveen. Voor het B-diploma: M. Wijchers, A. M. Kottman, W. F. K. v. d. Eynde, R. E. A. We ber, A. van Huyzen, G. Bos, en W. F. Bremer, allen te Haarlem; H. A. Oosterhof te Bloemen- daal; L. Schroder, te Aerdenhout, en H. F. van Asselt te Santpoort. NIEUWE SUBST. OFFICIER VAN JUSTITIE. Mr. N. J. G. SIKKEL BENOEMD. Tot subst. officier van Justitie bij de Arr. Rechtbank te Haarlem is benoemd mr. N. J. G. Sikkel, thans Ambtenaar van 't O.M. bij de Kantongerecht in het Arr. Middelburg, ter standplaats Middelburg. Mr. Sikkel werd 1 September 1397 te 's-Gra- venhage geboren en studeerde te Amsterdam aan de Vrije Universiteit. Hij voleindigde zijn studie in 1925 en vestigde zich daarna als ad vocaat te Sneek; tegelijkertijd was hij waar nemend Ambtenaar O.M. bij het Kantonge recht in Leeuwarden. Sedert Augustus 1928 is hij Ambtenaar van het O.M. bij de Kan tongerechten in het Arr. Middelburg. Sinds 1 Februari 1934 is hij ook werkzaam als waar nemend officier van Justitie bij de Arr. Recht bank te Middelburg. Mr. Sikkel is lid van de Geref. Kerk in Her steld Verband. EXAMENS. Toonkunst Bij de te 's Gravenhage gehouden Staats examens voor Muziek is voor piano lager- onderwijs geslaagd mejuffrouw C. A. Leeu wenberg te Heemstede, leerlinge der Toon kunst-Muziekschool alhier. KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. Kiezerslijsten liggen ter visie. HAARLEM Dinsdag. Van heden af tot en met 14 Juli zijn ter ge meente-secretarie. Ie afdeeling ter visie neder- gelegd de kiezerslijsten voor het grootbedrijf en het kleinbedrijf van de Kamer van Koop handel en Fabrieken, voor zoover betreft de kiezers in die gemeente. Tot gemeld tijdstip is een ieder bevoegd bij de Kamer verbetering van de lijsten te vragen op grond, dat hij zelf of een ander in strijd met de wet daarop voorkomt, niet voorkomt of verkeerd is geplaatst. Te Batavia is bericht ontvangen, dat de PK-AFM op de eerste vlucht naar Australië in den ge- regelden dienst om 14.25 te Sydney is aangekomen. (Aneta). Dr. L. C. Kersbergen, voorzitter van de Nederlandsche Maatschappij tot bevor dering der geneeskunst beantwoordt de rede van den burgemeester van Haar lem, Dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk tijdens de officieele ontvangst ten Stadhuize van Hoofdbestuur en afgevaardigden ter 89ste algemeene vergadering van de Ned. Mij. tot Bevordering der Genees kunst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8