VACANTIE-
COSTUMES
Peek Cloppenburg
.14.50
Spelling De Vries en Te Winkel wat betreft
voornaamwoordelijke aanduiding en
geslacht wordt hersteld.
Zekerheid was noodzakelijk betoogt
Minister Slotemaker de Bruine.
Drukt omzetbelasting het
zwaarst op het minst
kapitaalkrachtige deel
der bevolking?
De blijvende werkloosheid.
VRIJDAG 8 TUE I 1938
Installatie Spellingscommissie.
heeft, de minister aan de Tweede Kamer ver
klaard. dat te zijner tijd bij een mogelijk voor
stel tot verhooging van het heffingspercen-
itage van de omzetbelasting een tegemoetko
ming aan de groote gezinnen in overweging
zou kunnen worden genomen, doch de leden,
had deze, wel uiterst vage, toezegging, zeer
weinig bevredigd. Zij zouden het op prijs stel
len. van den minister een uiteenzetting te ont
vangen, wanneer en op welke wijze hij zich
voorstelt, voor zoover zulks onder hem ressor
teert, het belang van het groote gezin op doel-
treffende wijze te behartigen. Van den inhoud
van deze uiteenzetting zouden zij hun
stem ten aanzien van dit wetsontwerp laten
afhangen.
Nederland en België
moeten één lijn trekken.
De minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen, prof. dr. J. R. Slotemaker de
Bruine, heeft heden de ingestelde spellings
eoipmissie geïnstalleerd.
Qt minister sprak hierbij het volgende:
Üw taak zal van bescheiden omvang wezen.
Zij is niet te vergelijken met hetgeen destijds
opgedragen aan de Staatscommissie-
Kuyper, ingesteld bij K. B. van 22 Juni 1909,
noch ook met die van de Staatscommsisie-
Kluyver, ingesteld bij K. B. van 16 Juni 1916.
Uw taak is beperkter intusschen is zij be
langrijk en onmisbaar, gelijk u uit het vol
gende blijken moge.
Prof. Dr. Slotemaker de Bruïne
Minister yan Onderw., K. en W.
De regeering heeft besloten met
betrekking tot geslacht en voornaam
woordelijke aanduiding de schrijf
wijze van De Vries en Te Winkel te
handhaven of te herstellen: Zij'deed
dit ten eerste, omdat naar haar oor
deel in deze schrijfwijze belangrijke
elementen invloed oefenen, die niet
kunnen verwaarloosd worden. Ten
tweede omdat, ook indien te eeniger
tijd wijziging zal worden aange
bracht, voorshands zekerheid onmis
baar is. Ten derde niet het minste,
omdat Nederland en België ter zake
een lijn moeten trekken. Ik zinspeel
daar echter op de mogelijkheid, dat
op den duur zekere wijzigingen vrij
algemeen zullen worden aanbevolen,
wel niemand verdedigt, dat ook voor
een verre toekomst met de schrijf
wijze De Vries en Te Winkel inzake
geslacht en voornaamwoord het laat
ste woord zou zijn gesproken. Maar
om te voorkomen, dat hier min of
meer willekeurig gehandeld wordt,
acht de regeering het noodzakelijk te
beschikken over een instantie, die,
hetgeen op dit erf zich voltrekt, met
groote belangstelling volgt en te zijner
tijd daaromtrent wenken geeft of
voorstellen doet. Ook dan, gelijk wel
van zelf spreekt, zal een zeer nauw
contact onmisbaar zijn met hetgeen
in België ter zake geschiedt.
De volgende kwesties zullen verder de aan
dacht der commissie hebben:
Examenspelling blijft ongewijzigd.
Ten eerste heeft de regeering be
sloten geen wijziging van principieelen
aard aan te brengen in de voorge
schreven examenspelling, voorzoover
deze betrekking heeft op het woord
beeld; zij is integendeel voornemens
deze schrijfwijze in de van haar uit
gaande stukken over te nemen. Echter
staat zij daarbij voor enkele vragen,
die tevoren beantwoord moeten wezen.
Op 1 November 1934 verscheen een
nota van den minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen om aan te
geven, op welke wijze de regels inzake
e, o en sch moeten worden verstaan
en toegepast. De vraag rijst, of deze
nota met zich brengt de wenschelijk-
held van redactiewijziging in de regels
1, 2 en 3 van de K. B., inzake de
schrijfwijze der taal.
Ten tweede. Er is voorts een boekwerk ver
schenen, houdende een lijst der aardrijkskun
dige namen van Nederland, aan welke lijst
de legering zekere erkenning heeft verleend
door subsidieering. De vraag rijst, of de be
voegdheid bestaat hetzij bij K. B., hetzij zelfs
bij ministerieele beschikking de in deze lijst
voorkomende schrijfwijze der aardrijkskun
dige namen over te nemen en voor te schrij
ven, hoewel de grondwet en eenige andere
wetten een andere schrijfwijze kennen en wel
licht voorschrijven. Deze juridische vraag
vergt een antwoord.
Ten derde. Indien de vraag beantwoord
wordt in dezen zin, dat de schrijfwijze der
aardrijkskundige namen, die in deze lijst ge
volgd is, kan worden overgenomen en voor
geschreven door de regeering, dan vraagt een
taalkundig onderwerp de aandacht. In deze
lijst namelijk worden e, o en sch anders be
handeld dan de zoo straks bedoelde spelling
regels; eenheid van beleid te dezer zake is in
tusschen onvermijdelijk.
Ten vierde. Het zal wel moeilijk te verdedi
gen zijn, dat b.v. Nederlandsch-Indië soms
geschreven wordt met sch, soms met s gelïik
in de straks bedoelde nota van 1 November
1934 wordt verondersteld. Het algemeene
vraagstuk is op deze wijze nog bijzonder moei
lijk geworden. Ook hierover is een beslissing
onvermijdelijk.
Eer de regeering het nieuwe woordbeeld
overneemt behoeft zij een antwoord op deze
vragen, waarvan ik mij voorstel dat het door
u op zeer korten termijn zal kunnen gegeven
worden, terwijl niemand de noodzakelijkheid
van deze beantwoording zal willen ontkennen.
Voorts rijst een vraagstuk, dat reeds eerder
de aandacht had, n.l. dit: hoe de bastaard
woorden en de samengestelde woorden moeten
worden geschreven. iDeze vraag gaat buiten de
andere regels van de spelling-besluiten om,
zij heeft intusschen een zeer belangrijke
waarde Het is niet mijn bedoeling, dat met
het uitbrengen van het advies over de boven
genoemde regels gewacht wordt tot ook het
tweede advies gereed is.
Het spreekt wel van zelf, dat op dit terrein
nauw overleg met België onmisbaar is.
Dr. Fockema Andreae antwoordt.
De rede van den minister werd beantwoord
door den voorzitter der commissie, dr. J. P.
Fockema Andreae.
Deze sprak als volgt:
Wel mag ik mij gelukkig prijzen, dat ik het
geen ik zeggen ga niet behoef te spellen, om
dat het mij niet gemakkelijk zou vallen, aan
de spellings-inzichten van al mijn medeleden
gelijkelijk recht te doen wedervaren.
Voor heftig verschil van inzicht behoeven
wij bij het werk, dat ons wacht, zeker niet al
te zeer te vreezen, want onze tocht gaat, al
thans voorshands, niet naar de gevaarlijksche
spellingsterreinen vol van voetangels en
klemmen, brandnetels en stekelige doornen.
Uwe wenken volgende blijven wij in de neu
trale zone, in enkele rustige inhammen, ge
legen bezijden de onstuimige zeeën met haar
draaikolken, verraderlijke klippen en licht
ontplofbare gevaarlijke mijnen, waar de ko
kende, hartstochtelijk bruisende golven on
ophoudelijk komen aanstormen als onheil
spellende hooge gevaarten, die alles in hun
wilde jacht dreigen te zullen meesleepen. Wij
zullen er ons voor hoeden, ons daar onge
nood en onnoodig in te wagen en blijven,
dunkt mij, liever in het veilige vaarwater,
waar uwe excellentie interessante problemen
voor ons heeft uitgestald.
Onze commissie zal zich beijveren, het daar
heen te sturen, dat zij uwe excellentie spoedig
in het bezit kan stellen van een antwoord op
de allereerste aan haar overgelegde vragen.
Bij. den..aanvang ..van onzen arbeid géven
wij u de verzekering, dat wij ons met den
vollen inzet onzer krachten zullen inspan
nen in het belang van wat uwe excellentie
geheel in ons aller geest als „onze schoone en
hartelijke geliefde moedertaal" heeft geken
schetst.
EERSTE KAMER,
Critiek op hel
herzieningsontwerp.
VOLGENS het Voorloopig Ver
slag over het ontwerp van
wet tot herziening van de
omzetbelastingwet en wijzi
ging van de algemeene wet van 26
Augustus 1822. verklaarden eenige le
den, tegen de omzetbelasting in het
algemeen dit bezwaar te hebben, dat
zij huns inziens het zwaarste drukt
op dat deel der bevolking, hetwelk
dien druk het minste kan lijden.
Gaarne zouden zij dan ook verne
men. op grond van welke gegevens de
minister van meening is, dat de volks
huishouding in staat zou zijn de voor
gestelde verzwaring van lasten te
dragen. Zij duchtten, dat te dezer
zake op gevaarlijke wijze wordt ge-
experimenteerd, totdat tenslotte zal
blijken, dat de grens van de draag
kracht der belastingplichtigen is over
schreden.
De regeering zoeke. dus betoogden zij, ver
hooging van de belastingopbrengt. niet in ver
zwaring van den belastingdruk, doch in de
bevordering van den opbloei van het bedrijfs
leven.
Vele leden wederspraken deze critiek. Zij
waren van oordeel, dat de regeering terecht
heeft voorgesteld de omzetbelasting te hand
haven. omdat goed financieel beleid het prijs
geven van de daaruit vloeiende, voor 's rijks
schatkist zoo belangrijke, baten vooralsnog
onmogelijk maakt. Bovendien vestigen deze
leden de aandacht er op, dat dit wetsontwerp
in hoofdzaak beoogt niet een verzwaring van
den belastingdruk, doch een technische her
ziening van de omzetbelasting.
Wat dit laatste punt betreft, houdt huns in
ziens de voorgestelde regeling menige verbe
tering in, weshalve zij alleszins toejuiching
verdient.
Enkele leden waren van oordeel, dat deze
belasting meit name zwaar drukt op een min
draagkrachtig deel der bevolking, al meenden
zij, in tegenstelling met de, het eerst aan het
woord zijnde leden, dat het rijk de bedoelde
bron voorloopig niet kan derven.
Sommige leden hadden tegen de ontwor
pen regeling voornamelijk dit bezwaar, dal.
zij geener1ni verlichting inhoudt van de las
ten, drukkende op de groote gezinnen. Zou
blijven, aldus betoogden zij, vleesch en boter
aan omzetbelasting onderworpen. Weliswaar
HET BEZOEK VAN PRINS
BERNHARI) AAN GRONINGEN.
VERSCHEIDENE LANDBOUWBEDRIJVEN IN
DE PROVINCIE BEZOCHT.
Z.K.H. Prins Bernhard heeft Donderdag in
gezelschap van den Commissaris der Koningin,
mr. J. Linthorst Homan, enkele landbouwbe
drijven in de provincie bezocht. Eerst werd
een bezoek gebracht aan Slochteren, waar de
landbouwhuishoudschool werd bezichtigd, in
welke juist een cursus werd gegeven.
Verder ging de tocht via Noordbroek naar
Oostwold, waar de Prins op het bedrijf van
dr. J. Oortwijn Botjes werd voorgesteld aan
den heer H. D. Louwes en ir. A. P. Minder-
houd, voorzitter en secretaris van de Gro-
ningsche Maatschappij van Landbouw. Dr.
Oortwijn Botjes lichtte enkele bijzonderheden
van het Oldambt toe, waarna eenige proef
velden aardappelen van dezen bekenden des
kundige werden bezichtigd. Van hier werd
gereden naar Spijk, waar de Prins de boer
derij bezocht van den heer J. Post Wierse-
ma.
Bij. alle bezoeken werden Z. K. H. diverse
beschrijvingen en boekwerken over land
bouw en organisatieleven overhandigd. Van
Spijk ging de tocht over Roodeschool naar
Uithuizen, waar een bezoek werd gebracht
aan een Landarbeiderswoning. In den borg
„Minkema" gebruikte Z.K.H. de lunch.
Om twee uur vertrok Z.K.H. naar Groningen
en vervolgens naar het Zuiden, waar de Com
missaris der Koningin bij de Groningsch-
Drentsche grens afscheid nam. Z.K.H. was
ook nu vergezeld van zijn adjudant kapitein
J. K. H. de Roo van Alderwerelt.
Teraardebestelling Prof. G. J. W.
Koolenians Beynen.
Onder zeer groote belangstelling, vooral
uit medischen kring, is gistermiddag op Oud
Eik en Duinen het stoffelijk overschot van
prof. G. J. W. Koolemans Beynen ter aarde be
steld.
In de aula waar de organist gewijde muziek
ten gehoore bracht, sprak, nadat een broer
en een neef van den overledene het woord
hadden gevoerd mr, W. J, baron van Lynden,
eerste ondervoorzitter van het Ned. Roode
Kruis.
De heer van Lynaen herinnerde aan den
arbeid door prof. Koolemans Beynen in 1912
en 1913 tijdens de Balkanoorlogen verricht en
aan de periode (1920'36) gedurende welke
prof. Koolemans Beynen lid van het dage
lij ksch bestuur van het Roode Kruis was, als
hoedanig hij dikwijls aan internationale con
gressen deelnam. Spr. bracht den overledene
dank voor zijn arbeid, toewijding en liefde.
Prof. dr. P. C. Flu, secretaris van den Leid-
schen Academischei Senaat gaf uitdrukking
aan het verlies, dat door dit heengaan de
Leidsche universiteit en in het bijzonder de
medische faculteit lijden en sprak ook na-
meis de vereeniging voor tropische genees
kunde.
Verder voerden het woord dr. van Hunsel,
als vriend, dr. J. Hankes Drielsma, namens
de Ned. Mij. tot bevordering der geneeskunst,
dr. Hulshoff, namens de vereeniging voor
tropische geneeskunde, kapitein Baay, na
mens de hoogere krijgsschool, dr. Winkler,
als oud-voorzitter van den geneeskundigen
raad van het departement van Koloniën, dr.
Van Gangelen, namens het 's-Gi-avenhaagsch
geneeskundig gezelschap en luitenant-kolonel
J. de Waal, vertegenwoordigende de Ned. Ver
eeniging voor Volks- en schoolbaden.
vanaf.
HAARLEM: GROOTE HOUTSTRAAT 38-40
(Adv. Ingez. Med.)
ZIJN VRIEND MET EEN MES
DOODGESTOKEN.
Noodlottig gevolg van dronkemans-
twist te Nistelrode.
TEGEN DADER DRIE JAAR GEëlSCHT.
Voor de ï'eehtbank te Den Bosch is giste
ren behandeld de strafzaak tegen den 39-ja
rigen opperman M. van G., uit Nistelrode, die
aldaar in den avond van 29 Mei j.l. in café
Van der Velden zijn vriend Jan Zegers met
een mes heeft doodgestoken.
De ai'beider Z. had verkeering gehad met
een dochter van den caféhouder. Het meisje
knoopte evenwel relaties aan met een ander,
zekeren van Steenbergen. Z. wilde gezamen
lijk met zijn vriend M. van G. met Van Steen
bergen afrekenen.
Op den avond van 29 Mei gingen zij samen
naar het café en van G. maakte het van
St. zeer lastig. Deze wond zich op en trok
een mes. Toen hij van St. met dit mes be
dreigde, vond Z. dit te ver gaan en hij poogde,
geholpen door andere cafébezoekei's, G. te
kalmeeren. G., die veel gedronken had, zag
nu in zijn vriend een vijand. Er ontstond
een vechtpartij, waarbij G. het mes met
kracht in het rechter dijbeen van Z. stak. Z.
zakte ineen en een kwartier later was hij
overleden.
Bij de behandeling voor de rechtbank be
kende G. zijn vriend te hebben doodgesto
ken.
Na getuigenverhoor eischte de officier van
Justitie, mr. Van den Burg, wegens mishan
deling den dood tengevolge hebbend, een ge
vangenisstraf van drie jaar.
De verdediger mr. Kruse vroeg hem te
veroordeelen tot een kleine onvoorwaardelijke
straf en tot een voorwaardelijke straf met een
iangdurigen proeftijd, zulks omdat hier een
beroep kan worden gedaan op noodweerexces
en omdat verdachte, die een goed mensch is,
slachtoffer is gewordeh van misbruik van
sterken di'ank.
De uitspraak is bepaald op 21 Juli a.s.
KOERSEN NEDERL. CLEARING1NSTITUUT
Koersen voor stortingen op 8 Juli 1938 te
gen verplichtingen luidende in:
Reichsmarken 72.98, Lires 9.50, Peseta's
10.50, Turksche Ponden 1.44.
A. K. U. keert 2*/2wit °P de
gewone aandeelen.
De directie van de A. K. U. te Arnhem deelt
mede, dat in de gisteren gehouden vergade
ring van den raad van commissarissen beslo
ten is aan de algemeene vergadering van aan
deelhouders voor te stellen op de cumulatief
preferentie aandeelen haar achtei'stallige di
vidend. benevens 6 pet. over 1937 uit te keeren
en op de gewone aandeelen een dividend van
2Vó pet. Daar liet achterstallige dividend op 1
Januari 1937 18 pet. bedroeg en over 1937 6
pet. daarbij wordt gevoegd, terwijl in Januari
1938 een intei'im dividend van 3 pet. werd uit
gekeerd, zal thans 21 pet. worden betaald.
HOOG BEZOEK IN VERBAND
MET HET REGEERINGS-
JUBILEUM.
DE SULTAN VAN DELI TE GENUA
AANGEKOMEN.
GENUA, 7 Juli. (A.N.P.) Met het s.s. „Johan
de Witt" van de stoomvaartmaatschappij „Ne
derland" is gisteren te Genua gearriveerd Z.H.
de Sultan van Deli, die vei-gezeld wordt door
twee zijner zoons. De sultan zou een bezoek
aan Nederland brengen in vei^band met het
regeeringsjubileum van H.M. de Koningin.
Het hooge gezelschap werd begroet door den
heer John A. de Goeijen, een kleinzoon van
den bekenden Deli-pionier P. W. Janssen.
De heer de Goeijen zal het gezelschap be
geleiden op reis door Europa. De Sultan en
zijn zoon zullen gedurende korten tijd ver
blijven aan de Italiaansohe Riviera en daar
na een bezoek aan Parijs brengen.
HET VARKENSVLEESCH WORDT DUURDER.
Naar ons door het comité van opbouw in de
Haagsche vleeschwai'enbedrijven werd mede
gedeeld. zijn de slagers tengevolge van de stij
ging van de mai'ktprijzen der vai'kens, nood
gedwongen verplicht het varkensvleesch met
tien cent per K.G. te verhoogen.
HET CONFLICT IN DE
HARINGVISSCHERIJ.
HET STANDPUNT VAN DE ORGANISATIES.
Naar aanleiding van de door de reedersver-
eeniging voor de Nedei'landsche haringvis-
scherij gedane publicaties deelen de besturen
van den Centralen Bond van Transportarbei
ders en den Ned. R.-K. Bond van Transport
arbeiders St. Bonifacius mede. dat het aan
bod aan de bemanningen om dii'ect na aan
komst twee uur vrij te geven door hen, na
overleg, als onvoldoende van de hand is ge
wezen.
Immers is er in de gevallen waarin twee uur
vrij af wordt gegeven geen sprake van eenige
rust. voor met hot zware werk van het lossen
der lading, eventueel het laden van het zout,
moet worden begonnen. Het is in die gevallen
slechts een snel bezoek brengen aan het ge
zin.
Daarbij mag er op gewezen worden, dat la
den en lossen van haring en zout circa acht
uur zwaren arbeid voi-dert.
De onafgebroken langere periode van vrijen
tijd wordt eerst genoten tusschen twee reizen
na beëindiging van het lossen der haring en
eventueel het laden van het zout.
De weinige uren rust. dh-ect na binnen
komst. worden in rekening gebracht bij den
totalen minimum xristtijd.
Het wordt door de arbeiders noodzakelijk
en door de organisaties als volkomen redelijk
geacht, den vrijen tijd direct na binnenkomst,
met het oog op de noodige uren rust. voordat
met nieuwen arbeid wordt begonnen, op ten
minste zes uren te bepalen.
Kan uitbreiding van het productie
apparaat oplossing brengen
Werkloosheidsraad debatteert over
prae-advies van den heer
A. W. van Mill.
In een bijeenkomst van den werkloosheids-
raad is gedebatteerd over het praeadvies van
den heer A. N. van Mill, adjunct-directeur van
den gemeentelijken dienst voor Maatschap
pelijk Hulpbetoon te Rotterdam, over het
vi-aagstuk der blijvende werkloosheid.
Behalve de leden van den werkloosheids-
raad waren andere deskundigen op dit gebied,
o.m. de secretaris-generaal van het departe
ment van economische zaken dr. A. A. van
Rhijn, dii'ecteur-generaal van den Rijkswa
terstaat ir. van Vlissingen en vanwege het
Werkfonds de heer Hidde Nyland, uitge-
noodigd.
Van het debat over het praeadvies, vennel-
den we het volgende:
De heer van Dugteren, van het N. V. V.,
meende, dat de praeadviseur uit de feiten
van het economische verleden te veel con
clusies voor het heden had getrokken en met
name het geheel nieuwe aspect der tegen
woordige mechanisatie had verwaarloosd.
Spr. was het niet eens met de stelling, dat
verkorting van den arbeidstijd geen prikke
lende werking zou hebben tot verhooging van
de bedrijvigheid.
Wat de bevolkingsaanwas betreft, Amerika
en het Ruhrgebied namen voor 1924 veel van
het ovei-schot op. Dit geschiedt thans niet
meer. De bevolkingsaanwas kan niet worden
opgenomen door de bedrijven, tenzij er ver
korting van arbeidsduur kome.
De heer Bouman, van het Nationaal Ar
beidssecretariaat meende ook, dat de prae
adviseur de mechanisatie had verwaarloosd.
Ook deze spr. pleitte voor verkorting van
den arbeidstijd.
De heer M. de Vries, referendaris aan het
departement van Sociale Zaken, is getroffen
door de stelling van den prae-adviseur, dat
er geen blijvende werkloosheid behoeft te
zijn. Tegenover het heerschende defaitisme
is dit een vei'heugend geluid. De maatschap
pij die blijvende werkloosheid aanvaardt, is
ten ondergang gedoemd.
Daarentegen betwist spr. de stellingen, dat
de prijsval de oergrond der werkloosheid is
en dat internationale samenwerking uitge
sloten is.
De heer Bongaerts, lid der Tweede Kamer,
vroeg' den prae-adviseur wat er aan diens
stelling verandert, als hij arbeidsspreiding
en verkorting van arbeidstijd vooraf laat
gaan aan de door hem aanbevolen maatre
gelen (prijsi-egeling aan de. gi'ens, industria
lisatie en uitvoering van openbare wei'ken).
Hierdoor wordt aan de nijpende ellende tege
moet gekomen. Voor een deel is de werkloos
heid te wijten aan de inzinking der bedrijvig
heid in Noord-West-Europa.
Een prijsregeling aan de grens zou moeten,
zijn gekoppeld aan instabiele invoerrechten.
Dit lijkt spr. onuitvoei'baar.
De verhouding tusschen het arbeidende
deel der bevolking en het slechts consumee-
rende deel groeit in dier voege, dat het eerst
genoemde deel percentsgewijze steeds sterker
is. De pei-centageverhouding, die Duitsch-
land thans -bereikt heeft, had Nederland-vijf
jaar geleden bereikt. Duitschland heeft een
voorsprong ten deze door zijn gesneuvelden.
Het gesignaleerde verschijnsel eischt arbeids
spreiding met name ten gunste van de in-
telleetueele werkloozen en verkorting van
arbeidstijden. Ook de mechanisatie dwingt
daartoe.
Dr. C. Bakker, wnd. chef der afdeeling
Sociale en Economische Statistiek van het
Centraal Bureau van Statistiek, bestrijdt de
stelling dat vrije economie gelijke loonpeilen
en kostenschema's verondei-stelt. Juist an
dersom ziet hij het: ruilverkeer is er juist
door verschil in loonpeilen en kostensche
ma's In den tijd van vrij ruilverkeer waren
die verschillen er ook.
De heer Van der Lenden van het N. V. V.,
stelt de vi-aag of een onjuiste verdeeling van
de vermogens geen oorzaak van werkloosheid
genoemd moet worden, gezien het vele braak
liggende oneconomische kapitaal. Het N. V. V.
heeft daarom aan minim.-inkomens gedacht
en aan het opleggen van collectieve arbeids
overeenkomsten.
De heer Van Mill zegt aan de mechanisa
tie en rationalisatie wel aandacht te hebben
besteed, maar oplossing van de „technolo
gische" wei'kloosheid alleen te zien in uit
breiding van het productieapparaat. In de
laatste crisis was rationalisatie voor de onder-
nemei'S een zaak van lijfsbehoud. Maar waar
om niet geloofd in de mogelijkheid van uit
breiding van het productieapparaat?
De ai'beidsspreiding kwam alleen in ver
band met de blijvende werkloosheid ter spra
ke en in dat verband is zij geen oplossing,
daar zij aan de Nederlandsche productiviteit
een belangrijke procentueele vermindering
toebrengt. Arbeidsspreiding immers kan
moeilijk ongedaan worden gemaakt.
De bevolkingsaanwas kon tot 1929 wel wor
den opgevangen, al was er sinds 1918 geen
arbeidsverkorting geweest. Daar lag het dus
niet aan.
Het vraagstuk is de mogelijkheid te schep
pen voor consumptie van al hetgeen gepro
duceerd wordt.
De prijsstijging, die spr. in zijn prae
advies bedoelde, was niet direct een prijs
stijging van eindproducten, maar van grond
stoffen, hetgeen de ondernemers prest een
grootere productie op stapel te zetten. Werkt
die stijging door in de eindproducten, dan is
de daarin gelegen koopkrachtvermindering
intusschen al opgevangen door de conjunc-
tui-eele opleving.
In het midden latend, wat de oorzaak van
den prijsval is geweest, kan toch een verhin
deren van dien prijsval een ineenstorting
voorkomen. De tijd van het internationalis
me is voor langen tijd voorbij.
Als eei'st arbeidsspreiding wordt toegepast,
verandert er niets aan sprekers stellingen,
doch spr. meent dat door arbeidsspreiding de
productiviteit verminderd wordt.
MOTORRIJDER DOOR AUTO
AANGEREDEN.
ERNSTIG GEWOND NAAR ZIEKENHUIS TE
VENLO VERVOERD.
Donderdag werd de motorrijder T. Robijns
nabij zijn woning aan den Rijksweg Venlo-
Nijmegen door een hem achterop rijdende
auto uit Almelo gegrepen. Hij werd tegen den
grond geworpen, waar hij met ernstige ver
wondingen aan handen en hoofd en met een
gecompliceerde beenbreuk bleef liggen.
Dokter Tielen uit Arcen liet het slachtoffer
naar het ziekenhuis in Venlo vervoeren. De
auto, waarin nog drie personen zaten, sloeg
om en kwam op het fietspad terecht. Dé in
zittenden kregen slechts lichte verwondingen,