Overval in Postkantoor.
Instantine
Een nieuwe tempel voor de beeldende kunst.
1
1, 4 - Jh Êm.
!?™v'
-
Proza en Poëzie.
WOENSDAG 13 JULI 193S
Dader met duizend gulden er vandoor.
Dinsdagmiddag ruim drie uur vervoegde zich aan het postkantoor
te Bennekom een onbekende man, die een biljet van duizend
gulden wilde wisselen. Toen de directeur, de heer S. hem het
geld wilde uitbetalen, greep de man plotseling het biljet en het geld,
haalde een revolver te voorschijn en loste een schot op den directeur,
dat echter miste. Daarna ging hij er met het geld vandoor. Hij liep het
postkantoor uit en ging naar een garagehouder, schuin tegenover het
kantoor, waar een auto klaar stond met een chauffeur erin. Hij nam
plaats naast den chauffeur en bedreigde dezen. De chauffeur sprong
uit den wagen, waarop de onbekende snel wegreed. In het dorp
stond een dame, op wie de man, toen zij niet spoedig uitweek, een
schot loste, dat echter eveneens zijn doel miste. De man verdween
hierna in de richting Heelsum.
Jongeman spoedig
gearresteerd.
Revolverschoten gelost
maar niemand getroffen
Omstreeks half vier kreeg de Oosterbeek
sche politie bericht van den roofoverval te
Bennekom en van hét feit, dat de dader per
auto in de richting Heelsum verdwenen was.
Terstond begaven zich twee met politieman
nen bezette auto's naar Heelsum. waar men de
auto, waarmede de dader gevlucht was. in een
zijlaantje zag staan. Voorbijgangers hadden
gezien, dat de man in de richting van den
kom van Heelsum was verdwenen.
Een taxi genomen.
Naar later bleek, had de man vervolgens iii
Heelsum bij een garage een taxi genomen. Hij
vroeg den chauffeur hem zoo spoedig moge
lijk naar Wageningen te rijden. Onderweg
heeft de man in Renkum bij een slager een
bankbiljet van f 25 gewisseld, teneinde den
chauffeur met klem geld te kunnen betalen.
Inmiddels was de politie hem op het spoor ge
komen. Zij had van den garagehouder ge
hoord, dat een onbekende een taxi voor Wage
ningen had gerequireerd, terwijl het signale
ment van dezen man klopte met dat van den
dader. Met groote snelheid vertrokken daarop
de politieauto's naar Wageningen. Nabij den
Wageningschen Berg kregen de politiemannen
de taxi in zicht en haalden deze vervolgens in.
Zij sommeerden den chauffeur, die volkomen
te goeder trouw en zich van geen kwaad be
wust was, te stoppen, waaraan deze dadelijk
voldeed. Hierop lieten zij, terwijl zij hun re
volvers in de hand hielden, den dader van den
overval uit den wagen stappen. De revolver
bleek hij niet meer in zijn bezit te hebben, Hij
beweerde deze te Heelsum te hebben wegge
worpen.
Celd teruggevonden.
Op hem werden nog alle bankbiljetten van
f 25 gevonden, welke hij in het postkantoor te
Bankdirecteur verduisterde
13 mille.
Door speculaties in geldnood
geraakt
Twee jaar gevangenisstraf geëischt.
Voor de Haagsche rechtbank stond Dins
dagochtend terecht W. Fr. A. van K., wien ten
laste was gelegd door het teekenen van val-
sche quitanties een bedrag van ongeveer
f 13.000 te hebben verduisterd.
In zijn hoedanigheid van directeur der
Incassobank te Delft zou van K. in Mei en in
September 1934 de handteekening van een
cliënte hebben nagemaakt, waardoor hij res
pectievelijk ruim f 3000 en ruim f 9000 in
handen kreeg. Het totaal bedrag (ongeveer
f 13.000) was het geld, dat de weduwe Bouw
man bij de incassobank te Delft had gede
poneerd. In 1937 stierf de weduwe B. en haar
erfgenamen kwamen bij verdachte's opvolger
den heer F. W. van Vloten, die ontdekte, dat
zijn voorganger dit geld had opgestreken.
Verdachte gaf de tenlaste gelegde feiten
toe.
De officier van Justitie, jhr. mr. Van Asch
van Wijck zeide dat hij uit de reeks valsche
stukken door verdachte opgemaakt, de be
langrijkste genomen had. Verdachte heeft ge
speculeerd en verkeerde in voortdurenden geld
nood. Het reclasseeringsrapport is voor ver
dachte niet gunstig. De officier zag geen ver
zachtende omstandigheden en eischte 2 jaar
gevangenisstraf.
N. JANNINK OVERLEDEN.
Op 64-jarigen leeftijd is te Deventer over
leden de heer N. Jannink uit Goor. De heer
N. Jannink werd op 5 Mei 1874 te Goor ge
boren. Hij was van 1 Juli 1908 tot 31 Decem
ber 1921 lid van de firma Amtzenius Jan
nink en Co. te Goor, welke firma in 1922 in
een N.V. Katoenfabriek voorheen A, Jannink
en Co. te Goor werd omgezet, van welke N.V.
hij sedert de oprichting mede-directeur was.
Van September 1907 tot September 1919 was
de overledene lid van den raad van de ge
meente Goor, sedert 1914 commissaris van de
N.V. Twentsche stoombleekerijHij was voorts
een groot aantal jaren commissaris van de
Nutsspaarbank te Goor.
Bennekom had geroofd, behalve dan het eene
biljet dat hij bij den slager te Renkum had
ingewisseld.
De man werd naar het politiebureau te
Oosterbeek overgebracht. Het bleek te zijn de
25-jarige werklooze G. B. te Wageningen. Hij
legde een volledige bekentenis af. B. zal ter
beschikking worden gesteld van den commis
saris van politie te Ede.
De revolver heeft men nog niet terug kun
nen vinden (A.N.P.)
Overtuig U zelf
dat Instantine helpt! 1 a 2
tabletten zijn reeds voldoende
de pijn te verdrijven.
Onthoudt daarom
stilt en voorkomt pijnen!
Doosjes a 12 tabletten 70 ct., zakjes a 2 tabletten 15 ct.
(Adv. Ingez. MedJ
Roeiboot door zuiging in spuikolk
omgeslagen.
Jeugdige schippersknecht verdronken.
Dinsdagmiddag is een schippersknecht, die
naar de Oranjesluizen van Amsterdam roeide
en niet bemerkte, dat de spuikolk open stond,
met zijn boot in de zuiging terecht gekomen.
De boot sloeg om, waardoor de jongen in het
water terecht kwam en verdronk.
Het slachtoffer is de 18-jarige B. Olijve,
die gedurende een half jaar bij schipper H.
Goedhart aan boord was als leerling schip
persknecht. Olijve was afkomstig van de
Stichting Neerbosch.
De schipper was 's ochtends met zijn ge
zin aan wal gegaan, na. den knecht gezegd te
hebben aan boord' te blijven. Deze heeft zich
hieraanechter niet gestoord, met het nood
lottige gevolg, dat hij met een roeiboot in
de zuiging geraakte en verdronk.
Den geheelen middag is politie en sluisper-
soneel bezig geweest met dreggen. Eerst om
streeks zes uur heeft men het lijk opgehaald
Moordaanslag op agent van politie
berecht.
Op den Almeloschen agent van politie M. is
in het begin van dit jaar een moordaanslag
gepleegd. De arbeider G. J. B. had reeds eer
der kwestie met den agent gehad en toen deze
op een dag bij hem kwam in verband met een
bekeuring^ welke B.'s zoon had opgeloopen
wegens het fietsen zonder rijwielmerk, werd
hij zoo woedend dat hij een bijfl greep en M. te
lijf wilde gaan. In de daarop volgende worste
ling wist de agent de bijl te pakken, waardoor
erger werd voorkomen.
B. had voor de Almelosche rechtbank te
recht gestaan en er was een jaar en drie
maanden gevangenisstraf tegen hem gevor
derd. Het vonnis luidde thans acht maanden
gevangenisstraf, terwijl verdachte tevens ter
beschikking van de regeering zal worden ge
steld.
De zoon van B.-was zijn vader te hulp ge
sneld en had getracht den agent met een klomp
te slaan. Hij werd deswege veroordeeld tot
drie maanden voorwaardelijke gevangenis
straf. De eisch luidde drie maanden onvoor
waardelijk.
Het Museum op de Hooge Veluwe geopend.
Vragen over de aardappelprijzen.
Het Tweede Kamerlid Van Sleen heeft aan
den Minister van Economische Zaken de vol
gende vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat in ver
band met den ontstellend hoogen prijs van
de aardappelen een groot deel van het minder
koopkrachtig publiek sinds geruimen tijd niet
bij machte is zich van dit Hollandsche volks-
voedsel bij uitnemendheid te voorzien?
2. Wat denkt de minister te doen om aan
dezen onhoudbaren toestand, die niet alleen
ernstig ongerief voor de consumenten, maai
daarnaast financieele schade beteekent vooi
consumenten, producenten en distribuanten
zoo spoedig mogelijk een einde te maken?
Doorgangszaal in het museum van de Kröl Ier -Muller stichting op de Hooge Veluwe.
Het Rijksmuseum Kröller Müller, gelegen in
het Nationale Park de Hooge Veluwe, is thans
officieel door den Vertegenwoordiger der Re
geering geopend. Wij waren Maandag in de
gelegenheid gesteld door het gebouw, dat als
semi-permanent beschouwd moet worden, een
rondgang te maken en ons er van te overtui
gen dat in dit prachtige landschap een tempel
voor de beeldende kunst verrezen is, waarop
iedere groote stad. jaloersche blikken mag
werpen.
Over de wordingsgeschiedenis, zoowel van
Nationaal Park als van het Kunstmuseum,
kunnen wij kort zijn, daar hieromtrent bij de
totstandkoming van beide, uitvoerige gege
vens gepubliceerd zijn. In het kort zij nog er
op gewezen, dat men in het complex van over
eenkomsten tusschen den Staat en derden
getroffen, twee verschillende elementen heeft
uit elkaar te houden nl. ten eerste: de Stich
ting de Hooge Veluwe, een landgoed van 6000
H.A. door Wm. Müller en Co. onder bepaalde
voorwaarden aan de stichting overgedragen,
en ten tweede de Kröller Müller stichting, dat
is de kunstverzamelingen door mevrouw Kröl
ler sedert 1906 bijeengebracht en indertijd
voor vijf millioen verzekerd, en sedert eenige
jaren als Rijkseigendom te beschouwen. De
bedoeling daarbij was dat te zijner tijd het
door Prof. Van de Velde ontworpen museum
gebouwd zou worden om die kunstschatten te
bergen. Een aanvang voor dien bouw was
reeds in 1923 gemaakt; men ziet thans aan
den voet van den zoogenaamden Franschen
Berg in het Nationale Park, de betonnen fun
deering en reusachtige massa's Maulbronner
zandsteen opgestapeld, die voor dien bouw
hadden moeten dienen, doch thans, na vijftien
jaar zwartkleurig geworden, aan ruïnes van
Egyptische koningsgraven doen denken. Want
in 1925 was wegens de crisis, de bouw stop
gezet. Doch alles is tot in de finesses als plan
gereed en men hoopt in de besturen der beide
stichtingen op het verlossend moment dat de
bouw van het oorspronkelijk plan kan wor
den verwezenlijkt.
Oud-minister Marchant die in het Bestuur
van De Hooge Veluwe een belangrijke plaats
inneemt, ziet in dat plan een object voor werk
verschaffing en zoo inderdaad dat plan eenige
kans van slagen heeft, is het over dien boeg
dat men het geval zal moeten gooien. Want
hoewel De Hooge Veluwe op een aardig aantal
donateurs en contribuanten reeds mag bogen,
de inkomsten zijn toch niet van dien aard dat
zonder verdere hulp van buiten een plan van
dien omvang te verwezenlijken is.
Wij hebben den heer Marchant met enthou
siasme zijn wenschen hooren uiten en hopen
er voor alle. partijen het beste van, doch wa
ren Maandag toch in hoofdzaak gekomen om
het thans reeds bereikte, het semi-permanen-
te overgangsmuseum, eveneens door Henri
van de Velde ontworpen, in oogenschouw te
nemen.
En dan valt het waarlijk moeilijk den heer
Marchant het genoegen te doen. het nu reeds
bereikte slechts als een voorproefje op nog
grootscher mogelijkheid te beschouwen. Daar
voor is dit voorproefje te volkomen voltooid
te geslaagd, te af. Het groote bezwaar, daf
slechts misschien één derde van het kunst
bezit kon worden ten toon gesteld en het
overige in kelders en bergplaatsen geborgen
moest bliiven, geldt natuurlijk. Maar waar de
geest van den tijd juist zoozeer op leven de
musea" gebrand is, hebben die verborgen
schatten de mogelijkheid open gelaten, tel
kens in het geëxposeerde variatie aan te
brengen.
Tenslotte hebben wij ons hier slechts met
het bestaande bezig te houden en verder af
te wachten of de omstandigheden een verdere
realiseering der wenschen zullen toelaten en
hef inderdaad prachtige ontwerp van Van de
Velde zonder beknotting kan worden uitge
voerd.
Een opsomming te geven van wat in de ruim
twintig zalen en kabinetten te zien is, kan in
dit bestek slechts in vogelvlucht geschieden.
Wij zullen bovendien nog wel vaak gelegen
heid hebben op bijzondere onderdeelen van
dit prachtig bezit terug te komen, nu dit al
gemeen en gemakkelijk toegankelijk gemaakt
is. Wat dit laatste betreft, voor ons Haarlem
mers is dat eenigszins relatief, vanwege den
afstand. Toch meen ik goed te doen onzen le
zers, die in de komende vacantiemaanden den
Gelderschen kant uit komen, er op te wijzen,
dat het Museum gemakkelijk te bereiken is.
Uit Arnhem zoowel als uit Apeldoorn en Ede
is de afstand ongeveer gelijk; pl.m. 20 KM.
Uit Ede en Arnhem gaan geregelde busdien
sten naar het Nationale Park. Misschien is
voor ons de gemakkelijkste route over Ede.
Men vindt daar een bus die ons tot aan de
grens van .het park (hekingang Otterlo)
brengt. Vandaar wandelt men een kwartiertje
het Park in en staat dan voor het Museum,
dat van buiten een haast overdreven eenvoud
van architectuur vertoont, doch inwendig van
een uiterst smaakvolle doelmatigheid, van
een werkelijk voorname soberheid blijk geeft,
waardoor al onze aandacht op de kunstwer
ken zelf geconcentreerd wordt. Hier en daar
zijn wat meubelen geplaatst, enkele vitrines
en glazenkasten gezet; zonder zich op te drin
gen geven daar en elders wat bloemen in
fraaie schalen een idee van intimiteit aan
den bezoeker, die zich hier spoedig thuis voelt,
zonder te vergeten dat hij zich in een aristo
cratische omgeving bevindt. Daar is niets van
een pakhuis aan dit museum; alles staat en
hangt rustig op zijn plaats in het gelijkma
tige bovenlicht in ieder vertrek, waarbij alle
vindingen van het moderne leven zijn toe
gepast, zonder de kunstwerken ook maar in
het minst iets van de hun toekomende aan
dacht te ontnemen. Het is waarlijk perfect!
In ieder zaaltje is naar een harmonieuse
combinatie en een historischen samenhang
gestreefd en bijna overal zijn die bereikt. Nu
is dat in dit geval niet zoo moeilijk, omdat de
geheele Kröller-collectie uit werken bestaat,
die met een eenmaal gefundeerd inzicht zijn
saamgebracht en niet maar op toevallige lui
men zijn bij elkaar gekocht. Het is bekend
dat bij den groei na den aanvang der collectie
de bekende heer Bremmer mevr. Kröller's
adviseur is geweest
Al zal men nu de rijke verzameling werken
van Vincent van Gogh (waarvan, er met de
teekeningen mee, 250 zich in deze verzame
ling bevinden, zeker tot de groote aantrek
kingen voor een bezoek blijven rekenen, dat
neemt niet weg. dat in verschillende andere
zalen hoogst belangrijke ensembles zijn ge
formeerd. Zoo in dat, waar slechts werken
van Toorop en Thorn Prikker zijn bijeenge
bracht, welken laatsten men nergens zoo zal
kunnen waardeeren als hier het geval is. Bui
tengewoon is de indruk die men hier van
Redon's kunst krijgt nu ruim twintig werken
hier een eigen vertrek kregen. Ook bezit geen
enkel Nederlandsch museum van Renoir een
zoo belangrijk doek als de groote Clownesse.
of van Seurat iets als zijn beroemde „Chahut"
met die wonderlijke synthese van een fin de
siècle cabaret. .Daaromheen groepeeren zich
dan de verwanten: Rondom Renoir de Corot's,
Fantin's Meisjeskopje, zeer mooie Daumier's.
prachtige Vollon's. En bij Seurat zijn Signac
en Van Rijsselberghe gevoegd, waarvan de
laatste het in den loop der jaren naast de
anderen niet zal uithouden. Hij is niet de
sterkste der pointillisten geweest.
Reeds bij den ingang van het museum trof
ons een kabinet met Ribot, Bonoin, Vollon en
Monticelli, waarna een kabinet aan de Am
sterdammers gewijd (Witsen, Karsen, Allebé,
Meiners) die meesters zeer mooi vertegen
woordigt.
In de doorgangszalen treffen het zelfportret
van Hans Thoma, verschillende van Thijs
Maris en eenige heel bijzondere groote doe
ken door Degouve de Nuncques.
Breitner, Verster, Jongkind hebben even zoo
goed als de cubisten Leger, Picasso en Seve-
rini een uitgebreide vertegenwoordiging ge
vonden, terwijl het van zelf spreekt dat in
deze verzameling aan de werken van Van der
Leek en Mondriaan, de abstractsten der ab
stracter een bijzondere plaats gegeven is. Heel
eigenaardig doet in hun midden de groep wer
ken van James Ensor, die abstract is op z ij n
wijze en onder de hand mooi bleef „schilde
ren".
Wij zouden ons verslag onleesbaar maken
door op deze wijze met opsommen verder te
gaan, hoewel we pas het een en ander slechts
hebben aangetipt. Doch het moge voldoende
wezen om onzen lezers de lust bij te brengen
in de vacantie een pelgrimage naar dat ver
rukkelijk oord te ondernemen waar thans een
kunstverzameling gehuisvest werd zooals er
geen tweede in ons land is en maar weinig
soortgelijke in Europa zijn.
J. H. DE BOIS.
Het museumgebouw
Poëzie mijn vrinden is overal te vinden...,?"
maar nu ik'in de wachtkamer van een medi
cus zit, vraag ik mij wel af, of dit „overal" op
deze plaats wel opgaat.
Wanneer ik zoo eens ronkijk, geloof ik, dat
dokters met-smaak-ingerichte logeerkamers
moeten hebben, want wij, gewone stervelingen,
bergen alle prullen, die wij nergens anders in
ons huis willen neerzetten, daar op en dokters
hebben daar d'rlui wachtkamer voor.
Er staan hier twaalf stoelen, van Lodewijk
den Vijftiende via Hindelopen naar Chippen
dale, alsmede een tafel die, dunkt me, een erf
stuk van dokters oud-tante moet wezen, op
den schoorsteenmantel staat een pendule met
coupes zooals de stoutste fantasie die niet zou
kunnen bedenken. Ik vermoed dat dokter die
in zijn studententijd in zoo'n touwtje-trek- öf
balletje-gooi-tent op de kermis gewonnen
heeft.
Je vraagt je, ondanks het lichamelijk onge
mak dat je naar deze wachtkamer heeft ge
bracht en ondanks den schrik dien je in je
knieschijven en op je middenrif voelt voor
wat er komen zal wanneer het belletje rinke
len gaat je vraagt je af wie zoo'n pendule
met zulke coupes, vei'zonnen heeft.
Dat is dan het proza van het meubilair, on
geacht de wandversiering, bestaande uit drie
kalenders die de respectievelijke chronologi
sche mededeelingen doen omtrent Januari
1931, Maart 1933' en Augustus 1936, alsmede
iets van Toorop, door herdruk op herdruk tot
onherkenbaar wordens toe verminkt. Daar is
ook al geen dichterlijkheid in, behoudens de
weemoed om het verleden en het oud-worden.
En dan: tijdschriften. Wat lezen dokters
toch altijd vele tijdschriften. En wat zijn het
uitstekende archivarissen! Wanneer U ooit
zoekt naar een nummer van 11 April 1893 van
het Stuiversblad en niemand kan 'het U ver
schaffen, mag ik U dan eens aanraden te gaan
snuffelen in de wachtkamers der medici?
Zoo'n oude gebonden jaargang van De Prins
of van Eigen Haard ja, daarin zit toch
eigenlijk wel poëzie. Wanneer je bedenkt, wie
daarin allemaal hebben zitten bladeren
En hoeveel van die onverschillig-bladerende
vingers verstijfd zijn. Hoeveel oogen en harten
getracht hebben, hierin de afleiding te vinden
voor hun oogen en harten en levers en gal
blazen
Neen, ik ga daar geen weemoedige woorden
aan wijden, want zoo'n wachtkamer werkt
toch al zoo op je sentimentaliteits-spieren.
En dat je daar dan zoo met z'n drieën bij
elkaar zit. Zonder conversatie. Wildvreemd.
Met z'n drieën zwabberend over de levens
zee en hier samengespoeld.
We hebben mekaar bekeken en mekaar in
het sociale en geestelijke thuis gebracht.
Ik vermoed, dat die meneer met die. schaam-
teloos-leelijke das, 'n oud-Indischman is, die
die das bij zijn terugkeer in het vaderland er
gens in een kast gevonden heeft.
En die dame, die zit zóó recht-op in het
Chippendale; ze kijkt zóó ongenaakbaar, zoo
meneer-i'k-ben-niet-van-uw-attenties-ge-
diend-achtig, dat ze óf heel gelukkig ge
trouwd, of heelemaal nooit getrouwd moet
zijn.
En wat die beiden van mij denken dat kan
ik slechts bevroeden: een groot-formaat han
delsman, die zelfs in de wachtkamer van den
dokter zit te schrijven, of een groot-formaat
Don Ju an, die hier zelfs nog een liefdesbrief
componeert. Voor mij zien ze mij niet aan.
Want die meneer van de krant, dat moet - de
vroolij-kheid en de monterheid in persoon zijn,
nietwaar? En wie is er opgewekt en monter
met een steenpuistachtige vegetatie op den
neus?
Zoo zitten wij met ons drieën elkaar ter
sluiks en strak aan te kijken over ons. Stui
versblad 1904 en onze Prins 1911 heen.
Wanneer het belletje den Indischgast uit
zijn Louis Seize-meubel doet opschrikken
(wat een zenuwpees is dat; daarvoor zal hij
wel den dokter zijn, denk ik) blijf ik alleen
met de kaarsrechte dame tusschen de kalen
ders achter.
Ze kijkt nog cactus- en stekelbaarsachtiger.
Ik durf haar niet eens te vragen wat zij van
de weersomstandigheden denkt.
Nee overal is géén poëzie te vinden, mijne
vrinden: in een dokterswachtkamer heb ik
haar tenminste tevergeefs gezocht.
Mr. E. ELIAS,
Notaris van verduistering verdacht
Bij een 75-jarigen notaris te Hoorn
is dezer dagen een ernstige zaak aan
het licht gekomen. Het is n.l. gebleken,
dat aan geldswaarden uit een boedel,
welke genoemde notaris onder zijn
beheer had, een bedrag van plus
minus f 21.000 ontbreekt.
Over de afwikkeling van den betrok
ken boedel is sinds eenige jaren een
proces tusschen de familieleden on
derling aanhangig.
De notaris deed geregeld rekening
en verantwoording, waarbij de admi
nistratie steeds in orde bleek. Toen
echter vorige week de advocaten dei-
beide procedeerende partijen zich er
van wenschten te overtuigen of de
aanwezige geldswaarden in overeen
stemming waren met de administratie,
werd bovengenoemde ontdekking ge
daan.
Brand in flatgebouw te Amsterdam
In het nieuwe flatgebouw van de vereeni-
ging „Samenwerking" het z.g. ..Nieuwe Huis"
op het Roelof Hartplein, hoek J. M. Coenen-
straat te Amsterdam is hedennacht brand uit
gebroken. Dank zij het spoedig en krachtig
ingrijpen van de brandweer, kon deze brand,
welke zich aanvankelijk zeer ernstig deed aan
zien, beperkt blijven tot een tweetal flats.
Te ongeveer drie uur bespeurde een be
woonster van de tweede etage een sterke
brandlucht. Zij begaf zich daarop naar het
b&lcon en zag vandaar, dat er rookwolken uit
een der ramen van de vijfde verdieping van
het gebouw opstegen. Onmiddellijk maakte zij
alarm waarop de brandweer werd gewaar
schuwd, welke spoedig met de motorspuiten
uit de Honthorsterstraat en den Amstelveen-
scheweg, een ladder- en gereedschapswagen
ter plaatse verscheen.
Het allereerste en voornaamste werk was
de bewoners van verschillende leeftijden. 186
in getal, voor zoover die nog sliepen te wekken
en gerust te stellen, zoodat het werk van de
brandweer niet noodeloos door een paniek zou
worden belemmerd.
De directrice van het gebouw zorgde er voor,
dat de menschen die zich dicht bij het bran
dend gedeelte bevonden in veiligheid konden
worden gebracht terwijl de overigen gerust
gesteld werden.
Het mocht de brandweer na drie kwartier
spuiten gelukken het vuur te bedwingen. Flat
159 was geheel uitgebrand, de daaronder gé-
legen flat slechts gedeeltelijk, doch had zeer
veel waterschade gekregen.
Omtrent de oorzaak van dezen brand tast
men nog in het duister.