Overval in Postkantoor. Instantine Een nieuwe tempel voor de beeldende kunst. 1 1, 4 - Jh Êm. !?™v' - Proza en Poëzie. WOENSDAG 13 JULI 193S Dader met duizend gulden er vandoor. Dinsdagmiddag ruim drie uur vervoegde zich aan het postkantoor te Bennekom een onbekende man, die een biljet van duizend gulden wilde wisselen. Toen de directeur, de heer S. hem het geld wilde uitbetalen, greep de man plotseling het biljet en het geld, haalde een revolver te voorschijn en loste een schot op den directeur, dat echter miste. Daarna ging hij er met het geld vandoor. Hij liep het postkantoor uit en ging naar een garagehouder, schuin tegenover het kantoor, waar een auto klaar stond met een chauffeur erin. Hij nam plaats naast den chauffeur en bedreigde dezen. De chauffeur sprong uit den wagen, waarop de onbekende snel wegreed. In het dorp stond een dame, op wie de man, toen zij niet spoedig uitweek, een schot loste, dat echter eveneens zijn doel miste. De man verdween hierna in de richting Heelsum. Jongeman spoedig gearresteerd. Revolverschoten gelost maar niemand getroffen Omstreeks half vier kreeg de Oosterbeek sche politie bericht van den roofoverval te Bennekom en van hét feit, dat de dader per auto in de richting Heelsum verdwenen was. Terstond begaven zich twee met politieman nen bezette auto's naar Heelsum. waar men de auto, waarmede de dader gevlucht was. in een zijlaantje zag staan. Voorbijgangers hadden gezien, dat de man in de richting van den kom van Heelsum was verdwenen. Een taxi genomen. Naar later bleek, had de man vervolgens iii Heelsum bij een garage een taxi genomen. Hij vroeg den chauffeur hem zoo spoedig moge lijk naar Wageningen te rijden. Onderweg heeft de man in Renkum bij een slager een bankbiljet van f 25 gewisseld, teneinde den chauffeur met klem geld te kunnen betalen. Inmiddels was de politie hem op het spoor ge komen. Zij had van den garagehouder ge hoord, dat een onbekende een taxi voor Wage ningen had gerequireerd, terwijl het signale ment van dezen man klopte met dat van den dader. Met groote snelheid vertrokken daarop de politieauto's naar Wageningen. Nabij den Wageningschen Berg kregen de politiemannen de taxi in zicht en haalden deze vervolgens in. Zij sommeerden den chauffeur, die volkomen te goeder trouw en zich van geen kwaad be wust was, te stoppen, waaraan deze dadelijk voldeed. Hierop lieten zij, terwijl zij hun re volvers in de hand hielden, den dader van den overval uit den wagen stappen. De revolver bleek hij niet meer in zijn bezit te hebben, Hij beweerde deze te Heelsum te hebben wegge worpen. Celd teruggevonden. Op hem werden nog alle bankbiljetten van f 25 gevonden, welke hij in het postkantoor te Bankdirecteur verduisterde 13 mille. Door speculaties in geldnood geraakt Twee jaar gevangenisstraf geëischt. Voor de Haagsche rechtbank stond Dins dagochtend terecht W. Fr. A. van K., wien ten laste was gelegd door het teekenen van val- sche quitanties een bedrag van ongeveer f 13.000 te hebben verduisterd. In zijn hoedanigheid van directeur der Incassobank te Delft zou van K. in Mei en in September 1934 de handteekening van een cliënte hebben nagemaakt, waardoor hij res pectievelijk ruim f 3000 en ruim f 9000 in handen kreeg. Het totaal bedrag (ongeveer f 13.000) was het geld, dat de weduwe Bouw man bij de incassobank te Delft had gede poneerd. In 1937 stierf de weduwe B. en haar erfgenamen kwamen bij verdachte's opvolger den heer F. W. van Vloten, die ontdekte, dat zijn voorganger dit geld had opgestreken. Verdachte gaf de tenlaste gelegde feiten toe. De officier van Justitie, jhr. mr. Van Asch van Wijck zeide dat hij uit de reeks valsche stukken door verdachte opgemaakt, de be langrijkste genomen had. Verdachte heeft ge speculeerd en verkeerde in voortdurenden geld nood. Het reclasseeringsrapport is voor ver dachte niet gunstig. De officier zag geen ver zachtende omstandigheden en eischte 2 jaar gevangenisstraf. N. JANNINK OVERLEDEN. Op 64-jarigen leeftijd is te Deventer over leden de heer N. Jannink uit Goor. De heer N. Jannink werd op 5 Mei 1874 te Goor ge boren. Hij was van 1 Juli 1908 tot 31 Decem ber 1921 lid van de firma Amtzenius Jan nink en Co. te Goor, welke firma in 1922 in een N.V. Katoenfabriek voorheen A, Jannink en Co. te Goor werd omgezet, van welke N.V. hij sedert de oprichting mede-directeur was. Van September 1907 tot September 1919 was de overledene lid van den raad van de ge meente Goor, sedert 1914 commissaris van de N.V. Twentsche stoombleekerijHij was voorts een groot aantal jaren commissaris van de Nutsspaarbank te Goor. Bennekom had geroofd, behalve dan het eene biljet dat hij bij den slager te Renkum had ingewisseld. De man werd naar het politiebureau te Oosterbeek overgebracht. Het bleek te zijn de 25-jarige werklooze G. B. te Wageningen. Hij legde een volledige bekentenis af. B. zal ter beschikking worden gesteld van den commis saris van politie te Ede. De revolver heeft men nog niet terug kun nen vinden (A.N.P.) Overtuig U zelf dat Instantine helpt! 1 a 2 tabletten zijn reeds voldoende de pijn te verdrijven. Onthoudt daarom stilt en voorkomt pijnen! Doosjes a 12 tabletten 70 ct., zakjes a 2 tabletten 15 ct. (Adv. Ingez. MedJ Roeiboot door zuiging in spuikolk omgeslagen. Jeugdige schippersknecht verdronken. Dinsdagmiddag is een schippersknecht, die naar de Oranjesluizen van Amsterdam roeide en niet bemerkte, dat de spuikolk open stond, met zijn boot in de zuiging terecht gekomen. De boot sloeg om, waardoor de jongen in het water terecht kwam en verdronk. Het slachtoffer is de 18-jarige B. Olijve, die gedurende een half jaar bij schipper H. Goedhart aan boord was als leerling schip persknecht. Olijve was afkomstig van de Stichting Neerbosch. De schipper was 's ochtends met zijn ge zin aan wal gegaan, na. den knecht gezegd te hebben aan boord' te blijven. Deze heeft zich hieraanechter niet gestoord, met het nood lottige gevolg, dat hij met een roeiboot in de zuiging geraakte en verdronk. Den geheelen middag is politie en sluisper- soneel bezig geweest met dreggen. Eerst om streeks zes uur heeft men het lijk opgehaald Moordaanslag op agent van politie berecht. Op den Almeloschen agent van politie M. is in het begin van dit jaar een moordaanslag gepleegd. De arbeider G. J. B. had reeds eer der kwestie met den agent gehad en toen deze op een dag bij hem kwam in verband met een bekeuring^ welke B.'s zoon had opgeloopen wegens het fietsen zonder rijwielmerk, werd hij zoo woedend dat hij een bijfl greep en M. te lijf wilde gaan. In de daarop volgende worste ling wist de agent de bijl te pakken, waardoor erger werd voorkomen. B. had voor de Almelosche rechtbank te recht gestaan en er was een jaar en drie maanden gevangenisstraf tegen hem gevor derd. Het vonnis luidde thans acht maanden gevangenisstraf, terwijl verdachte tevens ter beschikking van de regeering zal worden ge steld. De zoon van B.-was zijn vader te hulp ge sneld en had getracht den agent met een klomp te slaan. Hij werd deswege veroordeeld tot drie maanden voorwaardelijke gevangenis straf. De eisch luidde drie maanden onvoor waardelijk. Het Museum op de Hooge Veluwe geopend. Vragen over de aardappelprijzen. Het Tweede Kamerlid Van Sleen heeft aan den Minister van Economische Zaken de vol gende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat in ver band met den ontstellend hoogen prijs van de aardappelen een groot deel van het minder koopkrachtig publiek sinds geruimen tijd niet bij machte is zich van dit Hollandsche volks- voedsel bij uitnemendheid te voorzien? 2. Wat denkt de minister te doen om aan dezen onhoudbaren toestand, die niet alleen ernstig ongerief voor de consumenten, maai daarnaast financieele schade beteekent vooi consumenten, producenten en distribuanten zoo spoedig mogelijk een einde te maken? Doorgangszaal in het museum van de Kröl Ier -Muller stichting op de Hooge Veluwe. Het Rijksmuseum Kröller Müller, gelegen in het Nationale Park de Hooge Veluwe, is thans officieel door den Vertegenwoordiger der Re geering geopend. Wij waren Maandag in de gelegenheid gesteld door het gebouw, dat als semi-permanent beschouwd moet worden, een rondgang te maken en ons er van te overtui gen dat in dit prachtige landschap een tempel voor de beeldende kunst verrezen is, waarop iedere groote stad. jaloersche blikken mag werpen. Over de wordingsgeschiedenis, zoowel van Nationaal Park als van het Kunstmuseum, kunnen wij kort zijn, daar hieromtrent bij de totstandkoming van beide, uitvoerige gege vens gepubliceerd zijn. In het kort zij nog er op gewezen, dat men in het complex van over eenkomsten tusschen den Staat en derden getroffen, twee verschillende elementen heeft uit elkaar te houden nl. ten eerste: de Stich ting de Hooge Veluwe, een landgoed van 6000 H.A. door Wm. Müller en Co. onder bepaalde voorwaarden aan de stichting overgedragen, en ten tweede de Kröller Müller stichting, dat is de kunstverzamelingen door mevrouw Kröl ler sedert 1906 bijeengebracht en indertijd voor vijf millioen verzekerd, en sedert eenige jaren als Rijkseigendom te beschouwen. De bedoeling daarbij was dat te zijner tijd het door Prof. Van de Velde ontworpen museum gebouwd zou worden om die kunstschatten te bergen. Een aanvang voor dien bouw was reeds in 1923 gemaakt; men ziet thans aan den voet van den zoogenaamden Franschen Berg in het Nationale Park, de betonnen fun deering en reusachtige massa's Maulbronner zandsteen opgestapeld, die voor dien bouw hadden moeten dienen, doch thans, na vijftien jaar zwartkleurig geworden, aan ruïnes van Egyptische koningsgraven doen denken. Want in 1925 was wegens de crisis, de bouw stop gezet. Doch alles is tot in de finesses als plan gereed en men hoopt in de besturen der beide stichtingen op het verlossend moment dat de bouw van het oorspronkelijk plan kan wor den verwezenlijkt. Oud-minister Marchant die in het Bestuur van De Hooge Veluwe een belangrijke plaats inneemt, ziet in dat plan een object voor werk verschaffing en zoo inderdaad dat plan eenige kans van slagen heeft, is het over dien boeg dat men het geval zal moeten gooien. Want hoewel De Hooge Veluwe op een aardig aantal donateurs en contribuanten reeds mag bogen, de inkomsten zijn toch niet van dien aard dat zonder verdere hulp van buiten een plan van dien omvang te verwezenlijken is. Wij hebben den heer Marchant met enthou siasme zijn wenschen hooren uiten en hopen er voor alle. partijen het beste van, doch wa ren Maandag toch in hoofdzaak gekomen om het thans reeds bereikte, het semi-permanen- te overgangsmuseum, eveneens door Henri van de Velde ontworpen, in oogenschouw te nemen. En dan valt het waarlijk moeilijk den heer Marchant het genoegen te doen. het nu reeds bereikte slechts als een voorproefje op nog grootscher mogelijkheid te beschouwen. Daar voor is dit voorproefje te volkomen voltooid te geslaagd, te af. Het groote bezwaar, daf slechts misschien één derde van het kunst bezit kon worden ten toon gesteld en het overige in kelders en bergplaatsen geborgen moest bliiven, geldt natuurlijk. Maar waar de geest van den tijd juist zoozeer op leven de musea" gebrand is, hebben die verborgen schatten de mogelijkheid open gelaten, tel kens in het geëxposeerde variatie aan te brengen. Tenslotte hebben wij ons hier slechts met het bestaande bezig te houden en verder af te wachten of de omstandigheden een verdere realiseering der wenschen zullen toelaten en hef inderdaad prachtige ontwerp van Van de Velde zonder beknotting kan worden uitge voerd. Een opsomming te geven van wat in de ruim twintig zalen en kabinetten te zien is, kan in dit bestek slechts in vogelvlucht geschieden. Wij zullen bovendien nog wel vaak gelegen heid hebben op bijzondere onderdeelen van dit prachtig bezit terug te komen, nu dit al gemeen en gemakkelijk toegankelijk gemaakt is. Wat dit laatste betreft, voor ons Haarlem mers is dat eenigszins relatief, vanwege den afstand. Toch meen ik goed te doen onzen le zers, die in de komende vacantiemaanden den Gelderschen kant uit komen, er op te wijzen, dat het Museum gemakkelijk te bereiken is. Uit Arnhem zoowel als uit Apeldoorn en Ede is de afstand ongeveer gelijk; pl.m. 20 KM. Uit Ede en Arnhem gaan geregelde busdien sten naar het Nationale Park. Misschien is voor ons de gemakkelijkste route over Ede. Men vindt daar een bus die ons tot aan de grens van .het park (hekingang Otterlo) brengt. Vandaar wandelt men een kwartiertje het Park in en staat dan voor het Museum, dat van buiten een haast overdreven eenvoud van architectuur vertoont, doch inwendig van een uiterst smaakvolle doelmatigheid, van een werkelijk voorname soberheid blijk geeft, waardoor al onze aandacht op de kunstwer ken zelf geconcentreerd wordt. Hier en daar zijn wat meubelen geplaatst, enkele vitrines en glazenkasten gezet; zonder zich op te drin gen geven daar en elders wat bloemen in fraaie schalen een idee van intimiteit aan den bezoeker, die zich hier spoedig thuis voelt, zonder te vergeten dat hij zich in een aristo cratische omgeving bevindt. Daar is niets van een pakhuis aan dit museum; alles staat en hangt rustig op zijn plaats in het gelijkma tige bovenlicht in ieder vertrek, waarbij alle vindingen van het moderne leven zijn toe gepast, zonder de kunstwerken ook maar in het minst iets van de hun toekomende aan dacht te ontnemen. Het is waarlijk perfect! In ieder zaaltje is naar een harmonieuse combinatie en een historischen samenhang gestreefd en bijna overal zijn die bereikt. Nu is dat in dit geval niet zoo moeilijk, omdat de geheele Kröller-collectie uit werken bestaat, die met een eenmaal gefundeerd inzicht zijn saamgebracht en niet maar op toevallige lui men zijn bij elkaar gekocht. Het is bekend dat bij den groei na den aanvang der collectie de bekende heer Bremmer mevr. Kröller's adviseur is geweest Al zal men nu de rijke verzameling werken van Vincent van Gogh (waarvan, er met de teekeningen mee, 250 zich in deze verzame ling bevinden, zeker tot de groote aantrek kingen voor een bezoek blijven rekenen, dat neemt niet weg. dat in verschillende andere zalen hoogst belangrijke ensembles zijn ge formeerd. Zoo in dat, waar slechts werken van Toorop en Thorn Prikker zijn bijeenge bracht, welken laatsten men nergens zoo zal kunnen waardeeren als hier het geval is. Bui tengewoon is de indruk die men hier van Redon's kunst krijgt nu ruim twintig werken hier een eigen vertrek kregen. Ook bezit geen enkel Nederlandsch museum van Renoir een zoo belangrijk doek als de groote Clownesse. of van Seurat iets als zijn beroemde „Chahut" met die wonderlijke synthese van een fin de siècle cabaret. .Daaromheen groepeeren zich dan de verwanten: Rondom Renoir de Corot's, Fantin's Meisjeskopje, zeer mooie Daumier's. prachtige Vollon's. En bij Seurat zijn Signac en Van Rijsselberghe gevoegd, waarvan de laatste het in den loop der jaren naast de anderen niet zal uithouden. Hij is niet de sterkste der pointillisten geweest. Reeds bij den ingang van het museum trof ons een kabinet met Ribot, Bonoin, Vollon en Monticelli, waarna een kabinet aan de Am sterdammers gewijd (Witsen, Karsen, Allebé, Meiners) die meesters zeer mooi vertegen woordigt. In de doorgangszalen treffen het zelfportret van Hans Thoma, verschillende van Thijs Maris en eenige heel bijzondere groote doe ken door Degouve de Nuncques. Breitner, Verster, Jongkind hebben even zoo goed als de cubisten Leger, Picasso en Seve- rini een uitgebreide vertegenwoordiging ge vonden, terwijl het van zelf spreekt dat in deze verzameling aan de werken van Van der Leek en Mondriaan, de abstractsten der ab stracter een bijzondere plaats gegeven is. Heel eigenaardig doet in hun midden de groep wer ken van James Ensor, die abstract is op z ij n wijze en onder de hand mooi bleef „schilde ren". Wij zouden ons verslag onleesbaar maken door op deze wijze met opsommen verder te gaan, hoewel we pas het een en ander slechts hebben aangetipt. Doch het moge voldoende wezen om onzen lezers de lust bij te brengen in de vacantie een pelgrimage naar dat ver rukkelijk oord te ondernemen waar thans een kunstverzameling gehuisvest werd zooals er geen tweede in ons land is en maar weinig soortgelijke in Europa zijn. J. H. DE BOIS. Het museumgebouw Poëzie mijn vrinden is overal te vinden...,?" maar nu ik'in de wachtkamer van een medi cus zit, vraag ik mij wel af, of dit „overal" op deze plaats wel opgaat. Wanneer ik zoo eens ronkijk, geloof ik, dat dokters met-smaak-ingerichte logeerkamers moeten hebben, want wij, gewone stervelingen, bergen alle prullen, die wij nergens anders in ons huis willen neerzetten, daar op en dokters hebben daar d'rlui wachtkamer voor. Er staan hier twaalf stoelen, van Lodewijk den Vijftiende via Hindelopen naar Chippen dale, alsmede een tafel die, dunkt me, een erf stuk van dokters oud-tante moet wezen, op den schoorsteenmantel staat een pendule met coupes zooals de stoutste fantasie die niet zou kunnen bedenken. Ik vermoed dat dokter die in zijn studententijd in zoo'n touwtje-trek- öf balletje-gooi-tent op de kermis gewonnen heeft. Je vraagt je, ondanks het lichamelijk onge mak dat je naar deze wachtkamer heeft ge bracht en ondanks den schrik dien je in je knieschijven en op je middenrif voelt voor wat er komen zal wanneer het belletje rinke len gaat je vraagt je af wie zoo'n pendule met zulke coupes, vei'zonnen heeft. Dat is dan het proza van het meubilair, on geacht de wandversiering, bestaande uit drie kalenders die de respectievelijke chronologi sche mededeelingen doen omtrent Januari 1931, Maart 1933' en Augustus 1936, alsmede iets van Toorop, door herdruk op herdruk tot onherkenbaar wordens toe verminkt. Daar is ook al geen dichterlijkheid in, behoudens de weemoed om het verleden en het oud-worden. En dan: tijdschriften. Wat lezen dokters toch altijd vele tijdschriften. En wat zijn het uitstekende archivarissen! Wanneer U ooit zoekt naar een nummer van 11 April 1893 van het Stuiversblad en niemand kan 'het U ver schaffen, mag ik U dan eens aanraden te gaan snuffelen in de wachtkamers der medici? Zoo'n oude gebonden jaargang van De Prins of van Eigen Haard ja, daarin zit toch eigenlijk wel poëzie. Wanneer je bedenkt, wie daarin allemaal hebben zitten bladeren En hoeveel van die onverschillig-bladerende vingers verstijfd zijn. Hoeveel oogen en harten getracht hebben, hierin de afleiding te vinden voor hun oogen en harten en levers en gal blazen Neen, ik ga daar geen weemoedige woorden aan wijden, want zoo'n wachtkamer werkt toch al zoo op je sentimentaliteits-spieren. En dat je daar dan zoo met z'n drieën bij elkaar zit. Zonder conversatie. Wildvreemd. Met z'n drieën zwabberend over de levens zee en hier samengespoeld. We hebben mekaar bekeken en mekaar in het sociale en geestelijke thuis gebracht. Ik vermoed, dat die meneer met die. schaam- teloos-leelijke das, 'n oud-Indischman is, die die das bij zijn terugkeer in het vaderland er gens in een kast gevonden heeft. En die dame, die zit zóó recht-op in het Chippendale; ze kijkt zóó ongenaakbaar, zoo meneer-i'k-ben-niet-van-uw-attenties-ge- diend-achtig, dat ze óf heel gelukkig ge trouwd, of heelemaal nooit getrouwd moet zijn. En wat die beiden van mij denken dat kan ik slechts bevroeden: een groot-formaat han delsman, die zelfs in de wachtkamer van den dokter zit te schrijven, of een groot-formaat Don Ju an, die hier zelfs nog een liefdesbrief componeert. Voor mij zien ze mij niet aan. Want die meneer van de krant, dat moet - de vroolij-kheid en de monterheid in persoon zijn, nietwaar? En wie is er opgewekt en monter met een steenpuistachtige vegetatie op den neus? Zoo zitten wij met ons drieën elkaar ter sluiks en strak aan te kijken over ons. Stui versblad 1904 en onze Prins 1911 heen. Wanneer het belletje den Indischgast uit zijn Louis Seize-meubel doet opschrikken (wat een zenuwpees is dat; daarvoor zal hij wel den dokter zijn, denk ik) blijf ik alleen met de kaarsrechte dame tusschen de kalen ders achter. Ze kijkt nog cactus- en stekelbaarsachtiger. Ik durf haar niet eens te vragen wat zij van de weersomstandigheden denkt. Nee overal is géén poëzie te vinden, mijne vrinden: in een dokterswachtkamer heb ik haar tenminste tevergeefs gezocht. Mr. E. ELIAS, Notaris van verduistering verdacht Bij een 75-jarigen notaris te Hoorn is dezer dagen een ernstige zaak aan het licht gekomen. Het is n.l. gebleken, dat aan geldswaarden uit een boedel, welke genoemde notaris onder zijn beheer had, een bedrag van plus minus f 21.000 ontbreekt. Over de afwikkeling van den betrok ken boedel is sinds eenige jaren een proces tusschen de familieleden on derling aanhangig. De notaris deed geregeld rekening en verantwoording, waarbij de admi nistratie steeds in orde bleek. Toen echter vorige week de advocaten dei- beide procedeerende partijen zich er van wenschten te overtuigen of de aanwezige geldswaarden in overeen stemming waren met de administratie, werd bovengenoemde ontdekking ge daan. Brand in flatgebouw te Amsterdam In het nieuwe flatgebouw van de vereeni- ging „Samenwerking" het z.g. ..Nieuwe Huis" op het Roelof Hartplein, hoek J. M. Coenen- straat te Amsterdam is hedennacht brand uit gebroken. Dank zij het spoedig en krachtig ingrijpen van de brandweer, kon deze brand, welke zich aanvankelijk zeer ernstig deed aan zien, beperkt blijven tot een tweetal flats. Te ongeveer drie uur bespeurde een be woonster van de tweede etage een sterke brandlucht. Zij begaf zich daarop naar het b&lcon en zag vandaar, dat er rookwolken uit een der ramen van de vijfde verdieping van het gebouw opstegen. Onmiddellijk maakte zij alarm waarop de brandweer werd gewaar schuwd, welke spoedig met de motorspuiten uit de Honthorsterstraat en den Amstelveen- scheweg, een ladder- en gereedschapswagen ter plaatse verscheen. Het allereerste en voornaamste werk was de bewoners van verschillende leeftijden. 186 in getal, voor zoover die nog sliepen te wekken en gerust te stellen, zoodat het werk van de brandweer niet noodeloos door een paniek zou worden belemmerd. De directrice van het gebouw zorgde er voor, dat de menschen die zich dicht bij het bran dend gedeelte bevonden in veiligheid konden worden gebracht terwijl de overigen gerust gesteld werden. Het mocht de brandweer na drie kwartier spuiten gelukken het vuur te bedwingen. Flat 159 was geheel uitgebrand, de daaronder gé- legen flat slechts gedeeltelijk, doch had zeer veel waterschade gekregen. Omtrent de oorzaak van dezen brand tast men nog in het duister.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 2