Louis Zimmermann's harfewensch. Een matte of gebruinde teint staat aitijd charmant DIEREN ALS WEERVOORSPELLERS. DONDERDAG 14 JULI 1938 Nog eens als dirigent voor een orkest te staan. Op 19 Juli a.s.wordf hij 65 jaar. Kunstenaar blijft nog deel uitmaken van het Concertgebouw-orkest Er zijn figuren, zonder wie een be paald lichaam schier ondenkbaar is. Onafscheidelijk van het Concertge bouw-orkest is voor ons zijn eerste concertmeester: Louis Ziimmerniann-, die met een onderbreking van ■enkele jaren als professor voor viool aan de Royal Academy of Music te te Londen nu welhaast een kleine veertig jaar in het gouden orkest de eerste viool speelt. Hij is ons zoo vertroiiwd geworden op die voorste plaats ter linkerzijde van het dirigen tengestoelte, toegewijd dienaar der kunst, nimmer verslappend, doch steeds in volle over gave musiceerend in sterke gespannenheid. Warm en teeder, die direct gaat tot het hart en daar iets doet meetrillen, een snaar die alleen door het zuivere wordt geraakt. Dat is de kunstenaar Zimimermann. En daarnaast is zijn verschijning in het orkest. De ouderen hebben den zes en twintig ja rigen Zimmermann in 1899 nadat hij korten tijd als tweede concertmeester te Darmstadt was geweest ais tweede concertmeester met een jeugdig blozend gladgeschoren gelaat waarover bij tijd en wijle een joviale lach gleed, tusschen oudere bebaarde collega's in de eerste rij zien opduiken. Van tweede volgde al spoedig de benoeming tot eerste concertmeester, want het Concert gebouw-bestuur wenschte niets liever dan dezen voortreffelijken violist duurzaam aan het or kest te verbinden. Na zijn verblijf te Londen .keerde hij in 1911 voorgoed naar Amsterdam terug. De bebaarden verdwenen, een nieuwe gene ratie nam hun plaats in en ook zij op haar beurt groeide weer in het orkest, zooals het thans is één schoon onverbreekbaar geheel, dat ver over de grenzen onder aanvoering van zijn eersten leider Mengelberg, roem ver wierf. Van 1911 tot 1938. De gouden instelling schreef haar historie: vele roemrijke bladzij den waartusschen men slechts een enkele wat j haastiger ombladert. a In de eerste rij op de eerste plaats bleef Louis Zimmerman met het jeugdig blozend cleanshaven gelaat, waarover bij tijd en wijle de joviale lach glijdt, en vooral als in het op- klaterend applaus ..de baas" buigend over de „railing" van zijn hoog gestoelte beide han den naar hem uitstrekt tot dank aan het ge- heele orkest, een gebaar, dat in den loop der jaren tot een bijna heilig manuaal is ge worden. Alleen de haren oud geworden? Zimmermann is in die jaren gegroeid tot een gerijpt kunstenaar die nog steeds met nimmer aflatende vreugde musiceert. En men zou zich haast willen afvragen of vader tijd alleen zijn haren had geraakt die zilverwit glanzen als bewijs dat de jaren niet geheel spoorloos aan hem zijn voorbijgegaan en hem verder onberoerd had gelaten. Want het is zoo, dat Louis Zimmermann op Dinsdag 19 Juli a.s. het feit herdenkt, dat hij op dienzelfden datum in 1873 te Groningen het levenslicht aanschouwde. Dit is ietwat om slachtig gezegd voor Louis Zimmermann wordt Dinsdag a.s. zoo-en-zooveel jaar, want Zim mermann heeft op dit aantal en wij schro men dan' ook het neer te schrijven in casu op het ruchtbaar maken van dit aantal iets tegen. Hij vindt het niet belangrijk en boven dien gelooft hij er niet in. ..Dat heeft u zeker uit zoo'n boekje uit zoo'n muzieklexion opgediept?" informeert de heer Zimmermann, als we tegenover den kunste naar gezeten zijn, naar de bron van onze we tenschap. De beaming, dat dit feit zwart op wit gedrukt staat, in dat boekje, doet hem er dan tenslotte zelf in gelooven. „Maar geen interview", decreteert Zimmer mann, „laten we gezellig praten. Schrijf nu niets op." Hij wandelt gesticuleerend, met het pot lood van den interviewer door de kamer en verhaalt uit zijn leven, diept herinneringen op. gaat heel ver terug m het verleden, toen overgrootvader en diens vier broers van moe derszijde musiceerden aan de Hofkapelle te Lippe-Detmold, bespreekt toestanden van he den, verleden en toekomst met een élan, een levendigheid, eigen aan die mensehen, die ge mengd bloed in de aderen hebben. En dat heeft Zimmermann: Fransch van moeder, die uit een muzikaal geslacht ls voort gekomen, en Duitsch van vader die, zelf musi cus, den begaafden Louis tot diens dertiende jaar zelf vioolonderricht gaf. Daarna volgden lessen van Poortman (viool) en Const. Muller (theorie), studie aan het conservatorium te Leipzig waar Hans Sitt en Carl Reinecke zijn leermeesters waren en tenslotte de finishing touch bij Ysaye te Brussel. Vom Czar und Zimmermann. In den tijd als eerste concertmeester te Darmstadt haalt Zimmermann genoegelijke herinneringen op en hij is nog altijd trotsch op de woordspeling, welke een Darmstaedter journalist in zijn hoofdartikel verwerkte ten tijde van het bezoek van den "tsaar. die. huwd immers met een Hessische prinses, een bezoek aan haar vaderland bracht, dat sa menviel met het opmerkelijke debuut van den nieuwen concertmeester. „Waarover, zoo stond' er geschreven, spréékt men op het oogenblik het meest in Darm stadt: vom Czar und Zimmermann". Achteraf merkte de violist filosofisch op, ben ik toch maar het liefst der Zimmermann. En dan spreekt Zimmermann, gedenkend de keeren dat hij concerten van de maat schappij Caecilia' leidde, met enthousiasme over zijn hartewensch: als dirigent voor een orkest te staan. Schreef men niet na zijn eerste concert, dat de dirigeerstok net zoo veilig in zijn hand was als de strijkstok? Dan behoeft voor den vitalen kunstenaar deze hartewensch nog geen vrome wensch te zijn, begraven bij illusies waarover men zoo nu en dan nog eens gaarne spreekt.. Louis Zimmermann zal. op verzoek van het Concertgebouwbestuur, zijn plaats in het or kest nog blijven innemen, hoewel hij den pensioengerechtigden leeftijd heeft bereikt. Postbode bij aanrijding doodelijk gewond. Woensdagavond om half zes is de postbode J. Mulder uit Nieuw Amster dam, op den weg van Nieuw Amster dam naar Schoonebeek door een per sonenauto uit Coevorden gegrepen. De man werd ernstig gewond. Hij werd in levensgevaarlijken toestand naar het Diaconessenhuis te Emmen ver voerd, waai' hij enkele uren later is overleden. Landbouwer stak onvoorzichtig NATIONAAL CONGRES „HET WIT-GELE KRUIS" Ter gelegenheid van haar vijftienjarig be staan is de Nationale Federatie „Het Wit-Gele kruis" Woensdag in Tivoli te Utrecht in con gres bijeengekomen, onder voorzitterschap van oud-minister mr. T. J. Verschuur. Spr. bracht hulde aan allen, die bij den ar beid van de organisatie betrokken zijn, in het bijzonder aan de religieuzen en leeken, die „in de wijk" hun dagelijkschen plicht met- zooveel toewijding volbrengen. Ons ideaal is een wit-gele kruis, dat weten schappelijk geheel staat op het peil van den allerlaatsten vooruitgang en dat wat den geest betreft, welke het bezielt, veel heeft van het allereerste christendom. Hierna was het woord aan arts V. Nolet, uit Oldenzaal, die een inleiding hield over: „De ordening van de gezondheidszorg". In de middagzitting behandelde dr. H. Koe nen uit Maastricht het onderwerp: „De zorg voor moeder en kind". Tenslotte sprak zuster A. van der Meyden uit Eindhoven over: „De plaats van de wijk verpleegster in het Kruiswerk." Door auto gegrepen en gedood. Woensdagavond om zeven uur is de land bouwer Tien uit Staphorst, die op zijn rij wiel gezeten, zonder richting aan te geven, plotseling naar links den weg overstak, door een hem achterop rijdende personenauto van den heer C. A. W. uit Deventer aangereden. De landbouwer werd tegen den grond ge smakt en was op. slag dood. VRACHTAUTO DOOR TREIN GEGREPEN. Een der inzittenden gedood. Op den onbewaakten overweg tus schen Haarsteeg en Nieuwkuyk in het gehucht Onsenoort, is Woensdagmid dag omstreeks vier uur de vrachtauto van den heer T. van S. uit Drunen door een trein uit 's-Hertogenbpsch gegrepen en 150 meter medegesleürd. De naast den heer van S. gezeten 38- jarige groentenhandelaar M. van B. werd uit den wagen geslingerd en op slag gedood. De bestuurder van de auto kon zich aan de locomotief vastklemmen. La ter bleek hij een rib te hebben gebro ken. De man is naar zijn woning vervoerd. De groentehandelaar S. laat een vrouw en vier kinderen ach ter. (A.N.P.) De J. P. Corn heeft vertraging. Tengevolge van slechte weersomstandigheden De N.V. Stoomvaart Maatschappij Nederland meldt, dat het van Indië herwaarts varende s.s. J. P. Coen, in verband met slechte weers omstandigheden eenige vertraging ondervindt. Het schip wordt thans op 17 Juli om zeven uur v.m. in plaats van 16 Juli te Genua ver wacht. De tijden van aankomst en vertrek in de verdere aanioophavens vallen eveneens 24 uur later. Aankomst. Amsterdam 24 Juli ca. 1 uur n.m. De speciale trein met passagiers en post in aansluiting op dit schip zal in verband met een en ander Zondagmorgen 17 Juli om 10,20 uur van Genua vertrekken. Aankomst Maandagmorgen 18 .Juli 10.07 te Den Haag S.S., 9.57 te Amsterdam W.P., 10.12 te Amster dam C.S. Noodlottig arbeidsongeval te Vorden. Woensdagmiddag omstreeks één uur was op de houtzagerij van Groot Bramel te Vorden de ongeveer veertigjarige H. Sessink bezig met het smeren van een zaagmachine. Eenige ar beiders hoorden hem plotseling gillen en toen zij te hulp snelden, vonden zij S. in sterven den toestand onder het zaagraam liggen. Ver moedelijk is het zaagraam met de zich daar in bevindende zagen in den nek van het slachtoffer gevallen. S. Iaat een vrouw drie kinderen achter. Legervliegtuig bij noodlanding beschadigd. In de buurtschap de Horst nabij Groesbeek heeft Woensdagmiddag omstreeks drie uur het Nederiandsch legervliegtuig S. 4—126 we gens een motorstoring een noodlanding moe ten uitvoeren op een hobbelig weiland, gele gen op drie honderd meter afstand van de Duitsche grens. Bij het neerkomen werd het landingsgestel vernield, terwijl de propeller en de vleugels, evenals de motor, beschadigd werden. Het toestel werd bestuurd door luitenant van Almelo en was in den vroegen middag van Soesterberg vertrokken. Mede bevond zich in het vliegtuig de dienstplichtige Verheyen. Beiden kwamen met den schrik vrij. INGEVOLGE DE INVALIDITEITSWET EN DE OUDERDOMSWET 1919 TOEGESTANE RENTEN. Op 1 Juni 1938 werden 39.430 weduwen- renten en 14.223 weezenrenten krachtens de invaliditeitswet genoten, terwij] op genoem den datum krachtens artikel 373 dier wet 121.706 personen in het genot waren van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Voorts genoten 56.939 personen een inva- liditeitsrente, als bedoeld in artikel 71 dier wet. Krachtens artikel 24 der ouderdomswet 1919 waren op vorengenoemden datum 113.058 personen in het genot van een als vrucht hun ner verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Nederlandsche Bakkersbond tegen wijziging der onizetbelastingwet. Voor Amsterdam vaststelling van minimum broodprijzen gevraagd. De Nederlandsche Bakkersbond heeft Woens dag in het gebouw Musis Sacrum te Arnhem zijn jaarlijksche algemeene vergadering ge houden. In -zijn openingswoord wees de bondsvoor zitter. de heer F. C. Staehle uit 's-Graven- hage, op den scherpen concurrentiestrijd, welke te Amsterdam ten aanzien van de broodprijzen is ontbrand, ondanks het feit, dat de regeering onlangs de ondernemersover- eenkomst van Amsterdam verbindend ver klaarde. zonder evenwel minimum broodprij zen vast te stellen. Prijzen van 10 ct. voor 800 gram wittebrood zijn in de hoofdstad schering en inslag. Op voorstel van den voorzitter werd besloten een telegram van aanhankelijkheid aan H.M. de Koningin te zenden. Voorts werd een telegram verzonden aan den minister van economische zaken, waarin aan gedrongen werd op vaststelling van minimum broodprijzen voor Amsterdam. Bij de bestuursverkiezing werd de voor zitter-de heer Staehle. herkozen, evenals de bestuursleden C. Kuipers, Leiden, H. G. van Mill, Dordrecht, en C. W. Ninteman, Gronin gen. Na een uiteenzetting van den heer J. P. H. Reyne, inspecteur der directe belastingen en accijnzen te 's-Gravenhage, over de wijzigin gen van de omzetbelastingswet in verband met de bakkersbelangen werd op voorstel van de afdeeling Amsterdam besloten een request te zenden aan de Eerste Kamer met het verzoek de wijziging dezer wet niet aan te nemen, subs, meerdere waarborgen te scheppen voor de heffing bij de bron. Coöperators vierden te Hilversum hun jaarlijksch feest. De coöperatoren uit Noord-Holland en een deel van Utrecht hebben hun jaarlijkschen Coöperatorsdag te Hilversum gevierd. Van den Taludweg werd in optocht ex- waren ongeveer 7000 deelnemers naar het Sportpark gewandeld, waar de deelnemers werden welkom geheeten door den heer De Heus, voorzitter der Hilversumsche coöperatie „Ons Belang". Hierna sprak burgemeester Lambooy de menschenmenigte toe en zeide o.a.: Ik moet natuurlijk wat voorzichtig zijn in mijn uitingen. Binnen korten tijd heb ik ook het woord moeten voeren voor de zelfstandige winkeliers en voor het grootbedrijf. Maar het is ook voor den felsten tegenstander niet te ontkennen, dat de coöperaties zeer veel goeds gepresteerd hebben, met name door haar prijsregelend optreden in tijden van duurte, Tenslotte complimenteerde hij den heer De Heus, die zichzelf had overgeslagen, toen hij de organisatoren dank bracht, en uitte den wensch. dat de bezoekers een goede herinne ring aan Hilversum zouden meenemen. (Da verend applaus). Nadat eenige van de vele muziekcoi-psen. die den optocht hadden helpen marcheeren, wat marschen hadden laten hooren, was het woord aan den heer K. de Boer, lid van het bestuur van den Ned. Bond van Verbruikscoöperaties. Hij noemde het streven der coöperaties: de grootst mogelijke hoeveelheid geluk te ver schaffen aan allen. Op het maatschappelijk terrein is die leuze zeker te verwezenlijken. In onzen tijd is dat wel bijzonder duidelijk. Een gevarieerd programma, dat op vlotte wijze werd uitgevoerd, besloot het verdere deel van den middag. Bij de rijkspostspaarbank is ruim 602 millioen belegd. Tegoed in 1937 met bijna ƒ57 millioen gestegen. Aan het vei-slag van de Rijkspostspaarbank over 1937 zijn de volgende cijfers ontleend. In 1937 bedroeg het aantal inleggingen 2.788.038 tegen 2.467.562 in 1936, terwijl het be drag dier inleggingen was f 217.987.675.77 te gen f 168.429.194.10 in het voorafgaande jaar, De inleggingen vermeei-derden dus in aantal met 320.476 en in bedrag met f 49.558.481.67. Terugbetaald werd in 1.881.437 posten f 175.715.290.68, öf, na aftrek van de rente in den loop van het jaar uitbetaald bij geheele afbetaling van boekjes, f 175.455.892.81 tegen in 1936 in 1.883.774 posten f 176.263.268.99, ver mindering dus ln aantal 2337 en in bedrag f 807.376.18. Aan rente werd goedgeschreven f 14.561.935.54- (incl. de in den loop van het jaar uitbetaalde rente ad f 259.397.87) zoodat het tegoed dei- inleggers einde 1937 bedroeg f 602.568.202.7'8 zijn f 56.824.697.45 meer dan einde 1936. Het aantal spaarbankboekjes vermeerderde met 38.968, waardoor er 31 December 1937 2.306.123 in omloop waren. Het aantal staatsschuldboekjes verminderde in 1937 per saldo met 955 en daalde daardoor tot 16.558. Het nominaal bedrag, ingeschreven op deze boekjes, verminderde in 1937 met f 1.210.300. en daalde daardoor tot f 25.043.400, berekend naar den op 30 December geldenden beurs koers hadden de titularissen van staatsschuld boekjes te vorderen f 24.166.881, tegen f 24.908.197.88 op het einde van 1936. Amilda-crème, die tevens zoo goed is voor de huid, is verkrijgbaar in deze twee begeerde teinten. Mat of Bruin. Doos 50 en 25 ct. (Adv. Ingez. Med.) SPINNEN. VREEMDE ONDERSCHEIDINGTEEKENEN. Bij Koninklijk Besluit is aan P. C. Adrian, wonende te Overveen, gem. Bloemendaal, directeur van de N.V. Neder landsche stoomvaart maatschppij „Oceaan" te Amsterdam, verlof verleend tot het aanniie- men van het onderscheidingsteeken van of ficier in de orde „Polonia restituta" van Po len. De Fransche bevelhebber Pichegru was in 1794 met zijn troepen Holland binnengerukt, doch kon wegens het ondergeloop en land niet verder doordringen. Reeds stond hij op het punt, weer terug te trekken, toen hij in een geheim bericht van zijn vleugel-adjudant Quatremère d'Ysonval, die door de Hollan ders was gevangen genomen, het dringende verzoek ontving, stand te houden. Binnen tien dagen zou een strenge koude intreden, zoodat Pichegru gelegenheid zou hebben, over de be vroren wateren ons land binnen te rukken. De Franschman volgde den raad op en de adjudant, die zijn voorspelling gegrond had op het gedrag van de spinnen, ki-eeg gelijk. Een strenge vorst zette in en de gelukkige weer- profeet werd door zijn landgenooten bevrijd. De reputatie van de spinnen als weervoor- spellers is reeds van ouden datum; ook den Romeinen was ze bekend. Die voorspellingsgave komt hun overigens uitnemend van pas. De spinstof, waarmee ze hun net weven, wordt aan het lichaam van de dieren onttrokken. Ze zijn er dus zoo zuinig mogelijk mee en zij zullen bij voorbeeld niet spinnen, wanneer een onweersbui in aantocht is. waardoor het weefsel gevaar loopt door wind en regen te worden vernietigd. Personen, die nauwkeurig het leven der spinnen gade slaan, kunnen ons in den regel dan ook vrij just inlichten over het weer, dat te wachten is. Ls het mooi weer en blijft dit aanhouden, dan zit de spin met ingetrokken pooten in het midden van het web. Zal het warmer worden, of is onweer in aantocht, dan spreidt ze haar pooten uit. Bij dreigenden storm of aanhou denden regen zal ze in een schuilhoek gaan zitten. Vogels. De beste weerprofeten zijn echter de vogels, welke bijzónder gevoelig zijn voor de schom meling van vochtigheid en druk van de at mosfeer. Het is echter jammer dat de men- scheüjke fantasie wel eens wat al te hard op deze eigenschapen is vooruit geloopen en ze 'zelfs in den naam van de vogels onjuist tot uiting heeft gebracht. De regenfluiter, b.v. fluit bij mooi weer even hard als vóór of tijdens den regen. Toch zijn er vogels waarbij het weer uit hun gedragingen kan worden afgeleid. Het zijn vooral die vogels, waaiwan de lichte en droge veeren door den regen doorweekt worden en daarom zoeken duiven en kippen vóór het losbarsten van de bui tijdig hun hok op. Het luid kraaien van den haan in den nacht, gepaard met het slaan der vleugels, voorspelt storm en regen, het aanhoudend kraaien 's morgens vroeg, een mooien dag. Ook de zwaluwen behooren tot de bekende weerprofeten. Algemeen meent men dat, wan neer ze hoog in de lucht zweven, het weer mooi zal blijven, ook al zijn er dreigende wolken zichtbaar. Scheren ze daarentegen loom langs de huizen, of fladderen ze langs den grond, dan komt er regen. De verklaring van dit verschijnsel is, dat de kleine vliegende insecten, welke de zwaluw tot voedsel dienen, door de afkoeling van de bovenste luchtlagen, welke aan een regenbui vooraf gaat, naar beneden worden gedreven, zoodat de zwaluw zijn prooi dus naar lagere regionen moet volgen. De pauw voorspelt door zijn afschuwelijk en doordringend gekrijsch, dat er regen in aan tocht is. Trouwens, de volksmeening kent nog andere vogels, die door aanhoudend schreeu wen regen aankondigen: Krassen kraai en raaf verbolgen. Weldra zal er regen volgen. De ekster snatert dan lang, de wielewaal fluit onophoudelijk, maar vooral de vink heeft een zeer bizonder geluid dat hij alleen voor het losbarsten van stortbuien doet hooren en wel zoo vroegijdig, dat de boeren er bij het binnen halen van het hooi rekening mee houden. De meeuwen schijnen zeer gevoelig te zijn voor electriciteit op welke wijze is nog niet verklaard en vooral de zilvermeeuwen zijn als onfeilbare voorspellers van onweer bekend door onder angstig geschreeuw en het klap pen der vleugels een hevige onrust te toonen. Ook al bleef in sommige gevallen een onweers bui uit, dan bleek later, dat deze toch in dén omtrek was gevallen. KiJcvorschen en bloedzuigers. De volksmeening heeft de boomkikvorsch als een goede weerprofeet bestempeld en de stak ker is van de hem toegedachte gave maar al te dikwijls het slachtoffer geworden. Ofschoon het dier slechts nu en dan het water opzoekt, sluit men het in een soort flesch, die half met water is gevuld. Tevens is er een stokje aangebracht, waarop de kik- vorsch kan gaan zitten. Alleen zijn taaiheid doet het dier in het leven blijven en zijn zoogenaamde profetische gave is al heel gering, want het luidruchtig gekwaak is eerder toe te schrijven aan zijn zucht naar vrijheid, dan aan weersverande ring. Dan is de bloedzuiger een beter weerpro feet. In den regel wordt dit dier bewaard in een inmaakglas. dat voor drie kwart met water is gevuld en waarover als afsluiting een linnen lap is gebonden. Waneer de bloedzuiger slechts een maal per jaar goed voedsel krijgt, is voe ding verder bijzaak. Ligt hij 's morgens rustig op den bodem, dan kan men op mooi weer rekenen. Kruipt hij langs het glas in het bovengedeelte, waar geen water is. dan is regen of sneeuw te verwach ten. Storm is op komst, wanneer hij snel heen en weer zwemt en onweer voorspelt hij door de groote onrust reeds lang te voren, waarbij het schijnt alsof het dier aan stuiptrekkingen lijdt. Uit nauwkeurige waarnemingen is gebleken, dat ongeveer 75 procent van zijn „voorspel lingen" uitkomen. Dieren en aardbevingen. Ten slotte hebben de dieren ook een veel fijner gevoel voor aardschokken dan de men- schen. Bij de bekende uitbarsting van den Mont Pelé op Martinique in 1902 was het vee reeds vele weken tevoren in hooge maté onrustig en in den omtrek van den vulkaan verlieten de slangen hun schuilplaatsen en de vogels staakten hun gezang. De dieren begrepen het naderend, onheil beter dan de commissie van geleerden, die den dag vóór de catastrofe nog liet bekend maken, dat, er geen gev&ar te vréezen was! HET RIJKSMUSEUM KRöLLER— MüLLER GEOPEND. Mr. H. P. Marchant en mevrouw Kröller-= Müller ontvangen hooge onderscheidingen In het nationale park ,.De Hooge Veluwe" is Woensdagmiddag het rijksmuseum Kröller- Müller door minister prof. dr J. R. glotema- ker de Bruine geopend. Deze plecntigheid, welke door ongeveer vierhonderd genoodig- den werd bijgewoond, geschiedde in een der dienstgebouwen van het Sint Hubertus jacht slot Rede mr. H. P. Marchant. De oud-minister mr. H. P. Marchant, heette als voorzitter van de stichting het nationale park de Hooge Veluwe de aanwezigen welkom, Hij herinnerde er aan, hoe de stichting hét 6600 H.A. groote landgoed met het jachtslot St. Hubertus heeft kunnen koopen. Dit alles was In den loop der jaren gesticht Mr. MARCHANT. door den heer en mevrouw Kröller-Müller, met het doel, dat het, ten behoeve van het al gemeen welzijn, voor de gemeenschap zou blij ven bewaard. Wie iets koopt, moet den koopprijs betalen. Zoo ook hier. De koopsom heeft het nationale park betaald uit een hypothecaire geldleening, haar verstrekt door den liquidateur van de N.V. de Nederlandsche Uitvoer-Maatschappij, destijds den heer Van Doorninck, met goed vinden van de regeering, tegen een rente van 2 pet. De heer en mevrouw Kröller hadden in den loop der jaren, met hetzelfde doel, ook de kunstverzameling bijeengebracht van de stich ting de tweede stichting Kröller-Müller. Deze .merkwaardige en over de geheele we reld bekende verzameling schonk de Kröller- Müller-stlchting aan het rijk, onder eenige voorwaarden. De voornaamste was deze, dat de verzameling, als het even zou kunnen, hier, op de gronden van de stichting het nationale park de Hooge Veluwe. ten eeuwigen dage, voor het algemeen welzijn zou blijven be waard. Rede prof. Slotemaker de Bruine. Hierna sprak de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. „Deze dag der opening", aldus ving de mi nister zijn rede aan, „is een groote dag in ve lerlei opzicht. Zij is een gevolg van vele en hartelijke samenwerking. Dank zij de samen werking tusschen de beide stichtingen kon dit grootsche resultaat bereikt worden. Het is be- Prof. Dr. Slotemaker de Bruine Minister Yan Onderw., K. en W« •kend, dat de heer Marchant, nog als minister van Onderwijs zich veel moeite gegeven heeft, om het nationale park de Hooge Veluwe als ongerept natuurschoon onverdeeld te behou den en te bewaren. Vervolgens deelde de minister mede, dat het H.M. de Koningin behaagd heeft mr. Marchant te benoemen tot commandeur in de orde van Oranje- Nassau en mevr. Kröller-Müller tot ridder in de orde van den Nederland sehen Leeuw. Nadat de minister zijn hartelijke gelukwen- schen met de hooge onderscheidingen had aangeboden reikte hij de beide decoraties in klein formaat uit. De museumbezoekers zullen het voorrecht hebben zoo vervolgde de minister voor lichting te ontvangen van de schenkster, me vrouw Kröller-Müller, die door een deskun digen staf geassisteerd wordt. In den kring van museumdirecteuren kan spr. thans ook mevr. Kröller als directrice-honoraire, als ho norair ambtenares van zijn departement, noe men. Met den wensch, dat velen zullen komen ge nieten van de hier bijeengebrachte kunst schatten, opdat de kunst hoewel niet het allerhoogste moge bijdragen tot verheffing en verdieping van ons volk. besloot minister Slotemaker zijn rede en verklaarde het mu seum voor geopend. Mede namens zijn echtgenoote sprak de heer A. E. G. Kröller een woord van dank.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 2