Louis Zimmermann's harfewensch.
Een matte of gebruinde teint staat aitijd charmant
DIEREN ALS WEERVOORSPELLERS.
DONDERDAG 14 JULI 1938
Nog eens als dirigent voor een orkest te staan.
Op 19 Juli a.s.wordf hij 65 jaar.
Kunstenaar blijft nog deel uitmaken
van het Concertgebouw-orkest
Er zijn figuren, zonder wie een be
paald lichaam schier ondenkbaar is.
Onafscheidelijk van het Concertge
bouw-orkest is voor ons zijn eerste
concertmeester: Louis Ziimmerniann-,
die met een onderbreking van
■enkele jaren als professor voor viool
aan de Royal Academy of Music te
te Londen nu welhaast een kleine
veertig jaar in het gouden orkest de
eerste viool speelt.
Hij is ons zoo vertroiiwd geworden op die
voorste plaats ter linkerzijde van het dirigen
tengestoelte, toegewijd dienaar der kunst,
nimmer verslappend, doch steeds in volle over
gave musiceerend in sterke gespannenheid.
Warm en teeder, die direct gaat tot het hart
en daar iets doet meetrillen, een snaar die
alleen door het zuivere wordt geraakt. Dat is
de kunstenaar Zimimermann.
En daarnaast is zijn verschijning in het
orkest.
De ouderen hebben den zes en twintig ja
rigen Zimmermann in 1899 nadat hij korten
tijd als tweede concertmeester te Darmstadt
was geweest ais tweede concertmeester met
een jeugdig blozend gladgeschoren gelaat
waarover bij tijd en wijle een joviale lach
gleed, tusschen oudere bebaarde collega's in
de eerste rij zien opduiken.
Van tweede volgde al spoedig de benoeming
tot eerste concertmeester, want het Concert
gebouw-bestuur wenschte niets liever dan dezen
voortreffelijken violist duurzaam aan het or
kest te verbinden.
Na zijn verblijf te Londen .keerde hij in 1911
voorgoed naar Amsterdam terug.
De bebaarden verdwenen, een nieuwe gene
ratie nam hun plaats in en ook zij op haar
beurt groeide weer in het orkest, zooals het
thans is één schoon onverbreekbaar geheel,
dat ver over de grenzen onder aanvoering van
zijn eersten leider Mengelberg, roem ver
wierf.
Van 1911 tot 1938. De gouden instelling
schreef haar historie: vele roemrijke bladzij
den waartusschen men slechts een enkele wat j
haastiger ombladert.
a In de eerste rij op de eerste plaats bleef
Louis Zimmerman met het jeugdig blozend
cleanshaven gelaat, waarover bij tijd en wijle
de joviale lach glijdt, en vooral als in het op-
klaterend applaus ..de baas" buigend over de
„railing" van zijn hoog gestoelte beide han
den naar hem uitstrekt tot dank aan het ge-
heele orkest, een gebaar, dat in den loop der
jaren tot een bijna heilig manuaal is ge
worden.
Alleen de haren oud geworden?
Zimmermann is in die jaren gegroeid tot
een gerijpt kunstenaar die nog steeds met
nimmer aflatende vreugde musiceert.
En men zou zich haast willen afvragen of
vader tijd alleen zijn haren had geraakt die
zilverwit glanzen als bewijs dat de jaren niet
geheel spoorloos aan hem zijn voorbijgegaan
en hem verder onberoerd had gelaten.
Want het is zoo, dat Louis Zimmermann op
Dinsdag 19 Juli a.s. het feit herdenkt, dat hij
op dienzelfden datum in 1873 te Groningen
het levenslicht aanschouwde. Dit is ietwat om
slachtig gezegd voor Louis Zimmermann wordt
Dinsdag a.s. zoo-en-zooveel jaar, want Zim
mermann heeft op dit aantal en wij schro
men dan' ook het neer te schrijven in casu
op het ruchtbaar maken van dit aantal iets
tegen. Hij vindt het niet belangrijk en boven
dien gelooft hij er niet in.
..Dat heeft u zeker uit zoo'n boekje uit zoo'n
muzieklexion opgediept?" informeert de heer
Zimmermann, als we tegenover den kunste
naar gezeten zijn, naar de bron van onze we
tenschap. De beaming, dat dit feit zwart op
wit gedrukt staat, in dat boekje, doet hem er
dan tenslotte zelf in gelooven.
„Maar geen interview", decreteert Zimmer
mann, „laten we gezellig praten. Schrijf nu
niets op."
Hij wandelt gesticuleerend, met het pot
lood van den interviewer door de kamer en
verhaalt uit zijn leven, diept herinneringen
op. gaat heel ver terug m het verleden, toen
overgrootvader en diens vier broers van moe
derszijde musiceerden aan de Hofkapelle te
Lippe-Detmold, bespreekt toestanden van he
den, verleden en toekomst met een élan, een
levendigheid, eigen aan die mensehen, die ge
mengd bloed in de aderen hebben.
En dat heeft Zimmermann: Fransch van
moeder, die uit een muzikaal geslacht ls voort
gekomen, en Duitsch van vader die, zelf musi
cus, den begaafden Louis tot diens dertiende
jaar zelf vioolonderricht gaf. Daarna volgden
lessen van Poortman (viool) en Const. Muller
(theorie), studie aan het conservatorium te
Leipzig waar Hans Sitt en Carl Reinecke zijn
leermeesters waren en tenslotte de finishing
touch bij Ysaye te Brussel.
Vom Czar und Zimmermann.
In den tijd als eerste concertmeester te
Darmstadt haalt Zimmermann genoegelijke
herinneringen op en hij is nog altijd trotsch
op de woordspeling, welke een Darmstaedter
journalist in zijn hoofdartikel verwerkte ten
tijde van het bezoek van den "tsaar. die.
huwd immers met een Hessische prinses, een
bezoek aan haar vaderland bracht, dat sa
menviel met het opmerkelijke debuut van
den nieuwen concertmeester.
„Waarover, zoo stond' er geschreven, spréékt
men op het oogenblik het meest in Darm
stadt: vom Czar und Zimmermann".
Achteraf merkte de violist filosofisch op,
ben ik toch maar het liefst der Zimmermann.
En dan spreekt Zimmermann, gedenkend
de keeren dat hij concerten van de maat
schappij Caecilia' leidde, met enthousiasme
over zijn hartewensch: als dirigent voor een
orkest te staan.
Schreef men niet na zijn eerste concert,
dat de dirigeerstok net zoo veilig in zijn hand
was als de strijkstok?
Dan behoeft voor den vitalen kunstenaar
deze hartewensch nog geen vrome wensch te
zijn, begraven bij illusies waarover men zoo
nu en dan nog eens gaarne spreekt..
Louis Zimmermann zal. op verzoek van het
Concertgebouwbestuur, zijn plaats in het or
kest nog blijven innemen, hoewel hij den
pensioengerechtigden leeftijd heeft bereikt.
Postbode bij aanrijding
doodelijk gewond.
Woensdagavond om half zes is de
postbode J. Mulder uit Nieuw Amster
dam, op den weg van Nieuw Amster
dam naar Schoonebeek door een per
sonenauto uit Coevorden gegrepen.
De man werd ernstig gewond. Hij werd
in levensgevaarlijken toestand naar
het Diaconessenhuis te Emmen ver
voerd, waai' hij enkele uren later is
overleden.
Landbouwer stak onvoorzichtig
NATIONAAL CONGRES „HET WIT-GELE
KRUIS"
Ter gelegenheid van haar vijftienjarig be
staan is de Nationale Federatie „Het Wit-Gele
kruis" Woensdag in Tivoli te Utrecht in con
gres bijeengekomen, onder voorzitterschap
van oud-minister mr. T. J. Verschuur.
Spr. bracht hulde aan allen, die bij den ar
beid van de organisatie betrokken zijn, in het
bijzonder aan de religieuzen en leeken, die „in
de wijk" hun dagelijkschen plicht met- zooveel
toewijding volbrengen.
Ons ideaal is een wit-gele kruis, dat weten
schappelijk geheel staat op het peil van den
allerlaatsten vooruitgang en dat wat den geest
betreft, welke het bezielt, veel heeft van het
allereerste christendom.
Hierna was het woord aan arts V. Nolet, uit
Oldenzaal, die een inleiding hield over: „De
ordening van de gezondheidszorg".
In de middagzitting behandelde dr. H. Koe
nen uit Maastricht het onderwerp: „De zorg
voor moeder en kind".
Tenslotte sprak zuster A. van der Meyden
uit Eindhoven over: „De plaats van de wijk
verpleegster in het Kruiswerk."
Door auto gegrepen en gedood.
Woensdagavond om zeven uur is de land
bouwer Tien uit Staphorst, die op zijn rij
wiel gezeten, zonder richting aan te geven,
plotseling naar links den weg overstak, door
een hem achterop rijdende personenauto van
den heer C. A. W. uit Deventer aangereden.
De landbouwer werd tegen den grond ge
smakt en was op. slag dood.
VRACHTAUTO DOOR TREIN
GEGREPEN.
Een der inzittenden gedood.
Op den onbewaakten overweg tus
schen Haarsteeg en Nieuwkuyk in het
gehucht Onsenoort, is Woensdagmid
dag omstreeks vier uur de vrachtauto
van den heer T. van S. uit Drunen
door een trein uit 's-Hertogenbpsch
gegrepen en 150 meter medegesleürd.
De naast den heer van S. gezeten 38-
jarige groentenhandelaar M. van B.
werd uit den wagen geslingerd en
op slag gedood.
De bestuurder van de auto kon zich
aan de locomotief vastklemmen. La
ter bleek hij een rib te hebben gebro
ken. De man is naar zijn woning
vervoerd. De groentehandelaar S.
laat een vrouw en vier kinderen ach
ter. (A.N.P.)
De J. P. Corn heeft vertraging.
Tengevolge van slechte weersomstandigheden
De N.V. Stoomvaart Maatschappij Nederland
meldt, dat het van Indië herwaarts varende
s.s. J. P. Coen, in verband met slechte weers
omstandigheden eenige vertraging ondervindt.
Het schip wordt thans op 17 Juli om zeven
uur v.m. in plaats van 16 Juli te Genua ver
wacht. De tijden van aankomst en vertrek in
de verdere aanioophavens vallen eveneens 24
uur later. Aankomst. Amsterdam 24 Juli ca.
1 uur n.m. De speciale trein met passagiers en
post in aansluiting op dit schip zal in verband
met een en ander Zondagmorgen 17 Juli om
10,20 uur van Genua vertrekken. Aankomst
Maandagmorgen 18 .Juli 10.07 te Den Haag
S.S., 9.57 te Amsterdam W.P., 10.12 te Amster
dam C.S.
Noodlottig arbeidsongeval te
Vorden.
Woensdagmiddag omstreeks één uur was op
de houtzagerij van Groot Bramel te Vorden
de ongeveer veertigjarige H. Sessink bezig met
het smeren van een zaagmachine. Eenige ar
beiders hoorden hem plotseling gillen en toen
zij te hulp snelden, vonden zij S. in sterven
den toestand onder het zaagraam liggen. Ver
moedelijk is het zaagraam met de zich daar
in bevindende zagen in den nek van het
slachtoffer gevallen. S. Iaat een vrouw
drie kinderen achter.
Legervliegtuig bij noodlanding
beschadigd.
In de buurtschap de Horst nabij Groesbeek
heeft Woensdagmiddag omstreeks drie uur
het Nederiandsch legervliegtuig S. 4—126 we
gens een motorstoring een noodlanding moe
ten uitvoeren op een hobbelig weiland, gele
gen op drie honderd meter afstand van de
Duitsche grens.
Bij het neerkomen werd het landingsgestel
vernield, terwijl de propeller en de vleugels,
evenals de motor, beschadigd werden.
Het toestel werd bestuurd door luitenant
van Almelo en was in den vroegen middag van
Soesterberg vertrokken. Mede bevond zich in
het vliegtuig de dienstplichtige Verheyen.
Beiden kwamen met den schrik vrij.
INGEVOLGE DE INVALIDITEITSWET EN
DE OUDERDOMSWET 1919 TOEGESTANE
RENTEN.
Op 1 Juni 1938 werden 39.430 weduwen-
renten en 14.223 weezenrenten krachtens de
invaliditeitswet genoten, terwij] op genoem
den datum krachtens artikel 373 dier wet
121.706 personen in het genot waren van een
als vrucht hunner verzekering verkregen
ouderdomsrente van drie gulden per week.
Voorts genoten 56.939 personen een inva-
liditeitsrente, als bedoeld in artikel 71 dier
wet.
Krachtens artikel 24 der ouderdomswet
1919 waren op vorengenoemden datum 113.058
personen in het genot van een als vrucht hun
ner verzekering verkregen ouderdomsrente
van drie gulden per week.
Nederlandsche Bakkersbond tegen
wijziging der onizetbelastingwet.
Voor Amsterdam vaststelling van minimum
broodprijzen gevraagd.
De Nederlandsche Bakkersbond heeft Woens
dag in het gebouw Musis Sacrum te Arnhem
zijn jaarlijksche algemeene vergadering ge
houden.
In -zijn openingswoord wees de bondsvoor
zitter. de heer F. C. Staehle uit 's-Graven-
hage, op den scherpen concurrentiestrijd,
welke te Amsterdam ten aanzien van de
broodprijzen is ontbrand, ondanks het feit,
dat de regeering onlangs de ondernemersover-
eenkomst van Amsterdam verbindend ver
klaarde. zonder evenwel minimum broodprij
zen vast te stellen.
Prijzen van 10 ct. voor 800 gram wittebrood
zijn in de hoofdstad schering en inslag.
Op voorstel van den voorzitter werd besloten
een telegram van aanhankelijkheid aan H.M.
de Koningin te zenden.
Voorts werd een telegram verzonden aan den
minister van economische zaken, waarin aan
gedrongen werd op vaststelling van minimum
broodprijzen voor Amsterdam.
Bij de bestuursverkiezing werd de voor
zitter-de heer Staehle. herkozen, evenals de
bestuursleden C. Kuipers, Leiden, H. G. van
Mill, Dordrecht, en C. W. Ninteman, Gronin
gen.
Na een uiteenzetting van den heer J. P. H.
Reyne, inspecteur der directe belastingen en
accijnzen te 's-Gravenhage, over de wijzigin
gen van de omzetbelastingswet in verband met
de bakkersbelangen werd op voorstel van de
afdeeling Amsterdam besloten een request te
zenden aan de Eerste Kamer met het verzoek
de wijziging dezer wet niet aan te nemen,
subs, meerdere waarborgen te scheppen voor
de heffing bij de bron.
Coöperators vierden te Hilversum
hun jaarlijksch feest.
De coöperatoren uit Noord-Holland en een
deel van Utrecht hebben hun jaarlijkschen
Coöperatorsdag te Hilversum gevierd.
Van den Taludweg werd in optocht ex-
waren ongeveer 7000 deelnemers naar het
Sportpark gewandeld, waar de deelnemers
werden welkom geheeten door den heer De
Heus, voorzitter der Hilversumsche coöperatie
„Ons Belang". Hierna sprak burgemeester
Lambooy de menschenmenigte toe en zeide
o.a.:
Ik moet natuurlijk wat voorzichtig zijn in
mijn uitingen. Binnen korten tijd heb ik ook
het woord moeten voeren voor de zelfstandige
winkeliers en voor het grootbedrijf. Maar het
is ook voor den felsten tegenstander niet te
ontkennen, dat de coöperaties zeer veel goeds
gepresteerd hebben, met name door haar
prijsregelend optreden in tijden van duurte,
Tenslotte complimenteerde hij den heer De
Heus, die zichzelf had overgeslagen, toen hij
de organisatoren dank bracht, en uitte den
wensch. dat de bezoekers een goede herinne
ring aan Hilversum zouden meenemen. (Da
verend applaus).
Nadat eenige van de vele muziekcoi-psen. die
den optocht hadden helpen marcheeren, wat
marschen hadden laten hooren, was het woord
aan den heer K. de Boer, lid van het bestuur
van den Ned. Bond van Verbruikscoöperaties.
Hij noemde het streven der coöperaties: de
grootst mogelijke hoeveelheid geluk te ver
schaffen aan allen. Op het maatschappelijk
terrein is die leuze zeker te verwezenlijken.
In onzen tijd is dat wel bijzonder duidelijk.
Een gevarieerd programma, dat op vlotte
wijze werd uitgevoerd, besloot het verdere deel
van den middag.
Bij de rijkspostspaarbank is ruim
602 millioen belegd.
Tegoed in 1937 met bijna ƒ57 millioen
gestegen.
Aan het vei-slag van de Rijkspostspaarbank
over 1937 zijn de volgende cijfers ontleend.
In 1937 bedroeg het aantal inleggingen
2.788.038 tegen 2.467.562 in 1936, terwijl het be
drag dier inleggingen was f 217.987.675.77 te
gen f 168.429.194.10 in het voorafgaande jaar,
De inleggingen vermeei-derden dus in aantal
met 320.476 en in bedrag met f 49.558.481.67.
Terugbetaald werd in 1.881.437 posten
f 175.715.290.68, öf, na aftrek van de rente in
den loop van het jaar uitbetaald bij geheele
afbetaling van boekjes, f 175.455.892.81 tegen
in 1936 in 1.883.774 posten f 176.263.268.99, ver
mindering dus ln aantal 2337 en in bedrag
f 807.376.18.
Aan rente werd goedgeschreven f 14.561.935.54-
(incl. de in den loop van het jaar uitbetaalde
rente ad f 259.397.87) zoodat het tegoed dei-
inleggers einde 1937 bedroeg f 602.568.202.7'8
zijn f 56.824.697.45 meer dan einde 1936.
Het aantal spaarbankboekjes vermeerderde
met 38.968, waardoor er 31 December 1937
2.306.123 in omloop waren.
Het aantal staatsschuldboekjes verminderde
in 1937 per saldo met 955 en daalde daardoor
tot 16.558.
Het nominaal bedrag, ingeschreven op deze
boekjes, verminderde in 1937 met f 1.210.300.
en daalde daardoor tot f 25.043.400, berekend
naar den op 30 December geldenden beurs
koers hadden de titularissen van staatsschuld
boekjes te vorderen f 24.166.881, tegen
f 24.908.197.88 op het einde van 1936.
Amilda-crème, die tevens zoo goed is voor de huid, is verkrijgbaar in deze twee begeerde teinten. Mat of Bruin. Doos 50 en 25 ct.
(Adv. Ingez. Med.)
SPINNEN.
VREEMDE ONDERSCHEIDINGTEEKENEN.
Bij Koninklijk Besluit is aan P.
C. Adrian, wonende te Overveen, gem.
Bloemendaal, directeur van de N.V. Neder
landsche stoomvaart maatschppij „Oceaan" te
Amsterdam, verlof verleend tot het aanniie-
men van het onderscheidingsteeken van of
ficier in de orde „Polonia restituta" van Po
len.
De Fransche bevelhebber Pichegru was in
1794 met zijn troepen Holland binnengerukt,
doch kon wegens het ondergeloop en land niet
verder doordringen. Reeds stond hij op het
punt, weer terug te trekken, toen hij in een
geheim bericht van zijn vleugel-adjudant
Quatremère d'Ysonval, die door de Hollan
ders was gevangen genomen, het dringende
verzoek ontving, stand te houden. Binnen tien
dagen zou een strenge koude intreden, zoodat
Pichegru gelegenheid zou hebben, over de be
vroren wateren ons land binnen te rukken.
De Franschman volgde den raad op en de
adjudant, die zijn voorspelling gegrond had op
het gedrag van de spinnen, ki-eeg gelijk. Een
strenge vorst zette in en de gelukkige weer-
profeet werd door zijn landgenooten bevrijd.
De reputatie van de spinnen als weervoor-
spellers is reeds van ouden datum; ook den
Romeinen was ze bekend.
Die voorspellingsgave komt hun overigens
uitnemend van pas. De spinstof, waarmee ze
hun net weven, wordt aan het lichaam van de
dieren onttrokken. Ze zijn er dus zoo zuinig
mogelijk mee en zij zullen bij voorbeeld niet
spinnen, wanneer een onweersbui in aantocht
is. waardoor het weefsel gevaar loopt door
wind en regen te worden vernietigd. Personen,
die nauwkeurig het leven der spinnen gade
slaan, kunnen ons in den regel dan ook vrij
just inlichten over het weer, dat te wachten is.
Ls het mooi weer en blijft dit aanhouden,
dan zit de spin met ingetrokken pooten in het
midden van het web. Zal het warmer worden,
of is onweer in aantocht, dan spreidt ze haar
pooten uit. Bij dreigenden storm of aanhou
denden regen zal ze in een schuilhoek gaan
zitten.
Vogels.
De beste weerprofeten zijn echter de vogels,
welke bijzónder gevoelig zijn voor de schom
meling van vochtigheid en druk van de at
mosfeer. Het is echter jammer dat de men-
scheüjke fantasie wel eens wat al te hard op
deze eigenschapen is vooruit geloopen en ze
'zelfs in den naam van de vogels onjuist tot
uiting heeft gebracht.
De regenfluiter, b.v. fluit bij mooi weer even
hard als vóór of tijdens den regen. Toch zijn
er vogels waarbij het weer uit hun gedragingen
kan worden afgeleid. Het zijn vooral die
vogels, waaiwan de lichte en droge veeren door
den regen doorweekt worden en daarom zoeken
duiven en kippen vóór het losbarsten van de
bui tijdig hun hok op.
Het luid kraaien van den haan in den nacht,
gepaard met het slaan der vleugels, voorspelt
storm en regen, het aanhoudend kraaien 's
morgens vroeg, een mooien dag.
Ook de zwaluwen behooren tot de bekende
weerprofeten. Algemeen meent men dat, wan
neer ze hoog in de lucht zweven, het weer mooi
zal blijven, ook al zijn er dreigende wolken
zichtbaar. Scheren ze daarentegen loom langs
de huizen, of fladderen ze langs den grond,
dan komt er regen.
De verklaring van dit verschijnsel is, dat de
kleine vliegende insecten, welke de zwaluw
tot voedsel dienen, door de afkoeling van de
bovenste luchtlagen, welke aan een regenbui
vooraf gaat, naar beneden worden gedreven,
zoodat de zwaluw zijn prooi dus naar lagere
regionen moet volgen.
De pauw voorspelt door zijn afschuwelijk en
doordringend gekrijsch, dat er regen in aan
tocht is. Trouwens, de volksmeening kent nog
andere vogels, die door aanhoudend schreeu
wen regen aankondigen:
Krassen kraai en raaf verbolgen.
Weldra zal er regen volgen.
De ekster snatert dan lang, de wielewaal
fluit onophoudelijk, maar vooral de vink heeft
een zeer bizonder geluid dat hij alleen voor het
losbarsten van stortbuien doet hooren en wel
zoo vroegijdig, dat de boeren er bij het binnen
halen van het hooi rekening mee houden.
De meeuwen schijnen zeer gevoelig te zijn
voor electriciteit op welke wijze is nog niet
verklaard en vooral de zilvermeeuwen zijn
als onfeilbare voorspellers van onweer bekend
door onder angstig geschreeuw en het klap
pen der vleugels een hevige onrust te toonen.
Ook al bleef in sommige gevallen een onweers
bui uit, dan bleek later, dat deze toch in dén
omtrek was gevallen.
KiJcvorschen en bloedzuigers.
De volksmeening heeft de boomkikvorsch als
een goede weerprofeet bestempeld en de stak
ker is van de hem toegedachte gave maar al
te dikwijls het slachtoffer geworden.
Ofschoon het dier slechts nu en dan het
water opzoekt, sluit men het in een soort
flesch, die half met water is gevuld. Tevens is
er een stokje aangebracht, waarop de kik-
vorsch kan gaan zitten.
Alleen zijn taaiheid doet het dier in het
leven blijven en zijn zoogenaamde profetische
gave is al heel gering, want het luidruchtig
gekwaak is eerder toe te schrijven aan zijn
zucht naar vrijheid, dan aan weersverande
ring.
Dan is de bloedzuiger een beter weerpro
feet. In den regel wordt dit dier bewaard in
een inmaakglas. dat voor drie kwart met water
is gevuld en waarover als afsluiting een linnen
lap is gebonden. Waneer de bloedzuiger slechts
een maal per jaar goed voedsel krijgt, is voe
ding verder bijzaak.
Ligt hij 's morgens rustig op den bodem, dan
kan men op mooi weer rekenen. Kruipt hij
langs het glas in het bovengedeelte, waar geen
water is. dan is regen of sneeuw te verwach
ten. Storm is op komst, wanneer hij snel heen
en weer zwemt en onweer voorspelt hij door de
groote onrust reeds lang te voren, waarbij het
schijnt alsof het dier aan stuiptrekkingen lijdt.
Uit nauwkeurige waarnemingen is gebleken,
dat ongeveer 75 procent van zijn „voorspel
lingen" uitkomen.
Dieren en aardbevingen.
Ten slotte hebben de dieren ook een veel
fijner gevoel voor aardschokken dan de men-
schen.
Bij de bekende uitbarsting van den Mont
Pelé op Martinique in 1902 was het vee reeds
vele weken tevoren in hooge maté onrustig
en in den omtrek van den vulkaan verlieten
de slangen hun schuilplaatsen en de vogels
staakten hun gezang.
De dieren begrepen het naderend, onheil
beter dan de commissie van geleerden, die den
dag vóór de catastrofe nog liet bekend maken,
dat, er geen gev&ar te vréezen was!
HET RIJKSMUSEUM KRöLLER—
MüLLER GEOPEND.
Mr. H. P. Marchant en mevrouw Kröller-=
Müller ontvangen hooge onderscheidingen
In het nationale park ,.De Hooge Veluwe" is
Woensdagmiddag het rijksmuseum Kröller-
Müller door minister prof. dr J. R. glotema-
ker de Bruine geopend. Deze plecntigheid,
welke door ongeveer vierhonderd genoodig-
den werd bijgewoond, geschiedde in een der
dienstgebouwen van het Sint Hubertus jacht
slot
Rede mr. H. P. Marchant.
De oud-minister mr. H. P. Marchant, heette
als voorzitter van de stichting het nationale
park de Hooge Veluwe de aanwezigen welkom,
Hij herinnerde er aan, hoe de stichting hét
6600 H.A. groote landgoed met het jachtslot
St. Hubertus heeft kunnen koopen.
Dit alles was In den loop der jaren gesticht
Mr. MARCHANT.
door den heer en mevrouw Kröller-Müller,
met het doel, dat het, ten behoeve van het al
gemeen welzijn, voor de gemeenschap zou blij
ven bewaard.
Wie iets koopt, moet den koopprijs betalen.
Zoo ook hier. De koopsom heeft het nationale
park betaald uit een hypothecaire geldleening,
haar verstrekt door den liquidateur van de
N.V. de Nederlandsche Uitvoer-Maatschappij,
destijds den heer Van Doorninck, met goed
vinden van de regeering, tegen een rente van
2 pet.
De heer en mevrouw Kröller hadden in den
loop der jaren, met hetzelfde doel, ook de
kunstverzameling bijeengebracht van de stich
ting de tweede stichting Kröller-Müller.
Deze .merkwaardige en over de geheele we
reld bekende verzameling schonk de Kröller-
Müller-stlchting aan het rijk, onder eenige
voorwaarden. De voornaamste was deze, dat
de verzameling, als het even zou kunnen, hier,
op de gronden van de stichting het nationale
park de Hooge Veluwe. ten eeuwigen dage,
voor het algemeen welzijn zou blijven be
waard.
Rede prof. Slotemaker
de Bruine.
Hierna sprak de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen.
„Deze dag der opening", aldus ving de mi
nister zijn rede aan, „is een groote dag in ve
lerlei opzicht. Zij is een gevolg van vele en
hartelijke samenwerking. Dank zij de samen
werking tusschen de beide stichtingen kon dit
grootsche resultaat bereikt worden. Het is be-
Prof. Dr. Slotemaker de Bruine
Minister Yan Onderw., K. en W«
•kend, dat de heer Marchant, nog als minister
van Onderwijs zich veel moeite gegeven heeft,
om het nationale park de Hooge Veluwe als
ongerept natuurschoon onverdeeld te behou
den en te bewaren.
Vervolgens deelde de minister mede,
dat het H.M. de Koningin behaagd
heeft mr. Marchant te benoemen tot
commandeur in de orde van Oranje-
Nassau en mevr. Kröller-Müller tot
ridder in de orde van den Nederland
sehen Leeuw.
Nadat de minister zijn hartelijke gelukwen-
schen met de hooge onderscheidingen had
aangeboden reikte hij de beide decoraties in
klein formaat uit.
De museumbezoekers zullen het voorrecht
hebben zoo vervolgde de minister voor
lichting te ontvangen van de schenkster, me
vrouw Kröller-Müller, die door een deskun
digen staf geassisteerd wordt. In den kring
van museumdirecteuren kan spr. thans ook
mevr. Kröller als directrice-honoraire, als ho
norair ambtenares van zijn departement, noe
men.
Met den wensch, dat velen zullen komen ge
nieten van de hier bijeengebrachte kunst
schatten, opdat de kunst hoewel niet het
allerhoogste moge bijdragen tot verheffing
en verdieping van ons volk. besloot minister
Slotemaker zijn rede en verklaarde het mu
seum voor geopend.
Mede namens zijn echtgenoote sprak de
heer A. E. G. Kröller een woord van dank.