ONGELUK TE NIEUWKUYK.
SI MARGAGA.
FEUILLETON
Een avontuurlijk verhaal uit de binnenlanden
van Sumatra's Oostkust,
door
GERT HARTENAU—TH1EL.
35)'
Als de situatie niet 200 absurd was geweest,
zou ik den man stellig een hevigen uitbran
der hebben gegeven. Nu wekte zijn houding
eerder mijn lachlust op en tenslotte begreep
ik zeer wel, dait Haïto slechts het slachtoffer
was geworden van de geheime krachten van
den fakir, naar wien mijn toorn dus in de
eerste plaats diende uit te gaan. Ik keerde mij
om, teneinde hem om opheldering te vraigen,
maar opnieuw kreeg ik reden tot verbazing,
want de plek, waar hij zooeven nog gestaan
-had, was leegde zonderlinge kerel was
verdwenen.
En toen ik kort daarop thuis kwam en den
brief, dien ik in mijn borstzak had gestoken,
wederom in de posttasch wilde bergen, moest
ik tot mijn groote ontsteltenis constateeren,
dat het epistel verdwenen was. Het lag echter
ongeschonden bij de andere poststukken in de
tasch, zij het dan voorzien van.... drie roode
strepen.
xxni.
Hoewel de fakir Si Rostromo zich voor een
dienaar van Mohammed had uitgegeven,
kwam ik toch al spoedig tot de overtuiging,
dat hij een aanhanger van ide Visjnoeietecn was
en op de een of andere manier met den ge-
dooden rattenfakir Monomo in verbinding
moest hebben gestaan. Evenzoo werd het mij
weldra duidelijk, dat de even ijverige als
betrouwbare politiefakir Si Margaga mij
slechts daarom in den steek had gelaten, om
dat hij bepaalde sporen haid ontdekt en deze
thans heimelijk volgde.
De Visjnoeieten, een uiterst fanatieke en
wraakgierige secte, die voornamelijk in Voor-
Indië. resideert, maar ook in geheel Neder-
landsch-Indië vele aanhangers telt, beschil
deren hun voorhoofd, als teeken van hun
geloof, met drie witte strepen. Wanneer zij
echter op het oorlogspad zijn of wraakgevoe
lens koesteren, verwisselen zij hun wit veete-
teeken tegen drie vuurroode strepen, welke
loodrecht boven den neuswortel eindigen. Ten
einde zich niet te verraden, bedekken zij dit
gevaarlijke teeken echter met hun tulband of
hoofddoek om het pas dan zichtbaar te laten
worden, wanneer zij met aanhangers bijeen
zijn.
Voor Europeanen, die zich deze lieden een
maal tot hun vijanden hebben gemaakt, is het
beter, als zij het Indische stof van hun voeten
schudden en het land verlaten, want ontelbaar
zijn de hardnekkige vervolgingen, waaraan zij
zijn blootgesteld en in de meeste gevallen zijn
zij daarbij hun leven niet zeker. Terwille van
een paar gedresseerde ratten, welke hun af
schuw hadden opgewekt, was de planter Van
der Trijs bijna tot waanzin en Friedrich
König zelfs in den dood gedreven, terwijl
de streek, waar zij zich gevestigd hadden,
door een laaghartigen kerkdiefstal in oproer
was gebracht.
Na eenig overleg kwam ik daarom tot het
inzicht, dat ik Van der Trijs het beste voor
verdere vervolgingen zou kunnen vrijwaren,
wanneer ik hem zoo spoedig mogelijk aan mijn
onmiddelüjken chef, den controleur van Asa-
han in Tandjong Balei uitleverde. Ik gaf daar
om opdracht de boot onder stoom te brengen
en deze ook overigens voor ons vertrek gereed
te maken.
Apathisch, in zichzelf gekeerd en zeer
zwijgzaam liet Van der Trijs zich naar de
boot brengen, waar hij een kleinigheid at om
daarna opnieuw in slaap te vallen. Zonder
incidenten bereikten we den volgenden mor
gen de haven van Tandjong Balei. Spoedig na
onze aankomst regelden we de nooddge forma
liteiten met de recherche, die daarop den
arrestant het eerewoord afnam en hem in de
gelegenheid stelde zich vrij en zonder politio
neel toezicht in het Asahan Hotel op te hou
den tot zijn voorgeleiding voor den officier
van justitie te Batavia zou kunnen plaats
hebben.
Daar de plaats weinig keus bood, had ik in
hetzelfde hotel mijn intrek genomen en nadat
alle formaliteiten vervuld waren, begaf ik mij
daarheen, gevolgd door eenige manschappen
en mijn bedienden. Wij passeerden daarbij de
Chïneezenwijk en de bazarstraten, waar een
drukte heerschte van belang om tenslotte een
zijstraat in te slaan, waai- het iets minder
levendig toeging. Op den hoek daarvan, mid
den in een berg stof en straatvuil, hurkte een
Maleische bedelaar, zwartbruin, broodmager
en half naakt. De man zag er uit, of hij in
geen maanden een druppel water had gezien.
Oogenschijnlijk was hij een boeteling of een
bedelfakir.
Toen ik met mijn menschen voorbij ging en
hem onderzoekend opnam, trof mij uit zijn git
zwarte oogen een zoo onbeschaamde en ver
achtelijke blik, dat ik verontwaardigd mijn
schreden inhield en voor hem bleef staan. Uit
dagend staarde hij mij aan, zonder zijn hand
ten groet op te heffen of naar ide gewoonte
van vele inlanders, onderdanig het hoofd te
buigen.
.,Wie ben jij, vriend?" vroeg ik geëergerd.
Hij gaf geen antwoord en hij verloor mij
zelfs niet uit het oog, toen zijn dorre vingers
naar een hoop lompen tastten, waaruit hij
tot mijn verbazing een ongeveer twee meter
lange houten slang te voorschijn haalde. Het
was een, op waarlijk zeer kunstige wijze uit
hout gesneden cobra, inderdaad voortreffelijk
nagemaakt in haar lichtgele kleur met zwart
brillenmotief op den hals.
De houten slang kon door middel van fijne
scharniertjes haar lichaam kronkelen, zich als
levend omhoog heffen en haar borstschild
opzetten. Haar oogen fonkelden kwaadaardig,
terwijl de kop, als tot den aanval gereed, lang
zaam heen en weer bewoog.
Onwillekeurig deed ik een stap achteruit.
„Wil je mij die slang verkoopen?" vroeg ik.
Wederom bleef de man het antwoord schul
dig, maar hij knikte toestemmend met het
hoofd.
Ik liet hem een zilveren gulden zien en leg
de daar, toen hij na elk geldstuk ontkennend
het hoofd schudde, nog negen gulden bij.
Toen scheen hij eindelijk tevreden, want hij
rolde het houten ondier ineen, wikkelde het-
in een vieze lap en stak het mij daarop toe.
Op mijn hotelkamer aangekomen, verwij
derde een boy het smerige omhulsel en plaats
te de slang op een groote, ronde tafel, welke
midden in het vertrek stond. Daar lag nu de
cobra ineen gerold en niet van een echte te
onderscheiden, omdat zelfs de minste trilling
in of om het gebouw zich op het kunstwerk
overdroeg en het voortdurend in beweging
hield
Na den gemeenschappelijken avondmaaltijd
zat ik nog eenigen tijd in gezelschap van
meerdere Europeanen op de dicht bezette
veranda van het hotel, waar wij, zonder uit
zondering, genoten van den heerlijken, in hel
der maanlicht badenden tropenavond.
Voor ons op tafel stonden verfrisschende
dranken, achter ons eenige bedienden, die ons
de muskieten van het lijf hielden en boven
ons fluisterden en ritselden de groote, breede
palmen. Uit den tuin drong de bedwelmende
geur van exotische wonderbloemen tot ons
door.
Het aanvankelijk zoo geanimeerde gesprek
verflauwde langzamerhand. Er kwam iets
drukkends in de atmosfeer, wij voelden ons
loom worden, het zweet parelde op de gezich
ten van allen, die hier bijeen zaten en bezorgd
staarden wij naar den helderen avondhemel,
die geleidelijk door dreigende wolkenbanken
werd verduisterd.
„Ik geloof, dat we vanavond nog een flinke
bui krijgen, jongelui", zei een planter, die
daarmee uiting gaf aan hetgeen velen reeds
lang bezig hield en als bevestiging van zijn
voorspelling doorkliefde een bliksemstraal
den nu gitzwarten hemel, weldra gevolgd
door het gerommel van den donder, dat van
uit de verte anel naderbij kwam.
Plotseling, als vit den grond verrezen, zat
voor ons in bet midden van de veranda een
man. De electrischu booglamp plaatste hem in
het volle licht en ik herkende tot mijn ver
bazing en mijn schrik onmiddellijk dea „bedel
fakir".
Niemand had hem zien komen, als een geest
was hij in ons midden verschenen en stijf en
star zat hij voor ons op den grond, zijn bran
denden blik onafgebroken op ons gericht.
(Wordt vervolgd.)
Z.Exe. minister Slotemaker de Bruine heeft Woensdag het museum in het Nationale Park De Hooge Veluwe te
Hoenderloo officieel geopend. Tijdens den rondgang v.r.n.l.: minister Slotemaker de Bruine, mevr. Kröller-Muller,
mevr. Weiter en minister Weiter
Op den onbewaakten overweg te Nieuwkuyk is Woensdag een vrachtauto
door den trein gegrepen en meegesleurd, waarbij een der inzittenden gedood
en een ander gewond werd. De totaal vernielde auto in een sloot naast de
spoorbaan
De groote „Tour" in vollen gang. De renners
passeeren de brug te Bayonne in het gezicht van
de finish der étappe
Het resultaat der bombar
dementen op de haven
van Valencia, waar buiten-
landsche schepen ten prooi
vielen aan de bommen
„De Zwaan" te Veere, dateerende
uit de vijftiende eeuw, is gerestau
reerd
Van Dinter (Nederland) in actie tijdens
de internationale motorzesdaagsche in
Engeland
Middelkamp won de zevende étappe van den Tour de France. Een der vele smaakvolle versieringen, welke te Parijs zijn opgericht in ver-
De Nederlander op het O0£»blik van lijn overwinning te ban(j me( het aanstaand beIoek va„ he, Engelsche Koningspaar