HET MYSTERIE
VAN SUNNY SIDE
H. Ms. „Brinio" en de Z. 6 zijn Maandag in
de haven van IJmuiden aangekomen als onder
deel van de ongeveer 20 Nederlandsche oor
logsbodems, die van 18 tot 22 Juli te IJmuiden
vertoeven in verband met de nabij de kust te
houden marine-manoeuvres
Anton van Schendel heeft beslag weten te leggen op de overwinning ii
van den Tour de France. Het beslissende oogenblik
de tiende étappe
Amerika en Engeland
broederlijk bijeen voor
Buckingham Palace te
Londen tijdens het bezoek
van een Amerikaanschen
oorlogsbodem
Een der kostbare interieurs van het Quia d'Orsay te Parijs, het verblijf van het
Engelsche Koningspaar tijdens zijn bezoek aan Frankrijk
Een zestig ton zware locomotief en vier beladen wagens zijn tengevolge van
verzakking langs de helling der Staatsmijn Hendrik naar beneden gestort, waarbij
de stoker gedood werd
Door storm in Java's Oosthoek werd
de aanlegsteiger voor motorbooten
bij Banjoewangi, de zgn. overzet
naar Bali, zoodanig geteisterd, dat
passagiers en bagage per prauw
van de booten moesten worden ge
haald
In het Concerigebouw te Amsterdam werd Maandag het 15de Internationaal Aardrijkskundig
congres door minister prof. dr. Slotemaker de Bruïne officieel geopend. Een foto tijdens de
openingszitting
De .Ronde van Edam" werd Maan
dag verreden. De deelnemers onder
weg even na den start
Naar het Amerikaausch
2)
HECTOR JENNINGS.
Ik zeg niets, juffrouw Innes, zei hij,
met zijn hand al op den deurknop, ik zeg
niets, maar er zijn hier den laatsten tijd din
gen gebeurd die niet pluis zijn. Ik zeg maar
zoo: als deuren en ramen vanzelf open en
dicht gaan, zonder dat er iemand in de buurt
is, dan is er iets niet in den haak!
Liddy, die zich dien avond op geen grooteren
afstand dan een halve meter van mij scheen
te willen bevinden en die in dat groote, holle
huis bang was voor haar eigen schaduw, gaf
een gilletje en werd geel-groen. Maar ik laat
me niet zoo gauw van mijn stuk brengen.
Het was overigens vruchteloos dat ik Tho
mas onder het oog bracht dat wij alleen waren
en dat het zijn plicht was dien nacht althans
in huis te blijven. Op een beleefde manier hield
hij voet bij stuk en hij beloofde den volgenden
morgen in de vroegte te zullen komen. Ik gaf
hem een sleutel en hij zou zorgen een ontbijt
voor ons gereed te hebben.
Ik stond op het ruime terras, terwijl hij
schuifelend de lommerrijke oprijlaan afliep
en keek hem na met gemengde gevoelens:
ergernis om zijn lafheid en dankbaarheid dat
we hem in elk geval hadden. Ik schaam mij niet
te zeggen, dat ik de voordeur extra goed sloot
toen ik naar binnen ging.
Jij kunt de rest van het huis sluiten en
naar bed gaan, Liddy, zei ik boos. Ik krijg
gewoon rillingen er van, zooals Jij daar staat.
FEUILLETON IEen vrouw van jouw leeftijd moet waarachtig
wel een beetje meer verstand hebben!
U moet met niet vragen om te sluiten,
juffrouw Rachel, antwoordde ze bibberend.
Er zijn wel een dozijn openslaande deuren in
den salon en de biljartkamer en ze komen
allemaal uit onder een portiek. En Mary-Anne
zei, dat ze gisteravond een man bij den stal
heeft zien staan toen ze de keukendeur sloot.
Mary-Anne is een zottin, zei ik geprik
keld. Als daar werkelijk een man had ge
staan, zou ze hem door de macht der gewoonte
binnen vijf minuten in de keuken hebben ge
had om hem op de resten van het diner te
tracteeren! Stel je niet aan als een kind! Sluit
het huis en ga naar bed. Ik ga nog een poosje
zitten lezen.
Maar Liddy klemde haar dunne lippen opeen
en bleef staan waar ze stond.
Ik ga niet naar bed. zei ze norsch.
Ik ga mijn boeltje pakken en morgenochtend
ga ik met den eersten trein naar de stad
terug.
Dat zul je wel uit je hoofd laten, viel
ik uit.
Liddy en ik hebben vaker neiging om onze
wederzijdsche relaties te verbreken, maar toe
vallig nooit op hetzelfde moment.
Als je bang bent wil ik wel met je mee
gaan, maar probeer je in vredesnaam niet
achter mijn rokken te verschuilen!
Het huis was een typisch zomerverblijf op
groote schaal. Waar het op de parterre-ver-
dieping maar eenigszins mogelijk was geweest
had de architect afscheidingen achterwege
gelaten en inplaats daarvan bogen en pilaren
aangebracht. Het effect daarvan was veel
koelte en een idee van ruimte, maar gezellig
was het er niet en toen Liddy en ik van het
eene venster naar het andere liepen, echoden
onze stemmen op een onpleizierige manier
achter ons aan. Er was overvloed van licht, de
electrische centrale in de naburige stad
leverde den stroom, maar er waren lange scha
duwen op de glimmend-gewreven vloeren en
spiegels, die onze beelden weerkaatsten uit.
onverwachte hoeken, en ik kon me niet ont
veinzen dat langzamerhand iets van Liddy's
onzinnigen angst ook over mij kwam.
Het huis was heel lang een langwerpig
vierkant met den hoofdingang in het mid
den van de lange voorzijde. Van de met
steenen geplaveide entree, kwam men in een
ondiepe hall, aan den rechterkant waarvan,
alleen er van gescheiden door 'n rij zuilen, zich
een kolossale voorkamer bevond. Daarnaast lag
de salon met de bibliotheek annex en daaraan
grensde weer de biljartzaal. Daarachter, dus
aan de achterzijde van den rechtschen vleugel
van het huis, lag een kamer, gemeubileerd met
groen-bekleede speeltafels en dit vertrek had
een eigen kleine hall, die met een deur op de
Oostelijke waranda uitkwam en waaruit een
smalle wenteltrap naar boven voerde.
Halsey had er met een glimlach op attent
gemaakt.
Kijk, tante Rachel, had hij gezegd,
de architect die voor deze verbinding gezorgd
heeft, kende zijn Pappenheimers! Arnold
Armstrong en zijn vrienden konden hier tot
vroeg in den morgen zitten gokken en drinken
en dan naar bed strompelen zonder de rest
van de familie te alarmeeren.
Liddy en ik gingen tot de speelkamer en
draaide alle lichten aan. Ik onderzocht de toe
gangsdeur, die van de kleine hall op de wa
randa voerde, en voelde aan alle ramen. Alles
was in orde en Liddy een beetje minder
zenuwachtig nu had juist mijn aandacht
gevestigd op den erbarmelijken, stoffigen toe
stand van den prachtigen teak-houten vloer
toen opeens alle lichten uitfloepten. We
bleven een oogenblik doodstil staan en Liddy's
tong moet verlamd zijn geweest van schrik,
anders zou ze wel hebben geschreeuwd. En
toen pakte ik haar bij den arm en wees naar
een van de vensters, die uitkwamen onder de
arcade. De plotselinge duisternis had het
donkere venster veranderd in een langwerpig
vierkant van grijs-schemer licht, waarin we
een gedaante konden onderscheiden die naar
binnen loerde En terwijl ik keek glipte de ge
stalte weg over de waranda en verdween^ in
de duisternis.
Hoofdstuk n.
DE MANCHETKNOOP.
Liddy's knieën schenen haar in den steek
te hebben gelaten. Zonder geluid te geven zonk
ze op den grond, terwijl ik als versteend naar
het venster bleef staren. Liddy begon zachtjes
te kreunen en in mijn opwinding tastte ik
omlaag en schudde haar door elkaar.
Schei uit!, beet ik haar toe. Het is
alleen maar een vrouw; misschien een meid
van de Armstrongs. Sta op en help me om
de dein: te vinden I
Ze ging voort met haar gejammer.
Goed, zei ik, dan moet je maar alleen
hier blijven. Ik ga hier vandaan.
Dat hielp! Ze scharrelde overeind en ter
wijl ze zich aan mijn mouw vasthield, tastten
wij onzen weg naar de biljartzaal en vandaar
naar den salon, die we na ontelbare botsin
gen bereikten. Toen gloeide het licht weer
aan en ik kreeg het beklemmende gevoel dat
achter elk van de ongesloten openslaande
deuren een loerend gezicht verscholen was.
En beschouwd in het licht van wat later ge
beurde, ben ik overtuigd, dat we inderdaad
heel dien spookachtigen avond in het oog
werden gehouden. We haastten ons om alles
wat nog open stond te sluiten en maakten dat
we naar boven kwamen. Ik liet overal het
licht aan en onze voetstappen echoden als
in een gewelf. Allerakeligst, in één woord. Den
volgenden ochtend had Liddy een stijven nek
van het achterom kijken!
Liddy had weinig zin om naar bed te gaan.
Laat mij in uw kleedkaaner blijven,
juffrouw Rachel, smeekte ze. Als u het niet
toestaat, ga ik voor de deur in de hall zitten.
Ik heb geen lust vermoord te worden met mijn
oogen dicht!
Als je werkelijk vermoord wordt, ant
woordde i kkalm, komt 't er niet zoo heel
erg op aan of je oogen op dat moment open
of dicht zijn. Maar je mag wel in mijn kleed
kamer blijven, tenminste als je op den divan
gaat liggen. Als je op een stoel inslaapt, snurk
je natuurlijk.
Ze was te veel van streek om beleedigd te
zijn en na een poosje kwam ze weer bij me
terug in de slaapkamer, waar ik al in bed
lag en trachtte me in slaap te lezen.
Dat was geen vrouw, juffrouw Rachel, zei
ze met haar schoenen in de hand. Het was
een man met lange jas aan.
Welke vrouw was een man?, vroeg ik
droog. Ik keek niet op en mijn geringe belang
stelling ontmoedigde haar dermate, dat ze
retireerde naar den divan,
Het was elf urn- toen ik besloot te gaan
slapen. Ondanks de onverschilligheid die ik
voorwendde, stapte ik nog even uit bed om
de deur die naar de hall voerde te sluiten en
toen ik bemerkte dat de bovenknip niet slui
ten wilde, zette ik behoedzaam een stoel voor
de deurhet was niet noodig om Liddy
wakker te maken, vond ikstapte er op en
zette een kleinen handspiegel op den grendel,
zoodat dit toiletartikel bij de minste beweging
van de deur naar beneden zou komen, met
voldoende geraas om mij wakker te maken.
Toen, gerustgesteld door mijn voorzorgen, ging
ik naar bed. Maar ik kon niet direct in slaap
komen. En net toen ik begon in te dommelen
schrikte ik op doordat Liddy binnenkwam en
onder mijn bed keek. Ze zei echter niets, ging
terug, bleef even in de deuropening staan en
en zuchtte om een steenen hart tot erbarmen
te bewegen.
Beneden sloeg telkens een klok: half-twaalf,
kwart voor twaalven, twaalf uur. Toen ging
het licht weer uit: ditmaal voor goed. De elec
trische centrale van Casanova sluit om twaalf
uur en ieder gaat op dezen behoorlijken tijd
naar bed. Als een der inwoners een partij
geeft, moet hij de centrale, althans het be
dienend personeel daarvan, een dikke
fooi geven, dan drinken de opwek
kers van den electrischen stroom sterke
koffie en houden hun affaire een paar
uur langer open. Maar dien nacht gloeiden
I de lichten niet meer aan.
(Wordt vervolgd.).