BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
Aan allen!
Verschillende opstellenmaakstertjes hebben
mij gevraagd waarom ik de gemaakte opstel
len van de nieuwe in de oude spelling heb
omgezet. Zij moeten op school de opstellen
volgens de nieuwe spelling maken. De opstel
len die ik moest overschrijven omdat het pa
pier aan beide zijden beschreven was, heb ik
in de nieuwe spelling overgenomen. Op de
zetterij heeft men echter alles in de oude
spelling gezet.
De couranten in het algemeen verschijnen
nog steeds in de oude spelling. Sommige bla
den laten de kindercourant echter wel in de
nieuwe spelling zetten. De IJmuider Courant
wenscht. ook voor de kindercourant, nog
steeds de oude spelling te handhaven, van
daar dat de opstellen ook in de oude spelling-
zijn opgenomen. De schuld ligt dus niet bij
mij.
Het opstelletje van Jannie Groen zal ik dit
keer niet opnemen. Het werk van haar zusje j
Maartje Groen volgt hieronder.
EEN PRETTIGE DAG IN VELSERBEEK.
Op een zonnigen Augustusdag gingen we
naar Velserbeek. 's Morgens half tien gingen
we met vijftien meisjes en de juffrouw op
weg. Ongeveer half elf kwamen we in het
park aan. Daar kwam de boschwachter aan.
De leidster vroeg den boschwachter een ge
schikte plaats om te spelen en te handwer
ken. De plaats werd ons gewezen. We gingen
eerst wat uitrusten, terwijl de juffrouw voor
las. Daarna gingen we spelen en vervolgens
wat wandelen. Na een poosje gingen we op
de zeskantige bank zitten. De juffrouw las
voor wij handwerkten. Na 't voorlezen gingen
we naar lunchroom „Anneta" om onze boter
ham te gebruiken. De juffrouw kreeg daar
voor ieder kind een ansicht waarop de lunch
room Anneta". Vervolgens zijn we naar den
boschweg gewandeld en hebben daar fijn ver
stoppertje gespeeld. Toen gingen we weer te- I
rug naar Velserbeek, We kregen ook nog een 1
ijsco. Na een bezoek aan den Hermiet gingen
we naar huis. We hebben een recht prettigen
dag gehad.
MAARTJE GROEN, 11 jaar
DE PRIJSJES.
Het toekennen van de prijsjes was voor nv'
zeer moeilijk. Waren alle inzendsters even oud
geweest, dan zou de moeilijkheid minder groot
geweest zijn. Ik heb nu het volgende besluit
genomen.
Marietje Groen, Willie Tolman, Stien Vos,
Bep Vos, Gerri Goedhart, Corrie Goedhart en
Maartje Groen krijgen een prijsje.
Dini Vos krijgt een troostprijsje. Zij had
wat meer van haar opstel moeten maken.
Annie Barg krijgt eveneens een troost
prijsje. Zij moet voortaan haar werk nog eens
rustig overlezen en spel- en taalfouten ver
beteren. Een zin als „toen we daar een poos
jes gezeten haden en gespeelt hadden gingen
we naar de beesjes kijken" lijkt naar niets.
Hij bevat reeds vier fouten. Ze heeft echter
wel een lang opstel gemaakt, vandaar het
troostprijsje.
Jannie Groen een troostprijsje. Zij heeft
haar goeden wil getoond, al was de stijl enz.
niet geheel naar wensch. Ze is nog erg jong
en daar houd ik rekening mede.
De prijsjes mogen a.s. Zaterdag 10 Septem
ber des namiddags 12.30 aan mijn huis, Rog
geveenstraat 27, afgehaald worden.
Best REPELSTEELTJE. Ook ik vond het
jammer dat je geen opstel ingezonden hebt.
Met een volgende gelegenheid hoop ik dat je
van de partij zult zijn. Binnenkort geef ik
weer gelegenheid om een opstel in te zenden.
Dag Repelsteeltje.
Lief GOUDHAARTJE. Zoo meisje, ben je
van school veranderd? Ben je soms verhuisd
of was er een andere reden voor? Ook van jou
heb ik een opstel gemist. Wel jammer. Dag
Goudhaartje.
Best ZiVEMSTERTJE. Prettig dat je zoo
volop in de vacantie genoten hebt. Een eigen
auto is in zoo'n tijd ook een fijn bezit. Ja,
ons uitje is heel prettig geweest en ik begrijp
dat het je spijt niet van de partij geweest te
zijn. Gaan we binnenkort nog eens dan mag
je natuurlijk mede. Doe je m'n groeten aan je
ouders, broer en zus terug? Dag Zwemstertje.
Best ZONDAGSKIND. Neen, ik had geen
Geni onder je opstel gezet, maar de zetter
heeft, ondanks ik de kopij duidelijk geschre
ven in geleverd heb, Geni inplaats van Gerri
overgenomen. Fijn dat je een M. M. voor je
zus breit. Ze zal erg blij met het beest zijn
en er prettig mee kunnen spelen. De liederen
voor de te zingen aubade op a.s. Dinsdag zijn
mij bekend. Dag Zondagskind.
Lief ZONNESTRAALTJE. Prettig dat je
lederen dag met je zusjes gaat wandelen. Ge
zellig zoo met je drietjes. We zullen maar
wenschen dat het weer nog lang goed blijft,
dan kan je er nog wat van profiteeren. Wan
del met genoegen. Dag Zonnestraaltje.
De andere rubriekertjes hebben ter eere van
den feestdag schrijfvacantie gevraagd en ge
kregen. Later willen zij de schade inhalen.
GECOSTUMEERDE OPTOCHT VAN
SCHOOLKINDEREN
Alle kinderen wensch ik volgende week pret
tige dagen toe. Zij moeten vooral naar den
gecostumeerden optocht van schoolkinderen
gaan zien. Hij wordt gehouden Vrijdagmorgen
9 September tusschen 10 en 12 uur en gaat af
aan de Houtmanstraat.
De route gaat door nieuw IJmuiden en
West. De ontbinding heeft plaats op het Ken-
nemerplein.
Alle scholen in geheel IJmuiden krijgen 9
September vrij zoodat ieder kind kan gaan
kijken.
Veel groeten van
Mej. E. VIJLBRIEF
ONZE DAMPKRING.
Ondanks alle onderzoekingen nog steeds een
mysterie!
Het eerste, meest noodzakelijke levensver-
eischte voor den mensch op aarde is „lucht",
ademtoare lucht, waaruit de onderste laag van
den dampkring bestaat. Het luchtruim levert
ons deze onmisbare stof in zoo ruime mate en
het kost ons zoo weinig moeite ons haar toe te
eigenen, dat we er over het algemeen weinig
aandacht aan schenken. Dat is ook wel de re
den, dat zelfs de mannen der wetenschap lan
gen tijd in onwetendheid verkeerden omtrent
het wezen van den dampkring, terwijl voor de
groote massa lucht in letterlijken en figuur
lijken zin eenvoudig „lucht" was d.i. aen niets,
waar men niet over hoefde na te denken.
Lavoisier in de tweede helft der 18de eeuw
en Alexander von Humbold in 't begin der 19e
eeuw zou men de pioniers kunnen noemen, die
het onbekende gebied het eerst verkenden, of
schoon ze nooit in den dampkring opstegen.
In elk geval waren zij de eersten, wier weten
schappelijke arbeid licht in de duisternis bracht
Zij leerden ons, dat de lucht geen element,
maar een mengsel van zuurstof en stikstof is
en wel in de verhouding 1:4. Ook vonden zij
dat lucht „gewicht" heeft en dat 1 kub. meter
ongeveer 1,3 kg. weegt. Door alle eeuwen heen
had men geloofd, dat lucht niet „zwaar" was.
De beroemde Aristoteles (350 v. Chr.) had het
immers bewezen, door een varkensblaas te
wegen, eerst gevuld met lucht en vervolgens
nadat alle lucht er uit verwijderd was. Beide
wegingen gaven volkomen hetzelfde gewicht
De conclusie, dat lucht geen zwaarte heeft, is
niettemin fout. Onze jonge, natuurkundige
lezers zullen gemakkelijk kunnen aantoonen,
waar de fout zit.
Torricelli had toen reeds aangetoond, dat de
dampkring een zekeren druk op het opper
vlak der aarde en op alle voorwerpen uitoefent
en dat deze druk gelijk is aan een kwikkolom
van 760 mm. hoogte. Op dit verschijnsel be
rust de werking van de barometer. „Best", zul
je zeggen, „nu meten we hoe zwaar de lucht is
en hoe groot de druk van de geheele luchtko-
lom op elke c.M.2 van de aarde is. We kunnen
dus ook wel uitrekenen, hoe hoog de damp
kring is." Probeer het eens! Met die gegevens
krijg je een hoogte van ongeveer 10 k.m., en
we weten dat de dampkring zich veel hoo-
ger uitstrekt. Waarom klopt de berekening
niet? Omdat- de lucht elastisch of samendruk
baar is. Beneden, vlak boven de aarde is ze
veel dichter dan boven. Wanneer we een hoo-
gen berg beklimmen en de barometer wijst be
neden een luchtdruk van 760 m.m. aan, dan
toont het instrument op 330 m. hoogte nog
maar een druk van 730 m.m. Telkens als we 11
meter klimmen, zakt de barometer 1 m.m. Bo
ven de 480 m. echter zakt hij bij 12 m. klim
men 1 mm., en op nog grootere hoogten, b.v. op
5900 m. is de lucht reeds zoo ijl, dat men 20 m.
klimmen moet om den barometerstand met
1 m.m. te doen zakken. Hoe het op hoogten
boven de 25.000 M. is weten we niet.
De lucht wordt echter niet alleen ijler, ze
verandert ook van samenstelling. Boven de
20.000 m. bevat ze haast geen zuurstof meer,
1 ook geen waterdamp, dus geen wolken.
Onze dampkrig is derhalve geen eenvormige
massa, maar hij bestaat veeleer uit lagen, die
veel van elkander verschillen en die geleide
lijk in elkander overgaan. Omtrent de sa
menstelling van de onderste laag, de tropo-
I sfeer, die 10 kilometer hoog is. en over de na-
tuurverschijnselen. die in deze sfeer plaats
hebben, zijn wij vrij goed op de hoogte. Onze
i luchtschepen en vliegtuigen kunnen deze laag
I in alle richtingen doorkruisen, en onze ge-
j leerden kunnen dus door reehtstreeksche
waarnemingen en onderzoekingen hun kennis
verrijken. Moeilijker wordt het onderzoek in
de daarop volgende laag, de stratosfeer, die
zich tot een hoogte van 80 kilometer uitstrekt.
Voor tien jaren was daaromtrent nog zoo goed
als niets bekend. Alles wat men omtrent deze
geheimzinnige laag wist, berustte op de aan
wijzingen van zelfregistreerende instrumenten
die met proefballons opgelaten werden, aan
wijzingen, die dikwijls opmerkelijk van elkan
der verschilden en dus alles behalve betrouw
baar waren en op hypothesen en gissingen.
In 1901 stond het hoogterecord op naam van
prof. Suering met pl.m. 11.000 M. Op deze
hoogte is de lucht reeds zoo ijl, dat men er
niet zonder zuurstofapparaten kan leven.
Op 27 Mei 1931 had de, eerste stratosfeer
tocht in een luchtdichbgesloten gondel van
alluminium plaats. Deze tocht ligt nog versch
in ons geheugen. Prof. Piceard en zijn assis
tent Kipfer bereikten een hoogte van 15781 m.
Sedert dien werden er stelselmatig stratosfeer
tochten ondernomen en hoogten van 22.000
m. bereikt. Het is niet de zucht naar roem of
sensatie, die de koene luchtvaarders tot avon
tuur verleidt, maar alleen wetenschappelijke
belangstelling en overtuiging dat de strato
sfeer ons groote mogelijkheden voor de toe
komst biedt, voornamelijk voor het verkeers
wezen.
Aan welke gevaren de ontdekkers van dit
geheimzinnige gebied bloot' staan, zullen we
jullie later eens vertellen.
HOERA! HOEZEE!
door W. B.Z»
8
Anders dan bij ons. Als in Japan de kei
zer een stad bezoekt, staan alle toeschouwers
doodstil met gebogen hoofd en niemand zal
het wagen om van het dak of door een raam
naar den keizer, te kijken. Men beschouwt het
daar als hoogst oneerbiedig om van uit de
Jioogte op den keizer neer te zien.
,iA£R
Hoera! Hoezee!
Doet allen mee!
Wij loopen in een groote rij
Zingen en springen o zoo blij
Want 't groote feest is eindlijk daar,
Onze Vorstin regeerde veertig jaar.
Hoera! Hoezee!
Doet allen mee!
Het rood-wit-blauw wappert nu blij
Wij voelen ons zoo heerlijk vrij.
Het Jubileumsfeest is daar,
Onze Vorstin regeerde veertig jaar.
Hoera! Hoezee!
Zingt allen mee!
'n Hollandsch kind voelt zich zoo blij.
In Holland leef je heerlijk vrij.
Wij zetten vroolijk 't feestlied in:
„Hoera! Hoezee! voor onze Koningin!"
WISKUNDE MET MUZIEK
Onze wiskundeleeraar zoo vertelt oom
Karei was vreeselijk streng, maar kon toch
soms ook weieens grappig zijn.
Eens hebben we een geval met hem beleefd
dat heusch de moeite waard was. Moet je hoo-
ren: Op een morgen legde meneer Wouters,
zoo heette hij, een moeilijk vraagstuk uit. 't
Bord stond vol cijfers, waar nog steeds meer
tusschen gekriebeld werden en onze hersens
begonnen langzamerhand te duizelen. Toen
opeens, midden in deze kwelling, klonk door
het open raam orgelmuziek. Een moment
schrok de leeraar, dan keerde hij zich naar de
klas en tot onze grenzelooze verbazing vloog
er een lachje om zijn anders zoo ernstig ge
zicht. Hij legde het krijt neer en wandelde,
wonder boven wonder! naar het raam om
naar de muziek te luisteren en zei: „Laten we
maar een poosje wachten want onder die mu
ziek kunnen we toch niet werken."
Dit behoefde hij geen tweemaal te zeggen.
We gingen er op ons gemak bij zitten en keken"
tersluiks op ons horloge; binnen drie minuten
zou de les uit zijn! Precies een week later deed
zich hetzelfde geval voor. Hoe meneer Wouters
opeens zoo sentimenteel kwam, weet ik niet,
maar hij luisterde met groote belangstelling
naar de sleepende wals, die het orgel speelde
en staakte de les.
En een week later ging het weer net zoo.
Maar toen kwam de vierde wiskundeles. Dit
maal zat meneer Wouters met een zeer ernstig
gezicht voor de klas, doch in zijn oogen zagen
wij een verdacht vonkje. Een eigenaardige on
rust maakte zich van de klas meester. Zoo nu
en dan keek er één op z'n horolge en gingen
vragende blikken van den een naar den ander.
En toen.brak de leeraar opeens zijn uit
leg van het lastige wiskundeprobleem, waar hij
mee bezig was, af en sprak plechtig: „Jeugdige
vrienden, het spijt me zeer, jullie een teleur
stelling te moeten bereiden. Je orgelman komt
vandaag niet. In het belang van het wiskunde
onderwijs heb ik het salaris, dat de goede man
van jullie ontving, met een dubbeltje verhoogd.
En je ziet: 't heeft geholpen. Ik heb bij deze
gelegenheid kunnen constateeren, dat een wis
kundeles toch altijd nog dertig cent waard is.
maar daar ik voor een groot gezin moet zor
gen, verzoek ik jullie vriendelijk, het honora
rium van den kunstenaar niet verder te ver-
hoogen, want dit zou beslist mijn financieelen
ondergang beteekenen."
Na deze voortreffelijke redevoering was het
één seconde lang doodstil :.n de klas. Toen
barstte een daverend gelach los!
Met een effen gezicht zette de heer Wouters
zoodra het rumoer bedaard was, zijn uitleg
voort.
Waar kan ik nu anders over schrijven dan
over het Jubileum van onze Koningin? Over
al om mij heen zie ik versieringen, de lucht is
vol van muziek, alle menschen zien er zoo
feestelijk en blij uit en de lieve Jeugd heeft
eigenlijk nog nooit zoo'n fijn slot van de zo-
mervacantie gehad.
Nederland heeft ook nog maar eenmaal
zoo'n belangrijk Jubileum gevierd. Laten de
ouderen hun Geschiedeniskennis maar eens
raadplegen.
40 jaar is een lange tijd. In 40 jaar kan er
zooveel gebeuren, veel lief en veel leed. Zoo is
het in ieder menschenleven. Nog sterker is dit
het geval in het leven van een volk. Denk je
nu eens in, hoe ontzaglijk moeilijk het moet
zijn 40 jaar een volk te regeeren. Een volk be
staat uit duizenden menschen. Menschen, die
verschillende wegen willen gaan. Goede men
schen en lastige menschen. Jullie weten zelf
wel, hoe moeilijk het voor vader en moeder
dikwijls is om thuis alles ordelijk te laten gaan,
om den vrede te bewaren. Wij Nederlanders
zijn één groot gezin. Koningin Wilhelmina
heeft 40 jaren lang dat groote gezin onder haar
hoede .gehad. Door kwaad en goed gerucht
heen, heeft ze haar plicht gedaan en (dit mo
gen we nooit vergeten) heeft ze den vrede be
waard.
personen uit verre landen hebben Onze Vor
stin hun opwachting gemaakt. Straks zal dat
alles weer voorbijzijn. Maar één ding zal blij.
ven en dat is onze dankbaarheid, omdat ons
land geregeerd wordt door een Vorstin, die
ons volk 40 jaren lang' geleid heeft door alle
moeilijkheden heen. Ja, Koningin Wilhelmina
heeft gearbeid voor het geluk en den voor
spoed van het Nederlandsche volk.
W. B.-Z.
Koningin Wilhelmina was slechts een jong
meisje van 18 jaar, toen ze 6 September 1891
in de Nieuwe Kerk te Amsterdam als Konin
gin der Nederlanden werd gekroond. Voordat
ze den eed aflegde heeft ze dezen mooien
wensch uitgesproken:
„Laat ons samen arbeiden voor het geluk
en den voorspoed van het Nederlandsche volk'"
En zij heeft daarvoor gearbeid 40 jaren lang.
En die arbeid is vaak bovenmenschelijk zwaar
geweest. Ze was nog maar 10 jaar toen haar
vader Koning Willem III stierf. Toen was daar
Koningin Emma, die „Willemientje" moest
voorbereiden voor de moeilijke taak, die haar
eenmaal zou wachten. Wat- koningin Emma ge
daan heeft voor haar kind en voor ons volk is
meer, dan iemand weet. Een enkel trekje uit
haar jeugdleven wil ik jullie toch meedeelen.
Willemientje wil uit haar poppenschat een
pop weggeven aan een arm kind. Ze kiest de
leelijkste uit. Dan zegt haar koninklijke moe
der: „Neen kind, wanneer we anderen iets ge
ven willen, dan moeten we iets geven, wat ons
zelf heel lief is. Dus jij geeft je mooiste pop.
Het Nederlandsche volk heeft in lief en leed
met de koningin meegeleefd. Wij ouderen, heb
ben feest gevierd, toen onze vorstin verloofd
was met Prins Hendrik, we hebben wederom
feest gevierd, toen 7 Februari 1901 het huwelijk
werd voltrokken.
Zooals ouders meeleven met alle leden van
't gezin, zoo heeft onze Koningin op haar beurt
meegeleefd met alles, wat in haar land ge
beurde. Ze leeft mee, als in 1899 te den Haag
de eerste Vredesconferentie plaats heeft. Hoe
vurig heeft ze gehoopt, dat nu de gedachte
zal veld winnen: Geen oorlog meer, maar vrede
door recht.
Helaas breekt in hetzelfde jaar de Boer en -
ooi'log uit in de Transvaal. Dan is het onze
koningin, die last geeft met een Nederlandsch
schip, de Gelderland, Paul Kruger, den presi
dent van de Transvaal, over te brengen naar
het veilige Nederland.
Ze heeft met haar volk meegeleefd in de
moeilijke jaren van den Wereldoorlog. Onze
manschappen sprak ze moed in. Ze wist onze
neutraliteit te handhaven, zoodat Nederland
Goddank buiten den oorlog bleef.
Ze heeft meegeleefd, toen in 1925 Boreulo
werd geteisterd, toen in 1926 de over stroom in g
in de Betuwe groote onheilen veroorzaakte. Ze
bezocht niet alleen steden en dorpen, maar ook
ziekenhuizen, verschillende instituten. Met
prins Hendrik bezocht ze o.a. in 1925 in mijn-
werkerskleeding de mijn Maurits in Limburg.
Wij Nederlanders hebben met onze vorstin
meegeleefd, toen er een prinsesje werd gebo
ren. Wij hebben dat prinsesje gevolgd bij het
grooter worden. Wij hebben ook meegeleefd,
toen 't verdriet kwam. Eerst stierf koningin
Emma, kort daarop Prins Hendrik. Wat zal 't
toen eenzaam geweest zijn in dat groote paleis.
De zon ging weer schijnen, toen in 1936 Prins
Bernard verscheen. Hoe blij waren wij ook
voor onze koningin. We denken weermet
vreugde terug aan de huwelijksfeesten. En nu
is 1938 wel een heel heerlijk jaar voor onze
Vorstin. De Januari maand bracht haar en
ons Prinses Beatrix. De Koningin werd groot
moeder, Dit is zeker haar mooiste Jubileumge
schenk
Nu waaien de vlaggen en wapperen de wim
pels. 's Avonds branden er duizenden lichtjes
en knettert het vuurwerk. Dorpen en steden
vieren feest. Niet alleen in Nederland maar
ook in onze Overzeesche bezittingen. Voorname
HOOGHEID OF MAJESTEIT?
Palmyra, een tot de Fanninggroep be-
hoorend eiland, ligt eenzaam in de stille
Zuidzee. Het behoort tot het Britsche wereld
rijk, en een Engelsche posthouder, tevens
handelaar, schoenmaker en geitenfokker,
oefent er het gezag uit in den naam van Zijn
Britsche Majesteit. Zijn bestuurswerkzaam
heden baren hem overigens weinig zorg,
want de bevolking is vreedzaam en veel té
lui om moeilijkheden te veroorzaken.
Het eiland is vruchtbaar en de zee is vol
visch, zoodat de strijd om het bestaan gemak
kelijk is. Zelfs het kleedingvraagstuk veroor
zaakt het luchthartige volkje weinig zorg en
de dames van Palmyra zijn nooit in de ge
legenheid hun echtgenooten door hooge
rekeningen van modiste of naaister een on
aangename verrassing te bereiden. Zelfs de
vorst van het eiland die zich den weidschen
titel „Koning" aangemeten heeft, is in 't
dagelij ksch leven even onvolmaakt gekleed
als zijn onderdanen. Alleen op hooge feest
dagen draagt hij zijn galacostuum, bestaande
uit een zwart-lakensche jas met koperen
knoopen vroeger het eigendom van den
hofmester van een boot en een paar kap
laarzen aan zijn bloote beenen.
Mi'. Court, de posthouder, had al meer dan
tien jaren de lasten der regeering gedragen,
zonder door het bezoek van een hoogeren
functionaris verontrust te worden. Maar op
een goeden dag stoomde er een schip de kleine
baai binnen en zette een boot uit, die door
vier matroozen geroeid, vlug het strand na
derde. Mr. Court, die de buitengewone ge
beurtenis belangstellend gadesloeg, zag met
verbazing, dat een man met een officieel
voorkomen in de sloep plaats genomen had.
Hij had zelfs een hoogen hoed op het hoofd,
een voorwerp dat zeker nog nooit op de Fan-
ning-eilanden vertoond was. De heeren en
dames van Palmyra, gekleed in hun dage-
Iijkschen dracht, stonden dan ook voltallig
naast elkander op het strand en staarden
met open mond naar den gast als naar een
geestverschijning. Ook de „Koning" was op
het gerucht van het wonderbaarlijke uit zijn
zalig nietsdoen opgeschrikt en had zich bij
den posthouder gevoegd, maar in de haast
had hij vergeten zijn galacostuum aan te trek
ken, zoodat een smoezelig katoenen lapje om
de heupen zijn eenige kleedingstuk was. De
sloep liep intusschen op het zand en de ge
wichtige persoon met den hoogen hoed werd
door twee matrozen op het droge gezet om
zijn lakschoenen niet vuil te maken.
Mi'. Court was eindelijk zijn verbazing
te boven gekomen en ging nu, vergezeld door
den vorst, den vreemdeling beleefd tegemoet.
De gast stelde zich plechtig voor: Mr. James
Happy, regeeringscommissaris van Nieuw Zee
land; hij wilde op de doorreis van Honolulu
naar Aukland ook Palmyra eens aandoen en
den Koning een officieel bezoek brengen.
Tevens vroeg hij wanneer de vorst hem in
audiëntie zou kunnen ontvangen en met wel
ken titel hij hem aanspreken moest: Hoog
heid of Majesteit.
Met een grijnslach sloeg de posthouder den
naast hem staande dikbuikigen inlander op
den naakten schouder en sprak:
„Dat is in orde! De audiëntie heb je al,
Mr. Happy, want hier staat de Koning. En
wat zijn titel betreft: ik noem hem gewoon
lijk „Oude Baviaan!"
Een klein, gelukkig land. Det is zeker het
Groot-Hertogdom Luxemburg. Het is maar
2586 KJVI.2 groot.
Een nieuwe roos. Een kweeker in Mani
toba heeft een roos gekweekt, die minstens 10
graden vorst verdragen kan.
Een gelukkige vergissing. Toen iemand
in Engeland in een klein plaatsje een paar da
gen de stad uitgeweest was, vond hij bij zijn
terugkomst zijn tuin, die er niet al te best uit
zag, prachtig aangelegd en vol beplant met
een schat van planten en bloemen. De tuin
man had een telefonische opdracht gekregen,
maar had het verkeerde huisnummer op
genomen.
WE MAKEN EEN MOOIE STRIK
Schattig handwerkje voor de meisjes
Deze strik van organdi is alleraardigst voor
op een donkere jurk en als je een beetje han
dig bent, is het een leuk werkje.
De strik bestaat uit vier puntige bladen,
netjes omgezoomd met een open zoompje:
beide binnenste bladen zijn kleiner en naar
binnen toe omgevouwen. Een reepje van de
zelfde stof houdt de bladen bijeen.
Je kunt de stof in wit, blauw of roze kiezen.
Leuk hè?