BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES Aan allen! Verschillende opstellenmaakstertjes hebben mij gevraagd waarom ik de gemaakte opstel len van de nieuwe in de oude spelling heb omgezet. Zij moeten op school de opstellen volgens de nieuwe spelling maken. De opstel len die ik moest overschrijven omdat het pa pier aan beide zijden beschreven was, heb ik in de nieuwe spelling overgenomen. Op de zetterij heeft men echter alles in de oude spelling gezet. De couranten in het algemeen verschijnen nog steeds in de oude spelling. Sommige bla den laten de kindercourant echter wel in de nieuwe spelling zetten. De IJmuider Courant wenscht. ook voor de kindercourant, nog steeds de oude spelling te handhaven, van daar dat de opstellen ook in de oude spelling- zijn opgenomen. De schuld ligt dus niet bij mij. Het opstelletje van Jannie Groen zal ik dit keer niet opnemen. Het werk van haar zusje j Maartje Groen volgt hieronder. EEN PRETTIGE DAG IN VELSERBEEK. Op een zonnigen Augustusdag gingen we naar Velserbeek. 's Morgens half tien gingen we met vijftien meisjes en de juffrouw op weg. Ongeveer half elf kwamen we in het park aan. Daar kwam de boschwachter aan. De leidster vroeg den boschwachter een ge schikte plaats om te spelen en te handwer ken. De plaats werd ons gewezen. We gingen eerst wat uitrusten, terwijl de juffrouw voor las. Daarna gingen we spelen en vervolgens wat wandelen. Na een poosje gingen we op de zeskantige bank zitten. De juffrouw las voor wij handwerkten. Na 't voorlezen gingen we naar lunchroom „Anneta" om onze boter ham te gebruiken. De juffrouw kreeg daar voor ieder kind een ansicht waarop de lunch room Anneta". Vervolgens zijn we naar den boschweg gewandeld en hebben daar fijn ver stoppertje gespeeld. Toen gingen we weer te- I rug naar Velserbeek, We kregen ook nog een 1 ijsco. Na een bezoek aan den Hermiet gingen we naar huis. We hebben een recht prettigen dag gehad. MAARTJE GROEN, 11 jaar DE PRIJSJES. Het toekennen van de prijsjes was voor nv' zeer moeilijk. Waren alle inzendsters even oud geweest, dan zou de moeilijkheid minder groot geweest zijn. Ik heb nu het volgende besluit genomen. Marietje Groen, Willie Tolman, Stien Vos, Bep Vos, Gerri Goedhart, Corrie Goedhart en Maartje Groen krijgen een prijsje. Dini Vos krijgt een troostprijsje. Zij had wat meer van haar opstel moeten maken. Annie Barg krijgt eveneens een troost prijsje. Zij moet voortaan haar werk nog eens rustig overlezen en spel- en taalfouten ver beteren. Een zin als „toen we daar een poos jes gezeten haden en gespeelt hadden gingen we naar de beesjes kijken" lijkt naar niets. Hij bevat reeds vier fouten. Ze heeft echter wel een lang opstel gemaakt, vandaar het troostprijsje. Jannie Groen een troostprijsje. Zij heeft haar goeden wil getoond, al was de stijl enz. niet geheel naar wensch. Ze is nog erg jong en daar houd ik rekening mede. De prijsjes mogen a.s. Zaterdag 10 Septem ber des namiddags 12.30 aan mijn huis, Rog geveenstraat 27, afgehaald worden. Best REPELSTEELTJE. Ook ik vond het jammer dat je geen opstel ingezonden hebt. Met een volgende gelegenheid hoop ik dat je van de partij zult zijn. Binnenkort geef ik weer gelegenheid om een opstel in te zenden. Dag Repelsteeltje. Lief GOUDHAARTJE. Zoo meisje, ben je van school veranderd? Ben je soms verhuisd of was er een andere reden voor? Ook van jou heb ik een opstel gemist. Wel jammer. Dag Goudhaartje. Best ZiVEMSTERTJE. Prettig dat je zoo volop in de vacantie genoten hebt. Een eigen auto is in zoo'n tijd ook een fijn bezit. Ja, ons uitje is heel prettig geweest en ik begrijp dat het je spijt niet van de partij geweest te zijn. Gaan we binnenkort nog eens dan mag je natuurlijk mede. Doe je m'n groeten aan je ouders, broer en zus terug? Dag Zwemstertje. Best ZONDAGSKIND. Neen, ik had geen Geni onder je opstel gezet, maar de zetter heeft, ondanks ik de kopij duidelijk geschre ven in geleverd heb, Geni inplaats van Gerri overgenomen. Fijn dat je een M. M. voor je zus breit. Ze zal erg blij met het beest zijn en er prettig mee kunnen spelen. De liederen voor de te zingen aubade op a.s. Dinsdag zijn mij bekend. Dag Zondagskind. Lief ZONNESTRAALTJE. Prettig dat je lederen dag met je zusjes gaat wandelen. Ge zellig zoo met je drietjes. We zullen maar wenschen dat het weer nog lang goed blijft, dan kan je er nog wat van profiteeren. Wan del met genoegen. Dag Zonnestraaltje. De andere rubriekertjes hebben ter eere van den feestdag schrijfvacantie gevraagd en ge kregen. Later willen zij de schade inhalen. GECOSTUMEERDE OPTOCHT VAN SCHOOLKINDEREN Alle kinderen wensch ik volgende week pret tige dagen toe. Zij moeten vooral naar den gecostumeerden optocht van schoolkinderen gaan zien. Hij wordt gehouden Vrijdagmorgen 9 September tusschen 10 en 12 uur en gaat af aan de Houtmanstraat. De route gaat door nieuw IJmuiden en West. De ontbinding heeft plaats op het Ken- nemerplein. Alle scholen in geheel IJmuiden krijgen 9 September vrij zoodat ieder kind kan gaan kijken. Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEF ONZE DAMPKRING. Ondanks alle onderzoekingen nog steeds een mysterie! Het eerste, meest noodzakelijke levensver- eischte voor den mensch op aarde is „lucht", ademtoare lucht, waaruit de onderste laag van den dampkring bestaat. Het luchtruim levert ons deze onmisbare stof in zoo ruime mate en het kost ons zoo weinig moeite ons haar toe te eigenen, dat we er over het algemeen weinig aandacht aan schenken. Dat is ook wel de re den, dat zelfs de mannen der wetenschap lan gen tijd in onwetendheid verkeerden omtrent het wezen van den dampkring, terwijl voor de groote massa lucht in letterlijken en figuur lijken zin eenvoudig „lucht" was d.i. aen niets, waar men niet over hoefde na te denken. Lavoisier in de tweede helft der 18de eeuw en Alexander von Humbold in 't begin der 19e eeuw zou men de pioniers kunnen noemen, die het onbekende gebied het eerst verkenden, of schoon ze nooit in den dampkring opstegen. In elk geval waren zij de eersten, wier weten schappelijke arbeid licht in de duisternis bracht Zij leerden ons, dat de lucht geen element, maar een mengsel van zuurstof en stikstof is en wel in de verhouding 1:4. Ook vonden zij dat lucht „gewicht" heeft en dat 1 kub. meter ongeveer 1,3 kg. weegt. Door alle eeuwen heen had men geloofd, dat lucht niet „zwaar" was. De beroemde Aristoteles (350 v. Chr.) had het immers bewezen, door een varkensblaas te wegen, eerst gevuld met lucht en vervolgens nadat alle lucht er uit verwijderd was. Beide wegingen gaven volkomen hetzelfde gewicht De conclusie, dat lucht geen zwaarte heeft, is niettemin fout. Onze jonge, natuurkundige lezers zullen gemakkelijk kunnen aantoonen, waar de fout zit. Torricelli had toen reeds aangetoond, dat de dampkring een zekeren druk op het opper vlak der aarde en op alle voorwerpen uitoefent en dat deze druk gelijk is aan een kwikkolom van 760 mm. hoogte. Op dit verschijnsel be rust de werking van de barometer. „Best", zul je zeggen, „nu meten we hoe zwaar de lucht is en hoe groot de druk van de geheele luchtko- lom op elke c.M.2 van de aarde is. We kunnen dus ook wel uitrekenen, hoe hoog de damp kring is." Probeer het eens! Met die gegevens krijg je een hoogte van ongeveer 10 k.m., en we weten dat de dampkring zich veel hoo- ger uitstrekt. Waarom klopt de berekening niet? Omdat- de lucht elastisch of samendruk baar is. Beneden, vlak boven de aarde is ze veel dichter dan boven. Wanneer we een hoo- gen berg beklimmen en de barometer wijst be neden een luchtdruk van 760 m.m. aan, dan toont het instrument op 330 m. hoogte nog maar een druk van 730 m.m. Telkens als we 11 meter klimmen, zakt de barometer 1 m.m. Bo ven de 480 m. echter zakt hij bij 12 m. klim men 1 mm., en op nog grootere hoogten, b.v. op 5900 m. is de lucht reeds zoo ijl, dat men 20 m. klimmen moet om den barometerstand met 1 m.m. te doen zakken. Hoe het op hoogten boven de 25.000 M. is weten we niet. De lucht wordt echter niet alleen ijler, ze verandert ook van samenstelling. Boven de 20.000 m. bevat ze haast geen zuurstof meer, 1 ook geen waterdamp, dus geen wolken. Onze dampkrig is derhalve geen eenvormige massa, maar hij bestaat veeleer uit lagen, die veel van elkander verschillen en die geleide lijk in elkander overgaan. Omtrent de sa menstelling van de onderste laag, de tropo- I sfeer, die 10 kilometer hoog is. en over de na- tuurverschijnselen. die in deze sfeer plaats hebben, zijn wij vrij goed op de hoogte. Onze i luchtschepen en vliegtuigen kunnen deze laag I in alle richtingen doorkruisen, en onze ge- j leerden kunnen dus door reehtstreeksche waarnemingen en onderzoekingen hun kennis verrijken. Moeilijker wordt het onderzoek in de daarop volgende laag, de stratosfeer, die zich tot een hoogte van 80 kilometer uitstrekt. Voor tien jaren was daaromtrent nog zoo goed als niets bekend. Alles wat men omtrent deze geheimzinnige laag wist, berustte op de aan wijzingen van zelfregistreerende instrumenten die met proefballons opgelaten werden, aan wijzingen, die dikwijls opmerkelijk van elkan der verschilden en dus alles behalve betrouw baar waren en op hypothesen en gissingen. In 1901 stond het hoogterecord op naam van prof. Suering met pl.m. 11.000 M. Op deze hoogte is de lucht reeds zoo ijl, dat men er niet zonder zuurstofapparaten kan leven. Op 27 Mei 1931 had de, eerste stratosfeer tocht in een luchtdichbgesloten gondel van alluminium plaats. Deze tocht ligt nog versch in ons geheugen. Prof. Piceard en zijn assis tent Kipfer bereikten een hoogte van 15781 m. Sedert dien werden er stelselmatig stratosfeer tochten ondernomen en hoogten van 22.000 m. bereikt. Het is niet de zucht naar roem of sensatie, die de koene luchtvaarders tot avon tuur verleidt, maar alleen wetenschappelijke belangstelling en overtuiging dat de strato sfeer ons groote mogelijkheden voor de toe komst biedt, voornamelijk voor het verkeers wezen. Aan welke gevaren de ontdekkers van dit geheimzinnige gebied bloot' staan, zullen we jullie later eens vertellen. HOERA! HOEZEE! door W. B.Z» 8 Anders dan bij ons. Als in Japan de kei zer een stad bezoekt, staan alle toeschouwers doodstil met gebogen hoofd en niemand zal het wagen om van het dak of door een raam naar den keizer, te kijken. Men beschouwt het daar als hoogst oneerbiedig om van uit de Jioogte op den keizer neer te zien. ,iA£R Hoera! Hoezee! Doet allen mee! Wij loopen in een groote rij Zingen en springen o zoo blij Want 't groote feest is eindlijk daar, Onze Vorstin regeerde veertig jaar. Hoera! Hoezee! Doet allen mee! Het rood-wit-blauw wappert nu blij Wij voelen ons zoo heerlijk vrij. Het Jubileumsfeest is daar, Onze Vorstin regeerde veertig jaar. Hoera! Hoezee! Zingt allen mee! 'n Hollandsch kind voelt zich zoo blij. In Holland leef je heerlijk vrij. Wij zetten vroolijk 't feestlied in: „Hoera! Hoezee! voor onze Koningin!" WISKUNDE MET MUZIEK Onze wiskundeleeraar zoo vertelt oom Karei was vreeselijk streng, maar kon toch soms ook weieens grappig zijn. Eens hebben we een geval met hem beleefd dat heusch de moeite waard was. Moet je hoo- ren: Op een morgen legde meneer Wouters, zoo heette hij, een moeilijk vraagstuk uit. 't Bord stond vol cijfers, waar nog steeds meer tusschen gekriebeld werden en onze hersens begonnen langzamerhand te duizelen. Toen opeens, midden in deze kwelling, klonk door het open raam orgelmuziek. Een moment schrok de leeraar, dan keerde hij zich naar de klas en tot onze grenzelooze verbazing vloog er een lachje om zijn anders zoo ernstig ge zicht. Hij legde het krijt neer en wandelde, wonder boven wonder! naar het raam om naar de muziek te luisteren en zei: „Laten we maar een poosje wachten want onder die mu ziek kunnen we toch niet werken." Dit behoefde hij geen tweemaal te zeggen. We gingen er op ons gemak bij zitten en keken" tersluiks op ons horloge; binnen drie minuten zou de les uit zijn! Precies een week later deed zich hetzelfde geval voor. Hoe meneer Wouters opeens zoo sentimenteel kwam, weet ik niet, maar hij luisterde met groote belangstelling naar de sleepende wals, die het orgel speelde en staakte de les. En een week later ging het weer net zoo. Maar toen kwam de vierde wiskundeles. Dit maal zat meneer Wouters met een zeer ernstig gezicht voor de klas, doch in zijn oogen zagen wij een verdacht vonkje. Een eigenaardige on rust maakte zich van de klas meester. Zoo nu en dan keek er één op z'n horolge en gingen vragende blikken van den een naar den ander. En toen.brak de leeraar opeens zijn uit leg van het lastige wiskundeprobleem, waar hij mee bezig was, af en sprak plechtig: „Jeugdige vrienden, het spijt me zeer, jullie een teleur stelling te moeten bereiden. Je orgelman komt vandaag niet. In het belang van het wiskunde onderwijs heb ik het salaris, dat de goede man van jullie ontving, met een dubbeltje verhoogd. En je ziet: 't heeft geholpen. Ik heb bij deze gelegenheid kunnen constateeren, dat een wis kundeles toch altijd nog dertig cent waard is. maar daar ik voor een groot gezin moet zor gen, verzoek ik jullie vriendelijk, het honora rium van den kunstenaar niet verder te ver- hoogen, want dit zou beslist mijn financieelen ondergang beteekenen." Na deze voortreffelijke redevoering was het één seconde lang doodstil :.n de klas. Toen barstte een daverend gelach los! Met een effen gezicht zette de heer Wouters zoodra het rumoer bedaard was, zijn uitleg voort. Waar kan ik nu anders over schrijven dan over het Jubileum van onze Koningin? Over al om mij heen zie ik versieringen, de lucht is vol van muziek, alle menschen zien er zoo feestelijk en blij uit en de lieve Jeugd heeft eigenlijk nog nooit zoo'n fijn slot van de zo- mervacantie gehad. Nederland heeft ook nog maar eenmaal zoo'n belangrijk Jubileum gevierd. Laten de ouderen hun Geschiedeniskennis maar eens raadplegen. 40 jaar is een lange tijd. In 40 jaar kan er zooveel gebeuren, veel lief en veel leed. Zoo is het in ieder menschenleven. Nog sterker is dit het geval in het leven van een volk. Denk je nu eens in, hoe ontzaglijk moeilijk het moet zijn 40 jaar een volk te regeeren. Een volk be staat uit duizenden menschen. Menschen, die verschillende wegen willen gaan. Goede men schen en lastige menschen. Jullie weten zelf wel, hoe moeilijk het voor vader en moeder dikwijls is om thuis alles ordelijk te laten gaan, om den vrede te bewaren. Wij Nederlanders zijn één groot gezin. Koningin Wilhelmina heeft 40 jaren lang dat groote gezin onder haar hoede .gehad. Door kwaad en goed gerucht heen, heeft ze haar plicht gedaan en (dit mo gen we nooit vergeten) heeft ze den vrede be waard. personen uit verre landen hebben Onze Vor stin hun opwachting gemaakt. Straks zal dat alles weer voorbijzijn. Maar één ding zal blij. ven en dat is onze dankbaarheid, omdat ons land geregeerd wordt door een Vorstin, die ons volk 40 jaren lang' geleid heeft door alle moeilijkheden heen. Ja, Koningin Wilhelmina heeft gearbeid voor het geluk en den voor spoed van het Nederlandsche volk. W. B.-Z. Koningin Wilhelmina was slechts een jong meisje van 18 jaar, toen ze 6 September 1891 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam als Konin gin der Nederlanden werd gekroond. Voordat ze den eed aflegde heeft ze dezen mooien wensch uitgesproken: „Laat ons samen arbeiden voor het geluk en den voorspoed van het Nederlandsche volk'" En zij heeft daarvoor gearbeid 40 jaren lang. En die arbeid is vaak bovenmenschelijk zwaar geweest. Ze was nog maar 10 jaar toen haar vader Koning Willem III stierf. Toen was daar Koningin Emma, die „Willemientje" moest voorbereiden voor de moeilijke taak, die haar eenmaal zou wachten. Wat- koningin Emma ge daan heeft voor haar kind en voor ons volk is meer, dan iemand weet. Een enkel trekje uit haar jeugdleven wil ik jullie toch meedeelen. Willemientje wil uit haar poppenschat een pop weggeven aan een arm kind. Ze kiest de leelijkste uit. Dan zegt haar koninklijke moe der: „Neen kind, wanneer we anderen iets ge ven willen, dan moeten we iets geven, wat ons zelf heel lief is. Dus jij geeft je mooiste pop. Het Nederlandsche volk heeft in lief en leed met de koningin meegeleefd. Wij ouderen, heb ben feest gevierd, toen onze vorstin verloofd was met Prins Hendrik, we hebben wederom feest gevierd, toen 7 Februari 1901 het huwelijk werd voltrokken. Zooals ouders meeleven met alle leden van 't gezin, zoo heeft onze Koningin op haar beurt meegeleefd met alles, wat in haar land ge beurde. Ze leeft mee, als in 1899 te den Haag de eerste Vredesconferentie plaats heeft. Hoe vurig heeft ze gehoopt, dat nu de gedachte zal veld winnen: Geen oorlog meer, maar vrede door recht. Helaas breekt in hetzelfde jaar de Boer en - ooi'log uit in de Transvaal. Dan is het onze koningin, die last geeft met een Nederlandsch schip, de Gelderland, Paul Kruger, den presi dent van de Transvaal, over te brengen naar het veilige Nederland. Ze heeft met haar volk meegeleefd in de moeilijke jaren van den Wereldoorlog. Onze manschappen sprak ze moed in. Ze wist onze neutraliteit te handhaven, zoodat Nederland Goddank buiten den oorlog bleef. Ze heeft meegeleefd, toen in 1925 Boreulo werd geteisterd, toen in 1926 de over stroom in g in de Betuwe groote onheilen veroorzaakte. Ze bezocht niet alleen steden en dorpen, maar ook ziekenhuizen, verschillende instituten. Met prins Hendrik bezocht ze o.a. in 1925 in mijn- werkerskleeding de mijn Maurits in Limburg. Wij Nederlanders hebben met onze vorstin meegeleefd, toen er een prinsesje werd gebo ren. Wij hebben dat prinsesje gevolgd bij het grooter worden. Wij hebben ook meegeleefd, toen 't verdriet kwam. Eerst stierf koningin Emma, kort daarop Prins Hendrik. Wat zal 't toen eenzaam geweest zijn in dat groote paleis. De zon ging weer schijnen, toen in 1936 Prins Bernard verscheen. Hoe blij waren wij ook voor onze koningin. We denken weermet vreugde terug aan de huwelijksfeesten. En nu is 1938 wel een heel heerlijk jaar voor onze Vorstin. De Januari maand bracht haar en ons Prinses Beatrix. De Koningin werd groot moeder, Dit is zeker haar mooiste Jubileumge schenk Nu waaien de vlaggen en wapperen de wim pels. 's Avonds branden er duizenden lichtjes en knettert het vuurwerk. Dorpen en steden vieren feest. Niet alleen in Nederland maar ook in onze Overzeesche bezittingen. Voorname HOOGHEID OF MAJESTEIT? Palmyra, een tot de Fanninggroep be- hoorend eiland, ligt eenzaam in de stille Zuidzee. Het behoort tot het Britsche wereld rijk, en een Engelsche posthouder, tevens handelaar, schoenmaker en geitenfokker, oefent er het gezag uit in den naam van Zijn Britsche Majesteit. Zijn bestuurswerkzaam heden baren hem overigens weinig zorg, want de bevolking is vreedzaam en veel té lui om moeilijkheden te veroorzaken. Het eiland is vruchtbaar en de zee is vol visch, zoodat de strijd om het bestaan gemak kelijk is. Zelfs het kleedingvraagstuk veroor zaakt het luchthartige volkje weinig zorg en de dames van Palmyra zijn nooit in de ge legenheid hun echtgenooten door hooge rekeningen van modiste of naaister een on aangename verrassing te bereiden. Zelfs de vorst van het eiland die zich den weidschen titel „Koning" aangemeten heeft, is in 't dagelij ksch leven even onvolmaakt gekleed als zijn onderdanen. Alleen op hooge feest dagen draagt hij zijn galacostuum, bestaande uit een zwart-lakensche jas met koperen knoopen vroeger het eigendom van den hofmester van een boot en een paar kap laarzen aan zijn bloote beenen. Mi'. Court, de posthouder, had al meer dan tien jaren de lasten der regeering gedragen, zonder door het bezoek van een hoogeren functionaris verontrust te worden. Maar op een goeden dag stoomde er een schip de kleine baai binnen en zette een boot uit, die door vier matroozen geroeid, vlug het strand na derde. Mr. Court, die de buitengewone ge beurtenis belangstellend gadesloeg, zag met verbazing, dat een man met een officieel voorkomen in de sloep plaats genomen had. Hij had zelfs een hoogen hoed op het hoofd, een voorwerp dat zeker nog nooit op de Fan- ning-eilanden vertoond was. De heeren en dames van Palmyra, gekleed in hun dage- Iijkschen dracht, stonden dan ook voltallig naast elkander op het strand en staarden met open mond naar den gast als naar een geestverschijning. Ook de „Koning" was op het gerucht van het wonderbaarlijke uit zijn zalig nietsdoen opgeschrikt en had zich bij den posthouder gevoegd, maar in de haast had hij vergeten zijn galacostuum aan te trek ken, zoodat een smoezelig katoenen lapje om de heupen zijn eenige kleedingstuk was. De sloep liep intusschen op het zand en de ge wichtige persoon met den hoogen hoed werd door twee matrozen op het droge gezet om zijn lakschoenen niet vuil te maken. Mi'. Court was eindelijk zijn verbazing te boven gekomen en ging nu, vergezeld door den vorst, den vreemdeling beleefd tegemoet. De gast stelde zich plechtig voor: Mr. James Happy, regeeringscommissaris van Nieuw Zee land; hij wilde op de doorreis van Honolulu naar Aukland ook Palmyra eens aandoen en den Koning een officieel bezoek brengen. Tevens vroeg hij wanneer de vorst hem in audiëntie zou kunnen ontvangen en met wel ken titel hij hem aanspreken moest: Hoog heid of Majesteit. Met een grijnslach sloeg de posthouder den naast hem staande dikbuikigen inlander op den naakten schouder en sprak: „Dat is in orde! De audiëntie heb je al, Mr. Happy, want hier staat de Koning. En wat zijn titel betreft: ik noem hem gewoon lijk „Oude Baviaan!" Een klein, gelukkig land. Det is zeker het Groot-Hertogdom Luxemburg. Het is maar 2586 KJVI.2 groot. Een nieuwe roos. Een kweeker in Mani toba heeft een roos gekweekt, die minstens 10 graden vorst verdragen kan. Een gelukkige vergissing. Toen iemand in Engeland in een klein plaatsje een paar da gen de stad uitgeweest was, vond hij bij zijn terugkomst zijn tuin, die er niet al te best uit zag, prachtig aangelegd en vol beplant met een schat van planten en bloemen. De tuin man had een telefonische opdracht gekregen, maar had het verkeerde huisnummer op genomen. WE MAKEN EEN MOOIE STRIK Schattig handwerkje voor de meisjes Deze strik van organdi is alleraardigst voor op een donkere jurk en als je een beetje han dig bent, is het een leuk werkje. De strik bestaat uit vier puntige bladen, netjes omgezoomd met een open zoompje: beide binnenste bladen zijn kleiner en naar binnen toe omgevouwen. Een reepje van de zelfde stof houdt de bladen bijeen. Je kunt de stof in wit, blauw of roze kiezen. Leuk hè?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8