o:
De vliegende K. L. M.-keuken.
Uitstekende verzorging boven
den beganen grond.
In den Briel geen feest
Mr. DROOCLEEVER
FORTUYN t
"^nnst in Haarlem en
daarbuiten.
WOENSDAG 7 SEPTEMBER 1938
OK in 1933, ten tijde van mijn eerste
vliegreis naar N.O.-Indië, bezaten
„Rijstvogel" en „Havik" een provisie
kast, om den passagier van het noo-
dige te voorzien. Alles was nog eenvoudig in
gericht. Het aantal mede-reizigers was nog
beperkt. Afzonderlijke bediening was feitelijk
niet noodig. Aan den werktuigkundige werd
gedurende de vlieguren de verzorging van be
manning en passagiers opgedragen. Men was
daarmede volkomen tevreden en taalde niet
naar grooter comfort. Maar ook de lucht-
passagier is meer gaan eischen. De onderlinge
concurrentie op luchtvaartgebied zorgt dan
voor de rest. Zoo zijn we gekomen tot de in
richting en accomodatie, waarover de Dou-
glassen thans beschikken. Een tweede etappe,
die ongetwijfeld niet de laatste zal zijn.
Achterin de passagierscabine, in de naaste
omgeving der kleerenkast, is deze inrichting
te vinden. Het geheel wordt gevormd door een
paar ingenieus ingerichte kastjes, bescheiden
van omvang, van alluminium gemaakt, ten
einde het gewicht zooveel mogelijk te beper
ken. De aanwezige ijskast herbergt de aan be
derf onderhevige ingrediënten en houdt de
dranken koel. In de andere kastjes zijn de rest
der levensmiddelen en 't servies geborgen. De
forsche thermosflesschen herbergen het war
me water en de koffie, terwijl thee en bouillon
aan boord worden bereid. Het menu voorziet
alleen in koude gerechten. Brood, biscuits,
cake, fruit, allerhande vleeschsoorten, koude
kip, zalm, kreeft, diverse kaas-soorten, com
pote enz. staan den reiziger ter beschikking.
Het fornuis ontbreekt dus nog. Men kan dit
ook gerust ontberen. Zeer zeker op de Euro-
peesche lijnen met de kortere trajecten, maar
ook op de Indië-route, aangezien men dage
lijks vóór de hoofdmaaltijden in de halte-sta
tions komt, waar men 's nachts overblijft.
Zoodra gedurende de nachturen ook wordt ge
vlogen. zal daarin ongetwijfeld verandering
gebracht worden en zal men rekening moeten
houden met het serveeren van warme maal
tijden.
En hoe zijn wij daar nu met z'n allen ge
ïnstalleerd? De bemanning is, vergeleken bij
1933, met één lid uitgebreid, den steward. Was
de marconist vroeger gezeten in de passa
gierscabine en kon men als passagier van zijn
doen en laten voortdurend nota nemen en
zich afvragen wat toch wel genoteerd stond
op de papiertjes, welke hij in de stuurcabine
overhandigde, dat alles is historie. Hij is
thans uit de reizigerscabine verdwenen ei
verricht zijn arbeid in het afgeschoten ge
deelte, waar ook gezagvoerder en tweede pi
loot gezeten zijn. De passagiers-fauteuils heb
ben aan comfort nog gewonnen. Onze beide
koffers hebben hun vaste plaatsen. De groote
verdwijnt onder de fauteuil, de kleine bevindt
zich in een standaard vóór de voeten. Alles
even practisch, elke ruimte wordt benut. Bo
ven des passagiers hoofd wordt het klein gerei
oogeborgen. Door het raampje valt natuur
lijk de enorme vleugel op. Men kijkt er als het
ware bovenop, een groot verschil vergeleken
bij die feitelijk reeds vergeten EoRkèis, die
mij in 1933 vervoerden. Toen zat dé vleugel
boven ons, thans onder ons. Vóór hét uitzicht
is die wijziging natuurlijk niet bevorderlijk.
Maar men bedenke daarbij, dat $dj in door
snee met de Donglassen toch veel hooger vlie
gen.
Vlak bij onze zitplaats is een belknop te
vinden en een electrisch lichtje. Nauwelijks
zijn we „los*' van den beganen grond, of de
verzorging neemt een aanvang. De passagier
wordt op zijn gemak gesteld, hij_ moet zich
onmiddellijk thuis voelen in het vliegende ge
zelschap. De steward zorgt daarvoor. Als
maitre d'hótel houdt hij zich met u bezig; hij
gaat de stoelen langs en informeert, waarme
de hij van dienst kan zijn. Het opklapbare ta
feltje is weldra voorzien van allerhande lek
kernijen. U hebt uw mond feitelijk maar open
te doen en voedsel en drank komen tot u. De
hulpvaardigheid en verzorging door den ste
ward zijn tot het hoogst denkbare peil opge
voerd en deze wijziging valt natuurlijk in de
eerste plaats hem op, die in vroeger jaren het
andere systeem heeft medegemaakt. In de
hotels onderweg doet deze hulpvaardige
vriend niet anders. Ook daar biedt hij service,
in vroeger jaren was dat uit den aard dei-
zaak niet het geval. Zijn loerend oog bespiedt
u 's morgens vroeg, wanneer ge misschien
nog niet voor de volle honderd procent ont
waakt uw ham-and-eggs of porridge ver
werkt. Niets ontgaat hem. Hij blijft blijkbaar
de vrees koesteren, dat het aan iets zou kun
nen ontbreken. Daarvoor bestaat intusschen
geen kans. De passagier heeft maar één zorg:
het behoud van zijn goede figuur. Want moei-
Ernstig ongeluk bij de Liedebrug.
Twee meisjes levensgevaarlijk gewond.
Dinsdagavond om kwart over zes heeft zich
tusschen Haarlem en Halfweg, 'ter hoogte van
de Liedebrug, wederom een zeer ernstig on
geluk voorgedaan, waarbij een 23-jarig meis
je en haar 10-jarig zusje levensgevaarlijk ge
wond werden.
Het 23-jarig meisje B. Beijnsdorp reed per
fiets in den Rottepolder, terwijl haar zusje
achter op de fiets zat.
Bij de Liedebrug gekomen wilden de beide
meisjes den Rijksweg oversteken.
Uit de richting Haarlem kwam met een
snelheid van ongeveer 90 K.M. een luxe auto,
bestuurd door den heer A. v. G. uit Bloemen-
daal.
De zusters moeten, volgens eenige getuigen,
de auto nog hebben zien naderen.
De meisjes aarzelden en een paar seconden
later greep de luxe auto in volle snelheid de
flets.'
De gevolgen waren verschrikkelijk.
De meisjes werden een eind over den voor-
rangsweg geslingerd en bleven deerlijk ver
minkt en hevig bloedende bewusteloos liggen.
Dr. F. C. L. Kuypers uit Halfweg was spoe
dig ter plaatse.
Bij het 10-jarit slachtoffer werden een sche-
delbasisfractuur en ernstige wonden aan ar-
lïjkheden met zijn bagage kent hij ook niet.
Tijdig vóór elke landing wordt geïnformeerd
welke koffer u zoo meteen in uw hotel
wenscht te vinden. Zorgen daarover behoeft
u verder niet te hebben. De bewuste koffer is
straks ter plaatse. Zoodra den volgenden dag
alles weer 'is ingeladen herhaalt zich dezelfde
hulpvaardigheid. Zoo worden we dagen ach
tereen verwend. We vinden ten slotte bijna,
dat het zoo hoort. En als we dan eens even
achterover duiken in onze gemakkelijke fau
teuil, voor een oogenblik onze oogen dicht
doen men kan toch immers onmogelijk
uren achtereen naar buiten kijken dan rea-
liseeren we, dat al deze service gedirigeerd
wordt van één centraal punt te 's-Gravenhage
uit. We begrijpen maar half hoeveel organi
satie-arbeid daar verzet moest worden om dat
alles op rolletjes te doen loopen. Wij passa
giers ondergaan de resultaten van dat
noeste streven. Zeker, wij bewonderen hen,
die ons door het luchtruim heen voeren, wij
nemen afscheid op Tjililitan met een fermen
handdruk van allen, die 5Vz dag met ons heb
ben samen geleefd. Zij gaan zoo meteen weer
terug naar honk en komen na verloop van be
trekkelijk korten tijd weer naar hier, naar
het land van de Zonmaar daarnaast brengen
wij een eeresaluut aan die andere organisato
ren, die in het groote gebouw aan den Hof
weg zetelen.
MOLLERUS.
,Onuitwischbaar getuigenis van
hoogste regeerkunst".
Duitsche persstem over het rcgeerings-
jubileuin.
In verband met het regeeringsjubileum
schrijft de Deutsche Diplomatisch Politisohe
Korrespondenz: „Aan de jubileumfeesten van
deze dagen in het moederland neemt een groot
bloeiend, winstgevend koloniaal rijk deel, dat
de belangrijkste bron vormt van den Neder-
landschen welstand en rijkdom. Wanneer men
de staatsmanschappelijke beteekenis van een
staatshoofd kan afmeten aan de gevoelens, die
zijn optreden wekt in het hart van het gere
geerde volk, dan heeft het Nederlandsche volk
in de liefde en aanhankelijkheid, die het de
Koningin voortdurend bewezen heeft, haar
een pnuitwischbaar getuigenis gegeven van
hoogste regeerkunst. In Duitschland, waar
mede de dynastie der Nederlanden zoo nauwe,
steeds zich vernieuwende verwantschappelijke
betrekkingen onderhoudt, dankt men ook in
deze dagen aan den zegenrijke arbeid der
Hooge Vrouwe voor haar volk en land. Het
Duitsche volk zal nooit de steeds correcte
houding vergeten van Nederland tij'dens den
wereldoorlog, die onvoorwaardelijke en ondub
belzinnige neutraliteit. Pogingen om tusschen
Duitschland en Nederland wantrouwen te
zaaien zijn gestrand op het vertrouwen der
Koningin in de oprechtheid der bedoelingen
van Duitschland en de loyaliteit van zijn po-
'itieke plannen.
Motorongeluk op den nieuwen
Rijksweg.
Dame ernstig gewond.
HAARLEMMERMEER Woensdag.
Dinsdagmiddag omstreeks 2 uur raakte de
bestuurder van een motorrijwiel, op de duo
waarvan een dame was gezeten, op den nieu
wen Rijksweg bij het viaduct nabij den Schip-
holweg alhier, zijn stuur Icwijt, met het ge
volg dat de motor over den kop sloeg en de
berijders tegen den grond werden geslingerd.
De bestuurder kwam er met eenige lichte
kwetsuren af, doch de dame werd ernstig ge
wond opgenomen en per auto naar een zie
kenhuis in Amsterdam gebracht.
Bevolking
verbolgen
De burgemeester van Brielle, de heer Col-
lette. heeft Maandagavond alle feesten afge
last in verband met een geval van kinderver
lamming, nadat de inspecteur voor de volks
gezondheid daartoe had geadviseerd.
Per radio-Centrale en stadsomroeper werd
het besluit bekend gemaakt, hetgeen voor de
inwoners van Brielle een groote teleurstelling
beteekende.
Dinsdagochtend negen uur is een deputatie
naar den burgemeester gegaan, doch men
keerde onverrichter zake terug. Het bestuur
van de Oranje-vereeniging en nog eenige an
dere personen zijn hierna nog bij den burge
meester geweest, om hem te verzoeken op zijn
besluit terug te komen, hetgeen evenmin suc
ces had. Men heeft vervolgens den burge
meester nog verzocht alleen de kinderfeesten
te laten vervallen, doch ook dat wilde de bur
gemeester niet,
De teleurstelling der inwoners veranderde
toen in woede. Zij eischten intrekking van het
verbod en schoolden samen. De politie moest
herhaalde malen ruim baan maken. Een per
soon is in arrest gesteld.
De heer Collette heeft tenslotte toegezegd,
dat de bevolking, wanneer zij zich kalm hield,
's avonds als de kinderen op bed lagen, een
muzikale rondwandeling mocht maken.
De straatversieringen zijn uit protest afge
rukt en vertrapt.
De burgemeester heeft politie-versterking
laten aanrukken.
(A. N. P.)
V
U hebt géén voorrang
als u bij wegkruisingen
dezen rooden driehoek
voor u zietdan nadert
namelijk een voor-
rangsweg
als u bij smalle bruggen
dit ronde, r-oode bord
met 1 zwarten (links) en
1 rooden (rechts) pijl
ziet: verkeer van over
zijde gaat dan voor.
Een strijder voor Rotterdam's
belangen
Gisternacht is in een Haagsch
ziekenhuis onverwacht overleden mr.
P. Droogleever Fortuyn, burgemeester
van Rotterdam.
Dit verscheiden heeft in de Maasstad
grooten indruk gemaakt,
Op het stadhuis werden de vlaggen on
middellijk halfstok geheschen.
Burgemeester P. Droogleever Fortuyn is 15
October 1(928 burgemeester van Rotterdam
geworden als opvolger van wijlen burgemees
ter Wijtema.
Evenals zijn voorgangers heeft de burge
meester zich meer speciaal wat de werkzaam
heden van het gemeentebestuur betreft be
paald tot de algemeene zaken, waaronder
ressorteeren politie, de brandweer, de haven
dienst, de handelsinrichtingen, het museum
Boymans, militaire zaken en Hoek van Hol
land.
De Rotterdamsche haven had in het bij
zonder 's burgemeesters volle aandacht. Hij
heeft in de moeilijke crisisjaren voor haar
behoud als wereldhaven pal gestaan tegen de
vele bedreigingen, door de concurrentie van
buitenlandsche havens geschapen. Hij heeft
o.m. een groote rol gespeeld bij de verwer
ping van het tractaat met België. Zijn in
vloed was stellig ook heel groot in Den Haag.
toen de regeering besloot de Rotterdamsche
haven te helpen in den strijd tegen de Bel
gische devaluatie. Want toen haven- en kade-
gelden werden verlaagd, verminderde het rijk
ook de loodstarieven.
In een uiterst moeilijken tijd heeft burge
meester Droogleever Fortuyn de leiding ge
geven aan het gemeentebestuur. Hij heeft
het werkloozenleger zien groeien tot om
streeks 50.000 en hij heeft de jaren ge
kend, dat Rotterdam volledig afhankelijk was
van de financiën van het rijk om de eigen
loopende uitgaven der gemeente te kunnen
bestrijden, toen Rotterdam op de geldmarkt
was uitgeschakeld.
Hij heeft in moeizame onderhandelingen
met de regeerin.g er voor gezorgd, dat Rot
terdam, ondanks alles zijn eigen leven kon
blijven leven en dat er in de laatste jaren
weer begonnen kon worden met de verwezen
lijking van groote plannen, welke voor Rot
terdam's ontwikkeling onmisbaar zijn.
We noemen de tunnel onder den Maas, het
aanvaarden van de groote stadsverbeterings-
plannen als het Hofplein en de traverse dooi
de diergaarde.
Toegerust met een scherp verstand, uit
stekend spreker met zin voo-r humor was
mr Droogleever Fortuyn een buitengewoon
bekwame leider van de raadsvergaderingen.
De burgerij was in vrijwel alle geledingen
zeer ingenomen met deze bescheiden figuur,
die groote werkzaamheid aan eenvoud paar
de en die voor iedere organisatie en iederen
particulier gemakkelijk bereikbaar was. In
vele kingen heeft men bewondering gehad
voor het hoofd der gemeente, dat het beste
wist te bereiken uit de samenwerking met
anderen, hetgeen hij wel het meest in- het
Bij een schilderij door Janus
Wagemaker, Haarlemsch schilder.
Janus zal het natuurlijk kleinzielig van me
vinden dat ik nog altijd met Janus geen vrêe
kan hebben. Niet dat ik tegen hem persoonlijk
iets zou willen in brengende hemel be
ware! Hij is onder de Haarlemsche jongere
schilders, voor wie wij zoo nu en dan in deze
'upriek de aandacht der lezers vragen, één der
meest onverschrokken bestrijders van sleur
en traditie, één der levendigste aanhangers
van een onafscheidelijke, daarom niet minder
wel gefundeerde schilderwijs, en reeds daar
om sympathiek. Het gaat meer tegen zijn
signatuur, tegen de wijze waarop hij een con
trast opzettelijk schept, tusschen de, ondanks
vele onzekerheden nog soms, toch aristocra
tische -kleurinhoud van het werk en de te
groote familiariteit waarmee hij dat werk met
Janus" onderteekent. Vermoedelijk zou een
zelfde onbehagelijkheid ons overvallen, zoo
Breitner zijn Dam of ander magistraal stads
gezicht, met „Sjors", of Jacob Maris zijn Ge
zicht op Dordrecht slechte met „Jaap" ge
signeerd had. Het is de tweespalt tusschen den
ernst van het werk en de nonchalance der
signatuur die stoort. Als een grappenmaker
als Felix Hess zijn caricaturen met „Jantje"
onderteekent of teekenaars als Sem, Mars,
Dranem, ondanks die pseudo's door hun luch
tige kunst beroemd werden, maakt men zich
niet -druk daarover. Maar het is alsof men een
loopje met zich zelf neemt, als men ernstig
werk met Pietje, Hein of Keesie signeert. Nu
moet men niet dadelijk op een drafje met Rem
brandt en Vincent komen aanloopen. De eerste
teekent vaak ook voluit en zijn voornaam heeft
een zeldzamen bronzen klank en niets fami
liaars. Vincent teekent in den regel niet, en
als hij het doet, weet hij dat zijn werk toch
in de familie blijft. Dat de wereld er om vech
ten zou heeft hij nooit bevroed, vermoedelijk.
Ten slotte moet Janus het zelf maar uitmaken,
doch zijn argument dat een ieder hem als
Janus kent, geldt alleen voor Haarlem en om
streken. Het werk als zoodanig verdient meer
dan een lokale reputatie, en het komt mij voor
dat hij zich met zijn ge janus noodeloos den
weg daarheen moeilijk maakt.
Dat werk dan en daar komt het tenslotte
op aan is zeer zeker verdienstelijk. De maker
heeft alle qualiteiten voor een rasschilder
noodzakelijk: zijn tasten en wroeten, met alle
onzekerheden die daar het uitvloeisel van
kunnen zijn, verhinderen niet dat zijn kleur
levend is, dat er iets trilt in zijn doeken, dat
men er het enthousiasme in voelt van wie weet
dat kleur en licht de hem aangeboren uitings
middelen zijn, zooals die voor anderen in klan
ken, lijnen of abstracties kunnen gevonden
worden. Zijn kunst heeft nog het jonge, het
botsing en waardeering te vinden is. Herman
Kruyder heeft daarvan te lijden gehad en ik
vermoed dat Wagemaker tot de weinigen be
hoord heeft die dien Haarlemschen schilder
oprecht bewonderde en zijn kunst heeft lief
gehad.
Ook door geboorte is Wagemaker Haarlem
mer. Hij aanschouwde hier in 1906 het levens
licht en verkeert dus thans in die gelukkige
levensperiode waarin, als regel, over de betee
kenis van een artist beslist gaat worden. Op
zijn veertigste jaar moet de balans opgemaakt
kunnen worden: hij heeft dus nog ruim den
tijd om ons te leur te stellen of ons in onze
verwachtingen te bevestigen; wij voor ons
hebben vertrouwen in het laatste.
Uit zijn nog jonge leven valt weinig te ver
halen: voor den journalist zit er een misera
bel beetje kopij in. Onze schilder heeft dat op
listige wijze weten te ontgaan. Een ander
kunstenaar zou van een verblijf in Amerika
wonderen weten te vertellen, maar daar Wa
gemaker toen slechts één jaar oud was is
hem daar alles van ontschoten. Heel veel la
ter is hij op de Kunstnijverheidsschool geko
men om er een vak te leeren. Zijn vader vond
dat noodig en nuttig en koos de metaalbe
werking. Kunstdrijfwerk in koper en nobele
metalen was toen in opkomst en in zwang,
maar Janus schilderde liever en heeft heel
wat moeite gehad zich van de decoratieve
vóór opleiding los te maken.
Zou ongemerkt de „reflet métallique" in
sommige zijner kleurposities nog een herle
ving der voorbije schooljaren kunnen wezen?
Hoe het zij, men ,zal in zijn werken van de
laatste jaren niet veel vinden dat aan den
geduldigen klopper van koperen kandelaars of
bronzen kaartenschaaltjes doet denken, en
hij zelf is dat nooit geworden. Bij dien aanleg
was het niet verwonderlijk dat zijn begeerige
artist van dien aanleg moeizamer gehoor dan
in de groote centra, waar voor alles plaats,
oogen in de richting van Parijs gingen, Parijs
het Dorado der verfverslinders met ambitie en
soms met talent. Hij is er twee maal gaan kij
ken, eens met zijn vriend van Egmond, eens
Alleen. Dat is nog niet zoo vele jaren geleden.
Zoo er een kampioenschap bestond in de
kunst, om uit een minimum aan middelen
een maximum van schildersgenot en leering
te trekken, zou Janus kans hebben op den zil
veren wisselbeker. Maar hij heeft het land
aan die kunstnijverheidsproducten en her
denkt liever dankbaar de Haarlemsche Jonk
vrouw, die een schilderij van hem kocht om
dien uitstap mogelijk te maken.
De schilderij die wij bij dit stukje over Wa
gemaker reproduceeren, kan, als simpele voor
stelling van een koebeest, helaas niets doen
zien van de verfijnde kleurigheid, waarmee de
schilder een koehuid in het licht gezet heeft.
De kleur, die de groote charme van zulk een
werk is, gaat goeddeels in de reproductie ver
loren. Toch spreekt de levendige gevarieerd
heid van de toets nog in het zwart-en-wit vol
komen mee en een zekere karakteristiek in de
beelding van het dier izal den beschouwer niet
ontgaan. Het is inderdaad iets anders dan een
koe van Willem Maris of Poggenbeek, doch,
wie, zelfs ons prentje, eens even rustig wil be
kijken zal bemerken dat het hoofdzakelijke
verschil niet zoo groot is als het lijkt en dat
zoowel de oudere schilders als die van van
daag, het wezen van het dier even goed be
grepen hebben en de vertolking er van door
den tijdgenoot waarschijnlijk nog boeiender
is, doordat hij zich onafhankelijker heeft in
gesteld zoowel tegenover zijn object, als te
genover den lateren beschouwer. En daarin
steekt, per slot van rekening, !het goede van
ieder zoogenaamd modernisme.
J. H. DE BOIS.
men en beenen geconstateerd.
Haar zuster had een zware hersenschudding wol.uew 1WCAU irou
opgeloopen. Beide slachtoffers werden naar de Van wie nog niet door routine is
Maria-Stichtmg te Haarlem overgebracht. De aangetast het staat daardoor nog open voor
gemeentepolitie van Haarlemmerliede was ^vloeden en is bereid die op te nemen en te
spoedig ter plaatse en maakte proces-verbaal verwerken, maar een schilder is hij en zijn
op. Het politie-onderzoek is nog in vollen ejgen bewegelijkheid tegenover die invloeden
gang.
Zooals te begrijpen is ondervond het ver
keer op dit zeer drukke uur eenige vertra
ging, doch spoedig funcMnrmeprdó "Hes weer
normaal.
De toestand van beide meisje*, vooral
zal hem er van weerhouden tot ledige echo
van een ander te worden. Zijn genegenheid
is uitgegaan naar de kunst van den eigen tijd,
zelfs naar die welke van dien tijd de strafst
uitgesproken voorloopster is geweest, In een
omgeving waar traditie hooger wordt aange-
het jongste, was hedenmorgen te 9 uur nog i slagen dan gedurfde padvinderij, vindt een
ernstig. 1
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlems Dagblad van IftRa
7 September:
De Belgische regeering heeft 250 f
toegekend aan tien der redders va
opvarenden der op 18 Januari 1887 i de
Noordergronden bij Nieuwedien de
lukte Belgische sloep Fernandus
Reeds vroeger ontving de schipper
reddingsboot, Th. Rijkers, naarW?
ding dezer redding, de burgerlik1'
daille 2de klasse. J e
oog loopendg getoond heeft sinds h<>
het najaar 1935 af in het ,Vah
heeft gewerkt met
houders.
®°c; dem, -
zijn eigen standpunt te blijven innemen L -
zijn breede opvattingen ook op n0iSt at
bied maakten het hem mogelijk f ge'
nrün' f O Tt.r, n "O nu.JUÏStf'ïl
De liberale burgemeester schroomde
:iin ewfifl st.anH.nimt. bo Viliiu/v, e SPOlt
Maar
t et.
weg te vinden waarop Botterdam^'™'®
fijt trekken van het tegenwoordig h»,iPt0'
De voetbalsport had zeer in het hS?
de sympathie van den heer Drooen®
Fortuyn en bij tal van gelegenheden W?,
op ondubbelzinnige wijze blijk van zilnvJ1'
leven. c---
Toen in 1889 doe Nederlandsche Voetbal u
werd opgericht, behoorde de heer vl.t
tot de oprichters. Fortl®
Hij maakte toen doel uit van de Roti
damsche club „Concordia" die in den loon?*
jaren echter ter ziele is gegaan. De
jaren van het bestaan van den K N
was mr. Droogleever Fortuyn commit
van den bond, doch in 1891 werd hij se
taris. Het volgend jaar werd hij tot vooS*.
gekozen. w
In 1893 legde hij deze functie neer en wp
gens zijn groote verdiensten voor de voetbal
sport werd hij benoemd tot eere-lid van den
bond. Dit is hij steeds gebleven.
In verband met het verscheiden van den
burgemeester zijn verschillende feesthui
heden afgelast. m'
De geheele Rotterdamsche bevolking is dien
getroffen door dit plotselinge heengaan dat
een te tragischer karakter krijgt door' do
schrille tegenstelling, dat het juist geschiedt
terwijl de stad volop in feeststemming is
Pieter Droogleever Fortuyn werd op 28
December 1868 te Rotterdam geboren. Hii
bezocht het gymnasium aldaar en liet zich in
1887 als student inschrijven aan de univer
siteit be Leiden waar hij in 1894 promoveerde
tot doctor in de rechtswetenschappen, Hij
vestigde zich als advocaat te 's Gravenhage
waar hij in 1897 directeur werd van de N.v'
de Stedelijke Hypotheekbank en waar hij
tevens actief lid was van de liberale partij
welker beginselen hij steeds was toegedaan!
In 1912 werd hij gekozen tot lid van De;i
Haagschen gemeenteraad wat hij tot zijn be
noeming tot burgemeester van Rotterdam
zou blijven. Reeds een jaar na zijn raadslid
maatschap werd hij gekozen in het dagelij ksch
bestuur der gemeente 's Gravenhage en van
1913 tot 1919 was hij wethouder van financiën,
waarna hij van portefeuille wisselde en tot
1923 wethouder was van openbare werken en
volkshuisvesting, waarbij hij zich vooral ver
dienstelijk maakte door zijn organiseerende
arbeid toen hij gedurende de oorlogsjaren be
last was met de leiding van crisis- en distri-
butiezaken
In 1924 maakte hij voor verschillende doel
einden een groote wereldreis waarbij hij o.a.
Tndië, China, Japan, Amerika en Canada be
zocht. Na zijn terugkomst werd hij in 1925
voor den Vrijheidsbond'gekozen tot lid van
de Tweede Kamer waarvan hij deel bleef uit
maken tot de verkiezingen van 1929.
Zijn werkzaamheden waren ook buiten Ne
derland niet onopgemerkt gebleven en zoo
werd hij in 1925 o.a. aangezocht door den
Volkenbond om zitting te nemen in de com
missie tot onderzoek van de geschillen tus
schen Griekenland en Bulgarije.
In 1928 volgde zijn benoeming tot burge
meester van Rotterdam.
Als burgemeester van Rotterdam was hij cu
rator der aldaar gevestigde Nederlandsche
Handelshoogeschool en tevens was hij lid van
den raad van defensie.
In 193.2 werd hij voor de liberale staats
partij den Vrijheidsbond gekozen tot lid van
de Eerste Kamer. In hetzelfde jaar werd hij
in de algemeene vergadering van Nederland
sche gemeenten tot voorzitter van deze voor
naamste organisatie van gemeentebesturen
in Nederland gekozen.
De begrafenis zal plaats hebben a.s. Zater
dag om half twaalf op de algemeene be
graafplaats te 's Gravenhage.
Radio-uitzendingen overal ter
wereld beluisterd.
Telegrammen over programma's van den
Nationalen Feestdag uit Oost en West
ontvangen.
Bij de directie van de P.H.O.H.I. zijn ver
schillende telegrammen binnengekomen, wel
ke alle melding maken van een uitstekende
ontvangst der uitzendingen, die de Nederland
sche kortegolfzenders ter gelegenheid van den
nationalen feestdag te hooren hebben gege
ven.
Deze uitzendingen bestonden deels uit een
aansluiting op het door de gezamenlijke Ne
derlandsche omroepen samengestelde natio
naal programma en ten deele uit een door de
P.H.O.H.I. verzorgd programma.
Overal ter wereld is op dezen hoogtijdag de
„Stem uit het Moederland" met groot enthou
siasme beluisterd. Zoowel in Oost- als m
West-Indië waren op de pleinen luidsprekers
aangebracht, waarvoor talloozen zich ver
drongen om niets van de feestelijkheden m
Nederland te missen. Voor de uitzending naar
Oost- en West-Indië en Zuid-Afrika waren
naast de P.H.O.H.I.-zenders tevens rijkskorte-
golf zenders te Kootwijk bij geschakeld.
De uitzending der P.H.O.H.I- en rijkszen
ders voor de Nederlandsche overzeesche ge
westen duurde onafgebroken van 9.00-lv.öü
Ned. tijd, overeenkomende met 15.10-23.lu
Midden Java tijd. Dit was, wat duur van uk-
zendtijd betreft, een record in de radio-om*
roepverbindlng tusschen het moederland on
Nederland over zee.
De speciale uitzendingen voor Zuid-AiriKa
en West-Indië, welke bestonden uit een nor*
haling van het programma op een voor deze
gebieden beter geschikten tijd, vonden plM®
van 19.00 tot 22.00 uur Ned. tijd voor Air»
en van 01.20 tot 04.35 Ned. tijd voor C"
en Suriname.