o: De vliegende K. L. M.-keuken. Uitstekende verzorging boven den beganen grond. In den Briel geen feest Mr. DROOCLEEVER FORTUYN t "^nnst in Haarlem en daarbuiten. WOENSDAG 7 SEPTEMBER 1938 OK in 1933, ten tijde van mijn eerste vliegreis naar N.O.-Indië, bezaten „Rijstvogel" en „Havik" een provisie kast, om den passagier van het noo- dige te voorzien. Alles was nog eenvoudig in gericht. Het aantal mede-reizigers was nog beperkt. Afzonderlijke bediening was feitelijk niet noodig. Aan den werktuigkundige werd gedurende de vlieguren de verzorging van be manning en passagiers opgedragen. Men was daarmede volkomen tevreden en taalde niet naar grooter comfort. Maar ook de lucht- passagier is meer gaan eischen. De onderlinge concurrentie op luchtvaartgebied zorgt dan voor de rest. Zoo zijn we gekomen tot de in richting en accomodatie, waarover de Dou- glassen thans beschikken. Een tweede etappe, die ongetwijfeld niet de laatste zal zijn. Achterin de passagierscabine, in de naaste omgeving der kleerenkast, is deze inrichting te vinden. Het geheel wordt gevormd door een paar ingenieus ingerichte kastjes, bescheiden van omvang, van alluminium gemaakt, ten einde het gewicht zooveel mogelijk te beper ken. De aanwezige ijskast herbergt de aan be derf onderhevige ingrediënten en houdt de dranken koel. In de andere kastjes zijn de rest der levensmiddelen en 't servies geborgen. De forsche thermosflesschen herbergen het war me water en de koffie, terwijl thee en bouillon aan boord worden bereid. Het menu voorziet alleen in koude gerechten. Brood, biscuits, cake, fruit, allerhande vleeschsoorten, koude kip, zalm, kreeft, diverse kaas-soorten, com pote enz. staan den reiziger ter beschikking. Het fornuis ontbreekt dus nog. Men kan dit ook gerust ontberen. Zeer zeker op de Euro- peesche lijnen met de kortere trajecten, maar ook op de Indië-route, aangezien men dage lijks vóór de hoofdmaaltijden in de halte-sta tions komt, waar men 's nachts overblijft. Zoodra gedurende de nachturen ook wordt ge vlogen. zal daarin ongetwijfeld verandering gebracht worden en zal men rekening moeten houden met het serveeren van warme maal tijden. En hoe zijn wij daar nu met z'n allen ge ïnstalleerd? De bemanning is, vergeleken bij 1933, met één lid uitgebreid, den steward. Was de marconist vroeger gezeten in de passa gierscabine en kon men als passagier van zijn doen en laten voortdurend nota nemen en zich afvragen wat toch wel genoteerd stond op de papiertjes, welke hij in de stuurcabine overhandigde, dat alles is historie. Hij is thans uit de reizigerscabine verdwenen ei verricht zijn arbeid in het afgeschoten ge deelte, waar ook gezagvoerder en tweede pi loot gezeten zijn. De passagiers-fauteuils heb ben aan comfort nog gewonnen. Onze beide koffers hebben hun vaste plaatsen. De groote verdwijnt onder de fauteuil, de kleine bevindt zich in een standaard vóór de voeten. Alles even practisch, elke ruimte wordt benut. Bo ven des passagiers hoofd wordt het klein gerei oogeborgen. Door het raampje valt natuur lijk de enorme vleugel op. Men kijkt er als het ware bovenop, een groot verschil vergeleken bij die feitelijk reeds vergeten EoRkèis, die mij in 1933 vervoerden. Toen zat dé vleugel boven ons, thans onder ons. Vóór hét uitzicht is die wijziging natuurlijk niet bevorderlijk. Maar men bedenke daarbij, dat $dj in door snee met de Donglassen toch veel hooger vlie gen. Vlak bij onze zitplaats is een belknop te vinden en een electrisch lichtje. Nauwelijks zijn we „los*' van den beganen grond, of de verzorging neemt een aanvang. De passagier wordt op zijn gemak gesteld, hij_ moet zich onmiddellijk thuis voelen in het vliegende ge zelschap. De steward zorgt daarvoor. Als maitre d'hótel houdt hij zich met u bezig; hij gaat de stoelen langs en informeert, waarme de hij van dienst kan zijn. Het opklapbare ta feltje is weldra voorzien van allerhande lek kernijen. U hebt uw mond feitelijk maar open te doen en voedsel en drank komen tot u. De hulpvaardigheid en verzorging door den ste ward zijn tot het hoogst denkbare peil opge voerd en deze wijziging valt natuurlijk in de eerste plaats hem op, die in vroeger jaren het andere systeem heeft medegemaakt. In de hotels onderweg doet deze hulpvaardige vriend niet anders. Ook daar biedt hij service, in vroeger jaren was dat uit den aard dei- zaak niet het geval. Zijn loerend oog bespiedt u 's morgens vroeg, wanneer ge misschien nog niet voor de volle honderd procent ont waakt uw ham-and-eggs of porridge ver werkt. Niets ontgaat hem. Hij blijft blijkbaar de vrees koesteren, dat het aan iets zou kun nen ontbreken. Daarvoor bestaat intusschen geen kans. De passagier heeft maar één zorg: het behoud van zijn goede figuur. Want moei- Ernstig ongeluk bij de Liedebrug. Twee meisjes levensgevaarlijk gewond. Dinsdagavond om kwart over zes heeft zich tusschen Haarlem en Halfweg, 'ter hoogte van de Liedebrug, wederom een zeer ernstig on geluk voorgedaan, waarbij een 23-jarig meis je en haar 10-jarig zusje levensgevaarlijk ge wond werden. Het 23-jarig meisje B. Beijnsdorp reed per fiets in den Rottepolder, terwijl haar zusje achter op de fiets zat. Bij de Liedebrug gekomen wilden de beide meisjes den Rijksweg oversteken. Uit de richting Haarlem kwam met een snelheid van ongeveer 90 K.M. een luxe auto, bestuurd door den heer A. v. G. uit Bloemen- daal. De zusters moeten, volgens eenige getuigen, de auto nog hebben zien naderen. De meisjes aarzelden en een paar seconden later greep de luxe auto in volle snelheid de flets.' De gevolgen waren verschrikkelijk. De meisjes werden een eind over den voor- rangsweg geslingerd en bleven deerlijk ver minkt en hevig bloedende bewusteloos liggen. Dr. F. C. L. Kuypers uit Halfweg was spoe dig ter plaatse. Bij het 10-jarit slachtoffer werden een sche- delbasisfractuur en ernstige wonden aan ar- lïjkheden met zijn bagage kent hij ook niet. Tijdig vóór elke landing wordt geïnformeerd welke koffer u zoo meteen in uw hotel wenscht te vinden. Zorgen daarover behoeft u verder niet te hebben. De bewuste koffer is straks ter plaatse. Zoodra den volgenden dag alles weer 'is ingeladen herhaalt zich dezelfde hulpvaardigheid. Zoo worden we dagen ach tereen verwend. We vinden ten slotte bijna, dat het zoo hoort. En als we dan eens even achterover duiken in onze gemakkelijke fau teuil, voor een oogenblik onze oogen dicht doen men kan toch immers onmogelijk uren achtereen naar buiten kijken dan rea- liseeren we, dat al deze service gedirigeerd wordt van één centraal punt te 's-Gravenhage uit. We begrijpen maar half hoeveel organi satie-arbeid daar verzet moest worden om dat alles op rolletjes te doen loopen. Wij passa giers ondergaan de resultaten van dat noeste streven. Zeker, wij bewonderen hen, die ons door het luchtruim heen voeren, wij nemen afscheid op Tjililitan met een fermen handdruk van allen, die 5Vz dag met ons heb ben samen geleefd. Zij gaan zoo meteen weer terug naar honk en komen na verloop van be trekkelijk korten tijd weer naar hier, naar het land van de Zonmaar daarnaast brengen wij een eeresaluut aan die andere organisato ren, die in het groote gebouw aan den Hof weg zetelen. MOLLERUS. ,Onuitwischbaar getuigenis van hoogste regeerkunst". Duitsche persstem over het rcgeerings- jubileuin. In verband met het regeeringsjubileum schrijft de Deutsche Diplomatisch Politisohe Korrespondenz: „Aan de jubileumfeesten van deze dagen in het moederland neemt een groot bloeiend, winstgevend koloniaal rijk deel, dat de belangrijkste bron vormt van den Neder- landschen welstand en rijkdom. Wanneer men de staatsmanschappelijke beteekenis van een staatshoofd kan afmeten aan de gevoelens, die zijn optreden wekt in het hart van het gere geerde volk, dan heeft het Nederlandsche volk in de liefde en aanhankelijkheid, die het de Koningin voortdurend bewezen heeft, haar een pnuitwischbaar getuigenis gegeven van hoogste regeerkunst. In Duitschland, waar mede de dynastie der Nederlanden zoo nauwe, steeds zich vernieuwende verwantschappelijke betrekkingen onderhoudt, dankt men ook in deze dagen aan den zegenrijke arbeid der Hooge Vrouwe voor haar volk en land. Het Duitsche volk zal nooit de steeds correcte houding vergeten van Nederland tij'dens den wereldoorlog, die onvoorwaardelijke en ondub belzinnige neutraliteit. Pogingen om tusschen Duitschland en Nederland wantrouwen te zaaien zijn gestrand op het vertrouwen der Koningin in de oprechtheid der bedoelingen van Duitschland en de loyaliteit van zijn po- 'itieke plannen. Motorongeluk op den nieuwen Rijksweg. Dame ernstig gewond. HAARLEMMERMEER Woensdag. Dinsdagmiddag omstreeks 2 uur raakte de bestuurder van een motorrijwiel, op de duo waarvan een dame was gezeten, op den nieu wen Rijksweg bij het viaduct nabij den Schip- holweg alhier, zijn stuur Icwijt, met het ge volg dat de motor over den kop sloeg en de berijders tegen den grond werden geslingerd. De bestuurder kwam er met eenige lichte kwetsuren af, doch de dame werd ernstig ge wond opgenomen en per auto naar een zie kenhuis in Amsterdam gebracht. Bevolking verbolgen De burgemeester van Brielle, de heer Col- lette. heeft Maandagavond alle feesten afge last in verband met een geval van kinderver lamming, nadat de inspecteur voor de volks gezondheid daartoe had geadviseerd. Per radio-Centrale en stadsomroeper werd het besluit bekend gemaakt, hetgeen voor de inwoners van Brielle een groote teleurstelling beteekende. Dinsdagochtend negen uur is een deputatie naar den burgemeester gegaan, doch men keerde onverrichter zake terug. Het bestuur van de Oranje-vereeniging en nog eenige an dere personen zijn hierna nog bij den burge meester geweest, om hem te verzoeken op zijn besluit terug te komen, hetgeen evenmin suc ces had. Men heeft vervolgens den burge meester nog verzocht alleen de kinderfeesten te laten vervallen, doch ook dat wilde de bur gemeester niet, De teleurstelling der inwoners veranderde toen in woede. Zij eischten intrekking van het verbod en schoolden samen. De politie moest herhaalde malen ruim baan maken. Een per soon is in arrest gesteld. De heer Collette heeft tenslotte toegezegd, dat de bevolking, wanneer zij zich kalm hield, 's avonds als de kinderen op bed lagen, een muzikale rondwandeling mocht maken. De straatversieringen zijn uit protest afge rukt en vertrapt. De burgemeester heeft politie-versterking laten aanrukken. (A. N. P.) V U hebt géén voorrang als u bij wegkruisingen dezen rooden driehoek voor u zietdan nadert namelijk een voor- rangsweg als u bij smalle bruggen dit ronde, r-oode bord met 1 zwarten (links) en 1 rooden (rechts) pijl ziet: verkeer van over zijde gaat dan voor. Een strijder voor Rotterdam's belangen Gisternacht is in een Haagsch ziekenhuis onverwacht overleden mr. P. Droogleever Fortuyn, burgemeester van Rotterdam. Dit verscheiden heeft in de Maasstad grooten indruk gemaakt, Op het stadhuis werden de vlaggen on middellijk halfstok geheschen. Burgemeester P. Droogleever Fortuyn is 15 October 1(928 burgemeester van Rotterdam geworden als opvolger van wijlen burgemees ter Wijtema. Evenals zijn voorgangers heeft de burge meester zich meer speciaal wat de werkzaam heden van het gemeentebestuur betreft be paald tot de algemeene zaken, waaronder ressorteeren politie, de brandweer, de haven dienst, de handelsinrichtingen, het museum Boymans, militaire zaken en Hoek van Hol land. De Rotterdamsche haven had in het bij zonder 's burgemeesters volle aandacht. Hij heeft in de moeilijke crisisjaren voor haar behoud als wereldhaven pal gestaan tegen de vele bedreigingen, door de concurrentie van buitenlandsche havens geschapen. Hij heeft o.m. een groote rol gespeeld bij de verwer ping van het tractaat met België. Zijn in vloed was stellig ook heel groot in Den Haag. toen de regeering besloot de Rotterdamsche haven te helpen in den strijd tegen de Bel gische devaluatie. Want toen haven- en kade- gelden werden verlaagd, verminderde het rijk ook de loodstarieven. In een uiterst moeilijken tijd heeft burge meester Droogleever Fortuyn de leiding ge geven aan het gemeentebestuur. Hij heeft het werkloozenleger zien groeien tot om streeks 50.000 en hij heeft de jaren ge kend, dat Rotterdam volledig afhankelijk was van de financiën van het rijk om de eigen loopende uitgaven der gemeente te kunnen bestrijden, toen Rotterdam op de geldmarkt was uitgeschakeld. Hij heeft in moeizame onderhandelingen met de regeerin.g er voor gezorgd, dat Rot terdam, ondanks alles zijn eigen leven kon blijven leven en dat er in de laatste jaren weer begonnen kon worden met de verwezen lijking van groote plannen, welke voor Rot terdam's ontwikkeling onmisbaar zijn. We noemen de tunnel onder den Maas, het aanvaarden van de groote stadsverbeterings- plannen als het Hofplein en de traverse dooi de diergaarde. Toegerust met een scherp verstand, uit stekend spreker met zin voo-r humor was mr Droogleever Fortuyn een buitengewoon bekwame leider van de raadsvergaderingen. De burgerij was in vrijwel alle geledingen zeer ingenomen met deze bescheiden figuur, die groote werkzaamheid aan eenvoud paar de en die voor iedere organisatie en iederen particulier gemakkelijk bereikbaar was. In vele kingen heeft men bewondering gehad voor het hoofd der gemeente, dat het beste wist te bereiken uit de samenwerking met anderen, hetgeen hij wel het meest in- het Bij een schilderij door Janus Wagemaker, Haarlemsch schilder. Janus zal het natuurlijk kleinzielig van me vinden dat ik nog altijd met Janus geen vrêe kan hebben. Niet dat ik tegen hem persoonlijk iets zou willen in brengende hemel be ware! Hij is onder de Haarlemsche jongere schilders, voor wie wij zoo nu en dan in deze 'upriek de aandacht der lezers vragen, één der meest onverschrokken bestrijders van sleur en traditie, één der levendigste aanhangers van een onafscheidelijke, daarom niet minder wel gefundeerde schilderwijs, en reeds daar om sympathiek. Het gaat meer tegen zijn signatuur, tegen de wijze waarop hij een con trast opzettelijk schept, tusschen de, ondanks vele onzekerheden nog soms, toch aristocra tische -kleurinhoud van het werk en de te groote familiariteit waarmee hij dat werk met Janus" onderteekent. Vermoedelijk zou een zelfde onbehagelijkheid ons overvallen, zoo Breitner zijn Dam of ander magistraal stads gezicht, met „Sjors", of Jacob Maris zijn Ge zicht op Dordrecht slechte met „Jaap" ge signeerd had. Het is de tweespalt tusschen den ernst van het werk en de nonchalance der signatuur die stoort. Als een grappenmaker als Felix Hess zijn caricaturen met „Jantje" onderteekent of teekenaars als Sem, Mars, Dranem, ondanks die pseudo's door hun luch tige kunst beroemd werden, maakt men zich niet -druk daarover. Maar het is alsof men een loopje met zich zelf neemt, als men ernstig werk met Pietje, Hein of Keesie signeert. Nu moet men niet dadelijk op een drafje met Rem brandt en Vincent komen aanloopen. De eerste teekent vaak ook voluit en zijn voornaam heeft een zeldzamen bronzen klank en niets fami liaars. Vincent teekent in den regel niet, en als hij het doet, weet hij dat zijn werk toch in de familie blijft. Dat de wereld er om vech ten zou heeft hij nooit bevroed, vermoedelijk. Ten slotte moet Janus het zelf maar uitmaken, doch zijn argument dat een ieder hem als Janus kent, geldt alleen voor Haarlem en om streken. Het werk als zoodanig verdient meer dan een lokale reputatie, en het komt mij voor dat hij zich met zijn ge janus noodeloos den weg daarheen moeilijk maakt. Dat werk dan en daar komt het tenslotte op aan is zeer zeker verdienstelijk. De maker heeft alle qualiteiten voor een rasschilder noodzakelijk: zijn tasten en wroeten, met alle onzekerheden die daar het uitvloeisel van kunnen zijn, verhinderen niet dat zijn kleur levend is, dat er iets trilt in zijn doeken, dat men er het enthousiasme in voelt van wie weet dat kleur en licht de hem aangeboren uitings middelen zijn, zooals die voor anderen in klan ken, lijnen of abstracties kunnen gevonden worden. Zijn kunst heeft nog het jonge, het botsing en waardeering te vinden is. Herman Kruyder heeft daarvan te lijden gehad en ik vermoed dat Wagemaker tot de weinigen be hoord heeft die dien Haarlemschen schilder oprecht bewonderde en zijn kunst heeft lief gehad. Ook door geboorte is Wagemaker Haarlem mer. Hij aanschouwde hier in 1906 het levens licht en verkeert dus thans in die gelukkige levensperiode waarin, als regel, over de betee kenis van een artist beslist gaat worden. Op zijn veertigste jaar moet de balans opgemaakt kunnen worden: hij heeft dus nog ruim den tijd om ons te leur te stellen of ons in onze verwachtingen te bevestigen; wij voor ons hebben vertrouwen in het laatste. Uit zijn nog jonge leven valt weinig te ver halen: voor den journalist zit er een misera bel beetje kopij in. Onze schilder heeft dat op listige wijze weten te ontgaan. Een ander kunstenaar zou van een verblijf in Amerika wonderen weten te vertellen, maar daar Wa gemaker toen slechts één jaar oud was is hem daar alles van ontschoten. Heel veel la ter is hij op de Kunstnijverheidsschool geko men om er een vak te leeren. Zijn vader vond dat noodig en nuttig en koos de metaalbe werking. Kunstdrijfwerk in koper en nobele metalen was toen in opkomst en in zwang, maar Janus schilderde liever en heeft heel wat moeite gehad zich van de decoratieve vóór opleiding los te maken. Zou ongemerkt de „reflet métallique" in sommige zijner kleurposities nog een herle ving der voorbije schooljaren kunnen wezen? Hoe het zij, men ,zal in zijn werken van de laatste jaren niet veel vinden dat aan den geduldigen klopper van koperen kandelaars of bronzen kaartenschaaltjes doet denken, en hij zelf is dat nooit geworden. Bij dien aanleg was het niet verwonderlijk dat zijn begeerige artist van dien aanleg moeizamer gehoor dan in de groote centra, waar voor alles plaats, oogen in de richting van Parijs gingen, Parijs het Dorado der verfverslinders met ambitie en soms met talent. Hij is er twee maal gaan kij ken, eens met zijn vriend van Egmond, eens Alleen. Dat is nog niet zoo vele jaren geleden. Zoo er een kampioenschap bestond in de kunst, om uit een minimum aan middelen een maximum van schildersgenot en leering te trekken, zou Janus kans hebben op den zil veren wisselbeker. Maar hij heeft het land aan die kunstnijverheidsproducten en her denkt liever dankbaar de Haarlemsche Jonk vrouw, die een schilderij van hem kocht om dien uitstap mogelijk te maken. De schilderij die wij bij dit stukje over Wa gemaker reproduceeren, kan, als simpele voor stelling van een koebeest, helaas niets doen zien van de verfijnde kleurigheid, waarmee de schilder een koehuid in het licht gezet heeft. De kleur, die de groote charme van zulk een werk is, gaat goeddeels in de reproductie ver loren. Toch spreekt de levendige gevarieerd heid van de toets nog in het zwart-en-wit vol komen mee en een zekere karakteristiek in de beelding van het dier izal den beschouwer niet ontgaan. Het is inderdaad iets anders dan een koe van Willem Maris of Poggenbeek, doch, wie, zelfs ons prentje, eens even rustig wil be kijken zal bemerken dat het hoofdzakelijke verschil niet zoo groot is als het lijkt en dat zoowel de oudere schilders als die van van daag, het wezen van het dier even goed be grepen hebben en de vertolking er van door den tijdgenoot waarschijnlijk nog boeiender is, doordat hij zich onafhankelijker heeft in gesteld zoowel tegenover zijn object, als te genover den lateren beschouwer. En daarin steekt, per slot van rekening, !het goede van ieder zoogenaamd modernisme. J. H. DE BOIS. men en beenen geconstateerd. Haar zuster had een zware hersenschudding wol.uew 1WCAU irou opgeloopen. Beide slachtoffers werden naar de Van wie nog niet door routine is Maria-Stichtmg te Haarlem overgebracht. De aangetast het staat daardoor nog open voor gemeentepolitie van Haarlemmerliede was ^vloeden en is bereid die op te nemen en te spoedig ter plaatse en maakte proces-verbaal verwerken, maar een schilder is hij en zijn op. Het politie-onderzoek is nog in vollen ejgen bewegelijkheid tegenover die invloeden gang. Zooals te begrijpen is ondervond het ver keer op dit zeer drukke uur eenige vertra ging, doch spoedig funcMnrmeprdó "Hes weer normaal. De toestand van beide meisje*, vooral zal hem er van weerhouden tot ledige echo van een ander te worden. Zijn genegenheid is uitgegaan naar de kunst van den eigen tijd, zelfs naar die welke van dien tijd de strafst uitgesproken voorloopster is geweest, In een omgeving waar traditie hooger wordt aange- het jongste, was hedenmorgen te 9 uur nog i slagen dan gedurfde padvinderij, vindt een ernstig. 1 Een halve eeuw geleden Uit Haarlems Dagblad van IftRa 7 September: De Belgische regeering heeft 250 f toegekend aan tien der redders va opvarenden der op 18 Januari 1887 i de Noordergronden bij Nieuwedien de lukte Belgische sloep Fernandus Reeds vroeger ontving de schipper reddingsboot, Th. Rijkers, naarW? ding dezer redding, de burgerlik1' daille 2de klasse. J e oog loopendg getoond heeft sinds h<> het najaar 1935 af in het ,Vah heeft gewerkt met houders. ®°c; dem, - zijn eigen standpunt te blijven innemen L - zijn breede opvattingen ook op n0iSt at bied maakten het hem mogelijk f ge' nrün' f O Tt.r, n "O nu.JUÏStf'ïl De liberale burgemeester schroomde :iin ewfifl st.anH.nimt. bo Viliiu/v, e SPOlt Maar t et. weg te vinden waarop Botterdam^'™'® fijt trekken van het tegenwoordig h»,iPt0' De voetbalsport had zeer in het hS? de sympathie van den heer Drooen® Fortuyn en bij tal van gelegenheden W?, op ondubbelzinnige wijze blijk van zilnvJ1' leven. c--- Toen in 1889 doe Nederlandsche Voetbal u werd opgericht, behoorde de heer vl.t tot de oprichters. Fortl® Hij maakte toen doel uit van de Roti damsche club „Concordia" die in den loon?* jaren echter ter ziele is gegaan. De jaren van het bestaan van den K N was mr. Droogleever Fortuyn commit van den bond, doch in 1891 werd hij se taris. Het volgend jaar werd hij tot vooS*. gekozen. w In 1893 legde hij deze functie neer en wp gens zijn groote verdiensten voor de voetbal sport werd hij benoemd tot eere-lid van den bond. Dit is hij steeds gebleven. In verband met het verscheiden van den burgemeester zijn verschillende feesthui heden afgelast. m' De geheele Rotterdamsche bevolking is dien getroffen door dit plotselinge heengaan dat een te tragischer karakter krijgt door' do schrille tegenstelling, dat het juist geschiedt terwijl de stad volop in feeststemming is Pieter Droogleever Fortuyn werd op 28 December 1868 te Rotterdam geboren. Hii bezocht het gymnasium aldaar en liet zich in 1887 als student inschrijven aan de univer siteit be Leiden waar hij in 1894 promoveerde tot doctor in de rechtswetenschappen, Hij vestigde zich als advocaat te 's Gravenhage waar hij in 1897 directeur werd van de N.v' de Stedelijke Hypotheekbank en waar hij tevens actief lid was van de liberale partij welker beginselen hij steeds was toegedaan! In 1912 werd hij gekozen tot lid van De;i Haagschen gemeenteraad wat hij tot zijn be noeming tot burgemeester van Rotterdam zou blijven. Reeds een jaar na zijn raadslid maatschap werd hij gekozen in het dagelij ksch bestuur der gemeente 's Gravenhage en van 1913 tot 1919 was hij wethouder van financiën, waarna hij van portefeuille wisselde en tot 1923 wethouder was van openbare werken en volkshuisvesting, waarbij hij zich vooral ver dienstelijk maakte door zijn organiseerende arbeid toen hij gedurende de oorlogsjaren be last was met de leiding van crisis- en distri- butiezaken In 1924 maakte hij voor verschillende doel einden een groote wereldreis waarbij hij o.a. Tndië, China, Japan, Amerika en Canada be zocht. Na zijn terugkomst werd hij in 1925 voor den Vrijheidsbond'gekozen tot lid van de Tweede Kamer waarvan hij deel bleef uit maken tot de verkiezingen van 1929. Zijn werkzaamheden waren ook buiten Ne derland niet onopgemerkt gebleven en zoo werd hij in 1925 o.a. aangezocht door den Volkenbond om zitting te nemen in de com missie tot onderzoek van de geschillen tus schen Griekenland en Bulgarije. In 1928 volgde zijn benoeming tot burge meester van Rotterdam. Als burgemeester van Rotterdam was hij cu rator der aldaar gevestigde Nederlandsche Handelshoogeschool en tevens was hij lid van den raad van defensie. In 193.2 werd hij voor de liberale staats partij den Vrijheidsbond gekozen tot lid van de Eerste Kamer. In hetzelfde jaar werd hij in de algemeene vergadering van Nederland sche gemeenten tot voorzitter van deze voor naamste organisatie van gemeentebesturen in Nederland gekozen. De begrafenis zal plaats hebben a.s. Zater dag om half twaalf op de algemeene be graafplaats te 's Gravenhage. Radio-uitzendingen overal ter wereld beluisterd. Telegrammen over programma's van den Nationalen Feestdag uit Oost en West ontvangen. Bij de directie van de P.H.O.H.I. zijn ver schillende telegrammen binnengekomen, wel ke alle melding maken van een uitstekende ontvangst der uitzendingen, die de Nederland sche kortegolfzenders ter gelegenheid van den nationalen feestdag te hooren hebben gege ven. Deze uitzendingen bestonden deels uit een aansluiting op het door de gezamenlijke Ne derlandsche omroepen samengestelde natio naal programma en ten deele uit een door de P.H.O.H.I. verzorgd programma. Overal ter wereld is op dezen hoogtijdag de „Stem uit het Moederland" met groot enthou siasme beluisterd. Zoowel in Oost- als m West-Indië waren op de pleinen luidsprekers aangebracht, waarvoor talloozen zich ver drongen om niets van de feestelijkheden m Nederland te missen. Voor de uitzending naar Oost- en West-Indië en Zuid-Afrika waren naast de P.H.O.H.I.-zenders tevens rijkskorte- golf zenders te Kootwijk bij geschakeld. De uitzending der P.H.O.H.I- en rijkszen ders voor de Nederlandsche overzeesche ge westen duurde onafgebroken van 9.00-lv.öü Ned. tijd, overeenkomende met 15.10-23.lu Midden Java tijd. Dit was, wat duur van uk- zendtijd betreft, een record in de radio-om* roepverbindlng tusschen het moederland on Nederland over zee. De speciale uitzendingen voor Zuid-AiriKa en West-Indië, welke bestonden uit een nor* haling van het programma op een voor deze gebieden beter geschikten tijd, vonden plM® van 19.00 tot 22.00 uur Ned. tijd voor Air» en van 01.20 tot 04.35 Ned. tijd voor C" en Suriname.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 6