Drie mannen en hun Noodlot
Tsjecho Slowaaksche cavalerie doorkruist een korenveld op weg naar
het grensgebied in het Sudetenland, waar de staat van beleg is afge
kondigd
Een aantal Poolsche vliegers, die deelnemen aan de door de „Warschau Aero
Club" georganiseerde rondvlucht boven Europa, arriveerde Donderdag op
Ypenburg, waar oud-minister Deckers en de Poolsche gezant, dr. Babinski, ter
begroeting aanwezig waren
Wat zullen de komende weken brengen? Gelaatsuitdrukking van een De Koning van Engeland bij zijn terugkeer te Londen in verband
der Tsjecho Slowaaksche cavaleristen bij den opmarsch der weermacht- me( den internaiiona(en ,oestand
afdeelingen naar het Sudetenduitsche grensgebied
Het bezoek van Neville Chamberlain aan Hitler. - De Engelsche premier na
aankomst per vliegtuig te München, waar hij door den Duitschen minister van
Buitenlandsche Zaken, Von Ribbentrop, verwelkomd werd
Het vertrek van Neville Chamberlain van het vliegveld Heston naar
München voor het onderhoud met Adolf Hitler te Berchtesgaden. De
Engelsche premier voor het toestel even voor den start
Leon Blum onder het vuur der foto
pers bij zijn aankomst op het mini
sterie van Oorlog te Parijs voor zijn
onderhoud met Daladier
FEUILLETON
Naar het Engesch
door
A. J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
7)
„Gaat u gerust heen al u dat wenscht",
zei hij vriendelijk. „Maar zoudt u me niet
eerst willen vertellen, waarom Ji'm
waaraan ik de eer van dit bezoek te dan
ken hebt?"
Hij meende, door deze woorden te kiezen,
haar het beste op haar gemak te zetten.
Daarop ging hij in de andere kamer en
schoof een diepen stoel bij de sofa.
„Kom nu", vervolgde hij op den zelfden
aanmoedigenden toon. „Ga zitten en vertel
me dan, waarover u mij wilde spreken".
Hij was overtuigd dat zijn optreden een
meesterstuk van tact was. maar het meisje
dacht er anders over. Ze keek tussehen de
opening der tusschendeuren naar hem barst
te toen eensklaps in een onbedaarlijk lachen
uit en het volgend oogenblik zat ze in den
aangeschoven stoel, waar hij naast stond.
Ze sloeg haar schitterende, opgewonden
oogen met een twinkeling van nieuwsgierig
heid in hun blauwe diepten naar hem op en
verklaarde toen, met een nerveus lachje:
„Ik wenschtte u heelemaal niet te spreken,
althans niet hier".
O'Malley's hart klopte aanmerkelijk hefti
ger dan de situatie vereischte, terwijl hij
naar de buitengewoon aantrekkelijke ver
schijning keek. De lichte verwarring en op
winding gaven aan haar schoonheid een
charme temeer.
„Dus u bent de bezoekster, waarvan miss
Hippy mij vertelde", verbrak hij de stilte, die
na haar laatste woorden even gevallen was
en vroolijk vervolgde hij
„Nu dan, waarover had u mij beneden willen
spreken?"
„Ja, ik was zoo vrij bij miss Hippy naar
u te vragen. Wat een naam overigens", liet
ze er op volgen en lachte weer.
„Ik hoop, dat u niet beleedigd zult zijn",
begon OMalley ineens, „als ik u zeg, dat u
het wonderbaarlijkste meisje bent, dat ik ooit
heb ontmeot. Om na wat u vanavond weder
varen is, nog zooveel gevoel voor humor te
toonen dat is eenvoudig verbijsterend! Ik
sta verstomd over u, weet u dat wel?"
Weer proestte ze het uit.
„Nu, ik zou zeggen, dat het u ook niet aan
humor ontbreekt!", riep ze uit. „U bent op
het oogenblik ten minste heel amusant. We
zijn quitte hoor!"
Toen fronste ze de wenkbrauwen.
„Nu u toch mijn revolver hebt", verzocht
ze, „zoudt u mij niet willen vertellen, waarom
u den brief wegnam, die in mijn tasch zat?"
„Dat gebeurde puur bij toeval", legde hij
uit. „Toen u flauw viel, had ik juist uw tasch
opgeraapt en tegelijk den brief, die er uit
gevallen was. Om u te kunnen vastgrijpen
stopte ik gauw de brief in mijn zak, maar
later toen ik u uw tasch teruggaf, heb ik
den brief glad vergeten, totdat ik, nadat u
weg was
„U hebt hem toch nog", viel ze hem gretig
in de rede.
O'Malley haalde hem uit zijn binnenzak,
waarin hij hem geborgen had toen hij Long
Island had opgebeld en gaf hem haar.
Ze pakte hem haastig aan, draaide hem om
en zag nog net den ietwat-spotteden glim
lach om O'Malley's mond.
„Vergeef me", zei ze verlegen „Natuur
lijk hebt u hem niet opengemaakt. Nu be
grijp ik dat heel goed, maar eerst dacht
ik..."
„Ja?", drong hij aan. „Wat dacht u eerst
van me? Dat is precies wat ik graag wou
weten, want ik kan me eenvoudig niet voor
stellen hoe u er toe kwam een revolver mee te
brengen en me daarmee te bedreigen!"
Met vriendelijke openhartigheid gaf ze de
explicatie.
„Ik wist natuurlijk niets van iu af. In het
restaurant zat u eh telkens naar mij te
kijken en daarna dook u onverwachts op,
terwijl die verschrikkelijke man me beet
pakte. Dat bracht me op de gedachte dat
het u er misschien ook om te doen was om mij
dien brief te ontfutselen. Ik weet wel niet
wat er in staat, maar hij moet buitengewoon
belangrijk zijn. En ik was er van overtuigd
dat u hm had, daarom ben ik hier gekomen.
„Dus de brief is niet van u? Ik bedoel,
u hebt hem niet geschreven?"
„O neen! Ward Barret is mijn half broer.
De brief werd vanochtend voor hem gebracht
en kwam per' abuis tussehen mijn brieven te
recht. Toen ik uit het restaurant kwam vond
ik hem, en daar ik dacht dat het iets van
belang kon zijn, ging ik hem naar zijn kan
toor brengen, want ik wist dat hij laat zou
zijn. Ik belde hem niet op, omdat ik mij een
beetje schuldig voelde en wist dat hij zou
zeggen dat ik mij geen moeite hoefde te geven
Toen ik
Het meisje hield op en er trok een schaduw
over haar gezichtje.
„Ik heb er de brief niet achtergelaten",
ging ze aarzelend voort, „maar ontdekte toch
dat hij van groot gewicht was Dus, toen ik
hem miste, stond het onmiddellijk bij mij vast
dat ik niets onbeproefd mocht laten om hem
terug te krijgen".
„En ik heb mij afgevraagd of u zich mijn
naam en adres nog wel zou herinneren!",
riep O'Malley uit.
Het meisje sloeg de oogen neer.
„Ja", zei ze effen, „ik miste den brief vrij
wel direct".
Toen, hem even aankijkend, vervolgde het
meisje onbevangen:
„Mr. O'Malley, u bent bij twee gelegen
heden vanavond heel vriendelijk voor mij
geweest en ik vraag u excuus dat ik u er
ook maar een oogenblik van verdacht heb
den brief met opzet te hebben weggenomen.
En ik ga nog verder en vraag opnieuw uw
hulp, want nu u hem mij teruggegeven hebt,
ben ik haast bang om hem mee te ne
men".
„Waarom?", wilde hij weten. „Denkt u dat
u hierheen óók weer gevolgd bent?"
„Daar ben ik vrijwel zeker van. Ziet u,
toen ik thuis kwam en Ward nog maar niet
verscheen, legde ik een briefje voor hem neer,
waarin ik hem meedeelde dat ik hierheen
ging: Ik ging de deur uit, riep een taxi aan,
maar merkte al gauw, dat een andere auto
de mijne volgde. Hier beneden in de portiek
bleef ik kijken, tot die tweede voorbij was
en zag dat hij even verder bleef stilstaan.
Een man stapte uit en wandelde langs het
huis terug. Toen deed miss Hippy open en
kon ik niets meer zien".
„Maar die brief moet
Het schrille luiden van de telefoonbei deed
hen beiden opschrikken. OMalley excuseer
de zich en luisterde.
„Met mr. Terrance O' Malley?" hoorde hij
een mannenstem krachtig en gedecideerd.
Hij antwoordde bevestigend.
„Is u alleen?", klonk de volgende vraag en
op zijn ontkennend wederwoord:
„Pardon, is er dan misschien een jonge
dame bij u?"
„Dat is, wat men noemt, een gewetens
vraag", lachte O' Malley.
„Mag ik eerst weten met wie ik spreek?"
„Mijn naam is Ward Barret".
„Ja, uw zuster is hier", bevestigde OMalley
met een glimlach naar het meisje. „Wilt u
haar spreken?"
„Graag".
Terwijl hij het meisje den hoorn over
reikte, stelde O'Malley bij zichzelf vast dat
Barrets stem klonk als van iemand die ge
woon is te bevelen en gehoorzaamd te wor
den.
Hoewel hij trachtte niet te luisteren, kon
hij er niets aan doen dat hij hoorde wat het
meisje zei, meest haastig-bevestigende ant
woorden. Maar weldra verviel ze in een korte
beschrijving van haar bezoek aan O'Malley
en wat daar aan vooraf was gegaan. Hij
had zich discreet in de aangrenzende kamer
teruggetrokken, maar het duurde niet lang
of ze riep hem.
„M'n broer wou u even hebben".
Hij nam den hoorn op en begon vragend:
„Hallo, mr. Barret!"
Nu klonk de mannenstem heel anders -
aangenaam en voorkomend.
„Hallo mr. O'Malley ik maak van de
gelegenheid gebruik om u vast te danken
voor de hulp aan mijn zuster en voorde
hoffelijke wijze waarop u haar behandeld
hebt, onder, naar ik hoor, zeer bijzondere om
standigheden. En nu wilde ik u nog een gunst
vragen. Zou u dien brief alstublieft bij u
thuis willen houden en zoo goed willen zijn
mijn zuster hierheen te brengen? Laat ze
vooral dien brief niet meenemen! Ik zou
haar wel komen halen, maar ik kan onmo
gelijk weg op het oogenblik. Wilt u nee
doen?"
„Met alle genoegen", verzekerde OMauey.
„En zal ik misschien morgenmiddag of Don*
derdagochtend den brief- bij u op kantoor
komen brengen?"
(Wordt vervolgd).