en hun Noodlot MANOEUVRES IN DE BETUWE. Charme op de groote Fransche natio nale dahlia-tentoonstelling, welke te Parijs geopend is Generaal Neditch, de nieuwe minister van Oorlog en chef van den generalen staf van het Yugoslavische leger Een bewaakte onbewaakte overweg in de spoorlijn Nijmegen Amersfoort tijdens de manoeuvres van de Lichte Brigade De Vereeniging voor Waterleidingbelangen heeft te Maastricht haar 64ste jaarvergadering gehouden. Eenige deelnemers op den watertoren te Schimmert FEUILLETON Naar het Engesch door A. J. HUISMAN, jjj (Nadruk verboden). JkJ°nge Ier mocht romantisch zijn aan- L' 3,'eea dwaas was hij allerminst. Hij was saan ^?e,Z€ldzame mannen, die niet uit- da Hof!?* t e te zoeken, maar wachten tot onhonn ^em komt. Misschien volgde hij Gpva»? e^n bePaald ideaal onder de vrouwen jv 3~en kad bij dat echter toch nog niet. waron bij tot nu had leeren kennen flinno« nooit meer dan goede vrien den geweest. faJv* ^,voel(ie hij zich in verwarring ge en daV meisje dat bij had bijgestaan en non? Z1in kamers was binnengedrongen taxi if ?e lP€n bad na den aanslag in de en p'r n.aar bet scheen vertrouwd had hü v °?arna Pet op gesteld was geweest dat n van €-n bezoek bracht, had bezit geno- amr!pZ1Jn seest. in zijn verbeelding rees ,n"J meisjesgezicht met die wonder- en zachte oogen zoo duidelijk Hivp hiTv1^ bem op, alsof ze in levende ie ?eTOaoiü!L^s' En bet gaf hem een vreem waarin verrukking en pijn OH/ïTi Waren- ey scbrok van den loop die zijn ge- oanrio^nanien .en gin» rechtop zitten. Een «est njL^^bief in zijn onafhankelijken HsvonrH+Cv de bem dit beeld te verja- óaaitp v m Sevangen nam en tot slaaf snelle wending van zijn aandacht bracht Louise Chester en haar vader bin nen zijn geestelijken gezichtskring, doch bijna zonder dat hij het wist, zwaaide de slinger in zijn hersens terug en dook het andere beeld weer op. En toen de conducteur zijn station afriep, zat de jonge Ier verloren in diep dag- droomen, waarin het aantrekkelijke gezicht van Claudia Hunt hem over bergen en dalen voerde naar een ver-verwijderden horizon van stralende heerlijkheid. OMalley was nog lichtelijk beduusd toen hij op het perron stond, daarheen gedreven door een eenigszins ironischen conducteur, juist toen de trein op het punt stond weer te vertrekken. Maar toen hij zag hoe Louise Chester met een bleek, vertrokken gelaat, hem wenkte, gleden zijn eigen aangelegen heden naar den achtergrond van zijn bewust zijn. „Louise", zei hij vriendelijk, terwijl hij haar hand nam, „is er iets nieuws? Is er iets gebeurd?" Louise Chester schudde het hoofd. „Hier is de auto, Terry. Stap in, dan rijden we direct terug", drong ze aan, hem meene mend over het perron. „Ik ben vreeselijk on gerust over vader. Ik wil hem niet langer allen laten dan noodig is, tot tante kamt. Ik verwacht haar vanmiddag". Ze waren bij de auto, een open wagen en O'Malley, haar blik op den chauffeur opvan gend, hield zijn vragen in, tot ze alleen zou den zijn. Gedurende den rit bedankte ze hem voor zijn komst en verviel toen in stilzwij gen. O'Malley staarde naar het landschap tot de auto de oprijlaan indraaide en voor de hooge voordeur van haar vaders huis stil hield. Chester was er niet om hem te begroeten, toen ze binnentraden. Louise excuseerde zich en liet O'Malley enkele minuten alleen. Kort daarop kwam ze weer bij hem, kennelijk op gelucht. Als bij onderlinge afspraak slenter den ze den tuin in en zoo gauw ze buiten gehoorsafstand van het huis waren, nam Louise zijn arm en kwam dichter bij hem. „Terry", begon ze, „dit is een vreeselijke ge schiedenis. Je moet het mij niet kwalijk nemen dat ik je vroeg om te komen en het mij vergeven als ik genoodzaakt ben een beetje ongastvrij te zijn. Ik weet haast niet tot wien ik me wenden moet. Ik heb iemand noodig om me kracht en moed te geven. Daar om drong ik er zoo op aan dat jij komen zou. Mijn vader is zoo ongeveer buiten zichzelf. Zie je, hij had zoowat honderddertigduizend dollars in die kleine brandkast. Hij heeft en kele erg speculatieve fondsen en hij had dat geld noodig voor dekking of iets van dien aard. Nu hij het kwijt is, al zou het zelfs maar tijdelijk zijn, is hij bijna krankzinnig van op winding en zenuwachtigheid. Hij zegt dat hij geruïneerd is, Terry!" „Lieve deugd, Louise, zoo erg kan het toch niet zijn! Weet je het zeker? Hij moet toch middelen hebben om het hoofd boven water te houden tot dat geld terug is. Hoe zit het met Schenk?" Louise schudde bedroefd het hoofd, haar gezicht angstig en verdrietig. „Ik heb van die dingen niet veel verstand", zei ze, „maar hij schijnt van meening te zijn, dat de toestand wanhopig is. Ik weet niet Ze keerde zich om, om den roep van een vrouwenstem uit het huis te beantwoorden. Toen drukte ze zijn arm. „Ik moet gaan, Terry. Vergeef me. En luis ter. Ik zou graag willen dat je bleef lunchen. Mijn tante komt met de trein van twee uur. Als ze er is, rijdt ik haar naar de stad om een boodschap voor mijn vader te doen. Ik zou het prettig vinden als je met me naar de stad terugreed, dan kan ik je vertellen wat er te vertellen is. Nu gaat het slecht. Maar het feit alleen dat je hier bent, helpt me meer dan je weet. O ja, er is hier 'n de tective, die met je wilde praten. Ik heb hem gezegd dat je vandaag over zou komen en hij wacht op je in de bibliotheek. Ga naar hem toe en vertel hem alles wat je weet. Met een glimlach tot afscheid, onbewust pathetisch in haar poging om dapper te zijn, liet ze hem alleen en haastte zich naar het huis. O'Malley vond een detective van het New Yorksche hoofdbureau in de bibliotheek heen en weer loopen. Hij stelde z-ich voor en vertelde den politieman alles wat hij van den inbraak Zondagnacht wist. Toen hij ermee klaar was, knikte de detective en bedankte hem. „Bent u zelf al tot eenige gevolgtrekking gekomen, mr. O'Malley?", vroeg hij eens klaps O'Malley dacht even na. „Tot niets positiefs", gaf hij ten antwoord, „en buitendien zou ik liever niets zeggen". De man grinnikte. „U denkt dat het licht dat u zag en die geluiden misschien het gevolg van uw eigen doen en laten waren, toen u tegen dien stoel in de hall opbotste?", vroeg hij. O'Malley schudde het hoofd, eveneens met een grijnslach. „En u zag niemand beneden in de gang, toen u de trap afkwam hè?", vervolgde de politiebeambte. „Niets gezien en niets gehoord", was het bescheid. „Mooi, dank u zeer mijnheer". Toen de gong luidde voor de lunch, kwam Louise naar de bibliotheek, waar OMalley zich geïnstalleerd had. De detective was ver dwenen en ze zag hoe haar gast de afmetingen van het vertrek bestudeerde; hij liep, verdiept in zijn waarnemingen, den afstand van de hall tot de brandkast naar het venster. Hij had iedere bijzonderheid van de inbraak van Zondagnacht, voor zoover hij daarvan ge tuige was geweest, goed in zijn geheugen ge grift en zijn levendige herinnering en in tuïtie hadden tot een ontstellende conclusie geleid. Even voor hij dien nacht de bibliotheek bin-1 nenging, had hij een gefluister gehoord. Het was van den anderen kant der bibliotheek deur gekomen, binnen enkele seconden ge volgd door een slag en een awaren val. Deze hadden meer van veraf geklonken, bijna van het einde van het vertrek, dus van ergens tus- schen de brandkast en het venstereen afstand van een meter of negen. Zeker was het lichtschijnsel uit die richting gekomen. Toen, bijna zonder een seconde tusschen- poos, was hij de bibliotheek binnengestormd om tegen Schenk op te botsen, geen halve meter van de deur af! De conclusie lag voor de hand. Iemand had een harde klap of stoot gegeven. Aan het eind van de bibliotheek was iemand neergevallen. Dat wilde dus zeggen dat er drie personen in het vertrek waren geweest, toen hij bin nenkwam en niet twee. Vermoedelijk waren tie andere twee allebei mannen geweest en wa ren zij door de openslaande deur gevlucht, terwijl hij met Schenk worstelde. En het was Schenk, van wien dat onverstaanbaar gefluis ter afkomstig was geweest. OMalley was overtuigd dat hij voldoende bewijs had om Schenk te verdenken meer van de gebeurtenissen van dien nacht te weten dan hij had verteld. De aanvechting om zijn ontdekking aan Louise mee te deelen werd hem haast te machtig. Haar bezorgd, verdrie tig gezicht toen ze binnenkwam, hield hem hiervan terug. Chester voelde zich niet in staat zijn kamer te verlaten, zoodat Louise en O'Malley alleen waren bij de lunch. Maar door de aanwezig heid van bedienden waren ze gedwongen zich tot een oppervlakkige conversatie te be perken en de inbraak angstvallig buiten hun "gesprek te houden. (Wordt vervolgd). Meer dan honderdduizend personen hebben ie Budapest be toogd voor aansluiting der Hongaarsche minderheid in Tsjecho Slowakije bij Hongarije. Portretten van Mussolini, Hitler en Horthy werden door de betoogers meegedragen Melkemmers zijn voor vele doeleinden te gebruiken tijdens de manoeuvres, welke de Lichte Brigade in Gelder land houdt Yoor het station van Godesberg waait de iche vlag uit referentie voor Chamberlain diens besprekingen met Hitier Engel- Snelvuurgeschut in actie tijdens tijdens manoeuvres van de Lichte Brigade, welke deze week in Gelderland gehouden worden De nog in ons land vertoevende Indische vorsten brachten Donderdag met hun gevolg een bezoek aan de Philips-fabrieken te Eindhoven. Tijdens den rondgang. Rechts dr. A. F. Philips

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 7