Drie mannen en hun Noodlot INKWARTIERING TE DEN BOSCH. De wedstrijd in het mastklimmen te Den Helder bij de feesten ter her denking van het veertigjarig jubileum van Hr, Ms. „Gelderland" Vlaggenparade aan boord van Hr. Ms. „Gelderland" te Den Helder bij de herdenking van het veertigjarig jubileum van dezen oorlogsbodem Door den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm te Rijswijk zijn eenige schuilloopgraven vervaardigd, welke voor burgers, die een derge- lijken loopgraaf in eigen tuin willen graven, als model zullen kun nen dienen Op verschillende plaatsen van de Engelsche hoofdstad is het luchtafweer geschut in stelling gebracht ter bescherming van Londen tegen mogelijke aanvallen uit de lucht Generaal Syrovy, de nieuwe minister-president van Tsjecho Slowakije, bij de inspectie der troepen te Praag na zijn offi- cieele ambtsaanvaarding Te 's Hertogenbosch is Woensdag een aantal militairen aan gekomen, die in de veemarkthallen en veilinglo.odsen zijn ingekwartierd Wachtend op hun vertrek uit Praag, vluchtend hst'St^lpnn^kipH voor het oorlogsgevaar. Dagelijksche tafreeltjes in l- npvprht mPt e>pn T^iprhï da Tsjechische hoofdstad en vernield werden. Negen personen vonden den dood Met man en macht wordt het graven van schuilplaatsen in de parken en tuinen van Londen en de voorsteden voortgezet FEUILLETON 18) Naar het Engesch door A. J. HUISMAN. (Nadruk verboden). „Mr. O'Malley", zei hij daarop, met een haast-onmerkbare zweem van ironie in zijn stem, „ik ben u buitengewoon erkentelijk voor uw vriendelijkheid om mij den brief te komen brengen. Zooals ik wel dacht, was hij voor anderen van meer gewicht dan voor mij. Maar ik ben toch blij dat ik gelegenheid heb gehad hem te lezen. Overigens ben ik u veel dankbaarder voor den moed waarmee u mijn zuster gisteravond te hulp bent gekomen en voor de nog veel zeldzamer eigenschap van ridderlijkheid die u getoond hebt, toen u haar betrapte bij haar, door overdreven ijver ingegeven en volkomen misplaatste po ging, om zich in uw appartementen van den brief meester te maken". „Praat u er alstublieft verder niet over, mr. Barrett", verzocht O'Malley, zichtbaar niet op zijn gemak. „Werkelijk, zooals ik me in die taxi heb gehouden, lijkt eenvoudig op niets. Ik heb me gewoon laten overrompelen. Alles bij elkaar genomen, deed ik minder voor miss Hunt, dan ieder andere man zou hebben gedaan. Maar van dien brief kan ik werkelijk geen hoogte krijgen Een soort bevroren trek die over Barrett's gezicht kroop deed hem midden in den zin ophouden. „Neemt u mij niet kwalijk, mr. O'Malley", viel hij in, „maar die brief zou u werkelijk niet interesseeren. In tegendeel, zou ik zeg gen. Het spijt me dat u het noodig hebt ge acht hem te lezen. Maar het komt me voor dat u er niet veel van hebt kunnen maken". Zijn oógen waren monsterend op O'Malley gevestigd. Maar als hij verwacht had op diens gelaat iets van verborgen triomf te ontdekken kwam hij bedrogen uit. En hij vervolgde: „Als ik zoo vrij mag zijn u van advies te dienen in een aangelegenheid, waarvan ik de draagwijdte beter kan beoordeelen dan u, zou ik u aanraden de heele zaak zoo spoe dig mogelijk te verfgeten. Dat is heusch het beste voor alle betrokken partijen". Een zoo duidelijke bedreiging kon geen an dere uitwerking hebben dan O'Malley's diep geworteld gevoel van onafhankelijkheid tot verzet prikkelen. Zijn mond trok in een vast besloten lijn. Hij zei geen woord. Barrett keek hem een oogenblik uitvorschend aan. Toen brak de strakheid van zijn gelaatsuitdrukking in een begrijpenden glimlach. „Het is absoluut niet mijn bedoeling u uit eigenbelang er toe te brengen u niet verder met de zaak bezig te houden, mr. O'Malley" legde hij voorkomend uit, „en evenmin om u den mond te snoeren. Wat ik u zeg is de simpele waarheid; het is heusch beter voor u deze geschiedenis te vergeten". Zijn toon veranderde abrupt. „En nu, mr. O'Malley", ging hij voort, zon der ook maar even te wachten en den indruk te zien, dien zijn woorden hadden gemaakt, „ik heb het heel druk en neem aan dat u mij zult willen excuseeren. Ik hoop binnen kort het genoegen te hebben u bij ons thuis te zien en dan gelegenheid te vinden u meer op mijn gemak te danken. Mijn zuster wil u ook graag haar erkentelijkheid betuigen Maar ondertusschen ik ben overtuigd dat u mij zult begrijpen. Overigens nog wel be dankt voor het brengen van den brief". Er zat voor O'Malley niets anders op dan op te staan. Hij wist eigenlijk niet goed wat hij doen moest. Het onderhoud mocht inte ressant zijn geweest, bevredigend was het niet. Hij was niets gewaar geworden, behalve het feit dat de brief in geheimschrift was. Maar van één ding was hij zeker. Barrett had hem gewantrouwd en was het nog niet heelemaal met zichzelf eens wat hem be trof. Barrett drukte op een bel op zijn schrijf tafel. O'Malley stak zijn gastheer de hand toe en volgde den bediende, die binnenkwam om hem uit te laten. Bij de deur keerde hij zich om. „Adieu, mr. Barrett", zei hij. „Het was me heel aangenaam u ontmoet te hebben. Als ik me niet vergis hebben we gemeenschap pelijke kennissen. En met het oog daarop en in verband met onze gemeenschappelijke in teresse voor den brief, lijkt het me gewenscht de kennismaking voort te zetten". Hij lette scherp op hoe Barrett op dit af scheid reageerde. Maar diens buiging en glimlach leken eerder geamuseerd dan dat zij schrik of verrassing verrieden. O'Malley ver liet het privé-kantoor, geërgerd, van zijn stuk gebracht. Hij moest zich wel hard vergissen, als Ward Barrett niet zou blijken een sterke tegen partij te zijn. HOOFDSTUK IX. Het eerste slachtoffer. Terwijl O'Malley in de lift omlaag daalde, merkte hij op dat de meeste kantoren in het gebouw reeds gesloten waren. Zijn horloge vertelde hem dat het bijna zes uur was en de mogelijkheid kwam bij hem op dat Barrett anger dan gewoonlijk op kantoor was geble ven voor het geval dat hij met den brief zou verschijnen. Maar zeker wist hij dat natuur lijk niet en met een geprikkelde gewaarwor ding van gefaald te hebben verliet hij het gebouw en begaf zich Oostwaarts naar Fifth Avennue. Hij was niet bijzonder op zijn hoede terwijl hij voortwandelde, want hij was over tuigd dat het gevaar voor hem zelf ten minste voorbij was, nu de brief aan Ward Barrett bezorgd was. Barrett had een sterken indruk op hem gemaakt. Hij was zonder twijfel een zeer in nemende persoonlijkheid; hij boezemde ver trouwen en sympathie in. Er school groote doelbewustheid en zelfbeheersching achter zijn bezadigde resrve. En toch Louise Chester had hem verteld dat er verscheidene jaren geleden een groot onrecht jegens Barrets vader begaan was. Ze had ge zinspeeld op wraak voor dit onercht als mo tief voor den diefstal. De man, dien O'Malley zooeven gesproken had, kon natuurlijk ach ter het masker van een rustig en aantrekke lijk voorkomen, wraakzucht verbergen. Maal ais dit zoo mocht zijn, dan was O'Malley zeker dat hij de geslepenheid en de zelfbe heersching bezat om jaren te wachten en dan op het kritieke moment toe te slaan. O'Malley trachtte zich zijn eigen vader, nu sedert vele jaren overleden, voor te stellen, geruïneerd en het slachtoffer van verraad en ten gevolge van angst en ellende door een hartverlamming getroffen, door toedoen van een man als Chester. En hij voelde hoe een dergelijke wetenschap een vernietigenden gloed van woede en haat in zijn eigen hart zou hebben doen oplaaien. Niet gerechtvaar digd misschien, maar wel heel menschelijk, zulk een motief. Het gezicht van Claudia Hunt verrees voor zijn geest, het bracht den loop van zijn ge dachten in verwarring en deed zijn polsen feller kloppen. Een gezicht van imponeeren- de schoonheid was het. met de fijne trekken en de blanke, zachte huid, en meer nog, met de bevallige waardigheid en bekoorlijke vrou welijkheid, die haar van duizend anderen scheidde. Toch had ze voor haar broer ge vochten. En tijdens hun kort telefoongesprek was het niet moeilijk geweest vast te stellen dat ze op den besten voet waren, zij en Barrett. O'Malley naderde nu het park en het stille restaurant, waar hij het meisje het eerst had gezien. Hij vroeg zich af of ze er vanavond misschien weer zou zijn. En hij merkte opeens dat hij honger had. Alle problemen van zich af zettend, tratt hij binnen en liep naar de eetzaal. Natuurlij* was ze er niet. De kans om haar te ont moeten was die van één op een miluoen, zei zijn nuchter verstand hem. Hij dineerde langzaam en treuzelde over zijn koffie. Het werd buiten donker, ue kellner bleef bij hem in de buurt, verbaast En nog wachtte hij hoopvol tegen beter weten Maar toen het tenslotte acht uur was ge worden, betaalde hij zijn maaltijd en S naar huis, onuitsprekelijk teleurges1telQ- Miss Hippy kwam hem al in de hall teg - moet, toen ze de voordeur hoorde di slaan. tv „O mr. O'Malley!" begroette ze nenwj dacht al dat u het was. Er is een teteo voor u. Ik heb het in uw kamer gelegd, omaa ik dacht dat u misschien laat zou zijn e in de hall niet zou opmerken". „Dank u, miss Hippy. Wanneer is net D komen?" „Ongeveer een uur geleden". j. Met een angstig voorgevoel haastte ny naar boven, vond het telegram op zijn s tafel en scheurde het met zenuwachtig gers open. „Vader overleden. Kiun je over komen? Louise". (Wordt vervolg-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 10