Wijziging van handelsregister
gewenscht?
Mr. P. J. OUD
De wilde Zwanen
Moeilijkheden met de grens van f2000.-
BURGEMEESTER
iRattetdam
Het officieel orgaan van den Nederlandschen
Kruidenicrsbond bevatte kort geleden een arti
kel van de hand van den heer P. v. d. Linde,
voorzitter van de landelijke organisatie van
kruideniers, die, naar aanleiding van het tijde
lijk vestigingsverbod voor kruideniers, de vraag
stelt, of een afdoende naleving der Vestigings
wet mogelijk is, zonder dat alle bedrijven in
het Handelsregister zijn ingeschreven.
De auteur wijst er op, dat deze inschrijving
noodig is, omdat zich een grenzelooze uitbrei
ding van artikelen openbaart in branches, waar
in deze voorheen niet werden verkocht. De
banketbakker vult zijn artikelenreeks aan met
wijn en advocaat, de slager met conserven, sar
dines in blik enz., de melkverkooper met alle
mogelijke kruidenierswaren, de groentehande
laar weder met andere artikelen en zoo gaat
het verder. Hoe kan men op een dergelijke uit
breiding controle uitoefenen?
Bij een aantal van circa 150.000 winkeliers in
Nederland ziet de heer v. d. Linde hiertoe geen
kans, tenzij men op korten termijn de Handels
registerwet zou wijzigen. De Vestigingswet
Kleinbedrijf zou het noodzakelijk maken, „dat
alle bedrijven worden geregistreerd". Terecht
wordt in deze beschouwing opgemerkt, dat het
vraagstuk van de uitbreiding van het Handels
register reeds eerder aan de orde is gesteld. De
oud-secretaris der Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Rotterdam, Mr. Dr. H. J. D. van
Lier en schrijver dezes hebben dit inderdaad
gedaan. Dat nog geen wijziging tot stand is ge
komen zou volgens den heer v. d. L. een gevolg
zijn van het feit, dat de Kamers van Koophan
del vreesden, dat de „standing" in gevaar zou
komen, „wanneer door de inschrijving ook de
allerkleinste kiezer zou worden". Bij deze ziens
wijze kan de schrijver zich niet aansluiten. In
onzen „democratischen tijd" mag dit geen mo
tief zijn, „bovendien is deze gedachte sterk
overdreven". Terloops merkt de heer v. d. L.
op. dat men de werkelijkheid dicht zal bena
deren, indien men aanneemt, dat bij het le-
vensmiddelenbedrijf 60 procent van de kruide
niers in ons land niet in het Handelsregister is
ingeschreven, waarna hij opmerkt, dat de maat
staf van 2000 gulden inkomen per jaar „nog
geen zckerheidsstelling voor de standing van
een bepaald college is".
Daarbij wenscht de schrijver nog maar bui
ten beschouwing te laten het feit, dat de win
kelier in Amsterdam of Rotterdam bij een jaar
inkomen van 2000 gulden e,n sober bestaan
leidt, terwijl op vele andere plaatsen de be
trokkene met een dergelijk inkomen tot den
gegoeden middenstand gerekend moet worden.
Raadpleegt men het prae-advies van Mr. Dr.
H. J. D. v. Lier, uitgebracht ter gelegenheid
van het congres van den Koninklijken Neder
landschen Middenstandbond, gehouden in de
eerste week van Juli 1933 te Vlissingen, dan
wijst deze bekwame prae-adviseur er op, dat
er een aantal uitzonderingen bestaan op de
verplichting tot inschrijving in het Handels
register. Men make daarbij wel onderscheid
tusschen de uitzonderingen, die de verplichting
tot inschrijving ter zijde stellen voor bepaalde
zaken, behoorende tot groepen, waarvoor die
verplichting op zichzelf wel bestaat en de uit
zonderingen, die bepaalde groepen van han
delszaken in haar geheel uitsluiten. Tot eerst
bedoelde uitzonderingen behooren naast die,
welke verband houden met den aanslag in de
Inkomstenbelasting en het aantal personeel, de
uitzonderingen van de zaken, die toebehooren
aan minderjarigen en aan publiekrechtelijke
lichamen. De tweede groep uitzonderingen om
vat de straatventers, land- en tuinbouwers en
visschers. Uit de beschouwing van den heer v.
d. Linde volgt m.i. niet, of hij deze groepen
ook zou willen betrekken onder den inschrij
vingsplicht. Vermoedelijk zal dat wel niet het
geval zijn en gaat diens bezwaar alleen uit
naar die groepen, waarvoor in het algemeen de
verplichting tot inschrijving wel bestaat, doch
in speciale gevallen niet. Daarbij komt nog,
dat land- en tuinbouwers, en misschien ook de
visschers, eerder thuis zouden hooren in een
Landbouw- dan in een Handelsregister, over
welks instelling mijn zienswijze te vinden is
in mijn dissertatie, getiteld: Officieele vertegen
woordiging van landbouw, nijverheid en han
del. Kortheidshalve laat ik dat oordeel hier on
besproken en bepaal mij dus tot de andere
groepen, ten aanzien waarvan het dualistisch
karakter van het Handelsregister duidelijk tot
uiting komt. Een bevredigende regeling klemt
het sterkst voor de uitzonderingen voor kleine
handelslieden en ambachtslieden, omdat deze
de meeste schuld hebben aan de onvolledigheid
van het Handelsregister.
Voor deze groepen interesseert de heer v. d.
Linde zich ongetwijfeld het meeste. Deze uit
zonderingen vormen aldus de heer v. Lier
een lacune. Daardoor heeft men het belang van
het Handelsregister als instelling ter bevorde
ring van de rechtszekerheid en ter bevordering
der handelsbetrekkingen ten offer eebracht. Het
ware intusschen onjuist de keerzijde der me
daille niet te willen toonen. De financieele
puzzle vraagt om een oplossing. Door meerderen
is in verband daarmede in den loop der jaren
voorgesteld de eerste inschrijvingskosten en de
jaarlijksche bijdrage voor die groepen lager te
stellen dan de bijdragen, zooals die thans gel
den voor de laagst-geklasseerden. Men zou
daarnaast nog de veel omstreden inkomens
grens kunnen wijzigen en langs die wegen de
financieele consequenties aanvaardbaar kun
nen maken.
Bij de behandeling van dit onderwerp zijn er
een aantal punten, waaraan in het algemeen
geen of te weinig aandacht wordt besteed. Op
enkele zou ik in het kort nader willen ingaan.
Teneinde het verwijt bij voorbaat te ontgaan,
dat ik mij niet zou willen uitspreken over het
al of niet in strijd komen met de standing der
Haarlemsche Kamer van Koophandel en Fa
brieken, indien de allerkleinsten kiezers zouden
worden, stel ik er prijs op te verklaren, dat het
vraagstuk van de uitbreiding der ingeschreve
nen in het handelsregister in deze Kamer van
Koophandel nooit officieel aan de orde is ge
steld. Intusschen ben ik het er volmondig mede
eens, dat men tot deze uitbreiding van het aan
tal ingeschrevenen behoort over te gaan, indien
de belangen van industrie en handel zulks wen-
schelijk maken. Een groote moeilijkheid schuilt
intusschen in de zoo veel en dikwijls terecht
gecritiseerde grens van twee duizend gulden
bakening, waardoor het inkomen van 2001 gul
den tot andere gevolgen leidt dan dat van 1999
gulden, blijft bestaan, indien men de twee dui
zend gulden zou gaan verlagen, een maatregel
die door velen wordt aanbevolen. Het groote
bezwaar schuilt dan ook in het vaststellen van
een inkomensgrens als zoodanig en niet in de
eerste plaats tegen het bedrag. Elke grens heeft
bij voorbaat de neiging tot het scheppen van
onbillijkheden. Daarbij komt nog, dat twee dui
zend gulden in de eene stad een geheel andere
Jaeteekenis heeft dan in de andere en op het
platteland een andere waarde vertegenwoordigt
dan elders.
In dat licht beschouwd is iedere wijziging
dezer grens van geen belang, omdat het boven
geschetste verschil niet wordt opgeheven.
Uitbreiding van het aantal ingeschrevenen
zal de diensten van de handelsregisters uitbrei
den met alles daarmede nu eenmaal gepaard
gaande, maar moeilijkheden van eenig belang
zijn daaraan feitelijk niet verbonden.
Intusschen mag niet uit het oog verloren wor
den, dat de voorstandei's dezer uitbreiding hun
eigen positie zeer hebben versterkt door de
Vestigingswet Kleinbedrijf. Een geheel nieuw
element is daardoor ingeschakeld. Het is dan
ook volkomen begrijpelijk, dat men thans uit
den kring, waar men in de practijk met deze
wettelijke voorziening te maken heeft gekre
gen, het probleem van den inschrijvingsplicht
in de handelsregisters weder aan de orde stelt.
Wie op de hoogte is van de practijk der tijde
lijke vestigingsverboden en van de daarop ge
volgde vestigingseischen begrijpt dat een re
gistratie als door den heer v. d. Linde en vele
anderen bedoeld, onontbeerlijk is. Met opzet
schrijf ik: registratie en vermijd ik het: inge
schreven worden in het handelsregister. Ik doe
dat uit practische overwegingen. Eenerzijds toch
is wel bekend, dat er bij meer dan één Kamer
van Koophandel en Fabrieken reeds een derge
lijke registratie plaats heeft. Geheel vrijwillig.
Het betreft dan die ondernemingen, welke vol
gens de wettelijke normen niet voor inschrij
ving in aanmerking komen, maar die voor ve
len toch wel een zeker belang vertegenwoordi
gen, gezien het aantal en den aard der informa
ties en die daarom op afzonderlijke kaarten
worden geregistreerd. Zooveel mogelijk wordt
daardoor tegemoetgekomen aan de wenschen
van hen, die om inlichtingen vragen. Het be
hoeft feitelijk wel geen betoog, dat deze afzon
derlijk genoteerden geen eerste inschrijvings
kosten of jaarlijksche bijdragen betalen. En
daar is het velen hunner uitsluitend om te doen!
Maar dat terzijde gelaten, mag wel vastgesteld
worden, dat een dwingend voorschrift van re-
geeringszijde aan de Kamers van Koophandel
en Fabrieken om deze registratie door te voe
ren den heer v. d. Linde c.s. tevreden zou kun
nen stellen. Men kan dan altijd nog een rustig
overwegen of de Handelsregisterwet de aanpas
sing en wijziging moet ondergaan, waarvan hier
sprake is. Maar men weet al, dat dergelijke wij
zigingen nu niet zoo buitengewoon gemakkelijk
tot stand komen,'ook al is het vraagstuk niet
bepaald gloednieuw meer.
MOLLERUS.
De regeeringspersdienst meldt:
Dezer dagen is de publicatie te
verwachten van het Koninklijk
Besluit, waarbij Mr. P. 3. Oud, oud-
minister van financiën, lid der
Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal, met ingang van 15 October
a.s., is benoemd tot burgemeester
van Rotterdam.
De nieuwbenoemde burgemeester van Rot
terdam is 5 December 1886 te Purmerend ge
boren.
Hij deed in 1904 eindexamen H. B. S. 5-
jarige cursus en werd in 1907 candidaat-
notaris en in 1909 surnumerair der registra
tie en domeinen. In 1917 werd hij aan de ge
meentelijke universiteit te Amsterdam be
vorderd tot doctor in de rechtswetenschap.
In de laatste twintig jaar heeft mr. Oud in
het Nederlandsche politieke leven een be
langrijke rol vervuld. Van zijn verkiezing in
1917 tot zijn benoeming als minister van
financiën in het kabinet Colijn 1933, is hij
ononderbroken lid der Tweede Kamer ge
weest. Hij is lid van het hoofdbestuur van den
Vrijzinnig-Democratischen bond, waarvan hij
secretaris-penningmeester is geweest. Hij was
redacteur van de vrijzinnig-democratische
organen „De Opbouw" en „De Vrijzinnig-
Democraat". In de Tweede Kamer is hij sinds
het optreden van het tegenwoordige kabinet
leider van de Vrijzinnig-democratische
fractie.
Als minister van financiën heeft mr. Oud
voor de zeer zware taak gestaan de crisis-
financiën te saneeren en de begrooting zoo
goed mogelijk sluitend te maken.
Mr. Oud is commandeur in de Orde van
den Nederlandschen Leeuw.
Mr. Oud bedankt als lid der
Tweede Kamer.
Naar wij vernemen ligt het in de bedoeling
van den nieuwbenoemden burgemeester van
Rotterdam als lid der Tweede Kamer te be-
danken. Hij zal dan worden opgevolgd door
mr. K. Bijlsma, notaris te Franeker, lid van
het hoofdbestuur van den Vrijz.-Dem. Bond.
Provinciale wegen.
Ged. Staten der Provincie Noord-Holland
hebben aan Prov. Staten verslag uitgebracht
inzake den aanleg door de Provincie van we
gen voor doorgaand verkeer.
Aan dit verslag is het volgende ontleend:
Tracé HaarlemSchiphol
Amstelveen.
Voor de brug over de westelijke ringvaart
van den Haarlemmermeerpolder nabij den
Nieuweweg zijn plannen opgemaakt.
Beplantingswerken en wel voor een som van
f 2825 zijn uitgevoerd aan den Spaarnwouder-
weg en den weg HeemstedeAalsmeer.
Tracé HeemstedeAalsmeerUithoorn
Het grondwerk en de gewalste fundeering
voor het gedeelte tusschen het spoorwegem
placement te Aalsmeer en den Noorddammer
weg zijn gereed gekomen. Het wegvak is in
middels voor het verkeer opengesteld. Langs
het gedeelte tusschen de Dorpsstraat en den
Zwarteweg in Aalsmeer is een rijwielpad aan-
jelegd, waarvan de kosten f 5800 hebben be
dragen.
Het laatste gedeelte van het tracé, te weten
het wegvak tusschen den Noorddammerweg en
den Amstel in Uithoorn is in het begin van
dit jaar na openbare aanbesteding opgedragen
voor f 158.700. Het werk is thans in volle uit
voering.
Verwacht mag worden, dat binnen enkele we
ken ook het wegvak tusschen de Noorddam-
merlaan en de Thamersluis voor het verkeer
opengesteld zal kunnen worden, zoodat de
weg langs de Vuurlinie, waarover in de laatste
jaren herhaaldelijk klachten zijn geuit, niet
meer gebruikt zal behoeven te worden.
Tracé HaarlemWestzaanPurmerend
In de plannen voor den aanleg van den
Rijksweg AmsterdamWieringen nabij Pur
merend zullen vermoedelijk ingrijpende wij
zigingen worden aangebracht. Als gevolg daar
van komt het niet raadzaam voor den aanleg
van het wegvak tusschen de oostelijke ring
vaart van de Wijde Wormer en Purmerend
thans verder voor te bereiden. Aan den Minis
ter van Waterstaat zal verzocht worden zijn
bemoeiingen om tot onteigening van de daar
voor noodige perceelen en perceelsgedeelten te
geraken, niet verder voort te zetten.
Het grondwerk voor het wegvak tusschen
den weg HaarlemWestzaan—'Purmerend en
den weg ZaandamLimmen is na openbare
aanbesteding opgedragen voor een bedrag van
f 166.500; met de uitvoering van het werk is
kort geleden een aanvang gemaakt.
Copyright P. I. B. Bon 6 Copenhagen
Ik hoop maar, dat ik droomen zal, hoe Ik m'n broers kan ver- II zij eerst haar gebedje had opgezegd. Toen zij eenmaal goed sliep,
lossen van de betoovering. Met die gedachte sliep Elize in, nadat droomde zij, dat ze wederom hoog in de lucht vloog, op weg naar
net luchtkasteel van de fee Morgana.
De fee kwam haar zelfs tegemoet. Zij was nu gekleed in een
prachtig en glanzend gewaad. Maar toch zag Elize iets bekends
aan haar. Even dacht zij ingespannen na entoen had z\j het.
De fee leek wel wat op het oude vrouwtje, dat Elize in het bosch
ontmoet had, dat hair bessen had gegeven en haar van de zwa
nen, met kronen op het hoofd, verteld had. De fee begon te spre
ken. „Elize, je broers kunnen verlost worden, maar daarvoor zijn
moed en uithoudingsvermogen noodig. De zee is stellig zachter
dan de blanke huid van jouw handen. Toch vervormt zij de hardste
steenen. Pijn voelt de zee niet en zeker niet den pijn, die louw
teere vingers te doorstaan zullen hebben. Kijk maar eens goed
naar hetgeen ik in m'n handen heb. Zie je wel, wat dit is?,
Een brandnetel.
Van deze brandnetels groeien er zeer veel om het hol in den
berg waar je nu woont. Nu moet je goed luisteren, tenminste als
je de betoovering werkelijk wilt verbreken." Elize knikte haastig
„Kijk", ging de fee nu weer verder, „de brandnetels die rond het
hol groeien, waar jullie een schuilplaats hebben gevonden en do
brandnetels, die op de graven der kerkhoven groeien, zjjn te ge
bruiken. Dat moet je goed onthouden!'
Besrootino;
Provinciale
huizen.
Ged. Staten bieden aan de Prov -
vaststelling aan de begrooting
drie Provinciale Ziekenhuizen. De
exploitatierekening over dat u,raD1^
t 1.479.391.16. In 1938 werd
E 1.475.601.54. Wat de begrooting
vinciaal Ziekenhuis nabij SifflL®,1*1
wordt o.a. opgemerkt: 1%,
De voor 1939 geraamde lasten wiik
in zeer geringe mate af van de wbSAVj
ten over het jaar 1937. Enkele Post
hoofdzaak uit salarissen bestaan ko h °ie -
waar iets lager worden geraamd als»
het afloopen per 1 Maart 1939 van d -
toelagen, welke werden toegekend bl
Maart 1936 in werking getreden salL v
ning, doch de hieruit voortspruitend^
wordt vrijwel geheel teniet gedaan
prijsstijging, die verschillende Hrond.,5
materialen en zeer in het bijzonder -
kolen hebben ondergaan. *tes.
Ten aanzien van de voor 1939
ten kan worden opgemerkt, dat de
sten aan verpleeggelden van patiënk
nomen in de le en 2e klasse, met hef' °p?t"
de huidige bezetting dezer klassen il v8
zijn geraamd dan de ontvangsten over lflJS
ben bedragen. De voor het jaar 193»
meerdere opname van patiënten in de SS011®
is echter uitgebleven, zoodat de a 1
hoogere raming van dat jaar voor
kan worden gehandhaafd. De mindere ne
sten aan verpleeggelden der 3e klasse A
ten voort uit de per 1 Januari 1938 jPr"'
verlaging van het verplegingstarief «nv*
kleinere aantal patiënten, dat in cW
wordt veprleegd. eze
De bijdrage van de Provincie in de
van verpleging is gesplitst in twee bedra*
verband met een gewijzigde verdeelihg rif
sioenlasten van het Ziekenhuis. In deze h
ting is voorts een nieuwe post opgennm»*
eventueele maatregelen ter zake van W*
scherming (art. 24d.) m 1U(%
De kostende prijs der verpleging in
klasse, die over 1937 f 856.36 bedroeg ta
grond van de eindcijfers dezer h™0>
met uitschakeling van de oude
voor het jaar 1939 worden berekend 0DfJ
per patiënt per jaar. p s
De bijdrage aan de eigen
die voorheen steeds in één bedrag
grooting werd opgenomen, is voor 1939 V(Mr i
eerste maal gesplitst in: a. „bijdrage in dei
pensioenfondsen" ad f 49.000 en b n™7
eigen pensioenfondsen" ad f 16.000.
Door deze splitsing in oude pensioenka,
en premieën, die in direct verband «taan 2
de geleverde arbeidsprestatie der nng a 4
zijnde ambtenaren, wordt een zuiverder bï
van de exploitatiekosten van het ZiekeS
verkregen. M
De raming der bijdrage van de provincie h
de kosten van verpleging van on- en minver
mogende patiënten bedraagt f .205.000- de bil'
drage in de eigen pensioenfondsen f 49 000- in
1938 werd hiervoor toegestaan f 245.000:' de
baten over 1937 bedroegen f 221.015,81,
Duinenbosch te Bakkum.
De raming der bijdrage in de kosten van ver.
pleging van on- en minvermogende patiënten
bedraagt f 225.739; in de eigen pensioenfond,
sen f 13.679. In 1938 werd toegestaan f 280.HJ-
de baten over 1937 bedroegen f 246.628,3".
De raming der exploitatie-rekening voor 131
sluit met een eindcijfer van f 938.320; in 15»
werd toegestaan f 959.624. Er wordt voor 15!)
een verdere daling der exploitatiekosten ver-
wacht van ruim f 16.000.
De toeneming var) het aantal patiënten h
tot de verlaging van den kostprijs bijgedrag-
Of deze factor zich ook in de toekomst nog zal
blijven doen gelden, kan vooralsnog niet rad
voldoende zekerheid worden gezegd.
In het eerste halfjaar van 1938 was het aantal
patiënten zóó toegenomen, dat nagenoeg alle
plaatsen in de oudere paviljoens waren bezet,
Het aantal verpleegden is daarom voor 1533
iets hooger gesteld, nl. 875, hetwelk 20 meer
bedraagt dan in 1937 gemiddeld werd verpleegd,
Kan het totaal der lasten voor 1939 ruim
f 16.000 lager worden geraamd, dan het in 1931
werkelijk heeft bedragen, daar staat tegenover,
dat de baten (zonder de bijdrage van de Pro
vincie) vermoedelijk ongeveer f 9000 bij da
van 1937 ten achter zullen blijven ondanks dé
toeneming van het aantal patiënten. Dit is hit:
door te verklaren, dat, terwijl in 1937 het ge
meentelijk aandeel in de verpleegkosten noj
f 700 bedroeg, dit aandeel met ingang van 1
Januari 1938 is verlaagd tot f 675. Deze ver
laging beteekent voor 1939 een vermindering
in ontvangsten van ruim f 21.000. Dientenge
volge wordt het gunstig verschil gereduceerd
tot ongeveer f 7.000, met welk bedrag de bij
drage van de Provincie lager is geraamd.
De verpleegkosten per patiënt per jaar be
dragen f 936 tegen f 993.09 als werkelijke kos
ten in 1937. Ook in deze begrooting is een
nieuwe post opgenomen voor eventueele maat
regelen, te treffen voor luchtbescherming (ar
tikel 24d).
Medemblik,
De raming der bijdrage in de kosten van ver
pleging van on- en minvermogende f
bedraagt f 68.871.
In 1938 werd toegestaan f 80.599; de bate:
over 1937 bedroegen f 67.154.01. De raming de:
exploitatierekening voor 1939 sluit met een
eindcijfer van f 275.596. In 1938 werd toege
staan f 284.557.
Het eindcijfer van de begrooting voor 1939
kon f 3.282.56 lager worden geraamd, C"
werkelijke uitgaven in 1937 hebben bei
Ook ten opzichte van het eindcijfer van de
begrooting voor 1938 vertoont deze begrootinf
een vermindering, nl. van f 8.961,
Het totale bedrag aan salarissen en P_ei*
nen wordt voor 1939 geraamd op f 195.596. K
werkelijke uitgaven in 1937 voor salarissen er
pensioenen waren f 204.723.56. Deze lagere ra
ming van salarissen en pensioenen is in ce
eerste plaats het gevolg van de vermin
van de garantietoelagen, welke op 1 blaart 1.
geheel afloopen.
Wat de uitgaven buiten de salarissen en pe--
sioenen betreft, deze zijn geraamd op f v
tegen de werkelijke uitgaven van f 74..loo-
1937. Deze hoogere raming van f 5.8'fow-
voornamelijk veroorzaakt door de stug
goederenprijzen. Bovendien is rekening ge
den met een toename van het aantal pane
in de gezinsverpleging.
Daar waarschijnlijk voor de luchtbescherm
in 1939 uitgaven moeten worden
thans nog niet zijn te ramen,
die
deze post op
de begrooting pro memorie opgenomen.
Het gemiddeld aantal patiënten is g"aan'
op 287. w.
De verpleegkosten per patiënt per jaar
den geraamd op f 916, terwijl deze ko
1937 f 938.73 hebben bedragen.
De volmachten voor
Daladier.
(Wordt vervolgd).
Ook door den Senaat goedgekeurd-
De Fransche Senaat heeft de vokuwb
ten voor de regeering; goedgekeurd
286 stemmen tegen 4.