U VAN DE WEEK Paddestoelen een uitstekend voedsel nen a» dagen van spanning die wij be- VTiSS hebben, is gelukkig de ontspan- gevolgd, waarin wij een zucht „verlichting hebben geslaakt: geen va0 veen oorlog. hhpn het zeker allen in die dagen 'vfij „„voeld: wat leefden we zorgeloos yóórdat dit ontzettende gevaar 'ln"1K -• - J dicht was genaderd! - '"««.ren de zorgjes van iederen dag, die 2 «at w»1 vonóen, peuleschillen vergeleken toe» Ontzettende dreiging. We gingen nog V d#e 'irderwat dom van ons om in die ^nS^P Hogen niet bewust genoeg te ge- -elukkige m00je dat ieder leven in zich ";ff «Wendeel, we hebben ons uit het veld iofln door kleinigheden, we zijn ver- laien tred-van-iederen-dag, we heb- i-DtJ Jvenstellingen in het leven versloft: Rebben de groote lijnen uit het oog ver ben- n mensch dus zelfs nog winst loo post, die enkel en alleen ver- •••iên irh scheen te hebben, want nu de «tae is gekomen en wij terugkijken ..Tjpannu s weken die achter ons liggen, „on wii ons erop moeten bezinnen, dat npililke tijd ook niet voor niets onzen tiK moeial heeft gewijzigd en ons uit W* ïJ-iheid heeft wakker geschud, zou dom en jammer zijn, om nu te den- piiikkig dat hebben we weer veilig ïelli Hon ruk, en er verder geen enkele ge- J-'t meer aan te wijden. Want wie voor --: „roiHvrede wil werken, moet niet alleen verte doende blijven, ook voor den JL binnenste is het noodig dat wij en wil de wereldvrede een voldongen ';:i?nrden dan moet ieder mensch persoon- Jïï zichzelf mee beginnen. «nnr is in de eerste plaats noodig dat Iff belangrijkste in het leven ook als het "i' -Se den: dat het goede en het waard is om met alle krachten die Kiln nagestreefd te worden. rf.1 «pten we wel, zult u zeggen, maar het i ïh maar zonneklaar gebleken dat, nu we t r dreigden te verliezen, we zeker wisten Sjffl waarheid leelijk in ons vergeetboekje *nua wij vrouwen wel genoeg ingezien T'Ji, we zijn met ons werk, of het nu in w vezln of ergens anders ligt? nahhon wii wel gedaan wat we konden om Ik «n ons heen te brengen? Hebben wij wel voldoende rekening gehou den met het geluk en de wenschen van an- ^Hebben wij onze vrienden wel naar waarde Sen wij onze familieleden in nood wel zonder dat de eene hand wist, wat cê andere deed? t Zoo zijn er massa's vragen te stellen, die meclaal op ons vrouwen van toepassing zijn adie de feitelijke omraming van ons leven romen, de dingen waar het om gaat in het leder mensch, die niet zoo nu en dan eens ooeeschrikt wordt uit zijn, overigens zeer na tuurlijke, neiging om te verslappen, wordt op jen duur zelfgenoegzaam en verstard Daar om pleit het voor u, wanneer men van u rindt, dat men tegen u de waarheid weieens m zeggen, want dat is een bewijs dat u le rend genoeg bent om nog aan uw karakter te rillen veranderen. En dat hebben wij alle maal noodig. De politieke toestand heeft m September teel Europa collectief wakker geschud en •Dgeschrikt, en dat mag niet alleen leiden tol beter begrip van de landen onderling, tot ■jiverder besef van de groote waarden waar in bet aankomt, ook in de politiek, maar bo- i?ndlen van elk mensch persoonlijk. Wie tot fit besef gekomen is, kan er ten voordeele van anderen, maar ook van zichzelf, groote winsten v» feehalen. E. E. J.—P. Zondag: Schelpen met padde- stoelenragoüt. Andijvie zonder eieren. Maandag: Koude ossenhaas Snijboonen Kalfslappen. Postelein. Aardappelen Vruchten. Donderdag: Varkensrollade Spercieboonen. Aardappelen Gestoofde pruimen met vanillesaus Vrijdag: Pikante vischschotel Worteltjes Aardappelen Beschuit met kaas Zaterdag: Kerryschotel (van rest rollade). Tomatensla Drie in de pan. VEGETARISCHE MENU'S. 1 Omelet het cham- Snijboonen Ptgnonragoüt Kropsla Aardappelen Wentelteefjes stoofde tomaten 4. Roerei met peter- ^ujstebrij seüe en gebakken tSerbroodjes brood Bloemkool au gratin Aardappelen Aardappelen Roode kool Cnocoladepudding Appelmoes i fit vanillesaus. Vanillevla met bitterkoekjes Watergruel. Dinsdag: Gehakt Bloemkool Aardappelen Rijst met boter en suiker, TIPS VOOR DE HUISVROUW. Zilver. T;?«en van ons bezitten niet zoo heel v!pWh tafe,zilver meer: 't meeste is door ênbu ,vervangen. Als we echter toch nog echt zilver bezitten, moeten deze worden gepoetst, enkoia ech.ter van onszelf af, of dit een We bn?1' ieder °°gen'hlik moet gebeuren, iome*» V€el P°e^sen yan zilver voor- het goed af te wasschen, zoo heet ~2e i\J! iT droS€n en g°ed na te wrijven. zoo min mogelijk in aanraking W-U uien°men me^ zuur> eieren, visch, mos- A bergen!8*1 g°6d van de lucht afgesloten 5e nü°r ^et voor krassen te bewaren, stelen, aet met keet zeepsop af te bor- ainfe kej; uit te koken met water met ?oed sluw h 0 ZorS- dat het deksel daarbij verdamnf ^aar anders de ammonia te gauw even mof .°^ergi€t het zilver ten laatste nog IIMrL 1nd water en droog het stevig ««eenzar.ht^ doeki Slobpak voor een kind van 2-3 jaar En.... u kunt er zulke aardige schotels mee maken! Bovenste rij (v.l.n.r.)Kalfsoesters met purée en gestoofde paddestoelen, schelpen met ragout van paddestoelen. Tweede rij: gebakken brood met ragout van paddestoelen, omelette, gevuld met ra gout van padestoelen en kleine broodjes, gevuld met hetzelfde. Geheel onderaan: Puréerand met ragout van paddestoelen. De toegewijde kooksters onder onze lezeres sen hebben zich misschien al eens afgevraagd: waar blijft die „kookfoto" of liever gezegd de combinatie van gezellige schotels, die den laatsten tijd in onze rubriek zooveel succes oogstte? Welnu, we hebben even gewacht, tot ieder van de vacantie terug was, het heerlijke ge voel van „niet te hoeven bedenken, wat we zullen eten" naar hartelust had doorleefd en genoten en nu weer brandde van verlangen naar nieuwe kook-, bak- en braadmogelijk- heden. We zullen 't nu vandaag eens hebben over paddestoelengerechten. Het najaar is de tijd voor de paddestoelen. In het bosch, op de hei, op allerlei plaatsen kan men ze vinden. Voor kenners en liefhebbers is 't een aan gename bezigheid ze zelf te zoeken, maar zij die er geen of weinig verstand van hebben, moeten er zonder deskundige voorlichting en controle niet mee beginnen. Tegenwoordig kan men in de goede groen tewinkels verschillende soorten koopen. Deze zijn door kenners gezocht, of in kweekerijen. die men in verschillende plaatsen van ons land heeft, gekweekt. Deze laatste, de cham pignons, zijn bijna het geheele jaar door te koop. De meeste menschen moeten aan het eten van paddestoelen wennen. Ze zijn tamelijk voedzaam, bevatten eiwit, zouten en vitami nen, dus een heel geschikt voedingsmiddel. Het schoonmaken en wasschen vereischt zorg. De aangestoken, harde deelen moeten weggesneden worden en van de oudere, open gesprongen exemplaren moeten de lamillen afgeschrapt worden. Daarna volgt het was schen, soms 6-7 maal in frisch stroomend wa ter, tot men zeker is, dat al het zand er uit is. E)e paddestoelen kunnen nu op verschillen de manieren klaargemaakt en opgediend wor den. Ie. Als groente bij licht vleesch en aardap- pelpurée zooals op de afbeelding aangegeven is. Als koffieschotel komt dit gerecht ook in aanmerking. RECEPT. Benoodigdheden: 4 kalfsoesters van 75 gr. 75 gr. boter zout paneermeel ei, koude gekookte aardappelen, melk, 1 pond paddestoelen, f lepels boter, peper, zout, citroensap, fijnge hakte peterselie, bloem of maizena. Bereiding: De paddestoelen schoonmaken zooals hierboven aangegeven is, goed was schen, in stukjes snijden of heel laten, en opzetten met de boter en wat zout in een ge sloten pan. Ze op deze manier gaar smoren (15 minuten), het vocht binden met wat aan gemengde bloem of maizena en op smaak af maken met peper en citroensap. Van de aardappelen op de gewone manier met melk en boter purée maken. Kloppen tot de purée luchtig is, en de klontjes er uit zijn. De oesters wasschen, zouten, door ei en pa neermeel halen en in de boter in pl.m. 15 mi nuten bruin en gaar bakken. De jus afmaken met wat water. Op een grooten schotel de oesters dakpansgewijs op elkaar stapelen, de paddestoelen en de purée aan weerskanten van het vleesch leggen. Den schotel garnee- ren met wat peterselie, de jus er afzonderlijk bij geven. 2e. Als ragoüt, opgediend in schelpen, in kleine broodjes of op stukjes gebakken brood of Weer ter beschuitjes. RECEPT. Benoodigdheden: 1 pond paddestoelen, 2 lepels boter, 4 a 5 lepels bloem, peper, zout, 1 klein uitje, 1 eidooier, citroensap, 1 lepel room. Bereiding: De paddestoelen schoonmaken, wasschen en in kleine stukjes snijden. Ze op zetten met wat peper en zout en een beetje water en gaar laten smoren (15 minuten). Ze op een zeef uit laten lekken en het uitgelekte vocht opvangen voor de saus. Dit aanvullen met wat melk tot men pl.m. 3 dL. vocht heeft. Van boter, bloem en vocht een tamelijk dikke saus maken, deze afmaken met eidooier, room, citroensap, peper en zout en de paddestoelen erdoor roeren. De ragoüt overdoen in beboterde schelpen, deze afmaken met een dun laagje fijn paneer meel en een paar kleine stukjes boter. 10 a 15 minuten in den oven zetten en opdoen op een schotel met een vingerdoekje bedekt, óf de ragoüt ver deelen op vierkante stukjes, in boter gebakken brood of Weerter beschuitjes: (de ragoüt moet goed warm zijn als men ze er op doet; is dit niet het geval, dan ze nog even op het bakblik in een heeten oven zetten, en door en door warm laten worden); of van kleine zachte of geraspte puntbroodjes en kapje afsnijden, ze voorzichtig uithollen en vullen met de ragoüt. Het kapje er weer op leggen en het broodje aan alle kanten met gesmolten boter insmeren. In den oven zetten tot ze bros geworden zijn. 3e. Als ragoüt, opgediend in een rand van rijst of purée. De ragoüt maakt men als in het bovengenoemde recept. Kleine balletjes ge hakt kunnen met de paddestoelen gelijk gaar gemaakt worden en worden dan eveneens door de saus geroerd. Een rijstrand met boter insmeren en met paneermeel bestrooien. De purée er zoo warm mogelijk indoen, op een verwarmden schotel keeren, en vullen met de ragoüt. Garneeren met peterselie. 4e. Als vulsel in een omelet. (Koffieschotel). Bereiding: Van 2 of meer eieren een omelet bakken, de ragoüt er op leggen, en de omelet in drieën vouwen of dubbel slaan. Garneeren met peterselie. SNEDIG ANTWOORD In Frankrijk werden eenigen tijd geleden voorstellingen gegeven door een geweldig re kenkunstenaar Henri Mardeux genaamd. Eens was deze door een besloten clubje uitgenoo- digd, zijn kunsten te vertoonen, toen een jong mensch, dat zichzelf blijkbaar erg grappig vond, hem vroeg: „En hoeveel is nu wel drie maal vijf?" Mardeux aarzelde geen oogenblik, maar sprak „Als men U erbij neemt, mijnheer, honderdvijftig!" Bloemen in ons leven De kunst van bloemenschikken behoorde door ons alleen te worden beoefend. Y ROUWEN en bloemenze hooren onverbrekelijk bij elkander. Neen, weest u maar niet bang voor een hoogdravende of romantische ont boezeming over dit onderwerp, want men moet al door de oogen van den verliefden jongeling kijken om een vrouw laat staan de vrouw! geheel als bloem te kunnen zien en bewon deren! Wij menschen bloeien zooveel minder spontaan dan de bloemen, de allergelukkigste kinderen der natuur! Onze bloei gaat zoo dik wijls gepaard met strijd en worsteling die we met een geleerd woord complexen noemen al moet het dan ook gezegd, dat de werke lijke bloei van een menschenziel den bloei van vele bloementuinen te boven gaat! En danonze uiterlijke bloei houdt lang niet altijd gelijken tred met onze innerlijke gestalte.... helaas, mogen we wel zuchten! Hoevele van ons bewegen zich harmonisch wie gend door het leven gelijk een ranke tulp zich wiegt op haar slanke steel, hoevele van ons blozen „gelijk een roosje", tenzijze 't ha len uit een doosje? En toch behooren vrouwen en bloemen nu eenmaal bij elkaar. Is het omdat we in ons drukke nuchtere le ven van iederen dag steeds een oogenblik con tact willen voelen met de heerlijkheid der na tuur? Hoe het zij, we kunnen het niet laten, steeds „iets bloeiends" om ons heen te hebben! Iets van kleur en geur, iets van sierlijke rondin gen en voorname of lieflijke lijnen. Daarom koopen we bloemen en we vullen er onze va zen mee. En de rijke vrouw, die met zorg haar bloemenarrangement voor de dinertafel uit zoekt. heeft op dit oogenblik precies dezelfde gevoelens als het huismoedertje-met-de-schrale beurs, dat zich op Zaterdagavond laat met ver moeide voeten naar huis spoedt en dan nog even een prachtbosch voor één dubbetlje onder den arm meeneemt. Bloemen in ons leven schoonheid in ons huis! Ja, maar dan moet het ook waarlijk schoonheid zijn! Weten we eigenlijk allemaal wel, dat het bloemenschikken geen haastige, onverschillige handeling mag zijn, maar dat er iets in moet liggen van toewijding, van.kunst? Neen, ik ben niet aangetast door het Japan- sche schoonheidsideaal met zijn bloemencultus. Wij Hollandsche vrouwen zijn geen Japanschen, we zijn een beetje actiever en minder droome- rig aangelegd. We hebben ook veel te veel aan ons hoofd om onzen tijd te verdoen met lang durig wikken en wegen over de combinatie van bloem en vaas. En toch is 't een fout van ons, wanneer we deze kunst geheel verwaarloozen. De vrouw, die iets van dezen kunstzin in zich voelt, kan eenvoudig geen anjers in een grove aarden pul, geen tulpen met dikke stelen in een klein bontbeschilderd vaasje zetten. Ze zal reeds bij net koopen van haar eenvoudig bosje bloe men haar gedachten laten gaan over de vazen en pulletjes, die thuis beschikbaar zijn. En met Iken verjaardag orvikt zeker de wensch: vazen op haar verlanglijst, want och. daar heb je eigenlijk nooit genoeg verscheidenheid van! En zoo kan de vrouw, die een bosje van allerlei sooi-ten bloemen uit den tuin heeft gehaald, ze op tafel uitgespreid en een rijtje pulletjes vol water er naast heeft gezet, zich rijk en geluk kig voelen als een kunstenares, die aan haar arbeid gaat. Hier spreekt zeker wel de ervaring een woordje mee, maar in de eerste plaats is het de fijne vrouwelijke intuïtie, die bepalen moet, welke vaas iedere bloemensoort noodig heeft om haar schoonheid ten volle te kunnen ont plooien. We beginnen met één soort in iedere vaas en als we dit een tijdlang zoo goed mogelijk heb ben gedaan, komen we vanzelf tot het vormen van allerlei kleurencombinaties. We nemen bijv. eens een eenvoudige pul van donkergroen aar dewerk, die we vullen met witte hortensia's en bloedroode geraniums of we plaatsen een paar enkele dahlia's in sprekende kleuren tegen elkander. In een eenvoudige bruine kan' plaat sen we wat kleine helgele zonnebloemen, ge combineerd met lichtlila herfstastertjes en rood gloeiende eikenbladen. Twee of drie grootbloe- mige zinnia's zullen beeldig staan in een ge draaide groene vaas, wanneer we zorgen, dat de kleuren harmonisch op elkaar zijn afgestemd, bijv. geel, oranje en donkerrood. Een allerliefst, eenigszins ouderwetsch aan doend boeketje krijgen we, wanneer we in een zeer slanke glazen vaas witte anjers, in plaats van met het gewone fijne aspergegroen, aan vullen met een paar takken juffertje in het groen. Van ouderwetsche boeketten gesproken wist u, dat ook onze voorouders verstand had den van bloemenschikken? We behoeven maar eens door onze musea te wandelen en door de fijne bloemenstillevens te bewonderen om dit met één oogopslag te zien. In het Rijksmuseum te Amsterdam treft o.a. een sierlijke bloemen- combinatie van Racnel Ruysch, in het Mau- ritshuis vinden we smaakvolle boeketten, afge beeld door Maria van Oosterwijck. Ambrosius Bosschart e.a. en onlangs trof mij te Utrecht het fijne bloemenstilleven van Roeland Savery, dat ik hier voor u laat afdrukken. Op een lichtgele steenen tafel staat een groen glazen vaasje met gekartelden rand, waarin een bont boeket van allerlei bloemen, zooals een iris, tulp, kievitsbloem, wilde roosjes, wilde orchidee, rozen, vergeetmijnietjes, lelie tjes van dalen enz. 't Boeket is geplaatst tegen een nis van grijzen steen en de combinatie en verdeeling der kleuren: rozerood, geel, blauw enz. is buitengewoon rijk en evenwichtig. Ja, onze voorouders hadden er zeer zeker ook ver stand van, al deden ze 't anders dan wij. Het hoogoptorénende boeket van Roeland Savery in het kleine vaasje doet ons stellig aan als top zwaar en ietwat pronkerig en gekunsteld De overdrijving op dit gebied al kan men zeker bij dit bloemstuk nog niet van overdrij ving spreken zal er dan ook wel toe heb ben meegewerkt, dat een tijdlang de kunst van het bloemen schikken in ons land vrijwel ver loren ging en we alle bloemen, die we op ver jaardagen gestuurd kregen rozen of anjers liefst op ijzerdraad gestoken eenvoudig in altijd dezelfde glazen vaas zetten zonder er eigenlijk naar om te kijken.... Maar nu is al sinds jaar en dag die kunst herleefd. Mèt den opbloei van onze kunstnij verheid kregen we een overweldigende keuze in glas en aardewerk, denkt u maar aan de Bloemenstilleven van Roeland Saverij. (Centraal Museum te Utrecht). voortreffelijke producten van Leerdam, Brou wer, „Ram" en vele anderen, die telleen jare weer met mooie en geestige ideeën komen, ge lijken tred houdend met onze bloemenkwee- lcers, die steeds weer met nieuwe soorten van onze lievelingen ons oog en hart verrukken. Laten we onze dankbaarheid voor dezen tweevoud igen rijkdom toonen door er een ruim en verstandig gebruik van te maken! We versieren ons huis met bloemen en we doen dit zóó, dat iedere vaas gerust een Roeland Savery, een Rachel Ruysch, tot model zou kunnen dienen! En tenslotte werpen we ook eens een blik op onze vruchten. Waarom zoo vraag ik me af staan er nog zooveel schalen op onze buffetten met één of twee vruchten er op, terwijl de rest van den voorraad ergens is opgeborgen? Waarom maken we ook daar niet een beetje studie van? Kun nen we niet precies even goed en goedkoop een smaakvolle èn smakelijke combinatie maken van verschillende vruchten als een re deloos allegaartje? Wat een rijkdom brengt ons de herfst! Wat laten een paar appels, peren, pruimen, druiven en bananen zich niet keurig samenvoegen tot een stilleven dat een lust voor het oog Is! Wat kunnen we in October nog naar harte lust genieten van glans en gloed in ons huis en in ons leven! Als.... we er maar eventjes den tijd voor nemen. R. DE RUYTERV. d. FEER. Voor het breien van een slobpak met muts voor een kindje van 2—3 jaar hebben we noodig 350 gr. blauwe wol en pennen no. 3. Voor aan het jasje en den rand van de muts is een gestreepte rand van rood, wit, blauw. We hebben dus ook nog noodig 50 gr. roode en 50 gr. witte wol. We breien het heele pak van den „Patentsteek"; dezen pa tentsteek breien wc als volgt: 1. st. averecht afhalen, draad naar voren, 1 recht, 1 averecht afhalen, draad naar voren, 1 recht, enz. Doordat we den draad naar voren doen dus alsof we een averechten steek willen breien en dan een rechten steek breien, krij« gen we een lus over den afgehaalden steek. De volgende toeren zijn allemaal gelijk: 1 averecht afhalen, draad naar voren, den vol genden steek met de overliggende lus samen recht breien, enz. Broek. Voor de broek zetten we 10 st. op, breien 2 pennen, zetten er 10 st. bij, breien weer 2 pennen, zetten er weer 10 st. bij, enz. tot we 70 st. op de pen hebben. Door deze manier van opzetten wordt de achterkant van de broek hooger dan de voorkant. We breien door en meerderen om de 16 pennen voor en achter aan de pen 1 st. Als we 90 st. op de pen hebben, zijn we aan het kruis en moeten we achtereenvolgens aan weerskanten van de pen 6-4-2-2-1-1 st. af kanten. Dan minderen we om de 16 pennen voor en achter aan de pen tot we nog 40 st. over hebben. Van deze 40 st. kanten we aan den hoogen kant van het breiwerk 20 st. af, breien de overige 20 st. door voor het klepje over den schoen, om de 10 pennen voor en achter minderend tot het klepje 40 pennen lang is. Nu is een helft van de broek klaar; de andere helft is net zoo. De 2 helften worden op de machine aan elkaar gestikt en niet te plat gestreken omdat we anders elasticiteit uit het breiwerk strijken. Boven stikken we er dun reepje zijde tegen en maken hier een breed elastiek door van ongeveer 56 c.M. lengte. Jasje. Rug. Voor den rug van het jasje zetten we 58 st. op en breien eerst 5 p.; 1 recht, 1 averecht. Daarna breien we den patentsteek, 106 pennen. Nu zijn we bij het armsgat en kanten aan weerskanten 6 st. af (3-2-1). We houden nu nog 46 st. over en breien nog 56 pennen, waarna we 14 st. voor eiken schouder op een draad zetten en de middelste 18 st. afkanten. Rechtervoorpand. Voor het rech- tervoorpand zetten we 50 st. op, breien eerst 30 st. 1 recht 1 averecht en dan 20 st. recht. Teruggaande breien we eerst 20 st. recht daarna 30 st. 1 r. 1 a. Na 5 toeren zoo te hebben gebreid beginnen we aan den patent steek en de gekleurde bies. We breien eerst 8 st. recht blauw, daarna 12 recht rood, laten den rooden draad hangen, leggen den blauwen draad vooral niet te strak achterlangs en breien met dezen draad nog 30 st. patentsteek. Teruggaande breien we eerst den patentsteek, dan 12 recht rood, dan 8 recht blauw. Zoo krijgen we dus een bies van blauwe ribbels waar de knoopen later op komen, daarnaast een bies van 12 st. breedte van gekleurde ribbels. Deze zijn als volgt: 1 rood, 1 blauw, 2 rood, 1 wit, 1 rood, 2 wit, 1 blauw, 1 wit, 2 blauw, enz., herhalen van het begin af.. Na 106 pennen boven het boordje te hebben gebreid zijn we aan het armsgat, hiervoor kanten we 12 st. af (6-2-2-2). Is de gekleurde bies 68 ribbels hoog, dan kanten we af voor den hals: eerst 20 st., daarna nog 4X1 st., waarna we 14 st. overhouden voor den schou der; deze breien we samen met den schouder van den rug. Linkervoorpand. Is het slobpak voor een jongetje, aan komen de knoopsgaten in het linkervoorpand. We maken ze om de 10 ribbels en elk knoopsgat wordt 4 st. breed. Mouw. Voor de mouw zetten we 16 st. op, we meerderen om de 3 pennen voor en achter aan de pen, tot 28 st. Nu meerderen we voor en achter nog 8 st. ineens en hebben dan 44 st. Na 20 pennen minderen we voor en achter 1 X, na 10 pennen nog 1 X en vervol gens breien we door tot we 68 toeren kunnen tellen. Aan het eind maken we een boordje van 1 recht 1 averecht van 5 toeren. Dan af kanten. Kraag. De kraag is dubbel: we zetten op 30 st., breien eerst 8 ribbels blauw, vervol gens afwisselend in dezelfde kleuren en volg orde als bij het jasje. Na 70 gekleurde ribbels volgen nog 8 ribbels blauw, af kanten. De kraag wordt dubbel op het jasje genaaid. Het jasje wordt in elkaar gestikt en voorzien van donkere paarlemoeren knoopen. Aan de kraag maken we nog een lusje en een knoopje opdat deze gesloten kan worden. Muts. Voor den gekleurden rand van de muts zetten we op 20 st. en breien 108 ribbels in de bekende volgorde. Het opzetten en af kanten wordt later onzichtbaar aan elkaar gemaakt. Aan één kant maken we een klein inslagje en zoomen het om. Aan den anderen kant nemen we de lussen op, zoodat we 84 steken op de pen hebben. Nu breien we met blauw 90 pennen patentsteek, rijgen deze steken stijf op een draad en hechten den draad goed af. Op een kartonnetje maken we een pluim van rood, wit en blauw en naaien deze pluim op de muts. De muts wordt van achteren dichtgenaaid en de gekleurde rand opgeslagen. Sp. TÜ.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 11