B
WIE BREIT ER MEE?
KORT VERHAAL
Herfststemming
j
i
^1
MENU VAN DE WEEK
Recept
en
VRTTDAG 14 OCTOBER 1938
Over den grooten verkeersweg hangt een
waas van regen, het motregent, het motre
gent hard, het motregent vet zooals dat heet.
De landerijen liggen aan den eenen kant in
een mist van grauwe regenslierten, aan de
andere zijde loopt de spoorbaan gelijk op met
den weg en de rails glimmen grauw van het
water.
De wind giert om de auto, die met een stage
snelheid den langen, stillen weg zonder boch
ten onder zich laat wegschuiven. De passa
giers in dat kleine, zich vlug verplaatsende
kamertje zien niet veel daarbuiten door de
zwaar beregende ruiten, maar zij ontdekken
toch wel de hardzwoegende fietsers op het
pad naast den weg, die drijfnat en ademloos
meter voor meter verder worstelen. Zullen zij
afstappen? Maar dat geeft immers niets de
weg is nieuw er staan geen huizen langs, ner
gens valt beschutting te ontdekken. Loopen
beteekent: er nóg langer over doen en nat
worden zij toch; de bui afwachten heeft geen
zin, de hemel is dikgrauw zoover 't oog reikt,
waardoor er ook weinig kans op verbeterin,
in het vooruitzicht is.
De jonggeplante boompjes langs den weg
hebben het zwaar te verantwoorden, ook al
hebben zij een stevigen steun, en er zijn er al
verscheidene die den metalen band waarmee
ze aan hun steun zijn vastgebonden, hebben
losgerukt, en nu onderdanig buigend iedere
windvlaag een ietwat overdreven eerbewijs
brengen.
De koeien staan bij elkaar in de luwte van
de boerderijen; het is nog te vroeg voor het
melken, maar zij hebben de beschutting voor
zoover mogelijk opgezocht, de boer zal ze
straks niet bij elkaar behoeven te drijven.
Verderop loopt de weg langs een breed
vaarwater, waarvan de golven met witte kop
pen tegen den oever klotsen. Het kleine
stadje is triest en nat: in het overdekte hal
letje van de bioscoop op den hoek staat de
jeugd in groepjes bijeen, de straat is verla
ten, glimmend van regen, troosteloos.
Over het marktplein giert de wind maar
daar brandt licht, dat ziet er feestelijk uit,
veel gekleurde lampjes, een drom menschen
ervoor, een circus! Het front van klatergoud
met het feest van de lampjes overstemmen
de triestheid van storm en regen, het circus
geeft afleiding op dezen regendag, er zijn
grappen te hooren, er is veel moois te bele
ven. En daarom maakt het goede zaken op
deze middagvoorstellingen.
Slierten kinderen worden, ordelijk geleid
door een agent met vaderlijke allures, stuk
voor stuk door de controle gelaten, volwasse
nen schuifelen na hen naar binnen, flarden
schetterende, muziek dringen naar buiten op
het marktplein door, waar opeens regen en
wind een zeer schamel en ondergeschikt rol
letje zijn gaan spelen.
De weg naar huis voert over een smal, laag
dijkje tusschen breede slooten door: water
van boven, water van onderen, wat een wa
terland!
In het slaperige dorpje waar de afvallende
bladeren een dollen heksendans uitvoeren
noodigt het dorpscafé uit tot een verkwik
king. De gelagkamer is somber, de kachel
brandt er nog niet, daarvoor is het nog te
vroeg in het boerenland, het is er kil en muf
van tabaksrook en slecht luchten
De wind steekt nog meer op daar breekt
de lucht, een valsch zonnetje kijkt tusschen
stormachtige gele en zwarte wolken door, de
avond zal nog droog wordentien minuten
later is alles weer grauw en egaal-grijs, de
regen striemt weer de ruiten, de fietsers
zwoegen in den storm, October waar blijven
je mooie, stille zonnige dagen met de pikante
atmosfeer van glorie die vergaat!
E. E. J.—P.
Wat is liefde?
Enkele definities van bekende man
nen en vrouwen. Bent u het ermee
eens?
Het egoïsme van twee menschen.
(Bouffleurs).
Een stormachtige handelszaak, die steeds met
een bankroet eindigt.
(Chamfort).
Een ik weet niet wat, dat komt van ik weet
niet waar en eindigt ik weet niet hoe.
(Mile de Saudéry).
De sterkste van alle hartstochten, omdat fcij
tegelijkertijd het hoofd en het hart over
meestert.
(Voltaire).
De voornaamste bezigheid van den leeglooper,
ontspanning voor den krijgsman en de klip,
waarop de vorsten stranden.
(Napoleon)
Een verovering voor een alledaagsch mensch;
een offer voor een hoogstaande ziel.
(Custine)
De levensgeschiedenis van de vrouw een
episode voor den man.
(Mme de Staël)
Twee zijn en één zijn; een man en een vrouw
die samensmelten tot een engelengestalte: de
hemel zelf.
(Victor Hugo).
Dat onbegrijpelijke iets, dat ons eerst vleugels
geeft om ons daarna te knevelen.
(D. Smith).
De gelegenheid om elkaar zooveel mogelijk
verdriet te doen.
(Sainte-Beuve).
Een ongeluk! (Coulangheon).
De schoonheid van het leven.
(Marcelle Tinayre)
Een wonder (Emile Zola)
HET DORP DER BLINDEN.
Honderd kilometer ten Noorden van Belgrado
ligt Veternik, het dorp der blinden. Het werd
indertijd door den later vermoorden koning
Alexander in 1923 gesticht ten behoeve van
soldaten, die in den wereldoorlog blind waren
geworden.
Iedere blinde soldaat kreeg acht morgen
land, een koe, wat schapen en varkens en
een vrouw.
Merkwaardig en ontroerend was, dat zich na
een oproep in de couranten driemaal zooveel
bruidjes voor de soldaten aanmeldden als er
noodig waren; verreweg de meeste waren knap
pe, flinke meisjes.
De koning koos zelf de bruidjes uit. Hij zei
tot de soldaten: „Hier is een goede vrouw voor
je" en tot de meisjes: „Hier is je man".
Geen enkel meisje weigerde, het huwelijk
'aan te gaan.
Het doi-p der blinden ontwikkelt zich voor
spoedig. Met zestig gezinnen is het begonnen en
nu telt het reeds driehonderdzestig. De lande
rijen worden keurig verzorgd en het dorp
heeft het hoogste geboortecijfer in het heele
land. Nu, na vijftien jaar heeft elk gezin ge
middeld 7 kinderen.
Allerliefst jurkje voor een kleine dame
Dit allerliefste jurkje voor een meisje van
4 tot 5 jaar zal wel vele nijvere handen aan
het breien zetten.
Wij hebben noodig 200 Gram aardbei-roode
frottézijde of frottéwol, voorts wat witte en
blauwe zijde of gewone zephirwol voor de gar
neering en als naalden 2 aluminium naalden
no. 2/2.
Volgens het geteekende motiefje wordt het
jurkje grootendeels gebreid; zoowel aan de
joede als aan de verkeerde zijde komt dit neer
op 3 recht 1 averecht, echter met dien ver
stande, dat de steken op een dergelijke wijze
boven elkaar komen te staan, dat er over het
breiwerk schuin oploopende lijnen komen van
averechte steken op een gladden achtergrond.
Bij de eerste vier naalden moet dit even
nauwkeurig aan de hand van het werk-
schema'tje begonnen worden, doch verder wijst
de weg vanzelf en breien we het automatisch
goed. Voorts wordt dan nog gebruik gemaakt
van de steek 1 recht 1 averecht, dit voor pols
boordjes en bovenstukjes van het jurkje.
Voor den voorkant van het jurkje worden
144 st. opgezet en in steek no. 1 gebreid in
steeds dezelfde breedte. Is het breiwerk 38 cm.
hoog, dan worden elke derde en vierde steek
van de eerstvolgende naald tezamengebreid
om aan de eigenlijke wijdte van het jurkje
toe te komen. In steek no. n (1 r. 1 av.) gaan
wij dan verder en hebben wij hierin een hoogte
van 3 cm. bereikt, dan moeten aan weerszijden
van de naald steken afgekant worden voor de
armsgatuitsnijdingen en wel eerst 4 st. tegelijk
en daarna nog eens twee maal 2 st. Voort
gaat het dan weer, totdat de armsgatuitsnij
dingen 5 cm. lang zijn. In het midden van het
werk worden dan 2 st. afgekant, zoodat we
verder moeten breien in twee deelen. Aan de
zijde van de splitsing wordt nu steeds aan het
begin van iedere naald 1 st. afgekant, tot het
werk niet meer dan 24 st. telt. Is het armsgat
dan 13 cm. hoog, dan kanten wij ook deze af
en gaan met de andere helft op dezelfde wijze
te werk.
De rugzijde van het jurkje geeft ons geen
enkele moeilijkheid meer. integendeel, het
breiwerk wordt vereenvoudigd, doordat wij er
geen halsuitsnijding in behoeven aan te bren
gen. Is het werk 54 cm. hoog, dan worden dus
alle steken tegelijk afgekant.
Voor de mouwtjes worden 54 st. opgezet en
eerst 6 cm. in steek II gebreid, waarna we
verder gaan in de andere steek. Echter moet
dan tevens aan beide zijden van het werk ge
meerderd worden en wel na elke centimeter
hoogte 1 steek. Is het mouwtje 28 cm. lang,
gerekend van het opzetsel af, dan worden aan
beide zijden eerst 3 st. en daarna nog eens
twee maal 2 st. afgekant. Aan het eind van
iedere naald worden nu vervolgens de twee
laatste steken tezamengebreid, tot er niet
meer dan 20 st. op de naald staan. I11 één keer
worden deze dan allen tegelijk afgekant.
Het kraagje rest ons dan nog en hiervoor
worden 108 st. opgezet, welke in steek no. I
7 cm. hoog worden gebreid. Echter wordt aan
beide zijden van het werk gedurende de eerste
3 cm. bij elke naald 1 st. geminderd door de
twee buitenste steken samen te breien, terwijl
in de naalden na dit gedeelte steeds 2 st. te
gelijk aan iedere zijde worden weggewerkt,
is 't kraagje 7 cm. hoog, dan kanten we ook
de rest af.
Het breiwerk is dan klaar en thans kunnen
wij alle stukjes in elkaar zetten. Bovenaan het
rokje worden over de laatste 3 c.M., die nog
in steek no. I gebreid zijn, verticale plooitjes
gevouwen, die aan de binnenzijde vastgezet
worden. Met de witte en de blauwe wol of zijde
worden nu twee rijen groote kruissteken aan
gebracht, zooals de foto aangeeft, afwisselend
van kleur. Ook het kraagrandje wordt zoo
bewerkt, terwijl dit dan tevens nog in vasten
omgehaakt wordt. Een al of niet royale zoom
wordt onderaan het rokje tegengelegd en on
zichtbaar vastgezet, terwijl de mouwtjes een
modern coquet „kopje" krijgen door de wijdte,
die we er speciaal voor ingebreid hebben. Wij
leggen het jurkje vervolgens met de verkeerde
zijde naar boven onder een vochtigen doek en
ersen het met een niet te heeten bout op;
derdoor lijkt het breiwerk nog eens zoo mooi
en ook het borduurwerk zal beter tot zijn recht
komen.
VOORKANT,
Zó
Si
JA.
J
T
38
MOUW
kraa
hz
T
36
Jo
breimotief
'■II
1 steek recKts
1 r' averechts
(aan de goede zijde)
Zondag:
Kalf slappen
Macaronisehelpen met Postelein
ham en kaas
Aardappelen
Roastbeef
Flensjes
Stoofperen
Donderdag:
Aardappelen
Gehakt
Mokkapudding met
Zoete appelen
slagroom
Aardappelen
Maandag:
Griesmeelschotel
Koude roastbeef
Vrijdag:
Andijvie
Gekookte schelvisch
Aardappelen
Worteltjes
Rijst met krenten,
Botersaus
boter en suiker.
Aardappelen
Dinsdag:
Gebraden appelen
Hutspot
Zaterdag:
Klapstuk
Vischkoekjes van
Vanillevla met
resten schelvisch
bitterkoekjes
Aardappelen
Woensdag:
Kropsla.
Groentesoep
Ketelkoek
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Bloemkoolsoep. 2. Bruineboonensoep
Gebakken aardappelen Gebakken aubergines
Rauwkostschotel met bruine boter
Grutjes in karnemelk Aardappelen
Rijst met bessensap
2. Bruineboonen met 4. Champignonsoep
tomatensaus Aardappelkoekjes.
Aardappelen Andijvie au jus
Kropsla Gevulde beschuit-
Gebakken grutjes bollen.
Mokkapudding niet geslagen room.
(6 a 8 personen)
Benoodigdhedeny2 L. slagroom. 1 d.L. sterk
koffie-extract, 100 gr. suiker, 10 gr. witte gela
tine.
Bereiding; De gelatine in koud water wee
ken. Daarna oplossen in het verwarmde kof
fie-extract en ook de suiker hieraan toevoe
gen. De room stijf kloppen en het koffie-
extract er doorroeren als dit wat afgekoeld is.
De massa onder af en toe roeren geleiachtig
laten worden en in den vorm doen, die met
wat olie ingesmeerd is.
Deze pudding opdienen zonder saus. Naar
verkiezing garneeren met wat stijfgeklopte
room, die met de boterspuit er om heen ge
spoten kan worden.
Rose pudding
(6 a 8 personen.)
Benoodigdheden: Sap van 3 citroenen,
IV2 d.L. water, 100 gr. suiker, 14 gr. roode ge
latine, y2 L. slagroom, 1 ons geconfijte vrucht
jes.
Bereiding! De gelatine in koud water wee
ken, daarna oplossen in de 1 Va di. water. Het
citroensap en de suiker toevoegen en als deze
gesmolten is, het mengsel bij de stijf geslagen
room gieten. De vruchtjes in de helft snij
den, door de puddingmassa roeren en als ze
niet meer zakken alles overdoen in een vorm
die met wat olie vet gemaakt is. De pudding
stijf laten worden, keeren en naar verkiezing
garneeren met wat room en vruchtjes.
Vischkoekjes
(6 stuks)
Benoodigdheden: Resten visch (plm. 3 ons
zonder graat) ,30 gr. oud brood, 1 ei, peper,
zout, noot, gehakte peterselie, 30 gr. boter,
paneermeel.
Bereiding: De overgebleven visch van vel
len en graat ontdoen en in kleine stukjes ver-
deelen. Ze vermengen met het brood dat in
wat melk geweekt is, het ei, de kruiden, zout
en gehakte peterselie. De massa moet vrij ste
vig zijn. Is dit niet het geval, dan een fijnge
maakte beschuit er doorroeren. Van het meng
sel 6 balletjes maken, deze wat plat slaan en
ze paneeren. In boter in de koekepan bruin
bakken.
Beschuitbollen, gevuld met abrikozen.
Benoodigdheden: 6 beschuitbollen, 1V2 ons
abrikozen, pl.m. 75 gr. suiker, sago, 2 lepels
boter.
Bereiding: De abrikozen wasschen met
lauw water, 24 uur met de helft van de suiker
laten weeken. Het vocht er af gieten en dit
met wat sago binden.
Van de beschuitbollen een kapje afsnijden,
het kruim er uitnemen en de abrikozen er in
leggen. Een klein beetje van het sap er op gie
ten, maar oppassen, dat de bollen van binnen
niet te nat worden. De dekseltjes er weer op
leggen, en de bollen aan alle kanten met ge
smolten boter insmeren. Een paar lepels suiker
er over strooien.
Ze daarna op een bakblik leggen en in een
tamelijk warmen oven zetten, tot ze van bo
ven bros aanvoelen. Ze warm opdienen.
Inplaats van met gestoofde abrikozen kun
nen de beschuitbollen ook gevuld worden met
tamelijk dikke appelmoes, óf met appelmoes
met krenten en rozijnen, die gelijk met de ap
pelen meegekookt worden, óf met pruimen
compote.
Lievelingsspijzen van
groote mannen
Meestal geven de groote genieën der mensch-
heid niet veel om eten en drinken en beschou
wen ze het stillen van den honger als een zuiver
physieke zakelijke aangelegenheid.
De groote denker en dichter Goethe vormt
hierop een uitzondering. Hij stelde bijzonder
veel prijs op een goede keuken, had een hekel
aan zuurkool en hield van fijne schotels. Zijn
voorkeur ging naar forel, kreeft, artisjokken as
perges, leeuwerikken en versch rookvleesch.
Van alle groenten hield hij 't meest van bloem
kool.
Schiller daarentegen leefde bijzonder eenvou
dig. Zijn hoogst ideaal op culïnar gebied was
rauwe ham.
Beethoven gaf ook al heel weinig om tafel
genot, hij kon echter in verrukking raken over
gekookte of gebraden visch en hij vergat
ook nooit, dit aan zijn vrienden voor te zetten.
Ook zond hij dikwijls bij feestelijke gelegen
heden een mooie visch bij wijze van geschenk.
Deze voorkeur had hij overigens gemeen met de
Noorsche dichters Strindberg en Ibsen. Ibsen's
lievelingsgerecht was gekookte kabeljauw met
boter. En ook Strindberg kon bij de geneugten
van een goeden visschschotel menigmaal zijn be
rucht pessimisme vergeten.
Van Schopenhauer is bekend, dat hij geen
bepaalde lievelingsgerechten had; hij at echter
steeds goed en veel. Kant daarentegen was bui
tengewoon sober in 't gebruik van spijs en
drank. Een schotel linzenbrei en wat gekookt
fruit "was voor hem al een weelde. Merkwaar
dig is, dat ook Lessing zwoer bij linzen: dit ge
recht mocht geen dag op zijn tafel ontbreken.
Onder zijn landgenooten, die meestal nogal
fijnproevers zijn, valt Napoleon op als buiten
gewoon eenvoudig in zijn etenskeus. Hij had op
dit gebied maar één hartstocht: gebraden worst
en hierin trok hij één lijn met het muziekgenie
Johann Sebastian Bach.
Mooie Kleeren
door T. van Munster.
ETS was een klein, verwend vrouwtje.
Dagelijks had ze een nieuwen wensch.
En Peter vervulde dien dan.
„Oh, Peter alsjeblieft, Peter
kijk eens, Peter deze verrukkelijke schoe
nen! Neen, hoe bekoorlijk! Tjonge, hoe ver
rukkelijk! Een droom, eenvoudig 'n droom!
Krokodilschoenen, groene krokodilschoenen!
Zeg Peter, heb jij wel eens een groene kroko
dil gezien? Die moet er toch betooverend uit
zien! Zien die schoenen er ook niet betoove
rend uit. Zijn ze niet verrassend, bedwelmend,
verwarrend, doddig mooi? Toe, Peter lieve,
goede Peter ik zal nooit, nóóit meer iets
vragen, alleen nog die schoentjes ik zal er
schattig mee uitzien, Peter! Ja, Peter?"
En Peter kocht die groene schoenen.
Want ze waren inderdaad mooi en iets
aparts.
Drie huizen verder was een modezaak.
Oogenblikje, Peter!" zei Bets, „ik wil alleen
maar even kijken nee, heusch, alleen maar
kijken wat zeg je van die avondjapon?
niets, nietwaar. Je bent even sprakeloos als
ik. Dat is wel het allermooiste wat ik in m'n
heele leven heb gezien. Daarvan blijft je hart
gewoon stil staan, 'n Vuurroode avondjapon.
En hoe die witte stipjes naar beneden glijden!
En de stofKijk toch die stof eens aan, Pe
ter! Het nieuwste van het nieuwste! Crêpe
Soleil! Zonne-crêpe! Wat mooi klinkt dafc.
wat een vreugde ademt het uit! Laten we ver
der gaan, Peter, je kunt het toch niet voor
me koopen. Véél te duur voor zoo'n kleine be
scheiden Bets, zooals ik. Ik zou m'n geluk
niet aan kunnen, als ik er alleen maar eens
inkroop. Wie zal dat nu toch dragen?
Ooooh, Peter, ik huil, zie je die traan, Pe
ter? Ik ben toch zóó ongelukkig, zoo vréése-
lijk ongelukkig, Peter, omdat ik die japon
niet dragen mag; wat heb je eigenlijk tegen
die japon, Peter? Rood staat me toch zooooo
goed!
En ik zweer je, Peter, ik zal je nooit, nóóit
meer om iets smeeken ooh, Peter, lieve,
goede Peter ja, Peter?
En Peter kocht de roode japon.
Want ze was inderdaad mooi en iets aparts.
Als niet toevallig een hoedenwinkel zijn
hoedjes vlak er naast had tentoongesteld zou
Bets de gelukkigste vrouw ter wereld zijn ge
weest.
„Wat zeg je daarvan, Peter? Men draagt
weer reiger!" begon Bets en bleef vol verba
zing voor een gelen reigerhoed staan. „Wie
had dat gedacht, dat men ooit nog reigers
dragen zou? Zeg, Peter, weet jij wat dat voor
j o u beteekent? Een groot geluk! En waar
om? Omdat ik een spaarzame vrouw ben en
mijn kroonreigers opgeborgen heb! Bekijk
dien schitterenden gelen hoed nu eens pre
cies zóó laat ik m'n reigers opzetten dat
wil zeggen, eigenlijk wat denk je, Peter, zou
dat de moeite waard zijn? Ik bedoel ben je
niet veel goedkooper uit als je meteen dezen
gelen hoed koopt zooals hij is? Als ik m'n
eigen reigers gebruik moeten we het model
betalen en de voering, èn m'n reigers moeten
geel geverfd worden, en nieuwe reigers zou ik
ook noodig hebben, want m'n oude reigers zijn
al erg versleten, die zouden we er dus alleen
maar zoo tusschen kunnen steken, maar als
dan de kleur niet heelemaal overeenkomt
neen, Peter, dat kost een vermogen, wij móé
ten sparen, laten we liever meteen dien gelen
hoed koopen. Je houdt toch van geel, je bent
toch dol op groote hoeden, ik wil je graag het
plezier doen en hem voor je dragen. Ja, Peter?
En Peter kocht den gelen hoed.
Want hij was inderdaad mooi en iets aparts
En toen Bets en Peter 's avonds samen uit
gingen, trok zij al die mooie dingen aan. De
groene schoenen, de roode japon en den gelen
hoed. En Peter, die naast haar op het café
terras zat, verbaasde zich erover, dat die an
dere vrouwen er eigenlijk veel eleganter uit
zagen, hoewel zij slechts eenvoudige bruine
schoenen, een even eenvoudige bruine japon
en een eenvoudigen bruinen hoed droegen
Maar Peter hield met één ding geen rekening
en wel, dat een man daarvan tóch geen ver
stand heeft.
(Nadruk verboden. Auteurs
rechten voorbehouden).
Hoe we van oud nieuw 1
Bolero op een »p
een paar jaar n,
Heel vaak komt het voor, dat we noe
„allergezelligst" jurkje in de kast hebben hi"
gen, dat we met zeer veel plezier en lane hl*
ben gedragen. Nu is het echter op verscheid!
plaatsen, vooral onder de armen, versleten
we bekijken het eens en hangen het met
zucht weer weg.
Dit behoeft echter niet, indien we er ppd h
lerotje bij maken. r een bo*
We kiezen dit practische jasje in
tint, bijv. op een zwart japonnetje eenjasie in
groen, rood, zwart en wit ruitje.
Onze bolero heeft groote revers, dip van au
teren doorloopen in een opstaand boordje- 3»
mouwtjes zijn geheel glad.
Leuk, vindt u niet?
NIEUWE UITGAVEN.
„Viert Vroolijk Feest" heet het boekje van Li?
Byrdal, bewerkt door mevr. Lotgering uitee
geven bij v. Holkema en Warendorf, dat ons
wil leeren hoe we als gastvrouw het onzen
gasten het meest naar den zin kunnen maken
Nu, als wij dit boekje in groote trekken als
richtsnoer nemen, zullen onze gasten het puik-
best bij ons hebben, zoowel wat de maaltijden
betreft er staan veel recepten in als alle
bijkomstige dingen die de taak der gastvrouw
zijn.
Maar arme gastvrouw, wat zul je het druk
hebben, arme dienstbode-alleen, hoe kom je
nog klaar, „arme Marie"! zegt het boekje
zelf van dit meisje in een helder oogenblik.
(Bladz. 40).
Al deze voorbereidingen al deze aardige be
denksels om iets bijzonders te presteeren, zijn
op papier uitvoerbaar, in een gezin met één
dienstbode, maar in de praktij k moet er min
stens personeel zijn van drie vrouwen st
of een paar handige, volwassen dochters.
Wil mevrouw het inderdaad met Marie samen
doen, reken er dan maar op, dat ze als ga
vrouw constant wip-van-'t stoeltje doet,
zal moeten dienen, enz.
Neen, erg practisch vind ik het geheel niet
wie heeft gelegenheid om in haar zomer
huisje daverende fuiven te geven; welke gasten
voelen zich behagelijk bij een met raffinement
opgezet fuifje, waar de gastvrouw in een ope-
rette-achtig boerinnecostuum en de gastheer in
kokskleedij verschijnt? Welke gastvrouw heeft
gelegenheid om haar kamers voor een enkel
feestje met toepasselijke spreuken te behan
gen, alles te versieren, en de meubelen geheel
anders op te stellen, en waarom moeten wij
gewonnen worden voor allerlei kunstmatige ta
felversieringen, terwijl de natuur ons altijd wel
wat moois biedt?
Alleen de gastvrouw met ervaring zal uit dit
boekje nog wel aardige dingen kunnen halen,
recepten, bijzonderheden die zij kan toepassen;
maar het onervaren jonge vrouwtje moet niet
denken dat dit boekje haar in alle opzichten
helpen kan, alleen veel hulp, een dikke beurs
en veel ervaring zullen op deze wijze vroolijk
feest kunnen vieren.
Verschenen zijn van Neveda-wol: Wolmode
voor handgebreide wollen kleeding en voor ba-
bygoed, nos. 27 en 26, beide met veel afbeeldin
gen en beschrijvingen.
Leuke pyjama voor kleine
zus
Onze succesvolle serie van ideetjes om van
oud nieuw te maken zetten we vandaag voort
met een allerliefste kinderpyjama.
Uit onze pyjama, die op sommige plaatsen
dun wordt, kunnen we nog best een slaaPc™*
tuumpje voor zus maken. Natuurlijk zorgen
dan, dat de slechte plekken uitvallen.
blousje wordt in kimonomodel geknipt; fl-w
mouwtjes aangeknipt aan 't blousje. Een kraagj
wordt er op genaaid en de onderkant der piJPJ
wordt in dezelfde kleur afgebiesd.
Ook de knoopen worden in deze tint geK
KLEINE TIPS VOOR DE HUISVROUW.
Ook het koperpoetsen is een heel wenj
We kunnen dit zooveel mogelijk voorli0"]^;
le. Door het goed uit te poetsen, waarcoo
het langer schoon blijft.
2e. Door het op een droge plaats te
waren- Li,,»
3e. Door het zoo min mogelijk in aanratu
te laten komen met zuren, vetten en zoute
4e. Door het nu en dan met kokend wa
te overgieten en daarna goed op te wni
5e. Door 't van tijd tot tijd met t
te nemen.