B WIE BREIT ER MEE? KORT VERHAAL Herfststemming j i ^1 MENU VAN DE WEEK Recept en VRTTDAG 14 OCTOBER 1938 Over den grooten verkeersweg hangt een waas van regen, het motregent, het motre gent hard, het motregent vet zooals dat heet. De landerijen liggen aan den eenen kant in een mist van grauwe regenslierten, aan de andere zijde loopt de spoorbaan gelijk op met den weg en de rails glimmen grauw van het water. De wind giert om de auto, die met een stage snelheid den langen, stillen weg zonder boch ten onder zich laat wegschuiven. De passa giers in dat kleine, zich vlug verplaatsende kamertje zien niet veel daarbuiten door de zwaar beregende ruiten, maar zij ontdekken toch wel de hardzwoegende fietsers op het pad naast den weg, die drijfnat en ademloos meter voor meter verder worstelen. Zullen zij afstappen? Maar dat geeft immers niets de weg is nieuw er staan geen huizen langs, ner gens valt beschutting te ontdekken. Loopen beteekent: er nóg langer over doen en nat worden zij toch; de bui afwachten heeft geen zin, de hemel is dikgrauw zoover 't oog reikt, waardoor er ook weinig kans op verbeterin, in het vooruitzicht is. De jonggeplante boompjes langs den weg hebben het zwaar te verantwoorden, ook al hebben zij een stevigen steun, en er zijn er al verscheidene die den metalen band waarmee ze aan hun steun zijn vastgebonden, hebben losgerukt, en nu onderdanig buigend iedere windvlaag een ietwat overdreven eerbewijs brengen. De koeien staan bij elkaar in de luwte van de boerderijen; het is nog te vroeg voor het melken, maar zij hebben de beschutting voor zoover mogelijk opgezocht, de boer zal ze straks niet bij elkaar behoeven te drijven. Verderop loopt de weg langs een breed vaarwater, waarvan de golven met witte kop pen tegen den oever klotsen. Het kleine stadje is triest en nat: in het overdekte hal letje van de bioscoop op den hoek staat de jeugd in groepjes bijeen, de straat is verla ten, glimmend van regen, troosteloos. Over het marktplein giert de wind maar daar brandt licht, dat ziet er feestelijk uit, veel gekleurde lampjes, een drom menschen ervoor, een circus! Het front van klatergoud met het feest van de lampjes overstemmen de triestheid van storm en regen, het circus geeft afleiding op dezen regendag, er zijn grappen te hooren, er is veel moois te bele ven. En daarom maakt het goede zaken op deze middagvoorstellingen. Slierten kinderen worden, ordelijk geleid door een agent met vaderlijke allures, stuk voor stuk door de controle gelaten, volwasse nen schuifelen na hen naar binnen, flarden schetterende, muziek dringen naar buiten op het marktplein door, waar opeens regen en wind een zeer schamel en ondergeschikt rol letje zijn gaan spelen. De weg naar huis voert over een smal, laag dijkje tusschen breede slooten door: water van boven, water van onderen, wat een wa terland! In het slaperige dorpje waar de afvallende bladeren een dollen heksendans uitvoeren noodigt het dorpscafé uit tot een verkwik king. De gelagkamer is somber, de kachel brandt er nog niet, daarvoor is het nog te vroeg in het boerenland, het is er kil en muf van tabaksrook en slecht luchten De wind steekt nog meer op daar breekt de lucht, een valsch zonnetje kijkt tusschen stormachtige gele en zwarte wolken door, de avond zal nog droog wordentien minuten later is alles weer grauw en egaal-grijs, de regen striemt weer de ruiten, de fietsers zwoegen in den storm, October waar blijven je mooie, stille zonnige dagen met de pikante atmosfeer van glorie die vergaat! E. E. J.—P. Wat is liefde? Enkele definities van bekende man nen en vrouwen. Bent u het ermee eens? Het egoïsme van twee menschen. (Bouffleurs). Een stormachtige handelszaak, die steeds met een bankroet eindigt. (Chamfort). Een ik weet niet wat, dat komt van ik weet niet waar en eindigt ik weet niet hoe. (Mile de Saudéry). De sterkste van alle hartstochten, omdat fcij tegelijkertijd het hoofd en het hart over meestert. (Voltaire). De voornaamste bezigheid van den leeglooper, ontspanning voor den krijgsman en de klip, waarop de vorsten stranden. (Napoleon) Een verovering voor een alledaagsch mensch; een offer voor een hoogstaande ziel. (Custine) De levensgeschiedenis van de vrouw een episode voor den man. (Mme de Staël) Twee zijn en één zijn; een man en een vrouw die samensmelten tot een engelengestalte: de hemel zelf. (Victor Hugo). Dat onbegrijpelijke iets, dat ons eerst vleugels geeft om ons daarna te knevelen. (D. Smith). De gelegenheid om elkaar zooveel mogelijk verdriet te doen. (Sainte-Beuve). Een ongeluk! (Coulangheon). De schoonheid van het leven. (Marcelle Tinayre) Een wonder (Emile Zola) HET DORP DER BLINDEN. Honderd kilometer ten Noorden van Belgrado ligt Veternik, het dorp der blinden. Het werd indertijd door den later vermoorden koning Alexander in 1923 gesticht ten behoeve van soldaten, die in den wereldoorlog blind waren geworden. Iedere blinde soldaat kreeg acht morgen land, een koe, wat schapen en varkens en een vrouw. Merkwaardig en ontroerend was, dat zich na een oproep in de couranten driemaal zooveel bruidjes voor de soldaten aanmeldden als er noodig waren; verreweg de meeste waren knap pe, flinke meisjes. De koning koos zelf de bruidjes uit. Hij zei tot de soldaten: „Hier is een goede vrouw voor je" en tot de meisjes: „Hier is je man". Geen enkel meisje weigerde, het huwelijk 'aan te gaan. Het doi-p der blinden ontwikkelt zich voor spoedig. Met zestig gezinnen is het begonnen en nu telt het reeds driehonderdzestig. De lande rijen worden keurig verzorgd en het dorp heeft het hoogste geboortecijfer in het heele land. Nu, na vijftien jaar heeft elk gezin ge middeld 7 kinderen. Allerliefst jurkje voor een kleine dame Dit allerliefste jurkje voor een meisje van 4 tot 5 jaar zal wel vele nijvere handen aan het breien zetten. Wij hebben noodig 200 Gram aardbei-roode frottézijde of frottéwol, voorts wat witte en blauwe zijde of gewone zephirwol voor de gar neering en als naalden 2 aluminium naalden no. 2/2. Volgens het geteekende motiefje wordt het jurkje grootendeels gebreid; zoowel aan de joede als aan de verkeerde zijde komt dit neer op 3 recht 1 averecht, echter met dien ver stande, dat de steken op een dergelijke wijze boven elkaar komen te staan, dat er over het breiwerk schuin oploopende lijnen komen van averechte steken op een gladden achtergrond. Bij de eerste vier naalden moet dit even nauwkeurig aan de hand van het werk- schema'tje begonnen worden, doch verder wijst de weg vanzelf en breien we het automatisch goed. Voorts wordt dan nog gebruik gemaakt van de steek 1 recht 1 averecht, dit voor pols boordjes en bovenstukjes van het jurkje. Voor den voorkant van het jurkje worden 144 st. opgezet en in steek no. 1 gebreid in steeds dezelfde breedte. Is het breiwerk 38 cm. hoog, dan worden elke derde en vierde steek van de eerstvolgende naald tezamengebreid om aan de eigenlijke wijdte van het jurkje toe te komen. In steek no. n (1 r. 1 av.) gaan wij dan verder en hebben wij hierin een hoogte van 3 cm. bereikt, dan moeten aan weerszijden van de naald steken afgekant worden voor de armsgatuitsnijdingen en wel eerst 4 st. tegelijk en daarna nog eens twee maal 2 st. Voort gaat het dan weer, totdat de armsgatuitsnij dingen 5 cm. lang zijn. In het midden van het werk worden dan 2 st. afgekant, zoodat we verder moeten breien in twee deelen. Aan de zijde van de splitsing wordt nu steeds aan het begin van iedere naald 1 st. afgekant, tot het werk niet meer dan 24 st. telt. Is het armsgat dan 13 cm. hoog, dan kanten wij ook deze af en gaan met de andere helft op dezelfde wijze te werk. De rugzijde van het jurkje geeft ons geen enkele moeilijkheid meer. integendeel, het breiwerk wordt vereenvoudigd, doordat wij er geen halsuitsnijding in behoeven aan te bren gen. Is het werk 54 cm. hoog, dan worden dus alle steken tegelijk afgekant. Voor de mouwtjes worden 54 st. opgezet en eerst 6 cm. in steek II gebreid, waarna we verder gaan in de andere steek. Echter moet dan tevens aan beide zijden van het werk ge meerderd worden en wel na elke centimeter hoogte 1 steek. Is het mouwtje 28 cm. lang, gerekend van het opzetsel af, dan worden aan beide zijden eerst 3 st. en daarna nog eens twee maal 2 st. afgekant. Aan het eind van iedere naald worden nu vervolgens de twee laatste steken tezamengebreid, tot er niet meer dan 20 st. op de naald staan. I11 één keer worden deze dan allen tegelijk afgekant. Het kraagje rest ons dan nog en hiervoor worden 108 st. opgezet, welke in steek no. I 7 cm. hoog worden gebreid. Echter wordt aan beide zijden van het werk gedurende de eerste 3 cm. bij elke naald 1 st. geminderd door de twee buitenste steken samen te breien, terwijl in de naalden na dit gedeelte steeds 2 st. te gelijk aan iedere zijde worden weggewerkt, is 't kraagje 7 cm. hoog, dan kanten we ook de rest af. Het breiwerk is dan klaar en thans kunnen wij alle stukjes in elkaar zetten. Bovenaan het rokje worden over de laatste 3 c.M., die nog in steek no. I gebreid zijn, verticale plooitjes gevouwen, die aan de binnenzijde vastgezet worden. Met de witte en de blauwe wol of zijde worden nu twee rijen groote kruissteken aan gebracht, zooals de foto aangeeft, afwisselend van kleur. Ook het kraagrandje wordt zoo bewerkt, terwijl dit dan tevens nog in vasten omgehaakt wordt. Een al of niet royale zoom wordt onderaan het rokje tegengelegd en on zichtbaar vastgezet, terwijl de mouwtjes een modern coquet „kopje" krijgen door de wijdte, die we er speciaal voor ingebreid hebben. Wij leggen het jurkje vervolgens met de verkeerde zijde naar boven onder een vochtigen doek en ersen het met een niet te heeten bout op; derdoor lijkt het breiwerk nog eens zoo mooi en ook het borduurwerk zal beter tot zijn recht komen. VOORKANT, Zó Si JA. J T 38 MOUW kraa hz T 36 Jo breimotief '■II 1 steek recKts 1 r' averechts (aan de goede zijde) Zondag: Kalf slappen Macaronisehelpen met Postelein ham en kaas Aardappelen Roastbeef Flensjes Stoofperen Donderdag: Aardappelen Gehakt Mokkapudding met Zoete appelen slagroom Aardappelen Maandag: Griesmeelschotel Koude roastbeef Vrijdag: Andijvie Gekookte schelvisch Aardappelen Worteltjes Rijst met krenten, Botersaus boter en suiker. Aardappelen Dinsdag: Gebraden appelen Hutspot Zaterdag: Klapstuk Vischkoekjes van Vanillevla met resten schelvisch bitterkoekjes Aardappelen Woensdag: Kropsla. Groentesoep Ketelkoek VEGETARISCHE MENU'S. 1. Bloemkoolsoep. 2. Bruineboonensoep Gebakken aardappelen Gebakken aubergines Rauwkostschotel met bruine boter Grutjes in karnemelk Aardappelen Rijst met bessensap 2. Bruineboonen met 4. Champignonsoep tomatensaus Aardappelkoekjes. Aardappelen Andijvie au jus Kropsla Gevulde beschuit- Gebakken grutjes bollen. Mokkapudding niet geslagen room. (6 a 8 personen) Benoodigdhedeny2 L. slagroom. 1 d.L. sterk koffie-extract, 100 gr. suiker, 10 gr. witte gela tine. Bereiding; De gelatine in koud water wee ken. Daarna oplossen in het verwarmde kof fie-extract en ook de suiker hieraan toevoe gen. De room stijf kloppen en het koffie- extract er doorroeren als dit wat afgekoeld is. De massa onder af en toe roeren geleiachtig laten worden en in den vorm doen, die met wat olie ingesmeerd is. Deze pudding opdienen zonder saus. Naar verkiezing garneeren met wat stijfgeklopte room, die met de boterspuit er om heen ge spoten kan worden. Rose pudding (6 a 8 personen.) Benoodigdheden: Sap van 3 citroenen, IV2 d.L. water, 100 gr. suiker, 14 gr. roode ge latine, y2 L. slagroom, 1 ons geconfijte vrucht jes. Bereiding! De gelatine in koud water wee ken, daarna oplossen in de 1 Va di. water. Het citroensap en de suiker toevoegen en als deze gesmolten is, het mengsel bij de stijf geslagen room gieten. De vruchtjes in de helft snij den, door de puddingmassa roeren en als ze niet meer zakken alles overdoen in een vorm die met wat olie vet gemaakt is. De pudding stijf laten worden, keeren en naar verkiezing garneeren met wat room en vruchtjes. Vischkoekjes (6 stuks) Benoodigdheden: Resten visch (plm. 3 ons zonder graat) ,30 gr. oud brood, 1 ei, peper, zout, noot, gehakte peterselie, 30 gr. boter, paneermeel. Bereiding: De overgebleven visch van vel len en graat ontdoen en in kleine stukjes ver- deelen. Ze vermengen met het brood dat in wat melk geweekt is, het ei, de kruiden, zout en gehakte peterselie. De massa moet vrij ste vig zijn. Is dit niet het geval, dan een fijnge maakte beschuit er doorroeren. Van het meng sel 6 balletjes maken, deze wat plat slaan en ze paneeren. In boter in de koekepan bruin bakken. Beschuitbollen, gevuld met abrikozen. Benoodigdheden: 6 beschuitbollen, 1V2 ons abrikozen, pl.m. 75 gr. suiker, sago, 2 lepels boter. Bereiding: De abrikozen wasschen met lauw water, 24 uur met de helft van de suiker laten weeken. Het vocht er af gieten en dit met wat sago binden. Van de beschuitbollen een kapje afsnijden, het kruim er uitnemen en de abrikozen er in leggen. Een klein beetje van het sap er op gie ten, maar oppassen, dat de bollen van binnen niet te nat worden. De dekseltjes er weer op leggen, en de bollen aan alle kanten met ge smolten boter insmeren. Een paar lepels suiker er over strooien. Ze daarna op een bakblik leggen en in een tamelijk warmen oven zetten, tot ze van bo ven bros aanvoelen. Ze warm opdienen. Inplaats van met gestoofde abrikozen kun nen de beschuitbollen ook gevuld worden met tamelijk dikke appelmoes, óf met appelmoes met krenten en rozijnen, die gelijk met de ap pelen meegekookt worden, óf met pruimen compote. Lievelingsspijzen van groote mannen Meestal geven de groote genieën der mensch- heid niet veel om eten en drinken en beschou wen ze het stillen van den honger als een zuiver physieke zakelijke aangelegenheid. De groote denker en dichter Goethe vormt hierop een uitzondering. Hij stelde bijzonder veel prijs op een goede keuken, had een hekel aan zuurkool en hield van fijne schotels. Zijn voorkeur ging naar forel, kreeft, artisjokken as perges, leeuwerikken en versch rookvleesch. Van alle groenten hield hij 't meest van bloem kool. Schiller daarentegen leefde bijzonder eenvou dig. Zijn hoogst ideaal op culïnar gebied was rauwe ham. Beethoven gaf ook al heel weinig om tafel genot, hij kon echter in verrukking raken over gekookte of gebraden visch en hij vergat ook nooit, dit aan zijn vrienden voor te zetten. Ook zond hij dikwijls bij feestelijke gelegen heden een mooie visch bij wijze van geschenk. Deze voorkeur had hij overigens gemeen met de Noorsche dichters Strindberg en Ibsen. Ibsen's lievelingsgerecht was gekookte kabeljauw met boter. En ook Strindberg kon bij de geneugten van een goeden visschschotel menigmaal zijn be rucht pessimisme vergeten. Van Schopenhauer is bekend, dat hij geen bepaalde lievelingsgerechten had; hij at echter steeds goed en veel. Kant daarentegen was bui tengewoon sober in 't gebruik van spijs en drank. Een schotel linzenbrei en wat gekookt fruit "was voor hem al een weelde. Merkwaar dig is, dat ook Lessing zwoer bij linzen: dit ge recht mocht geen dag op zijn tafel ontbreken. Onder zijn landgenooten, die meestal nogal fijnproevers zijn, valt Napoleon op als buiten gewoon eenvoudig in zijn etenskeus. Hij had op dit gebied maar één hartstocht: gebraden worst en hierin trok hij één lijn met het muziekgenie Johann Sebastian Bach. Mooie Kleeren door T. van Munster. ETS was een klein, verwend vrouwtje. Dagelijks had ze een nieuwen wensch. En Peter vervulde dien dan. „Oh, Peter alsjeblieft, Peter kijk eens, Peter deze verrukkelijke schoe nen! Neen, hoe bekoorlijk! Tjonge, hoe ver rukkelijk! Een droom, eenvoudig 'n droom! Krokodilschoenen, groene krokodilschoenen! Zeg Peter, heb jij wel eens een groene kroko dil gezien? Die moet er toch betooverend uit zien! Zien die schoenen er ook niet betoove rend uit. Zijn ze niet verrassend, bedwelmend, verwarrend, doddig mooi? Toe, Peter lieve, goede Peter ik zal nooit, nóóit meer iets vragen, alleen nog die schoentjes ik zal er schattig mee uitzien, Peter! Ja, Peter?" En Peter kocht die groene schoenen. Want ze waren inderdaad mooi en iets aparts. Drie huizen verder was een modezaak. Oogenblikje, Peter!" zei Bets, „ik wil alleen maar even kijken nee, heusch, alleen maar kijken wat zeg je van die avondjapon? niets, nietwaar. Je bent even sprakeloos als ik. Dat is wel het allermooiste wat ik in m'n heele leven heb gezien. Daarvan blijft je hart gewoon stil staan, 'n Vuurroode avondjapon. En hoe die witte stipjes naar beneden glijden! En de stofKijk toch die stof eens aan, Pe ter! Het nieuwste van het nieuwste! Crêpe Soleil! Zonne-crêpe! Wat mooi klinkt dafc. wat een vreugde ademt het uit! Laten we ver der gaan, Peter, je kunt het toch niet voor me koopen. Véél te duur voor zoo'n kleine be scheiden Bets, zooals ik. Ik zou m'n geluk niet aan kunnen, als ik er alleen maar eens inkroop. Wie zal dat nu toch dragen? Ooooh, Peter, ik huil, zie je die traan, Pe ter? Ik ben toch zóó ongelukkig, zoo vréése- lijk ongelukkig, Peter, omdat ik die japon niet dragen mag; wat heb je eigenlijk tegen die japon, Peter? Rood staat me toch zooooo goed! En ik zweer je, Peter, ik zal je nooit, nóóit meer om iets smeeken ooh, Peter, lieve, goede Peter ja, Peter? En Peter kocht de roode japon. Want ze was inderdaad mooi en iets aparts. Als niet toevallig een hoedenwinkel zijn hoedjes vlak er naast had tentoongesteld zou Bets de gelukkigste vrouw ter wereld zijn ge weest. „Wat zeg je daarvan, Peter? Men draagt weer reiger!" begon Bets en bleef vol verba zing voor een gelen reigerhoed staan. „Wie had dat gedacht, dat men ooit nog reigers dragen zou? Zeg, Peter, weet jij wat dat voor j o u beteekent? Een groot geluk! En waar om? Omdat ik een spaarzame vrouw ben en mijn kroonreigers opgeborgen heb! Bekijk dien schitterenden gelen hoed nu eens pre cies zóó laat ik m'n reigers opzetten dat wil zeggen, eigenlijk wat denk je, Peter, zou dat de moeite waard zijn? Ik bedoel ben je niet veel goedkooper uit als je meteen dezen gelen hoed koopt zooals hij is? Als ik m'n eigen reigers gebruik moeten we het model betalen en de voering, èn m'n reigers moeten geel geverfd worden, en nieuwe reigers zou ik ook noodig hebben, want m'n oude reigers zijn al erg versleten, die zouden we er dus alleen maar zoo tusschen kunnen steken, maar als dan de kleur niet heelemaal overeenkomt neen, Peter, dat kost een vermogen, wij móé ten sparen, laten we liever meteen dien gelen hoed koopen. Je houdt toch van geel, je bent toch dol op groote hoeden, ik wil je graag het plezier doen en hem voor je dragen. Ja, Peter? En Peter kocht den gelen hoed. Want hij was inderdaad mooi en iets aparts En toen Bets en Peter 's avonds samen uit gingen, trok zij al die mooie dingen aan. De groene schoenen, de roode japon en den gelen hoed. En Peter, die naast haar op het café terras zat, verbaasde zich erover, dat die an dere vrouwen er eigenlijk veel eleganter uit zagen, hoewel zij slechts eenvoudige bruine schoenen, een even eenvoudige bruine japon en een eenvoudigen bruinen hoed droegen Maar Peter hield met één ding geen rekening en wel, dat een man daarvan tóch geen ver stand heeft. (Nadruk verboden. Auteurs rechten voorbehouden). Hoe we van oud nieuw 1 Bolero op een »p een paar jaar n, Heel vaak komt het voor, dat we noe „allergezelligst" jurkje in de kast hebben hi" gen, dat we met zeer veel plezier en lane hl* ben gedragen. Nu is het echter op verscheid! plaatsen, vooral onder de armen, versleten we bekijken het eens en hangen het met zucht weer weg. Dit behoeft echter niet, indien we er ppd h lerotje bij maken. r een bo* We kiezen dit practische jasje in tint, bijv. op een zwart japonnetje eenjasie in groen, rood, zwart en wit ruitje. Onze bolero heeft groote revers, dip van au teren doorloopen in een opstaand boordje- 3» mouwtjes zijn geheel glad. Leuk, vindt u niet? NIEUWE UITGAVEN. „Viert Vroolijk Feest" heet het boekje van Li? Byrdal, bewerkt door mevr. Lotgering uitee geven bij v. Holkema en Warendorf, dat ons wil leeren hoe we als gastvrouw het onzen gasten het meest naar den zin kunnen maken Nu, als wij dit boekje in groote trekken als richtsnoer nemen, zullen onze gasten het puik- best bij ons hebben, zoowel wat de maaltijden betreft er staan veel recepten in als alle bijkomstige dingen die de taak der gastvrouw zijn. Maar arme gastvrouw, wat zul je het druk hebben, arme dienstbode-alleen, hoe kom je nog klaar, „arme Marie"! zegt het boekje zelf van dit meisje in een helder oogenblik. (Bladz. 40). Al deze voorbereidingen al deze aardige be denksels om iets bijzonders te presteeren, zijn op papier uitvoerbaar, in een gezin met één dienstbode, maar in de praktij k moet er min stens personeel zijn van drie vrouwen st of een paar handige, volwassen dochters. Wil mevrouw het inderdaad met Marie samen doen, reken er dan maar op, dat ze als ga vrouw constant wip-van-'t stoeltje doet, zal moeten dienen, enz. Neen, erg practisch vind ik het geheel niet wie heeft gelegenheid om in haar zomer huisje daverende fuiven te geven; welke gasten voelen zich behagelijk bij een met raffinement opgezet fuifje, waar de gastvrouw in een ope- rette-achtig boerinnecostuum en de gastheer in kokskleedij verschijnt? Welke gastvrouw heeft gelegenheid om haar kamers voor een enkel feestje met toepasselijke spreuken te behan gen, alles te versieren, en de meubelen geheel anders op te stellen, en waarom moeten wij gewonnen worden voor allerlei kunstmatige ta felversieringen, terwijl de natuur ons altijd wel wat moois biedt? Alleen de gastvrouw met ervaring zal uit dit boekje nog wel aardige dingen kunnen halen, recepten, bijzonderheden die zij kan toepassen; maar het onervaren jonge vrouwtje moet niet denken dat dit boekje haar in alle opzichten helpen kan, alleen veel hulp, een dikke beurs en veel ervaring zullen op deze wijze vroolijk feest kunnen vieren. Verschenen zijn van Neveda-wol: Wolmode voor handgebreide wollen kleeding en voor ba- bygoed, nos. 27 en 26, beide met veel afbeeldin gen en beschrijvingen. Leuke pyjama voor kleine zus Onze succesvolle serie van ideetjes om van oud nieuw te maken zetten we vandaag voort met een allerliefste kinderpyjama. Uit onze pyjama, die op sommige plaatsen dun wordt, kunnen we nog best een slaaPc™* tuumpje voor zus maken. Natuurlijk zorgen dan, dat de slechte plekken uitvallen. blousje wordt in kimonomodel geknipt; fl-w mouwtjes aangeknipt aan 't blousje. Een kraagj wordt er op genaaid en de onderkant der piJPJ wordt in dezelfde kleur afgebiesd. Ook de knoopen worden in deze tint geK KLEINE TIPS VOOR DE HUISVROUW. Ook het koperpoetsen is een heel wenj We kunnen dit zooveel mogelijk voorli0"]^; le. Door het goed uit te poetsen, waarcoo het langer schoon blijft. 2e. Door het op een droge plaats te waren- Li,,» 3e. Door het zoo min mogelijk in aanratu te laten komen met zuren, vetten en zoute 4e. Door het nu en dan met kokend wa te overgieten en daarna goed op te wni 5e. Door 't van tijd tot tijd met t te nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8