E HET vrije tijd probleem Over hoorspelen en het lesrooster Bij de Arabische rebellen. IS GEEN PROBLEEM VOOR Dr. P. H. SCHRöDER De beste manier om van werken uit te rusten is een ander werk te gaan doen EN van de middelen om de werkloos heid te verminderen is: verkorting van den arbeidsduur. En dat is lang niet bet slechtste middel want het t nieuwen arbeid en het maakt andere fSers niet broodeloos. het heeft een na- of voordeel, al u het noemen wilt Het veroorzaakt veel Da|en tijd- Dit is een van de redenen waarom fvrije tijd-probleem zoo actueel is. n wilt dus nu iets hooren over iemand, die f ii ViopnViilrf rlnn 1, St °al£ hij dien tijd" nuttig kan beste- den zouden u en ik dan achter kunnen meer vrijen tijd beschikt dan u, Overdag in de les.... blijven? We gaan daarom naar den man, die bonze moderne maatschappij over den mees- aen vrijen tijd beschikt. Naar den leeraar. En. laten we er ter vermijding van misver standen onmiddellijk bijvoegen, hij is ook ée man die den meesten vrijen tijd verdient. Want wat is lastiger en verantwoordelijker aan jonge menschen opvoeden? Maar genoeg. Volg mij in het heiligdom, des leeraar's studeerkamer en zwijg, want vóór u staat de autoriteit uit uw schooljaren: de leeraar. Hij glimlacht, doch onbemerkt be kruipt u dat vreemde, onbehagelijke gevoel, ve vroeger hadden als we onze les niet kenden en je wist de dwingende oogen van... doch komaan, verman u en treed i binnen. DUS u wilde weten hoe ik mijn vrijen tijd besteed, zegt dr. P. H. Schroder, leeraar Nederlandsch, terwijl ik mijn vloeiend- sten Hollandschen volzin prepareer. Ik breng het echter niet verder dan tot een schuchter- „Bent u niet bezig aan eenige nieuwe hoor spelen?" Doch gelukkig, het is voldoende. .Inderdaad, op het oogenblik ben ik, ge ïnspireerd op de serie „Zonderlinge Levens", in Haarlem's Dagblad verschenen, begonnen met een dergelijke serie voor de radio te bewerken. Zoo zullen o.a. de levensgeschiedenissen van Suter, Cartouche en Kaspar Hauser binnen kort te hooren zijn. Het worden meest korte hoorspejletjes van ongeveer 20 a 25 minuten Daar is momenteel de meeste vraag naar". Boe bent u eigenlijk tot het schrijven van hoorspelen gekomen?" „Het eerste hoorspel, dat ik op uitnoodi- ging van de A.V.R.O. schreef, ging over den Afsluitdijk"; bij het noemen van dezen naam herinnert de interviewer zich u ongetwij feld ook dat dit stuk, nu twee jaren ge- .eden een bijzonder groot succes was Daarna volgde een hoorspel over het Red- oingswezen. Om goed op de hoogte van de ma terie te komen ben ik toen 'n week-einde in Oostmahom geweest, 't ligt ergens in het oos- ien van Friesland vertelt dr. Schroder en hij lacht nog bii de herinnering. Schinper Toxo- peus, d e beroemde Toxopeus, heeft me toen op een paar tochten meegenomen. „Schrijft u niet het meest over historische onderwerpen?" „Dat is meestal uit opdracht, liever schrijf ik over dingen van hedendaagsche beteekenis. Je hebt dan veel meer gelegenheid om geluids effecten te maken. Vele hoorspelen gaan nog gebukt onder een te veel aan zuiveren tekst. Dat werkt lang dradig. In het begin voerde men heele too- neelstukken voor de radio op. Zoo ben ik zelf nog eens met de H.T.C. in Hilversum ge weest. „Hoe wordt dat geluid eigenlijk gemaakt", vraag ik, en ik hoop interessante bijzonder heden te hooren over Guus Weitzel, die met deksels van pannen rammelt en andere radio grootheden, die hun monden in de meest vreemde vormen trekken om het huilen van den wind na te bootsen. Neen, zegt de man die het weten kan, zoo gaat het niet. Ik krijg een kleur. De leeraar heeft geraden waarop ik vlas en ik krijg een visioen van spiekende jongens onder een proefwerk, die plotseling bemerken dat hun leeraar achter hen staat. Doch dr. Schroder gaat al weer verder. „Ja, dat was vroeger heel mooi, toen wreven ze twee halve kokosnooten tegen elkaar om paardengetrappel te imiteeren. Tegenwoor dig gaat het heel anders. Overal worden gra- mofoonplaten van opgenomen. Dan belandt alles bij den geluidsmixer, die een lange toonbank voor zich heeft met allerlei platen. Gelijk een cocktail wordt alles dan precies uit gemikt: vijf tellen een galoppeerend paard, twee tellen degengekletter en zoo maar door. Het hoorspel heeft geweldige voordeelen. Het is, evenals de film niet aan ruimte of tijd ge bonden. Toch kom je wel,eens voor vreemde problemen te staan. Zoo had ik in een hoor spel de volgende situatie: twee menschen houden een dialoog en zeggen: Dus dat is af gesproken, we zien elkaar om drie uur. Nu speelde deze dialoog zich af om 9 uur in den morgen. Hoe moest ik dus nu dien tijd over bruggen. Dat vraagstuk bezorgde me bijna slapelooze nachten. Tot ik op zekeren avond een hoorspel hoorde waarbij de held tot den schurk zei: Gij zult van avond om zeven uur sterven. Even later klonken er zeven kloksla gen en het was zeven uur. Eenvoudiger kan het al niet „Schrijft U ook geen boeken?" Inderdaad heb ik eenige boeken geschreven o.a. een over het studentenleven, ook eenige tooneelstukken zijn van mijn hand verschenen. Hoorspelen hebben echter op tooneelstukken veel voor. Ze worden eerder opgevoerd en je kunt er zoo ontzettend veel nieuwe dingen in schrijven. Het is een terrein, dat nog ongekende moge lijkheden biedt. „Om op onzen vrijen tijd terug te komen, is het niet zoo, dat veel menschen in hun vrijen tijd harder werken dan in hun arbeidstijd?" „Dat kan misschien wel eens voorkomen maar zeker niet in ons vak. Er is geen sprake van dat je er „de kantjes wel eens af zou kun nen loopen," Zoo gauw je dat doet ben je het contact met je klas kwijt. Ook voor je eigen moeilijkheden heb je geen tijd. De klas eischt een leeraar voor 100 pet. op en je wordt ge> dwongen je heelemaal te geven. „Vindt U niet, dat werk, dat je met pleizier doet, reeds een element van ontspanning in houdt?" „Inderdaad. Mijn vader heeft me eens een goeden raad gegeven, waarvan ik ondervon den heb dat ze juist is. Die raad was deze: De beste manier om van werken uit te rus ten is een ander werk te gaan doen". Tenslotte nog een kwestie, die zoo wel de ouderen als de jongeren zeer na aan het hart ligt. Krijgen de scho lieren tegenwoordig niet te veel huis werk, zoodat ze bijna weinig of geen vrijen tijd overhouden? Dit is des te vreemder, daar men in het practische leven door de invoering van efficiency tot steeds korteren werktijd en meer vrijen tijd komt?" „Naar mijn meening, zei dr. Schroder en dit antwoord zal zeker door vele ""en 's avonds bij de radio thuis, steeds weet dr. P. H. Schroder zijn leerlingen bezig te houden. H. B. S.-ers met instemming worden begroet en waarlijk niet door hen al leen, is het schoolprogramma inder daad overladen. De leeraren kunnen hieraan natuurlijk niets veranderen. Een bepaalde hoeveelheid stof moet nu eenmaal behandeld worden. Men gaat hierbij nog steeds te veel uit van de verkeerde stelling „Kennis is macht". Een middelmatige leerling met een conscentieuzen aanleg werkt zich over den kop. Van vrijen tijd is dan dik wijls geen sprake, ofschoon ik er aan den anderen kant niets op tegen heb, dat jongens en meisjes vroeg leeren flink aan te pakken, alleen, men moet het niet overdrijven. Dit is een onderwerp waarover dr. Schroder met vuur praat. Het lesrooster, de Nederland- sche-, de Latijnsche- en Grieksche taal, de Gymnasium-, de H. B. S.- en de Handelsschool opleiding, zij worden alle besproken. Zelfstan dig werken onder zelfstandige leiding, dat zou een oplossing zijn, en zoo de leerlingen en beter voor latere studie en beter voor het le ven opleiden, besluit dr. Schroder, en plot seling herinnert de heldere slag van een gangklok me aan den vrijen tijd, die deze Ne- derlandsche leeraar zoo uitmuntend weet te vullen. Daarom durf ik er niet langer beslag op te leggen. B. K. ZWEMMEN. MEJ. VAN FEGGELEN VEROVERT HAAR TWEEDE WERELDRECORD. Ragnhild Hveger ontneemt weer een wereldrecord aan Willy den Ouden. Uit Düsseldorf: Tijdens de internationale zwemwedstrijden, welke Woensdagavond in het stedelijk zwembad aan de Kettwiger Strasse door de zwemvereeniging „Düssel dorf 1898" zijn georganiseerd, heeft onze landgenoote mej. Iet van Feggelen het we reldrecord over 200 Meter rugslag op haar naam gebracht door dezen afstand af te leg gen in 2 min. 40,6 sec. Het oude record stond sedert 17 April 1938 op naam van de Rotter- damsche zwemster Cor Kint met een tijd van 2 min. 41 sec., te Aarhuus gevestigd. Cor Kint zwom ook mee en eindigde als tweede in haar ouden wereldrecordtijd. Iet van Feggelen. Reeds op het eerste internationale num mer kwamen Iet van Feggelen en Cor Kint uit, o.a. tegen de Deensche zwemster Tove Brunstroem. Onmiddellijk gingen de beide Nederlandsche meisjes er in een hoog tempo tusschen uit en reeds na het eerste keerpunt lag Iet van Feggelen voor. Zij had de 50 me ter in 35,5 sec. afgelegd. Cor Kint volgde de IJ-zwemster onmiddel lijk. Mej. van Feggelen maakte over de 100 meter een tijd van 1 min. 16 sec. en bij het zesde keerpunt, na 150 meter, bedroeg haar tijd 1 min. 58 sec. Vlak achter haar zwom mej. Kint, maar door een fraaie eindspurt slaagde de soepel zwemmende Iet van Feggelen er in, haar te genstandster definitief terug te slaan. In den nieuwen wereldrecordtijd van 2 min. 40.6 sec. tikte zij als eerste aan. De oude wereldrecordhoudster evenaarde haar wereldrecord, terwijl de Deensche Brunstroem met een tijd van 2 min. 49,5 sec. belangrijk achter bleef. De drie tijdopnemers hadden hun chrono meters afgedrukt op resp. 2 min. 40,6 sec., 2 min. 40,6 sec. en 2 min. 40,5 sec. Natuurlijk heeft mej. Van Feggelen met deze prestatie ook het Nederlandsch- en het Europeesch record over dezen afstand op haar naam gebracht. Dit is thans het tweede wereldrecord van deze zwemster, die ook in het bezit is van het record op de 400 meter rugslag met een tijd van 5 min. 41.4 sec. op de borstcrawls nog 2 wereldrecords niet op haar naam, n.l. op de 100 meter en de 100 yards, welke nog in het bezit zijn van Willy den Ouden. Jopie Waalberg schijnt haar besten vorm weer te hebben gevonden. Zij legde Woens dagavond de 200 meter schoolslag af in 2 min. 58,6 sec., waardoor zij haar wereldrecord tot- op 1,7 sec. benaderde. De Europeesche kampioene, de Deensche Inge Soerensen, had geen kans tegen onze landgenoote; zij eindigde als tweede in 3 min. 3,9 sec. Precies een seconde later tikte de Duitsche zwemster Trude Wollschlaeger als derde aan. De Nederlandsche zwemsters Iet van Feg gelen en Jopie Waalberg kwamen verder nog uit op de 3x50 Meter wisselslag-estafette. Mej. Van Feggelen nam den rugslag voor haar rekening. Jopie Waalberg den school slag en de Düsseldorfsche zwemster Driever den borstcrawl. Als tegenstandster fungeer de een Deensche ploeg, bestaande uit Ragnhild Hveger, Inge Soerensen en Eva Arndt. De gecombineerde ploeg won, dank zij den voorsprong, dien de dames Van Fegge len en Waalberg vóór mej. Driever nalieten, met een verschil van 1,2 sec. in den tijd van 1 min. 45 sec. Ragnhild Hveger. Ragnhild Hveger's veertiende wereldrecord. Nu mej. Van Feggelen een nieuw wereldre cord gevestigd had, kon Ragnhild Hveger toch moeilijk achterblijven. Zij bracht het veertiende wereldrecord op de borstcrawl op haar naam. Zij legde de 220 yards af in 2 min. 25,9 sec. Het oude wereldrecord stond op naam van Willy den Ouden met een tijd van 2 min. 27,6 sec., gevestigd op 5 Mei 1934 te Dundee. De prestatie van de Deensche zwemster is des te fraaier, omdat zij alleen over de baan ging. Zij legde de 51.08 meter af in 31.8 sec. en de 102.16 meter in 1 min. 8,4 sec. Zij heeft De Duitsche bezetting van het Sudetenland. „Onthullingen" over het aanvankelijke plan tot den opmarsch. Het D.NJB. meldt: De Duitsche pers publiceert een onderhoud, dat de lei der van de persafdeeling van het op percommando der weermacht, majoor Von Wedel heeft gehad met den leider van den draadloozen dienst Fritsch over de bezetting van het Sudeten gebied door het Duitsche leger. Majoor Von Wedel heeft medegedeeld, dat de vijf legergroepen, welke het Sudeten gebied zijn binnengerukt, bestonden uit tien leger korpsen of ongeveer dertig divisies. De helft van deze divisies waren gemotoriseerde divi sies of pantserdivisies. Bovendien nam de luchtmacht aan den opmarsch deel met onge veer vijfhonderd toestellen. Dit was slechts een deel van hetgeen de luchtmacht gereed had staan en had kunnen inzetten bij een ge wapende verwikkeling. De luchtdoelartillerie had honderden batterijen met duizend stuk ken geschut van alle kaliber rondom de gren zen van Tsjeeho Slowakije in stelling ge bracht, zoodat een aaneengesloten ring van afweergeschut stond opgesteld. Ten aanzien van de Tsjechische vesting werken zeide majoor Von Wedel, dat deze zeer deskundig waren aangelegd. Volgens het oor deel van alle vaklieden was het totaal der vestingwerken evenwel nog lang niet gereed. De groote verdedigingswerken waren nog niet voltooid en veelal nog provisorisch bewapend. In geval van gewapende verwikke lingen waren aan Duitsche zijde be halve geschut van zwaarste kaliber en vechtwagens van verschillende groot te,, nog andere strijdmiddelen gereed om deze vestingwerken in korten tijd bul ten gevecht te stellen, de Tsjechische bezettingen van deze werken zouden hierdoor „vermurwd" zijn. Een zeer snel succes zou in ieder geval ver zekerd zijn geweest. De opmarsch was door nauwkeurig werk van den generalen staf zorg vuldig voorbereid. In het laatste oogenblik bleek evenwel noo« dig de voorbereide militaire actie te wijzigen in een vreedzame actie, zoodat essentleele deelen van het opmarschplan gewijzigd moes ten worden. Dit is in enkele uren tot stand gekomen,, zonder dat dit aanleiding was tot moeilijkheden, hetgeen gebleken is uit het verloop van het binnenrukken. EEN ONDERSCHEIDING VOOR KONRAD HENLEIN. De opperbevelhebber van het Duitsche leger, generaal von Brauchitsch, heeft den rijkscom missaris voor het Sudeten Duitsche gebied, Konrad Henlein, medegedeeld, dat hij hem wegens zijn verdiensten, bewezen tijdens de bevrijding van het Sudeten Duitsche gebied, met ingang van 1 November as. heeft be noemd tot reserve-majoor van een infanterie- regiment. De correspondent van de United Press te Jerusalem, Jacob Simon, schrijft: ÏK ben zoo juist teruggekeerd van een be zoek aan het hoofdkwartier van het Ara bische rebellen-leger in Noord-Palestina, waar de commandeerende chef Arif Ab- doel Razek mij persoonlijk verwelkomde. Op een prachtige grijze Arabische merrie gezeten, reed hij zijn dorp uit om mij, den eersten buitenlandschen journalist, die zijn hoofdkwartier bezocht, te begroeten. Deze mooie Arabische merrie, die aan Mr. Foot, vroeger dictrictscommissaris van Nabloes heeft toebehoord, is door de rebellen buit gemaakt. Abdoel Razek erklaarde, dat het paard door Emir Abdoellah van Transjor- danië aan Foot geschonken was. „Het is een Arabische merrie", zeide hij, „en ik kon de gedachte, dat een Engelschman haar be reed, niet verdragen". Abdoel Razek werd door de zich daar ver zamelde dorpsbewoners spontaan toegejuicht toen hij door het dorp deed. Dien namiddag was ik door twee Arabi sche vrienden uit het hartje van de Joodsche stad Tel-Aviv „afgehaald". Wij reden dooi de stad en staken de grens over naar Jaffa. Daar ontmoetten wij eenige andere lieden, die ons naar de heuvels zouden voeren om den leider der rebellen te ontmoeten. Iemand overhandigde mij een „kaffieh" het gedra peerde hoofddeksel der Arabieren en zeide mij het op te zetten, hetgeen ik met eenige hulp klaarspeelde, waarna een van mijn begeleiders de opmerking maakte, dat ik thans precies op „Lawrence of Arabia" leek Wij reden daarna naar den voet van de heuvels, daarbij de hoofdwegen waarop po litie en militairen patrouilleerden, vermij dend. Onderweg bespraken wij den Arabi- schen opstand en de vooruitzichten op een regeling van het gecompliceerde Palestijn- sche probleem. De Arabieren zijn van mee ning, dat zelfs een leger van 50.000 Britsehe soldaten niet voldoende zal «ijn om den Arabi- schen opstand te onderdrukken. Wij reden zoover als de puffende en bot sende auto ons over het smalle steenige paadje kon brengen. Hier stapten wij uit en leg den de rest van den weg naar het hoofd kwartier van Abdoel Razek te voet af. Na een paar kilometer geloopen te hebben kre gen wij de eerste teekenen te zien, die er op wezen, dat wij op het gebied der rebellen waren. Een enkele Arabier, in volksdracht met geweer en bandelier, kwam ons tege moet. Hij was een der „reservisten" of dorps bewoners, die slechts dienstdoen wanneer een detachement in de nabijheid van hun eigen dorp is. Zij zijn belast met de verde diging van den leider en met de toegangen tot diens hoofdkwartier te bewaken. Na een paar minuten was het rustige, vreedzame landschap volkomen getransformeerd. Over al uit de rotsen en olijfboomen kwamen ge weren te voorschijn. Eenige mannen sloten zich bij ons aan. Toen men hen verteld had, dat ik de gast was, die zij verwachtten, vormden zij een eerewacht en liepen fn dubbele rij voor mij uit. Een van mijn begeleiders was een lid van een welbekende Arabische familie in Palestina, die aan de Harvard Universiteit ge studeerd had. en beschreef mij de dingen die wij zagen. Wijzend op de mannen op de heu vels en op die welke voor mij liepen, zeide hij „Dat zijn reservisten, gemobiliseerd voor den tijd dat Arif in deze nabijheid verblijft Neen, die daar is een beroepssoldaat". „Die daar" was een geüniformeerdArabier, die op ons afkwam. Het was de eerste Arabier, die ik in khakipantalon en shirt zag, alhoewel men mij verteld had, dat de rebellen die droegen. Hij hield ons aan en onderzocht ons nauwkeurig, hij haalde alles uit mijn zak ken, inclusief filmrollen en mijn portefeuille, waarin vier banbiljetten van een pond zaten. Onwillekeurig dacht ik aan het woord „ban diet", dat soms voor rebellen wordt gebruikt. Mijn metgezel, die mijn gedachten scheen te lezen zeide echter: Wees niet bezorgd, u zult alles terugkrijgen. Dit was zoo, ik kreeg al les direct terug. Een paar honderd meter verder kwamen vier ruiters de heuvels af op ons toegereden. Men gaf hen het wachtwoord, dat mij identificeerde, waarna zij naar een dubbele rij geüniformeerde soldaten galoppeerden, die langs het pad stonden opgesteld. Zij waren ongeveer 50 man sterk; hun officier droeg een hoed van de regulaire Palestijnsche politie, inplaats van de gebruikelijke Kaffieh. Hij1 gaf een order juist toen ik voorbij kwam en de mannen gingen direct in de houding staan en salueerden, toen wij door hun rijen schreden. Iets verder stond een menigte mannen en jongens uit het dorp, misschen een 300. Zij hadden zich langs den weg geschaard en juichten ons toe toen wij aankwamen. Wij werden naar een open ruimte ge bracht, die vlak was en de grootte van een voetbalveld had. Langs een zijde stond een rij geüniformeerde soldaten, 120 telde ik er, ver der waren er nog 150 zonder uniform en on geveer 60 ruiters. Sommigen kwamen kort na onze aankomst. Zij arriveerden in groepjes van 10 en 20 man van uit minstens 3 ver schillende richtingen. Een der groepjes werd voorafgegaan door een officier, die op een tinnen fluit een marschdeuntje floot. Op het veld aangekomen namen zij de hun aangewe zen plaats in. Arif Abdoel Razek. TOEN alles gereed was werd een bood schap naar het dorp gezonden en Arif kwam te paard naar het paradeveld gereden. Hij was een donkere Arabier, die, indien hij zulks gewild had, voor een vreedzamen Syri- schen fruitkoopman of een koopman in Oos- tersche tapijten in een Westersche stad had kunnen doorgaan. Doch toen hij orders begon uit te deelen was hij op en top een lei der en er was niet aan te twijfelen, wie hier de baas was. Bovendien bleek hij een zeer royale gastheer. Hij kwam naar ons toe, groette ons zeer hartelijk en wenschte ons een aangenaam verblijf toe. Een der soldaten meende, dat dit het tee- ken was om ter eere van den gast op Arabi sche wijze een eereschot te lossen. Hij schoot zijn geweer af en weldra sloten anderen zich bij hem aan. Arif wendde zich tot mij; hij verontschul digde zich, de demonstratie te moeten af breken, hetgeen hem des te meer speet daar deze zooals ik al wel zou hebben ver moed ter eere van mijn persoon geschied de, maar men kon onnoodig geen munitie verspillen, bovendien er waren Britsehe troe pen in de nabijheid. Dien avond, na een uitstekend diner, gaf een zekere Aboe-Kamal, die als den „politieken vertegenwoordiger" van Arif werd aangeduid, een uiteenzetting omtrent den Arabischen opstand en de mannen, die dezen ten uitvoer legden. Ter illustratie liet hij een der soldaten komen. Deze droeg goedkoope sandalen, een versleten khaki-kleurige rijbroek en een dun overhemd. Dit was zijn geheele uniform geen deken bezat hij; in deze dunne uitrus ting zou hij den geheelen winter dienst doen. Hij bezat een Engelsch militair geweer, zoo als bijna allen» De wapenen hebben zij on geveer alle op de politie of de militairen veroverd. In de bandelier droeg hij ongeveer 200 patronen bij zich en in zijn gordel stak een typisch Arabisch mes met gebogen lemmet in een met zilver beslagen schede. Een hand granaat, die voor aan zijn centuur hing, vol tooide de militaire uitrusting. Het was een oud, gedeeltelijk met roest bedekt projectiel, ofschoon de explosieve stoffen er in ver nieuwd waren. De rebellen hebben, naar ik vernam, met het leeren vullen van oude gra naten veel mannen verloren. Aboe Kamal maakte mij op een van 's mans handen at tent. Een middelvinger ontbrak, hij had die verloren terwijl hij oude patronen, die nog van den grooten oorlog dateerden, schoon maakte. Ik vroeg hem daarop of hij geen zwaardere wapenen dan de geweren bezat. „Ja", zeide Aboe Kamal, „zij hebben een paar nieuwe lichte mitrailleurs en loopgraafmortie ren op de Britten veroverd. „Ais dat het geval is", zeide ik, „waarom hebben wij dan nooit gehoord, dat de Brit sehe posities daarmede beschoten werden?" „Ach" antwoordde hij droevig, „wij hebben daarvoor geen kogels". „Maar", voegde hij er aan toe, „U kunt de wereld thans vertellen, dat wij niet dien steun uit Europa krijgen, waarover zooveel wordt gesproken. Indien wij munitie uit het buitenland zouden krij gen, zoudt u dan niet denken, dat het eerste wat wij zouden vragen granaten en munitie voor de loopgraaf mortier en en de machinege weren zouden zijn? Ook hebben wij niet genoeg munitie voor het aantal Fransche ge weren, dat wij uit Syrië hierheen hebben ge smokkeld". (Nadruk verboden.) (United Press),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 9