E
HET vrije tijd probleem
Over hoorspelen
en het lesrooster
Bij de Arabische rebellen.
IS GEEN PROBLEEM
VOOR Dr. P. H. SCHRöDER
De beste manier om van
werken uit te rusten is
een ander werk te
gaan doen
EN van de middelen om de werkloos
heid te verminderen is: verkorting
van den arbeidsduur. En dat is lang
niet bet slechtste middel want het
t nieuwen arbeid en het maakt andere
fSers niet broodeloos.
het heeft een na- of voordeel, al
u het noemen wilt Het veroorzaakt veel
Da|en tijd- Dit is een van de redenen waarom
fvrije tijd-probleem zoo actueel is.
n wilt dus nu iets hooren over iemand, die
f ii ViopnViilrf rlnn 1,
St °al£ hij dien tijd" nuttig kan beste-
den zouden u en ik dan achter kunnen
meer vrijen tijd beschikt dan u,
Overdag in de les....
blijven? We gaan daarom naar den man, die
bonze moderne maatschappij over den mees-
aen vrijen tijd beschikt. Naar den leeraar.
En. laten we er ter vermijding van misver
standen onmiddellijk bijvoegen, hij is ook
ée man die den meesten vrijen tijd verdient.
Want wat is lastiger en verantwoordelijker
aan jonge menschen opvoeden?
Maar genoeg. Volg mij in het heiligdom, des
leeraar's studeerkamer en zwijg, want vóór u
staat de autoriteit uit uw schooljaren: de
leeraar. Hij glimlacht, doch onbemerkt be
kruipt u dat vreemde, onbehagelijke gevoel,
ve vroeger hadden als we onze les niet
kenden en je wist de dwingende oogen van...
doch komaan, verman u en treed i binnen.
DUS u wilde weten hoe ik mijn vrijen
tijd besteed, zegt dr. P. H. Schroder,
leeraar Nederlandsch, terwijl ik mijn vloeiend-
sten Hollandschen volzin prepareer. Ik breng
het echter niet verder dan tot een schuchter-
„Bent u niet bezig aan eenige nieuwe hoor
spelen?" Doch gelukkig, het is voldoende.
.Inderdaad, op het oogenblik ben ik, ge
ïnspireerd op de serie „Zonderlinge Levens",
in Haarlem's Dagblad verschenen, begonnen
met een dergelijke serie voor de radio te
bewerken.
Zoo zullen o.a. de levensgeschiedenissen van
Suter, Cartouche en Kaspar Hauser binnen
kort te hooren zijn. Het worden meest korte
hoorspejletjes van ongeveer 20 a 25 minuten
Daar is momenteel de meeste vraag naar".
Boe bent u eigenlijk tot het schrijven van
hoorspelen gekomen?"
„Het eerste hoorspel, dat ik op uitnoodi-
ging van de A.V.R.O. schreef, ging over den
Afsluitdijk"; bij het noemen van dezen naam
herinnert de interviewer zich u ongetwij
feld ook dat dit stuk, nu twee jaren ge-
.eden een bijzonder groot succes was
Daarna volgde een hoorspel over het Red-
oingswezen. Om goed op de hoogte van de ma
terie te komen ben ik toen 'n week-einde in
Oostmahom geweest, 't ligt ergens in het oos-
ien van Friesland vertelt dr. Schroder en hij
lacht nog bii de herinnering. Schinper Toxo-
peus, d e beroemde Toxopeus, heeft me toen
op een paar tochten meegenomen.
„Schrijft u niet het meest over historische
onderwerpen?"
„Dat is meestal uit opdracht, liever schrijf ik
over dingen van hedendaagsche beteekenis.
Je hebt dan veel meer gelegenheid om geluids
effecten te maken.
Vele hoorspelen gaan nog gebukt onder
een te veel aan zuiveren tekst. Dat werkt lang
dradig. In het begin voerde men heele too-
neelstukken voor de radio op. Zoo ben ik zelf
nog eens met de H.T.C. in Hilversum ge
weest.
„Hoe wordt dat geluid eigenlijk gemaakt",
vraag ik, en ik hoop interessante bijzonder
heden te hooren over Guus Weitzel, die met
deksels van pannen rammelt en andere radio
grootheden, die hun monden in de meest
vreemde vormen trekken om het huilen van
den wind na te bootsen.
Neen, zegt de man die het weten kan, zoo
gaat het niet.
Ik krijg een kleur. De leeraar heeft geraden
waarop ik vlas en ik krijg een visioen van
spiekende jongens onder een proefwerk, die
plotseling bemerken dat hun leeraar achter
hen staat.
Doch dr. Schroder gaat al weer verder. „Ja,
dat was vroeger heel mooi, toen wreven ze
twee halve kokosnooten tegen elkaar om
paardengetrappel te imiteeren. Tegenwoor
dig gaat het heel anders. Overal worden gra-
mofoonplaten van opgenomen. Dan belandt
alles bij den geluidsmixer, die een lange
toonbank voor zich heeft met allerlei platen.
Gelijk een cocktail wordt alles dan precies uit
gemikt: vijf tellen een galoppeerend paard,
twee tellen degengekletter en zoo maar door.
Het hoorspel heeft geweldige voordeelen. Het
is, evenals de film niet aan ruimte of tijd ge
bonden. Toch kom je wel,eens voor vreemde
problemen te staan. Zoo had ik in een hoor
spel de volgende situatie: twee menschen
houden een dialoog en zeggen: Dus dat is af
gesproken, we zien elkaar om drie uur. Nu
speelde deze dialoog zich af om 9 uur in den
morgen. Hoe moest ik dus nu dien tijd over
bruggen. Dat vraagstuk bezorgde me bijna
slapelooze nachten. Tot ik op zekeren avond
een hoorspel hoorde waarbij de held tot den
schurk zei: Gij zult van avond om zeven uur
sterven. Even later klonken er zeven kloksla
gen en het was zeven uur. Eenvoudiger kan
het al niet
„Schrijft U ook geen boeken?" Inderdaad
heb ik eenige boeken geschreven o.a. een over
het studentenleven, ook eenige tooneelstukken
zijn van mijn hand verschenen. Hoorspelen
hebben echter op tooneelstukken veel voor. Ze
worden eerder opgevoerd en je kunt er zoo
ontzettend veel nieuwe dingen in schrijven.
Het is een terrein, dat nog ongekende moge
lijkheden biedt.
„Om op onzen vrijen tijd terug te komen, is
het niet zoo, dat veel menschen in hun vrijen
tijd harder werken dan in hun arbeidstijd?"
„Dat kan misschien wel eens voorkomen
maar zeker niet in ons vak. Er is geen sprake
van dat je er „de kantjes wel eens af zou kun
nen loopen," Zoo gauw je dat doet ben je het
contact met je klas kwijt. Ook voor je eigen
moeilijkheden heb je geen tijd. De klas eischt
een leeraar voor 100 pet. op en je wordt ge>
dwongen je heelemaal te geven.
„Vindt U niet, dat werk, dat je met pleizier
doet, reeds een element van ontspanning in
houdt?"
„Inderdaad. Mijn vader heeft me eens een
goeden raad gegeven, waarvan ik ondervon
den heb dat ze juist is. Die raad was deze:
De beste manier om van werken uit te rus
ten is een ander werk te gaan doen".
Tenslotte nog een kwestie, die zoo
wel de ouderen als de jongeren zeer
na aan het hart ligt. Krijgen de scho
lieren tegenwoordig niet te veel huis
werk, zoodat ze bijna weinig of geen
vrijen tijd overhouden? Dit is des te
vreemder, daar men in het practische
leven door de invoering van efficiency
tot steeds korteren werktijd en meer
vrijen tijd komt?"
„Naar mijn meening, zei dr. Schroder
en dit antwoord zal zeker door vele
""en 's avonds bij de radio thuis, steeds weet dr. P. H. Schroder zijn leerlingen bezig
te houden.
H. B. S.-ers met instemming worden
begroet en waarlijk niet door hen al
leen, is het schoolprogramma inder
daad overladen. De leeraren kunnen
hieraan natuurlijk niets veranderen.
Een bepaalde hoeveelheid stof moet nu
eenmaal behandeld worden. Men gaat
hierbij nog steeds te veel uit van de
verkeerde stelling „Kennis is macht".
Een middelmatige leerling met een
conscentieuzen aanleg werkt zich over
den kop. Van vrijen tijd is dan dik
wijls geen sprake, ofschoon ik er aan
den anderen kant niets op tegen heb,
dat jongens en meisjes vroeg leeren
flink aan te pakken, alleen, men moet
het niet overdrijven.
Dit is een onderwerp waarover dr. Schroder
met vuur praat. Het lesrooster, de Nederland-
sche-, de Latijnsche- en Grieksche taal, de
Gymnasium-, de H. B. S.- en de Handelsschool
opleiding, zij worden alle besproken. Zelfstan
dig werken onder zelfstandige leiding, dat zou
een oplossing zijn, en zoo de leerlingen en
beter voor latere studie en beter voor het le
ven opleiden, besluit dr. Schroder, en plot
seling herinnert de heldere slag van een
gangklok me aan den vrijen tijd, die deze Ne-
derlandsche leeraar zoo uitmuntend weet te
vullen. Daarom durf ik er niet langer beslag
op te leggen.
B. K.
ZWEMMEN.
MEJ. VAN FEGGELEN
VEROVERT HAAR TWEEDE
WERELDRECORD.
Ragnhild Hveger ontneemt weer
een wereldrecord aan Willy den
Ouden.
Uit Düsseldorf: Tijdens de internationale
zwemwedstrijden, welke Woensdagavond in
het stedelijk zwembad aan de Kettwiger
Strasse door de zwemvereeniging „Düssel
dorf 1898" zijn georganiseerd, heeft onze
landgenoote mej. Iet van Feggelen het we
reldrecord over 200 Meter rugslag op haar
naam gebracht door dezen afstand af te leg
gen in 2 min. 40,6 sec. Het oude record stond
sedert 17 April 1938 op naam van de Rotter-
damsche zwemster Cor Kint met een tijd van
2 min. 41 sec., te Aarhuus gevestigd. Cor Kint
zwom ook mee en eindigde als tweede in haar
ouden wereldrecordtijd.
Iet van Feggelen.
Reeds op het eerste internationale num
mer kwamen Iet van Feggelen en Cor Kint
uit, o.a. tegen de Deensche zwemster Tove
Brunstroem. Onmiddellijk gingen de beide
Nederlandsche meisjes er in een hoog tempo
tusschen uit en reeds na het eerste keerpunt
lag Iet van Feggelen voor. Zij had de 50 me
ter in 35,5 sec. afgelegd.
Cor Kint volgde de IJ-zwemster onmiddel
lijk. Mej. van Feggelen maakte over de 100
meter een tijd van 1 min. 16 sec. en bij het
zesde keerpunt, na 150 meter, bedroeg haar
tijd 1 min. 58 sec.
Vlak achter haar zwom mej. Kint, maar
door een fraaie eindspurt slaagde de soepel
zwemmende Iet van Feggelen er in, haar te
genstandster definitief terug te slaan. In
den nieuwen wereldrecordtijd van 2 min. 40.6
sec. tikte zij als eerste aan.
De oude wereldrecordhoudster evenaarde
haar wereldrecord, terwijl de Deensche
Brunstroem met een tijd van 2 min. 49,5 sec.
belangrijk achter bleef.
De drie tijdopnemers hadden hun chrono
meters afgedrukt op resp. 2 min. 40,6 sec., 2
min. 40,6 sec. en 2 min. 40,5 sec.
Natuurlijk heeft mej. Van Feggelen met
deze prestatie ook het Nederlandsch- en het
Europeesch record over dezen afstand op
haar naam gebracht.
Dit is thans het tweede wereldrecord van
deze zwemster, die ook in het bezit is van het
record op de 400 meter rugslag met een tijd
van 5 min. 41.4 sec.
op de borstcrawls nog 2 wereldrecords niet
op haar naam, n.l. op de 100 meter en de 100
yards, welke nog in het bezit zijn van Willy
den Ouden.
Jopie Waalberg schijnt haar besten vorm
weer te hebben gevonden. Zij legde Woens
dagavond de 200 meter schoolslag af in 2 min.
58,6 sec., waardoor zij haar wereldrecord tot-
op 1,7 sec. benaderde.
De Europeesche kampioene, de Deensche
Inge Soerensen, had geen kans tegen onze
landgenoote; zij eindigde als tweede in 3 min.
3,9 sec. Precies een seconde later tikte de
Duitsche zwemster Trude Wollschlaeger als
derde aan.
De Nederlandsche zwemsters Iet van Feg
gelen en Jopie Waalberg kwamen verder nog
uit op de 3x50 Meter wisselslag-estafette.
Mej. Van Feggelen nam den rugslag voor
haar rekening. Jopie Waalberg den school
slag en de Düsseldorfsche zwemster Driever
den borstcrawl. Als tegenstandster fungeer
de een Deensche ploeg, bestaande uit
Ragnhild Hveger, Inge Soerensen en Eva
Arndt. De gecombineerde ploeg won, dank
zij den voorsprong, dien de dames Van Fegge
len en Waalberg vóór mej. Driever nalieten,
met een verschil van 1,2 sec. in den tijd van
1 min. 45 sec.
Ragnhild Hveger.
Ragnhild Hveger's veertiende
wereldrecord.
Nu mej. Van Feggelen een nieuw wereldre
cord gevestigd had, kon Ragnhild Hveger
toch moeilijk achterblijven. Zij bracht het
veertiende wereldrecord op de borstcrawl op
haar naam. Zij legde de 220 yards af in 2 min.
25,9 sec. Het oude wereldrecord stond op naam
van Willy den Ouden met een tijd van 2 min.
27,6 sec., gevestigd op 5 Mei 1934 te Dundee.
De prestatie van de Deensche zwemster is
des te fraaier, omdat zij alleen over de baan
ging. Zij legde de 51.08 meter af in 31.8 sec.
en de 102.16 meter in 1 min. 8,4 sec. Zij heeft
De Duitsche bezetting van het
Sudetenland.
„Onthullingen" over het aanvankelijke plan
tot den opmarsch.
Het D.NJB. meldt: De Duitsche pers
publiceert een onderhoud, dat de lei
der van de persafdeeling van het op
percommando der weermacht, majoor
Von Wedel heeft gehad met den leider
van den draadloozen dienst Fritsch
over de bezetting van het Sudeten
gebied door het Duitsche leger.
Majoor Von Wedel heeft medegedeeld, dat
de vijf legergroepen, welke het Sudeten gebied
zijn binnengerukt, bestonden uit tien leger
korpsen of ongeveer dertig divisies. De helft
van deze divisies waren gemotoriseerde divi
sies of pantserdivisies. Bovendien nam de
luchtmacht aan den opmarsch deel met onge
veer vijfhonderd toestellen. Dit was slechts
een deel van hetgeen de luchtmacht gereed
had staan en had kunnen inzetten bij een ge
wapende verwikkeling. De luchtdoelartillerie
had honderden batterijen met duizend stuk
ken geschut van alle kaliber rondom de gren
zen van Tsjeeho Slowakije in stelling ge
bracht, zoodat een aaneengesloten ring van
afweergeschut stond opgesteld.
Ten aanzien van de Tsjechische vesting
werken zeide majoor Von Wedel, dat deze zeer
deskundig waren aangelegd. Volgens het oor
deel van alle vaklieden was het totaal der
vestingwerken evenwel nog lang niet gereed.
De groote verdedigingswerken waren nog niet
voltooid en veelal nog provisorisch bewapend.
In geval van gewapende verwikke
lingen waren aan Duitsche zijde be
halve geschut van zwaarste kaliber en
vechtwagens van verschillende groot
te,, nog andere strijdmiddelen gereed om
deze vestingwerken in korten tijd bul
ten gevecht te stellen, de Tsjechische
bezettingen van deze werken zouden
hierdoor „vermurwd" zijn. Een zeer
snel succes zou in ieder geval ver
zekerd zijn geweest.
De opmarsch was door nauwkeurig
werk van den generalen staf zorg
vuldig voorbereid.
In het laatste oogenblik bleek evenwel noo«
dig de voorbereide militaire actie te wijzigen
in een vreedzame actie, zoodat essentleele
deelen van het opmarschplan gewijzigd moes
ten worden. Dit is in enkele uren tot stand
gekomen,, zonder dat dit aanleiding was tot
moeilijkheden, hetgeen gebleken is uit het
verloop van het binnenrukken.
EEN ONDERSCHEIDING VOOR KONRAD
HENLEIN.
De opperbevelhebber van het Duitsche leger,
generaal von Brauchitsch, heeft den rijkscom
missaris voor het Sudeten Duitsche gebied,
Konrad Henlein, medegedeeld, dat hij hem
wegens zijn verdiensten, bewezen tijdens de
bevrijding van het Sudeten Duitsche gebied,
met ingang van 1 November as. heeft be
noemd tot reserve-majoor van een infanterie-
regiment.
De correspondent van de United Press te
Jerusalem, Jacob Simon, schrijft:
ÏK ben zoo juist teruggekeerd van een be
zoek aan het hoofdkwartier van het Ara
bische rebellen-leger in Noord-Palestina,
waar de commandeerende chef Arif Ab-
doel Razek mij persoonlijk verwelkomde.
Op een prachtige grijze Arabische merrie
gezeten, reed hij zijn dorp uit om mij, den
eersten buitenlandschen journalist, die zijn
hoofdkwartier bezocht, te begroeten. Deze
mooie Arabische merrie, die aan Mr. Foot,
vroeger dictrictscommissaris van Nabloes
heeft toebehoord, is door de rebellen buit
gemaakt. Abdoel Razek erklaarde, dat het
paard door Emir Abdoellah van Transjor-
danië aan Foot geschonken was. „Het is een
Arabische merrie", zeide hij, „en ik kon de
gedachte, dat een Engelschman haar be
reed, niet verdragen".
Abdoel Razek werd door de zich daar ver
zamelde dorpsbewoners spontaan toegejuicht
toen hij door het dorp deed.
Dien namiddag was ik door twee Arabi
sche vrienden uit het hartje van de Joodsche
stad Tel-Aviv „afgehaald". Wij reden dooi
de stad en staken de grens over naar Jaffa.
Daar ontmoetten wij eenige andere lieden,
die ons naar de heuvels zouden voeren om
den leider der rebellen te ontmoeten. Iemand
overhandigde mij een „kaffieh" het gedra
peerde hoofddeksel der Arabieren en
zeide mij het op te zetten, hetgeen ik met
eenige hulp klaarspeelde, waarna een van
mijn begeleiders de opmerking maakte, dat
ik thans precies op „Lawrence of Arabia"
leek
Wij reden daarna naar den voet van de
heuvels, daarbij de hoofdwegen waarop po
litie en militairen patrouilleerden, vermij
dend. Onderweg bespraken wij den Arabi-
schen opstand en de vooruitzichten op een
regeling van het gecompliceerde Palestijn-
sche probleem. De Arabieren zijn van mee
ning, dat zelfs een leger van 50.000 Britsehe
soldaten niet voldoende zal «ijn om den Arabi-
schen opstand te onderdrukken.
Wij reden zoover als de puffende en bot
sende auto ons over het smalle steenige paadje
kon brengen. Hier stapten wij uit en leg
den de rest van den weg naar het hoofd
kwartier van Abdoel Razek te voet af. Na
een paar kilometer geloopen te hebben kre
gen wij de eerste teekenen te zien, die er
op wezen, dat wij op het gebied der rebellen
waren. Een enkele Arabier, in volksdracht
met geweer en bandelier, kwam ons tege
moet. Hij was een der „reservisten" of dorps
bewoners, die slechts dienstdoen wanneer
een detachement in de nabijheid van hun
eigen dorp is. Zij zijn belast met de verde
diging van den leider en met de toegangen
tot diens hoofdkwartier te bewaken. Na een
paar minuten was het rustige, vreedzame
landschap volkomen getransformeerd. Over
al uit de rotsen en olijfboomen kwamen ge
weren te voorschijn.
Eenige mannen sloten zich bij ons aan.
Toen men hen verteld had, dat ik de gast
was, die zij verwachtten, vormden zij een
eerewacht en liepen fn dubbele rij voor mij
uit. Een van mijn begeleiders was een lid
van een welbekende Arabische familie in
Palestina, die aan de Harvard Universiteit ge
studeerd had. en beschreef mij de dingen die
wij zagen. Wijzend op de mannen op de heu
vels en op die welke voor mij liepen, zeide hij
„Dat zijn reservisten, gemobiliseerd voor den
tijd dat Arif in deze nabijheid verblijft
Neen, die daar is een beroepssoldaat". „Die
daar" was een geüniformeerdArabier, die op
ons afkwam. Het was de eerste Arabier, die
ik in khakipantalon en shirt zag, alhoewel
men mij verteld had, dat de rebellen die
droegen. Hij hield ons aan en onderzocht
ons nauwkeurig, hij haalde alles uit mijn zak
ken, inclusief filmrollen en mijn portefeuille,
waarin vier banbiljetten van een pond zaten.
Onwillekeurig dacht ik aan het woord „ban
diet", dat soms voor rebellen wordt gebruikt.
Mijn metgezel, die mijn gedachten scheen te
lezen zeide echter: Wees niet bezorgd, u zult
alles terugkrijgen. Dit was zoo, ik kreeg al
les direct terug. Een paar honderd meter
verder kwamen vier ruiters de heuvels af op
ons toegereden.
Men gaf hen het wachtwoord, dat mij
identificeerde, waarna zij naar een dubbele
rij geüniformeerde soldaten galoppeerden, die
langs het pad stonden opgesteld. Zij waren
ongeveer 50 man sterk; hun officier droeg een
hoed van de regulaire Palestijnsche politie,
inplaats van de gebruikelijke Kaffieh. Hij1
gaf een order juist toen ik voorbij kwam en
de mannen gingen direct in de houding
staan en salueerden, toen wij door hun rijen
schreden.
Iets verder stond een menigte mannen en
jongens uit het dorp, misschen een 300. Zij
hadden zich langs den weg geschaard en
juichten ons toe toen wij aankwamen.
Wij werden naar een open ruimte ge
bracht, die vlak was en de grootte van een
voetbalveld had. Langs een zijde stond een rij
geüniformeerde soldaten, 120 telde ik er, ver
der waren er nog 150 zonder uniform en on
geveer 60 ruiters. Sommigen kwamen kort na
onze aankomst. Zij arriveerden in groepjes
van 10 en 20 man van uit minstens 3 ver
schillende richtingen. Een der groepjes werd
voorafgegaan door een officier, die op een
tinnen fluit een marschdeuntje floot. Op het
veld aangekomen namen zij de hun aangewe
zen plaats in.
Arif Abdoel Razek.
TOEN alles gereed was werd een bood
schap naar het dorp gezonden en Arif
kwam te paard naar het paradeveld gereden.
Hij was een donkere Arabier, die, indien hij
zulks gewild had, voor een vreedzamen Syri-
schen fruitkoopman of een koopman in Oos-
tersche tapijten in een Westersche stad
had kunnen doorgaan. Doch toen hij orders
begon uit te deelen was hij op en top een lei
der en er was niet aan te twijfelen, wie hier
de baas was. Bovendien bleek hij een zeer
royale gastheer.
Hij kwam naar ons toe, groette ons zeer
hartelijk en wenschte ons een aangenaam
verblijf toe.
Een der soldaten meende, dat dit het tee-
ken was om ter eere van den gast op Arabi
sche wijze een eereschot te lossen. Hij schoot
zijn geweer af en weldra sloten anderen zich
bij hem aan.
Arif wendde zich tot mij; hij verontschul
digde zich, de demonstratie te moeten af
breken, hetgeen hem des te meer speet daar
deze zooals ik al wel zou hebben ver
moed ter eere van mijn persoon geschied
de, maar men kon onnoodig geen munitie
verspillen, bovendien er waren Britsehe troe
pen in de nabijheid.
Dien avond, na een uitstekend diner, gaf een
zekere Aboe-Kamal, die als den „politieken
vertegenwoordiger" van Arif werd aangeduid,
een uiteenzetting omtrent den Arabischen
opstand en de mannen, die dezen ten uitvoer
legden. Ter illustratie liet hij een der soldaten
komen. Deze droeg goedkoope sandalen, een
versleten khaki-kleurige rijbroek en een
dun overhemd. Dit was zijn geheele uniform
geen deken bezat hij; in deze dunne uitrus
ting zou hij den geheelen winter dienst doen.
Hij bezat een Engelsch militair geweer, zoo
als bijna allen» De wapenen hebben zij on
geveer alle op de politie of de militairen
veroverd. In de bandelier droeg hij ongeveer
200 patronen bij zich en in zijn gordel stak
een typisch Arabisch mes met gebogen lemmet
in een met zilver beslagen schede. Een hand
granaat, die voor aan zijn centuur hing, vol
tooide de militaire uitrusting. Het was een
oud, gedeeltelijk met roest bedekt projectiel,
ofschoon de explosieve stoffen er in ver
nieuwd waren. De rebellen hebben, naar ik
vernam, met het leeren vullen van oude gra
naten veel mannen verloren. Aboe Kamal
maakte mij op een van 's mans handen at
tent. Een middelvinger ontbrak, hij had die
verloren terwijl hij oude patronen, die nog
van den grooten oorlog dateerden, schoon
maakte. Ik vroeg hem daarop of hij geen
zwaardere wapenen dan de geweren bezat.
„Ja", zeide Aboe Kamal, „zij hebben een paar
nieuwe lichte mitrailleurs en loopgraafmortie
ren op de Britten veroverd.
„Ais dat het geval is", zeide ik, „waarom
hebben wij dan nooit gehoord, dat de Brit
sehe posities daarmede beschoten werden?"
„Ach" antwoordde hij droevig, „wij hebben
daarvoor geen kogels". „Maar", voegde hij er
aan toe, „U kunt de wereld thans vertellen,
dat wij niet dien steun uit Europa krijgen,
waarover zooveel wordt gesproken. Indien
wij munitie uit het buitenland zouden krij
gen, zoudt u dan niet denken, dat het eerste
wat wij zouden vragen granaten en munitie
voor de loopgraaf mortier en en de machinege
weren zouden zijn? Ook hebben wij niet
genoeg munitie voor het aantal Fransche ge
weren, dat wij uit Syrië hierheen hebben ge
smokkeld".
(Nadruk verboden.)
(United Press),