Drie mannen en hun Noodlot FEUILLETON Naar het Engesch door A. J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 44) Mc. Girk had geen tijd om nog eens te schieten. Zijn revolver werd opzij geslagen zijn pols beetgepakt, wild omgedraaid en achter hem vastgeklemd Zijn linkerarm slin gerde hulpeloos over den schouder van O'Mal ley, terwijl diens beide armen hem als een metalen kluister omgaven en zijn handen wrongen de revolver uit de hand, die achter Mc. Girks rug gedraaid was. Met de revolver veilig in zijn bezit, duwde O'Malley den man achteruit, draaide zich om en wierp Mc Girks wapen uit het venster, waardoor hij zoo juist binnen was gekomen. De revolver van Bleekneus was langs Mc Girk's hoofd gevlogen en had het hallvenstei* versplinterd. Nu draaide O'Malley zich op nieuw om en plantte zijn voeten goed neer in afweer van Mc Girks stormaanval. De volgende drie minuten had hij de han den vol. Mc Girk was in zijn jeugdige jaren bokser geweest en hij was de kunst nog niet ver leerd. O'Malley was grooter en had langer armen; maar Mc Girk was de zwaarste van de twee Hij ontweek O'Mailey's eersten slag met gemak, dook omlaag, sloeg de goed ge richte vuist van zijn tegenstander opzij en deed twee, snel elkaar opvolgende slagen op O'Mailey's ribben terecht komen, gevolgd door een gemeenen bovenslag, die zijn doel echter miste. O'Malley week, sprong opzij, gaf Mc Girk een voltreffer op zijn mond, die zijn kin rood kleurde van bloed en liet een zwaren slag neerkomen in zijn nek. maar Mc Girk's verzet was niet gebroken; hij gaf hem een slag terug, die duchtig aankwam. O'Malley was erin geslaagd de kracht van den stoot op te vangen; anders was het met hem gedaan geweest. Zijn hoofd klapte ach terover wat hem een geweldigen pijn deed en Claudia een kreet van ontzetting ontlokte. En nu raakte O'Malley door het dolle heen. Van speltechniek trok hij zich niets meer aan; hij vloog op Mc. Girk toe en bewerkte hem met stompen en slagen, zoo hard en snel als hij kon en zonder zich te bekommeren om wat hij er voor terugkreeg. Mc Girk probeerde direct dekking te zoeken. Maar nu had O'Mal ley voordeel van zijn lange armen. Eerst deed hij met weinig effect een paar fiksche slagen op Mc Girks gezicht neerkomen, maar hij liet niet af en noodzaakte zijn tegenpartij zich te bukken en zich van hem los te maken. Plot seling sprong hij vooruit, maakte met zijn linkerarm een schijnbeweging naar Mc Girks hoofd, zoodat deze zijn armen ophief en toen kreeg Mc Girk zoo'n heftigen stomp in de maagstreek, dat hij als een knipmes dubbel viel. „Daar beest dat je bent!" riep O'Malley uit den grond van zijn hart. Mc Girk kwam hard neer. Met de handen tegen zijn maag geklemd rolde hij een oogen- blik heen en weer. Toen keek hij op en krab belde langzaam overeind, met een grauw, ver trokken gezicht en woeste oogen. O'Malley stapte naar hem toe, terwijl hij overeind kwam, mat den afstand met een en kelen blik en sloeg met al zijn kracht raak Mc Girk probeerde den slag te ontwijken, maar de jongere man was hem te vlug af. O'Mailey's vuist kwam eerst met zijn kin in bons, die het huis deed trillen, rolde naar aanraking en hij sloeg achterover met een den anderen kant en bleef stil liggen. Een moment staarde O'Malley op hem neer. Daarop rende hij naar Claudia en naast haar stoel neerknielend, maakte hij de touwen los waarmee haar enkels vastgebonden waren. Claudia was begonnen te schreien. In een oogwenk was ze vrij. O'Malley stond op en hielp haar op de been. „Wat is er?", vroeg hij. „Hebben ze je pijn gedaan?" „Nniet erg. Het is van opluchting", snikte ze. „Oikik dank u". O'Malley trok haar arm in de zijne. De opwinding van hett gevecht, de moeite, die hij had om Claudia niet in zijn armen te ne men en haar te liefkoozen deed zijn stem en zijn manier van doen een beetje bruusk schijnen. „Kom", zei hij, „laten we hier vandaan gaan. Joost mag weten wanneer de rest van de bende hierheen komt. Kun je een eidnje loopen?" Claudia verstrakte zichtbaar. „Ja, ik denk van wel", antwoordde ze, kal mer nu. „O ja, laten we hier vandaan gaan! Het is afschuwelijk!" Samen schoven ze langs Mc Girks bewe gingloos lichaam en haastten zich de hall in. De voordeur was niet op slot en weldra waren ze buiten en liepen snel naar de lantaarn op den hoek van Arthur street. Claudia's ledematen waren eerst een beetje stijf, maar dat was spoedig over. Het feit alleen weer van huizen omringd te zijn, was al een gerust stelling voor het hijgende meisje. Ze keerde zich impulsief naar haar met gezel. ,,0' wat een opluchting!", kwam het adem loos over haar lippen. „Ik had verwacht dat Ward me zou komen zoeken en toch wist ik dat u het was, vóór ik u zag. En ik heb u nog niet eens behoorlijk bedankt. Haar woorden klonken O'Malley als zoete muziek in de ooren, maar zijn antwoord ont stelde haar. „Draai uw hoofd dezen kant uit en sla uw arm om mij heen. Vlug!" Claudia schrok nog meer toen ze O'Mailey's arm om haar middel voelde. Maar ze ge hoorzaamde zonder iets te vragen en weldra begreep ze het. Een taxi was de straat ingereden en kwam hun richting uit. O'Malley had zijn hoofd naar zijn gezellin gewend en ze leken zoo een idyllisch paartje zooals men ze op een mooien zomeravond veel langs stille wegen kan zien wandelen .De taxi ronkte langs hun heen, minderde vaart en draaide de nog maar half aangelegde straat in. Daar deze straat zich nog op het bezit van een enkel huis beroemen kon dat wat ze juist verlaten hadden lag de bestem ming van den auto voor de hand. „Daar boft u bij", fluisterde O'Malley, ter wijl de afstand tusschen hen en den wagen grooter werd'. „Wacht hier even". Ze waren nu bijna tegenover het leege huis, waar hij dien middag de wacht had betrokken. Langs het huis heen stormend staarde hij uit over het veld en zag de taxi voor het huis stilhouden. Hij wachtte. Na een poosje bracht de avondwind hem de echo van een verwij derden schreeuw. Er was een pauze, gevolgd door het weer luider wordende gezoem van de taxi. O'Malley zag het licht van de kop lampen bewegen en holde terug naar Claudia. „Kom", fluisterde hij; „ze komen terug en zullen ons waarschijnlijk zoeken. Ze weten dat we niet ver weg kunnen zijn. We moeten ons verschuilen. Hierheen". Claudia maakte geen tegenwerpingen ter wijl hij haar naar het leege huis leidde. Maar toen hij de voordeur opende en haar de duis ternis introk, gaf ze toch even een gilletje van verbazing. O'Malley sloot de deur zonder iets te zeggen achter hem en deed den grendel, dien hij op den tast vond, er voor. Ze slopen naar de voorkamerramen en ston den dicht naast telkaar naar buiten te kijken. Kort daarop kwam de taxi den hoek om en reed snel voorbij. Olaudia huiverde onwille keurig. O'Malley wendde zich naar haar toe en nam haar arm. Maakt u zich maar niet bezorgd, miss Hunt", zei hij vriendelijk. „De rest is gemak kelijk. Maar ik geloof wel dat het beter ls dat we nog even wachten voor het geval dat ze mochten terugkomen" Hun geduld werd niet lang op de proef ge steld. Binnen vijf minuten hoorden ze den motor weer en kwam de taxi in het gezicht. De wagen reed nu langzaam en de chauffeur keek oplettend naar beide beide zijden van de straat. O'Malley grinnikte in zichzelf. Toen de auto voorbij was, wachtten ze op nieuw een minuut of vijf. Uit de achter ramen zag O'Malley dat de wagen weer naar het huisje gereden was en daar stilstond. En na nog even gewacht te hebben, om zeker te zijn dat de taxi niet direct terugkwam, waag den ze zich weer op straat. O'Malley had goed op den weg gelet, dien hij van het station van den ondergrondscne af genomen had, zoodat het hem geen moeue kostte dezen nu terug te vinden. Ze waren beiden zonder hoed en zagen er verfomfaaid uit en zouden daarom het liefst per taxi Het leek echter niet heel waarschijnlijk aa >:ze, zoo ver van de stad verwijderd, nog ee wagen zou vinden. OMalley's geluk liet hem echter niet den steek. Om het station te bereiken moesw ze een drukken verkeersweg oversteken, m passeerde hen een aanta auto's, op weg nia hun garages. Ze wachtten op een hoek tov een opening in den langen stoet zou kom en ploseling gaf O'Malley een scheelle rende, met zijn armen zwaaiend, de sa (Wordt vervolfid). H. K. H. Prinses Juliana woonde Vrijdagmiddag in het Jaarbeursgebouw te Utrecht het derde Kleuter congres bij Het vertrek van den Franschen gezant te Berlijn, Frangois Poncet, met zijn echtgenoote uit de Duitsche hoofdstad De Delftsche beeldhouwer Etienne vervaardigt voor het Nederlandsch Paviljoen op de Wereldtentoonstelling te New York beeldjes, die den staatsvorm van Nederland uitdrukken, beginnend bij het hoofd van den Staat, H. M. de Koningin, den Raad van State, ministers, kamerleden, enz. De toestand in Jerusalem. Behoeftige inwoners verdringen zich om een auto van het Engelsche Roode Kruis, waar uitdeeling van brood plaats heeft Z. K. H. Prins Bernhard bracht Vrijdag een bezoek aan de Efficiency-ten- toonstelling in de Apollohal te Amsterdam, waar hij voor de verschillende geëxposeerde machinerieën groote belangstelling toonde Daladier tijdens zijn rede op het radicaal socialistisch congres te Mar seille Kroonprins Frede- rik van Denemar ken en Prinses Ingrid waren bij de Koninklijke gasten, die Prins Valdemar van De nemarken op zijn 80sten verjaardag ksflamen geluk- wenschen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 12