BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES E' Aan allen! In verband met m'n Herfstvacantie houd ik a.s. Woensdag 2 November geen club. We komen dus Woensdag 9 November des namid dags 2.30 weer bij elkander. De briefjes moe ten jullie a.s. week maar aan mijn huis, Ros. geveenstraat 27 bezorgen. Volgende week Za terdag vermeld ik in de rubriek wat jullie op de club moet medebrengen. Tot 9 Novem ber dus. DE LAATSTE FOTO'S VAN H. K. H. PRINSES BEATRIX. Deze week stonden in verschillende dag bladen de nieuwste foto's van prinses Beatrix. Op de club heb ik het reeds gezegd, maar herinner er jullie nogmaals aan, deze foto's in het ruw uit te knippen en te bewaren. Wanneer ons prentbriefkaartenspel klaar is, dan moeten jullie de foto's naar de club me de nemen, enneen, dat schrijf ik niet. Wat we met de foto's gaan doen, blijft een geheim tusschen jullie en mij. Beste ANEMOON. Zwemstertje was ziek en kon daardoor niet op de club komen. Is ze weer geheel hersteld, dan is ze natuurlijk weer present. Wat was de middag weer gauw om. Wil je Hans F. even met zijn werk helpen? Hij kan z'n kaarten onder jouw leiding thuis wel in orde maken. Dag Anemoon. Lieve BENJAMIN. Meisje ik dank je har telijk voor de mooie teekening en het keurige plakwerk. Nu heb ik gelukkig weer eens een portret van dien goeden Sint Nicolaas. Wat zal de oude baas het druk hebben met pak ken en koopen. Als ik in Spanje woonde zou ik hem vast helpen pakjes maken en inkoo- pen doen. Heb je nog meer foto's met Sint Nicolaas er op? Dag Benjamin. Best WITWOLLETJE. Jij bent prettig uit geweest zeg. Het wandelen in Amsterdam is minder rustig dan in IJmuiden. Je moet daar al extra je oogen en ooren open zetten en opletten. Het ts er verbazend druk, vooral op de spitsuren. Ben je nog in de „Bijenkorf" geweest? Dag Witwolletje. Lief LELIETJE VAN DALEN. Prettig zeg, dat je een nieuwen mantel hebt. Is hij rood, blauw, groen of bruin? Je zus was zeker wel erg blij met de pop die je voor haar mede bracht? 'k Hoop dat je den mantel heel veel kunt dragen. Dag Lelietje van Dalen. Lief ZWARTOOGJE. Waarom heeft men je zoo verwend? Een mooie pop en een ser viesje'"^ krijgen is maar niet eventjes fijn. Was je soms jarig? Speel maar prettig met je pop eiV' schenk een 'lekker kopje thee. Dag Zwartoogje. Best ZWEMSTERTJE. Gelukkig meisje dat je haast beter bent. Wat je moeder zegt, is inderdaad zoo. Je moet flink eten. Je groeit tamelijk sterk en om ondanks het groeien flink te blijven, moet je goed gevoed worden. Je hebt het groote voorrecht dat je ouders in de gelegenheid zijn je alles te geven wat goed voor je is. Tracht nu flink te eten en zorg er ook voor in tijds op bed te liggen. Je moeder heeft mij ook reeds geïnviteerd. Ik kan ech ter geen belofte doen. Als ik gelegenheid heb, dan kom ik. Het beste verder met je. Dag Zwemstertje. Lief DOORNROOSJE. Je nichtjes en jij vonden het dol gezellig op de club? Dat wist ik wel. Van het begin tot het einde van de clubperiode komen de leden ondanks storm, regen of koude steeds trouw. Je zusje mag komen. 9 November zal ik voor de jongste leden extra werk mede brengen. Dag Doorn roosje. Best CROCUSJE. Ook jij hebt onze club middagen weer heel prettig gevonden? Een week is anders gauw genoeg om; het is Woensdag voor men er erg in heeft. Jammer dat je vader weer minder goed is. Het beste met hem. Dag Crocusje. Lief ZONDAGSKIND. Denk je er vooral om de foto's van Prinses Beatrix uit de cou rant te knippen? Je moet ze ook keurig weg leggen. Het liefst tusschen de bladen van een boek. Je hebt nu ook twintig prentbriefkaar ten en kunt dus het spel maken. Tot 9 No vember. Dag Zondagskind. Best ZONNESTRAALTJE. Wat kan jij mooi teekenen zeg. Je hebt goed je best ge daan op de club. Dag Zonnestraaltje. LIEF ZWARTKOPJE. 9 November mag je buurmeisje met je mede naar de club. Laat ze mij a.s. week maar reeds schrijven. Onder haar briefje moet ze haar naam, schuilnaam, leeftijd en adres vermelden. Prettig dat nu alles zoo geregeld is, dat je op de club kunt komen. Tot ziens. Dag Zwartkopje. Best DUINROOSJE. Ja, jouw vacantie is reeds om en mijn vacantie vandaag begon nen. Zal je voor me om mooi weer duimen? Niet omdat ik uit ga, maar wel omdat ik er veel op uit moet. Ik moet m'n vacantie nut tig besteden met te zorgen dat de bonnen verkoop ten bate van de schoolvoeding op rolletjes gaat loopen. Jij kunt ook vlug breien zeg. Dag Duinroosje. Beste KLEINE ZUS. 9 November krijg je een extra werkje van me! Prettig vind je niet? Tot kijk dus. Dag Kleine Zus. Beste VERONIKA. Als ik even tijd heb ga ik, hoewel laat J- nog even feliciteeren. Dat was 1.1. Woensdag een drukke dag voor je. J. moest zeker ter eere eens extra van de buitenlucht profiteeren. Heb je de mouw constructie goed gemaakt? Meet, knip, en naai met genoegen. Dag Veronika. Lief TEEKENAARSTERTJE. Hartelijk dank ik je voor de teekening. Hoe staat het leven? Doe je nu precies wat de dokter zegt? Het beste hoor. Dag Teekenaarstertje. Best KRULLEKOPJE. Het lijkt me juist wel prettig voor je huiswerk te moeten ma ken. De winteravonden zijn zoo lang en dan is het maken van wat huiswerk een prach tige tijdpasseering. Het kleedje vond ik heel mooi, vooral de kleurencombinatie. Werk met pleizier en veel succes met je huiswerk. Dag Krullekopje. Beste JOPIE SLIM. M'n compliment voor je keurig geschreven briefje. Flink zoo. Ja de clubmiddagen zijn weer, zooals andere jaren, dol gezellig. De kwartiertjes vliegen om. Jouw vacantie is weer een week geleden geëindigd en de mijne vandaag begonnen. Wil je om droog weer voor me duimen? Misschien helpt het wel niet. Dag Jopie Slim. Beste DICKY BIGMANS. Is dat broertje van zes jaar geen schat? Is hij te wild naar je zin? Ja dat moet je maar voor lief nemen. Jongens, die gezond zijn, houden van drukke, wilde spelletjes. Toch geloof ik, dat je dat zesjarig broertje niet graag wilt missen al is hij geen schat en ook geen engeltje maar een bengeltje. Gelukkig dat ik nogal eenige kaar ten bezat, zoodat je nu ook het benoodigde aantal bij elkander hebt. Tot 9 November. Dag Dicky Bigmans. Beste VERGEET-MIJ-NIET. Ja, de club middagen zijn weer echt gezellig en neem ik graag aan dat je steeds naar den middat verlangt. Voor je zusje breng ik 9 November extra werk mede. Prettig dat je op naai school bent. Wat ben je aan het naaien? Doe maar goed je best. Dag Vergeetmijniet. Lief BIJDEHANDJE. Natuurlijk mag je ook op de club komen, maar a.s. week niet, dan houd ik, omdat ik vacantie heb, geen club. Je komt maar 9 November. Werk zal ik voor je medebrengen. Dag Bijdehandje. Best BOODSCHAPSTERTJE. En hoe be valt je de nieuwe woning? Je hoort nu zeker, wanneer je te bed ligt, meer straatrumoer dan in het huis dat je verlaten hebt? Maar alles went en dus dat ook. Natuurlijk waai ik eens gauw aan. 'k Ben nieuwsgierig naar alles en nog wat. Tot ziens dus. Dag Boodschap- stertje. Lief GOUDMUILTJE. Jij bent 1.1. Zondag fijn uit geweest zeg. Is de busrit naar Am sterdam je goed bevallen? Als je veel tijd hebt, kan je die in Amsterdam met winkelen, enz. wel zoek brengen. Prettig dat je nu toch geregeld op de club kunt komen. Tot 9 No vember. Dag Goudmuiltje. Best VUURSTEENTJE I. Wat jammer vriend dat je ziek bent en j.l. Woensdag niet op de club kon komen. Van harte wensch ik je een spoedig herstel toe. Wat heb je me ver rast met keurig plakwerk. Vooral met de af beeldingen van ons aller vriend Sint Nico laas ben ik overgelukkig. 9 November is er voor het eerst weer club. 'k Hoop dat je dan present bent. Stien V. wil je wel met je kaar ten helpen. Je bent dan op de club niet ach ter. Dag Vuursteentje I. VUURSTEENTJE II. Ook m'n dank voor het keurige plakwerk. Jij verstaat de kunst hoor. Ben je 9 November ook van de partij? Best hoor. je komt maar. Dag Vuur steentje II. Best WATERNIMFJE. Zoo was je briefje in orde hoor en prettig dat je er in het ver volg aan wilt denken. Denk je ook aan de foto's van Prinses Beatrix? Tot Woensdag 9 November. Dag Waternimfje. Lief BOSCHVIOOLTJE. Je zusje mag clublid en rubriekertje worden. Breng haar Woensdag 9 November maar mede. Laat ze a.s. week haar naam én schuilnaam maar aan mij in een briefje opgeven. Dag Bosch viooltje. Lief HARLEKIJNTJE. Prettig dat je zoo graag op de club komt. Me nu ook maar steeds trouw schrijven. Met een kort briefje ben ik reeds tevreden. 9 November breng ik een mooi werkje voor je mede. Dag Harle kijntje. Best SNEEUWWITJE. Prettig dat je moeder mij geschreven heeft. Ook jij gaat graag naar de club. Het is er wat gezellig en de Woensdagmiddag vliegt voorbij. A.s. week is er geen club. Je mag 9 November weer ko men. Dag Sneeuwwitje. Lief MADELIEFJE. Prettig dat je nu weer gelegenheid hebt mij trouw te schrijven en de club te bezoeken. We maken eerst het prentbriefkaartenspel af en daarnaNeen dat schrijf ik niet in de rubriek. Verrassin gen moeten geheim blijven, anders zijn het geen verrassingen meer. A.s. week houd ik clubvacantie. 9 November is er weer club. Je kussen wil ik dan graag eens zien. Dag Made liefje. Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEF. DE BLADEREN VALLEN door W. B.Z. JUF IS JARIG! door W. B.—Z. 'K GA BREIEN door W. B.Z. Och blaadjes val je nu allemaal, Mijn berkeboompje was al zoo kaal. Mag er niets blijven? Gaan jullie heen? De paddestoelen staan daar alleen. De bladen vallen straks allemaal, Ja, alle boomen worden nu kaal. Niets mag er blijven. 't Wordt winterweer, Maar daarna komen de blaadjes weer. De bladen vallen bruin, rood en geel Ze dekken d' aarde straks wel geheel. 't Lijkt net een deken. Zoo warm en zacht Tot straks de Lente nieuw leven bracht. Ja blaadjes val stil nu allemaal. Maak alle boomen maar dor en kaal. Alles moet rusten, 't Wordt winterweer. Maar eenmaal komt toch de Lente weer. Weet je, wat ik brei? Een rose poppesprei k Heb wel een witte met open randje. Maar pop trekt die altijd weg met haar handje. Nu brei ik een zware Die warmt ook zoo fijn, Want mijn poppekindje Is nog maar heel klein. Ik brei nu twee samen, een gaatje Dan overhalen, een omslaan, een naadje. Je merkt wel, 'k heb het al eerder gedaan. Ik zag dit patroontje in 't handwerkboek staan. Ja, 'k brei fijn een sprei Eerst voor pop en dan voor mij. EN kort berichtje in een onzer groote bladen is oorzaak van het volgende. Het bedoelde berichtje vermeldde dat er te Londen 4 x per jaar de merk waardigste markt van de heele wereld werd gehouden n.l. de ivoor markt. Het was voor mij aanleiding om te trachten iets meer omtrent die markt gewaar te worden. En ziehier wat ik vond. Die markt, eigendlijk moeten we niet praten van markt, maar van veiling, wordt gehouden in een gebouw gelegen in een smal straatje in het midden van Londen, en wel in Januari, April, Juli en October. Toen ik dit las, dacht ik dadelijk aan onze tabakveilingen in Amsterdam, ook die worden immers gehou den in een gebouw in een smal straatje. Toch is er ook wel verschil. Bij deze laatste kunnen immers de koopers van te voren een monster trekken van 't geen te koop zal worden aan- eboden. Bij de ivoorveiling te Londen krijgen de aanstaande koopers de waar niet te zien, die ligt netjes opgestapeld en goed gesorteerd in de pakhuizen. De koo pers krijgen een catalogus waar alles, wat ze van de ten verkoop aangeboden tanden moe ten weten, naar waarheid is beschreven, n.l. van welk dier het afkomstig is, uit welk deel van de wereld het komt en of het meer of min der bros is. Als we weten dat er in October van 't vorige jaar 29000 kilogram ivoor verkocht is en dat er tanden bij waren die ruim 2,5 meter lang waren, dan is het duidelijk dat hier de koopwaar niet gestald kan worden. Er is nog een ander verschil met onze tabakveiling. Hier een ontzettende drukte, en een gedrang, waar bij men elkaar bijna de kleeren van 't lijf trekt; de ivoorverkoop gaat in alle stilte, er is geen sprake van opwinding en de stem van den veilingmeester getuigt van een kalmte, die niet zou doen vermoeden, dat hier een artikel te koop wordt aangeboden, waarvoor zelfs vreemde werelddeelen hun kooplieden naar Londen sturen. Chineezen en Japanneezen schijnen tegenwoordig de grootste koopers te zijn. Het ivoor is voornamelijk afkomstig van Zanzibar, Mozambique, Rhodesia en Egypte, de Congo en Siberië. De tanden zijn voor 't grootste deel olifantstanden, maar ook zijn er bij van evenrzwijnen, walrussen en rhinoceros- sen; die uit Siberië zijn afkomstig van de mammouth, maar zijn niet zoo kostbaar als die van den olifant, die soms 100 pond zwaar zijn en 4 a f 500 opbrengen. De ivoormarkten te Londen zijn niet meer wat ze eens geweest zijn. Er zijn jaren geweest dat er meer dan 1000 ton d.i. 1 millioen kg. ivoor werd aange voerd. In 1937 was de aanvoer nog geen tiende deel ervan. Toch vertegenwoordigde dit nog een waarde van ongeveer f 700.000. Voor dit terugloopen van deze eigenaardige markt zijn twee oorzaken. Ten eerste worden tegenwoor dig tal van artikelen, die vroeger uitsluitend van ivoor gemaakt werden, van kunststoffen vervaardigd; de tweede en wel de voornaam ste reden is wel, dat er in de jaren van den grooten aanvoer, zooveel olifanten gedood zijn, alleen in Afrika werden er soms 50.000 per jaar gedood dat men begon te vreezen dat' er een tijd zou komen, dat er geen olifanten meer waren. Men is er toen toe overgegaan om bepaalde gebieden aan te wijzen waar niet op olifanten gejaagd mag worden, z.g. olifant reservaten. Bovendien mag niemand meer op olifanten jagen zonder bepaalde vergunning; hij moet dus een jachtacte hebben en dan mag hij nog maar op bepaalde tijden op de jacht gaan; er is dus ten opzichte van olifanten ook een gesloten jachttijd. e-HHi We zijn al vroeg naar school gegaan En hebben toen iets leuks gedaan. Op 't tafeltje zetten we bloemen neer Er kwamen er telkens nog veel meer. Niemand was karig, Want Juf is jarig! We hadden ook een vaas gekocht, Mijn moeder heeft hem uitgezocht. Op 't tafeltje zie je hem vooraan staan, We hebben er rozen ingedaan Niemand is karig, Want Juf is jarig! Hoezee! daar komt de juffrouw aan, En lachend blijft ze even staan, We feliciteeren haar allemaal. En juf vertelt nu een mooi verhaal. Er wordt getracteerd En heel niet geleerd! DE ZEEMEERMIN EN HET MEISJE Een oud sprookje uit Vlaanderen Heden wil ik eens een Vlaamsch sprookje verhalen, zooals het mij door een oud visschers vrouwtje aan het strand van Blankenberghe verteld werd. Maar aangezien ik haar smeuig Vlaamsch wel verstaan, maar niet spreken en nog minder behoorlijk schrijven kan, zal ik maar onze eigen taal gebruiken. Hier in Blankenberghe woonde eens een arme visschersvrouw. Haar man was bij de uit oefening van zijn beroep door de zee verzwol gen, en nu woonde zij alleen met haar zeven jarig dochtertje in een schamele hut aan het strand. Zij haatte de zee, maar kleine Mieke deed niets liever dan pootjebaden en schelpen zoeken. Urenlang kon het kind zich ermee ver maken over de aanrollende golfjes te springen. Met angst en tegenzin zag de moeder dit dar tele spel, bevreesd dat de wreede zee ook haar eenigen, laats ten schat rooven zou. „Kind, smeekte zij telkens weer, „blijf toch weg van het bedriegelijke water, want het is valsch en heeft uwen vader verslonden!" Maar omdat zij het brood voor haar en haar dochtertje verdienen moest en drukke bezig heden had, kan zij niet voortdurend een wa kend oog op het meisjes houden. En zoo ge beurde het, dat zij op een middag tevergeefs op Mieke wachtte. Zij zocht haar overal, in de duinen en langs het strand, zij ondervroeg de visschers, die zij ontmoette, maar alles was verloren moeite. Met een hart vol wanhoop zat zij 's avonds voor haar hut en keek naar de zee. Toen zag zij met verbazing, dat uit de gol ven een vrouw oprees, zooals zij er nog nooit een gezien had. Het was een zeemeermin, die zich op de baren wiegde en daarbij zong: „Een dak van water, een paleis van kristaal daar wonen mijn lievelingen allemaal!" Toen de visschersvrouw dit gezang hoorde dacht zij, dat ook Mieke onder die lievelingen zou kunnen zijn. Ze viel op haar knieën en smeekte de meermin haar te zeggen, of zij wellicht ergens het kleine meisje had gezien, dat alle dagen op het strand gespeeld had. „Wel zeker, vrouwtje," antwoordde de meer min; het is bij mij in het kristallen paleis op den bodem der zee en speelt vroolijk met al mijn andere lievelingen!" Maar toen de moeder nog harder weende en haar smeekte, dat zij haar toch haar eenigen schat terug zou geven, toen kreeg 't zeewijfje medelijden met haar en sprak: „Wat de zee eens genomen heeft, mag ik jou niet levend terug geven. Het eenige wat ik voor je doen kan, is dat ik je meeneem naar het kristallen kasteel, zoodat je je dochtertje nog eens zien kunt. Heb je moed mij honderd mij len ver over zee te volgen en neer te duiken daar waar het water het diepst is?" Zonder een oogenblik te aarzelen, stond de visschersvrouw op en sprak: „Ik ben bereid u te volgen!!' Toen naderde de meermin tot dicht bij het strand, liet de vrouw op haar visschenstaart neerzitten en zwom met haar over het water vlak. Ze zwom vlugger dan het snelste schip, aldoor naar het Westen. Het land was allan; UITKOMST VAN HET DETECTIVE RAADSEL. De oplossing is achter hen verdwenen, toen zij eindpiüu de diepte der zee een schitterend lifht- opstralen. cnt Za?«a „Hier is het!" sprak de meermin" we dalen." Saan En het duiken ging nog vlugger dan over het water, en zoo bevonden zij weinige oogenblikken in het wonderliivSr 111 leis, waarvan ooit een mensch heeft km,?* droomen. De arme moeder had °chter oogen voor al die pracht en praal. Zn kLR naar alle zijden, in de hoop Mieke te ont/ii ken; maar er was geen levende ziel te Toen bracht de meermin haar naar een er? zaal met een zilveren vloer. Door een »]s deur mocht zij er in kijken, maar niet binn treden. Daar zag zij een heele schaar E" meisjes en jongetjes vroolijk springen en len. en daar. daar in het midden tusscta de zingende kinderen stond haar Mieke 7 had niet minder pret dan haar sp< Wat was de moeder gelukkig! Ze smeekte meermin op het kasteel te mogen blijven haar kind dagelijks te kunnen zien en'hï werd haar toegestaan. Maar nu ontwaakte S heel gauw weer het verlangen, haar dochter tje weer mee te mogen nemen naar de wereï daar boven, waar de zon scheen en de frissehï zeewind woei; en dagelijks smeekte zij de mee" min op haar knieën, met Mieke terug te mo^n keeren, naar huis. Aanvankelijk wilde zii er niets van hooren, maar tenslotte werd door het aanhoudend smeeken der moeder haa! hart geroerd en zij sprak: „Ik zal u het kind levend teruggeven maar gij moet haar vrijheid verdienen." „Vraag wat je wilt," antwoordde de vrouw „alles wat maar eenigszins mogelijk is zal ik gaarne doen." „Gij zult mij een manteel weven van uw eigen haar. Hier is een potje met zalf, dat zal uw haar spoedig doen groeien." Dadelijk ging de vrouw aan het werk Ze knipte haar mooie lange haren af en begon te weven, dag en nacht, zonder een oogenblik te verliezen. Acht dagen later was de halve man tel gereed, maar verder kwam zij niet, want het laatste haartje was van haar "hoofd afge knipt. Toen smeerde zij eiken avond en mor gen haar hoofd met de zalf in, en zie, reeds 2 weken later was het haar weer aangegroeid en nog langer en voller dan voordien. En weer knipte zij alles af en ging aan het weven, en een maand later was de wonderlijke mantel kant en klaar. De zeemeermin was over het werk ten hoog ste voldaan, en het dochtertje werd aan de moeder teruggegeven. Toen liet de meermin een prachtige koets, bespannen met twee dol fijnen voorkomen en bracht zelf de gelukkige moeder en haar kind over het groote water weer naar huis." Dit is geschiedenis van de zeemeermin, die ons het oude visschersvrouwtje te Blanken berghe vertelde. Toen zij met haar verhaal ge reed was, keek zij met starenden blik over de wijde watervlakte in de verte, als verwachtte zij, daar een zeewijf je te zien opduiken. „Moedertje," vroeg ik na een lange pauze, „heb je ook wel eens een zeemeermin ge zien?" „Was dat maar waar! mijnheer," antwoord de ze bedroefd. „Waarom heb je daar zoo'n spijt van?" „Omdat ook ik mijn man en mijn zoontje van elf jaren op zee verloren heb. en als er nu eens een zeewijfje kwam Ze sprak niet verder, maar keek strak in de verte. BREEDTE VAN EEN „KONINGSSTRAAT In de Middeleeuwen hield men er bijzondere bouwvoorschriften op na voor het bouwen van een „koningsstraat" we zouden tegenwoor dig zeggen: een verkeersweg van de eerste grootte. Zoo'n koningsstraat moest zóó breed zijn, dat een ridder in volle wapenrusting er door kon rijden, ook als hij zijn speer dwars voor zich op het paard had liggen. En zoo'n speer was volgens de toernooivoorschriften ongeveer 16 voet lang. Uit deze wonderlijke maten kun je zien, dat er in dien tijd nog geen vaste maateenheid bestond, Ieder land had dan ook meest zijn eigen maten en gewichten, die nogal wat verschilden. In de latere middeleeuwen woog men te Weenen, te Hannover en te Lon den met ponden, doch het eene pond woog 56ü het andere maar 490 gram. In Engeland hielo men vast aan het z.g. „Pond der Oosterlingen waaruit later de benaming „pond sterling voor de Engelsche munteenheid is ontstaan. Je begrijpt, dat 't verschil in maten en ge wichten erg lastig was en na de Fransche re volutie waren de menschen dan ook neei dankbaar, dat er eigenlijk op dit gebied meer eenheid kwam. Door den invloed van Napoleon werd in half Europa het decimaalstelsel inge voerd, d.w.z. men mat met tientallen en veel vouden en onderdeelen daarvan. Als je even goed nadenkt, begrijp je oo, waarom juist tien de grondslag van o» maat- en gewichtstelsel werd evenals ons tal stelsel. Onze voorouders telden immers op hun vingers enin' de eerste klas doen wu dit nog! Men zegt echter, dat de oude I 12 telden: Zij hadden het z.g. stelsel, waartoe ze gekomen waren door sie kundige berekeningen. Onze tijd re Kei 6 draait immers ook om het getal 12: M in 12 maanden ingedeeld, het etmaal i uren enz. Het getal 12 is dan ook een m getal dan 10; immers het is door 2, 3, deelbaar!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8