Drie mannen en hun Noodlot
Het gedeelte van den rijksweg Utrecht—Leiden langs den Leidschen Rijn vanaf
hotel Den Hommel tot den nieuwen weg naar Vianen is Maandag gesloten en
het doorgaande verkeer van Utrecht naar Vianen en Leiden en omgekeerd wordt
geleid over de nieuwe vaste brug over het Amsterdam - Rijnkanaal. Rechts de
oude, links de nieuwe verkeersweg
Na den catastrophalen brand te Marseille. - Een overzicht van hetgeen van het groote warenhuis
is overgebleven
In de stadsbibliotheek te Marseille werd
een chapelle ardente ingericht voor de
slachtoffers van den warenhuis-brand.
De belangstelling was zeer groot
FEUILLETON
Naar het Engesch
door
A. J. HU IS MAN.
(Nadruk verboden).
„O ja. Maar hij vertelde alleen datmijn
broer gezond en wel was en in Brooklyn op
me wachtte. Toen we halverwege waren zei
hij dat mijn broer wilde dat ik eerst ging
eten en hij stopte aan een restaurant. Dat
kwam me vreemd voor, omdat ik evengoed
eerst thuis of met Ward samen had kunnen
eten. Maar de man zei dat mr. Barrett op
het laatste moment opgehouden was. Ik
stapte uit en at eerst in m'n eentje. De
chauffeur wachtte tot ik buiten kwam
Daarop reed hij me naar dat ellendige huisje,
ik stapte uit en liep als een lam naar bin
nen. Die twee afschuwelijke kerels grepen me
trokken me mee naar boven en sloten me ge
durende den nacht In een slaapkamer op.
Ik dachte er eerst over een venster open te
breken, want het was dichtgespijkerd. Maar
ze zeiden dat een van hen bij me in de kamer
zou blijven als ik probeerde weg te komen
Dus deed ik dat niet".
„Hebbenhebben ze je geslagen?"
Claudia huiverde en schoof dichterbij, tot
haar schouder dien van O'Malley even
raakte.
„Neen Tot vanavond ging het Ik was te
veel van streek om te ontbijten, 's Middags
at ik een kleinigheid, maar vanavond kon
ik niets naar binnen krijgen en ze dreigden
mij te
„Ja, dat heb ik gedeeltelijk gehoord", viel
O'Malley haar in de rede en zijn stem trilde
van ziedende verontwaardiging. „Probeer dat
te vergeten. Ze hebben hun loon beet. En er
staat nog meer voor ze in het vet!", voegde
hij er grimmig bij.
„Ze wilden juist beginnen me te slaan".
Weer huiverde Claudia bij de herinnering. „U
was net op tijd, mr. O'Malley!"'
„Terrance", verbeterde O'Malley.
„Terry dan", lachte ze.
„Ja", vervolgde O'Malley en zijn toon ver
ried niet alleen voldoening over zijn afstraf
fing aan de twee schavuiten, maar ook om
het feit dat het ijs nu tusschen hen gebro
ken was; „daar hebben ze wat voor terug-
gehad. En nu heb ik je iets te vertellen. Ik
heb je broer, Ward Barrett gesproken".
Claudia's vingers klemden zich om de
zijne.
„Heusch? O, wanneer? En waar? Is het goed
met hem?"
O'Malley grinnikte bij de herinnering.
„O' het was best met hem. Toen ik thuis
kwam, zat hij op mij te wachten. Hij dacht
dat ik je ontvoerd had!"
„Nee toch!", riep Claudia „Waarom dacht
hij dat in vredesnaam?"
„Ik vermoed dat hij te weten gekomen is
hoeveel ik van je houd!", waagde O'Malley
op te merken.
Claudia negeerde deze opmerking. Maar
het leek hem toe dat de druk van haar vin
gers iets steviger was.
„Hij zei later dat hij het zelf eigenlijk niet
geloofd had", vervolgde O'Malley. „Hij had
het gehoopt eigenlijk, omdat, als ik het niet
gedaan had, het veel erger zou zijn".
„Maar waarom is hij nietClaudia
*>rak eensklaps af.
„Waarom hij je niet is komen zoeken? Hij
had geen flauw idee waar je kon zijn en
bovendien had hij gisteravond iets dringends
te doen. Ik tast, wat die heele verwikkelde
geheimzinnige geschiedenis betreft, nog ab
soluut in het duister, maar ondanks alles ge
loof ik niet dat Barrett
Nu was het O'Malley's beurt om beschaamd
af te breken,
„O daar ben ik blij om!", riep Claudia uit.
„Maar toch begrijp ik niet waarom hij niet
gekomen is".
„De zaak zit zóó", legde O'Malley uit. „We
hadden beiden het vermoeden dat Mc Girk
de hand had gehad in de ontvoering. Ik
slaagde er namelijk in een tweede brief te
lezen, dien Mc Girk in zijn bezit had. Daar
stond je naam in en het uur waarop je
verdwenen bent. Ik wist waar Mc Girk uit
hing, dus volgde ik hem tot dat huisje en
vond jou".
„Een tweede brief?", vroeg Claudia nieuws
gierig.
„Ja", bevestigde O'Malley. „En luister eens
lieveling ik bedoel Claudia ik sta nu
heelemaal aan Barretts kant. Voor een deel
komt dat doordat ik in hem geloof omdat jij
het doet. Maar ik zou graag willen dat je me
vertelde wat er dien avond in zijn kantoor
is voorgevallen. Ik wil hem helpen als ik kan;
ik geloof namelijk dat hij in een of ander
afschuwelijk net verward zit. Maar ik zou
hem beter kunnen helpen als ik wat meer
wist. Ik zal je eerst iets vertellen om je van
mijn goede trouw te overtuigen. Ik heb dien
eersten brief gelezen, voor ik hem dien gaf.
Ik had redenen om hem te verdenken in
verband met iets dat goede vrienden van mij
overkomen is. Ik heb hem ook gezegd dat ik
den brief heb gelezen. Het was een mede-
deeling in code, maar ik heb die laten ont
cijferen. En die was hoogst gevaarlijk voor
hem".
Claudia was een oogenblik stil.
..Stond er in dat. dat hij iets was dat
ij niet moest zijn?", vroeg ze aarzelend.
„Juist", grijnsde O'Malley.
„Nu„ hernam Claudia na een kleide pauze,
„onder deze omstandigheden zie ik niet in
dat het kwaad kan je te vertellen wat er in
zijn kantoor gebeurd is dien avond, dat je
mij uit de handen van dat afschuwelijke
tweetal hebt gered. Het zit zoo; er was dien
morgen een brief voor mijn broer bezorgd.
Toevallig raakte die onder mijn post verzeild.
Ik las mijn brieven eerst na het ontbijt, toen
Ward al weg was. Ik telefoneerde hem dat
Lk in den middag bij hem zou komen en den
brief meebrengen. Hij zei dat het goed was
Maar ik vergat het heelemaal tot na het eten,
toen ik van Julian was weggegaan en weer
thuiskwam om een paar brieven te schrijven.
Het dienstmeisje was uit daarom aten we
in dat restaurant.
Ik had zoo het land over mijn vergeetach
tigheid, dat ik direct weer wegging en een
bus pakte naar Wards kantoor. Hij had mij
gezegd dat hij laat bleef werken.
De liften in het gebouw komen uit in de
personeelkantoren.
Daar was niemand meer en het was er
bijna donker. Dus ik ging direct door, naar
zijn privé-kantoor. Maar ik wilde hem ver
rassen, daarom liep ik zacht. Toen ik bij de
deur kwam, hoorde ik stemmen en ik merkte
dat er een man bij hem was. Natuurlijk aar
zelde ik. De man was Mc Girk, hoewel ik pas
gisteravond zijn naam gehoord heb".
„Heb je gehoord wat ze zeiden?" infor
meerde O'Malley. „Ik geloof overigens wel dat
ik het raden kan".
„Wel", ging Claudia voort, „ik hoorde Ward
tegen den man zeggen dat hij zijn kantoor
verlaten moest. Wards stem klonk ontzettend
kwaad. Daarop hoorde ik den ander, Mc Girk
Hij zei: „Je hoeft niet zoo hoog te paard te
zitten, mooie meneer; je bent een grooters
schooier dan ik ben!" Hij zei het op een sma-
lenden snauwenden toon".
Dat was dus wat ze dien avond in Barrett's
Kantoor gehoord had en hem niet had willen
vertellen, flitste door O'Malley's hersens.
Het meisje zette haar verhaal vorot. i
„Toen vervolgde hij„Je heb dien brief ge
kregen, dus waarom er verder om te liegen?"
Ik hoorde iemand snel bewegen. Er kwamen
een paar bonsen en slagen en de deur vloog
tegen mijn gezicht. Ik viel op den grond. Maar
ik zag Mc Girk uit Wards kantoor stuiven,
Hij kwam naast me op den grond terecht en
bewoog zich niet meer.
Ward was nogal kwaad toen hij me overeind
hielp", ging Claudia met een berouwvol glim
lachje voort. „Hij was boos omdat hij dacht
dat ik geluisterd had. Ik begon hem uit te
legvgen dat ik met dien brief kwam, maar hij
verzocht me nogal kortaf hem niet meer lastig
te vallen en heen te gaan. Ik geloof dat hij
nog nijdig op Mc Girk was en dat hij ook nog
niet met hem klaar was. Het kan zijn dat hij
ook kwaad was op Mc Girk omdat ik gevallen
was. Ik weet niet wat ik ervan moet denken.
Ik was vreeslijk geschrokken van wat de man
tegen hem gezegd had. Ward is geen man,
tegen wien men zich vrijheden veroorloven
kan en Mc Girk leek heel zeker van zijn zaak.
Ik kon me niet voorstellen dat hij mijn broer
een schooier zou durven noemen zonder
eenige reden. In ieder geval zei ik niets meer
van den brief. Ik haalde hem zelfs niet uit
mijn tasch. De lift kwam naar boven en wara
zette mij erin. Hij had er om gebeld. En is
ging het gebouw uit in een soort verdoovm0.
Het was allemaal zoo overrompelend gewees
en zoo akelig". f
„Maar hoe wist Mc Girk dat je den one
nog had?", vroeg O'Malley. „Het was Mc wr.
die je ,31eekneus" achterna heeft
om dien brief te pakken. En toen „Bleesnei^
;een succes had, kwam Mc Girk zelf aan-
- te krul*
rennen en probeerde mij van de baan
keren en hem zelf te pakken te krijgen, her
inner je je?"
(Wordt vervolgd).
Bergen op Zoom werd Maandag vereerd met
het bezoek van eenige nog in ons land ver
toevende Indische vorsten, waarbij verschillende
bedrijven bezichtigd werden
Een vluchtkelder, zooals er verschillende gebouwd zijn op de terreinen van de Eokkerfabrioken
is geëxposeerd op de Luchtbeschermingstentoonstelling .Lubeta te Amsterdam, welke in he!
voormalig Tesselschade-ziekenhuis is geopend
Dakloozen, die hun woning
moesten verlaten in ver
band met het brandgevaar
bij de warenhuis-catastro-
phe te Marseille, waarbij
tientallen slachtoffers om
het leven kwamen
Uit het Sudetenduitsche gebied zijn te Rotterdam 12500 ronde glastegels aange
komen, welke voor de kap van het nieuwe beursgebouw bestemd zijn. - Door
eenige Sudetenduitsche meisjes worden de laatste werkzaamheden aan de tegels
verricht
s
Het Caland-monument op den Cool-
singel te Rotterdam zal in verband
met de belangrijke veranderingen in
het stadscentrum moeten verdwijnen,
daar ter plaatse een autoparkeerplaati
zal komen