H. C. ANDERSEN
Sint Pieterskerk en Vaticaan.
Duirwelijntje
Defensie betracht de
noodige zuinigheid.
Het monumentale St. Pietersplein met de St. Pieterskerk. Rechts en links
het Vaticaan.
In millioenen harten leeft
het onbluschbaar verlan
gen naar San Pietro en
Vaticano in Rome, de
eeuwige stad aan den Tiber.
SAN PIETRO!
Vele Romeinen zeggen het met de
zelfde verteedering die de aapjes
koetsiers bij het Colosseum in hun
stem hebben, wanneer zij over de Via Appia
en de kerk van Santa Maria Maggiore spre
ken.
Met een autobus, die overal in de city stopt,
is de St. Pieterskerk gemakkelijk te bereiken
en de tocht door de hoofdstraten van Rome
en over de betooverend-moole Piazza di Ca-
vour met haar woud van palmen, is reeds op
zichzelf een bonte vreugde. Bij de hooge mu
ren van het Vatikaan eindigt de rit en van
Vatikaan naar St. Pieter, langs schilderachti
ge winkeltjes, vergt slechts enkele passen.
Maar de San Pietro, de pauselijke basiliek,
is het overrompelendst wanneer zij in het
front, van den Tiber komende, genaderd
wordt. Dan ziet men haar als een organisch
geheel en tevens als indrukwekkend en on
misbaar décor van de machtige Piazza di San
Pietro, die omsloten wordt door twee boog
vormige galerijen, die ontelbare levensgroote
standbeelden dragen. Naarmate gij voort
schrijdt over het enorme plein, waar alle we
gen der wereld samenkomen, wijzigt zich het
beeld der kerk, die men de grootste der Chris
tenheid genoemd heeft. De koepel zakt naar
beneden en de gevel, door pilaren beheerscht,
valt óp u. Boven op het bordes keeren wij ons
nog even om, en vóór en onder ons ligt het
wijde Sint Pietersplein onder een strakken,
diep-blauwen hemel. En als zoo vaak in de
eeuwige stad, trilt ook hier de verte, waar de
huizen en straten van Rome liggen, achter
een transparanten rosen nevel.
In de kerk, die zonder zitplaatsen is, schijnt
gij weg te zinken in de ruimte, die overal om
u heen is. Het kost eenige seconden van wen
nen. Misschien maakt gij ook een moment van
ontgoocheling door, want het inwendige van
de San Pietro maakt op velen meer den in
druk van een museumzaal dan van een kerk.
Hoe het zij, terstónd daarop wordt gij getrok
ken naar het monumentale, met gouden blade
ren georneerde graf van den apostel Petrus,
aan wien de kerk haar naam dankt. Goud,
goud, goud, dat ons de oogen doet toeknijpen.
Maar als deze verblinding overwonnen is, on
dergaat gij uw eerste groote ontroering: het
wonderschoone beeld van den, op het praal
graf geknielden, biddenden Paus een tot
marmer geworden gebed. De rust, die men
elders in de onmetelijke kerkruimte kan mis
sen, schijnt hier samengevloeid te zijn. Gij
keert u naar rechts en de bronzen Petrus,
wiens metalen voet door de geloovigen in
schier onafgebroken stroom gekust wordt, ziet
U aan met gestrengheid in zijn blik.
In de Sint Pieterskerk is, gelijk in een mu
seum, uren te dwalen, uren te genieten, en
wanneer gij uit Uw droomende aanschouwing-
ontwaakt, herinnert gij U met verbazing, dat
ge in een kerk zijt in de kerk, waar de Paus
is, als hij op Paaschmorgen zijn zegen Urbi
et Onbi geeft. Wat de St. Pieterskerk schenkt
is in menig opzicht een overdaad, die verwar
ring sticht. Maar één wonder stijgt in doode- I
lijke stilte, in lelieblanke gelatenheid uit bo
ven alle pracht en praal: De Piëta van Michel
Angelo de Moedermaagd met Haar gestor
ven volwassen zoon op den schoot. Dit beeld,
waarvoor gij ademloos staat en dat U de han
den doet vouwen, ontgaat aan iedere men-
schelijke definitie. Ons eenige antwoord is een
beslagen oog en een prop in de keel.
Wij verlaten de kerk met dezen laatsten
indruk een indruk wellicht voor het
heele verdere leven en gaan over het plein,
waarop jaarlijks millioenen het verlangend
oog gevestigd houden, naar de sombere om
muring der Vatikaanstad. Daar staan ze reeds,
de zware fiere mannen van de Zwitsersche
garde in hun flatteerende kleedij. Hun don
kere blik monstert iederen voorbijganger. Maar
de toegang versperren zij met hun kolossale
gestalte. Om binnen te kunnen komen, moet
verder geloopen wordeneen minuten
lange wandeling nog langs de huizenhooge
muur, die van de Vatikaanstad een citadel
maakt. Een droefgeestige muur, die echter
goud en licht omsluit.
De tweelingtrap kronkelt als een spiraal
naar boven, waar, in de zoldering, een cirkel
van matglas het zonlicht zeeft en distribu
eert. Op de breede treden krijgt men een vaag
gevoel van beklemming. Het lijkt alles nieuw
en oud, licht en somber, frisch en muf tege
lijk. Voor de loketten van het Vatikaan-post-
kantoor, op de hoogste verdieping, wordt
queue gemaakt. In alle talen der wereld wor
den daar dagelijks want de instuif naar
Rome gaat onafgebroken voort postzegels
van verschillende waarden gekocht, die als be-
geerenswaardige curiosa naar alle hoeken der
aarde gaan. Nu kan men kiezen: links of
rechts, naar de beeldhouwwerken óf door
de smalle in elkaar loopende zalen met kunst
schatten van diverse pluimage, die tenslotte
leiden naar de Sixtijnsche kapel. Doe bij voor
keur het laatste het eerst en bekom dan weer
van de kleurige verbijstering, die gij onder
gaan hebt, in de koele sculptuurmusea, waar
een verrukkelijke kop van den god Zeus een
denkbeeld van de macht en de glorie van den
Olympus kan geven. In elkaar loopende zalen,
zei ik zooeven en wanneer gij weet, dat deze
tezamen de lengte van een onafzienbare bou
levard hebben, dan kunt gij U een voorstel
ling maken van de uitgestrektheid van het
Pauselijk verblijf.
Wanneer gij alles in het Vatikaan inderdaad
zoudt willen bezichtigen aan ieder
voorwerp drie minuten wijden, wat niet lang
is! dan zoudt ge jaren noodig hebben. U
weet dus thans wat een ochtendwandelingetje
van enkele uren door de vatikaanzalen te be
duiden heeft. Een druppel in een bassinMaar
d i t zult gij kunnen getuigen, zoo Uw ziel ont
vankelijk geweest is voor beeld en schilderij,
voor geest en conceptie: „In sprakeloozen
eerbied heb ik gehuiverd en in liefde heb ik
mijn hart warmer voelen worden". En de
herinnering aan de smakelooze kostbaarheden,
die gij ook geizen hebt, want niet alles in
het Vatikaan is louter schoonheid, zal tege
lijkertijd weggewiseht zijn. Nog één ding: zoo
de ramen geopend zijn, vergeet dan nóóit een
langen blik te geven aan de architectonische
tuinen van het Vatikaan, die een balsemende
rust suggereeren.
In millioenen harten leeft het onbluschbaar
verlangen: San Pietro-il Vaticano, in de
eeuwige stad aan den Tiber!
H. P. VAN DEN AARDWEG.
Huil veroordeelt de handels
politiek der dictaturen.
„Wie handel met ons wil drijven, richte zich
naar ons systeem".
NEW YORK, 1 November. Minis
ter Huil heeft in een rede, uitgespro
ken voor de nationale conventie voor
den buitenlandschen handel, zijn oor
deel gegeven over de handelspolitiek
der totalitaire staten. Deze politiek,
aldus Huil, zal een economische in
eenstorting veroorzaken. Die staten,
die met de V.S. handel willen drijven,
zoo zeide Hull met stemverheffing,
zullen zich moeten richten naar de
handelspolitiek der Vereenigde Staten
van Amerika.
Na een korte beschouwing over de over
eenkomst van München zeide Huil:
„Het is mijn weloverwogen meening, dat
niets, wat in de laatste jaren en laatste weken
geschied is, afbreuk heeft gedaan aan de
grondbeginselen, waarop wij trachten een
herstel op te bouwen van gezonde economi
sche verhoudngen als de noodzakelijke fun
deering van een duurzamen vrede. Niets van
wat er gebeurd is, heeft mijn rotstvaste over
tuiging kunnen schokken, dat deze grondbe
ginselen vroeger of later den vasten grond
slag zullen vormen van de internationale
handelsbetrekkingen".
Met betrekking tot de autarkieën zeide
Huil nog:
„Deze passen methodes toe van gedwon
gen en kunstmatige stimuleering, welke ver
hinderen, dat de handel ten volle bijdraagt
ook tot hun eigen welzijn en economische
stabiliteit". (United Press)
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-Reehtbank te
Haarlem zijn de volgende failissementen uit
gesproken op Dinsdag 1 November 1938.
1. C. de Haan, koopman in ongeregelde goe
deren, wonende te Haarlem, Jan Haringstraat
34. Curator Mr. J. O. Baron te Beverwijk.
2. M. P. Zwaaneveld, kioskhouder, wonende
te Overveen, gemeente Bloemendaal, Domp-
vloedslaan 31. Curator Mr. E. van Tuinen te
Driehuis, gemeente Velsen.
3. J. Brassinne, dans- en schermleeraar, wo
nende te Haarlem, Raamsingel 30. Curator Mr.
O. H. van Wijk te Heemstede.
4. W. A. Houthuyzen, garagehouder, wonende
te Hillegom, Meerstraat 122, zaak drijvende
Hoofdstraat 141. Curatrice Mej. Mr. C. H.
Deknatel te Haarlem.
5. P. J. Christiaans, courantenbezorger, wo
nende te Haarlem, Goetzeestraat no. 18. Cu
rator Mr. H. J. Pot te Haarlem.
Rechter-Commissaris in de faillissementen
sub lo t/m 4 Mr. E. J. W. Top te Haarlem; in
sub 5o Mr. C. G. Bijleveld te Haarlem.
Wegens gebrek aan actief werd opgeheven
het faillissement van L. E. Neele, timmerman
en aannemer, wonende te Haarlem, Schoter-
weg 64rood. Curator Mr. J. A. B. Sanders te
Beverwijk.
Door het verbindend worden der Uitdee-
lingslijst is geëindigd het faillissement van:
F. van Dansik, kantoorbediende, wonende te
Haarlem, Heussensstraat no. 44. Curator Mi-. C.
Blankevoort te Haarlem.
SLECHTS 5 ct. per
Adv.
Vervangende Kruiser noodzakelijk.
Het behoeft wel geen nadrukkelijke yer-
melding, dat de regeering de noodzakelijk
heid van de sterke verhooging der militaire
uitgaven betreurt, aldus antwoordt zij op de
algemeene beschouwingen der Tweede
Kamer over de rijksbegrooting 1939. Zij is
dan ook eerst laat er toe overgegaan, volgens
sommigen zelfs te laat. Zoolang intusschen
de hoop niet vervlogen was, dat de bewape
ningswedloop elders zou worden gestuit, kon
de regeering geen vrijheid vinden deze zware
nieuwe lasten aan de bevolking op te leggen.
Maar evenzeer, toen die wedloop allerwege
versneld werd en de internationale horizon
steeds duisterder werd, mocht niet worden ge
aarzeld onze militaire uitrusting op zoodanig
peil te brengen, dat wij in staat zouden zijn
onze beproefde zelfstandigheidspolitiek ook
metterdaad door te voeren. Daarvoor was noo
dig de weermacht hier te lande zoodanig op
te voeren, dat ons grondgebied in Europa
niet zonder meer door anderen als tooneel van
den strijd kon worden gebezigd. Voor zooveel
Oost-Azië betreft behoeven de voorzieningen
stellig geen nadere verklaring.
De regeering gaat bij dit alles stel
selmatig te werk en de indruk, waar
van in het voorloopig verslag gewaagd
wordt, alsof wij „voor een stelsellooze
verhooging van de militaire uitgaven
staan" is derhalve niet juist.
Wat den thans aangevraagden vervangen-
den kruiser betreft wordt het volgende opge
merkt. In verband met de ontwikkeling van
de internationaal-politieke omstandigheden
acht de regeering het gewenscht, dat zoo
spoedig mogelijk worde beschikt over een
drietal volwaardige moderne schepen van het
genoemde type. Weliswaar werd de vuurlei
dingsinstallatie van Hr. Ms. Java te vorigen
jare gemoderniseerd, doch hiermede werd
de Java is ruim 20 jaren geleden ontworpen
uiteraard geen schip verkregen met dezelfde
gevechtswaarde als een nieuw te bouwen
kruiser.
Het door de regeering opgesteld schema
van onze maritieme macht, zooals dat ten
vorige jare werd medegedeeld, blijft gehand
haafd, behoudens de thans aangevraagde
aanvulling van klein materieel. Of en
hoever, na het gereedkomen van den ver-
vangenden kruiser, nog van de Java gebruik
Copyright P. I. B. Box 6 Copenhagen
Buiten, achter den tuin, stroomde een breed water. Aan
oever was de grond moerassig en modderig. Hier woonde de pad,
met haar zoon. Hu, die zoon was ook al zoo leelijk. Afschuwelijk
leelijk. Hg leek precies op zijn moeder. En hij was even nieuws
gierig, want toen hij zijn moeder aan zag komen, kwam hij gauw
naar haar toe
Koax! koax, brekkèkèkèxDat was alles wat de pad zei, II slapen. „St, maak niet zoo'n lawaai", waarschuwde zgn moeder.
toen hij in de notedop keek en het fijne, kleine meisje daarin zag „Ze mag nu nog niet wakker worden, anders loopt ze weg. Ze Is
net zoo licht als een vlokje zwanendons!
We zullen haar zoo lang op één van de groote plompebladen II niet weg. Ondertusschen zullen wij in de modder de pronkkamer
zetten, die op het water drgven. Dan zit zij op een eiland en kan in orde maken. Je weet het, daar zul je met je aanstaande vrouw
moeten wonen."
(Wordt vervolgd).
zou kunnen worden gemaakt, zal afh9
zijn van de dan aanwezige omstandiS^
De minister van Defensie heeft er ri
schillende militaire autoriteiten naör uet"
op gewezen, dat steeds de grootst
soberheid moet worden betracht en d
geen geval de gedachte mag postvatten ,k
het thans de tijd is om alle wenschen
vulling te doen gaan. n v«r-
De regeering heelt geen plannen w
fende nieuwe fabrieken, die uitsIuiteM
pentuig vervaardigen. na
schen het staatsbedrijf der artillerie 5 f
tingen en verschillende particuliere be5
ontstaan, ten einde allerlei ooriogsii
dat voorheen uit het buitenland werd
trokken, thans hier te lande te fabriceeren^'
Door plaatsing van educatie-orders b2
gen in de aanschaffing van speciale'weE
gen, aankoop van licenties, enz. vonr h
doeleinden is f 1.000.000,— op de beerJn
van 1939 uitgetrokken. Het ligt in hetvn?
nemen ook in volgende jaren bedrag 1
voor uit te trekken. öaar'
Vijftigduizend man Chmeesche
troepen vernietigd?
De woordvoerder van het- Japansche
departement van oorlog heeft ver
klaard, dat omstreeks 50.000 man Chi-
neesche communistische troepen dié
onder bevel stonden van de generaals
Tsjautoen. Yang Tsjeng Woe en an
deren, vernietigd zijn door een Ja-
pansch expeditiecorps bij Woetaisjan
een der vier Boeddhistische heilige
bergen in China, waar de Chineesche
communistische troepen de basis ge
vestigd hadden van hun guerrilla.
Volgens het blad Nitsji Nitsji Sjimboen ii
hiermede een der beide basis van den guerrilla
in Noord-China opgeheven; de tweede,inde
Fransche concessie te Tientsin, bestaat no"
Voorts meldt de Japansche marine, dat
aan het Zuid-Chineesche front een gevecht
geleverd tusschen twee Chineesche kanon-
neerbooten en een Japansche batterij bi]
Sams joel. Daarbij werd een der booten tot
zinken gebracht. Japansche oorlogsschepen
hebben verder een jonk buitgemaakt, waarop
veertig mijnen geladen waren. De Japanners
hebben te Kwangnan een scheepswerf bezet,
waar groote hoevelheden kruit van Britsch
fabricaat gevonden werden. Bij een gevecht
te Janjoen zijn 200 Chineezen gesneuveld.
Te Kanton is thans een militaire telefoon
dienst geopend. Het telefoon- en telegraaf-
verkeer zal binnenkort hersteld zijn. Èr zal
een commissie tot handhaving van orde en
vrede ingesteld worden.
De kwestie der kinderbijslag-
verzekering.
's-GRAVENHAGE, 2 Nov. De Hooge Raad
van Arbeid heeft advies uitgebracht aan den
minister van Economische Zaken over het voor
ontwerp wettelijke regelen inzake kinderbijslag
verzekering.
De Raad heeft zijn discussie gevoerd aan de
hand van de volgende vragen.
1. Verdient de strekking van het ontwerp, dat
bij de loonbepaling van hen, wier gezin den
feïtelijk-gemiddelden omvang overtreft, met de
daarmede samenhangende grootere lasten wordt
rekening gehouden, aanbeveling?
2. Dient de mogelijkheid te worden openge
laten, dat bedrijfsgewijze afwijkende regelingen
worden getroffen, eventueel onder goedkeuring
van den minister?
3. Dient het voorontwerp zich te beperken tot
de loontrekkenden, of dient het zich ook uit te
strekken tot andere groepen van het bedrijfs
leven?
4. Dient bij deze verzekering een loon- of in
komens-grens te worden gesteld?
5. Wanneer behoort het recht op kinderbijslag
te ontstaan en hoe hoog zal deze kinderbijslag
moeten zijn'?
6. Wie behooren de kosten der kinderbijslag-
regeling te dragen?
7. Welke organen dienen de verzekering uit
te voeren?
8. Het vi 'agstuk der financiering, enz.
De meerderheid van den Raad beantwoordde
de eerste vraag bevestigend.
Daarentegen heeft de Raad zich met 22 tegen
12 stemmen uitgesproken tegen het scheppen van
de mogelijkheid van bedrijfsgewijze getroffen
afwijkende regelingen.
Voorts adviseert de meerderheid van den
Raad, het 2e lid van art. 4 te laten vervallen.
De meerderheid van den Raad is van oordeel,
dat de kleine zelfstandigen niet onder de kin
derbijslagverzekering dienen te worden ge
bracht.
De stemmen hebben gestaakt over de vraag,
of de werkgevers onder de kinderbijslagverze
kering dienen te worden gebracht.
De kleinst mogelijke meerderheid van den
raad is van oordeel, dat in het wetsontwerp een
loon-of inkomstengrens dient te worden opge
nomen.
De meerderheid van den Raad is van oora i,
dat de kinderbijslagverzekering dient aan
vangen bij het 4e kind. De groote meerderneiQ
van den Raad is van oordeel, dat de leeiuj
grens moet gesteld worden op 15 jaar.
Voorts bleek de raad met op een na algemee
stemmen van oordeel, dat het systeem van
voorontwerp ter berekening van de hoogte
den kinderbijslag wegens te groote administra
tieve moeilijkheden niet kan worden gena.
haafd. m
In '^en afzonderlijke bijlage stelt de raaa
klassestelsel voor.
De grootst mogelijke meerderheid van
Raad is van oordeel, dat de totale koslt
verzekering niet door den staat behoo
worden gedragen. aB
De groote meerderheid van den Raaa
oordeel, dat verhaal op de arbeiders tere
het voorontwerp niet is toegelaten.
De meerderheid van den Raad is van o
dat de uitvoerorganen van de verzeker
moeten worden gekozen zooals het voor
voorstelt. Zij is daartegenover van oor
de uitvoering in de eerste plaats dien
schieden door de bedrijfsvereenigmg-
De raad is van oordeel, dat alleen re.
ringen, berustend op de normaal were
geling, voor verevening in aanmerking
Een wetsbepaling in dien geest wor
schelijk geacht.