fRANSCHE VAKVERBOND
kondigt ééndagsstaking af.
Regeering treft tegenmaatregelen.
De tachtigste verjaardag van Selma Lagerlöf.
Hi
j.)TERDAG 26 NOVEMBER 1938
jje c. G. x., het Fransche vakver-
hond, beeft besloten tot afkondiging
néen algemeene staking op Woens
dag 30 November. Deze zal 24 uur
duren
tot besluit werd met algemeene stemmen
rLen door de bestuurscommissie van het
Wr ,:_„a 121 de vergadering werd een re-
aangenomen van den volgenden
in de eerste plaats wenschen wij een
protest te doen hooren tegen de
.^ethodes door de regeering ten aan-
v van de arbeiders, die het werk hebben
Afgelegd om hun verontwaardiging te be-
nen tógenover de wetsdecreten, genomen.
Sneens werd besloten een beroep te doen
alle arbeiders ieder incident en iederp
actie te vermijden, welke slechts
zou kunnen toebrengen aan de alge-
;cente actie van het verbond,
reen enkele afzonderlijke beweging moet
den op touw gezet buiten de actie, waartoe
TJ. de verantwoordelijke organen van het
w>meen vakverbond is besloten".
t;n aanzien van de 24 uursstaking van
.Ljóaa a-s. wordt in de resolutie verklaard:
^'omstandigheden en gebeurtenissen
ochtends het werk moeten worden her
eunder verwijl moeten in krachtige disci-
(joor de belanghebbende vakver eenigin-
veiligheidsmaatregelen worden genomen
- treng worden uitgevoerd, zoowel ten aan-
van personen als voor de bescherming van
iteriaal. De staking zal in kalmte moeten
y..—De arbeiders moeten geen enkele
overal zal Donderdag 1 December
-daging beantwoorden
G. T. verklaart, dat de staking niet
,ezeid zal gaan van een bezetting der
iaatsen of kantoren.
Misdag 80 November zal geen enkele
vtooütag worden georganiseerd en ook geen
iieS vergadering worden gehouden. Na de
Sm. zal de actie der C. T. tegen de
--decreten werden voortgezet op de wijze,
die tijdig door de verantwoordelijke orga-
■ai zal wórden bepaald.
'dj aldus aangegeven beweging der alge-
,Mie staking is slechts bestemd om te pro-
ui tegen de wetsdecreten in het alge-
„(H 'die den arme treffen ten voordeele
ia den rijke en beoogen voordeel te geven
m bet kapitaal ten kciste van de arbei-
a'de resolutie wordt vervolgens betoogd,
Set door de regeering bepleite stelsel in
S elementen draagt voor een nieuwe
«Me, „welke het land voor altijd de mo-
[jSjkheid op herstel en onafhankelijkheid
ill doen verliezen".
Daladier neemt tegenmaatregelen.
United Press meldt uit Parijs, dat Da
ladier, die plaatsvervangend minister
van Binnenlandsche Zaken is bij afwe
zigheid van Sarraut, vast besloten is het
niet te laten aankomen op een stilleg
gen van de openbare diensten, waarvoor
gevaar bestaat door de groote staking.
Dit beteekent, dat hij mogelijk re-
quisitie van de diensten en mobilisatie
van de stakers ter plaatse zal toepassen,
zooals Briand eens gedaan heeft, toen
een staking voor den oorlog dreigde en
gebroken werd door de mobilisatie van
de spoorwegarbeiders.
decreet, gistermiddag door Lebrun
«derteekend, verleent de regeering de volmach
ten voor alle stappen, noodig om de industrieën
tn diensten, die door de staking worden aange-
last, te requireeren.
Indien het juist is, zooals thans verluidt, dat
ie premier voornemens is de communistische
partij te ontbinden, dan heeft hij daartoe de keus
tisschen twee procedures. Hij kan een wet in-
csnen, waardoor de partij ontbonden wordt op
pond van illegale activiteit en hij kan ook vol
genten vragen op alle gebieden, waardoor hij
communisten kon verbieden, him activiteit
voort te zetten.
De twee argumenten, waarop hij zich schijnt
Ic willen beroepen zijn, dat de „zit-stalcingen"
wettig zijn en dat de communisten de stakin-
jen bewerken, die de arbitrage-wetten verlam-
ren. waardoor zij verantwoordelijk zijn voor de
sciale conflicten en de productie in de wapen-
ücrieken ophouden en Frankrijk?s veiligheid in
feïaar brengen.
Daladier heeft, naar Havas meldt, gisteren
en onderhoud gehad met Marchandeau, den
ninister van Justitie, die vergezeld was van
ten delegatie van burgemeesters, en vervolgens
met Pomaret, den minister van Arbeid.
In den namiddag heeft hij geconfereerd met
den prefect van politie en den militairen com
mandant van het district Parijs en den directeur
van het kabinet van den minister van Buiten-
ladsche Zaken.
In de „Populaire" doet Léon Blum een beroep
t? Daladier. Blum verzoekt den minister-presi-
«nt niet te vasthoudend te zijn.
Volgens Blum is Daladier op een weg, welke
voert naar een hevig sociaal conflict. Indien hij
op den ingeslagen weg voortgaat zal hij het land
io gevaarlijke avonturen storten en er is slechts
«n oplossing: de zaak opgeven. Het geheele
knd neemt stelling tegen de decreten en Blum
waagt Daladier hoe hij denkt, dat zijn poging
tal slagen, welke gebaseerd is op het vertrou
wen van het land. Volgens Blum moet Daladier
den olijftak werpen in den socialen strijd. De
regeering moet den vrede en republikeinsche
orde herstellen, opdat het land met energie en
solidariteit naar het heil wordt gevoerd.
De stakingen.
In de petroleumindustrie in het gebied van
Houaan neemt de stakingsbeweging af. Daaren
tegen is in een chemische fabriek waar 650 ar
beiders werken, het personeel in staking gegaan.
In het mïjngebied van Douai staken 1300 ar
beiders, terwijl te Waziers en Auby 1150 arbei
ders in de chemische industrie in staking zijn ge
gaan.
In regeeringskringen gelooft men niet, dat de
ambtenaren, van wie de loonen zijn verhoogd,
zullen gaan staken. Indien dit toch het geval zou
zijn, zullen strenge maatregelen worden geno
men.
Vroegere Duitsche gebieden als
Joodsch kolonisatieterrein.
Bezwaren van Joodsche zijde.
NEW YORK, 25 November. De rabbijn
Wise, een der invloedrijkste Joden in de Ver.
Staten, heeft zich tegen de voorstellen gekant
om de Joden in de voormalige Duitsche kolo
niën onder te brengen. In zijn eerste publieke
verklaring inzake de anti-Joodsche maatrege
len in Duitschland verklaarde Wise: „Wij ver
heffen plechtig onze stem tegen elke poging
de Joden in de vroegere Duitsche koloniën
onder te brengen. Joden, die lang genoeg, onder
het juk van het hakenkruis geleefd hebben,
moeten ervoor bewaard blijven een nieuw leven
te beginnen op den bodem, die eenmaal de
Duitsche vlag heeft gedragen". Hij eischt van
Engeland, dat minstens 10.000 Joden uit
Duitschland een permanent verblijf op de
Britsche eilanden wordt toegezegd, terwijl aan
10.000 andere Joden de emigratie naar Palesti
na mogelijk gemaakt moet worden.
(United Press).
Britsche ministers voldaan over
hun bezoek aan Parijs.
Gemeenschappelijke démarche te Washington
inzake de vluchtelingenkwestie.
De Britsche ministers zijn gisteren te Londen
teruggekeerd. Bij hun aankomst op het Victo
ria Station werden zij begroet door ambtenaren
van het ministerie van buitenlandsche zaken
en den Franschen zaakgelastigde Cambon. Na
een kort gesprek met den Franschen diplo
maat 11am Chamberlain afscheid van Halifax
om zich naar Downingstreeet te begeven.
De diplomatieke redacteur van Reuter meldt,
dat Chamberlain en Halifax zeer voldaan wa
ren over het verloop der Britsch-Fransche be
sprekingen. Zij vonden het vooral aangenaam,
dat men in den korten tijd van het bezoek
zooveel werk had kunnen verzetten.
In welingelichte Londensche kringen wil men
geen voorspellingen doen omtrent de besluiten,
die in Engeland ten aanzien van de defensie
wellicht zullen worden genomen als uitvloeisel
der Parijsche onderhandelingen. Naar verluidt
hebben de staatsheden van beide landen hun
standpunt tot uitdrukking gebracht en is men
tenslotte tot volkomen overeenstemming ge
komen. In de standpunten ten aanzien van de
Spaansche kwestie is geen verandering geko
men. Men vermoedt, dat Frankrijk Engeland
niet speciaal verzocht heeft bemiddelend tus-
schen Parijs en Rome te willen optreden. Ver
der heeft Chamberlain het standpunt der
Britsche regeering aangaande het vluchtelin
genvraagstuk uiteengezet.
Men houdt rekening met het feit, dat reeds
drie milllioen vreemdelingen in Frankrijk ver
blijven en dat Frankrijk dus meer dan zijn
aandeel bijdraagt in de oplossing van het
vluchtelingenvraagstuk.
Besloten werd een stap te doen tij
Roosevelt om hem te verzoeken zijn
invloed aan te wenden tij de regeerin
gen der Amerikaansche staten, opdat
deze eveneens een tijdrage leveren tot
de oplossing van het vraagstuk.
Tenslotte hebben de staatslieden het vraag
stuk van de waarborging der nieuwe Tsjecho-
Slowaaksche grenzen besproken, doch men
vermoedt, dat zij afwachten tot de ambassa
deurscommissie te Berlijn zal mededeelen, dat
de grenzen definitief vastgesteld zijn.
TWEEDE KAMER
DEN HAAG Vrijdag.
De heer W ij n k o o p (comm.) vroeg of niet
uit het communiqué van den Regeeringspers-
dienst- omtrent het politiek Nederlandsch-
Belgische noenmaal ten Paleize te Amsterdam
viel op te maken, dat men thans bezig was met
'n beleid, dat z.i. als „de vlucht uit de collec
tieve veiligheid" te beschouwen viel.
Collectieve veiligheid is alles. De „vrede van
München" is hoogst bedenkelijk.
Spr. zegt voorts, dat zelfs nu nog de Neder-
landsche grens voor de politieke vluchtelingen
potdicht zit en dat er nog steeds vrijwel niets
gedaan wordt dan overwegen.
Mr. Kortenhorst (R.K.) behandelde de
volkenrechtelijke positie van het luchtruim
boven ons grondgebied.
Spr. verdedigde de stelling, dat de grens in
kwestie niet hooger zou liggen dan voor zoover
ons afweergeschut reikt. En dus zouden onze
vliegtuigen daar boven niet verplicht zijn
tegen oorlogvoerende overvliegers op te treden.
Ook Mr. Donker (s.d.) meende, dat de
kleine neutrale staat, in 't licht van de hui
dige vlieg-techniek, niet in staat is tot 'n on
beperkte hoogte den luchtkolom boven z'n land
tegen overvliegen te beschermen.
Wat onze relaties met België aangaat, vroeg
deze afgevaardigde of de jongste besprekingen
in Amsterdam eenig uitzicht bieden op 'n be
vredigende regeling der kwesties, die er nog
steeds tusschen België en Nederland hangen.
Wat de vluchtelingenkwestie betreft, merkt
Mr. Donker op, dat men er vooral in verband
met de anderen niet komt met kolonisatie.
Een aantal staten in Europa zullen toch groe
pen vluchtelingen blijvend moeten opnemen en
daarvoor is internationaal overleg dringend
noodzakelijk. Spr. noemde het noodzakelijk
de onjuiste berichtgeving in Duitschland om
trent de onbeperkte opening onzer grenzen
recht te doen zetten; hier lag juist ook voor
Minister Patijn een taak weggelegd. Tegen Mr.
Rost v. Tonningen's bewering, dat wie niet
met de nat. socialisten wil ijveren voor een
Jodenstaat, een vijand van de Joden zou zijn,
kwani de heer Donker met klem op.
Mr. de Geer (c.h.) keerde zich tegen 't op
treden van den nat. soc. afgevaardigde, die
z.i. beter had gedaan een vlammend protest te
doen hooren aan het adres van de bewerkers
van het groote leed den Joden aangedaan, dan
verwijten te richten tot anderen!
De c.h. fractieleider merkte op, dat de vrede
uiteindelijk slechts stevig gefundeerd kan zijn
op een internationale rechtsorde, maar de
huidige Volkenbond berust z.i. thans op een te
smalle basis voor collectieve veiligheid. Spr.
vond het grootste deel van de op Chamberlain
en Daladier na München uitgeoefende kritiek
onbillijk en hij begreep ook niet goed hoe
juist zij, die vroeger eenzijdige ontwapening
hadden voorgestaan, nu voor een „kloek op
treden" pleitten.
Een roekelooze speculatie noemde hij het
te meenen, dat men gerust kloek had kunnen
optreden, want dat er toch geen oorlog zou
zijn uitgebroken. De prediking van den pre
ventieven oorlog dien heb ik niet gepre
dikt, repliceerde mr. v. d. Goes v. Naters
deed denken aan een luguber balspel met
alleen verliezers, zonder overwinnaars. Wat
nu gebeurd is met Tsjecho-Slowakije achtte
spr. toch nog altijd beter dan het lot, dat aan
dit land 11a een wereldramp (oorlog) ten
deel zou zijn gevallen. Zeker, aan de regeling
van München en aan wat daarop volgde, za
ten donkere schaduwzijden vast, doch mr. de
Geer vroeg zich af, o.m. wat er in Duitsch
land met de Joden gebeurd zou zijn als het
tot een oorlog ware gekomen!
Minister P a t ij n begon met Nederland—
België. Hij noemde het een zeer gelukkig ver
schijnsel, dat aan beide zijden van den
Moerdijk eenzelfde opvatting en eenzelfde
streven aanwezig is om tot 'n oplossing der
nog tusschen de twee landen hangende pro
blemen te komen. Over en weer acht men
beter alle groote vraagstukken, die bij het
verdrag-v. Karnebeek betrokken waren, tege
lijkertijd tot een oplossing te brengen. Op het
oogenblik wordt hieraan wel gewerkt, maar
verder zijn we niet en dus viel er ook niets
naders mee te deelen omtrent de Woensdag
j.l. gevoerde besprekingen. Alleen kon hij nog
zeggen, dat er op 't oogenblik geen sprake
was van het sluiten van een Nederlandsch-
Belgisch verbond en dat het dan ook dwaas
heid was in het bedoelde contact een vlucht
uit de collectieve veiligheid te zien.
Over z'n optreden in Genève met betrekking
tot art. 16 merkte de Minister op, dat hij daar
niet voor eenigen groep, doch alleen voor ons
land had gesproken en dat hij er heelemaal
niet den band met 't recht had doorgeknipt
maar alleen feiten had geconstateerd, iets
wat men in het algemeen veel weken eerder
in de Volkenbondsstad had dienen te doen
Met mr. de Geer meende hij dat het zaak is
er tegen te waken, dat de Bond in zijn tegen
deel zou ontaarden. Voor de veiligheid van
ons land, was de door den Minister in Sep
tember afgelegde verklaring noodig, juist ten
einde omtrent onze positie geen twijfel moge
lijk te laten.
Na o.m. uiting te hebben gegeven aan de op
vatting, dat de wereld Chamberlain grooten
dank verschuldigd is, verzekerde de Minister
dit aan 't adres van mr. Joekes het als
een uit ons Volkenbondslidmaatschap van
zelf voortvloeiende verplichting te achten
in geval van agressie overleg te plegen om
trent eventueel tegen den aanvaller te tref
fen maatregelen. De erkenning dezer ver
plichting echter sloot z.i. niet in, dat hij mr
Joekes kan toegeven, dat er een verschil be
staat tusschen onze huidige positie in het
Zware strijd nabij Hongkong.
Üieuwe Japansche troepenontschepingen in
de Biasbaai.
HONGKONG; Nov. Weinige kilometers
fen Noorden van het Britsche gebied van
Hongkong wordt thans hevig gevochten. De
Japanners hebben bij Paiking aan de Biasbaai
nieuwe versterkingen aan land gezet en trach-
'«n thans het geheele gebied tusschen Hong-
«tog en het gebied ongeveer 60 K.M. ten Noor
den van de Oostrivier van Chineesche troepen
®n guerillabendes te zuiveren. Te Sjoemtsjoen
aan de Kanton—Kaulonspoorlijn zijn groote
Japansche gewondentransporten waargeno-
Cen- De Japanners trekken in drie richtingen
van Tamsjoei ten westen van Kanton, van
.aiping en Sjekloeng ten Oosten van Kanton.
Ju hopen door de huidige actie de bedreiging,
d'e de daar verzamelde Chineesche troepen
f°or Kanton beteekenen, af te wenden. Het
aantal Chineezen dat naar Hongkong vlucht,
jor den optrekkenden vijand uit, is thans
"eer aanzienlijk toegenomen. (United Press).
Een leeuw, die uit een dierenpark in het Noord-Brabantsche dorpje Bladel ont
snapte, bracht de geheele omgeving in rep en roer. Na verscheiden wederwaardig
heden werd het dier tenslotte in een zgn. vangkooi gedreven. De koning der
dieren na zijn escapade in zijn eng verblijf.
Een geschenk van de Zweedsche
schooljeugd voor de schrijfster
van Nils Holgersson.
De huldiging in den Koninklijken
Schouwburg te Stockholm.
(Van onzen correspondent).
Stockholm, November
ET is Selma Lagerlöf gegeven geweest
haar tachtigsten verjaardag te vie
ren. Lang heeft zij ziek gelegen en
met het oog op haar hoogen leeftijd
was er meer dan eens reden het ergste te
vreezen, maar zij is haar kwaal te boven ge
komen en na nog een lange periode van rust
heeft zij weer de kracht gevonden om verder
te werken aan een nieuw boek, een roman,
die den cyclus over de Löwenskölds af zal slui
ten. En toen de dag naderde, dat zij tachtig
zou worden, heeft de dokter haar toestemming
gegeven van het stille Falun, waar zij tegen
woordig woont, naar de hoofdstad te reizen
om er haar verjaardag te vieren en er gevierd
te worden.
Glimlachend en gelukkig, met een stralen
den glans in haar grijze oogen, die zoo groot
en donker lijken in het heel bleeke gelaat,
heeft zij de handen gedrukt, die haar toege
stoken werden, heeft zij de geschenken aan
vaard, die men haar brengen kwam, heeft zij
zich aan het einde van de feestvoorstelling in
den Koninklijken Schouwburg van haar stuk
.Dunungen", steunend op de armen van twee
oude vrienden, eenmaal voor het voetlicht
waagd om er de hulde in ontvangst tc nemen
van al die honderden bewonderaars, die heel
de zaal, van de koninklijke loge rechts-voor-
aan tot de achterste bank van het schellinkje
links-opzij, vulden en die maar klapten, lang
en daverend en hartelijk klapten.
Maar was het ontroering over die hulde of
was het weemoed over het afscheid, waarvan
zij eerder op den dag gerept had, die haar
glimlach weg deed trekken en haar de oogen
sluiten deed, toen zij met een lichte buiging
van het hoofd dankte? Wij weten het niet
maar wel weten we, dat voor velen, die haar
dezen dag kwamen feliciteeren en huldigen
de vreugde over het feit haar na een langen
tijd van ziekte en zwakte weer tusschen zich
te mogen hebben, soms even getemperd werd
door de gedachte, dat dit misschien de laatste
maal was, dat men getuigen kon van zijn
warme sympathie en zijn groote bewondering,
dat men Selma Lagerlöf danken kon voor
alles, wat zij de menschen en vooral haar
eigen landgenooten in haar boeken geschon
ken heeft.
Ook de Majoorsche van Ekeby
feliciteerde.
HAD Selma Lagerlöf haar verjaardag op
Marbacka gevierd, op de oude havezathe
waar zij geboren is en die zij teruggekocht en
tot een statig wit landhuis verbouwd heeft.
internationale bestel en die van voor 1914
want ook toen zaten wij niet, gelijk b.v. Zwit
serland, aan 'n permanente onzijdigheid vast
wij voerden louter een politiek waarbij we ons
voorbehielden om naar gelang van de om
standigheden ons standpunt te bepalen.
Terug naar de collectieve veiligheid is een
gewenscht einddoel, maar vermoedelijk zul
len we dat niet zoo spoedig bereiken: Voor-
loopig nu is universaliteit slechts te bereiken
bij een louter consultatieven Volkenbond. In-
tusschen dient het einddoel een Bond met
sancties te zijn, doch zulks acht de Minister
alleen mogelijk bij een Bond bestaande uit
verschillende onderdeelen, o.m. dus uit een
Europeesche sectie!
Vasthouden aan den Volkenbond blijft, ook
bij alle thans gerechtvaardigde kritiek,
beste, want als het instituut eenmaal verdwe
nen is, zal het veel moeilijker wezen het later
weer van den grond af op te bouwen.
Wat de vluchtelingenkwestie betreft, vond
de minister het onbillijk de Regeering van on
aandoenlijkheid te betichten. Hij was zelf de
eenige minister van Buitenlandsche Zaken
geweest, die zich tot z'n ambtgenooten in
den vreemde had gewend met de vraag wat er
voor de vluchtelingen te doen ware. Alle ant
woorden waren nog niet binnen, o.m. dat van
Engeland dat bovenal van belang zal
zijn scheen nog niet te zijn ingekomen en
dus kan mr. Patijn niets omtrent die ant
woorden zeggen.
De Duitsche krantenberichten als zouden
onze grenzen onbeperkt open staan voor
vluchtelingen zijn op allerlei wijzen ook
via ons gezantschap te Berlijn tegenge
sproken.
Evenzeer als mr. v. d. Goes v. Naters had
het de Regeering zeer geërgerd, dat Duitsche
zaken aangestuurd hadden op het ontslaan
van Joden in dienst van Nederlandsche on
dernemingen, welke met bedoelde Duitsche
zaken te maken hadden. Maar wat de Neder
landsche Regeering hiertegen kan doen had
ook mr. v. d. Goes v. Naters niet weten te
zeggen.
Voor de belangen van Joodsche Nederlan
ders in Duitschland (en Italië)komt de Re
geering met kracht op, terwijl ze tevens ken
baar heeft gemaakt niet te kunnen dulden
dat men ginds onderscheid maakt tusschen
Joodsche en niet Joodsche Nederlanders, aan
gezien wij dat onderscheid in rechten niet er
kennen.
Dr. Bierema kreeg te hooren, dat het in be
doeling ligt van den minister om te trachten
te bereiken, wat we hier en daar ambassa
deurs zullen krijgen, terwijl de heer v. Houten
(Chr.-dem.) mocht vernemen, dat volgens
den minister, die er op wees dat wij niets te
maken hebben met hetgeen er t.a.v. koloniën
na den wereldoorlog is geschied, ons land
geen reden zou hebben een conferentie inzake
algeheele verdeeling van koloniale gebieden
te bevorderen. Zou er ooit 'n conferentie ko
men inzake grondstoffenverdeeling dan
zouden we tot medewerking daaraan wel be
reid wezen. Tenslotte kreeg mr. Kortenhorst
te hooren, dat de minister het niet gewenscht
acht in te gaan op het denkbeeld de lucht
kolom boven ons land slechts tot zekere hoogte
als Nederlandsch gebied te beschouwen.
Na repliek ging de begrooting er door.
E. v. R.
toen zij den Nobelprijs gekregen had, dan
zouden op dezen Zondag uit heel Varmland
de menschen naar Marbacka gekomen zijn,
zooals in den tijd van Gösta Berling notabelen
uit Karlstad en landheeren van al die have-
zathen uit het dal van het lange Löfven-meer
naar Ekeby of Björne kwamen als er groot
feest was. Nu reisden de gouverneur van
Varmland en de bisschop van Karlstad, ma
joorsche Pahlsson en Rottneros oftewel Ekeby
en de dominee van Broby, dat in werkelijk
heid Sunne heet, verschillende hedendaagsche
Varmlandsche cavaliers en boeren van Mar
backa en nog een heeleboel anderen uit het
land van Gosta Berling naar de Koninklijke
Hoofdstad om er de ongekroonde koningin
van hun land van meren, naaldwouden en blau
wende bergen te huldigen op haar tachtigsten
verjaardag. En een parmantige Lapsche knaap
en een schat van een Schoonsch meisje kwa
men met een groote bokaal van Orrefors-
kristal aandragen, waarin een voorstelling ge
graveerd was van Nils Holgersson en de wilde
ganzen om namens duizenden schoolkinderen,
die allemaal hun „ti-öring", hun dubbeltje,
hadden bijgedragen, „Tante Selma" te bedan
ken voor dat boeiende, spannende, wonderlijk-
mooie aardrijkskundeboek, waar de school
kinderen van alle andere landen de Zweedsche
jeugd om mogen benijden. En de telegraaftoe
stellen tik-tikten en spelden groeten, geluk-
wenschen van duizenden, die niet komen kon
den, van tallooze Zweedsche scholen, tot die
te Jeruzalem toe, van autoriteiten en schrij
vers en vrienden en vele onbekende bewon
deraars in binnen- en buitenland. En als het
niet een telegrambesteller was, die dezen dag
voor de zooveelste maal op het belleknopje
naast de deur van Selma Lagerlöf's woning
aan Karlavagen drukte, dan was het een loop
jongen van een bloemist met allebei de armen
vol of misschien wel een bewonderaartje van
Nils Holgersson, dat met een vuurrood hoofd
en de pet in de hand een eigen gemaakt ca
deautje brengen kwam.
Twee uur lang recipieerde Selma Lager
löf in haar woning, waar het geurde van de
seringen en de rozen, twee uur lang kwamen
bekenden en onbekenden haar de hand druk
ken, haar toespreken, haar gelukwenschen
voor haar levensavond en haar danken voor
haar levenswerk. E11 hoewel zij 's morgens,
omdat de lucht toevallig even opgeklaard was,
al een eind gewandeld had, en daarna brieven
had moeten lezen en telegrammen en vervol
gens twee afgezanten van de Zweedsche Aca
demie had ontvangen, die namens de zeven
tien mannelijke leden, haar, de eenige vrouw
van de Achttien, de groote gouden medaille
kwamen overhandigen, scheen al het bezoek
haar niet te vermoeien, praatte ze den heelen
tijd opgewekt en gelukkig met al die oude
vrienden en kennissen tot om half vier ook
de laatsce gasten moesten vertrekken en de
deur op voorschrift van den dokter onherroe
pelijk gesloten werd om de jarige tachtigja
rige gelegenheid te geven, uit te rusten voor
zij naar den Koninklijken Schouwburg
moest.
De „Koningin van de Saga".
TO" ET is duidelijk, dat „Dramaten" tegen
JLJLverdubbelde entreeprijzen uitverkocht
was en dat men er allen, die 's middags ter
receptie waren geweest, terugvond. De ze
tel van koning Gustaaf bleef leeg in ver
band met den dood van de Koningin van
Noorwegen, maar de prinselijke schilder
Eugen was er en de prinselijke dichter Wil
helm ook en op het parket zag men ministers
en Académiciens en andere autoriteiten en
andere auteurs en dan natuurlijk al die trou
we Varmlanders. Selma Lagerlöf zat wegge
doken in het donker van de directieloge, maar
Pauline Brunius de directrice van den Ko
ninklijken Schouwburg, die den proloog zei,
haalde haar naar voren om haar de handen
te kussen en toen men daar de kleine gestalte
van de schrijfster ontwaarde barstte natuur
lijk het applaus los. Dan ging het doek op voor
„Dunungen", een bekend en fleurig blijspel
van de jarige, dat, al was het nu nog zoo
goed en al werd het ook nog zoo uitstekend
gespeeld, toch niet beletten kon, dat de ge
dachten telkens afdwaalden naar de oude
dame in haar donkere loge met de rose anjers.
En aan het slot werd er wel flink geapplaudis
seerd maar dat applaus gold ditmaal mis
schien toch meer de schrijfster dan de spe
lers en het werd ook onmiddellijk stil toen
een Varmlander zich tot Selma Lagerlöf
wendde om haar, „de Koningin van de Saga"
een ruiker „roode cavaliers-rozen" aan te
bieden.
En even later was zij, terwijl het applaus
daverde, heel, heel langzaam, steunend op den
arm van Pauline Brunius, het tooneel op. Er
werd gesproken en heeren in rok boden kran
sen en bloemen aan en de jarige wist maar
niets anders te zeggen dan een gefluisterd
„Tack, tack". Dan zei een der heeren, dat
doctor Lagerlöf zoo graag wilde, dat men het
lied van Varmland zong. En men zong het haar
toe, zooals men het haar, de Vrouwe van Mar
backa, zoo vaak toegezongen heeft. En zij
stond er daar zoo klein, zoo bleek, zoo mooi
ook met haar goede, oude gezicht met de
donkere oogen en haar zwarte japon, waar
voor de witte seringen trilden in haar handen.
En zij dankte, zooals wij schreven, met een
lichte buiging, terwijl op haar gelaat ontroe
ring en weemoed beide te lezen waren.
De tachtigjarige dankt.
LATEN wij tot slot enkele regels citeeren
van het aangrijpende dankwoord, dat
Selma Lagerlöf Zondagmiddag door de radio
tot haar landgenooten richtte:
„Wanneer iemand, die je kameraad op den
levensweg geweest is, aan den wegwijzer komt,
die. het pad wijst, dat zich door het rijk van
den ouderdom slingert naar het dal van de
schaduwen des doods, waar de stilte en de
vergetelheid wonen, dan kan ik me indenken
dat men hem wel niet direct een vaarwel wil
toeroepen, maar hem toch wel de vreugde
wil bereiden, te hooren, dat het werk, dat hij
zoo goed als hij kon heeft trachten te ver
richten, nog leeft en misschien eenigermate
zal blijven leven wanneer hij zelf zal zjjn
heengegaanDit heeft men, geloof ik, ge
meend met de hulde, die mij deze dagen ten
deel ls gevallen en ik dank mijn geliefde va
derland en heel het Zweedsche volk voor de
bij mij gewekte hoop, dat mijn werk na mij
zal blijven leven".
C. G. B,