Aan allen! BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES Een briefje vooraf krijgen jullie heden niet. M'n antwoordbriefjes maak ik dit keer zeer kort. Later haal ik de schade wel in. Lief LELIETJE VAN DALEN. Meisjelief je bent weer vergeten je schuilnaam onder je briefje te schrijven. Zal je er voortaan om denken. Dag Lelietje van Dalen. Best ZWARTOOGJE. Je vriendinnetje mag a.s. Woensdag op de club komen. Natuur lijk mag ze naast je zitten en krijgt ze ook een borduurkaart. Laat ze ook een schuil naam kiezen. Dag Zwartoogje. Lief WIT WOLLETJE. Heb je je werk van de club thuis goed weggeborgen of kon je je geheim niet tot a.s. Maandag 5 Dec. be waren? 'k Hoop voor je dat de Sint nog een schooltasch voor je heeft. Dag Witwolletje. Best ZWARTKOPJE. Je hebt nu toch zeker alles ontvangen. Marietje heb ik ten minste alles voor je meegegeven. Die arme Sinterklaas trof 1.1. Woensdag geen mooi weer. Waarom is hij ook op 5 Dec. geboren? In Juli of Augustus zou hij op z'n reizen wellicht beter weer hebben. Maar 't is niet an ders. Dag Zwartkopje. Lief BRUINOOGJE. Ja, mijnheer W. ken ik. Er zij»i trouwens in de gemeente Vel- sen maar weinig, 'k denk enkele onderwijzers die ik niet ken. Ik wensch je a.s. Maandag veel pleizier op school. Dag Bruinoogje. Lief ZANGERESJE. Natuurlijk mag je op de club met Glijnerdina een liedje zingen. Glijnerdina tweede en jij eerste stem, Jij schreef mij geen grooten brief, m'n ant woordbrief je wordt echter nog kleiner. Er is altijd baas boven baas, ook in het brief schrijven. Dag Zangeresje. Beste DICKY BIGMANS. Gezellig zoo'n bezoek aan St.-Nicolaas. Als ik meer tijd had zou ik den goeden man ook met een bezoek vereeren. Nu zal hij het echter bui ten me moeten stellen. Maar gelukkig is hij om mij niet verlegen. Hij krijgt bezoek ge noeg. Dag Dicky Bigmans. Lieve VERGEET MIJ NIET. Ja, meisje, het heeft deze week veel geregend. Vergeet echter niet dat we een mooie nazomer gehad hebben en dat het nu December is. De club is dus Woensdagsmiddags de uitkomst voor je. Dag Vergeet-mij-niet. Beste JOPIE SLIM. Het leek Woensdag morgen zoo mooi, maar het duurde niet lang. De zon had ons blij gemaakt, maar stelde ons spoedig teleur. De club is dus een uitkomst op lederen regenachtigen Woensdagmiddag. Dag Jopie Slim. Lief DUINROOSJE. Je zusje mag a.s. Woensdagmiddag op de club komen. Ik heb reeds een vriendinnetje met den schuilnaam Blondje. Boschviooltje is dus beter geschikt. Dag Duinroosje. Best GOUDHAARTJE. Zoo, zoo, ga jij raadsels en plaatjes saamstellen? Natuurlijk kon ik het raadsel oplossen. Los jij nu het vol gende raadsel eens op. De 7de letter van het alphabet is de begin letter van een edel metaal. Zonder 5, 6, 7, 8 moeten de visschen het stellen. 9. 10 en 11 zijn respectievelijk de 20ste, de 10de en 5de letter van het alphabet. Oplossing s.v.p. in je volgend briefje. Dag Goudhaartje. Lieve KLEINE ZUS. M'n dank voor de cijfers. Je hebt ze keurig en duidelijk geschre ven, Flink zoo. Dag Kleine Zus. Beste VERONIKA. Je vraag zie ik wel eens nader onder de oogcn. A.s. Woensdag hoop ik een besluit genomen te hebben. Ik wensch je as. Maanlag veel plezier op school. Dag Veronika. Lief MADELIEFJE. Ja, dat gaat zoo. Alle kinderen kunnen niet in een tooneelstukje op treden. Dat is maar goed ook. De spelers wil len graag dat er ook kijkers zijn. En waar moeten die vandaan komen, als alle kinderen mede spelen? Veel genoegen. Dag Madeliefje. Beste ANEMOON. Je zus is naar Den Haag? Fijn voor haar en rustig voor je moe der. ^Ga jij de Zilvervloot ophalen? Dat is goed werk zeg. Mag ik met je deelen ten bate van de schoolvoeding? Dag Anemoon. Lief RAMENLAPSTERTJE. Dat zal Maandag een feest worden zeg. Eerst op school en daarna thuis. Ik wensch je veel genoegen. Dag Ramenlapstertje. Best BOODSCHAPSTERTJE. Neen, meisje, ik had deze week absoluut geen tijd voor pretjes of bazars Jij bent eenige malen naar de bazar van de Oud-Kath. geweest? Het was er erg gezellig heb ik gehoord. Heb je a.s. Maandag op school feest? Dag Boodschapstertje. Lief BIJDEHANDJE. Regenweer, is thuisblijf weer. Maar je amuseert je maar wat goed, vooral als je neef Wim er is. Heeft Sint al eens iets in je schoen gedaan? Veel genoegen a.s. Maandag. Dag Bijdehandje. Best NACHTEGAALTJE. Ja, meisjelief, zieken gaan voor. Zij zijn afhankelijk van de gezonden. Ook ik hoop dat je broertje spoe dig beter mag zijn. Prettige dag hoor a.s. Maandag. Dag Nachtegaaltje. Lief REPELSTEELTJE. M'n dank voor de teekeningen. Ja, jullie, nl. de leerlingen van school H. zingen uitstekend. Met mijn heer de M. heb ik kort geleden nog staan te luisteren. Goudmuiltje zag ik zitten, maar ze zag mij niet. Op de club zingen jullie de volgende week nog maar eens. Dag Repelsteeltje HET PAARD VAN SINT NICOLAAS. door W. B. Z. Rijd toch niet zoo hard mijn paardje. Sta eens even stil. Luister nu eens heel aandachtig Naar wat ik je zeggen wil. Breng mij vlug naar gindsche woning, 'k Hoor ze vroolijk zingen daar. Gisteren stonden bij den schoorsteen Twee paar kinderschoentjes klaar. Pie ter moet de schoentjes vullen Met chocola en speculaas. Morgen zullen zij 't dan weten, Dat dit komt van Sinterklaas. 5 December zet ik speelgoed Bij de beide bedjes neer. Jan had graag een heel dik leesboek, Lies je wou een teddy-beer. Kom mijn goede brave schimmel Rijd de daken op en neer, Wees voorzichtig, niet te haastig. Strakjes krijg je haver weer. Best GOUDMUILTJE. Dat klopt, zeg. Ik zag dat jullie allemaal met hart en ziel za ten te zingen. Het is ook maar niet heerlijk een schooldag met het zingen van mooie lie deren te mogen eindigen.. Tot Woensdag. Dag Goudmuiltje. Lief BLONDJE. Wat zal die goede Sint het Maandag druk hebben. Hij moet naar ik weet niet hoeveel scholen op den dag en des avonds naar honderden kinderen. De man moet wel oer-sterk zijn om dat allemaal vol te kunnen houden. Wil je hem en Pieterbaas m'n groeten doen? Veel genoegen Maandag. Dag Blondje. Best BERGKONINGINNETJE. Of ik het erg vond dat je a.s. Woensdag naar de film van Groot-IJmuiden gaat? Neen hoor, maar fijn -genieten. Schrijf je me later eens iets over het feest, 'k Wensch je veel genoegen. Of ik blij ben dat Sint a.s. Maan- jarig is? Natuurlijk vind ik dat fijn. Als kinderen genieten geniet ik dubbel. Dag Bergkoninginnetje. Lief ZWEMSTERTJE. Je hebt de club weer even gezellig gevonden als vorige jaren? Dat vind ik prettig. Je komt dus steeds zoo vroeg als maar even mogelijk is. Of Sint •bij mij komt, weet ik niet. Ik weet heusch niet of hij over mij tevreden is. Afwachten is het beste. Hoe heb je de stukjes gevonden die m'n klasse 1.1. Woensdagmorgen opvoer de? Veel genoegen a.s. Maandagavond. Om hels Piet maar eens. Dag Zwemstertje. Veel groeten van Mej. E. VTJLBRIEF. JAP IE ZET ZIJN SCHOENTJES KLAAR door W. B. Z. Daar achter op den deel Vlak bij de korenschuur. Staat de oude schoorsteen nog. Met 't knetterend houtblok-vuur. Ieder jaar Zetten de boerekindertjes daar hun schoentjes klaar. Japie zet zijn schoen gereed, Omdat hij 't heel zeker weet. Dat 't knechtje, zwarte Pieterman Door den schoorsteen klimmen kan. Jaap zet beide schoentjes klaar Eentje hier en eentje daar. „Kom Sint-Nicolaas, kom maar gauw, Hier heb je geen last van kou. Geef me een dikke, groote J En breng ook wat voor moeder mee." SCHEP VREUGDE IN 'T LEVEN! Jullie kent zeker wel allemaal het oude wijsje: „Schep vreugde in 't leven, zoolang nog het lampje brandt." Ik wed, dat je 't in de afgeloopen weken nog hebt gezongen, met de woorden: ,0, kom er eens kijken, Wat ik in m'n schoentje vind! Alles gekregen Van den goeden Sint! Tenminsteals je dit naar waarheid zin gen kon en je niet zóó ondeugend was geweest, dat de goede bisschop je deur voorbij ging! Nu, aan dit wijsje is een eigenaardige anec dote verbonden. Toen de groote componist Rossini in Weenen woonde, werd hij dikwijls door vorst Metter- nich, den fijnen diplomaat, ten eten genoo- digd. Eens op een dag vroeg Metternich hem: „En, Meester, hoe staat het met Uw werk?" „Hoogheid, ik ben op 't oogenblik bezig aan een opera, die „Semiramis" zal heeten. Ik ben nu aan het punt gekomen, waar de Assyrisehe koningin Semiramis haar gestorven gemaal in een groote aria moet beweenen, maar „Maar? Kunt U geen geschikt motief voor deze aria vinden?" vroeg Metternich. „Uwe Hoogheid heeft het precies geraden. Ik kan geen geschikte melodie vinden, waarin de droefheid van de vorstelijke vrouw treffend genoeg wordt uitgedrukt." Over het gladde diplomatengezicht van Met ternich gleed een fijn lachje, toen hij zei: „O. onder de oude Duitsche volksliedjes zijn tal- looze droevige melodieën. Ik zal er U eens eentje voorzingen." En tot stomme verbazinL van de andere gasten zong hij op langzamen, plechtigen toon het liedje „Schep vreugde In 't leven". Rossini, die geen Duitsch kende, had alleen naar de melodie geluisterd en riep, zoodra de vorst geëindigd had, verrukt uit: „Hoogheid, uit deze melodie spreek de zoete, aangrijpende weemoed, die ik juist voor mijn aria noodig heb. Ik dank U zeer en ga direct als ik thuis kom, dit schitterende motief bewerken!" En zoo komt het, dat je, als je nog eens ooit de opera Semiramis te hooren krijgt, bij de aria van de koningin-weduwe opeens zult denken: „Hé, wat komt me dat wijsje bekend voor!" En misschien denk je dan tegelijkertijd aan „de pop met vlechten in het haar" of „drie kaatseballen in een net", die je indertijd van Sinterklaas hebt gekregen! EEN MONSTER IN DE MIDDEL- LANDSCHE ZEE Toen verleden jaar de kranten het bericht brachten, dat in het Loch-Ness, een meertje in Schotland, een geweldig zeemonster gezien was, verwekte die mededeeling alom groote sensatie. Reporters en persfotografen, geleerden en nieuwsgierigen haastten zich naar het Noor den, om het geheimzinnige wezen te vangen, te fotografeer en of ten minste te zien; maar tot den dag van heden heeft men nog weinig bereikt. Het is nog altijd niet mogelijk geweest het beest te identificeeren, laat staan te vangen. De belangstelling van het publick verslapte gaandeweg. Toen werd eenige weken geleden uit Savona aan de Italiaansche Rivèra gemeld, dat er door een vloot, die in de aangrenzende wateren gevechtsoefeningen hield, een pl.m. meter lange reuzen visch opgejaagd en tus- schen de klippen in de nabijheid van Barazzo op het zand geraakt was. Alle marinestations en de havenpolitie van Savona werden draad loos gealarmeerd, en weldra waren zeil- en motorbooten, uitgerust met harpoenen en touwen op weg naar de opgegeven plaats om het monster te vangen. Toen zij de klippen bereikt hadden bleek, dat het dier cr m ge slaagd was, zich uit het zand los te werken en het diepe water te bereiken. Eerst zwom het in de richting naar Savona, waar het door vele personen gezien werd, maar toen veranderde het van koers, passeerde Kaap Vado en ver dween in open zee. Sedertdien heeft men er niets meer vaji vernomen. Volgens ooggetuigen zou het een reusach tige walvisch met een knodsvormigen kop ge weest zijn, die in de Middellandsche Zee ver dwaald was. Zij verzekeren, dat het dier met ongeloofelijke snelheid zwom: het water ge weldig in beroering bracht en van tijd tot tijd waterfonteinen loodrecht omhoog spoot. Dit versterkt de geleerden in de meening, dat hier sprake is van een potvisch, een zee zoogdier, dat o.a. het kostbare amber levert. Gewoonlijk bereikt deze soort een maximum lengte van 22 meter. Het hier waargenomen monster lijkt dus een reus onder zijn soortge- nooten. HET VADERLAND VAN PRINS BERNHARD Uit de geschiedenis van Lippstadt aan de Lippe Vandaag wil ik jullie eens meenemen naar Lippstadt, het oude, interessante stadje aan de Lippe waar onze prins en zijn oeroud ge slacht vandaan komen. We gaan maar eventjes door de lucht, vind je niet? Goed, ik land met mijn vliegma chientje op het weiland achter je huis of als dat er niet is, maar in de straat of op het dak, Allemaal ingestapt? Prachtig, dan gaan we. 't Is een heerlijke herfstdag vol zonneschijn: we treffen het dus bijzonder. Na een paar uurtjes zweven we al boven het oude Lippe- land, dat thans, sinds den wereldoorlog, geen vorstendom meer is, maar gewoon tot Duitsch- land behoort. We dalen in de nabijheid van Lippstadt, vroeger heette het „statt thor Lippe" d.w.z. „stad, gelegen aan de Lippe". Aan dien naam kun je al zoo zien, hoe oud lippstadt wel is, en je begrijpt het nog beter als je een wandeling gaat maken. Direct als je Lippstadt binnenkomt, valt je blik op een machtig bouwwerk: den vierkan ten toren van de Jacobikerk, gebouwd in de 13de eeuw en hoog opstrevend boven het schip van de kerk. Vergeleken bij dien ontzag lijken toren lijkt de kerk haast klein. Dit zal wel zijn oorzaak vinden in het feit, dat dit soort kerktorens in de middeleeuwen tevens voor de stadsverdediging werden gebruikt. Geen erg mooi doel voor een kerktoren, vind ik! Nu gaan we verder. Wat een prachtige oude huizen en wat een gezellige geveltjes vind je hier. De meeste huizen zijn hoog en smal, ver sierd met beeldhouwwerk en ze hebben bont beschilderde balken, waarop heel vaak bijbel teksten of spreuken zijn aangebracht. De plei nen zijn klein en gezellig en de Lippe slingert zich langs romantisch begroeide oevers. Waren de Lippstadters vanouds vrome en degelijke menschen, ze waren ook bij de pin ken en lieten zich de kaas niet van 't brood eten. Alleen was het in Lippe nu juist geen kaas maar spek! Luister maar, wat een troep kinderen, die juist voorbijkomen, daar loopt te zingen: Ga je mee naar buiten Met boterhammen met spek? Daar ben ik toch zoo dol op Die steelt me niemand weg! En wie het doet, Die krijgt een klap op zijn snoet. Een echt raar straatliedje? Ja, dat is het ook. Ik kan 't niet helpen, dat ze het zingen: 't is typisch oud Lippstadts. De Lippstadters hebben overigens In hun meer dan 800-jarige geschiedenis wel bewezen, dat niemand het ongestraft wagen kan, het spek van hun boterham te rooven, ofhij krijgt op zijn snoet. De eerste, die dit bewees, was een der voor ouders van onzen prins: Bernhard, heer van Lippe. Deze reisde zoo ongeveer de heele we reld rond, waarom hij den bijnaam kreeg van den Duitschen Odysseus en maakte in 1168 door zijn vrijmoedig en geestig optreden op den Rijksdag te Würzburg zulk een goeden in druk, dat keizer Barbarossa hem het recht gaf een stad te stichten. Een heel lang Latijnsch gedicht uit de Mid deleeuwen weet hiervan te vertellen. Weldra kwam de vesting „statt thor Lippe" door de vlijt en de handelsgeest van zijn in woners tot grooten bloei en tot in de vorige eeuw bleef Lippstadt een vesting. Je begrijpt echter, dat de strategische be- teekenis van Lippe, dat eens de belangrijkste vesting tusschen Rijn en Wezer was, thans niet meer bestaat. Over voorkeur van de bur gers voor spek bestaat nog een aardige anec dote. Omstreeks 1350 kwam in Lippstadt een hevige pestepidemie voor en toen deze voorbij was werd een broederschap opgericht, waar van de leden zich verplichtten, elkaar trouw bij te staan in geval van ziekte. In de statu ten van deze „Kalandbroederschap" stond te vens, dat op bepaalde dagen feestmaaltijden zouden worden gegeven, waaraan alle "broeders moesten deelnemen. Wie op 't appel ontbrak betaalde eën kwart vaatje wijn als boete. Ook staat nauwkeurig voorgeschreven wat op die maaltijden moest worden opgediend: spek, ham en worst nemen onder de gerechten een eervolle plaats in. We wandelen nu nog een eindje verder en komen aan de Maria kerk, een der belangrijk ste bezienswaardigheden van Lippstadt, om dat toren en torenspits in 't geheel niet bij elkaar passen. De toren is gebouwd in den barokstijl, de spits lijkt precies een suikerbiet die tot in de wolken wil groeien. Oude, romantische plekjes heeft Lippstadt ook. Ga maar eens met me zitten op een van die gezellige banken aan de Lippe, de oude ri vier, die vroeger een druk bevaren waterwel was, waarlangs de handel zich naar alle rich tingen bewoog. Nu wordt hier 's zomers veel watersport gedaan, maar 't seizoen is thans voorbij. Voor we weer in ons vliegmachientje stap pen, bezoeken we nog even de ruine van de oude kerk, die je op de teekening ziet. Dit is een zeldzaam romantisch plekje. Zuilen en muren zijn begroeid met klimop en vuurroode wingerd en op de plaats waar vroeger het al taar stond, bloeien de allerlaatste herfstasters. TOEN ik dezer dagen in den Jansweg liep werd ik zeer sterk herinnerd aan de dagen, die aan Sinterklaas vooraf gingen, uit mijn jeugd. Ik zag daar n.l. voor een winkelraam allerlei planken lig gen, waar velerlei figuren waren uitgesneden. Deze vormen gebruiken de bakkers om hun taai-taai- en speculaas-figuren den vereisch- ten vorm te geven, voor ze in dert oven gebak ken werden. En in mijn jeugd ik heb en kele jaren op een dorp doorgebracht was het in ons dorp de gewoonte, dat we zelf bij den bakker zoo'n vorm vol deeg stopten om dan later de verkregen figuur door den bakker in zijn oven te laten bakken, 't Gaf soms heel wat moeite de figuur heel uit den vorm te krij gen. Deze gewoonte is op mijn dorp al lang afgeschaft en 'k geloof, dat het wel overal zoo zijn zal. Maar al doet de jeugd dan niet meer aan 't maken van taai-taai- of speculaaspop pen, de bakkers gelukkig nog wel. Wel zijn er in den loop der eeuwen allerlei oude gebruiken verdwenen maar deze nog niet, want het bak ken van Sinterkïaaspoppen is al een heel, heel oud gebruik. Reeds in de 13e eeuw werden ze gebakken. Toen waren het echter enkel Bijbel- sche voorstellingen. Eerst later gingen er de bakkers toe over om ook andere figuren te bakken, zooals allerlei dieren, wagens, scheep jes enz. Dat men in dien ouden tijd in deze landen toen al Sinterklaas vierde, blijkt niet alleen uit deze voortbrengselen der bakkerij, maar o.a. ook uit een rekening van de stad Dordrecht uit het jaar 1360. Uit deze rekening blijkt niet alleen dat de schoolkinderen dien dag vrij af kregen, maar dat ze bovendien van het stadsbestuur nog een zakduitje kre gen, om op dien dag eens te kunnen snoepen. Was het bestuur van onze stad Haarlem ook maar eens zoo royaal, denken jullie nu na tuurlijk. Ik denk echter, dat er tri dien ouden tijd niet zooveel aan Sinter klaas vieren gedaan werd dan tegenwoordig en dat daarom de Dordtsche stadsbestuurders zoo royaal waren. Maar dat zijn ze ook niet altijd gebleven, want in 1657 verboden ze zelfs het Sinterklaasvie- ren. Al geeft het bestuur ons dan geen klei nigheid om op Sinterklaasavond te kunnen snoepen, ze zal ons ook niet verbieden om dien avond te vieren. Lang niet overal wordt die dag gevierd. Bij onze oostelijke buren wordt zeer weinig aan Sinterklaasvieren gedaan. De cadeautjesgeverij gebeurt daar meer met Kerstmis. Men heeft wel eens geprobeerd deze gewoonte ook bij ons in te voeren; doch dat is tot nog toe niet gelukt. Sinterklaas leent zich ook veel beter tot allerlei grappenmakerij dan Kerstmis. Een eigenaardig Sinterklaasgebruik viert men om de 5 jaar in het Zwitsersche dorpje Kaltbrunnen. Men doet dit echter niet op 5 December, maar op 23 November. Dan trekken 12 op zijn allervreemdst uitgedoste Sinterklazen het dorp door. In den mijter branden kaarsjes; op den tocht door het dorp wordt met regelmatige tusschenpoozen een rondedans door hen gemaakt. Ook in België en vooral in Vlaanderen viert men reeds in No vember een Sinterklaasfeest en wel op 10 No vember. Men noemt dit feest het Sinterklaas feest van Tolentin. Ook deze Sinterklaas brengt allerlei heerlijkheden. Men zicht hem daar toe: Sinterklaas van Tolentin, Breng me een schortje met lekkerding! Is mijn schortje wat te kleene, Wij zullen een grooter gaan leene! W. B.—Z. REGENBOOG Misschien denk je wel, dat iedereen net als jij, den regenboog ziet? Dat is heelemaal niet waar: er is geen vluchtiger, teerder verschijn sel dan juist zoo'n regenboog. Om een regen boog te zien, moet je met de zon in den rug staan, zóó, dat de stralen zich weerspiegelen op een wolk, waaruit regen komt en tegelijker tijd moeten de zonnestralen worden gebroken, d.w.z. ze moeten uiteenvallen in alle kleuren van het spectrum, n.l. violet, indigo, blauw» groen, geel, oranje, rood.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8